NL1010216C1 - Werkwijze voor het isoleren van spouwmuren, alsmede isolatieplaat voor het toepassen van de werkwijze. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het isoleren van spouwmuren, alsmede isolatieplaat voor het toepassen van de werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het isoleren van wanden en dergelijke met een oppervlak met uitstekende oneffenheden, in het bijzonder geschikt voor het isoleren van spouwmuren van gebouwen, alsmede op een 5 isolatieplaat voor het toepassen van de werkwijze.

Het is bekend om spouwmuren van gebouwen, zoals woonhuizen, kantoren etcetera, thermisch te isoleren door in de spouw isolatiemateriaal aan te brengen. Het isolatiemateriaal kan bijvoorbeeld bestaan uit 10 steenwolvlakken, of uit polystyreenkorrels of dergelijke. Een bezwaar van deze methode is, dat de spouw geheel opgevuld wordt, waardoor de ventilatie van de spouw zeer sterk wordt belemmerd. Dit bezwaar treedt niet op indien platen van glaswol of steenwol worden toegepast, die met 15 behulp van speciale ankers en/of met behulp van de gebruikelijke spouwankers in de spouw tegen het binnenspouwblad worden bevestigd. Een bezwaar van de toepassing van dergelijke isolatieplaten is, dat de samenhang van het materiaal in de loop der tijd afneemt en 20 dat het isolatiemateriaal de neiging heeft in de spouw naar beneden te zakken. De isolerende werking neemt hierdoor sterk af.

Het gevaar van wegzakken zou niet of nauwelijks bestaan, indien stijve schuimplaten van isolatiemateriaal, 25 zoals bijvoorbeeld polystyreen, polyurethaan of dergelijke toegepast zouden worden. Bovendien kunnen dergelijke schuimplaten een hogere isolatiewaarde (R-waarde) verschaffen. Een probleem dat de toepassing van schuimplaten voor spouwmuurisolatie in de weg staat is 30 echter het feit, dat het buitenoppervlak van een binnenspouwblad, in het bijzonder een gemetseld binnenspouwblad vaak zeer oneffen is door klonten cement, valspecie en dergelijke. Dergelijke oneffenheden hebben tot gevolg dat harde schuimplaten niet vlak tegen het te ' f. : \ 2 isoleren oppervlak aangebracht kunnen worden. Dit leidt ertoe dat tussen de isolatieplaten en het binnenspouwblad een luchtspleet ontstaat en dat naast elkaar aangebrachte isolatieplaten niet goed op elkaar aansluiten. Tevens 5 kunnen hierdoor koudebruggen ontstaan, hetgeen ongewenst is.

Derhalve bestaat behoefte aan een werkwijze respectievelijk een isolatieplaat, waarmee de boven aangegeven bezwaren worden ondervangen. De uitvinding 10 beoogt in de geschetste behoefte te voorzien. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de boven beschreven - soort daardoor gekenmerkt, dat tegen het oppervlak met oneffenheden een hybride isolatieplaat wordt aangebracht, welke hybride isolatieplaat een stijve basislaag van 15 isolatiemateriaal en een daarop aangebrachte, tenminste plaatselijk indrukbare laag van isolatiemateriaal omvat, waarbij de isolatieplaat zodanig met de plaatselijk indrukbare laag tegen het oneffen oppervlak wordt gedrukt en bevestigd, dat de indrukbare laag zich althans deels om 20 de oneffenheden stulpt. Een isolatieplaat, in het bijzonder geschikt voor het isoleren van wanden en dergelijke met een oppervlak met uitstekende oneffenheden wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door een stijve basislaag van isolatiemateriaal welke basislaag is voorzien van een laag 25 althans plaatselijk indrukbaar isolatiemateriaal.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont schematisch in doorsnede een 30 voorbeeld van een deel van een spouwmuur met daarin een harde isolatieplaat; figuur 2 toont schematisch in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een isolatieplaat volgens de uitvinding; figuur 3 toont schematisch in dwarsdoorsnede een 35 deel van een spouwmuur, waarin een isolatieplaat volgens de uitvinding is aangebracht; en 3 figuur 4 toont een variant van figuur 2.

