NL1009878C2

NL1009878C2 - Inrichting voor het afgeven van pillen, alsmede dispenser en blisterverpakking voor toepassing daarin.

Info

Publication number: NL1009878C2
Application number: NL1009878A
Authority: NL
Inventors: Marlies Van Dullemen; Mark Herman Hendrik Schulte
Original assignee: Npk Ind Design B V
Priority date: 1998-08-17
Filing date: 1998-08-17
Publication date: 2000-02-18
Also published as: HU226368B1; IL141449A0; CZ300082B6; SK2172001A3; CN1232429C; AU751078B2; CN1495110A; CN1314863A; ID30384A; EP1105324B1; BR9913078A; JP2002522311A; EP1595820A3; DE69925607T2; ATE296772T1; PL346705A1; HK1038906A1; NO20010745D0; NZ509817A; CZ2001513A3

Description

Inrichting voor het afgeven van pillen, alsmede dispenser en blisterverpakking voor toepassing daarin

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van pillen, voorzien van ten minste een blisterverpakking en een dispenser.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de interna-5 tionale octrooiaanvrage WO 97/08078 van aanvraagster. Bij deze bekende inrichting zijn de middelen voor het stapsgewijs verdraaibaar positioneren van de blisterverpakking aangebracht aan de beide delen van de dispenser, terwijl de blisterverpakking onverdraaibaar in ingrijping is met één 10 van de delen en daardoor wordt meegenomen bij verdraaiing daarvan.

De onderhavige uitvinding beoogt thans de bekende inrichting verder te verbeteren.

Hiertoe verschaft de uitvinding een inrichting voor 15 het afgeven van pillen, voorzien van ten minste een ringvor- Ë mige blisterverpakking, waarin holten met pillen zijn ? verdeeld, zodanig dat openingen van de holten daarin buitenwaarts zijn gericht, alsmede een platte pocket dispenser met een eerste deel voor het in een ringvorm opnemen van de 20 verpakking, een op het eerste deel passend tweede deel dat te zamen met het eerste deel de blisterverpakking omhult, welk eerste deel en/of tweede deel is voorzien van ten minste een doorlaatopening waarmede een af te geven pil in lijn brengbaar is, en een uitdrukorgaan dat in lijn met de Ë 25 verschillende pillen in de blisterverpakking en de doorlaat- - opening plaatsbaar is en bedienbaar is voor het uitdrukken van de af te geven pil door de doorlaatopening, waarbij ï middelen voor het stapsgewijs verdraaibaar positioneren van z de blisterverpakking ten opzichte van het met het uitdrukor-30 gaan uitgevoerde deel van de inrichting zijn aangebracht, daardoor gekenmerkt dat de blisterverpakking zelf en het met 2 het uitdrukorgaan uitgevoerde deel zijn voorzien van de middelen voor het stapsgewijs positioneren van de blister- 1009878 Ë 2 verpakking.

Door de middelen voor het stapsgewijs positioneren van de blisterverpakking direct aan de blisterverpakking zelf aan te brengen, wordt één bron van onnauwkeurigheden 5 bij het positioneren van de blisterverpakking ten opzichte van het uitdrukorgaan geëlimineerd. Gebleken is namelijk dat het nauwkeurig voor het uitdrukorgaan positioneren van de holte met de uit te drukken pil van groot belang is voor het op betrouwbare wijze uitdrukken van de pil uit de holte en 10 door de afdekkende folie. Dit speelt in het bijzonder bij het verkleinen van de afmetingen van de inrichting. Deze kleine afmetingen leggen beperkingen op aan de slag van het uitdrukorgaan, de uitdrukkracht het blisterformaat en dergelijke.

15 Voor een verdere vergroting van de nauwkeurigheid zijn de genoemde middelen uitgevoerd met een voorspanorgaan dat de door het productieproces opgelegde spelingen in de middelen naar één zijde opheft.

