NL1006002C2 - Inrichting voor het lossen van kwetsbare producten, zoals eieren en fruit, vanuit een aanvoertransporteur in een onder die aanvoertransporteur geplaatste produktopvanginrichting. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het lossen van kwetsbare produkten, zoals eieren en fruit, vanuit een aanvoer-transporteur in een onder die aanvoertransporteur geplaatste produktopvanginrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het lossen van kwetsbare produkten, zoals eieren en fruit, vanuit een aanvoertransporteur in een onder die transporteur geplaatste produktopvanginrichting, welke 5 aanvoertransporteur is uitgerust met individuele produktdraagorganen, die door middel van bedieningspennen in de geopende of losstand brengbaar zijn, terwijl boven de aanvoertransporteur een reeks elektrisch bedienbare losorganen vast is opgesteld, die elk zijn voorzien van een 10 ontgrendelelement, dat in de bewegingsbaan van de bedieningspen van een produktdraagorgaan brengbaar is ter lossing van een produkt.

Een dergelijke inrichting is beschreven in de niet vóórgepubliceerde NL-A-10.04779 en maakt deel uit van een 15 ontvangstation van een produktsorteerinrichting. Op een dergelijke sorteerinrichting zijn tenminste evenveel ontvangstations aangesloten als er gewichts- of kwaliteitsklassen zijn, waarin de produkten door de sorteerinrichting moeten worden gesorteerd.

20 Sorteerinrichtingen kunnen op verschillende werksnelheden worden ingesteld, afhankelijk van de gewenste behandelingscapaciteit. De uit de aanvoertransporteur van de sorteerinrichting geloste produkten doorlopen een valtraject, dat afhankelijk is van de bewegingssnelheid van 25 deze aanvoertransporteur. Ook tijdens het aanlopen en stoppen van de aanvoertransporteur treden veranderingen op in het door de geloste produkten doorlopen valtraject. Om de geloste produkten, onafhankelijk van de snelheid op het moment van lossen, op dezelfde plaats te kunnen opvangen 30 moet het lostijdstip van de produkten worden vervroegd bij toenemende bewegingssnelheid van de aanvoertransporteur, respectievelijk worden verlaat bij afnemende snelheid 1006002 2 daarvan. Een oplossing voor dit probleem is o.a. bekend uit EP-B-0.098.733, waarin een boven de hoofdtransporteur geplaatste bak met elektrisch bedienbare losorganen is beschreven, welke bij bekrachtiging zorgen voor het lossen 5 van een produkt uit een produktdrager van de aanvoertransporteur. De bak met losorganen is via een lineair verschuifbare stang in de bewegingsrichting van de aanvoertransporteur, respectievelijk tegengesteld daaraan verplaatsbaar, welke verschuifbare stang wordt aangedreven 10 door een aandrijfmechanisme, dat rechtstreeks is gekoppeld met de aandrijfmotor van de aanvoertransporteur.

Bij de inrichting volgens het bovengenoemde NL-A-10.04779 bestaat de produktopvanginrichting uit een borstelband, waarvan de bewegingsrichting loodrecht staat 15 op die van de aanvoertransporteur. In het bovenvlak van deze borstelband zijn een reeks kanalen aangebracht, die onderling zijn gescheiden door opstaande zijwanden, die worden gevormd door langere borstelharen. De breedte van deze kanalen is groter dan de grootste langsafmeting van 20 het op te vangen produkt, waardoor een zekere spreiding mogelijk is van de landingsplaatsen van een uit de aanvoertransporteur gelost produkt. Per kanaal is een vast opgesteld losorgaan aanwezig, in combinatie met boven de wanden van elk kanaal gespannen snaren, die er voor zorgen 25 dat een gelost produkt in het daarvoor bestemde borstel-bandkanaal terechtkomt. In plaats van deze snaren kunnen ook per borstelbandkanaal twee of meer vast opgestelde losorganen worden toegepast, waarvan het ene bij lage en het andere bij hogere snelheden van de aanvoertransporteur 30 worden aangestuurd.

Indien de te lossen produkten moeten worden opgevangen in een produktopvanginrichting, die van produktnesten is voorzien, moet een gelost produkt met een grotere mate van nauwkeurigheid landen in een dergelijk 35 produktnest dan bij een van kanalen voorziene borstelband het geval is. Uit produktnesten bestaande opvang- 10 0 6 0 02 3 inrichtingen zijn op zichzelf bekend en worden bijvoorbeeld toegepast in een inrichting als beschreven in US-A-5.232.080.

