NL1005986C2 - Verbindingsstuk. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Verbindingsstuk.

De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsstuk voor het met elkaar verbinden van een tweetal profielen, die met hun met 5 behulp van het verbindingsstuk verbonden uiteinden in verstek op elkaar aansluiten, waarbij het verbindingsstuk een tweetal in een hoekpunt van het verbindingsstuk op elkaar aansluitende benen omvat, die ieder in een uiteinde van een desbetreffend in doorsnede althans in hoofdzaak C-vormig profiel te steken zijn, waarbij een profiel is 10 voorzien van een rug en via verbindingsranden op deze rug aangesloten flenzen, die tenminste nagenoeg evenwijdig aan de rug verlopen en zich vanaf de verbindingsranden in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekken, een en ander zodanig, dat de benen van de verbindingsstukken tussen de ruggen en de flenzen van de profielen te steken 15 zijn, terwijl in de benen van het verbindingsstuk lippen zijn uitgestanst, zodanig, dat deze over de flenzen van de profielen kunnen grijpen.

Een dergelijk verbindingsstuk is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9200112. Bij deze bekende constructie sluiten de 20 uitgestanste lippen op de desbetreffende benen aan langs zich even wijdig aan de lengterichting van deze benen uitstrekkende lijnen waarom de lippen worden verbogen bij het bovenop de flenzen aandrukken van de lippen.

Met de uitvinding wordt beoogd een dergelijk verbindings-25 stuk te verkrijgen met behulp waarvan een betere vastklemming van de profielen in de beoogde stand kan worden verkregen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat in de benen van de verbindingsstukken T-vormige lippen zijn uitgestanst, zodanig, dat het vrije uiteinde van een zich in de lengterichting van 30 een been uitstrekkende tak van een T-vormige lip met zijn van de dwarstak van de desbetreffende T-vormige lip afgekeerde uiteinde met het desbetreffende been van het verbindingsstuk is verbonden aan de van het hoekpunt van het verbindingsstuk afgekeerde zijde van de dwarstak en de uiteinden van de dwarstak zich uitstrekken ter hoogte 35 van de delen van het desbetreffende been, die, indien het been in een profiel is ingestoken, worden overlapt door de flenzen.

1005986 2

Bij het met elkaar verbinden van de profielen zal bij het aandrukken van de lippen op de flenzen van de profielen op de profielen een kracht worden uitgeoefend waarvan althans een component is gericht in de richting van het hoekpunt waarin de beide met behulp 5 van het verbindingsstuk met elkaar te verbinden profielen op elkaar aansluiten, zodat zo een goede en stevige aansluiting van de met elkaar te verbinden profielen zal worden bewerkstelligd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoerings-10 vorm van een verbindingsstuk volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een zijaanzicht op een verbindingsstuk volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een onderaanzicht op figuur 1.

Figuur 3 toont een doorsnede over een uitvoeringsvorm van 15 een profiel, dat in combinatie met het verbindingsstuk volgens de uitvinding kan worden toegepast.

Figuur 4 toont schematisch in perspectief de verbinding tussen een tweetal profielen met behulp van een verbindingsstuk volgens de uitvinding.

20 Het in figuren 1 en 2 weergegeven verbindingsstuk 1 omvat een tweetal in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld haaks op elkaar staande benen 2 en 3, die in een hoekpunt 4 op elkaar aansluiten. Hoewel in de weergegeven uitvoeringsvorm de beide benen 2 en 3 haaks op elkaar aansluiten is de uitvinding hierop niet beperkt en is ook 25 een andere hoek tussen de benen 2 en 3 toepasbaar.

In ieder been zijn een tweetal, gezien in de lengterichting van het desbetreffende been achter elkaar gelegen lippen 5 uitgestanst, zodanig, dat een tak 6 van een lip zich in de lengterichting van het desbetreffende been uitstrekt en een andere tak 7 van de lip 5 30 zich dwars op de lengterichting van het desbetreffende been uitstrekt. Zoals daarbij in het bijzonder uit figuur 2 duidelijk zal zijn sluit het van de tak 7 afgekeerde uiteinde van de tak 6 aan de van het hoekpunt 4 afgekeerde zijde van de tak 7 op het desbetreffende been 2 resp. 3 aan.

