NL1005720C2 - Rooimachine. - Google Patents
Rooimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005720C2 NL1005720C2 NL1005720A NL1005720A NL1005720C2 NL 1005720 C2 NL1005720 C2 NL 1005720C2 NL 1005720 A NL1005720 A NL 1005720A NL 1005720 A NL1005720 A NL 1005720A NL 1005720 C2 NL1005720 C2 NL 1005720C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tractor
- lifting
- harvesting
- belt
- sieve
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D27/00—Machines with both topping and lifting mechanisms
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D21/00—Digging machines with potato-picking implements
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D31/00—Other digging harvesters
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
5
ROOIMACHINE
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het rooien van bolgewasssen, bijvoorbeeld uien, omvattende een trekker en een aan de trekker te bevestigen rooi-inrichting.
10 Een dergelijke inrichting is bekend uit DE-U-88 11 945.
Deze bekende inrichting heeft het nadeel dat platliggend loof door de loofverwijderinrichting niet volledig wordt verwijderd, zodat het loof voor een deel 15 aan de bolgewassen blijft zitten en de werking van de rooimachine verstoort.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting, waarbij deze nadelen worden vermeden.
20 Dit doel wordt bereikt, doordat de rooi- inrichting een loofverwijderinrichting omvat die elk om een verticale as roteerbare mesbladen en elk om dezelfde as roteerbare ventilatorbladen voor het opwekken van een naar boven gerichte luchtstroom omvat.
25 Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is de loofverwijderinrichting ingericht voor het in de bewegingsrichting tijdens het rooien voorop rijden, en is de loofverwijderinrichting geschikt voor het verwijderen van het loof van de nog in de grond aanwezige bolgewas-30 sen.
Hiermee wordt het effect van de maatregelen volgens de uitvinding verder verbeterd.
Volgens een ander voorkeursuitvoeringsvorm is de rooi-inrichting in de bewegingsrichting tijdens het 35 rooien gezien, voorafgaand aan de trekker geplaatst.
Als gevolg van deze maatregelen worden de gewassen gerooid, voordat de trekker over het land rijdt. Dit betekent dat de gewassen ook geplant kunnen worden op 1 005720- 2 de ruimte die door de wielen van de trekker zal worden bereden. Hierdoor wordt een effectiever gebruik van de beschikbare ruimte op het veld verkregen.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is 5 de trekker ingericht voor het in de achterwaartse richting rijden tijdens het rooien door de zitplaats van de bestuurder en de bedieningsorganen om te draaien, en doordat de rooi-inrichting aan de achterzijde van de trekker is bevestigd.
10 Deze maatregel heeft het voordeel dat de be stuurder de zich in de rooi-inrichting afspelende processen beter kan zien; hij wordt immers niet gehinderd door de motorkap van de trekker. Hierbij wordt er op gewezen dat door deze goede zichtbaarheid het mogelijk is dat de 15 rooimachine bediend wordt door slechts één enkele persoon, namelijk de bestuurder. Dit is in tegenspraak met tot de stand van de techniek behorende rooimachines, waarbij vaak ten minste één helper aanwezig was.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is 20 achter de trekker, in de bewegingsrichting tijdens het rooien gezien, een opraapinrichting aangebracht voor de gerooide bolgewassen. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor in dezelfde handeling zowel het rooien als het verzamelen kan worden uitgevoerd.
25 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een rooi-inrichting volgens de onderhavige uitvinding,· 30 figuur 2: een perspectivisch detailaanzicht van de eigenlijke rooi-inrichting in combinatie met de loof-verwijderinrichting; figuur 3: een met figuur 2 overeenkomend aanzicht vanuit een andere hoek; 35 figuur 4: een dwarsdoorsnedeaanzicht van de rooi-inrichting in engere zin; en figuur 5: een perspectivisch vooraanzicht van de gehele rooi-inrichting.