Figuur 1 toont schematisch in dwarsdoorsnede een deel van een spouwmuur 1 met een binnenspouwblad 2, een buiten spouwblad 3, en een tussen de spouwbladen gelegen 5 spouw 4. De naar de spouw gekeerde oppervlakken van de spouwbladen zijn meestal niet glad afgewerkt en vertonen vaak aanzienlijke oneffenheden gevormd door bijvoorbeeld uit voegen gestulpte cementmassa's, cementklonten, valspecie etcetera., zoals bij wijze van voorbeeld 10 schematisch bij 5 aangegeven.

In figuur 1 zijn volledigheidshalve nog enkele harde ·· isolatieplaten 6,7,8 getoond, die tegen het binnenspouwblad zijn aangebracht. Te zien is dat de platen 6,7,8 als gevolg van de oneffenheden 5 niet gevolg van de oneffenheden 5 15 niet vlak tegen het spouwbladoppervlak bevestigd kunnen worden en ook niet meer goed op elkaar aansluiten. Hierdoor kan buitenlucht circuleren tussen het binnenspouwblad en de isolatieplaten, waardoor het gewenste isolerende effect aanzienlijk wordt gereduceerd.

20 Figuur 2 toont schematisch in doorsnede een voorbeeld van een isolatieplaat 10 volgens de uitvinding.

De getoonde isolatieplaat omvat een stijve basisplaat 11, die uit geschuimd isolatiemateriaal kan bestaan, zoals bijvoorbeeld polyurethaanschuim. De basisplaat kan echter 25 ook uit een ander relatief stijf isolatiemateriaal bestaan zoals bijvoorbeeld geperste isolatiewol. Een plaat van geperst steenwol is bijvoorbeeld, afhankelijke van de persing, moeilijk indrukbaar en zal zich niet om oneffenheden stulpen. Op de basisplaat 11 is aan één zijde 30 een laag 12 van minerale isolatiewol, bijvoorbeeld glaswol of steenwol aangebracht. De laag isolatiewol heeft een zodanige persing, dat deze zich om de gebruikelijke oneffenheden kan stulpen, zoals in figuur 3 is getoond. Bij gebruik van glaswol kan bijvoorbeeld een zodanige persing 35 zijn toegepast, dat het gewicht van de glaswol in de orde van + 18 kg/m3 ligt. Andere waarden zijn echter ook t 4 mogelijk, zolang een voldoende vermogen om oneffenheden op te nemen wordt verkregen.

Een praktische hybride isolatieplaat voor spouwmuurisolatie volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld 5 bestaan uit een basisplaat van polyurethaan met een dikte van bijvoorbeeld 55 a 65 mm, met daarop aan één zijde bevestigd een glaswolplaat met een gewicht in de orde van bijvoorbeeld ± 18 kg/m3. De andere zijde van de polyurethaanplaat kan van een cachering 13 met een geschikt 10 vochtwerend materiaal, zoals bijvoorbeeld polyetheenvlies, glasvlies of dergelijke zijn voorzien.

De isolatiewolplaat 12 kan op elke daartoe geschikte wijze, bijvoorbeeld door lijmen op de basisplaat 11 worden bevestigd. Een goede hechting wordt verkregen indien de 15 basisplaat wordt gevormd door deze direkt op de gerede isolatiewollaag te schuimen. In het bijzonder polyurethaan heeft gedurende een korte periode tijdens het opschuimen een zeer sterk klevend karakter, waarvan op deze wijze met voordeel gebruik gemaakt kan worden.

20 Met voordeel kan voorafgaand aan het opschuimen van de schuimlaag een membraan aangebracht worden op het desbetreffende oppervlak van de isolatiewol. Het schuim hecht zich dan via openingen in het membraan aan de isolatiewol, zodat een goed samenhangende hybride 25 isolatieplaat ontstaat. Het membraan maakt het echter mogelijk om na het verwijderen van het isolatiemateriaal, bijvoorbeeld bij sloop van het desbetreffende gebouw, de schuimlaag en de wollaag van elkaar te scheiden, zodat de afvalmaterialen elk afzonderlijk op de meest gunstige wijze 30 verwerkt kunnen worden.

