NL1011337C1 - Inrichting voor het reinigen van houders, zoals in het bijzonder flessen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het reinigen van houders, zoals in het bijzonder flessen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van houders, zoals in het bijzonder flessen, 5 waarbij de flessen door middel van een toevoer-transporteur aan de inrichting worden toegevoerd en daarvan afgevoerd door middel van een afvoer-transporteur.

Bij de bekende inrichtingen wordt gebruik gemaakt van sproeiers voor het sproeien van water op de binnenwand van 10 een fles, of worden de flessen in een bad gedompeld. De wand van een fles wordt dus niet aan een mechanische behandeling onderworpen. In de praktijk blijkt dan ook dat de genoemde bewerkingen niet altijd voldoende zijn om bijvoorbeeld vastgekoekte restanten van het produkt, dat zich in de fles be-15 vond, volledig te verwijderen.

De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet er daartoe in, dat de inrichting in aansluiting op de toevoer-transporteur een reinigings-transporteur omvat waarop een aantal flessen tot stilstand kan worden gebracht 20 en boven welke reinigings-transporteur zich een aantal, in verticale richting verplaatsbare en roterend aandrijfbare, borstels bevinden die in en uit de flessen kunnen worden gebracht.

Gebleken is dat met behulp van een dergelijke inrich-25 ting alle op de binnenwand van een fles vastgekoekte restanten zonder problemen kunnen worden verwijderd.

Om een goed reinigend effekt te verkrijgen kunnen middelen aanwezig zijn om een zekere hoeveelheid water en/of reinigings-vloeistof in de flessen te brengen.

30 Deze middelen kunnen in het bijzonder worden gevormd door op toevoerleidingen aangesloten nozzles, die zich nagenoeg bevinden boven de op een bepaalde plaats stilstaande flessen. ;

Voordat de flessen op de reinigings-transporteur te-35 recht komen kunnen de flessen bijvoorbeeld voor een deel worden gevuld met water. In het bijzonder zullen nozzles boven de reinigings-transporteur worden aangebracht zodat reinigings-vloeistof aan de flessen en aan de daarbij behorende 1011337 2 borstels kan worden toegevoerd.

Uiteraard zullen de genoemde nozzles, wanneer daaraan reinigings-vloeistof wordt toegevoerd, zich dicht boven de openingen van de flessen bevinden en in werking worden ge-5 steld tijdens het naar beneden toe bewegen van de borstels.

Door het sproeien van de reinigings-vloeistof op de borstels kan er tevens voor worden gezorgd dat de borstels zelf worden gereinigd bij het uit de flessen trekken ervan.

Verder bestaat de mogelijkheid dat middelen aanwezig 10 zijn om een zekere hoeveelheid water en/of reinigings-vloeistof in de flessen te brengen voordat de borstels er in worden gebracht. Eventueel kan dan worden afgezien van het aanbrengen van de sproeiers.

In het bijzonder zullen tijdens het in de flessen bren-15 gen van de borstels deze met een laag toerental worden aangedreven, welk toerental wordt verhoogd wanneer de borstels zich nagenoeg in de flessen bevinden.

Als een laag toerental kan daarbij worden gedacht aan een orde van grootte van 100 omw./min en bij het hogere toe-20 rental aan een orde van grootte van 1500 omw./min.

In het bijzonder zal elke borstel aan zijn ondereinde zijn voorzien van een, er flexibel mee verbonden, centreer-kop voor het in de fles geleiden van de borstel. De cen-treerkop zal tevens een fles in de juiste stand kunnen 25 drukken wanneer de fles, bijvoorbeeld door maat-toleranties, niet zuiver op zijn plaats op de reinigings-transporteur staat.

Om een borstel snel te kunnen vervangen, bijvoorbeeld wanneer hij versleten is dan wel wanneer een ander type fles 30 moet worden schoongemaakt, kan er in worden voorzien, dat elke borstel door middel van een snel-koppelsysteem is verbonden met een stang die draaibaar wordt ondersteund en op zijn beurt met een aandrijforgaan is verbonden.

De stangen die zijn verbonden met de borstels, dienende 35 voor het reinigen van een aantal flessen, zullen zijn opgenomen in een raamwerk dat wordt ondersteund door een frame zodat het in vertikale richting op en neer beweegbaar is, waartoe tussen het frame en het raamwerk aandrijfmiddelen aanwezig zijn en waarbij het raamwerk is voorzien van ten- i 1011337 3 minste één motor voor het aandrijven van de op het raamwerk aanwezige, van de borstels voorziene, stangen.

