NL1011178C2 - Optische-schijfafspeler. - Google Patents

Description

(

Optische-schijfafspeler.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op optische-schijfafspelers die worden gebruikt 5 voor het reproduceren van gegevens die zijn opgenomen op -schijfafspeler die in staat is tot het op effectieve wijze beschermen van een objectieflens voor optisch aftasten tegen vreemde substanties zoals stof, 10 Beschrijving van de stand der techniek

Zoals welbekend is aan de deskundigen bezitten optische schijven, zoals laser discs (LD) of compact discs (CD), een hoge-dichtheidsgegevensopnamecapaciteit, en worden deze gedurende een in vergelijking met conventionele magnetische 15 tapes of LP's langdurige tijdspanne nagenoeg volledig en op effectieve wijze gebruikt.

Teneinde dergelijke optische schijven af te spelen en daardoor de opgenomen gegevens te reproduceren, worden verschillende soorten optische-schijfafspelers, zoals laser 20 disc-afspelers of compact disc-afspelers, gebruikt. Van de bekende optische-schijfafspelers worden de compact disc-afspelers (CD-spelers) effectiever, met voorkeur en algemeen gebruikt, aangezien de CD-spelers geringere afmetingen bezitten, zodat zij handiger zijn voor de gebruikers tijdens het 25 dragen van de schijfafspelers.

Het signaal-format voor dergelijke optische schijven is kenmerkend gekozen als een conventioneel CLV- (constante j lineaire snelheid-) -type format dat een constante lineaire snelheid vertoont bij de binnen- en buitengelegen cirkel-i 30 vormige sporen van de schijf "D" zoals die is getoond in fig.

1. Zoals in de tekening is getoond, is de binnengelegen sectie van een kenmerkende optische schijf "D" verdeeld in een halteplaats "a" die vrij is van opgenomen gegevens, en een ; 10 1 1 1 78 1 · 2 gegevensplaats "b" met informatie en gegevens omtrent de schijf.

Een bekende optische-schijfafspeler die wordt gebruikt voor het afspelen van de schijven "b" met een 5 dergelijk signaal-format is getoond in fig. 2.

De schijfafspeler omvat in het algemeen drie delen: een aftastbasis 1, een draaitafel 2 en een aftasteenheid 3.

In de bovenstaande schijfafspeler dient de aftastbasis l voor het ondersteunen van een aantal delen van de 10 schijfafspeler, zodanig dat deze een vlakke configuratie bezit. Zowel een geleidingsrail la als een geleidingsas 4 zijn zodanig op de basis 1 geplaatst dat de rail la op afstand ligt van en evenwijdig verloopt aan de as 4. De bovengenoemde geleidingsas 4 wordt vastgehouden door een 15 ondersteuning lb.

De draaitafel 2 of een schijfaandrijfmiddel is op het bovenoppervlak van de aftastbasis 1 geplaatst en dient voor het hierop plaatsen van een optische schijf. In een dergelijk geval wordt de schijf door een schijflade (niet 20 getoond) naar de draaitafel 2 bewogen. De bovengenoemde draaitafel 2 is ontworpen om door een onder de aftastbasis 1 aangebrachte spindelmotor 5 op een hoge snelheid te worden geroteerd.

De aftasteenheid 3 dient voor het uitlezen van de 25 gegevens die zijn opgenomen op de schijf die op de draaitafel 2 rust. Een objectieflens 3a is op de bovenwand van de aftasteenheid 3 geplaatst en wordt gebruikt voor het focus-seren van een laserbundel op een gewenst gedeelte van de optische schijf.

30 De aftasteenheid 3 is aan een zijwand hiervan ver schuifbaar gekoppeld op de geleidingsrail la en passeert aan de andere zijwand verschuifbaar over de geleidingsas 4. De bovengenoemde aftasteenheid 3 is ontworpen om met betrekking tot de schijf in een radiale richting te kunnen verschuiven 35 terwijl op de schijf opgenomen gegevens worden gereprodugen door de rotatiekracht van een voedingsmotor 6, die is aangebracht onder de aftastbasis 1. De rotatiekracht van de voedingsmotor 6 wordt door middel van een overbrengingstand-wielsamenstel "G" doorgegeven aan de aftasteenheid 3.

1011178 3

De bovengenoemde schijfafspeler is echter hierin problematisch dat de afspeler tekort kan schieten in het stabiel of nauwkeurig uitlezen van de op een schijf opgenomen gegevens. Dat wil zeggen dat de bovengenoemde optische-5 schijfafspeler onwenselijk een fout kan veroorzaken terwijl de opgenomen gegevens van optische schijven worden uitgelezen .

Gedurende het bedrijf van de bovengenoemde schijf-afspeler wordt een optische schijf door een schijflade (niet 10 getoond) vanaf de buitenzijde naar de binnenzijde van de afspeler bewogen voorafgaand aan het plaatsen hiervan op de draaitafel 2. Vreemde substanties, zoals stof, kunnen echter op eenvoudige wij ze worden ingebracht in het inwendige van de schijfafspeler gedurende een dergelijke schijftoevoeractie 15 van de lade. Dergelijke vreemde substanties kunnen blijven plakken op de objectieflens 3a van de aftasteenheid 3, en het hierboven genoemde probleem van een gegevensuitleesfout veroorzaken.

Dat wil zeggen dat wanneer vreemde substanties, 20 zoals stof, blijven plakken op de objectieflens 3a van de aftasteenheid 3, de lens 3a tekort zal schieten in het op de juiste wijze focusseren van een laserbundel, die wordt geëmitteerd vanuit een laserdiode (niet getoond) van de aftasteenheid 3, op een gewenst punt van de schijf, en de 25 laserbundel op onregelmatige wijze zal reflecteren terwijl de optische efficiency van de aftasteenheid 3 wordt gereduceerd als gevolg van de vreemde substanties. Dit verhindert het door de aftasteenheid 3 stabiel of effectief reproduceren van de op de schijf opgenomen gegevens.

30 Teneinde de gegevensuitleesfout van de aftasteenheid 3 als gevolg van vreemde substanties te voorkomen, is het noodzakelijk om het oppervlak van de objectieflens 3a herhaaldelijk te reinigen. Aangezien de aftasteenheid 3 echter in de behuizing van de optische-schijfafspeler is geplaatst, 35 is het voor gebruikers uitermate moeilijk om het oppervlak van de objectieflens 3a te reinigen. Een aantal optische-schij f af spelers zijn voorts ontworpen om toegang van de gebruikers tot de objectieflens 3a volledig te voorkomen.

10 1 1 17 8 1 ' 4

In een poging om het hierboven genoemde probleem op te heffen, is een optische-schijfafspeler die is ontworpen om te voorkomen dat vreemde substanties, zoals stof, onwenselijk blijven plakken op de objectieflens van de aftasteenheid, 5 voorgesteld zoals beschreven in de Japanse terinzagelegging nr. Heisei 6-274915.

De constructie van de bovengenoemde Japanse opti-sche-schijfafspeler is getoond in de fign. 3 en 4 van de bijgaande tekening. Zoals is getoond in de fign. 3 en 4 omvat de 10 Japanse optische-schijfafspeler 10 een aftastbasis 10a, een aftasteenheid 13 en een aftastaandrijfmiddel. In de bovengenoemde schijfafspeler 10 wordt de aftasteenheid 13 op een dusdanige wijze verschuifbaar vastgehouden op de basis 10a dat de eenheid 13 selectief verschuifbaar is in een radiale 15 richting met betrekking tot een optische schijf terwijl een optische bundel op een gewenst punt op de schijf wordt gefocusseerd en de op de genoemde schijf opgenomen gegevens worden gereproduceerd. Het aftastaandrijfmiddel, dat een voedingsmotor 14 en een overbrengingstandwielsamenstel 15 20 omvat, beweegt de aftasteenheid 13 in een radiale richting met betrekking tot de optische schijf.

In de bovengenoemde optische-schijfafspeler 10 is voorzien in een beschermingsdeel 16 op de aftasteenheid 13 voor het selectief bedekken van de objectieflens 13a gedu-25 rende een stopmodus van de schijfafspeler. Het bovengenoemde beschermingsdeel 16 bezit een verlengingsdeel 16a en is gebruikelijk volgens de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok voorgespannen door een veer 17.