In één mogelijke uitvoering zijn de genoemde 20 middelen voorzien van een aan het betreffende deel van de dispenser gevormde vertanding en een aan de blisterverpakking gevormde, verende tand, waarbij dan bij voorkeur het voorspanorgaan is voorzien van een tweede verende tand die in omtreksrichting op een afstand ligt van de eerstgenoemde 25 tand, die enigszins afwijkt van (een veelvoud van) de tandsteek die hoort bij de vertanding aan de dispenser.

Indien de genoemde middelen en het voorspanorgaan zijn gevormd aan een houder voor de blisterverpakking, dan kunnen deze niet alleen worden gebruikt voor het positione-30 ren van de blisterverpakking in de dispenser, doch ook voor het juist ten opzichte van de houder positioneren van de blisterverpakking tijdens de fabricage daarvan.

Voor het verdere verbeteren van de uitdrukprestatie van het uitdrukorgaan is dit aan het buitenwaarts gekeerde 35 vrije uiteinde afgeschuind, zodanig dat elke holte buiten het midden wordt belast bij het uitdrukken van een pil.

1009878 3

Op verrassende wijze is gebleken dat bij een dergelijke belasting van de holte een gecontroleerd uitdrukken van de pil uit de holte mogelijk is zonder pieken in de krachtontwikkeling die de uitdrukbeweging nadelig zouden 5 kunnen beïnvloeden. Ook blijft de gemiddelde uitdrukkracht laag.

Volgens een ander aspect van de uitvinding is het uitdrukorgaan bedienbaar met behulp van het bedieningsele-ment, waarbij het uitdrukorgaan en het bedieningselement één 10 geheel vormen doch als twee door een filmscharnier verbonden gedeelten zijn uitgevoerd, terwijl het deel van de dispenser dat het bedieningselement ondersteunt is uitgevoerd met middelen voor het opleggen van de scharnierbeweging.

Met een dergelijk uitdrukorgaan en bedieningsele-15 ment kunnen zowel de beweging van het bedieningselement als van het uitdrukorgaan naar wens worden gekozen zonder dat dit extra onderdelen met zich meebrengt.

Een verder voordelig aspect van de uitvinding is dat de blisterverpakking kan zijn voorzien van door de 20 doorlaatopening zichtbare middelen voor het geven van een indicatie over de inhoud van de zich voor de doorlaatopening = bevindende holte van de blisterverpakking. Deze middelen Γ kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een kleurcodering, die ^ aangeeft of, in het geval een anticonceptiepil, het vergeten = 25 van een bepaalde pil tot conceptiegevaar leidt of niet.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen die een uitvoeringsvoorbeeld I

van de uitvinding schematisch weergeven.

Fig. 1 is een perspectivisch explosieaanzicht van 30 het uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de I

uitvinding met een dispenser en een blisterverpakking. “

Fig. 2 toont in een met fig. 1 vergelijkbaar ^ aanzicht het onderste deel van de dispenser en het onderste 1 deel van de houder voor de blisterverpakking volgens fig. 1.

35 Fig. 3 is een bovenaanzicht van het onderste deel 1 van de dispenser van fig. 1.

1009878 4

Fig. 4 is een onderaanzicht van het bovenste deel van de dispenser van fig. 1.

Fig. 5 is een bovenaanzicht van het bovenste deel van de dispenser van fig. l.

5 Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van de houder voor de blisterverpakking volgens fig. 1.

Fig. 7 is een bovenaanzicht van de houder van fig.

6.

Fig. 8 is een op grotere schaal weergegeven zijaan-10 zicht van het uitdrukorgaan van fig. 1 in uitgevouwen stand waarin het wordt gefabriceerd.

Fig. 9 en 10 zijn dwarsdoorsneden van de inrichting volgens fig. 1 met het uitdrukorgaan in de ruststand, respectievelijk de uitdrukstand.

15 De tekening toont een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het afgeven van pillen met een meermalen te gebruiken pocketdispenser 1 en een disposable blisterverpakking 2. In het weergegeven geval bestaan de pillen in de blisterverpakking 2 uit anticonceptiepillen, waarvan er 28 20 in een verpakking zijn ondergebracht. Uiteraard is de dispenser ook voor andere pillen toepasbaar.

