NL1008163C2 - Werkwijze en inrichting voor het modelleren van een deel van een gewas. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het modelleren van een deel van een gewas.

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het modelleren van een deel van een in een pot opgenomen gewas met behulp van mechanisch knippen met schaarmiddelen, waarbij die pot ten opzichte van die schaarmiddelen geroteerd wordt.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het DE-44 09 126 Cl.

10 Van de verkoopprijs van boomkwekerij gewassen zoals buxussen, welke in een bepaalde vorm zoals een bolvorm geknipt worden, is een groot deel toe te schrijven de arbeidskosten bij het knippen/snoeien. In DE-44 09 126 wordt een constructie beschreven waarbij een potplant roterend aangebracht wordt en een stationair aangebrachte heggenschaar rotatie-symmetrisch aan de potplant de gewenste vorm geeft. 15 Daarbij is gebleken dat bij dit gemechaniseerde knippende systeem het resultaat afgezien van het niet optimaliseren van de vorm onvoldoende was. Dit betreft met name de zogenaamde dubbele knip of dubbele snede. Door de bewegende knip- of snijelementen kunnen de bladeren ingeknipt worden zonder dat deze volledig doorgeknipt worden. Dergelijke ingeknipte of ingesneden bladeren geven op korte termijn een onacceptabele 20 bruinverkleuring. Omdat de plant in het algemeen niet al te lange tijd na het modelleren te koop aangeboden wordt, betekent dit dat de verkoop daardoor belemmerd wordt of de prijs verlaagd.

Getracht is het bovenstaande probleem op te lossen door gebruik te maken van grote knipelementen. Hierdoor ontstaat echter het probleem dat het zeer moeilijk is om 25 een bol met verhoudingsgewijs kleine diameter te verkrijgen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding deze nadelen te vermijden. Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat die schaarmiddelen zodanig ten opzichte van de rotatieas van het gewas worden gepositioneerd, dat de knipspleet ligt op een punt stroomopwaarts van het raakpunt van de hartlijn door die 30 knipspleet met een cirkel, van welke cirkel het middelpunt met de roratieas van de pot samenvalt.

Volgens de uitvinding wordt voorgesteld het knippen zoveel mogelijk stroomopwaarts, gezien in de rotatierichting van het gewas, uit te voeren.

1Ό08163 2

Verrassenderwijs is gebleken dat daardoor het probleem van de zogenaamde "dubbele knip" aanzienlijk beperkt of zelfs geheel weggenomen wordt. Daardoor kan verhoudingsgewijs fijngeknipt worden en ontstaat een gewas met aanvaardbare vorm..

Uitgaande van het bovenstaande is het op verschillende wijzen mogelijk het 5 betreffende gewas te modelleren.

Een eerste mogelijkheid is toepassing van een ten opzichte van het roterende gewas bewegende schaar. Deze kan volgens elke gewenste kromme bewegen.. Bij een eenvoudige uitvoering beweegt deze volgens een cirkelbaan en bij een verdere uitvoering volgens een meer gecompliceerde, eventueel door een mal gestuurde , baan..

10 Een andere benadering is de toepassing van een aantal tijdens gebruik vast opgestelde schaarmiddelen welke tezamen de vorm van het gewas bepalen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het modelleren van een deel van een in een pot opgenomen gewas omvattende knippende schaarmiddelen, welke ten minste twee knipspleten begrenzen, alsmede middelen voor j 15 het roteren van die pot ten opzichte van die knippende schaarmiddelen, waarbij die schaarmiddelen zodanig aangberacht zijn, dat de lijn getrokken door de effectieve knippunten van elk van die twee knipspleten, gezien in de rotatierichting van het gewas, voor het middelpunt van de rotatieas van die pot ligt.. De hierboven beschreven werkwijze kan met twee inrichtingen gerealiseerd worden. Bij een eerste inrichting is 20 deze voorzien van een frame met een beweegbaar, en meer in het bijzonder scharnierbaar daaraan aangebrachte arm waarop de bij voorkeur elektrisch werkende schaarmiddelen aangebracht zijn. Bij een tweede uitvoering zijn de schaarmiddelen vast op een (hulp)frame aangebracht en zijn verscheidene schaarmiddelen langs de omtrek van de gewenste vorm gepositioneerd welke tezamen door rotatie van het gewas de betreffende 25 vorm realiseren.

