NL1011461C1 - Waarschuwingsinrichting alsmede slagboom voorzien van een dergelijke, om een zwenkas zwenkbare waarschuwingsinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Waarschuwingsinrichting alsmede slagboom voorzien van een dergel i jke, om een zwenkas zwenkbare waarschuwingsinrichting.

5 De uitvinding heeft betrekking op waarschuwingsinrich ting voorzien van ten minste een zich evenwijdig aan een hartlijn uitstrekkend, 1 ichtreflecterend hoofdwanddeel dat bij een zich horizontaal uitstrekkende hartlijn een scherpe hoek insluit met een zich verticaal uitstrekkende as, waarbij een bovenrand van het hoofdwanddeel dichter nabij 10 de verticale as is gelegen dan een onderrand van het hoofdwanddeel.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een slagboom voorzien van een dergelijke, om een zwenkas zwenkbare waarschuwingsinrichting.

Bij spoorwegovergangen en nabij andere plaatsen langs 15 de weg zoals nabij bochten of wegversmallingen, worden waarschuwingsinrich-tingen toegepast welke een weggebruiker dienen te attenderen op een verkeerssituatie waarbij extra aandacht is vereist. Een dergelijke waarschuwingsinrichting kan een schrikhek, waarschuwingsbord of aanwijsbord zijn welke stationair zijn opgesteld. Het is echter ook mogelijk om de 20 waarschuwingsinrichting uit te voeren als slagboom, waarbij de waarschuwingsinrichting om een zwenkas zwenkbaar dient te zijn. In een dergelijk geval zal de waarschuwingsinrichting dienen ter afsluiting van een weggedeelte zoals bijvoorbeeld een spoorwegovergang of toegang tot een parkeerterrein.

25 Bij een uit het Amerikaanse octrooi US-A-4.811.516 bekende slagboominstallatie heeft de waarschuwingsinrichting omvattende slagboom een ellipsvormige dwarsdoorsnede. Van de slagboominstallatie is door een aankomende weggebruiker, bijvoorbeeld een voetganger, een in een auto zittende persoon of op een fiets zittende persoon een voorzijde 30 zichtbaar. Door de elliptische vorm van de slagboom omvat de voorzijde als het ware twee wanddelen die elk een scherpe hoek insluiten met de verticale as, waarbij van een bovenste hoofdwanddeel een bovenste rand het dichtst nabij de verticale as is gelegen, terwijl van het onderste wanddeel de onderste rand het dichtst nabij de verticale as is gelegen. 35 De onderste rand van het bovenste hoofdwanddeel en de bovenste rand van het onderste wanddeel zijn nabij het midden van de voorzijde met elkaar 10'.' ' 1 2 verbonden.

Een nadeel van de bekende waarschuwingsinrichting en slagboom is dat deze op afstand met name overdag relatief slecht zichtbaar zijn.

5 De uitvinding heeft tot doel een waarschuwingsinrichting te verschaffen waarvan de zichtbaarheid aanzienlijk beter is dan van de bekende waarschuwingsinrichting.

Dit doel wordt bij de waarschuwingsinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de afmeting van het hoofdwanddeel ten minste 10 75% bedraagt van de afmeting van de waarschuwingsinrichting, gezien in een evenwijdig aan de verticale as uitstrekkende richting.

Door het relatief grote, als het ware naar boven gekantelde hoofdwanddeel zal overdag relatief veel daglicht door het hoofdwanddeel in de richting van een aankomende weggebruiker worden 15 weerkaatst, waardoor de zichtbaarheid aanzienlijk is verbeterd.

Doordat het hoofdwanddeel naar boven toe is gekanteld, zal tijdens regenbuien het hoofdwanddeel volledig worden schoongespoeld hetgeen vervuil ing en daardoor verminderde zichtbaarheid van het hoofdwanddeel voorkomt.

20 Opgemerkt wordt dat uit US-A-3.994.457 een slagboom bekend is waarvan de boom een trapeziumvormige dwarsdoorsnede heeft die neerwaarts is gericht. Bij een dergel ijke boom wordt nagenoeg geen zonl icht in de richting van een aankomende weggebruiker gereflecteerd.

Een uitvoeringsvorm van een waarschuwingsinrichting 25 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de waarschuwingsinrichting verder is voorzien van een zich evenwijdig aan de hartlijn, verticaal uitstrekkend wanddeel dat nabij de bovenrand van het hoofdwanddeel met het hoofdwanddeel is verbonden.