Tijdens bedrijf van de bovengenoemde optische-30 schijfafspeler 10 komt het verlengingsdeel 16a van het beschermingsdeel 16, op een moment dat de schijfafspeler 10 wordt gestopt en de aftasteenheid 13 door middel van de aftastaandrijfmiddelen 14 en 15 terugkeert naar zijn wacht-positie, in contact met een vaste stopper 18 van de basis 35 10a, waardoor het beschermingsdeel 16 in de tekening in de richting van de wijzers van een klok wordt geroteerd terwijl de voorspanningskracht van de veer 17 wordt overwonnen. Het beschermingsdeel 16 bedekt derhalve de objectieflens 13a van de aftasteenheid 13.

101 1 178 I ' 5

Het is aldus mogelijk dat het beschermingsdeel 16 voorkomt dat vreemde substanties, zoals stof, blijven plakken op de objectieflens 13a.

In de fign. 3 en 4 duidt het verwijzingscijfer 6 een 5 contactschakelaar aan die op selectieve wijze in contact wordt gebracht met de aftasteenheid 13 teneinde de motor 14 van het aftastaandrijfmiddel selectief aan of uit te schakelen.

De bovengenoemde optische-schijfafspeler 10 voorkomt 10 op enigszins effectieve wijze dat vreemde substanties, zoals stof, blijven plakken op de objectieflens 13a van de aftasteenheid 13 als gevolg van het beschermingsdeel 16. De optische-schij faf speler 10 bezit echter hierin een serieus probleem dat een bedrijfsfout wordt gegenereerd op het moment 15 dat de gegevensreproductiemodus van de afspeler 10 wordt gestart, en de aftasteenheid 13 helaas faalt in het reproduceren van de op de schijf opgenomen gegevens.

Het hierboven genoemde probleem zal in detail onder verwijzing naar de fign. 1 en 5 worden beschreven.

20 Zoals is getoond in fig. 5, wanneer de afstand tus sen het centrum van de draaitafel en de wachtpositie van de aftasteenheid 13 of de buitenrand van de halteplaats "a" van de schijf als "L" wordt gekozen en de afstand tussen het centrum van de draaitafel en de buitenrand van de gegevensplaats 25 van de schijf "b" als "oo" wordt gekozen, dan bedraagt het verschil tussen de twee afstanden "L" en "oo" ongeveer 2 mm.

Het beschermingsdeel 16 dient derhalve de objectief lens 13a binnen een bedrijfsbereik van ongeveer 2 mm te bedekken, en aldus is het noodzakelijk om het beschermings-30 deel 16 voorafgaande aan het bedekken van de objectieflens 13a te roteren terwijl het verlengingsdeel 16a van het genoemde beschermingsdeel 16 in lineair contact mag komen met de stopper 18, waarbij een tussenruimte tussen het verlengingsdeel 16a en de stopper 18 is beperkt tot een bereik van 35 0,5-1 mm. Het is echter nagenoeg onmogelijk dat het bescher mingsdeel 16, dat is ontworpen om in lineair contact te komen met de lens 13a zoals hierboven is beschreven, op effectieve wijze de objectieflens 13a met een uitwendige diameter van ongeveer 6-7 mm bedekt.

it o 1 1 1 7 8 * * 6

Teneinde de objectieflens 13a op effectieve wijze te openen door het lineaire contact van het verlengingsdeel 16a van het genoemde lensbeschermingsdeel 16 met de stopper 18, is het noodzakelijk dat het beschermingsdeel 16 buiten de 5 objectieflens 13a wordt gepositioneerd.

Het beschermingsdeel 16 opent, met andere woorden, de objectieflens 13a slechts volledig nadat de lens 13a reeds binnen de gegevensplaats "b" van de schijf "D" is gepositioneerd.

10 Aangezien de gegevensreproductiemodus wordt gestart op een moment dat de objectieflens 13a is gepositioneerd binnen de gegevensplaats "b" van de schijf "D" zoals hierboven is beschreven, genereert de aftasteenheid 13 een gegevensreproductiefout. Dit veroorzaakt dat de aftasteenheid 15 13 helaas faalt in het op juiste wijze en nauwkeurig reprodu ceren van de op de schijf opgenomen gegevens.

Het bovengenoemde beschermingsdeel 16 voorkomt aldus volledig dat de optische-schijfafspeler een juiste gegevensreproductiemodus uitvoert, en aldus kan een dergelijk 20 beschermingsdeel 16 in de praktijk niet worden gebruikt in optische-schij fafspelers.

Een ander probleem dat wordt ondervonden bij de bovengenoemde Japanse schijfafspeler is dat het lineaire contact tussen het verlengingsdeel 16a van het bescher-25 mingsdeel 16 en de stopper 18 resulteert in een botsende wisselwerking tussen het verlengingsdeel 16a en de stopper 18. Als gevolg van de botsende wisselwerking wordt de voedingsmotor 14 van het aftastaandrijfmiddel overbelast, en aldus kan de motor 14 tekortschieten in het uitvoeren van een 30 gewenst bedrijf.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Dienovereenkomstig is de onderhavige uitvinding gedaan met de hierboven genoemde problemen die in de stand 35 der techniek optreden in gedachten, en een doelstelling van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een optische-schij faf speler die op effectieve wijze de objectieflens van de aftasteenheid beschermt tegen vreemde substanties, zoals stof, terwijl een bedrijfsfout gedurende een gegevens- 10 1 1 1 78 7 reproductiemodus wordt voorkomen, waardoor de op een schijf opgenomen gegevens stabiel en betrouwbaar worden gereproduceerd .

Teneinde de hierboven genoemde doelstelling te 5 bereiken, voorziet de primaire uitvoeringsvorm van deze uitvinding in een optische-schijfafspeler die wordt gebruikt voor het reproduceren van op een optische schijf opgenomen gegevens, welke schijf is voorzien van een halteplaats die vrij is van opgenomen gegevens, en een gegevensplaats met 10 informatie en gegevens omtrent de schijf, omvattende: schijf-aandrijfmiddelen voor het hierop plaatsen en roteren van de optische schijf; aftastmiddelen die zijn voorzien van lensmiddelen voor het reproduceren van de op de schijf opgenomen gegevens; aftastaandrijfmiddelen voor het bewegen van de 15 aftastmiddelen in een met betrekking tot de schijf radiale richting, hetgeen de aftastmiddelen toestaat om de op de schijf opgenomen gegevens te reproduceren; en lensbeschermingsmiddelen die worden bedreven in samenhang met de aftastaandrij fmiddelen, welke lensbeschermingsmiddelen gedurende 20 een stopmodus de lensmiddelen initieel bedekken op een moment dat de lensmiddelen radiaal en binnenwaarts over een overgang tussen de halteplaats en de gegevensplaats van de schijf passeren, en de lensmiddelen volledig bedekken voorafgaande aan stoppen op een moment dat de lensmiddelen radiaal en binnen-25 waarts over een vooraf bepaalde afstand zijn bewogen binnen de halteplaats van de schijf, welke lensbeschermingsmiddelen gedurende een gegevensreproductiemodus de lensmiddelen initieel openen op een moment dat de lensmiddelen vanuit hun wachtpositie op de halteplaats bewegen in de richting van de 30 gegevensplaats, en de lensmiddelen volledig openen op een moment dat de lensmiddelen de overgang tussen de plaatsen van de schijf bereiken, waardoor de lensmiddelen op de gegevens-' plaats bewegen terwijl zij volledig zijn geopend.