Een dergelijk membraan of geperforeerd vlies is in figuur 4 schematisch bij 17 getoond.

De hybride isolatieplaat volgens de uitvinding kan op gebruikelijke wijze worden bevestigd met ankers 14 en 35 aandrukclips 15, zoals in figuur 3 schematisch aangegeven. De ankers of een aantal daarvan kunnen met voordeel 5 desgewenst tevens als spouwankers dienen. Voorts kunnen de hybride isolatieplaten van zich rondom uitstrekkende sponningen zijn voorzien. Dit kan bijvoorbeeld een messing en groef systeem zijn, maar toepassing van ronde 5 sponningen, zoals bij stolpdeuren worden toegepast, of oplegsponningen is ook mogelijk. De sponningen bewerkstelligen een goede aansluiting tussen naburige platen. Bij toepassing van vooraf aangebrachte (spouw-) ankers kunnen met voordeel platen met oplegsponningen 10 worden toegepast.

Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse .. modificaties mogelijk zijn. Zo zou op de isolatiewol desgewenst nog een dampremmende laag van bij voorkeur soepel materiaal kunnen worden aangebracht.

15 Voorts kan de uitvinding ook worden toegepast voor het isoleren van andere oppervlakken, zowel effen als oneffen, dan het buitenoppervlak van een binnenspouwblad van een spouwmuur. Deze en soortgelijke modificaties liggen na het voorgaande voor de deskundige voor de hand.

20 , I. ..

i *

Claims (12)

1. Werkwijze voor het isoleren van wanden en dergelijke met een oppervlak met uitstekende oneffenheden, in het bijzonder geschikt voor het isoleren van spouwmuren van gebouwen, met het kenmerk, dat tegen het oppervlak met 5 oneffenheden een hybride isolatieplaat wordt aangebracht, welke hybride isolatieplaat een stijve basislaag van isolatiemateriaal en een daarop aangebrachte, tenminste plaatselijk indrukbare laag van isolatiemateriaal omvat, ·· waarbij de isolatieplaat zodanig met de plaatselijk 10 indrukbare laag tegen het oneffen oppervlak wordt gedrukt en bevestigd, dat de indrukbare laag zich althans deels om de oneffenheden stulpt.

2. Isolatieplaat, in het bijzonder geschikt voor het isoleren van een oppervlak met uitstekende oneffenheden, 15 gekenmerkt door een stijve basislaag van een eerste isolatiemateriaal welke basislaag is voorzien van een laag van een althans plaatselijk indrukbaar tweede isolatiemateriaal.

3. Isolatieplaat volgens conclusie 2, met het 20 kenmerk, dat de basislaag aan de van de indrukbare laag afgekeerde zijde is voorzien van een cachering met een vochtwerend materiaal.

4. Isolatieplaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de cachering een polyetheenvlies omvat.

5. Isolatieplaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de cachering een glasvlies omvat.

6. Isolatieplaat volgens één der conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk, dat de indrukbare laag is voorzien van een dampremmende laag.

7. Isolatieplaat volgens één der conclusies 2 t/m 6, met het kenmerk, dat de indrukbare laag glaswol of steenwol met een lage persing omvat.

8. Isolatieplaat volgens één der conclusies 2 t/m 7, met het kenmerk, dat de basislaag uit polyurethaanschuim is gevormd.

9. Isolatieplaat volgens één der conclusies 2 t/m 8, 5 met het kenmerk, dat de basislaag en de indrukbare laag aan elkaar zijn bevestigd doordat de basislaag door opschuimen op de indrukbare laag is gevormd.

10. Isolatieplaat volgens één der conclusies 1 t/m 9 met het kenmerk, dat tussen de basislaag en de indrukbare 10 laag een membraan is aangebracht.

11. Isolatieplaat volgens één der conclusies 1 t/m -- 7, 9 of 10 met het kenmerk dat de basislaag uit isolatiewol met een sterke persing is gevormd.

12. Isolatieplaat volgens één der conclusies 2 t/m 15 9, met het kenmerk, dat de isolatieplaten van geschikte omtrekssponningen zijn voorzien. f '