Door het zich verticaal uitstrekkende wanddeel kan de 30 waarschuwingsinrichting eenvoudig op een stationaire ondersteuning zoals bijvoorbeeld in de grond verankerde palen worden bevestigd.

Een verdere uitvoeringsvorm van de waarschuwingsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de waarschuwingsinrichting twee hoofdwanddelen omvat die spiegel symmetrisch ten opzichte van 35 de verticale as zijn gelegen.

Hierdoor is de waarschuwingsinrichting vanaf een 10114e' 3 voorzijde en een achterzijde goed zichtbaar.

Een andere uitvoeringsvorm van de waarschuwingsinrich-ting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de waarschuwings-inrichting nabij de onderrand van het hoofdwanddeel is afgerond.

5 Doordat de waarschuwingsinrichting nabij de onderrand van het hoofdwanddeel is afgerond heeft de waarschuwingsinrichting een relatief goede stroomlijning. Dit is met name van belang indien de waarschuwingsinrichting wordt toegepast als slagboom waarbij in een zich verticaal uitstrekkende stand van de slagboom door de wind relatief grote 10 krachten op de slagboom kunnen worden uitgeoefend. Door het afgeronde, gestroomlijnde gedeelte wordt de wind eenvoudig langs de slagboom geleid.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de waarschuwingsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de scherpe hoek tussen het hoofdwanddeel en de verticale as 15° a 45° bedraagt.

15 Bij een dergelijke grootte van de hoek tussen het hoofdwanddeel en de verticale as heeft de boom een relatief goede zichtbaarheid.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin 20 fig. 1 een vooraanzicht van een spoorwegovergangsinstal latie toont die is voorzien van twee slagbomen volgens de uitvinding, fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van de in fig. 1 weergegeven slagboom volgens de uitvinding, fig. 3 een dwarsdoorsnede toont van een slagboom volgens 25 de uitvinding, fig. 4 een dwarsdoorsnede toont van een afdekstrip van een slagboom volgens de uitvinding, fig. 5 een dwarsdoorsnede toont van een tweede uitvoeringsvorm van een slagboom volgens de uitvinding.

30 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een spoorwegovergangsinstallatie 1 welke is voorzien van een op een ondergrond 2 rustende paal 3 waaraan lampen 4 en een andreaskruis 5 zijn bevestigd. De spoorwegovergangsinstallatie 1 35 is verder voorzien van twee waarschuwingsinrichtingen vormende slagbomen 6, 7 die om een zwenkas 8 zwenkbaar in en tegengesteld aan door pijlen 1 o 1 1 4 6 1 4 PI, P2 aangegeven richtingen met de paal 3 zijn verbonden.

De slagboom 6 dient bijvoorbeeld ter afsluiting van een weg terwijl de slagboom 7 dient ter afsluiting van een fiets- of voetgangerspad.

5 Fig. 2 toont een perspectivisch aanzicht van een deel van de slagboom 6 welke is voorzien van een zich langs een hartlijn 9 uitstrekkende boom 10 en een losneembaar met de boom 10 verbonden afdekstrip 11. De boom 10 is voorzien van twee hoofdwanddelen 12 die elk een scherpe hoek insluiten met een as 13 die zich bij een neergelaten 10 slagboom 6 verticaal uitstrekt. De hoofdwanddelen 12 zijn nabij bovenranden 14 door middel van een zich horizontaal uitstrekkend wanddeel 15 met elkaar verbonden. Nabij de onderranden 16 zijn de wanddelen 12 door middel van twee zich schuin naar beneden uitstrekkende wanddelen 17 met elkaar verbonden. De hoofdwanddelen 12 zijn nabij een 15 uiteinde van de boom 10 voorzien van een aantal rijen van op regelmatige afstand van elkaar gelegen openingen 18. De boom 10 is uit aluminium plaatmateriaal vervaardigd of uit aluminium geëxtrudeerd. De aluminium wanddelen 12 zijn aan van elkaar afgekeerde zijden voorzien van een kunststoffen folie van retro-reflecterend materiaal, welke folie 20 afwisselend rode en witte vlakken 19, 20 omvat. Retro-reflecterend materiaal heeft een relatief hoge lichtreflectie. De kunststoffen afdekstrip 11 is tussen de bovenranden 14 van de wanddelen 12 geklemd. In de door de strook 15 en de afdekstrip 11 begrensde ruimte zijn op de plaatsen 21 lampen (niet weergegeven) voorzien. De kunststoffen 25 afdekstrip 11 is ten minste op de plaatsen 21 licht doorlatend.