De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen 5 voor het probleem van de snelheidscompensatie bij het lossen van produkten uit een aanvoertransporteur, waaronder een van produktnesten voorziene produktopvanginrichting is geplaatst en de losorganen vast zijn opgesteld. Dit doel wordt bereikt door een inrichting van het bovenomschreven 10 type te verschaffen, waarbij de bedieningspennen van elk produktdraagorgaan dwars op de bewegingsrichting van de aanvoertransporteur verschuifbaar zijn, terwijl het ontgrendelelement van elk losorgaan de vorm heeft van een balk, die onder een hoek ten opzichte van de 15 bewegingsrichting van de aanvoertransporteur is opgesteld.

Door de bedieningspennen van elk produktdraagorgaan te verschuiven in een mate, die is gerelateerd aan de bewegingssnelheid van de aanvoertransporteur, komen deze bedieningspennen bij toenemende bewegingssnelheid eerder 20 respectievelijk bij afnemende bewegingssnelheid later in contact met de ontgrendelbalk van elk losorgaan, waardoor een nauwkeurige aansturing van het lostijdstip kan worden verkregen en derhalve de nauwkeurige landing van een gelost produkt in een produktnest van de onder de 25 aanvoertransporteur opgestelde produktopvanginrichting.

Verder uitgewerkte uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn in de volgconclusies nader omschreven.

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 30 uitvinding wordt in het hierna volgende aan de hand van de tekening nader toegelicht. De tekening toont een deel van de aanvoertransporteur met een daarboven geplaatst steunframe, voorzien van vast opgestelde hefmagneten.

De inrichting volgens de uitvinding omvat een 35 aanvoertransporteur 1, die bestaat uit twee evenwijdige, eindloze kettingen 2, 3, waartussen draagbalken 4 zijn 1006002 4 aangebracht. De aanvoertransporteur beweegt in een richting die met de pijl A is aangegeven. Op elke draagbalk 4 zijn een aantal produktdragers 5 aangebracht. Deze produkt-dragers 5 bestaan uit twee onder veerdruk staande armen, 5 waartussen een produkt, bijvoorbeeld een ei, kan worden vastgehouden. De produktdrager 5 kan in de losstand worden gebracht en gehouden met behulp van een kantelbaar palmechanisme 6, dat beweegbaar is in de met een pijl B aangegeven richting. Door het palmechanisme 6 kan een 10 sluithefboom 7 van een produktdrager 5 in de gesloten stand 7(C") worden vastgehouden respectievelijk worden vrijgegeven, waardoor de produktdrager 5 onder invloed van de veerdruk in de geopende of losstand komt te staan, waarbij de sluithefboom 7 de stand 7(C) inneemt. Aan het 15 begin van de aanvoertransporteur 1 kunnen eieren tussen de armen van de produktdrager 5 worden geplaatst, waarbij de produktdragers in de vasthoudstand worden gebracht. Op elke draagbalk 4 zijn vier produktdragers 5 aangebracht. Een aanvoer-transporteur 1 van dit type is op zichzelf bekend 20 uit US-A-5.232.080.

Op elke draagbalk 4 is een verschuifbare lijst 8 aangebracht, die is uitgerust met vier bedieningspennen 9, voor elke produktdrager 5 éen. Elke bedieningspen 9 bevindt zich aan het uiteinde van een zwenkarm 10, die om een 25 verticale as verzwenkbaar is. Bij het verzwenken van een bedieningspen 9 maakt het bijbehorende palmechanisme 6 een kantelbeweging, waardoor de bijbehorende produktdrager 5 openspringt naar de losstand. Bij lage snelheid van de aanvoertransporteur 1 bevindt elke bedieningspen 9 zich in 30 de met getrokken lijnen weergegeven stand. Bij maximale snelheid van de aanvoertransporteur 1 is de verschuifbare lijst 8 verschoven in een zodanige positie, dat de bedieningspennen 9 de positie 9' innemen. Het zal duidelijk zijn dat de bedieningspennen 9 bij elke snelheid van de 35 aanvoertransporteur 1 bij een verzwenking in achterwaartse richting een palmechanisme 6 kunnen bedienen voor het in de 1006002 5 losstand brengen van een produktdrager 5. Op het uiteinde van een verschuifbare lijst 8 bevindt zich een stuurrol 11. De stuurrollen 11 van alle verschuifbare lijsten 8 zijn opgenomen in een U-vormige stuurbalk 12, die gekoppeld is 5 met een aandrijfmechanisme, dat in staat is de stuurbalk 12 en derhalve de verschuifbare lijsten 8 te verplaatsen in de pijlrichting D, of tegengesteld daaraan, in een mate die gerelateerd is aan de bewegingssnelheid van de aanvoer-transporteur 1.