Een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding voor- 35 ziet in een optische-schijfafspeler die wordt gebruikt voor het reproduceren van op een optische schijf opgenomen gegevens, welke schijf is voorzien van een halteplaats die vrij is van opgenomen gegevens, en een gegevensplaats met informatie en gegevens omtrent de schijf, omvattende: schijfaan- [101 1 178 8 drijfmiddelen voor het hierop plaatsen en roteren van de optische schijf; aftastmiddelen die zijn voorzien van lens gegevens; aftastaandrijfmiddelen voor het bewegen van de aftastmiddelen in een met betrekking tot de schijf radiale 5 richting, hetgeen de aftastmiddelen toestaat om de op de schijf opgenomen gegevens te reproduceren; lensbeschermingsmiddelen die op selectieve wijze de lensmiddelen bedekken gedurende een stopmodus of de lensmiddelen openen gedurende een gegevensreproductiemodus; en middelen voor het besturen 10 van de lensbeschermingsmiddelen teneinde de lensbeschermingsmiddelen gedurende de stopmodus de lensmiddelen initieel te laten bedekken op een moment dat de lensmiddelen radiaal en binnenwaarts over een overgang tussen de halteplaats en de gegevensplaats van de schijf passeren, en de lensmiddelen 15 volledig te laten bedekken voorafgaande aan stoppen op een moment dat de lensmiddelen radiaal en binnenwaarts over een vooraf bepaalde afstand zijn bewogen binnen de halteplaats van de schijf, welke besturingsmiddelen tevens de lensbeschermingsmiddelen besturen gedurende de gegevensreproduc-20 tiemodus teneinde de lensbeschermingsmiddelen de lensmiddelen initieel te laten openen op een moment dat de lensmiddelen vanuit hun wachtpositie op de halteplaats in de richting van de gegevensplaats bewegen, en de lensmiddelen volledig te laten openen op een moment dat de lensmiddelen de overgang 25 tussen de twee plaatsen op de schijf bereiken.

KORTE OMSCHRIJVING VAN DE TEKENING

De bovengenoemde en andere doelstellingen, kenmerken en andere voordelen van de onderhavige uitvinding zullen 30 duidelijker worden uit de hieronder volgende gedetailleerde beschrijving, in samenhang genomen met de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een conventionele optische schijf, dat het signaal-format van de 35 schijf toont; fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van een opti-sche-schijfafspeler in overeenstemming met een uitvoeringsvorm van de stand der techniek; 101 1 178 9 de fign. 3 en 4 een perspectivisch aanzicht en een vooraanzicht zijn van een optische-schijfafspeler die is voorzien van een beschermingsdeel voor het selectief bedekken van de objectieflens van de aftasteenheid in overeenstemming 5 met een andere uitvoeringsvorm van de stand der techniek; fig. 5 een gedeeltelijk vooraanzicht is van een bekende optische-schijfafspeler, dat zowel de positie van de objectieflens met betrekking tot een schijf als een bedrijfs-probleem van het bekende lensbeschermingsdeel toont; 10 fig. 6 een perspectivisch gedeeltelijk explosie- aanzicht is van een optische-schijfafspeler in overeenstemming met de primaire uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 7 een vooraanzicht is van de optische-schijf-15 afspeler in overeenstemming met deze uitvinding; fig. 8 een bovenaanzicht is van een nokdeel dat is opgenomen in de optische-schijfafspeler van deze uitvinding; en de fign. 9 en 10 bovenaanzichten zijn van de opti-20 sche-schijfafspeler in overeenstemming met deze uitvinding, die de werking van de schijfafspeler tonen.

BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN

De fign. 6 tot 10 tonen de constructie van een opti-25 sche-schijfafspeler in overeenstemming met de primaire uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Zoals is getoond in de tekening omvat de schijf-afspeler van deze uitvinding een aftastbasis 100 met een vlakke configuratie.

30 De bovengenoemde aftastbasis 100 dient voor het ondersteunen van een aantal delen van de schijfafspeler.

Zowel een geleidingsrail 110 als een geleidingsas 120 zijn op een dusdanige wijze aangebracht op de basis 100 dat de rail 110 op een afstand ligt van en evenwijdig verloopt aan de as 35 120. De bovengenoemde geleidingsas 120 wordt vastgehouden door een ondersteuningsdeel 121.

Een draaitafel 130 of een schijfaandrijfmiddel is aangebracht op het bovenoppervlak van de aftastbasis 100 en dient voor het hierop plaatsen en roteren van een optische 10 1 1 t 78 10 schijf "D". De bovengenoemde draaitafel 130 is ontworpen om door een onder de aftastbasis 100 aangebrachte motor 131 op een hoge snelheid te worden geroteerd.

Een aftasteenheid 200 is aangebracht op het boven-5 oppervlak van de aftastbasis 100 en dient voor het uitlezen van de gegevens die zijn opgenomen op de op de draaitafel 130 rustende schijf "D". Een lensmiddel 210 is aangebracht in de bovenwand van de aftasteenheid 200 en wordt gebruikt voor het focusseren van een laserbundel op een gewenst gedeelte van de 10 optische schijf "D". De bovengenoemde aftasteenheid 200 wordt aan een zijwand hiervan verschuifbaar vastgehouden op de geleidingsrail 110 van de basis 100 en passeert aan de andere zijwand verschuifbaar over de geleidingsas 120. De aftasteen-heid 200 is ontworpen om met betrekking tot de schijf "D" in 15 een radiale richting te kunnen verschuiven terwijl de op de schijf "D" opgenomen gegevens worden gereproduceerd. In een dergelijk geval wordt de aftasteenheid 200 bewogen door de rotatiekracht van een aftastaandrijfmiddel dat is aangebracht onder de aftastbasis 100.

20 In een dergelijk geval omvat het aftastaandrijf- middel een voedingsmotor 220 die een rotatiekracht genereert die wordt gebruikt voor het bewegen van de aftasteenheid 200 in een met betrekking tot de schijf "D" radiale richting. De rotatiekracht van de voedingsmotor 220 wordt door middel van 25 een overbrengingstandwielsamenstel "G" overgedragen aan de aftasteenheid 200. Het aftastaandrijfmiddel bezit tevens een contactschakelaar 230 die op selectieve wijze in contact wordt gebracht met de aftasteenheid 200 in overeenstemming met een beweging van de eenheid 200 teneinde op selectieve 30 wijze de voedingsmotor 220 aan of uit te schakelen.

De optische schijf "D" rust op de draaitafel 130. Zoals is getoond in fig. 1 bezit de bovengenoemde schijf "D" een CLV- (constante lineaire snelheid-) -type signaal-format dat een constante lineaire snelheid bezit bij de binnen- en 35 buitengelegen cirkelvormige sporen van de schijf "D". Zoals het best zichtbaar is in fig. 1 is de binnensectie van de schijf "D" verdeeld in een halteplaats "a" die vrij is van opgenomen gegevens en een gegevensplaats "b" met informatie en gegevens omtrent de schijf "D".

10 11178

Het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 wordt selectief bedekt met en beschermd door een lensbeschermings middel .

11

Het lensbeschermingsmiddel is ontworpen om als volgt 5 te worden bedreven in samenhang met het aftastaandrijfmiddel. Dat wil zeggen dat wanneer een stopmodus van de schijfafspeler wordt gekozen, het lensbeschermingsmiddel het lensmiddel 210 initieel bedekt op een tijdstip dat de eenheid 200 over de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" van de schijf 10 "D" passeert gedurende een binnenwaartse beweging van de een heid 200 in een radiale richting met betrekking tot de schijf "D". Vervolgens bedekt het beschermingsmiddel het lensmiddel 210 volledig voorafgaande aan stoppen op een tijdstip dat het lensmiddel 210 over een vooraf bepaalde afstand radiaal en 15 binnenwaarts is bewogen op de halteplaats "a" van de schijf "D" .

Wanneer anderzijds een gegevensreproductiemodus is gekozen, wordt het lensmiddel 210 initieel geopend op een tijdstip dat dit vanuit zijn wachtpositie op de halteplaats 20 "a" in de richting van de gegevensplaats "b” beweegt. Wanneer het lensmiddel 210 de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" bereikt, wordt het lensmiddel 210 volledig geopend. Het lensmiddel 210 kan derhalve op de gegevensplaats "b" bewegen terwijl het volledig is geopend.

25 Het bovengenoemde lensbeschermingsmiddel omvat een nokdeel 300, een uitwendig huis 600, een stofdeksel 400 en een spanningsmiddel 500.

Het nokdeel 300 is op een positie tussen de aftast-eenheid 200 en de draaitafel 130 geplaatst. Het bovengenoemde 30 nokdeel 300 bezit een geleidingsoppervlak 310 met een specifiek ontworpen nokcontour.

In de onderhavige uitvinding heeft het de voorkeur dat het nokdeel 300 integraal is gevormd op het bovenoppervlak van de aftastbasis 100, aangezien een dergelijke inte-35 gratie op effectieve wijze de vervaardigingskosten reduceert en de bedrijfsefficiency verbetert tijdens vervaardiging van de optische-schijfafspelers.

1011 178 12

Het uitwendige huis 600 dient voor het beschermen van de aftasteenheid 200, en is aldus ontworpen om het uitwendige oppervlak van de eenheid 200 te bedekken. Het bovengenoemde huis 600 bezit een opening 610 in zijn bovenwand 5 teneinde het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 bloot te stellen aan het uitwendige van het huis 600.