Begrepen zal worden dat met de onderhavige uitvinding elke rotatiesymmetrische vorm te verwezenlijken is zoals bol, kegel en cilinder.

Bij voorkeur zijn afzuigmiddelen aanwezig om het afgeknipte materiaal dadelijk te verwijderen zodat verontreiniging van de inrichting zoveel mogelijk voorkomen wordt. 30 Tevens kunnen vasthoudmiddelen voor de pot aangebracht zijn en kan rotatie van de pot zowel plaatsvinden door het draaien van het plateau waarop deze opgesteld is als door I 2 afzonderlijke roterende aandrukmiddelen die op de zijwand van de pot aangrijpen. Tot ! slot kunnen aan- en afvoermiddelen voor de pot aanwezig zijn.

:Ι..~3£1 ί 1008163 i i-m 3

De hierboven beschreven inrichting kan verrijdbaar opgesteld worden om naar de positie van het betreffende gewas verplaatst te worden.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 5 Fig. 1 in zijaanzicht een eerste uitvoering volgens de uitvinding;

Fig. 2 schematisch een bovenaanzicht van de positionering van de schaar ten opzichte van het gewas;

Fig. 3 in zijaanzicht een verdere uitvoering volgens de uitvinding;

Fig. 4 een bovenaanzicht van het benedendeel van de in fig. 3 getoonde inrichting, 10 en

Fig. 5 in detail de in fig. 3 getoonde schaar 30.

In fig. 1 is met 1 in het geheel de inrichting volgens de uitvinding weergegeven. Deze bestaat uit een frame 2 met een vast daarop aangebrachte motor 3. De uitgangsas daarvan is verbonden met een haakse overbrenging 4 welke anderzijds verbonden is met 15 een roterende tafel 5. Daarop kan een pot 6 voorzien van een gewas 7 geplaatst worden. Met frame 2 is een staander 8 verbonden. Op deze staander 8 is op scharnierende wijze een arm 9 bevestigd. Deze arm 9 kan scharnieren volgens de richting van pijl 18. Op het uiteinde van arm 9 is een schaar 10 aangebracht. Deze is voorzien van niet nader uitgewerkte snijbladen. De werking van schaar 10 vindt elektrisch plaats en met 11 is de 20 stroomtoevoerkabel aangegeven.

In fig. 2 is in bovenaanzicht de positionering van de verschillende schaarbladen 13 ten opzichte van het gewas getoond. Tussen de schaarbladen 13 wordt een knipspleet 14 begrensd. De snijpunten van knipspleet en gewas zijn met 15 aangegeven. Tussen de twee snijpunten 15 is een lijn 16 getrokken. In de rotatierichting 12 van het gewas gezien 25 ligt lijn 16 voor het middelpunt 17 van de cirkel.

Anders gezegd, het snijpunt waar het gewas in knipspleet 14 aangegrepen wordt, ligt op een hartlijn 19 waarbij het raakpunt van hartlijn 19 met een cirkel met middelpunt 17 stroomopwaarts van dat snijpunt ligt. Dat wil zeggen, knippen vindt zoveel mogelijk stroomopwaarts gezien in de rotatierichting van pijl 12 plaats. Dit principe geldt voor alle 30 uitvoeringsvormen van de uitvinding en is van belang voor het vermijden van dubbel knippen.

Bij de hierboven beschreven uitvoering vindt het modelleren van een plant plaats door tijdens het roteren daarvan op tafel 5 arm 9 langs het gewas een cirkel vormige 1008163 4 beweging te laten uitvoeren, zoals aangegeven is met pijl 18. Tijdens deze beweging is schaar 10 ingeschakeld zodat de in fig. 1 getoonde bolvorm ontstaat. Daarbij vindt bediening plaats door het aangrijpen van handgreep 20 en rotatie om de hartlijn 39. In plaats van de cirkelbeweging met arm 9 kan ook elke andere baan gevolgd worden door 5 de schaarbladen. Daartoe kan bijvoorbeeld een mal gebruikt worden die de baan van de j ] schaarmiddelen bepaalt.