De blisterverpakking 2 omvat een lichaam met een aantal holten 3 voor het opnemen van in dit geval telkens één pil P. De holten 3 zijn afgedekt met behulp van een 25 scheurbare folie F (zie fig. 3 en 4), zodanig dat bij het uitoefenen van een kracht op de holte 3 met pil P daarin de pil door de scheurende folie kan worden uitgedrukt. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de blisterverpakking 2 ondergebracht in een houder 4 (zie ook fig. 6) in een 30 ringvorm, zodanig dat de folie F zich aan de buitenkant van de ringvorm bevindt en de pillen P derhalve van binnen naar buiten uit de blisterverpakking 2 kunnen worden gedrukt.

De houder 4 kan als één geheel met de blisterverpakking 2 zijn gevormd of kan met de blisterverpakking 2 35 zijn samengevoegd, bijvoorbeeld door een rechthoekige blisterverpakking 2 in een ringvorm te buigen en vervolgens de houder 4 of afzonderlijke onderdelen daarvan aan de 1009878 5 blisterverpakking 2 te bevestigen. Dit gebeurt bij voorkeur fabrieksmatig. Door de houder 4 is de blisterverpakking 2 zeer gemakkelijk in de dispenser 1 te plaatsen, terwijl de houder 4 ook extra functionaliteiten aan de blisterverpak-5 king 2 kan verschaffen.

Zoals in het bijzonder fig. 1 toont, omvat de dispenser 1 een onderste, komvormig deel 5 en een daarop te plaatsen dekselvormig bovenste deel 6. De beide delen 5, 6 bezitten samenwerkende randen teneinde het bovenste deel 6 10 op het onderste deel 5 te kunnen klikken voor het sluiten van de dispenser 1, waarbij het bovenste deel 6 verdraaibaar blijft ten opzichte van het onderste deel 5. Voor het vergemakkelijken van het vastpakken ten behoeve van de verdraaiing steekt de omtreksrand van het bovenste deel 6 15 uit buiten de omtrek van het onderste deel 5 (zie fig. 3 en 4). De beide delen 5 en 6 bezitten in hoofdzaak een ringvorm : met een opening in het midden en een cirkelvormige omtrek.

De dispenser 1 is ook relatief plat, zodat de dispenser j gemakkelijk in een tas of kledingzak kan worden meegenomen. ;

20 Het onderste deel 5 van de dispenser 1 is in de L

omtrekswand voorzien van een doorlaatopening 7 ten behoeve ^ van het uitwerpen van een pil uit de dispenser 1, waartoe ï het onderste deel 5 tevens is voorzien van een uitdrukorgaan : 8 met bedieningselement, resp. -knop 9, die later nog 25 uitgebreider zullen worden besproken.

Ten behoeve van het uitwerpen van de pillen P, ~ dient de blisterverpakking 2 stapsgewijs ten opzichte van Γ het onderste deel 5 te kunnen worden verdraaid, zodanig dat telkens een nieuwe holte 3 met pil P tussen het uitdrukor- f 30 gaan 8 en de doorlaatopening 7 kan worden geplaatst, zodat een pil kan worden uitgeworpen door het uitdrukorgaan 8 bij ~ bediening van het bedieningselement 9.

Hiertoe bezitten volgens de uitvinding de houder 4 van de blisterverpakking 2 en het onderste deel 5 van de Π 35 dispenser 1 samenwerkende positioneermiddelen. De middelen “ van het onderste deel 5 bestaan uit een vertanding 10 die " aan de buitenomtrek van een verhoging 11 op de bodem van het 1009878 1 6 onderste deel 5 is gevormd (zie fig. 1 - 3) , terwijl de middelen aan de houder 4 bestaan uit althans ongeveer radiaal tegenoverliggende tanden 12 en 13, die aan verende armen 14, respectievelijk 15 zijn gevormd, zodat de tanden 5 12 en 13 in radiale richting verend kunnen bewegen en zodoende tussen de tanden van de vertanding 10 aan de dispenser kunnen klikken voor het in een bepaalde stand houden van de blisterverpakking 2 ten opzichte van het onderste deel 5 van de dispenser 1. Het aantal tanden van de 10 vertanding 10 komt overeen met het aantal holten 3 in de blisterverpakking 2, zodat bij een verplaatsing van de tanden 12 en 13 naar een volgende tand van de vertanding 10 een nieuwe holte 3 voor de doorlaatopening 7 kan worden gebracht. De tanden van de vertanding 10 zijn niet symme-15 trisch maar bezitten aan de zijde van de juiste draairichting een minder steile flank, zodat een verdraaiing in de juiste richting gemakkelijker gaat dan een verdraaiing in de tegengestelde richting, of zelfs een verdraaiing in verkeerde richting in het geheel onmogelijk is.