10 Boven de aanvoertransporteur 1 is ter plaatse van een ontvangstation een steunframe 20 aangebracht, dat vast is verbonden met het (niet weergegeven) draagframe van de aanvoertransporteur 1. Op het steunframe 20 zijn een reeks hefmagneten 21 aangebracht, die vast met het steunframe 20 15 zijn verbonden. Het aantal en de opstelling van de hefmagneten 21 komt overeen met het aantal en de opstelling van de einesten, aanwezig in een onder de aanvoertransporteur 1 ter plaatse van het steunframe 20 aangebrachte produktopvanginrichting. In het hier 20 weergegeven geval zijn voor elke track van de aanvoertransporteur zes hefmagneten 21 aangebracht en is de produktopvanginrichting derhalve uitgerust met 24 einesten, opgesteld in vier rijen van zes nesten.

De hefmagneten 21 bestaan elk uit een spoel met 25 daarin aangebrachte vaste kern 22, die bij niet bekrachtigde spoel 21 een in de ontgrendelbalk 23 aangebrachte, permanente magneet aantrekt en de ontgrendelbalk 23 in de bovenste positie vasthoudt. Bij kortstondige bekrachtiging van de spoel wordt de 30 ontgrendelbalk 23, door afstoting van de permanente magneet, in de benedenwaartse positie gebracht en gedurende korte tijd gehouden. De ontgrendelbalk 23 is ten opzichte van de bewegingsrichting A van de aanvoertransporteur 1 onder een scherpe hoek geplaatst. De ontgrendelbalk 23 is 35 door middel van verbindingsarmen verbonden met een evenwijdig aan de ontgrendelbalk 23 verlopende ophangbalk 1006002 6 24, die kantelbaar in het steunframe 20 is opgehangen. Bij niet-bekrachtigde hefmagneet bevindt de ontgrendelbalk 23 zich in een zodanige positie, dat de bedieningspennen 9 van de verschuifbare lijsten 8 ongehinderd onder de 5 ontgrendelbalk 23 kunnen passeren. Bij bekrachtigde hefmagneet 21 kantelt de ontgrendelbalk 23 om de ophangbalk 24 over zodanige afstand dat de ontgrendelbalk 23 wordt geplaatst in de bewegingsbaan van de bedieningspennen 9 op de verschuifbare lijsten 8 van de draagbalken 4, zodat bij 10 contact tussen een bedieningspen 9 en een bijbehorende ontgrendelbalk 23 het kantelbare palmechanisme 6 van de bijbehorende produktdrager 5 deze produktdrager in de losstand doet bewegen en het in de produktdrager 5 opgenomen produkt derhalve wordt gelost. Nadat de 15 produktdrager 5 op de beschreven wijze is geopend wordt de ontgrendelbalk 23 weer in de bovenste stand gedrukt door een (niet weergegeven) nok die nabij elke bedieningspen 9 is aangebracht. Alle volgende pennen 9 kunnen de balk 23 weer ongehinderd passeren.

20 De losinrichting volgens de uitvinding werkt als volgt:

De in de aanvoertransporteur 1 op te nemen eieren worden vooraf gewogen en vervolgens opgenomen in de produktdragers 5 van die aanvoertransporteur 1. Het gewicht 25 van het ei en bovendien de plaats van dat gewogen ei in de aanvoertransporteur 1 wordt doorgegeven aan een besturings-inrichting, die vervolgens vaststelt bij welk losstation en door welke hefmagneet 21 een ei moet worden gelost.

