BE1022429B1

BE1022429B1 - Isolatie-element voor het renoveren van daken, vloeren of wanden

Info

Publication number: BE1022429B1
Application number: BE2014/0041A
Authority: BE
Original assignee: Unilin Bvba
Priority date: 2013-02-01
Filing date: 2014-01-27
Publication date: 2016-03-30
Also published as: NL2012181B1; FR3001743B1; NL2012181A; FR3001743A1

Abstract

Isolatie element voor het renoveren van daken, wanden of vloeren, waarbij dit isolatie element is samengesteld uit een plaatvormig geschuimd element (1) en een matvormig isolatiedeken (2), daardoor gekenmerkt dat het plaatvormig geschuimd element (1) minstens twee tegenoverliggende geprofileerde randen (3) omvat die minstens gedeeltelijk aan kunnen sluiten met de geprofileerde randen van een gelijkaardig aanliggend isolatie element.

Description

Isolatie element voor het renoveren van daken, vloeren of wanden.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een renovatie element voor het na-isoleren van daken, vloeren of wanden, of met andere woorden op een isolatie element voor het renoveren van daken, vloeren of wanden.

Isolatie elementen voor het na-isoleren van wanden, vloeren en daken zijn reeds ruim gekend en kunnen bijvoorbeeld hoofdzakelijk zijn opgebouwd uit een harde schuimplaat, zoals uit een polyurethaan, polyisocyanuraat of polystyreenplaat, die bijvoorbeeld aan weerszijden voorzien is van aluminium deklagen. Bij oneffenheden op het te isoleren oppervlak kan de aansluiting van de isolatie te wensen overlaten en kunnen ongewenste luchtstromingen tussen dit oppervlak en het isolatie element ontstaan, waarbij de isolatiewaarde van het systeem daalt.

Uit het WO 2012/104067 en het DE 20 2009 001 352 UI is het gekend een isolatie element van een additionele vervormbare isolatielaag te voorzien die in staat is de oneffenheden van het te isoleren oppervlak op te vangen, zodat toch een goede aansluiting wordt bekomen met de isolatie. De vervormbaarheid van de isolatielaag kan echter problemen opleveren met de aansluiting tussen de isolatie-elementen onderling, waardoor zogenaamde koudebruggen kunnen ontstaan.

Het EP 2 316 641 en het DE 20 2005 011 630 UI openbaren een isolatie element dat is samengesteld uit een plaatvormig geschuimd element uit polyisocyanuraat en een matvormig isolatiedeken. Het isolatiedeken uit minerale wol zorgt hierbij voor een zekere brandvertraging. Het isolatiedeken is hierbij bij voorkeur verschoven ten opzichte van het geschuimd element zodanig dat het zich aan twee zijden tot voorbij het plaatvormig geschuimd element uitstrekt. Het is onduidelijk wat de functie of effect van dergelijke verschuiving kan zijn. Ook hier kunnen problemen optreden met de aansluiting tussen de isolatie-elementen onderling. Zowel het geschuimd element als het isolatiedeken zijn voorzien van rechte randen.

De uitvinding beoogt in de eerste plaats een alternatief isolatie element of renovatie element, waarbij volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen een oplossing kan worden geboden voor één of meer van de problemen uit de stand van de techniek. Hiertoe betreft de uitvinding een isolatie element voor het renoveren van daken, wanden of vloeren, waarbij dit isolatie element is samengesteld uit een plaatvormig geschuimd element en een matvormig isolatiedeken, met als kenmerk dat het plaatvormig geschuimd element minstens twee tegenoverliggende geprofileerde randen omvat die minstens gedeeltelijk aan kunnen sluiten met de geprofileerde randen van een gelijkaardig aanliggend isolatie element.

Het is duidelijk dat het isolatie element in de eerste plaats bedoeld is als renovatie element, namelijk om een bestaand element te renoveren of isoleren. Door de toenemende energieprijzen, en de toenemende normen voor isolatiewaarde, kan het voordelig zijn een bestaande isolatie te supplementeren. Hiertoe wordt het renovatie element met het isolatiedeken op het te renoveren bestaand isolatie-element aangebracht of gelegd. Het isolatiedeken dient om de ruimte tussen het bestaande element en het nieuwe element op te vullen, zodat er geen luchtcirculatie tussen de isolatielagen kan plaatsvinden. Het isolatiedeken dient tevens om oneffenheden op te vangen tussen het te renoveren element en het renovatie element. Het is uiteraard niet uitgesloten dat het isolatie-element van de uitvinding, in de plaats van als renovatie element voor bestaande isolatie of isolatie-elementen, zou worden ingezet voor het isoleren van niet-geïsoleerde wanden, vloeren of daken, en/of bij nieuwbouw. Ook in dergelijke gevallen kan het te isoleren oppervlak oneffenheden vertonen.