20 In fig. 7 is te zien dat de tanden 12 en 13 van de houder 4 niet exact diametraal tegenover elkaar liggen, dat wil zeggen dat de omtreksafstand tussen de tanden 12 en 13 niet exact overeenkomt met een veelvoud van de tandsteek (in dit geval 18 0°) , waardoor de beide tanden 12 en 13 nooit 25 tegelijk exact in het midden tussen twee tanden van de vertanding zullen grijpen, doch één van de tanden 12, 13 tegen de schuine tandflank van een aangrenzende tand van de vertanding 10 zal liggen en zodoende een kracht in omtreks-richting op de blisterverpakking 2 zal uitoefenen, waardoor 30 de aanwezige speling wordt gecompenseerd. In de uitvoering waarbij de blisterverpakking 2 met de houder 4 moet worden samengevoegd, kunnen de tanden 12 en 13 ook tijdens de fabricage cq. montage mede als positioneermiddelen worden gebruikt voor het onder de juiste omtrekshoek samenvoegen 35 van de blisterverpakking 2 met de houder 4.

De houder 4 en het bovenste deel 6 van de dispenser 1 zijn eveneens uitgerust met positioneermiddelen voor het 1009878 7 in verschillende standen verdraaivast verbinden van het bovenste deel 6 en de blisterverpakking 2, teneinde met behulp van het bovenste deel 6 de houder 4 en de blisterverpakking 2 ten opzichte van het onderste deel 5 van de 5 dispenser 1 te kunnen verdraaien. Hiertoe is aan de bovenrand van de houder 4 van de blisterverpakking 2 een korte, buitenwaarts uitstekende flensrand 16 met een, met het aantal holten 3 in de blisterverpakking 2 overeenkomend, aantal inkepingen 17 gevormd (fig. 1, 6 en 7). Het bovenste 10 deel 6 van de dispenser 1 is aan de onderzijde met één of meer, in dit geval vier, uitsteeksels 18 uitgevoerd, die in de inkepingen 17 past of passen (fig 4). De stand van het bovenste deel 6 ten opzichte van de blisterverpakking 2 wordt bepaald door de dag waarop de eerste pil P wordt 15 ingenomen, waarbij dan de dag- of datumaanduiding van die betreffende eerste inneemdag, zoals op het doorzichtige bovenste deel 6 aangegeven is (fig. 5), bij de eerste pil 1 wordt geplaatst, waarbij de verschillende pillen op de blisterverpakking zijn genummerd. De dagaanduiding kan op "

20 verschillende manieren fabrieksmatig op het eerste deel 6 I

worden aangebracht, waarbij er bij het ontwerp uiteraard voor dient te worden gezorgd dat de dagaanduiding en de ~

pillen gemakkelijk met elkaar in lijn kunnen worden gebracht. Met behulp van deze dagaanduiding is het gemakkelijk 25 te controleren of de bij die dag behorende pil al is ingeno- I

men of niet.