Bij het aanlopen van de aanvoertransporteur 1 30 bevindt de stuurbalk 12, en derhalve elke daarmee verbonden verschuifbare lijst 8, zich in de meest rechter positie. De dik getekende bedieningspen 9 volgt derhalve de gestippelde lijn F, zodat de bedieningspen 9 eventueel kan aanlopen tegen de rechter punt van de dik getekende ontgrendelbalk 35 23. Het einest, waarin het betreffende ei moet worden gelost zal zich ongeveer verticaal beneden dit rechter 1006002 7 uiteinde van de ontgrendelbalk 23 bevinden. Bij toenemende snelheid wordt de stuurbalk 12 bewogen in de richting van de pijl D, waardoor de bedieningspen 9 verschuift in de richting van de plaats, die in de tekening met 9' is 5 aangegeven. Door de hoekstand van de ontgrendelbalk 23 ten opzichte van de bewegingsrichting A van de aanvoer-transporteur 1 zal het lostijdstip worden vervroegd, waardoor het met hogere snelheid geloste ei alsnog in het bijbehorende einest van de produktopvanginrichting terecht 10 komt. Bij maximale snelheid van de aanvoertransporteur 1 zal de bedieningspen 9 zich bevinden in de positie 9' en in die positie eventueel aanstoten tegen het linker uiteinde van de ontgrendelbalk 23, waardoor het lostijdstip maximaal wordt vervroegd en het geloste ei wederom nauwkeurig in het 15 bijbehorende einest van de produktopvanginrichting zal landen. Het zal duidelijk zijn dat voor het lossen van een ei uit een bepaalde produktdrager de bijbehorende hefmagneet 21 pas dan wordt aangestuurd wanneer de bedieningspen 9 van de voorgaande draagbalk 4 de 20 ontgrendelbalk 23 zijn gepasseerd.

1006002

Claims (5)

1. Inrichting voor het lossen van kwetsbare produkten, zoals eieren en fruit, vanuit een aanvoertransporteur in een onder die transporteur geplaatste produktopvang-inrichting, - welke aanvoertransporteur is uitgerust met individuele 5 produktdraagorganen, die door middel van bedieningspennen in de geopende of losstand brengbaar zijn - terwijl boven de aanvoertransporteur een reeks elektrisch bedienbare losorganen vast zijn opgesteld, die elk zijn voorzien van een ontgrendelelement dat in de bewegingsbaan 10 van de bedieningspen van een produktdraagorgaan brengbaar is ter lossing van een produkt met het kenmerk, dat de bedieningspennen (9) van elk produktdraagorgaan (5) dwars (D) op de bewegingsrichting van de aanvoertransporteur (A) verschuifbaar zijn, terwijl het 15 ontgrendelelement (23) van elk losorgaan (21) de vorm heeft van een balk, die onder een hoek ten opzichte van de bewegingsrichting (A) van de aanvoertransporteur (1) is opgesteld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de aanvoer-20 transporteur (1) bestaat uit tussen twee evenwijdige kettingen (23) aangebrachte draagbalken (4) met daarop afgesteunde, naast elkaar geplaatste produktdragers (5), met het kenmerk, dat de bij deze produktdragers (5) behorende bedieningspennen (9) zijn aangebracht op een dwars (D) op de 25 bewegingsrichting (A) van de aanvoertransporteur (1) verschuifbare lijst (8), die rust op de draagbalk (4), terwijl de positie van deze lijst (8) ten opzichte van de draagbalk (4) bestuurbaar is in afhankelijkheid van de bewegingssnelheid van de aanvoertransporteur (1).

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bedieningspennen (9) verzwenkbaar zijn aangebracht op de in dwarsrichting (D) verschuifbare lijst (8) en bij elke positie van die lijst (8) aandrukbaar zijn tegen een op de 1006002 draagbalk (4) aangebracht kantelbaar palmechanisme (6) voor het openen van het bijbehorende produktdraagorgaan (5).

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de dwars (D) op de bewegings- 5 richting (A) van de aanvoertransporteur (1) verschuifbare lijsten (8) elk aan een uiteinde zijn voorzien van een stuurrol (11), welke stuurrollen (11) zijn opgenomen in een stuurbalk (12), die gekoppeld is met een aandrijfmechanisme dat de positie van de stuurbalk (12) in dwarsrichting (D) 10 kan verplaatsen in afhankelijkheid van de voortbewegings-snelheid van de aanvoertransporteur (1).

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de lengte van elke ontgrendelbalk (23) in een richting (D) dwars op de aanvoertransporteur (1) 15 tenminste gelijk is aan de afstand tussen de posities van de verschuifbare lijst (8) bij enerzijds de minimale en anderzijds de maximale bewegingssnelheid van de aanvoertransporteur (1). 1006002