Door toepassing van de reinigings-transporteur kan een aantal flessen aan de inrichting worden toegevoerd door de 5 genoemde transporteur sneller te laten bewegen dan de toe-voer-transporteur.

Bij voorkeur zal elke reinigings-transporteur intermitterend worden aangedreven en zal een aanslag aanwezig zijn voor het op een bepaalde plaats tot stilstand brengen van de 10 eerste van een zich op de reinigings-transporteur bevindende rij flessen, welke aanslag in en uit de baan van de flessen kan worden gebracht voor en na het reinigen van de flessen.

De reinigings-transporteur kan dus tijdens het reinigen van de flessen stil worden gezet zodat er geen gevaar van 15 kantelen van flessen aanwezig is.

Om te voorkomen dat flessen op de reinigings-transporteur worden geschoven voordat de er op staande flessen zijn gereinigd, kan er in worden voorzien, dat bij het begin van de reinigings-transporteur een flessenstop aanwezig is, die 20 in en uit de baan van de aangevoerde flessen kan worden gebracht. Deze flessenstop kan op dezelfde wijze zijn uitgevoerd als de aanslag aan het einde van de reinigings-transporteur .

Voor de juiste positionering van een rij flessen kan 25 zijn voorzien in een zich zijdelings naast de reinigings-transporteur uitstrekkende klembalk waarmee de rij op de reinigings-transporteur staande flessen tegen de, aan de andere zijde van de reinigings-transporteur aanwezige, geleider kan worden aangedrukt.

30 Door de toepassing van de aanslag en de klembalk zullen de flessen zich op de juiste plaats onder de borstels bevinden zodat deze, bij het omlaag bewegen ervan, niet met de buitenwand van de flessen in aanraking zullen komen.

Om de toevoer-transporteur optimaal te kunnen gebruiken 35 kan er in worden voorzien, dat de inrichting twee reini-gings-transporteurs en twee stellen van borstels en nozzles omvat, waarbij aan elke reinigings-transporteur afwisselend een aantal flessen wordt toegevoerd.

De toevoer-transporteur kan dus een ononderbroken 1011337 4 stroom flessen continu aanvoeren en de aankomende stroom flessen kan dan bijvoorbeeld door middel van een wisselunit worden verdeeld over twee continu bewegende deel-transpor-teurs, die elk aansluiten op een reinigings-transporteur. Na 5 het reinigen van de flessen kunnen deze weer via twee deel-transporteurs en een samenvoegunit op een enkele afvoer-transporteur worden overgebracht.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld getoond in de tekening, waarin: 10 Fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een in richting volgens de uitvinding;

Fig. 2 schematisch een bovenaanzicht toont van de inrichting van fig. l, waarbij terwille van de duidelijkheid bepaalde delen zijn weggelaten; en 15 Fibg. 3 schematisch een zijaanzicht toont van een rei nigings-transporteur met een daarop staande fles, een borstel en enkele daarbij behorende onderdelen.

De figuren 1 en 2 tonen een toevoer-transporteur 1 voor de toevoer van een ononderbroken stroom flessen 2. Door 20 middel van een wisselunit 3 wordt de stroom flessen verdeeld over twee deel-transporteurs 4, die elk aansluiten op een reinigings-transporteur 5.

Bij het einde van een reinigings-transporteur 5 bevindt zich een aanslag 6 die in en uit de baan van de flessen kan 25 worden gebracht en bestuurd wordt door niet nader weergegeven middelen. Nadat een fles tegen de aanslag 6 is aangedrukt kan de transporteur 5 worden stil gezet. Door middel van een zijdelings naast de transporteur 5 aangebrachte klembalk 7 kan de rij flessen tegen de geleider 8, die zich 30 aan de andere zijde van de transporteur 5 bevindt, worden aangedrukt. Uiteraard zijn ook naast de andere transporteurs geleiders aanwezig zodat de flessen niet zijdelings van de transporteurs af kunnen vallen.

