NL1008798C2 - Werkwijze en inrichting voor het zagen van een cirkelvormig gat. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het zagen van een cirkelvormig gat

De uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van en cirkelvormig gat in bijvoorbeeld een wand, zoals de gevel van een gebouw. Een dergelijke wand bestaat 5 gewoonlijk uit metselwerk, beton en dergelijke. Het aanbrengen van een dergelijk gat is daarom een lastig en tijdrovend werk. Gewoonlijk gaat men daarbij zodanig te werk dat eerst een centraal gedeelte van het te verwijderen materiaal wordt weggehakt. Vervolgens moet de gatrand worden afgewerkt, zodanig dat een cirkelvormige begrenzing ontstaat.

10 Het nadeel van de bekende gang van zaken is dat de kosten hoog zijn gezien het arbeidsintensieve karakter van het werk. Bovendien laten de nauwkeurigheid en de afwerking van het verkregen gat te wensen over.

Doel van de uitvinding is daarom een oplossing te bieden voor deze problemen. Dat wordt bereikt door middel van en werkwijze voor het aanbrengen van 15 een cirkelvormige snede in een oppervlak, zoals een wand uit metselwerk, beton en dergelijke, omvattende de stappen van - het verschaffen van een zaaginrichting met een op een draaigestel gemonteerde kettingzaag, waarbij het door de kettingzaag bepaalde zaagvlak op afstand ligt van, en fangentiaal loopt met betrekking tot een cirkel bepaald door de 20 draaihartlijn van het draaigestel, - het monteren van het draaigestel op het betreffende oppervlak zodanig dat de draaihartlijn van het draaigestel samenvalt met het middelpunt van het te zagen gat, - het insteken van de kettingzaag in het oppervlak ter vervaardiging van een tangentiaal met betrekking tot de draaihartlijn lopende zaagsnede, 25 - het uit de zaagsnede terugtrekken van de kettingzaag, - het verdraaien van het gestel over een booglengte die samenhangt met de tangentiale afmeting van de zaagsnede, - het herhalen van het insteken van de kettingzaag, het terugtrekken van de kettingzaag en het verdraaien van het gestel tot dat de cirkelvormige snede is 30 voltooid.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt telkens een relatief kleine, rechte zaagsnede aangebracht. In verhouding tot de te vervaardigen opening in een wand zijn die zaagsneden echter zo klein, dat zij samen toch een vrijwel zuiver, »1 008798 2 cirkelvormig gat opleveren. Bij kleinere gaten zijn echter wel rechte delen of facetten te onderscheiden.

Voordeel is bovendien dat het werk niet zwaar en weinig arbeidsintensief is. Het bedienend personeel hoeft, na het aanbrengen van de zaaginrichting, slechts de 5 kettingzaag heen en weer te doen bewegen, en het draaigestel stapsgewijze te doen verdraaien.

Gaandeweg wordt dus een steeds groter deel van een cirkelvormige zaagsnede verkregen. Het losgezaagde deel komt over een steeds grotere omtrek vrij van de rest van de wand, en zou daardoor de vervaardigde zaagsnede kunnen dichtdrukken.

10 Daarom kunnen in de snede steunelementen worden geplaatst voor het ondersteunen van het binnen de snede liggende deel van het oppervlak.

Tenslotte omvat de werkwijze volgens de uitvinding de stap van het verwijderen van het binnen de zaagsnede liggende deel van het oppervlak nadat de zaagsnede is voltooid, ter verschaffing van een cirkelvormig gat.

15 De uitvinding betreft tevens een zaaginrichting voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze, omvattende een draaigestel dat een op een oppervlak bevestigbaar steunmiddel heeft, een ten opzichte van het steunmiddel draaibare arm, een aan een eind van de arm bevestigde lineaire geleiding alsmede een aan de slede bevestigde kettingzaag, die tangentiaal met betrekking tot een cirkel loopt waarvan de 20 hartlijn samenvalt met de draaihartlijn van de draaibare arm, welke lineaire geleiding zodanig is uitgevoerd dat de kettingzaag in wezen evenwijdig aan de draaihartlijn beweegbaar is.