Door meerdere dergelijke renovatie elementen naast elkaar te plaatsen, kan een grote oppervlakte bedekt worden. Aan de hand van de profileringen op de randen van de geschuimde elementen wordt de uitlijning van aanliggende elementen eenvoudiger, zelfs in het geval van oneffenheden op het te isoleren oppervlak. Geschuimde platen zijn ideaal geschikt voor het eraan vormen van geprofileerde randen. Zij kunnen namelijk op een nauwkeurige manier worden voorzien van gladde oppervlakken door middel van verspanende bewerkingen, zoals frees en/of zaagbewerkingen.

De verbeterde aansluitingen met het te isoleren oppervlak, en tussen aanliggende isolatie elementen onderling, kan leiden tot een verbeterde isolatiewaarde van het systeem.

Het isolatie element van de uitvinding kan op verschillende mogelijke wijzen worden uitgevoerd. Hieronder zijn, zonder exhaustief te willen zijn, enkele mogelijkheden opgesomd.

Volgens een eerste belangrijke mogelijkheid vertonen de voomoemde geprofileerde randen een andere profilering dan de profilering van de corresponderende randen van het matvormig isolatiedeken en/of zijn de corresponderende randen van het matvormig isolatiedeken haaks, dus niet geprofileerd, uitgevoerd.

De geprofileerde randen van aanliggende elementen sluiten, bij voorkeur minstens over het merendeel van de dikte van de elementen, op elkaar aan. Dit heeft als voordeel dat het bevestigen van elementen naast elkaar nauwkeuriger en eenvoudiger is, en dat de kans op het voorkomen van doorgaande voegen of naden wordt geminimaliseerd.

Volgens een tweede mogelijkheid kunnen voomoemde geprofileerde randen volledig aansluiten tegen de geprofileerde randen van een aanliggend renovatie element. Een volledige aansluiting voorziet in een optimaal behoud van de isolatiewaarde van het systeem.

Volgens een derde mogelijkheid kunnen voornoemde twee geprofileerde randen slechts gedeeltelijk aan tegen de geprofileerde randen van een aanliggend isolatie of renovatie element, waarbij deels een vrije mimte behouden blijft tussen de geschuimde elementen van de aanliggende isolatie elementen, waarbij deze mimte zich aan de naad met het matvormig isolatiedeken bevindt. Voornoemde vrije mimte zorgt ervoor dat het isolatiedeken bij het plaatsen van twee aanliggende renovatie elementen niet opstropt tussen deze elementen en zo een goede sluiting/isolatie zou verhinderen. Deze derde mogelijkheid voorziet aldus in een verlaging van het risico op het ontstaan van koude bruggen.

Bij voorkeur wordt een deels aansluitende rand bekomen door een hoekje van een geprofileerde rand van het plaatvormig geschuimd element weg te laten, hetzij door een rechte hetzij door een afgeronde inkeping of afschuining in de geprofileerde rand aan de zijde van de naad met het matvormig isolatiedeken. Het weggelaten deel van de geprofileerde rand creëert aldus een vrije ruimte in de naad tussen twee aanliggende renovatie elementen. Deze vrije ruimte ontleent zich om een kleine ophoping van isolatiedeken te bergen, en verhindert zo dat het isolatiedeken tussenin de renovatie elementen komt te liggen en daar een niet optimale sluiting zou veroorzaken.

De voornoemde isolatie of renovatie elementen worden bij voorkeur zo geïnstalleerd dat de voornoemde vrije ruimte zich minstens aan de kant van een eerste reeds geplaatst renovatie element bevindt, daar waar een tweede aanliggende renovatie element zal worden aangelegd. In die situatie kan immers een ophoping ontstaan van het isolatiedeken die de aansluiting tussen het eerste en het tweede isolatie element kan belemmeren.

Hierna worden enkele voorkeurdragende kenmerken aangehaald die van toepassing zijn bij de elementen van de uitvindingen, bij voorkeur bij de elementen die uitgevoerd zijn volgens voornoemde eerste, tweede of derde mogelijkheid.