De klembalk 7 zal zijn voorzien van een bekleding uit 35 rubber of een dergelijk veerkrachtig materiaal. De besturing van de klembalk 7 kan plaats vinden door middel van tenminste één drukmedium bediende cilinder 9, die zich naar buiten toe uitstrekt. Wanneer er een enkele cilinder wordt toegepast zal deze zich in het midden van de klembalk bevinden.

i 1011337 5

Om te voorkomen dat flessen door de transporteur 4 op de transporteur 5 worden geschoven voordat de daarop staande flessen zijn gereinigd, kan zijn voorzien in een flessenstop 9 aan het begin van de transporteur 5. Deze flessenstop kan 5 op de zelfde wijze werken als de aanslag 6.

Na het reinigen van een rij flessen wordt de transporteur 5 weer in beweging gebracht en de aanslag 6 uit de baan van de flessen verwijderd. De flessen komen dan terecht op de deel-transporteur 10 en via de samenvoegunit 11 op een 10 enkele afvoer-transporteur 12.

Zoals blijkt uit de fig. 1 en 3 wordt de reinigings-transporteur 5 ondersteund door een frame 13 dat zich tot boven de transporteur 5 uitstrekt voor het ondersteunen van twee, naast elkaar opgestelde, raamwerken 14 die elk in 15 vertikale richting langs het frame 13 op en neer beweegbaar zijn, zoals aangegeven met de pijl P in fig. 3. Daartoe kan bij elk raamwerk 14 met het frame 13 een motor 15 zijn verbonden die door middel van een kruk-drijfstang mechanisme 16 zorgt voor de verticale verplaatsing van het betreffende 20 raamwerk 14. Ook bestaat de mogelijkheid de motor 15 te voorzien van een kettingwiel waarover een ketting loopt die zich uitstrekt over een er onder aangebracht kettingwiel. De ketting kan dan worden gekoppeld met een raamwerk 14 voor de verticale verplaatsing daarvan.

25 Elk raamwerk 14 dient voor het draaibaar ondersteunen van een aantal in een rij aangebrachte stangen 17 waarbij elke stang 17 door middel van een snel-koppelsysteem 18 is verbonden met een borstel 19. Aan zijn ondereinde is een borstel 19 voorzien van een centreerkop 20. Deze centreerkop 30 kan uit enigszins flexibel materiaal bestaan en kan ook flexibel met de borstel 19 zijn verbonden. Met behulp van de centreerkoppen 20 van de diverse borstels 19 worden de borstels in de flessen 2 geleid en kunnen eventueel de flessen 2 zonodig in de juiste stand worden gedrukt voordat 35 deze met behulp van de klembalk 7 worden vast geklemd.

De rotatie van de borstels 19 via de stangen 17 kan bijvoorbeeld plaats vinden door middel van een motor 21 die via een tandwielkast een tandwiel aandrijft dat in aangrij-ping is met een tandwiel aangebracht op één der stangen 17.

1011337 6

Dit tandwiel kan op zijn beurt in aangrijping zijn met een tandwiel op de volgende stang 17 enzovoorts. Uiteraard kan ook elke stang of kan een groep van stangen zijn voorzien van een eigen motor.

5 Boven elke reinigings-transporteur 5 kan een aantal nozzles 22 zijn opgesteld en wel zodanig dat er direct boven elke, op de transporteur 5 staande, fles 2 een nozzle 22 aanwezig is.

Bij het naar beneden toe bewegen van een raamwerk 14 10 zal aan elk der bijbehorende nozzles 22 reinigings-vloeistof worden toegevoerd, zoals door middel van het openen van een, niet nader getoonde, afsluiter. De reinigings-vloeistof komt daardoor terecht op de borstels 19 die in de flessen 2 worden geschoven. De borstelharen van de borstels zullen in het 15 bijzonder spiraalsgewijs zijn aangebracht voor het verkrijgen van een pompend effekt.

In fig. 1 is nog de mogelijkheid aangegeven dat boven de reinigings-transporteur 5, en wel boven het deel dat zich voor de reinigings-inrichting bevindt, nozzles 23 zijn aan-20 gebracht voor het brengen van een zekere hoeveelheid water en/of reinigings-vloeistof in de flessen voordat deze onder de borstels worden gebracht.