Bij voorkeur is de folie F van de blisterverpakking 2 voorzien van een indicatie, bij voorkeur kleurcodering, om aan te geven of niet tijdig innemen van de pil in de bijbe- I

30 horende holte al dan niet tot conceptierisico's leidt. In z het onderhavige geval zal de folie van de blisterverpakking = 2 ter plaatse van de holten 3 met werkzame pillen P een door 1 de doorlaatopening 7 zichtbare en duidelijk herkenbare kleur “ of kleuren, zoals bijvoorbeeld rood, bezitten, terwijl de “ 35 folie bijvoorbeeld groen is ter plaatse van de holten 3 met =

pillen die bij het niet-innemen geen of weinig risico voor Z

conceptie opleveren. Op deze wijze wordt een gebruikster !_ 1009878 8 direct gealarmeerd dan wel gerustgesteld indien zij vergeten is een pil in te nemen.

Voor het op de juiste wijze plaatsen van de blisterverpakking 2 in het onderste deel 5 van de dispenser 1, 5 zodanig dat de eerste in te nemen pil voor de doorlaatope-ning 7 komt te liggen, is de ringvormige bodem van de houder 4 van de blisterverpakking 2 voorzien van een uitsparing 19 in de binnenomtrek (zie fig. 2 en 7), die ter plaatse van een opzetstuk 20 (fig. 1) op de verhoging 11 op de bodem van 10 het onderste deel 5 moet liggen om de blisterverpakking 2 in het onderste deel 5 van de dispenser 1 te kunnen plaatsen.

Om er voor te zorgen dat de blisterverpakking 2 vanuit deze beginstand in de juiste richting wordt verdraaid om de juiste volgorde van pillen te beginnen, is in de bodem 15 van de houder 4 een schuine lip 21 gevormd (fig. 2 en 7), die vanaf één zijde in de omtreksrichting schuin naar beneden steekt en in een verdieping 22 (fig. 3) in de bodem van het onderste deel 5 grijpt in de beginstand van de blisterverpakking 2. Indien het bovenste deel 6 van de 20 dispenser 1 met de blisterverpakking 2 in de verkeerde richting wordt gedraaid, dan stoot het vrije uiteinde van de lip 21 tegen de radiale wand van de verdieping 22, zodat een verdraaiing in die richting wordt verhinderd, terwijl een verdraaiing in de tegenovergestelde, juiste richting moge-25 lijk is, doordat de verende lip 21 door de wigvorm uit de verdieping 22 wordt gelicht. Bij verdere standen van de blisterverpakking 2 kan deze telkens wel weer worden terug-ver draaid, bijvoorbeeld indien de blisterverpakking 2 te ver doorgedraaid is, doordat het vrije uiteinde van de lip 30 21 dan over de gladde bodem van het onderste deel 5 van de dispenser 1 glijdt.

j De fig. 8, 9 en 10 tonen naast fig. 1 het uitdru- { korgaan 8 en het bedieningselement 9 en de werking daarvan.

| Het uitdrukorgaan 8 is geleid voor een radiale beweging in 35 het onderste deel 5 van de dispenser 1 met behulp van de verhoging 11 op de bodem van het onderste deel 5 alsmede het daarop gemonteerde opzetstuk 20 dat een omgekeerde U-vorm 1009878 9 heeft en over een geleidingslijf 23 van het uitdrukorgaan 8 grijpt. Het uitdrukorgaan 8 is in één geheel verbonden en als één geheel gefabriceerd met het bedieningselement 9 via een filmscharnier 24 dat aan het onderste binnenwaartse 5 uiteinde van het uitdrukorgaan 8 en aan het onderste uiteinde van het bedieningselement 9 is gevormd. Het bedieningselement 9 omvat een verbindingslijf 25 en een drukvlak 26 aan het bovenste uiteinde daarvan, welk drukvlak 26 bijvoorbeeld met een duim kan worden bediend. Daarbij zal het 10 bedieningselement 9 zelf een scharnierbeweging uitvoeren om een filmscharnier 27 dat zich aan het voorste, buitenwaartse uiteinde van het drukvlak 26 bevindt, dit filmscharnier 27 laat een scharnierbeweging toe ten opzichte van een montage-orgaan 28, dat in een samenwerkend opneemorgaan 29 bovenop 15 het lijf van het opzetstuk 20 kan inhaken voor het vastzetten van het montage-orgaan 28 en het scharnierbaar monteren van het bedieningselement 9. Het bedieningselement 9 wordt naar zijn bovenste ruststand verend belast door een veeror-gaan, in dit geval een schroefdrukveer 30 die aan het 20 onderste uiteinde om een nok 31 op de bodem van het onderste deel 5 van de dispenser 1 en aan het bovenste uiteinde tegen " de onderzijde van het drukvlak 26 van het bedieningselement ! 9 is geplaatst.