Bij voorkeur vertonen de geprofileerde randen van het geschuimde element een profile dat zodanig is dat wanneer twee van dergelijke isolatie-elementen naast elkaar worden aangebracht de betreffende randen elkaar minstens gedeeltelijk overlappen. Beter nog voorzien de geprofileerde randen in een onderlinge uitlij ning van aanliggende isolatie-elementen in eenzelfde vlak, bijvoorbeeld door middel van een tand en groefVerbinding.

In een bepaalde uitvoeringsvorm omvat het isolatie of renovatie element een plaatvormig geschuimd element met een paar tegenoverliggende geprofileerde randen of kanten en een paar tegenoverliggende rechte of haakse randen of kanten, waarbij het profiel van het ene element past in het profiel van een ander gelijkaardig aanliggend element. In een andere uitvoeringsvorm omvat het renovatie element een plaatvormig geschuimd element met twee paar tegenoverliggende geprofileerde kanten. De vier geprofileerde kanten kunnen van hetzelfde profiel zijn, of twee verschillende profielen omvatten.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het randprofiel (of de geprofileerde rand) schuin uitgevoerd. In een verdere uitvoeringsvorm kan de schuintegraad zijn aangepast aan de dikte/isolatiewaarde van het plaatvormig element, waarbij bij voorkeur een dikker element een kleinere schuintegraad heeft.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het matvormig isolatiedeken rechte randen.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het renovatie element een samenstelling van een plaatvormig geschuimd element met twee of meerdere geprofileerde kanten en een matvormig isolatiedeken met rechte kanten. Rechte kanten hebben als voordeel dat de hoeken van het isolatiedeken niet verwrongen raken bij verpakking en transport, en is tevens eenvoudig in fabricatie.

Het plaatvormig geschuimd element en het matvormig isolatiedeken zijn bij voorkeur aan elkaar bevestigd door verkleving. Volgens een andere mogelijkheid is het materiaal van het geschuimd element uitgehard op het matvormig isolatiedeken.

Bij voorkeur bedraagt de dikte van het matvormig isolatiedeken 1 centimeter of meer. Met een dikte van 10 millimeter kunnen al enige oneffenheden op het te isoleren oppervlak worden opgevangen. Bij voorkeur bedraagt de dikte van het isolatie deken minder dan de dikte van het plaatvormig geschuimd element en/of minder dan 50 millimeter. Voor de isolatiewaarde van het geheel is het namelijk voordelig de grootste dikte van het isolatie element uit de geschuimde plaat te vormen.

Bij voorkeur wordt als isolatiemateriaal voor het isolatiedeken minerale wol, zoals glaswol of rotswol, houtwol, vlaswol, schaapswol, veren, stro en dergelijke toegepast.

In het geval van glaswol wordt een significant vuurbestendig en brandvertragend effect bereikt. Een isolerend materiaal van dierlijke of natuurlijke oorsprong geeft een zeer milieuvriendelijk renovatie element. Voor het isolatiedeken kan ook een cellulosegebaseerd isolatiemateriaal of isolatiemateriaal gebaseerd op houtvezel worden toegepast. Cellulosegebaseerde isolatiematerialen zijn gekend om hun goede akoestische isolatiewaarde, bovendien vertonen zij tevens een aanvaardbare tot zeer goede thermische isolatiewaarde.

Het plaatvormig geschuimd materiaal bestaat bij voorkeur in hoofdzaak uit een hard schuim en/of uit een isolatieschuim gekozen uit de reeks van polyurethaan (PUR), polyisocyanuraat (PIR), polystyreen, geëxtrudeerd polystyreen, geëxpandeerd polystyreen, fenol isolatie, perliet, vermiculiet en glasschuim. Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt polyisocyanuraat gekozen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het renovatie element van de uitvinding een akoestische weerstand (Ra) van minstens 40 dB(a) en/of minstens een thermische weerstand (Rc) van 4 m2K/W.

De renovatie elementen zijn bij voorkeur voorzien van voorgemonteerde tengellatten die op hun beurt pannenlatten en dakpannen of andere dakbedekking kunnen ondersteunen.