In fig. 3 en 4 is een verdere uitvoering van de uitvinding afgebeeld. Deze is in het : geheel met 21 aangegeven en bestaat uit een frame 22. In frame 22, dat vanwege veiligheidsredenen op niet nader afgebeelde wijze naar de omgeving afgesloten kan 10 worden met deuren en dergelijke, zijn twee hulpframes 28 naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar aangebracht volgens pijl 33 in fig. 4.

™ Het frame is voorzien van wielen 43 voor het verplaatsen van de inrichting.

lS Vier motoren 23 zijn aanwezig die evenzovele aandrukrollen 24 bedienen. Deze motoren 23 zijn vast aangebracht op de betreffende hulpframes 28. Onder "vast" dient in 15 deze beschrijving vast tijdens gebruik verstaan te worden. Allerlei mogelijke ™ verstelmechanismen zijn aanwezig om de inrichting aan te passen aan het betreffende '71 gewas en aan de gewenste te knippen vorm.

Met 26 is een pot aangegeven die aangegrepen wordt door de aandrukrollen 24 en — zo in rotatie gebracht wordt. Daarbij steunt de pot op band 25 die tevens dient voor de 20 aan- en afvoer van de pot met gewas 27.

I - Hulpframes 28 zijn met behulp van pneumatische zuigercilindersamenstellen 29 heen en weer beweegbaar. Deze pneumatische zuigercilindersamenstellen 29 grijpen aan r ' op een riem 37 die nabij de uiteinden van de inrichting stangen 38 via een passend tandwiel roteert waardoor riem 36 heen en weer bewogen wordt. Hulpframes 28 25 bewegen langs bovengeleiding 34 en benedengeleiding 35 en met behulp van de riemen : 36 en 37 wordt in optimale positionering daarvan voorzien. Door gebruik van een pneumatisch zuigercilindersamenstel 29 kan op eenvoudige wijze de aandrukkracht van : de aandrukrollen 24 tegen pot 26 geregeld worden. De aandrukkracht is afhankelijk van ; · - de afmetingen van de pot en de stijfheid daarvan. Bovendien zijn neerhoudmiddelen 32 ; ^ 30 aangebracht op het hulpframe die op de bovenrand van de pot 26 aangrijpen.

. Op de hulpframes zijn eveneens vast aangebrachte scharen 30 gepositioneerd.

Deze bestaan zoals uit fig. 5 blijkt uit een schematisch afgebeelde elektrische motor 40 fünw die op enigerlei wijze van spanning voorzien wordt. Een eerste reciprocerend blad 41 is '"τ,ιι^ν*· _ 1008163 5 aanwezig dat samenwerkt met een tweede reciprocerend bad 42 beweegt. Daarbij zijn de schaarmiddelen op verschillende omtreksposities en in verschillende hoogteposities aangebracht. Van belang is dat de positionering steeds plaatsvindt zoals aan de hand van fig, 2 uitgelegd is. Bovendien zijn nabij de scharen 30 afzuigmiddelen 31 aanwezig die 5 slechts eenmaal getoond zijn. Deze kunnen bestaan uit een trechter met slang voor het afzuigen van het zojuist geknipte gewas.

De hierboven aan de hand van fig. 3-5 beschreven inrichting werkt als volgt. In de uitgangspositie zijn de hulpframes 28 met de aandrukrollen en de scharen 30 uit elkaar bewogen waardoor vrije doorgang van potten door de inrichting mogelijk is. Deze 10 worden op band 25 geplaatst en naar het hart van de inrichting bewogen. Vervolgens wordt de pot en/of het gewas gedetecteerd en vindt bij het al dan niet stoppen van de beweging van band 25 het naar elkaar toe bewegen van de hulpframes 28 plaats. Daardoor drukken de aandrukrollen 24 de pot in een gedefinieerde positie.

Daarbij bewegen tevens de neerhoudmiddelen 32 tot voorbij de rand van de pot 26 zodat 15 kantelen niet mogelijk is. Gebruik van dergelijke neerhoudstangen 32 is afhankelijk van het gewicht van de pot en de omvang van het te knippen gewas.