Het uitdrukorgaan 8 bezit voor het uitdrukken van r 25 elke pil P een uitdrukneus 32 die in de doorlaatopening 7 Γ past, in de uitdrukrichting enigszins taps toeloopt en is 1 voorzien van een schuin uitdrukvlak 33 dat buiten het midden met elke holte 3 van de blisterverpakking 2 in aangrijping r kan komen en de holte 3 door druk kan vervormen en daarbij Ξ 30 de in de holte 3 aanwezige pil P buitenwaarts kan drukken : door de folie F heen en vervolgens door de doorlaatopening 7 tot buiten de dispenser 1. Door het buiten het midden met een schuin uitdrukvlak 33 belasten van de holte 3 is de holte gemakkelijk te vervormen zonder krachtpieken, waardoor i 35 de in de holte 3 aanwezige pil P gecontroleerd naar buiten i kan worden gedrukt, hetgeen tot een betrouwbaar afgeven van 1 pillen P leidt. Door de nauwkeurige positionering van de ^ 1009878 10 blisterverpakking 2 ten opzichte van het onderste deel 5 van de dispenser 1 met behulp van de vertanding 10 en tanden 12, 13, wordt een holte 3 altijd nauwkeurig op dezelfde plaats voor de uitdrukneus 32 van het uitdrukorgaan 8 gepositio-5 neerd, zodat elke holte 3 op dezelfde wijze door het uit-drukvlak 33 wordt belast en een pil op dezelfde wijze wordt afgegeven. Op deze wijze wordt een betrouwbare werking van de inrichting verkregen.

Het uitdrukorgaan 8 en het bedieningselement 9 10 kunnen zodanig zijn gevormd dat een overbrengingsverhouding van groter dan één ontstaat en dan brengt een verplaatsing van het bedieningselement 9 een grotere verplaatsing van het uitdrukorgaan 8 tot stand. Dit maakt een verdere verkleining van de afmetingen van de dispenser mogelijk. Door het 15 gunstige uitdrukgedrag en de relatief lage vereiste uitdruk-krachten leidt de grote overbrengingsverhouding niet tot oncomfortabel hoge bedieningskrachten op het bedieningselement 9 .

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uit-20 vinding een inrichting voor het afgeven van pillen verschaft, die uitblinkt door eenvoud en compactheid van constructie met een minimum aan onderdelen, terwijl daarmede een betrouwbare werking wordt verkregen.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de teke-25 ning weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoe-ringsvoorbeeld dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk het opzetstuk 20 in het onderste deel 5 van de dispenser 1 weg te laten en het opneemorgaan 29 en 30 de geleiding voor het uitdrukorgaan 8 aan het onderste deel 5 te vormen.

1009878

Claims

1. Inrichting voor het afgeven van pillen, voorzien van ten minste een ringvormige blisterverpakking (2), waarin holten (3) met pillen (P) zijn verdeeld, zodanig dat openin-gen van de holten daarin buitenwaarts zijn gericht, alsmede 5 een platte pocket dispenser met een eerste deel (5) voor het in een ringvorm opnemen van de verpakking (2), een op het eerste deel (5) passend tweede deel (6) dat te zamen met het eerste deel (5) de blisterverpakking °(2) omhult, welk eerste deel (5) en/of tweede deel (6) is voorzien van ten minste 10 een doorlaatopening (7) waarmede een af te geven pil (P) in lijn brengbaar is, en een uitdrukorgaan (8) dat in lijn met de verschillende pillen in de blisterverpakking en de doorlaatopening (7) plaatsbaar is en bedienbaar is voor het uitdrukken van de af te geven pil (P) door de doorlaat-15 opening (7), waarbij middelen (10, 12 - 15) voor het stapsgewijs verdraaibaar positioneren van de blisterverpakking (2) ten opzichte van het met het uitdrukorgaan uitgevoerde deel (5) van de inrichting zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de blisterverpakking (2) zelf en het met het 20 uitdrukorgaan (8) uitgevoerde deel (5) zijn voorzien van de middelen (10, 12 - 15) voor het stapsgewijs positioneren van de blisterverpakking (2).