De renovatie elementen worden bij voorkeur gemonteerd op een dragende structuur, doch kunnen ook zelfdragend zijn uitgevoerd.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het renovatie element langwerpig, met geprofileerde randen in de langse zijde. In het geval van een dakconstructie worden de renovatie elementen dan bij voorkeur zodanig aangebracht dat de kortste zijden quasi parallel zijn aan de dakgoot

De elementen van de uitvinding zijn bij voorkeur geschikt voor toepassing onder schubvormige, ventilerende dakbedekking zoals pannen en leien. De elementen zijn geschikt voor toepassing op een dragend dakbeschot met tengels of een bestaand dakelement.

Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft de uitvinding een isolatie-element, geschikt voor het renoveren van bestaande isolatie, waarbij dit isolatie-element minstens is samengesteld uit, enerzijds, een plaatvormig geschuimd element, bij voorkeur hoofdzakelijk op basis van polyisocyanuraat of polyurethaan, en, anderzijds, een matvormig isolatiedeken voorzien aan minstens één vlakke zijde van voornoemd geschuimd element, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde geschuimd element aan minstens twee tegenoverliggende randen met een profiel is uitgevoerd, zodanig dat wanneer twee van dergelijke isolatie-elementen naast elkaar worden aangebracht de betreffende randen elkaar minstens gedeeltelijk overlappen. Bij voorkeur omvat het profiel aan één van de voomoemde randen een naar buiten verlopende wand, terwijl het profiel van de tegenoverliggende rand een hiermee minstens gedeeltelijk corresponderende naar binnen verlopende wand vertoont. Bij voorkeur ontstaat bij het naast elkaar aanbrengen van twee van dergelijke isolatie-elementen een contactoppervlak op de voornoemde corresponderende wanden. Bij voorkeur strekt het voornoemde contactoppervlak zich uit over minstens 50 percent van de dikte van het geschuimde element, en beter nog over minstens 85 percent daarvan. Bij voorkeur zijn de voornoemde naar buiten en naar binnen verlopende wand voor het grootste gedeelte ervan uitgevoerd als geïnclineerde rechte wanden, waarbij de inclinatie van de corresponderende wanden bij voorkeur overeenstemt, of althans toch minstens minder dan 5° verschilt. Een goede waarde voor de inclinatie van de rechte wanden wordt gevonden wanneer deze van 5 tot 25° afwijkt van de dikterichting van het geschuimd element. Bij voorkeur vertoont het profiel van die rand die voorzien is van de naar binnen verlopende rand een afkanting naar de zijde die voorzien is van het isolatiedeken. Dergelijke afkanting of afschuining voorziet bij voorkeur in een kamer tussen de corresponderende wanden van twee aangrenzende isolatie-elementen. Bij voorkeur is het voomoemde isolatiedeken recht afgesneden, of althans toch met een inclinatie kleiner dan die van de corresponderende wanden.

Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op een dak-, vloer- of wandconstructie omvattende één of meerdere van de voomoemde renovatie of isolatie elementen. De renovatie elementen worden bij voorkeur in eenzelfde vlak gemonteerd, waarbij de specifieke profileringen zorgen voor een eenvoudige en correcte aanligging van de renovatie elementen. In het geval van een dak, bevinden de specifieke profileringen zich bij voorkeur dwars op de breedterichting van het dak, of met andere woorden in de richting van goot naar nok. Het andere paar aansluitingen kan eventueel geschieden via rechte randen, doch in een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen de specifieke profileringen ook daar worden toegepast.

Om de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld en zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de volgende tekeningen, waarin: figuur 1 een dwarsdoorsnede weergeeft van twee aanliggende renovatie elementen volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een zicht weergeeft op het in figuur 1 weergegeven gebied F2; figuur 3 in perspectief een variante weergeeft; en figuur 4 een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de op figuur 3 aangegeven lijn IV-IV.

Figuur 1 toont een isolatie element of renovatie element met de kenmerken van de uitvinding. Hiertoe is het isolatie element samengesteld uit minstens een plaatvormig geschuimd element 1 en een matvormig isolatiedeken 2. Het plaatvormig geschuimd element 1 vertoont aan minstens twee tegenoverliggende randen 3A-3B een profiel. In streeplijn is weergegeven dat de geprofileerde randen 3A-3B minstens gedeeltelijk aan kunnen sluiten met de geprofileerde randen van een gelijkaardig isolatie element.