Door middel van de lineaire geleiding kan de kettingzaag op de juiste plaats in de wand telkens een zaagsnede aanbrengen. De geleiding met kettingzaag vormt 25 daarbij een massa op afstand van de draaihartlijn, die tot onbalans leidt waardoor de zaaginrichting lastig te hanteren zou zijn. Daarom draagt de arm tevens een verplaatsbare balansmassa, zodanig dat de arm ongeveer in evenwicht is.

Tevens kan de lineaire geleiding langs de arm verplaatsbaar zijn ter verandering van de diameter van de te vervaardigen zaagsnede.

30 De lineaire geleiding kan een rail met een slede omvatten, aan welke slede de kettingzaag bevestigd is.

p1 Ó0879 8 3

De slede kan door middel van een getande riem verplaatsbaar zijn, welke getande riem aandrijfbaar is door middel van een tandrol met slinger aan het vrije eind van de rail.

Door de slinger te bedienen, kan de kettingzaag op beheerste wijze naar de 5 wand worden bewogen, waardoor een optimaal resultaat is verzekerd.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuren 1 en 2 tonen een aanzicht in perspectief van de zaaginrichting.

Figuur 3 toont een detail van de lineaire verplaatsingsinrichting.

10 Figuren 4 en 5 tonen een aanzicht in perspectief.

Figuur 6 toont een aanzicht waarbij de zaaginrichting is aangebracht op een gemetselde muur waarin een gat wordt aangebracht.

De in figuren 1, 2, 4 en 5 weergegeven zaaginrichting volgens de uitvinding omvat een in zijn geheel met 1 aangegeven draaigestel, dat een bevestigingsplaat 2 15 heeft alsmede een door middel van draaipunt 3 draaibaar daaraan verbonden arm 4.

Aan één eind van de arm bevindt zich een lineaire geleiding 5 waaraan een kettingzaag 6 is bevestigd. De kettingzaag 6 bevat een hydraulische motor 7 die door middel van leidingen 8 wordt aangedreven. Voor de duidelijkheid is het zaagblad met de daar omheen lopende zaagketting weggelaten.

20 Verder is er een watertoevoerleiding 9 voor het tijdens het zagen toevoeren water in de zaagsnede.

Aan het andere eind van de arm 4 bevindt zich een balansgewicht 10. Zowel de lineaire geleiding 5 als het balansgewicht 10 zijn verschuifbaar gemonteerd op de arm 4.

25 De lineaire geleiding 5, en daarmee de zaag kan daardoor op een gewenste diameter worden ingesteld, evenals het balansgewicht 10.

Aan de naar de bevestigingsplaat 2 gekeerde zijde van de arm zijn verder steunwielen 11 aangebracht voor het op stabiele wijze geleiden van de zaaginrichting over een muuroppervlak.

30 In het in figuur 3 weergegeven detail is te zien dat het uiterste eind van de lineaire geleiding 5 een kruk 12 draagt, waarmee een in de lineaire geleiding 5 opgenomen tandriem kan worden aangedreven. Aan deze tandriem is de hydraulische motor 7 opgehangen. Door de kruk 12 te bedienen, kan het (niet getoonde) zaagblad B1 008798 4 met de zaagketting samen met de motor 7 op en neer bewogen worden langs de geleding.

Het zaagblad met de zaagketting steekt daarbij in een sleuf 12 die is aangebracht in een plaat 13. Deze plaat 13 bevindt zich op korte afstand van de te 5 bewerken muur. Een voordeel van deze plaat is dat het met de zaagbeweging meegespoten water niet uit de zaagsnede spuit, maar opgevangen wordt door de plaat 13.