Zoals in fig. 1 duidelijk zichtbaar, is de slagboom 6 met het van openingen 18 voorziene uiteinde bevestigd aan een ondersteuning 22 die met een uiteinde zwenkbaar met de zwenkas 8 is verbonden en aan een van de zwenkas 8 afgekeerd uiteinde 23 is voorzien van gaten 24 30 die in eenzelfde patroon zijn aangebracht als de openingen 8 in de slagboom 6. Het van openingen 18 voorziene uiteinde van de slagboom 6 wordt zover over het uiteinde 23 van de ondersteuning 22 geschoven zodat de slagboom 6 zich over een gewenste lengte vanaf de zwenkas 8 uitstrekt. Vervolgens zijn door de openingen 18 en gaten 24 bouten bevestigd.

35 De slagboom 7 welke eenzelfde dwarsdoorsnede heeft als de slagboom 6 kan op eenzelfde wijze aan een om de zwenkas 8 zwenkbare 1011461 5 ondersteuning 25 zijn bevestigd of is, zoals weergegeven in fig. 1, met behulp van een plaat 26 direct aan de ondersteuning 25 bevestigd.

De werking van de in fig. 1 en 2 weergegeven spoorweg-overgangsinstallatie 1 is als volgt. Zolang voertuigen, fietsers, 5 voetgangers en dergelijke vrijelijk de spoorwegovergang mogen overgaan, zijn de slagbomen 6, 7 om de zwenkas 8 in door pijlen PI, P2 aangegeven richtingen gezwenkt zodat de slagbomen 6, 7 zich verticaal uitstrekken.

Zodra de spoorwegovergang niet meer mag worden overgestoken, worden de slagbomen 6, 7 in de aan pijlen PI, P2 tegengestel-10 de richtingen naar de in fig. 1 weergegeven standen gezwenkt. Overdag zal van boven afkomstig zonlicht op de vlakken 19, 20 reflecteren en worden afgebogen in de richting van een aankomende weggebruiker. Doordat het hoofdwanddeel 12 zich nagenoeg over de gehele hoogte (gezien in een richting evenwijdig aan de verticale as 13) uitstrekt wordt relatief veel 15 zonlicht door de vlakken 19, 20 gereflecteerd. De lampen 21, bijvoorbeeld LED’s, worden bij een neergelaten slagboom aangezet zodat de zichtbaarheid van de slagboom 6, 7 nog verder wordt verhoogd, met name tijdens de schemering. Indien een aankomende weggebruiker, bijvoorbeeld een auto zelf licht uitzendt, zal dit licht door de relatief grote vlakken 19, 20 worden 20 teruggestraald.

Fig. 3 en 4 tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een boom 30 en een bijbehorende afdekstrip 31 van een slagboom volgens de uitvinding. De boom 30 onderscheidt zich van de boom 10 doordat de hoofdwanddelen 12 nabij het 25 midden door middel van een strook 32 met elkaar zijn verbonden. De boom 30 heeft een relatief hoog weerstandsmoment tegen de vervormingen ten gevolge van bijvoorbeeld windbelastingen. De boom 30 onderscheidt zich verder van de boom 10 doordat nabij de bovenranden 14 de hoofdwanddelen 12 zijn voorzien van uitsparingen 33 waarin uitsteeksels 34 van de afdekstrip 31 30 kunnen worden geklemd. Door de uitsteeksels 34 en in uitsparingen 33 kunnen vervolgens schroeven worden aangebracht. De hoofdwanddelen 12 sluiten elk een hoek a met de verticale as 13 in, welke hoek a. 15 a 45°, bijvoorbeeld 20° bedraagt. Bij een dergelijke grootte van de hoek a wordt een relatief goede reflectie van het daglicht verkregen.