Een uitstulping 620 strekt zich over een lengte buitenwaarts uit van de zijwand van het uitwendige huis 600 en bezit een scharnieropening 621.

10 Het stofdeksel 400, dat wordt gebruikt voor het op selectieve wijze bedekken of openen van het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200, bezit een scharnieras 420 op een zijgedeelte van het bodemoppervlak hiervan. De scharnieras 420 grijpt roteerbaar aan op de scharnieropening 621 van de 15 uitstulping 620, waardoor het stofdeksel 400 roteerbaar is gemonteerd aan het uitwendige huis 600.

Het bovengenoemde stofdeksel 400 bezit tevens een verlengingsdeel 430 dat is geïntegreerd met een geleidings-staaf 410. De geleidingsstaaf 410 dient om in beweegbaar 20 contact te worden gebracht met het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 wanneer de aftasteenheid 200 naar de draaitafel 130 beweegt.

Het stofdeksel 400 bedekt of opent het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 derhalve op selectieve wijze in 25 samenhang met een relatieve verschuifbare beweging van de geleidingsstaaf 410 op het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300.

Teneinde het stofdeksel 400 stabiel te laten roteren met betrekking tot het uitwendige huis 600 is voorzien in een 30 geleidingsdeel 650, dat een afgeronde rand met een kromming bezit, op het uitwendige huis 600, terwijl een geleidingseen-heid 450 is voorzien op het stofdeksel 400. De geleidingseen-heid 450 grijpt beweegbaar aan op de afgeronde rand van het geleidingsdeel 650, waardoor een rotatie-actie van het stof-35 deksel 400 met betrekking tot het huis 600 wordt geleid.

Het lensbeschermingsmiddel bedekt het lensmiddel op selectieve wijze binnen de bewegingsafstand van de aftasteenheid 200 wanneer de aftasteenheid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" van de schijf "D" wordt bewogen 101 1 178 13 door het aftastaandrijfmiddel. In een dergelijk geval is de bewegingsafstand van de aftasteenheid 200 geringer dan de diameter van het lensmiddel 210.

Dat wil zeggen dat de bewegingsafstand van de 5 aftasteenheid 200, geleid door de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 die in beweegbaar contact komt met het gelei-dingsoppervlak 310 van het nokdeel 300, gelijk is aan een afstand die is bewogen vanaf de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" van de schijf "D" in een richting naar de 10 halteplaats "a" van ongeveer 1,2 mm.

Het stofdeksel 400 is gebruikelijk in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok voorgespannen door het spanningsmiddel 500, waardoor het lens-middel 210 normaal is geopend. Het bovengenoemde spannings-15 middel 500 wordt aan de beide uiteinden hiervan vastgehouden door het uitwendige huis 600 en het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400.

Teneinde de voorspanningswerking van het spanningsmiddel 500 voor het stofdeksel 400 op geschikte wijze te 20 besturen, bezitten het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400 en het uitwendige huis 600 respectievelijk stopopper-vlakken 431 en 630 op hun contactoppervlakken.

Als gevolg van de twee stopoppervlakken 431 en 630 is het mogelijk om het rotatiebereik van het stofdeksel 400 25 te beperken binnen het gebied van de aftasteenheid 200.

Teneinde het spanningsmiddel 500 vast te houden, bezitten het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400 en het uitwendige huis 600 voor de aftasteenheid 200 respectievelijk elastische houders 440 en 640.

30 Het is noodzakelijk om het bedrijf van het stof deksel 400 nauwkeurig te besturen teneinde het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 nauwkeurig te bedekken of te openen.

Teneinde de bovengenoemde nauwkeurige besturing voor het bedrijf van het stofdeksel 400 te bereiken, is het gelei-35 dingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 dat in beweegbaar contact wordt gebracht met de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400, in drie secties verdeeld zoals is getoond in fig. 8.

10 11178 14

Dat wil zeggen dat het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 is voorzien van een eerste geleidingssectie 311 die de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 naar de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" van de schijf "D" 5 geleidt wanneer de aftasteenheid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" beweegt door middel van het aftastaandrijfmiddel. Het bovengenoemde geleidingsoppervlak 310 omvat tevens een tweede geleidingssectie 313 die een kromming bezit. De bovengenoemde tweede geleidingssectie 313 10 vormt een curve die zich uitstrekt van een eerste positie, waar de geleidingsstaaf 410 het stofdeksel 400 initieel het lensmiddel 210 bedekt of opent, naar een tweede positie, waar de geleidingsstaaf 410 het stofdeksel 400 het lensmiddel 210 volledig bedekt of opent, wanneer de aftasteenheid 200 15 beweegt tussen de gegevensplaat "b" en de halteplaats "a" van de schijf "D" door middel van het aftastaandrijfmiddel.

De aftasteenheid 200 is zodanig ontworpen dat deze in contact wordt gebracht met de contactschakelaar 230 wanneer de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 voorbij de 20 overgang 312 tussen de twee geleidingssecties 311 en 313 passeert.

Het operationele effect van de bovengenoemde opti-sche-schijfafspeler zal hieronder worden beschreven.

Wanneer een stopmodus wordt gekozen na het repro-25 duceren van de gegevens van de gegevensplaats "b" van de schijf "D" met gebruikmaking van de aftasteenheid 200, beweegt de aftasteenheid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" van de schijf "D" door middel van de rotatiekracht van de voedingsmotor 220. In een dergelijk 30 geval wordt de rotatiekracht van de voedingsmotor 220 door middel van het overbrengingstandwielsamenstel "G" overgedragen aan de aftasteenheid 200.

In een dergelijk geval, aangezien de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 niet in contact is gebracht met 35 het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 zoals is getoond in fig. 9, is het stofdeksel 400 in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok voorgespannen door het spanningsmiddel 500, waardoor het lens-middel 210 van de aftasteenheid 200 is geopend.

101 1 178 15

Vervolgens beweegt de aftasteenheid 200 geleidelijk radiaal en binnenwaarts op de schijf "D", terwijl het stof-deksel 400, dat roteerbaar scharnierend is bevestigd aan het bovenoppervlak van de aftasteenheid 200, bij zijn geleidings-5 staaf 410 in contact wordt gebracht met het geleidingsopper-vlak 310 van het nokdeel 300. Het stofdeksel 400 wordt aldus geleidelijk in de tekening in een richting gelijk aan de wijzers van een klok geroteerd terwijl de voorspanningskracht van het spanningsmiddel 500 wordt overwonnen.

10 In een dergelijk geval grijpt de geleidingseenheid 450 van het stofdeksel 400 beweegbaar aan met de afgeronde rand van het geleidingsdeel 650 van het uitwendige huis 600, waardoor de rotatiewerking van het stofdeksel 400 met betrekking tot het huis 600 stabiel wordt geleid.

15 Dat wil zeggen dat wanneer de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 langs de eerste geleidingssectie 311 van het nokdeel 300 beweegt zoals is getoond in fig. 8, het stofdeksel 400 enigszins wordt geroteerd rond het scharnierpunt tussen het deksel 400 en het uitwendige huis 600, waar-20 door het op een positie rond het lensmiddel 210 wordt geplaatst. In een dergelijk geval is de aftasteenheid 200 bewogen naar de buitenrand van de halteplaats "a" van de schijf "D".

Wanneer de aftasteenheid 200 verder binnenwaarts met 25 betrekking tot de schijf "D" wordt bewogen, komt de eenheid 200 in contact met de contactschakelaar 230 van de voedings-motor 220. Dit betekent dat de eenheid 200 voorbij de buitenrand van de halteplaats "a" van de schijf "D" passeert voorafgaande aan het bewegen op de halteplaats "a". In een der-30 gelijk geval wordt een signaal uitgevoerd vanuit de contactschakelaar 230. Vervolgens wordt de aftasteenheid 200 verder bewogen in dezelfde richting onder de geleiding van de geleidingssectie 313 van het nokdeel 300, waardoor deze een positie op de halteplaats "a" bereikt die op een afstand ligt van 35 1,2 mm van de buitenrand van de halteplaats "a".

