NL1007820C2 - Transportinrichting. - Google Patents

Description

9

Korte aanduiding: Transportinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting, die is uitgerust met een gestel en een eindloos aandrijfbaar trans-5 portorgaan, dat is voorzien van zich dwars op de tijdens bedrijf beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan uitstrekkende dragers, die zijn gekoppeld met tenminste een eindloos flexibel koppel orgaan, terwijl tenminste enige dragers afduworganen ondersteunen, welke afduworganen zijn verbonden met geleidingsorganen, die 10 kunnen samenwerken met door het gestel ondersteunde geleidingsrails, een en ander zodanig, dat tijdens bedrijf een afduworgaan op een of meer plaatsen naar wens in de lengterichting van de bijbehorende drager kan worden verplaatst, en waarbij de dragers zijn voorzien van zich omhoog uitstrekkende vleugels, die aan hun bovenzijden open, en 15 gezien in de beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan achter elkaar gelegen opneemruimtes begrenzen.

Een dergelijke transportinrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage nr. 0 784 026. Bij deze bekende transportinrichting zijn de vleugels, gezien in de beoogde bewegings-20 richting van het transportorgaan op verhoudingsgewijs korte afstand van elkaar gelegen, daar de inrichting in het bijzonder bestemd is voor het verwerken van verhoudingsgewijs kleine voorwerpen.

In de praktijk is gebleken, dat het gewenst kan zijn om de mogelijkheid te hebben met behulp van een dergelijke inrichting ook 25 voorwerpen met grotere afmetingen te kunnen verwerken.

Volgens de uitvinding kan dit op eenvoudige en doelmatige wijze worden gerealiseerd, doordat de inrichting is voorzien van opneemruimtes, die gemeten in de beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan van elkaar afwijkende afmetingen hebben.

30 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding is het mogelijk om naast een aantal opneemruimtes, die begrensd worden door op betrekkelijk korte afstand van elkaar gelegen vleugels en bestemd zijn voor het opnemen van verhoudingsgewijs kleine voorwerpen, ook te voorzien in opneemruimtes, die begrensd worden door op grotere 35 afstand van elkaar gelegen vleugels voor het vormen van opneemruimtes, die geschikt zijn voor het opnemen van grotere voorwerpen.

1007820 2

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoerings-voorbeeld van een transportinrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch in perspectief een uitvoerings-5 vorm van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch op kleinere schaal een doorsnede over een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont in perspectief een deel van de inrichting volgens de uitvinding, gezien vanuit een andere hoek dan in figuur 1.

10 De in de figuren weergegeven inrichting omvat een gestel 1 waarin om horizontale draaiingsassen draaibare omleidtrommels 2 en 3 i zijn gelegerd. Om deze omleidtrommels is een eindloos koppelorgaan in de vorm van een ketting 4 geleid. Deze ketting 4 is door het met behulp van een niet nader weergegeven aandrijfmotor of dergelijke in 15 draaiing brengen van een van de omleidtrommels 2 en 3 zodanig in beweging te brengen, dat het bovenpart van de ketting 4 beweegt in de richting volgens pijl A.

Aan de schakels van de ketting 4 zijn zich loodrecht op de lengterichting van de ketting uitstrekkende dragers 5 bevestigd.

20 Aan het gerekend in de beoogde bewegingsrichting van de eindloze ketting of transportorgaan 4 achterlopende einde van een aantal dragers 5 is een zich schuin omhoog naar achteren uitstrekkende vleugel 6 bevestigd. De weergegeven uitvoeringsvorm is daarbij zodanig, dat aan ieder van een aantal achter elkaar gelegen dragers 5 25 een vleugel 6 is bevestigd, zodat tussen twee opeenvolgende vleugels een opneemruimte 8 is begrensd. Daarnaast is aan sommige opeenvolgende dragers 5 geen vleugel 6 bevestigd, zodat dan tussen twee opeenvolgende vleugels 6 een grotere opneemruimte 8’ wordt begrensd.

Op de dragers 5 zijn afduworganen 7 resp. 7’ aangebracht, 30 die zijn gelegen in de opneemruimtes 8 resp. 8’. Deze afduworganen 7 en 7’ zijn, indien gewenst op bepaalde plaatsen met behulp van niet nader weergegeven middelen in de vorm van met de afduworganen verbonden geleidingsorganen en met deze geleidingsorganen samenwerkende aan het gestel bevestigde geleidingsrails in de lengterichting van de 35 desbetreffende dragers 5 verschuifbaar voor het verplaatsen van eventuele op de dragers rustende voorwerpen.

1007820 Μ 3

De algemene opbouw en werking van een dergelijke slechts schematisch in de figuren 1 en 2 weergegeven transportinrichting is algemeen bekend, bijvoorbeeld uit het Europese octrooi 0 444 734 en uit de octrooien FR-A-2388737, US-A-4138008 en US-A-3361247, zodat het 5 overbodig wordt geacht hier uitvoerig op de opbouw en werking van een dergelijke transportinrichting in te gaan. Daarbij zal het duidelijk zijn dat een zich over meerdere dragers 5 uitstrekkend afduworgaan 7’ slechts met een van deze dragers 5 schuifbaar is gekoppeld en zich los over de andere dragers uitstrekt.