35 Fig. 5 toont een boom 35 van een derde uitvoeringsvorm van een slagboom volgens de uitvinding. De boom 35 omvat een zich 1 o i n s 1 6 evenwijdig aan de verticale as 13 uitstrekkend wanddeel 36 dat nabij een bovenzijde via een afgerond wanddeel 37 is verbonden met een hoofdwand-deel 12 en aan een onderzijde is verbonden met een wanddeel 17. Nabij het midden is het verticale wanddeel 36 door middel van een strook 38 verbonden 5 met het hoofdwanddeel 12. Een dergelijke boom 35 is geschikt als slagboom welke slechts vanaf de zijde van het wanddeel 12 zichtbaar behoeft te zijn, zoals bijvoorbeeld wordt toegepast bij fietspaden die aan beide zijden van de overweg zijn voorzien van een boom 35.

Het is ook mogelijk om bijvoorbeeld de in fig. 5 10 getoonde boom 35 met het zich verticaal uitstrekkende wanddeel 36 aan stationair opgestelde palen te bevestigen, welke palen bijvoorbeeld naast een spoorwegovergang kunnen worden opgesteld of op andere plaatsen langs wegen waar een weggebruiker voor een naderende situatie moet worden gewaarschuwd, zoals bijvoorbeeld een T-splitsing of een scherpe bocht. 15 Het is ook moge!ijk om bij stationaire toepassingen van de waarschuwingsin-richting volgens de uitvinding alleen een onder een hoek staande hoofdwanddeel 12 op een ondersteuning te bevestigen.

Het is ook mogelijk om de afdekstrip 31 uit aluminium te vervaardigen waarbij in de aluminium afdekstrip 31 nabij de LED’s 20 sleuven zijn aangebracht.

Het is ook mogelijk dat het hoofdwanddeel zich hol, bol of als een aantal evenwijdige stroken om de hartlijn uitstrekt.

-10 114 6 1

Claims (11)

1. Waarschuwingsinrichting voorzien van ten minste een zich evenwijdig aan een hartlijn uitstrekkend, 1ichtreflecterend 5 hoofdwanddeel dat bij een zich horizontaal uitstrekkende hartlijn een scherpe hoek insluit met een zich verticaal uitstrekkende as, waarbij een bovenrand van het hoofdwanddeel dichter nabij de verticale as is gelegen dan een onderrand van het hoofdwanddeel, met het kenmerk, dat de afmeting van het hoofdwanddeel ten minste 75% bedraagt van de afmeting van de 10 waarschuwingsinrichting, gezien in een evenwijdig aan de verticale as uitstrekkende richting.

2. Waarschuwingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waarschuwingsinrichting verder is voorzien van een zich evenwijdig aan de hartlijn, verticaal uitstrekkend wanddeel dat nabij de 15 bovenrand van het hoofdwanddeel met het hoofdwanddeel is verbonden.

3. Waarschuwingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waarschuwingsinrichting twee hoofdwanddelen omvat die spiegel symmetrisch ten opzichte van de verticale as zijn gelegen.

4. Waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat het hoofdwanddeel is voorzien van een retro-reflecterende laag.

5. Waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de waarschuwingsinrichting nabij de onderrand van het hoofdwanddeel is afgerond.

6. Waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scherpe hoek tussen het hoofdwanddeel en de verticale as 15° a 45° bedraagt.

7. Waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de waarschuwingsinrichting buisvormig 30 is.

8. Waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de waarschuwingsinrichting uit aluminium is vervaardigd.

9. Waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat de waarschuwingsinrichting is voorzien van een langgestrekte afdekstrip die losneembaar met de bovenrand van het ,10 114 81 ψ wanddeel is verbonden.

10. Waarschuwingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de 1anggestrekte afdekstrip ten minste een lamp is voorzien.

11. Slagboom voorzien van een om een zwenkas zwenkbare waarschuwingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de slagboom ten minste is voorzien van het zich evenwijdig aan de hartlijn uitstrekkende hoofdwanddeel dat bij een zich horizontaal uitstrekkende hartlijn een scherpe hoek insluit met de zich verticaal uitstrekkende as, 10 waarbij de bovenrand van het hoofdwanddeel dichter nabij de verticale as is gelegen dan de onderrand van het hoofdwanddeel, terwijl de afmeting van het hoofdwanddeel ten minste 75% bedraagt van de afmeting van de slagboom gezien in een evenwijdig aan de verticale as uitstrekkende richting. 1 o * i /. ς 1