35 De tak 6 strekt zich vanaf zijn aansluiting aan het been 2 resp. 3 schuin ten opzichte van het desbetreffende been uit in een 1005986 3 naar het hoekpunt 4 gekeerde richting, terwijl de op het uiteinde van de tak 6 aansluitende tak 7 zich evenwijdig aan het desbetreffende been uitstrekt. Daarbij is de zich dwars op de lengterichting van het been uitstrekkende tak 7 gelegen tegenover een in het been gevormde 5 uitsparing 8, waarvan de afmeting gemeten in de breedterichting van het desbetreffende been groter is dan de afmeting van de tak 7 gemeten in de breedterichting van het been. Verder is het gat 8 zodanig bemeten, dat gezien in een richting loodrecht op het been het gat 8 zich voorbij de van de tak 6 afgekeerde begrenzingsrand van de tak 7 10 uitstrekt, zoals duidelijk zal zijn uit figuur 2.

Het hierboven beschreven verbindingsstuk is in het bijzonder bestemd voor het met elkaar verbinden van een tweetal profielen 9, die bijvoorbeeld de in figuur 3 weergegeven doorsnedevorm hebben. Zoals uit figuur 3 duidelijk zal zijn heeft een dergelijk profiel een 15 rug 10 en op de langsranden van deze rug aansluitende en zich loodrecht op de rug uitstrekkende verbindingsranden 11, die de rug 10 verbinden met zich evenwijdig aan de rug 10 en vanaf de randen 11 in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekkende flenzen 12. De rug 10, de verbindingsranden 11 en de flenzen 12 vormen dus een in door-20 snede althans in hoofdzaak C-vormig profiel.

Een van de verbindingsranden 11 is voorzien van een voorbij de op deze verbindingsrand 11 aansluitende flens 12 uitstekende neus 13.

Voor het vormen van bijvoorbeeld een lijst voor het opnemen 25 van een niet nader weergegeven plaatvormig orgaan zullen een viertal van dergelijke op lengte gesneden en onder verstek op elkaar aansluitende profielen 9 met behulp van bovenbeschreven verbindingsstukken 1 met elkaar kunnen worden gekoppeld zoals in figuur 4 voor de op elkaar aansluitende uiteinden van een tweetal profielen 9 30 schematisch is weergegeven. Hiertoe wordt in ieder van de beide op elkaar aan te sluiten profielen 9 een been 2 resp. 3 van een verbindingsstuk 1 ingeschoven, zodanig, dat de benen 2 en 3 komen te liggen tussen de naar elkaar toegekeerde begrenzingsvlakken van de ruggen 10 en flenzen 12 van de desbetreffende profielen 9, terwijl de 35 uiteinden van de takken 7 van de lippen 5 zich zullen uitstrekken over de van de rug 10 afgekeerde begrenzingsvlakken van de flenzen 12.

1005986 4

Indien de profielen 9 zo op een verbindingsstuk 1 zijn geschoven en met hun onder verstek afgesneden einden tegen elkaar aanliggen zullen met behulp van een geschikt in de richting volgens pijl A ten opzichte van het verbindingsstuk 1 (figuur 1) aangedrukt 5 stempel de takken 7 van de lippen 5 worden aangedrukt tegen de flenzen 12. Het zal duidelijk zijn, dat daarbij de profielen 9 zodanig zullen zijn ondersteund, dat deze onder invloed van deze in de richting volgens pijl A werkende kracht niet kunnen uitwijken.