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de genoemde middelen (10, 12 - 15) zijn uitgevoerd met een 25 voorspanorgaan (13, 15) dat de aanwezige speling in de middelen naar een zijde opheft.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de - genoemde middelen (10, 12 - 15) zijn voorzien van een aan 1 het deel (5) van de dispenser (1) gevormde vertanding (10) 30 en een aan de blisterverpakking (2) gevormde, verende tand (12) .

4. Inrichting volgens conclusie 2 en 3, waarbij het voorspanorgaan (13, 15) is voorzien van een tweede verende - tand (13) die in omtreksrichting op een afstand ligt van de 35 eerstgenoemde tand (12), die enigszins afwijkt van (een 1009878 veelvoud van) de tandsteek die hoort bij de vertanding (10) aan de dispenser (1).

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het uitdrukorgaan (8) aan het buitenwaarts 5 gekeerde vrije uiteinde is voorzien van een uitdrukneus (32) met een schuin uitdrukvlak (33) zodanig dat elke holte (3) buiten het midden wordt belast bij het uitdrukken van een pil, terwijl de uitdrukneus (32) bij voorkeur tevens in dwarsrichting taps toeloopt.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de blisterverpakking (2) en het met het uitdrukorgaan (8) uitgevoerde deel (5) van de dispenser (1) zijn voorzien van borgmiddelen (21, 22) voor het in de beginstand van de blisterverpakking verhinderen van een 15 verdraaiing tegengesteld aan de juiste draairichting, en het in de overige standen toestaan van een tegengestelde verdraaiing.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de borgmiddelen (21, 22) zijn voorzien van een aan de 20 blisterverpakking en de dispenser gevormde, samenwerkende schuine verende lip (21), resp. uitsparing (22).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de blisterverpakking (2) is uitgevoerd met een fabrieksmatig aangebrachte houder (4) die met de bovenge- 25 noemde middelen (10, 12 - 15) is uitgevoerd.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede deel (6) van de dispenser (l) is uitgevoerd met een aanduiding van de inneemtijden waarvan de verdeling overeenkomt met de verdeling van de holten (3) in 30 de blisterverpakking (2), terwijl het tweede deel (6) in verschillende standen onverdraaibaar met de blisterverpakking (2) in ingrijping kan worden gebracht.

10.Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de blisterverpakking (2) en het met het 35 uitdrukorgaan (8) uitgevoerde deel (5) van de dispenser (1) zijn uitgevoerd met positioneerorganen (19, 23) die waar-bor-gen dat de verpakking (2) slechts in een voorafbepaalde i I 1009878 stand in de dispenser kan worden aangebracht.

11.Blisterverpakking voor toepassing in een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een houder (4) voor het in een ringvorm vasthouden van de 5 althans ongeveer rechthoekige blisterverpakking (2), waarbij bij voorkeur de houder (4) is voorzien van middelen (10, 12 - 15) voor het stapsgewijs verdraaibaar positioneren van de blisterverpakking (2) ten opzichte van het met het uitdruk-orgaan (8) uitgevoerde deel (6) van de inrichting. 10

