NL1012175C2 - Scheidingsinrichting, bijvoorbeeld voor het reinigen van bol- en knolgewas. - Google Patents

Description

Scheidingsinrichtinq, bijvoorbeeld voor het reinigen van bol- en knolgewas

De uitvinding heeft betrekking op een schei-dingsinrichting, zoals voor het scheiden van produkten, zoals zand en grind, of voor het scheiden van een vaste en een natte component, zoals groenten en aanhangend water, 5 of voor het reinigen van bol- en knolgewas en dergelijke. Hierbij wordt het produkt in trilling gebracht om een component/fractie/element of iets dergelijks af te scheiden. De scheidingsinrichting omvat daartoe een frame en een daarop ondersteunde, om rollen omlopende zeefketting 10 en een aandrijving daarvoor, welke zeefketting een aantal omlopende flexibele banden en dwars daarop bevestigde spijlen omvat, en omvattend trilorganen voor het in trilling brengen van het uitgangsprodukt.

Bij wijze van toelichting wordt het volgende 15 opgemerkt. Bij het oogsten van bol- en knolgewassen wordt een grote hoeveelheid grond meegenomen naar de boerderij. Alvorens de bollen en knollen gewassen worden is het gebruikelijk de grond daarvan te scheiden.

Dit gebeurt gewoonlijk met een spijlenzeef, die 20 in de transportrichting van het gewas roestvaststalen spijlen bezit met een onderlinge afstand van ongeveer 1 ·'· 'f? 2 cm, zodat de grond tussen de spijlen valt maar het produkt niet. Het spijlenbed is gemonteerd op een frame dat met behulp van onbalansmotoren in trilling gebracht wordt. De trilling van de spijlen zorgt voor het transport van het 5 produkt.

Hoewel een voordeel van de spi j lenzeef is dat deze eenvoudig is en weinig onderhoud vereist, is het een groot nadeel van de spijlenzeef dat deze alleen goed werkt onder droge omstandigheden en wanneer er niet al te veel 10 onkruid en loofresten aanwezig zijn. Wanneer de omstandigheden slechter zijn doordat de grond nat is en/of veel onkruid of loof aanwezig is, raakt het spijlenbed verstopt , wordt het gewas niet gereinigd en stagneert het transport van het produkt.

15 Om dit nadeel op te heffen is de inrichting volgens de aanhef ontwikkeld. In plaats van het spijlenbed is de omlopende zeefketting gemonteerd, die rond twee rollen loopt. De zeefketting wordt afzonderlijk aangedreven middels aandrijving van een van de rollen, zodat het 20 transport van het uitgangsprodukt, zoals een gewas, niet afhankelijk is van de trilling van de machine. Door het frame met behulp van de trilorganen in trilling te brengen wordt er voor gezorgd dat er geen grond aan de spijlen van de zeefketting blijft hangen. Een voordeel van deze in-25 richting is dat het gewas ongeacht de omstandigheden in de gewenste richting getransporteerd wordt.

Een nadeel van deze bekende inrichting is echter dat de constructie zwaar moet zijn, aangezien de zeefketting, de rollen met hun aandrijving en het frame zwaar 30 zijn. Doordat de constructie zwaar is moeten ook de onbalansmotoren zwaar zijn, hetgeen de inrichting kostbaar maakt. Door de trilling van de zware onbalansmotoren is de kans op scheuren en dergelijke in het frame groot.

Het is een doel van de uitvinding is hierin 35 verbetering te brengen.

Het is een ander doel een dergelijke inrichting te verschaffen, die constructief eenvoudig en duurzaam is.

3

Het is weer een ander doel een dergelijke inrichting te verschaffen, die relatief goedkoop is.

Een of meer van deze doelen worden volgens de uitvinding bereikt met een scheidingsinrichting van de in 5 de aanhef genoemde soort, waarbij tegen de onderzijde van de transportbaan van de zeefketting steunen of geleiders aangebracht zijn die de zeefketting ondersteunen, waarbij de trilorganen op de geleiders aangrijpen.

Hiermee is een reinigingsinrichting voor bol- en 10 knolgewas verschaft, waarbij alleen de geleiders door de trilorganen in trilling gebracht worden, welke geleiders de trillingen doorgeven aan de transportbaan van de zeefketting. Aangezien niet de gehele inrichting in trilling gebracht hoeft te worden, maar alleen de geleiders en een 15 gedeelte van de zeefketting, kunnen de trilorganen klein en licht zijn. De trilorganen zijn daardoor relatief goedkoop. Doordat het frame van de inrichting niet in trilling gebracht wordt, is er geen gevaar voor vermoeiing en kan het frame ook lichter uitgevoerd worden, terwijl de 2 0 inrichting betrouwbaarder is. De zeefketting verschaft nog altijd een betrouwbaar transport van het uitgangsprodukt.

Vanuit een ander aspect beschouwd verschaft de uitvinding een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de trilorganen op of aan het frame ge-25 plaatst zijn voor directe of indirecte aangrijping van de banden in onafhankelijkheid van de aandrijving voor de zeefketting.