Het stofdeksel 400 bedekt derhalve het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 volledig zoals is getoond in fig. 10, waardoor nagenoeg volledig wordt voorkomen dat 10 1 1 178 16 vreemde substanties, zoals stof, blijven plakken op het lensmiddel 210, waardoor het lensmiddel 210 op effectieve wijze wordt beschermd tegen de vreemde substanties.

Wanneer een gegevensreproductiemodus wordt gekozen, 5 beweegt de aftasteenheid 200 buitenwaarts van de halteplaats "a" naar de gegevensplaats "b" van de schijf "D" door middel van de rotatiekracht van de voedingsmotor 220.

In een dergelijk geval beweegt de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400, die roteerbaar scharnierend is 10 bevestigd aan het uitwendige huis 600, langs het geleidings-oppervlak 310 van het nokdeel 300 in de volgorde van de tweede geleidingssectie 313, de overgang 312 en de eerste geleidingssectie 311 in samenhang met de beweging van de aftasteenheid 200.

15 Wanneer de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 langs het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 beweegt zoals hierboven is beschreven, wordt het stofdeksel 400 geleidelijk in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok geroteerd door de terugverplaat-20 singskracht van het spanningsmiddel 500, waardoor het openen van het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 wordt gestart. Het stofdeksel 400 wordt volledig in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok geroteerd wanneer de geleidingsstaaf 410 voorbij de overgang 25 312 tusen de twee geleidingssecties 311 en 313 passeert.

In een dergelijk geval, aangezien het stopoppervlak 431 van het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400 in contact komt met het stopoppervlak 630 van het uitwendige huis 600 gedurende de rotatie-actie van het stofdeksel 400, 30 is het mogelijk om het rotatiebereik van het stofdeksel 400 met betrekking tot de aftasteenheid 200 te beperken.

De aftasteenheid 200 reproduceert derhalve de op de gegevensplaats "b" van de schijf "D" opgenomen gegevens op effectieve en stabiele wijze met gebruikmaking van het lens-35 middel 210 dat vrij is van het stofdeksel 400.

Hieronder zal een optische-schijfafspeler in overeenstemming met de tweede uitvoeringsvorm van deze uitvinding worden beschreven.

•101 1 1 7 8 17

Overeenkomstig de tweede uitvoeringsvorm van deze uitvinding blijft de algemene vorm van de schijfafspeler gelijk aan die beschreven voor de primaire uitvoeringsvorm, waarbij het nokdeel echter niet is opgenomen in het lens-5 beschermingsmiddel, maar is opgenomen in een besturingsmiddel voor het lensbeschermingsmiddel dat verschillend is van de primaire uitvoeringsvorm. Dat wil zeggen dat de schijf-afspeler volgens de tweede uitvoeringsvorm een aftastbasis 100 met een vlakke configuratie omvat.

10 De bovengenoemde aftastbasis 100 dient voor het ondersteunen van een aantal delen van de schijfafspeler.

Zowel een geleidingsrail 110 als een geleidingsas 120 zijn op een dusdanige wijze aangebracht op de basis 100 dat de rail 110 op een afstand ligt van en evenwijdig verloopt aan de as 15 120. De bovengenoemde geleidingsas 120 wordt vastgehouden door een ondersteuningsdeel 121.

Een draaitafel 130 of een schijfaandrijfmiddel is aangebracht op het bovenoppervlak van de aftastbasis 100 en dient voor het hierop plaatsen en roteren van een optische 20 schijf "D". De bovengenoemde draaitafel 130 is ontworpen om door een onder de aftastbasis 100 aangebrachte spindelmotor 131 op een hoge snelheid te worden geroteerd.

Een aftasteenheid 200 is aangebracht op het bovenoppervlak van de aftastbasis 100 en dient voor het uitlezen 25 voor de gegevens die zijn opgenomen op de op de draaitafel 130 rustende schijf "D". Een lensmiddel 210 is aangebracht in de bovenwand van de aftasteenheid 200 en wordt gebruikt voor het focusseren van een laserbundel op een gewenst gedeelte van de optische schijf "D".

30 De bovengenoemde aftasteenheid 200 wordt aan een zijwand hiervan verschuifbaar vastgehouden op de geleidingsrail 110 van de basis 100 en aan de andere zijwand passeert deze over de geleidingsas 120. De aftasteenheid 200 is ontworpen om met betrekking tot de schijf "D" in een radiale 35 richting te kunnen verschuiven terwijl de op de schijf "D" opgenomen gegevens worden gereproduceerd. In een dergelijk geval wordt de aftasteenheid 200 bewogen door de rotatie-kracht van een aftastaandrijfmiddel dat is aangebracht onder de aftastbasis 100.

10 1 1 1 78 18

In een dergelijk geval is het aftastaandrijfmiddel voorzien van een voedingsmotor 220 die een rotatiekracht genereert die wordt gebruikt voor het bewegen van de aftast -eenheid 200 in een met betrekking tot de schijf "D" radiale 5 richting. De rotatiekracht van de voedingsmotor 220 wordt door middel van een overbrengingstandwielsamenstel "G" overgedragen aan de aftasteenheid 200. Het aftastaandrijfmiddel bezit tevens een contactschakelaar 230 die op selectieve wijze in contact wordt gebracht met de aftasteenheid 200 in 10 overeenstemming met een beweging van de eenheid 200 teneinde de voedingsmotor 220 op selectiee wijze aan of uit te schakelen.

De optische schijf "D" rust op de draaitafel 130. Zoals is getoond in fig. 1 bezit de bovengenoemde schijf "D" 15 een CLV- (constante lineaire snelheid-) -type signaal-format dat een constante lineaire snelheid bezit bij de binnen- en buitengelegen cirkelvormige sporen van de schijf "D". Zoals het best zichtbaar is in fig. 1 is de binnensectie van de schijf "D" verdeeld in een halteplaats "a" die vrij is van 20 opgenomen gegevens en een gegevensplaats "b" met informatie en gegevens omtrent de schijf "D".

Het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 is op selectieve wijze bedekt met en beschermd door een lensbeschermingsmiddel . Het lensbeschermingsmiddel wordt bestuurd 25 door een besturingsmiddel teneinde op selectieve wijze het lensmiddel 210 te bedekken gedurende een stopmodus of het lensmiddel 210 te openen gedurende een gegevensreproductie-modus.

Het bovengenoemde besturingsmiddel bestuurt het 30 lensbeschermingsmiddel als volgt in samenhang met het aftastaandrij fmiddel . Dat wil zeggen dat, wanneer de stopmodus van de schijfafspeler wordt geselecteerd, waardoor de aftasteen-heid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" van de schijf "D" mag bewegen, dat het besturingsmiddel het 35 lensbeschermingsmiddel toestaat om het lensmiddel 210 initieel te bedekken op een tijdstip dat de eenheid 200 voorbij de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" passeert gedurende een dergelijke binnenwaartse beweging van eenheid 200 in een met betrekking tot de schijf "D" radiale richting.

101 1 178 19

Vervolgens bedekt het beschermingsmiddel het lensmiddel 210 volledig voorafgaande aan stoppen op een tijdstip dat het lensmiddel 210 radiaal en binnenwaarts over een vooraf bepaalde afstand is bewogen binnen de halteplaats "a" van de 5 schijf "D". Wanneer anderzijds de gegevensreproductiemodus wordt geselecteerd, waardoor de aftasteenheid 200 van de halteplaats "a" naar de gegevensplaats "b" van de schijf "D" mag bewegen, wordt het lensmiddel 210 initieel geopend op een tijdstip dat het vanuit zijn wachtpositie op de halteplaats 10 "a" in de richting van de gegevensplaats "b" beweegt. Wanneer het lensmiddel 210 de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" bereikt, is het lensmiddel 210 volledig geopend. Het lensmiddel 210 kan derhalve op de gegevensplaats "b" bewegen terwijl het volledig is geopend.

15 Het bovengenoemde besturingsmiddel voor het lens- beschermingsmiddel omvat een nokdeel 300 dat een geleidings-oppervlak 310 bezit met een specifiek ontworpen nokcontour. Het bovengenoemde geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 wordt bedreven in samenhang met het lensbeschermingsmiddel, 20 waardoor het lensbeschermingsmiddel wordt bedreven.