10 Zoals nader in figuur 1 aangeduid kunnen aan de door de vleugels 6 begrensde, aan hun bovenzijde open en aan hun onderzijde door de dragers 5 begrensde opneemruimtes 8 resp. door de vleugels 6 en de dragers 5 begrensde opneemruimtes 8’ voorwerpen 10 worden toegevoerd met behulp van bijvoorbeeld een transportband 9.

15 Met behulp van niet nader weergegeven ter hoogte van de transportband 9 opgestelde sensors kunnen de afmetingen van de opeenvolgend op de transportband 9 toegevoerde voorwerpen 10 worden bepaald en in afhankelijkheid daarvan de aandrijving van het eindloze koppel-orgaan of ketting 4 zodanig worden geregeld, dat met behulp van de 20 transportband 9 kleine voorwerpen worden afgegeven in de opneemruimtes 8, die zijn begrensd tussen een tweetal verhoudingsgewijs dicht bij elkaar gelegen vleugels 6, terwijl grotere voorwerpen worden afgegeven in de opneemruimtes 8’, die worden begrensd door op verhoudingsgewijs grote afstand van elkaar gelegen vleugels 6. De zo in de opneemruimtes 25 8 resp. 8’ opgenomen voorwerpen kunnen op op zich bekende wijze met behulp van de afduworganen 7 resp. 7’ in een van de nabij een zijkant van de inrichting opgestelde afvoergoten 11 of dergelijke worden afgevoerd. Uiteraard zal ook een constructie denkbaar zijn, waarbij aan weerszijden van de inrichting afvoergoten, afvoerbanden of derge-30 lijke zijn aangebracht. Zoals in de figuren weergegeven zal telkens tussen een tweetal opvolgende groepen van kleine opneemruimtes 8 een enkele of meerdere grotere opneemruimtes 8’ zijn gelegen.

Ook is een uitvoering denkbaar, waarbij in plaats van een enkele toevoerband 9 een toevoerband voor kleine voorwerpen en een 35 toevoerband voor grote voorwerpen is aangebracht, en waarbij met behulp van niet nader weergegeven besturingsmiddelen de aandrijving 1007820 4 van deze beide toevoerbanden en/of van het koppel orgaan 4 zodanig wordt geregeld, dat de met de ene toevoerband toegevoerde kleine voorwerpen in de opneemruimtes 8 en de met de andere toevoerband toegevoerde grote voorwerpen in de opneemruimtes 8’ worden afgegeven.

5 Eventueel kunnen ook meer dan twee verschillende afmetingen voor de opneemruimtes worden toegepast. Ook kunnen andere toevoer-organen dan toevoerbanden worden gebruikt voor het plaatsen van de voorwerpen 10 in de opneemruimtes 8 en/of 8’.

1007820

Claims (5)

1. Transportinrichting, die is uitgerust met een gestel en een eindloos aandrijfbaar transportorgaan, dat is voorzien van zich dwars 5 op de tijdens bedrijf beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan uitstrekkende dragers, die zijn gekoppeld met tenminste een eindloos flexibel koppelorgaan, terwijl tenminste enige dragers afduworganen ondersteunen, welke afduworganen zijn verbonden met geleidingsorganen, die kunnen samenwerken met door het gestel onder-10 steunde geleidingsrails, een en ander zodanig, dat tijdens bedrijf een afduworgaan op een of meer plaatsen naar wens in de lengterichting van de bijbehorende drager kan worden verplaatst en waarbij de dragers zijn voorzien van zich omhoog uitstrekkende vleugels, die aan hun bovenzijden open en gezien in de beoogde bewegingsrichting van het 15 transportorgaan achter elkaar gelegen opneemruimtes begrenzen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van opneemruimtes, die gemeten in de beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan van elkaar afwijkende afmetingen hebben.

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat tussen een tweetal groepen van uitsparingen met een gemeten in de beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan verhoudingsgewijs kleine afmeting een opneemruimte(s) met gemeten in de beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan verhoudingsgewijs grote afmeting is(zijn) gelegen.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de gezien in de beoogde bewegingsrichting van het transportorgaan achterste rand van een drager een zich schuin omhoog naar achteren uitstrekkende vleugel is bevestigd.

4. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een toevoerorgaan voor het toevoeren van in de opneemruimtes op te nemen voorwerpen, en sensors zijn aangebracht, die de afmetingen van met het toevoerorgaan toegevoerde voorwerpen bepalen en afhankelijk van de grootte van de voorwerpen de aandrijving van het toevoerorgaan en/of het transport-35 orgaan zodanig regelen, dat kleine voorwerpen in de kleinere opneemruimtes en grote voorwerpen in de grotere opneemruimtes worden afgegeven. 1007820

5. Transportinrichting volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van tenminste een toevoerorgaan voor kleine voorwerpen en van tenminste een toevoer-orgaan voor grote voorwerpen en middelen zijn aangebracht voor het 5 regelen van de aandrijving van het(de) toevoerorgaan(en) en/of van het transportorgaan, zodanig, dat kleine voorwerpen in de kleine opneem-ruimtes en grote voorwerpen in de grote opneemruimtes worden afgegeven. UU)J820