Bij voorkeur zijn de geleiders dempend ondersteund. De geleiders worden hierdoor goed tegen de onder-30 zijde van de transportbaan van de zeefketting gedrukt, zodat zij het trillen van de trilorganen goed doorgeven aan de zeefketting. De scheiding danwel reiniging wordt hierdoor verder bevorderd.

Volgens een voorkeursuitvoering maken de gelei-35 ders deel uit van een trilframe met een breedte die in hoofdzaak gelijk is aan de breedte van de zeefketting. Door het trilframe met de geleiders in trilling te brengen 4 met behulp van de trilorganen wordt de transportbaan in trilling gebracht. De geleiders hoeven niet afzonderlijk in trilling gebracht te worden.

Bij voorkeur is aan weerszijden van het trilfra-5 me als trilorgaan een onbalansmotor aangebracht. Het trilframe kan hierdoor met slechts twee kleine, lichte en goedkope onbalansmotoren in trilling gebracht worden.

Bij voorkeur zijn de onbalansmotoren zodanig geregeld dat zij gelijk op kunnen trillen. Hierdoor ont-10 staat een nette op en neer gaande beweging van het gehele trilframe.

Bij voorkeur zijn de onbalansmotoren voorzien van middelen voor het instellen van de trilkracht en/of de amplitude.

15 Bij voorkeur zijn de onbalansmotoren in oriënta tie verstelbaar aangebracht. Aldus kan de trillingsrich-ting horizontaal, verticaal, of gecombineerd horizon-taal/verticaal ingesteld worden.

Volgens een voorkeursuitvoering zijn de gelei-2 0 ders in langsrichting van de zeef ketting en in hoofdzaak recht onder de flexibele banden van de zeefketting aangebracht . De geleiders vallen hierdoor in bovenaanzicht geheel of bijna geheel samen met de flexibele banden van de zeefketting. Het doorvalprofiel van de zeefketting 25 wordt hierdoor niet verkleind en de geleiders hinderen de doorvallende afgescheiden component, zoals bijvoobeeld aarde van het gewas, niet.

Bij voorkeur grijpt het trilframe tevens aan op de teruglopende baan van de zeefketting. Hierdoor valt de 30 afgescheiden component, zoals aarde die van een gewas gescheiden is, ook gemakkelijker door de teruglopende baan van de zeefketting.

Bij voorkeur is de transportbaan van de zeefketting in hoofdzaak horizontaal. Door het trillen zelf vindt 35 er aldus geen transport plaats; het trillen dient alleen voor het scheiden van het produkt. Het transport vindt plaats door beweging van de zeefketting. De zeefketting 5 kan wel enigszins schuin staan om de beweging van de zeefketting over de trillende geleiders te verbeteren.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de 5 toegevoegde tekening. Getoond wordt in:

Figuur 1 een schematisch zijaanzicht op een voorbeelduitvoering van de inrichting volgens uitvinding;

Figuur 2 een bovenaanzicht op de inrichting volgens figuur 1; en 10 Figuur 3 een gedeeltelijke doorsnede volgens pijlen III in figuur 2 door de inrichting volgens figuren 1 en 2.

De inrichting 1 in figuur 1 omvat een frame 2 dat geplaatst is op een ondergrond en voorzien is van een 15 aantal staanders 3a, 3b, die aan hun boveneind omgezet zijn in balken 4a en 4b. Begrepen zal worden dat een dergelijke opstelling zich aan weerszijden van de inrichting 1 bevindt. Aan de balken 4a, 4b zijn rollen 6 en 7 opgehangen, waarbij één van deze rollen aangedreven wordt 2 0 door verder niet weergegeven aandrij fmiddelen, in de met een pijl aangegeven richting.

De staanders 3a en 3b zijn met elkaar verbonden middels framebalken 5, die eveneens aan weerszijden van inrichting 1 aangebracht zijn.

25 Om de rollen 6 en 7 is een zeef band 8 aange bracht, die opgebouwd is uit riemen of kettingen 12a-d (zie figuur 2) , waarop reeksen spijlen 13 bevestigd zijn om door de riemen 12 mee te worden bewogen in de omloop-richtingen B, E (zie figuur 1).

30 Zoals in de figuren 1 en 2 is weergegeven is de inrichting 1 voorzien van een extra element, bestaande uit een trilframe 9, dat opgebouwd is uit in dit voorbeeld drie dwarsliggers 14a, 14b en 14c, die op regelmatige tussenafstanden op stijve wijze met elkaar verbonden zijn 35 middels langsliggers 15a, 15b, 15c en 15d, en aan de einden bovendien - direct- of indirect- bevestigd zijn aan zijplaten 11a en 11b. Aan de zijplaten 11a en 11b zijn ·' ; "/ *"{ t. f ? u ·- 6 onbalans motoren 10a en 10b bevestigd. Het gehele trilfra-me 9 is middels kussens 18a en 18b aan weerszijden opgelegd op de framebalken 5, op een trillingsgedempte wijze.