In de in figuur 5 weergegeven toestand is het balanceergewicht 10 naar het uiterste eind van de arm 4 geschoven. Dit omdat ook de lineaire geleiding 5 met de 10 motor 7 in een uiterste stand is geplaatst, ter verkrijging van een maximale diameter van het te vervaardigen gat.

In de in figuur 6 weergegeven toestand is de zaaginrichting volgens de uitvinding aangebracht op een gemetselde wand. De bevestigingsplaat 2 is door middel van geschikte schroeven vastgezet. Het reeds vervaardigde gedeelte 15 van de 15 snede is inmiddels zó groot, dat het uitgezaagde muurgedeelte 16 moet worden ondersteund door middel van wiggen 17, teneinde te grote vervormingen van de zaagsnede 15 te voorkomen.

p1008798

Claims (9)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een cirkelvormige snede (15) in een oppervlak, zoals een wand uit metselwerk, beton en dergelijke, omvattende de 5 stappen van - het verschaffen van een zaaginrichting met een op een draaigestel (1) gemonteerde kettingzaag (7), waarbij het door de kettingzaag (7) bepaalde zaagvlak op afstand ligt van, en tangentiaal loopt met betrekking tot een cirkel bepaald door de draaihartlijn van het draaigestel (1), 10. het monteren van het draaigestel (1) op het betreffende oppervlak zodanig dat de draaihartlijn van het draaigestel samenvalt met het middelpunt van het te zagen gat, - het insteken van de kettingzaag (7) in het oppervlak ter vervaardiging van een tangentiaal met betrekking tot de draaihartlijn lopende zaagsnede, 15. het uit de zaagsnede terugtrekken van de kettingzaag (7), - het verdraaien van het draaigestel (1) over een booglengte die samenhangt met de tangentiale afmeting van de zaagsnede, - het herhalen van het insteken van de kettingzaag (7), het terugtrekken van de kettingzaag (7) en het verdraaien van het gestel tot dat de cirkelvormige snede (15) is 20 voltooid.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij in de snede steunelementen (17) worden geplaatst voor het ondersteunen van het binnen de snede (15) liggende deel (16) van het oppervlak. 25

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het verwijderen van het binnen de zaagsnede (15) liggende deel (16) van het oppervlak nadat de zaagsnede (15) is voltooid, ter verschaffing van een cirkelvormig gat.

4. Zaaginrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een draaigestel (1) dat een op een oppervlak bevestigbaar steunmiddel (2) heeft, een ten opzichte van het steunmiddel (2) draaibare arm (4), een aan een eind van de arm (4) bevestigde lineaire geleiding (5) 1 008793 ? alsmede een aan de lineaire geleiding (5) bevestigde kettingzaag (7), die tangentiaal met betrekking tot een cirkel loopt waarvan de hartlijn samenvalt met de draaihartlijn van de draaibare arm (4), welke lineaire geleiding (5) zodanig is uitgevoerd dat de kettingzaag (7) in wezen evenwijdig aan de draaihartlijn beweegbaar is. 5

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de arm (4) een verplaatsbare balansmassa (10) draagt, zodanig dat de arm (4) ongeveer in evenwicht is.

6. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de lineaire geleiding (5) langs 10 de arm (4) verplaatsbaar is ter verandering van de diameter van de te vervaardigen zaagsnede (15).

7. Inrichting volgens één der conclusies 4-6, waarbij de lineaire geleiding (5) een rail met een slede omvat, aan welke slede de kettingzaag (7) bevestigd is. 15

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de slede door middel van een getande riem verplaatsbaar is, welke getande riem aandrijfbaar is door middel van een tandrol met slinger (12) aan het vrije eind van de rail.

9. Inrichting volgens één der conclusies 4-8, waarbij de lineaire geleiding (5) een beschermplaat (13) draagt voorzien van een sleuf (12) waar doorheen het zaagblad met de zaagketting van de kettingzaag kan lopen. »1008798