Vervolgens wordt door de aandrukrollen 24 de pot gedraaid. Begrepen zal worden dat hoewel in de onderhavige uitvoering alle vier aandrukrollen een aandrijving hebben, een of meer rollen zonder een dergelijke aandrijving uitgevoerd kunnen zijn. Bij het roteren 20 worden gelijktijdig de scharen 30 bekrachtigd en vindt bij het roteren knippen van het gewas 27 plaats. Na het uitvoeren van een of meer omwentelingen worden de hulpframes weer uit elkaar bewogen en kan de betreffende pot via band 25 afgevoerd worden.

Gebleken is dat met de onderhavige constructie een aanzienlijke bekorting van de behandelingstijd van bijvoorbeeld buxus plaats kan vinden. Was bij het met de hand 25 knippen bijvoorbeeld 3 minuten per plant noodzakelijk, thans kan deze tijd tot 10 seconde per gewas beperkt worden terwijl door het opvoeren van zowel de snij snelheid als de rotatiesnelheid de opbrengst nog verder vergroot kan worden.

Voor degenen bekwaam in de stand der techniek zal het duidelijk zijn dat verdere varianten van de uitvinding mogelijk zijn zonder buiten het bereik van de onderhavige 30 uitvinding te geraken. Zo is het mogelijk een zich aan de bovenzijde van het te knippen gewas bevindende snij-inrichting aan te brengen om de overblijvende enkele "spriet" te verwijderen. Bovendien zal het duidelijk zijn dat de sturing van de verschillende onderdelen bij voorkeur langs elektrische weg aangepast aan de bedrijfsomstandigheden 1008163 6 is.

j i j 1008163

Claims (12)

1. Werkwijze voor het modelleren van een deel van een in een pot opgenomen gewas met behulp van mechanisch knippen met schaarmiddelen, waarbij die pot ten opzichte van die schaarmiddelen geroteerd wordt, met het kenmerk, dat die 5 schaarmiddelen zodanig ten opzichte van de rotatieas van het gewras wrorden gepositioneerd, dat de knipspleet ligt op een punt stroomopwaarts van het raakpunt van de hartlijn door die knipspleet met een cirkel, van welke cirkel het middelpunt met de rotatieas van de pot samenvalt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de schaarmiddelen volgens een 10 kromme ten opzichte van dat gewas bewogen worden.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij die kromme een cirkelbaandeel omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij verscheidene stationaire schaarmiddelen toegepast worden.

5. Inrichting voor het modelleren van een deel van een in een pot opgenomen 15 gewas omvattende knippende schaarmiddelen, welke ten minste twee knipspleten begrenzen, alsmede middelen voor het roteren van die pot ten opzichte van die knippende schaarmiddelen, met het kenmerk, dat die schaarmiddelen zodanig aangebracht zijn, dat de lijn (15) getrokken door de effectieve knippunten van elk van die twee knipspleten, gezien in de rotatierichting van het gewas, voor het middelpunt van de rotatieas van die 20 pot ligt.

6. Inrichting volgens conclusie 5, omvattende een frame (2) met een beweegbaar daaraan aangebrachte in de hoogterichting van het te knippen gewas beweegbare arm (9) welke voorzien is van elektrisch werkende schaarmiddelen (10).

7. Inrichting volgens conclusie 5, omvattende een frame (22) met ten minste twee 25 tijdens bedrijf vast in verschillende posities aangebrachte schaarmiddelen (30).

8. Inrichting volgens een van de conclusies 5 -7, waarbij die middelen voor het roteren van de pot roterende aandrukrollen omvatten.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, voorzien van neerhoudmiddelen (32) voor die pot.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 5-9 voorzien van afzuigmiddelen (31) voor geknipt gewas.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 5-10, omvattende aanvoer/afvoermiddelen (25) voor die potten. 1008163

12. Inrichting volgens een van de conclusies 5-11, voorzien van verplaatsingsmiddelen (43). i | ï m g mi •·*ΛΛ Tl m l 1008163