Bij het aandrukken van de lippen 5 zal het onder de 10 uiteinden van de takken 7 liggende materiaal van de flenzen 12 in de in het hoekstuk 1 aangebrachte uitsparingen 8 worden gedrukt. Daarbij zullen de takken 7 van de lippen 5 de neiging hebben om onder invloed van de op deze verbindingslippen uitgeoefende kracht te gaan bewegen in de richting van het hoekpunt 4 waardoor ook de profielen 9 in deze 15 richting zullen worden gedrongen en dus de naar elkaar toegekeerde einden van de profielen 9 stevig tegen elkaar zullen worden gedrukt en een blijvende de uiteinden van de profielen tegen elkaar aandrukkende klemkracht wordt opgewekt.

Door de hierboven beschreven grotere afmetingen van de 20 uitsparingen 8 ten opzichte van de afmetingen van de takken 7 van de lippen 5 is er voldoende ruimte voor het opnemen van het vervormde materiaal van de flenzen 12 in de uitsparingen 8. Daarbij zal het materiaal van de flenzen 12 ook om de zich in de lengterichting van de benen 2 en 3 uitstrekkende begrenzingsranden van de uitsparingen 8 25 worden gevouwen, zodat ook een goede borging tegen zijdelingse ver plaatsing van de profielen 9 ten opzichte van het verbindingsstuk 1 en daarmede een zijdelingse verplaatsing van de profielen 9 ten opzichte van elkaar wordt verkregen.

De op elkaar aansluitende neuzen 13 van de tot een lijst 30 verbonden profielen zullen dienst kunnen doen als aanslag voor een in de lijst te plaatsen plaat of dergelijke.

De profielen 9 kunnen bijvoorbeeld uit aluminium of kunststof zijn vervaardigd. Ook het verbindingsstuk 1 kan bijvoorbeeld uit aluminium zijn vervaardigd, maar zal in ieder geval uit een harder 35 materiaal bestaan dan de profielen 9.

1005986

Claims (3)

1. Verbindingsstuk voor het met elkaar verbinden van een tweetal profielen, die met hun met behulp van het verbindingsstuk 5 verbonden uiteinden in verstek op elkaar aansluiten, waarbij het verbindingsstuk een tweetal in een hoekpunt van het verbindingsstuk op elkaar aansluitende benen omvat, die ieder in een uiteinde van een desbetreffend in doorsnede althans in hoofdzaak C-vormig profiel te steken zijn, waarbij een profiel is voorzien van een rug en via 10 verbindingsranden op deze rug aangesloten flenzen, die tenminste nagenoeg evenwijdig aan de rug verlopen en zich vanaf de verbindingsranden in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekken, een en ander zodanig, dat de benen van de verbindingsstukken tussen de ruggen en de flenzen van de profielen te steken zijn, terwijl in de benen van 15 de verbindingsstukken lippen zijn uitgestanst, zodanig, dat deze over de flenzen van de profielen kunnen grijpen, met het kenmerk, dat in de benen van de verbindingsstukken T-vormige lippen zijn uitgestanst, zodanig, dat het vrije uiteinde van een zich in de lengterichting van een been uitstrekkende tak van een T-vormige lip met zijn van de 20 dwarstak van de desbetreffende T-vormige lip afgekeerde uiteinde met het desbetreffende been van het verbindingsstuk is verbonden aan de van het hoekpunt van het verbindingsstuk afgekeerde zijde van de dwarstak en de uiteinden van de dwarstak zich uitstrekken ter hoogte van de delen van het desbetreffende been, die, indien het been in een 25 profiel is ingestoken, worden overlapt door de flenzen.

2. Verbindingsstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dwarstak van een lip is gelegen tegenover een in het bijbehorende been aangebrachte uitsparing waarvan de breedte, gemeten dwars op de lengterichting van het desbetreffende been groter is, dan de breedte 30 van de dwarstak gemeten in een richting dwars op de lengterichting van het desbetreffende been.

3. Verbindingsstuk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat gezien in een richting loodrecht op een been de tegenover de dwarstak gelegen uitsparing in het been zich voorbij de dwarstak in de richting 35 van het hoekpunt van het verbindingsstuk uitstrekt. 100598B