Figuur 2 geeft op grotere schaal de aansluiting tussen twee van dergelijke aanliggende renovatie elementen weer, namelijk elk bestaande uit een plaatvormig geschuimd element la, lb en een matvormig isolatiedeken 2A, 2B. De schuin geprofileerde rand 3A van het links weergegeven renovatie element vertoont een vrije ruimte 4 met de naad van het aangehechte isolatiedeken 2A. Het rechts weergegeven renovatie element vertoont een schuin geprofileerde rand 3B die reikt tot aan de naad van het aangehechte isolatiedeken 2B. Beide geprofileerde randen 3A, 3B sluiten aan, behalve daar waar de vrije ruimte 4 zich bevindt. Deze vrije ruimte 4 wordt gevormd door een “hoek” die uitgesneden is uit, of door een afschuining van, de onderzijde van de geprofileerde rand 3A. De randen 5A-5B van de matvormige isolatiedekens 2A, 2B zijn recht of haaks uitgevoerd. Aan het rechts weergegeven renovatie element is een tengellat 6 voorzien die in aanliggende toestand van beide renovatie elementen de randen bedekt.

Figuur 2 geeft verder weer dat het isolatiedeken 2B in het voorbeeld in staat is een oneffenheid 7 van het te isoleren oppervlak 8 op te vangen. Figuur 2 geeft telkens weer dat de vrije ruimte 4 plaats biedt voor een eventuele ophoping 9 van het isolatiedeken 2A-2B. De ophoping 9 wordt zo minder kritisch voor een goed aansluiting tussen de aanliggende isolatie elementen.

Het is duidelijk dat de profileerde randen 3A-3B van de isolatie-elementen van het voorbeeld overlappend zijn uitgevoerd en dat er een contactoppervlak 10 ontstaat op deze randen 3 A-3B, dat zich over minstens 50 percent, en in dit geval over minstens 85 percent van de dikte Tl van het geschuimde plaatvormige element 1 uitstrekt, doch niet over de volledige dikte Tl. De vrije ruimte 4 strekt zich bij voorkeur in verticale richting V over minstens 5 percent, en nog beter minstens 10 percent van de dikte Tl uit.

De dikte T van de isolatie-elementen kan uiteraard gevarieerd worden door de dikte Tl van het geschuimde plaatvormige element 1A-1B en de dikte T2 van het matvormige isolatiedeken 2A-2B te variëren. De hoek A van het profiel van de geprofileerde randen 3A-3B is bij voorkeur kleiner bij dikkere plaatvormige elementen 1, zodat het materiaalverlies aan de betreffende randen 3A-3B beperkt kan blijven. De afstand B waarover de vrije ruimte 4 zich in horizontale richting H uitstrekt kan ook gevarieerd worden, bij voorkeur wordt deze afstand B gevormd door een afschuining bijvoorbeeld onder 45° aan een vlakke zijde 11 waar het matvormig deken 2 zich bevindt.

Onderstaande tabel somt varianten op voor isolatie-elementen gelijkaardig aan die van figuren 1 en 2, waarbij telkens de bekomen isolatiewaarde weergegeven is voor het geval het plaatvormig geschuimd element 1 uit polyisocyanuraat (PIR) gevormd is en het matvormig deken uit rotswol 2 bestaat.

Figuur 3 en 4 geven nog een isolatie element weer met de kenmerken van de uitvinding. Het plaatvormig element 1 is minstens aan één vlakke zijde 12, en bij voorkeur aan beide vlakke zijden 11-12 voorzien van een dampdichte en/of gasdichte laag 13, bijvoorbeeld uit aluminium. Het plaatvormig element 1 bestaat uit polyisocyanuraat schuim en het matvormige isolatiedeken 2 bestaat uit rotswol.

Het plaatvormige geschuimd element is, in dit geval, aan twee paar randen 3A-3B-14A-14B voorzien van een profiel. Het profiel is zodanig dat, wanneer twee van dergelijke isolatie-elementen naast elkaar worden aangebracht de betreffende randen 3A-3B-14A-14B elkaar minstens gedeeltelijk overlappen. In dit geval voorzien de voomoemde geprofileerde randen 3A-3B-14A-14B in een onderlinge uitlijning van aanliggende isolatie-elementen in eenzelfde vlak, namelijk in het vlak loodrecht op de richting V. Hiertoe voorzien zij in een verbinding telkens door middel van een tand 15 en groef 16.

In streeplijn is nog weergegeven dat het element van de figuren 3 en 4 eveneens kan voorzien in een vrije ruimte 4.