Het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 omvat een eerste geleidingssectie 311 die het lensbeschermingsmiddel geleidt naar de verbinding tussen de twee plaatsen "a" en "b" van de schijf "D", waardoor het lensbescher-25 mingsmiddel geleidelijk het lensmiddel 210 kan bedekken wanneer de aftasteenheid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" beweegt door middel van het aftastaandrijf-middel. Het bovengenoemde geleidingsoppervlak 310 omvat tevens een tweede geleidingssectie 313 dat het lensbescher-30 mingsmiddel geleidt naar de overgang tussen de twee plaatsen "a" en "b" van de schijf "D" terwijl het lensbeschermingsmiddel het lensmiddel 210 mag openen wanneer de aftasteenheid 200 van de halteplaats "a" naar de gegevensplaats "b" van de schijf "D" beweegt door middel van het aftastaandrijfmiddel. 35 De twee geleidingssecties 311 en 313 zijn onderling verbonden onder een vooraf bepaalde hoek. Het geniet de voorkeur om de hoek tussen de twee geleidingssecties 311 en 313 als een stompe hoek in het bereik van 90° tot 130° te kiezen.

ιοί 117e I ' 20

In een dergelijk geval is de overgang 312 tussen de twee geleidingssecties 311 en 313 een referentiepunt waar de aftasteenheid 200 in contact wordt gebracht met de contact -schakelaar 230.

5 Het bovengenoemde lensbeschermingsmiddel omvat een uitwendig huis 600, een stofdeksel 400 en een spanningsmiddel 500 .

Het uitwendig huis 600 dient voor het beschermen van het uitwendige oppervlak van de aftasteenheid 200, en is 10 aldus ontworpen om op effectieve wijze het uitwendige oppervlak van de eenheid 200 te bedekken. Het bovengenoemde huis 600 bezit een opening 610 in zijn bovenwand teneinde mogelijk te maken dat het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 wordt blootgesteld aan de buitenzijde van het huis 600.

15 Een uitstulping 620 strekt zich over een lengte buitenwaarts uit vanaf de zijwand van het uitwendige huis 600 en bezit een scharnieropening 621.

Het stofdeksel 400, dat wordt gebruikt voor het op selectieve wijze bedekken of openen van het lensmiddel 210 20 van de aftasteenheid 200, bezit een scharnieras 420 aan een zijgedeelte van het bodemoppervlak hiervan. De scharnieras 420 grijpt roteerbaar aan met de scharnieropening 621 van de uitstulping 620, waardoor het stofdeksel 400 scharnierend is gemonteerd aan het uitwendige huis 600.

25 Het bovengenoemde stofdeksel 400 bezit tevens een verlengingsdeel 430 dat is geïntegreerd met een geleidings-staaf 410. De geleidingsstaaf 410 dient om in beweegbaar contact te worden gebracht met het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 wanneer de aftasteenheid 200 naar de 30 draaitafel 130 beweegt.

Het stofdeksel 400 bedekt of opent het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 derhalve op selectieve wijze in samenhang met een relatieve verschuifbare beweging van de geleidingsstaaf 410 op het geleidingsoppervlak 310 van het 35 nokdeel 300.

Teneinde het stofdeksel 400 stabiel te laten roteren met betrekking tot het uitwendige huis 600 is voorzien in een geleidingsdeel 650, dat een afgeronde rand met een kromming bezit, op het uitwendige huis 600, terwijl een geleidingseen- 1011178 21 heid 450 is voorzien op het stofdeksel 400. De geleidingseen-heid 450 grijpt beweegbaar aan op de afgeronde rand van het geleidingsdeel 650, waardoor een rotatie-actie van het stofdeksel 400 met betrekking tot het huis 600 wordt geleid.

5 Het lensbeschermingsmiddel bedekt het lensmiddel op selectieve wijze binnen de bewegingsafstand van de aftasteen-heid 200 wanneer de aftasteenheid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" van de schijf "D" wordt bewogen door middel van het aftastaandrijfmiddel. In een dergelijk 10 geval is de bewegingsafstand van de aftasteenheid 200 geringer dan de diameter van het lensmiddel 210.

Dat wil zeggen dat de bewegingsafstand van de aftasteenheid 200, die wordt geleid door de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 die in beweegbaar contact komt met 15 het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300, gelijk is aan een afstand van ongeveer 1,2 mm die wordt bewogen vanaf de verbinding tussen de twee plaatsen "a" en "b" van de schijf "D" in een richting naar de halteplaats "a".

Het stofdeksel 400 is gebruikelijk in de tekening in 20 een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok voorgespannen door het spanningsmiddel 500, waardoor het lens-middel 210 normaal is geopend. Het bovengenoemde spanningsmiddel 500 wordt aan de beide uiteinden hiervan vastgehouden door het uitwendige huis 600 en het verlengingsdeel 430 van 25 het stofdeksel 400.

Teneinde de voorspanningswerking van het spanningsmiddel 500 voor het stofdeksel 400 op geschikte wijze te besturen, bezitten het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400 en het uitwendige huis 600 respectievelijk stopoppervlak-30 ken 431 en 630 op hun contactoppervlakken.

Als gevolg van de stopoppervlakken 431 en 630 is het mogelijk om het rotatiebereik van het stofdeksel 400 binnen het gebied van de aftasteenheid 200 te beperken.

Teneinde het spanningsmiddel 500 vast te houden, 35 bezitten het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400 en het uitwendige huis 600 van de aftasteenheid 200 respectievelijk elastische houders 440 en 640.

101 1 178 I * 22

De optische-schijfafspeler in overeenstemming met de tweede uitvoeringsvorm wordt op dezelfde wijze bedreven als is beschreven voor de primaire uitvoeringsvorm.

Dat wil zeggen dat, wanneer een stopmodus wordt 5 gekozen na het reproduceren van de gegevens op de schijf "D" met gebruikmaking van de aftasteenheid 200, de aftasteenheid 200 van de gegevensplaats "b" naar de halteplaats "a" van de schijf "D" beweegt door de rotatiekracht van de voedingsmotor 220. In een dergelijk geval wordt de rotatiekracht van de 10 voedingsmotor 220 door middel van het overbrengingstandwiel-samenstel "G" overgedragen aan de aftasteenheid 200.

In een dergelijk geval, aangezien de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 niet in contact wordt gebracht met het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 zoals is 15 getoond in fig. 9, wordt het stofdeksel 400 in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok voorgespannen door het spanningsmiddel 500, waardoor het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 is geopend.

Vervolgens beweegt de aftasteenheid 200 geleidelijk 20 binnenwaarts op de schijf "D", terwijl het stofdeksel 400, dat roteerbaar scharnierend is bevestigd aan het bovenoppervlak van de aftasteenheid 200, bij zijn geleidingsstaaf 410 in contact wordt gebracht met het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300. Het stofdeksel 400 wordt aldus geleidelijk 25 in de tekening in een richting gelijk aan de wijzers van een klok geroteerd terwijl de voorspanningskracht van het spanningsmiddel 500 wordt overwonnen.

In een dergelijk geval grijpt de geleidingseenheid 450 van het stofdeksel 400 beweegbaar aan op de afgeronde 30 rand van het geleidingsdeel 650 van het uitwendige huis 600, waardoor de rotatie-actie van het stofdeksel 400 met betrekking tot het huis 600 stabiel wordt geleid.

Dat wil zeggen dat, wanneer de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400 langs de eerste geleidingssectie 311 35 van het nokdeel 300 beweegt zoals is getoond in fig. 8, het stofdeksel 400 enigszins wordt geroteerd rond het scharnierpunt tussen de bedekking 400 en het uitwendige huis 600, waardoor het op een positie rond het lensmiddel 210 wordt 101 1 17 8 23 geplaatst. In een dergelijk geval is de aftasteenheid 200 bewogen naar de buitenrand van de halteplaats "a" van de schijf "D".

Wanneer de aftasteenheid 200 verder binnenwaarts 5 wordt bewogen met betrekking tot de schijf "D", komt de eenheid 200 in contact met de contactschakelaar 230 van de voedingsmotor 220. Dit betekent dat de eenheid 200 voorbij de buitenrand van de halteplaats "a" van de schijf ”D” passeert voorafgaande aan het op de halteplaats "a" bewegen. In een 10 dergelijk geval wordt een signaal uitgevoerd vanuit de contactschakelaar 230. Vervolgens wordt de aftasteenheid 200 verder in dezelfde richting bewogen onder de geleiding van een geleidingssectie 313 van het nokdeel 300, waardoor de positie op de halteplaats "a" wordt bereikt die op een 15 afstand van 1,2 mm ligt van de buitenrand van de halteplaats "a" .