Zoals aangegeven is in figuur 3 is in dit voor-5 beeld in feite sprake van paren liggers 15a, 15b, 15c en 15d, namelijk een bovenligger 15'en een onderligger 15'' . De bovenligger 15' bezit een bovenoppervlak 16, waartegen de riemen 12 strak gespannen zijn. Op dezelfde wijze is de onderligger 15'' voorzien van een onderoppervlak 17, 10 waartegen het ondertraject van de riemen 12 strak gespannen staat. In figuur 3 is tevens te zien dat de spijlen 13 op de riemen 12 bevestigd zijn, op een op zich bekende wijze die hier verder niet wordt toegelicht.

Tijdens bedrijf wordt de rol 6 of 7 aangedreven 15 en zal de zeefband 8 in de richting B, E omlopen. Vanuit de richting A wordt het te behandelen uitgangsprodukt P, in dit voorbeeld schoon te maken bol- en/of knolgewassen, aangevoerd, om te komen liggen op het bovenoppervlak van de zeefband 8.

2 0 Ook de onbalansmotoren 10 zijn in werking ge steld, waardoor het frame 9 in trilling wordt gebracht, welke trilling echter door de trildempende opleggingen 18a en 18b niet of nauwelijks wordt overgedragen aan het frame 2. Door het contact van de riemen 12 met de oppervlakken 25 16 (zie figuur 3) worden de riemen 12 aldaar in trilling gebracht, en daarmee de spijlen 13. Hierdoor zal grond en loof van de producten P neerwaarts kunnen vallen in de richting D, op de grond of in een daar geplaatste, verplaatsbare bak, terwijl transport in de richting B voort-30 gaat en uiteindelijk de geschoonde producten P in de richting C worden afgegeven uit de inrichting 1.

Zoals in het bovenaanzicht van figuur 2 te zien is, is het frame 9 met de langsliggers 15a, 15b, 15c en 15d zodanig geplaatst, dat het beschikbare doorvalopper-35 vlak zo min mogelijk verkleind is, omdat de genoemde langsliggers in projectie samenvallen met de riemen 12a, 12b, 12c en 12d.

7

Indien er voor gezorgd is dat de riemen 12 ook contact hebben met het oppervlak 17, dan zullen de spijlen 13 tijdens de retourbeweging gereinigd worden.

Claims (12)

1. Scheidingsinrichting, zoals voor het scheiden van produkten, zoals zand en grind, of voor het scheiden van een vaste en een natte component, zoals groenten en aanhangend water, of voor het reinigen van bol- en knolge- 5 was en dergelijke, waarmee de te behandelen produkten in trilling gebracht worden om een component, zoals bijvoorbeeld grond en dergelijke af te scheiden, omvattend een frame en een daarop ondersteunde, om rollen omlopende zeefketting en een aandrijving daarvoor, welke zeefketting 10 een aantal omlopende flexibele banden en dwars daarop bevestigde spijlen omvat, en omvattend trilorganen voor het in trilling brengen van het gewas, met het kenmerk, dat tegen de onderzijde van de transportbaan van de zeefketting steunen of geleiders aangebracht zijn die de 15 zeefketting ondersteunen, waarbij de trilorganen op de geleiders aangrijpen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleiders verend ondersteund zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 2. kenmerk, dat de geleiders deel uitmaken van een trilframe met een breedte die in hoofdzaak gelijk is aan de breedte van de zeefketting.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het trilframe als tril- 25 orgaan een onbalansmotor is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de onbalansmotoren zodanig geregeld zijn dat zij gelijk op kunnen trillen.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het 3. kenmerk, dat de onbalansmotoren voorzien zijn van middelen voor het instellen van de trilkracht en/of de amplitude. -r? r+i JS . .... .J ? v ; *' ; ^

7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de onbalansmotoren in oriëntatie verstelbaar zijn aangebracht.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-5 sies, met het kenmerk, dat de geleiders in langsrichting van de zeefketting en in hoofdzaak recht onder de flexibele banden van de zeefketting zijn aangebracht.

9. Inrichting volgens een der conclusies 3-8, met het kenmerk, dat het trilframe tevens aangrijpt op de 10 teruglopende baan van de zeefketting.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportbaan van de zeefketting in hoofdzaak horizontaal is.

11. Scheidingsinrichting, zoals voor het schei-15 den van produkten, zoals zand en grind, of voor het scheiden van een vaste en een natte component, zoals groenten en aanhangend water, of voor het reinigen van bol- en knolgewas en dergelijke, waarmee de te behandelen produkten in trilling gebracht worden om een component, zoals 20 bijvoorbeeld grond en dergelijke af te scheiden, omvattend een frame met een omlopende zeefketting en een aandrijving daarvoor, welke zeefketting een aantal omlopende flexibele banden en dwars daarop bevestigde spijlen omvat, en omvattend trilorganen voor het in trilling brengen van het 25 gewas, met het kenmerk, dat de trilorganen op of aan het frame geplaatst zijn voor directe of indirecte aangrijping van de banden in onafhankelijkheid van de aandrijving van de zeefketting.

12. Scheidingsinrichting omvattend een of meer 30 van de kenmerkende maatregelen zoals omschreven in de beschrijving en/of getoond in de tekening. -o-o-o-o-o-o-o-o-