12.Pocket dispenser (1) voor het afgeven van pillen uit een ringvormig te plaatsen blisterverpakking (2), waarin holten (3) met pillen (P) zijn verdeeld, zodanig dat openin-gen van de holten daarin buitenwaarts zijn gericht, met een eerste deel (5) voor het in een ringvorm opnemen van de 15 verpakking (2), een op het eerste deel (5) passend tweede deel (6) dat te zamen met het eerste deel (5) de blisterverpakking (2) omhult, welk eerste deel (5) en/of tweede deel (6) is voorzien van ten minste een doorlaatopening (7) waarmede een af te geven pil (P) in lijn brengbaar is, en : 20 een van een bedieningselement (9) voorzien uitdrukorgaan (8) dat in lijn met de verschillende pillen in de blisterverpakking en de doorlaatopening (7) plaatsbaar is en door het r bedieningselement (9) bedienbaar is voor een verplaatsing in ; althans ongeveer radiale richting voor het uitdrukken van de 25 af te geven pil (P) door de doorlaatopening (7), met het 1 kenmerk, dat het uitdrukorgaan (8) en het bedieningselement (9) één geheel vormen doch als twee door een filmscharnier (24) verbonden gedeelten zijn uitgevoerd, terwijl het deel (5) van de dispenser (1) dat het bedieningselement (9) 30 ondersteunt is uitgevoerd met middelen (20, 29) voor het ^ opleggen van de scharnierbeweging.

13. Dispenser volgens conclusie 12, waarbij het s bedieningselement (9) scharnierbaar is ondersteund door het betreffende deel (5) van de dispenser (1) en het uitdrukor- =" 35 gaan (8) in een radiale geleiding (20) daarvan is opgenomen.

14. Dispenser volgens conclusie 13, waarbij een opzetstuk (20) in het betreffende deel (5) van de dispenser I 1009878 (1) is aangebracht dat als geleiding voor het uitdrukorgaan (8) en als ondersteuning voor het bedieningselement (9) dient, waarbij het bedieningselement (9) zelf bij voorkeur is voorzien van een scharnier (27) voor de scharnierbeweging 5 ten opzichte van het opzetstuk (20).

15.Pocket dispenser voor het afgeven van pillen uit een blisterverpakking (2), waarin holten (3) met pillen (P) zijn verdeeld, voorzien van een onderste deel (5) voor het in een ringvorm ondersteunen van de verpakking (2), een op 10 het onderste deel (5) passend bovenste deel (6) dat te zamen met het onderste deel (5) de blisterverpakking (2) omhult, welke dispenser is voorzien van ten minste een doorlaatope-ning (7) waarmede een af te geven pil (P) in lijn brengbaar is, en een uitdrukorgaan (8) dat in lijn met de verschillen-15 de pillen in de blisterverpakking en de doorlaatopening (7) plaatsbaar is en bedienbaar is voor verplaatsing in radiale richting voor het uitdrukken van de af te geven pil (P) door de doorlaatopening (7), met het kenmerk, dat het uitdrukorgaan (8) aan het buitenwaarts gekeerde vrije uiteinde is 20 voorzien van een uitdrukneus (32) met een schuin uitdrukvlak (33) zodanig dat elke holte (3) buiten het midden wordt belast bij het uitdrukken van een pil (P).

16.Inrichting voor het afgeven van pillen, voorzien van een blisterverpakking (2), waarin holten (3) met pillen 25 (P) zijn verdeeld, alsmede een dispenser (1) die de blister verpakking (2) omhult, en is voorzien van ten minste een doorlaatopening (7) waarmede een af te geven pil (P) in lijn brengbaar is, en een uitdrukorgaan (8) dat in lijn met de verschillende pillen in de blisterverpakking en de doorlaat-30 opening (7) plaatsbaar is en bedienbaar is voor het uitdrukken van de af te geven pil (P) door de doorlaatopening (7), met het kenmerk, dat de blisterverpakking (2) is voorzien van door de doorlaatopening (7) zichtbare middelen voor het geven van een indicatie over de inhoud van de zich voor de 35 doorlaatopening (7) bevindende holte (3) van de blisterverpakking (2) . * .3 i I 1009878

17.Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de zichtbare middelen bestaan uit een kleurcodering.

18.Blisterverpakking voor toepassing in de inrichting volgens conclusie 17, voorzien van een lichaam met 5 holten (3) voor het opnemen van pillen (P) alsmede een scheurbare afdekfolie (F) over de holten, welke afdekfolie is voorzien van een kleurcodering voor elke holte (3) die een indicatie over de betreffende onderliggende holte geeft. 1009878