Uiteraard kunnen verder middelen aanwezig zijn om het eventueel in de flessen achtergebleven water daaruit te ver-25 wijderen. Daartoe kunnen op zich bekende middelen worden gebruikt zodat deze niet verder zullen worden beschreven.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat 30 vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen, zoals deze in de conclusies is aangegeven.

i 1011337

Claims (14)

1. Inrichting voor het reinigen van houders, zoals in het bijzonder flessen (2), waarbij de flessen door middel van een toevoer-transporteur (1) aan de inrichting worden toege- 5 voerd en daarvan afgevoerd door middel van een afvoer-trans-porteur (12), met hét kenmerk, dat de inrichting in aansluiting op de toevoer-transporteur (l) een reinigings-transpor-teur (5) omvat waarop een aantal flessen (2) tot stilstand kan worden gebracht en boven welke reinigings-transporteur 10 zich een aantal, in verticale richting verplaatsbare en roterend aandrijfbare, borstels (19) bevinden die in en uit de flessen (2) kunnen worden gebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat middelen (22,23) aanwezig zijn om een zekere hoeveelheid 15 water en/of reinigings-vloeistof in de flessen (2) te brengen voordat de borstels (19) er in worden gebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het brengen van water en/of reinigings-vloeistof in de fles worden gevormd door op toevoerleidingen 20 aangesloten nozzles (22,23), die zich nagenoeg bevinden boven de op een bepaalde plaats stilstaande flessen (2).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat nozzles (22) zijn aangebracht boven de reinigings-transporteur (5) zodat reinigings-vloeistof aan de flessen (2) en 25 aan de daarbij behorende borstels (19) kan worden toegevoerd.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tijdens het in de flessen (2) brengen van de borstels (19) deze met een laag toerental worden aange- 30 dreven, welk toerental wordt verhoogd wanneer de borstels (19) zich nagenoeg in de flessen bevinden.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het lage toerental van de borstels (19) in de orde van grootte van 100 omw/min is en het hogere toerental in de 35 orde van grootte van 1500 omw/min is.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke borstel (19) aan zijn ondereinde is voorzien van een, er flexibel mee verbonden, centreerkop (20) voor het in de fles (2) geleiden van de borstel. 1011337

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke borstel (19) door middel van een snel-koppelsysteem (18) is verbonden met een stang (17) die draaibaar wordt ondersteund en op zijn beurt met een aan- 5 drijforgaan (21) is verbonden.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stangen (17) die zijn verbonden met de borstels (19), dienende voor het reinigen van een aantal flessen (2), zijn opgenomen in een raamwerk (14) dat wordt ondersteund door 10 een frame (13) zodat het in vertikale richting op en neer beweegbaar is waartoe tussen het frame (13) en het raamwerk (14) aandrijfmiddelen (15,16) aanwezig zijn en waarbij het raamwerk (14) is voorzien van een tenminste één motor (21) voor het aandrijven van de op het raamwerk (14) aanwezige, 15 van de borstels (19) voorziene stangen (17).

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigings-transporteur (5) intermitterend wordt aangedreven en dat een aanslag (6) aanwezig is voor het op een bepaalde plaats tot stilstand brengen van de 20 eerste van een zich op de reinigings-transporteur (5) bevindende rij flessen, welke aanslag (6) in en uit de baan van de flessen kan worden gebracht voor en na het reinigen van de flessen.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat bij het begin van de reinigings-transporteur (5) een flessenstop (9) aanwezig is, die in en uit de baan van de aangevoerde flessen kan worden gebracht.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een zich zijdelings naast de reinigings- 30 transporteur (5) uitstrekkende klembalk (7) aanwezig is waarmee de rij op de reinigings-transporteur (5) staande flessen tegen de, aan de andere zijde van de reinigings-transporteur aanwezige, geleider (8) kan worden aangedrukt.

13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 35 het kenmerk, dat twee reinigings-transporteurs (5) en twee stellen van borstels (19) en nozzles (22,23) aanwezig zijn, waarbij aan elke reinigings-transporteur (5) afwisselend een aantal flessen wordt toegevoerd. 1011337

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat op de toevoer-transporteur (1) twee continu bewegende deel-transporteurs (4) aansluiten, die elk weer aansluiten op een reinigings-transporteur (5), terwijl op de twee reinigings-5 transporteurs twee deel-transporteurs (10) aansluiten die weer aansluiten op een enkele afvoer-transporteur (12). 1011337