Er wordt nogmaals opgemerkt dat het uiteraard niet is uitgesloten dat het isolatie-element van de uitvinding, in de plaats van als renovatie-element voor bestaande isolatie of isolatie-elementen, zou worden ingezet voor het isoleren van niet-geïsoleerde wanden, vloeren of daken, en/of bij nieuwbouw, waarbij gelijkaardige voordelen worden bereikt. Zo bijvoorbeeld kan het isolatiedeken 2-2A-2B zich ook aanpassen aan de onregelmatigheden of oneffenheden 8 van een wand, vloer of dak, terwijl aan de hand van het geschuimde element 1 een hoge isolatiewaarde wordt geboden in een beperkte dikte Tl, of met andere woorden met een beperkt plaatsverlies.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk vloerpaneel en dergelijke werkwijze kan op verschillende manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. - Isolatie element voor het renoveren van daken, wanden of vloeren, waarbij dit isolatie element is samengesteld uit een plaatvormig geschuimd element (1) en een matvormig isolatiedeken (2), daardoor gekenmerkt dat het plaatvormig geschuimd element (1) minstens twee tegenoverliggende geprofileerde randen (3A-3B) omvat die minstens gedeeltelijk aan kunnen sluiten met de geprofileerde randen (3) van een gelijkaardig aanliggend isolatie element.
2. - Isolatie element volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat voomoemde geprofileerde randen een andere profilering hebben dan de corresponderende randen (5 A-5B) van het matvormig isolatiedeken (2).
3. - Isolatie element volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voomoemde geprofileerde randen (3) een volledige aansluiting kunnen verwezenlijken met de geprofileerde randen (3) van een aanliggend isolatie element.
4. - Isolatie element volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voomoemde geprofileerde randen (3) slechts gedeeltelijk kunnen aansluiten tegen de geprofileerde randen (3) van een aanliggend isolatie element, waarbij deels een vrije ruimte (4) behouden blijft tussen de geschuimde elementen van de aanliggende isolatie elementen, waarbij deze mimte (4) zich aan de naad met het matvormig isolatiedeken (2) bevindt.
5. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het plaatvormig geschuimd element (1) is vervaardigd uit isolatieschuim gekozen uit de reeks van polyurethaan (PUR), polyisocyanuraat (PIR), polystyreen, geëxtrudeerd polystyreen, geëxpandeerd polystyreen, fenol isolatie, perliet, vermiculiet en glasschuim, en dat het matvormig isolatiedeken (2) is vervaardigd uit warmte-isolerend, vuurbestendig en/of akoestisch materiaal, of een combinatie hiervan.
6. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het matvormig isolatiedeken (2) is vervaardigd uit minerale wol, zoals glaswol of rotswol, houtwol, flaxwol, schaapswol, veren, stro.
7. - Isolatie-element volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat dit isolatie-element minstens is samengesteld uit, enerzijds, een plaatvormig geschuimd element (1) hoofdzakelijk op basis van polyisocyanuraat of polyurethaan, en, anderzijds, een matvormig isolatiedeken (2) voorzien aan minstens één vlakke zijde van voomoemd geschuimd element (1), waarbij het voomoemde geschuimd element (1) aan minstens twee tegenoverliggende randen (3A-3B) met een profiel is uitgevoerd, zodanig dat wanneer twee van dergelijke isolatie-elementen naast elkaar worden aangebracht de betreffende randen (3A-3B) elkaar minstens gedeeltelijk overlappen.
8. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde geprofileerde randen (3A-3B) voorzien in een onderlinge uitlijning van aanliggende isolatie-elementen in eenzelfde vlak, bijvoorbeeld aan de hand van een verbinding door middel van een tand (15) en een groef (16).
9. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de geprofileerde randen (3A-3B) van het plaatvormig geschuimd element (1) schuin zijn.
10. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één geprofileerde rand (3A) van het plaatvormig geschuimd element (1) schuin is met een afschuining of andere afkanting naar de naad van het matvormig isolatiedeken (2) toe.
11. - Isolatie element volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de afkanting recht of afgerond is.
12. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het matvormig isolatiedeken (2) rechte of quasi rechte randen (5 A-5B) heeft.
13. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aanliggende renovatie elementen in eenzelfde vlak liggen.
14. - Isolatie element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het plaatvormig geschuimd element (1) en het matvormig isolatiedeken (2) aan elkaar zijn bevestigd door verkleving.
15. - Dakconstructie, wandconstructie of vloerconstructie omvattende één of meerdere isolatie elementen volgens één van de voorgaande conclusies.