Het stofdeksel 400 bedekt derhalve het lensmiddel 210 van de aftasteenheid 200 volledig zoals is getoond in fig. 10, waardoor nagenoeg volledig wordt voorkomen dat 20 vreemde substanties, zoals stof, blijven plakken op het lensmiddel 210 en waardoor het lensmiddel 210 op effectieve wijze wordt beschermd.

Wanneer een gegevensreproductiemodus wordt gekozen, beweegt de aftasteenheid 200 buitenwaarts vanuit de halte-25 plaats "a" naar de gegevensplaats "b" van de schijf "D" door de rotatiekracht van de voedingsmotor 220.

In een dergelijk geval beweegt de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 400, die roteerbaar scharnierend is bevestigd aan het uitwendige huis 600, langs het geleidings-30 oppervlak 310 van het nokdeel 300 in de volgorde van de tweede geleidingssectie 313, de overgang 312 en de eerste geleidingssectie 311 in samenhang met de beweging van de aftasteenheid 200.

Wanneer de geleidingsstaaf 410 van het stofdeksel 35 400 langs het geleidingsoppervlak 310 van het nokdeel 300 beweegt zoals hierboven is beschreven, wordt het stofdeksel 400 geleidelijk in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok geroteerd door de terugplaat-singskracht van het spanningsmiddel 500, waardoor het openen 10 1 1 1 78 24 van het lensmiddel 210 van het aftastmiddel 200 wordt gestart. Het stofdeksel 400 wordt volledig in de tekening in een richting tegengesteld aan de wijzers van een klok geroteerd wanneer de geleidingsstaaf 410 voorbij de overgang 5 312 tussen de twee geleidingssecties 311 en 313 passeert.

In een dergelijk geval, aangezien het stopoppervlak 431 van het verlengingsdeel 430 van het stofdeksel 400 in contact komt met het stopoppervlak 630 van het uitwendige huis 600 gedurende de rotatie-actie van het stofdeksel 400, 10 is het mogelijk om het rotatiebereik van het stofdeksel 400 met betrekking tot de aftasteenheid 200 te beperken.

De aftasteenheid 200 reproduceert derhalve de op de gegevensplaats "b" van de schijf "D" opgenomen gegevens op effectieve en stabiele wijze met gebruikmaking van het lens-15 middel 210 dat vrij is van het stofdeksel 400.

Zoals hierboven is beschreven, voorziet de onderhavige uitvinding in een optische-schijfafspeler. In de schijfafspeler wordt een stofdeksel, dat roteerbaar scharnierend is bevestigd aan het bovenoppervlak van een aftast-20 eenheid, in beweegbaar contact gebracht met en bedreven in samenhang met het geleidingsoppervlak van een nokdeel dat is voorzien op het bovenoppervlak van een aftastbasis, waardoor op selectieve wijze het lensmiddel van de aftasteenheid wordt bedekt of geopend. Het stofdeksel voorkomt nagenoeg volledig 25 dat vreemde substanties, zoals stof, blijven plakken aan het 1 lensmiddel en beschermt daardoor het lensmiddel op effectieve wijze tegen dergelijke vreemde substanties.

Bovendien opent of bedekt het stofdeksel het lens-middel van de aftasteenheid wanneer de geleidingsstaaf van 30 het stofdeksel langs het in secties verdeelde geleidingsoppervlak van het nokdeel beweegt dat is gevormd binnen een bereik dat overeenkomt met een afstand tussen de binnenrand van de halteplaats naar de overgang tussen de halteplaats en de gegevensplaats van de schijf. De optische -schijfafspeler 35 van deze uitvinding is derhalve vrij van elke bedrijfsfout, waardoor deze een verhoogde bedrijfsbetrouwbaarheid bezit.

Ofschoon de voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding voor illustratieve doeleinden zijn beschreven, zal het de deskundigen duidelijk zijn dat verschillende 10 11178 25 modificaties, toevoegingen en substituties mogelijk zijn, zonder af te wijken van het kader en de geest van de uitvinding zoals deze is beschreven in de bijgaande conclusies.

>011 178

Claims (20)

1. Optische- schijfafspeler die wordt gebruikt voor het reproduceren van op optische schijven opgenomen gegevens, omvattende: een optische schijf met zowel een halteplaats die 5 vrij is van opgenomen gegevens en een gegevensplaats met informatie en gegevens omtrent de schijf; schijfaandrijfmiddelen voor het hierop plaatsen en roteren van de optische schijf; aftastmiddelen die zijn voorzien van lensmiddelen 10 voor het reproduceren van de op de schijf opgenomen gegevens; aftastaandrijfmiddelen voor het bewegen van de aftastmiddelen in een met betrekking tot de schijf radiale richting, hetgeen de aftastmiddelen toestaat om de op de schijf opgenomen gegevens te reproduceren; 15 een nokdeel dat is aangebracht op een positie tussen de aftastmiddelen en de schijfaandrijfmiddelen en dat een geleidingsoppervlak met een specifiek ontworpen nokcontour bezit; een uitwendig huis dat de aftastmiddelen bedekt 20 teneinde de aftastmiddelen te beschermen, welk uitwendig huis een uitstulping op zijn zijwand bezit, welke uitstulping een scharnieropening bezit; een stofdeksel dat wordt gebruikt voor het op selectieve wijze bedekken of openen van de lensmiddelen van 25 de aftastmiddelen, welk stofdeksel een scharnieras op een zijgedeelte van een bodemoppervlak hiervan bezit, waardoor bij de scharnieras roteerbaar wordt aangegrepen op de scharnieropening van de uitstulping, welk stofdeksel tevens een verlengingsdeel bezit dat is geïntegreerd met een 30 geleidingsstaaf, welke geleidingsstaaf in beweegbaar contact is gebracht met het geleidingsoppervlak van het nokdeel, waardoor een beweging van het stofdeksel wordt geleid wanneer het stofdeksel op selectieve wijze de lensmiddelen bedekt of opent; en 35 spanningsmiddelen die het stofdeksel normaal voorspannen in een richting voor het kunnen openen van de ilO 1 1 17 8 ψ lensmiddelen, welke spanningsmiddelen aan beide uiteinden hiervan worden vastgehouden door het verlengingsdeel van het stofdeksel en het uitwendige huis.

2. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 1, 5 waarbij de aftastaandrijfmiddelen omvatten: een voedingsmotor die een rotatiekracht genereert die wordt gebruikt voor het bewegen van de aftastmiddelen in een met betrekking tot de schijf radiale richting; en een contactschakelaar die is voorzien op de voedingsmotor 10 en op selectieve wijze in contact wordt gebracht met de aftastmiddelen gedurende een beweging van de aftastmiddelen teneinde op selectieve wijze de voedingsmotor aan of uit te schakelen.

3. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 1, 15 waarbij de lensbeschermingsmiddelen op selectieve wijze de lensmiddelen beschermen binnen een bewegingsafstand van de aftastmiddelen wanneer de aftastmiddelen worden bewogen van de gegevensplaats naar de halteplaats van de schijf door middel van de aftastaandrijfmiddelen, welke bewegingsafstand 20 van de aftastmiddelen geringer is dan een diameter van de lensmiddelen.

4. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 1, waarbij een bewegingsafstand van de aftastmiddelen, geleid door de geleidingsstaaf van het stofdeksel die in beweegbaar 25 contact komt met het geleidingsoppervlak van het nokdeel, gelijk is aan een afstand van ongeveer 1,2 mm die wordt bewogen van de overgang tussen de twee plaatsen op de schijf in een richting naar de halteplaats.

5. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 1, 30 waarbij het geleidingsoppervlak van het nokdeel omvat: een eerste geleidingssectie die wordt gebruikt voor het geleiden van de geleidingsstaaf van het stofdeksel naar de overgang tussen twee plaatsen van de schijf wanneer de aftastmiddelen van de gegevensplaats naar de halteplaats 35 bewegen door middel van de aftastaandrijfmiddelen; en een tweede geleidingssectie met een kromming, welke tweede geleidingssectie een curve vormt die zich uitstrekt vanaf een eerste positie, waar de geleidingsstaaf van het stofdeksel het stofdeksel de lensmiddelen initieel laat bedekken of 10 1 1 178 openen, naar een tweede positie waar de geleidingsstaaf het stofdeksel de lensmiddelen volledig laat bedekken of sluiten wanneer de aftastmiddelen tussen de gegevensplaats en de halteplaats van de schijf bewegen door middel van de aftast-5 aandrijfmiddelen.

6. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 1, waarbij een geleidingsdeel, dat een afgeronde rand met een kromming bezit, is voorzien op het uitwendige huis, en een geleidingseenheid is voorzien op het stofdeksel, welke 10 geleidingseenheid beweegbaar aangrijpt op de afgeronde rand van het geleidingsdeel, waardoor een beweging van het stofdeksel met betrekking tot het uitwendige huis wordt geleid.

7. Optische-schijfafspeler volgens conclusie l, waarbij het verlengingsdeel van het stofdeksel en het uit- 15 wendige huis respectievelijk elastische houders bezitten, waardoor beide uiteinden van de spanningsmiddelen worden vastgehouden.

8. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 1, waarbij het verlengingsdeel van het stofdeksel en het uit- 20 wendige huis respectievelijk stopoppervlakken bezitten op hun contactoppervlakken, waardoor het stofdeksel kan worden geroteerd binnen een gebied van de aftastmiddelen.

9. Optische-schijfafspeler die wordt gebruikt voor het reproduceren van op een optische schijf opgenomen 25 gegevens, welke schijf is voorzien van een halteplaats die vrij is van opgenomen gegevens, en een gegevensplaats met informatie en gegevens omtrent de schijf, omvattende: schijfaandrijfmiddelen voor het hierop plaatsen en roteren van de optische schijf; 30 aftastmiddelen die zijn voorzien van lensmiddelen voor het reproduceren van de op de schijf opgenomen gegevens; aftastaandrijfmiddelen voor het bewegen van de aftastmiddelen in een met betrekking tot de schijf radiale richting, hetgeen de aftastmiddelen toestaat om de op de schijf 35 opgenomen gegevens te reproduceren; lensbeschermingsmiddelen die op selectieve wijze de lensmiddelen bedekken gedurende een stopmodus of de lensmiddelen openen gedurende een gegevensreproductiemodus; en 10 1 1 178 middelen voor het besturen van de lensbeschermingsmiddelen teneinde de lensbeschermingsmiddelen gedurende de stopmodus de lensmiddelen initieel te laten bedekken op een moment dat de lensmiddelen radiaal en binnenwaarts over een overgang 5 tussen de halteplaats en de gegevensplaats van de schijf passeren, en de lensmiddelen volledig te laten bedekken voorafgaande aan stoppen op een moment dat de lensmiddelen radiaal en binnenwaarts over een vooraf bepaalde afstand zijn bewogen binnen de halteplaats van de schijf, welke bestuit) ringsmiddelen tevens de lensbeschermingsmiddelen besturen gedurende de gegevensreproductiemodus teneinde de lensbeschermingsmiddelen de lensmiddelen initieel te laten openen op een moment dat de lensmiddelen vanuit hun wachtpositie op de halteplaats in de richting van de gegevensplaats bewegen, 15 en de lensmiddelen volledig te laten openen op een moment dat de lensmiddelen de overgang tussen de twee plaatsen op de schijf bereiken.

10. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 9, waarbij de besturingsmiddelen voor de lensbeschermingsmidde- 20 len omvatten: een nokdeel met een geleidingsoppervlak, welk geleidings-oppervlak van het nokdeel wordt bedreven in samenhang met de lensbeschermingsmiddelen, waardoor de lensbeschermingsmiddelen op selectieve wijze de lensmiddelen kunnen bedekken of 25 openen.

11. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 10, waarbij het geleidingsoppervlak van het nokdeel omvat: een eerste geleidingssectie voor het geleiden van de lensbeschermingsmiddelen naar de overgang tussen de twee 30 plaatsen van de schijf wanneer de aftastmiddelen van de gegevensplaats naar de halteplaats bewegen door middel van de aftastaandrijfmiddelen; en een tweede geleidingssectie die wordt gebruikt voor het geleiden van de lensbeschermingsmiddelen naar de overgang 35 tussen de twee plaatsen van de schijf terwijl het de lensbeschermingsmiddelen mogelijk wordt gemaakt om de lensmiddelen te openen wanneer de aftastmiddelen van de halteplaats naar de gegevensplaats van de schijf bewegen door middel van de aftastaandrijfmiddelen. 101. f7β »

12. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 11, waarbij de twee geleidingssecties van het geleidingsoppervlak onder een vooraf bepaalde hoek met elkaar zijn verbonden.

13. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 12, 5 waarbij de hoek tussen de twee geleidingssecties een stompe hoek is in het bereik van 90° tot 180°.

14. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 9, waarbij de lensbeschermingsmiddelen op selectieve wijze de lensmiddelen bedekken binnen een bewegingsafstand van de 10 aftastmiddelen wanneer de aftastmiddelen van de gegevens- plaats naar de halteplaats van de schijf bewegen door middel van de aftastaandrijfmiddelen, welke bewegingsafstand van de aftastmiddelen geringer is dan een diameter van de lensmiddelen.

15. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 9, waarbij de lensbeschermingsmiddelen omvatten: een uitwendig huis dat de aftastmiddelen bedekt teneinde de aftastmiddelen te beschermen, welk uitwendig huis een opening in een bovenwand bezit teneinde de lensmiddelen van 20 de aftastmiddelen aan het uitwendige van het huis te kunnen blootstellen, welk uitwendig huis tevens een uitstulping op zijn zijwand bezit, welke uitstulping een scharnieropening bezit; een stofdeksel dat wordt gebruikt voor het op selectieve 25 wijze bedekken of openen van de lensmiddelen van de aftastmiddelen, welk stofdeksel een scharnieras op een zijgedeelte van een bodemoppervlak hiervan bezit, waardoor bij de scharnieras roteerbaar wordt aangegrepen op de scharnieropening van de uitstulping, welk stofdeksel tevens een verlengings-30 deel bezit dat is geïntegreerd met een geleidingsstaaf, welke geleidingsstaaf in beweegbaar contact is gebracht met het geleidingsoppervlak van een nokdeel van de besturingsmidde-len, waardoor een beweging van het stofdeksel wordt geleid wanneer het stofdeksel op selectieve wijze de lensmiddelen 35 bedekt of opent; en spanningsmiddelen die het stofdeksel normaal voorspannen in een richting voor het kunnen openen van de lensmiddelen, welke spanningsmiddelen aan beide uiteinden hiervan worden 101 1 178 vastgehouden door het verlengingsdeel van het stofdeksel en het uitwendige huis.

16. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 9, waarbij de aftastaandrijfmiddelen omvatten: 5 een voedingsmotor die een rotatiekracht genereert die wordt gebruikt voor het bewegen van de aftastmiddelen in een met betrekking tot de schijf radiale richting; en een contactschakelaar die is voorzien op de voedingsmotor en op selectieve wijze in contact wordt gebracht met de 10 aftastmiddelen gedurende een beweging van de aftastmiddelen teneinde de voedingsmotor op selectieve wijze aan of uit te schakelen.

17. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 15, waarbij een bewegingsafstand van de aftastmiddelen, geleid 15 door de geleidingsstaaf van het stofdeksel die in beweegbaar contact komt met het geleidingsoppervlak van het nokdeel, gelijk is aan een afstand van ongeveer 1,2 mm die wordt bewogen van de overgang tussen de twee plaatsen op de schijf in een richting naar de halteplaats.

18. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 15, waarbij een geleidingsdeel, dat een afgeronde rand met een kromming bezit, is voorzien op het uitwendige huis, en een geleidingseenheid is voorzien op het stofdeksel, welke geleidingseenheid beweegbaar aangrijpt op de afgeronde rand 25 van het geleidingsdeel, waardoor een beweging van het stofdeksel met betrekking tot het uitwendige huis wordt geleid.

19. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 15, waarbij het verlengingsdeel van het stofdeksel en het uitwendige huis respectievelijk elastische houders bezitten, 30 waardoor beide uiteinden van de spanningsmiddelen worden vastgehouden.

20. Optische-schijfafspeler volgens conclusie 15, waarbij het verlengingsdeel van het stofdeksel en het uitwendige huis respectievelijk stopoppervlakken bezitten op hun 35 contactoppervlakken, waardoor het stofdeksel binnen een gebied van de aftastmiddelen kan worden geroteerd. 101 1 178