• O
fc- > 3
In figuur 1 is een trekker 1 afgebeeld, waaraan een rooi-inrichting 2 verbonden is. De rooi-inrichting 2 wordt gevormd door een rooi-inrichting 3 in engere zin, en een loofverwijderinrichting 4. Zoals uit de tekening 5 blijkt, beweegt de trekker 1 zich in achterwaartse richting voort, en wel in de richting die door de pijl 5 wordt aangegeven. Hieruit blijkt dat de rooimachine 2 voorafgaand aan de trekker aangebracht is. Dit betekent dat de te rooien gewassen, bijvoorbeeld de uien 6 over de 10 volledige breedte van de rooimachine 2 aanwezig kunnen zijn, en dat geen ruimte behoeft te worden vrijgehouden voor de wielen 7 van de trekker. In de rijrichting gezien is achter de trekker 1 een opraapinrichting 8 aangebracht. De rooimachine 2 laat immers een zwad 9 van ge-15 rooide uien achter, welke zwad zodanig geplaatst is, dat dit niet door de trekkerwielen 7 wordt beschadigd. Het onder de trekker 1 vandaan komende zwad 9 wordt vervolgens door de opraapinrichting 8 opgepakt en in houders 10 geplaatst; het zal duidelijk zijn dat het eveneens moge-20 lijk is dat de opraapinrichting voorzien is van een opvoerband die de gerooide gewassen toevoert aan een bakwagen.
Vervolgens zal de constructie van de rooimachine 2 nader worden verklaard aan de hand van de figuren 2, 25 3 en 4.
De trekker 1 is aan zijn achterzijde voorzien van een driepunts-ophanging 11. Aan deze driepunts-ophanging is een hoofdframe 12 bevestigd, waarin aan één zijde in hoogte variabel een subframe 13 is bevestigd.
30 Het sub-frame 13 is hiertoe aan de trekkerzijde met een door middel van een draaipunt 14 met het hoofdframe 12 verbonden, terwijl aan de andere zijde het subframe 13 door middel van een hefboomverbinding 15 met het hoofdframe is verbonden.
35 De eigenlijke rooimachine omvat een rooias 16 die gelagerd is in wangen 17 die bevestigd zijn aan het subframe 13. De rooias is met een vierkante doorsnede uitgevoerd. Verder omvat de rooi-inrichting een zeefband i \ Λ 4 18 die geleid is rond twee trommels 19, respectievelijk 20. De onderste trommel 19 is bevestigd op een as 20 die eveneens in het subframe 13 gelagerd is. De andere trommel 20 is bevestigd op een as 21 die eveneens gelagerd is 5 in het subframe 13. De zeefband 18 wordt gevormd door twee, aan weerszijden aangebrachte, van flexibel materiaal, bijvoorbeeld van rubber vervaardigde banden, waaraan zich onder regelmatige afstanden uitstrekkende staven 22 zijn aangebracht. Verder is de rooi-inrichting voorzien 10 van een schudas 25.
Voor het opvoeren van de gerooide uien is verder een schoepenas in het subframe 13 gelagerd. De schoepenas is van van flexibel materiaal vervaardigde schoepen 26 voorzien.
15 Voor het aandrijven van de rooi-inrichting wordt gebruik gemaakt van de aftakas 27 van de trekker. Deze is op de gebruikelijke wijze door middel van koppelingen 28 verbonden met de aandrijfas 29 van de rooima-chine, welke gelagerd is in het hoofdframe. Door middel 20 van een riemoverbrenging 30 is de aandrijfas 29 verbonden met de overbrengingskast 31 die van uitgaande assen 32 voorzien is. Met behulp van de uitgaande assen 32 wordt een aandrijfriemschijf 33 aangedreven, waaromheen een getande riem 34 geslagen is voor het aandrijven van de 25 bovenste trommel 20 van de zeefband en van de rooias 16. Verder is de getande riem 34 gespannen rondom de gebruikelijke geleide- en spanwielen. Dergelijke inrichtingen zijn overigens algemeen bekend.
Verder is de rooi-inrichting voorzien van 30 geleideschijven 35. Deze zijn gelagerd in daartoe aangebrachte beugels 36 die aan het subframe 13 bevestigd zijn. De geleidewielen 35 dragen er zorg voor dat de uien, die net buiten de breedte van de zeefband gelegen zijn, naar de werkzame breedte van de zeefband worden 35 gevoerd, waardoor de werkzame breedte van de gehele inrichting wordt vergroot.
Hiermee is het aldus mogelijk dat, evenals bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld, rooimachines worden . V ’·-> ' . /*\ i ' ' ' 5 toegepast die van twee afzonderlijke zeefbanden zijn voorzien. Vanwege het feit dat de zeefbanden uiteraard niet precies in de breedte op elkaar aansluiten - zij zijn immers elk in een afzonderlijk subframe onderge-5 bracht - wordt gebruik gemaakt van de geleidewielen 35 voor het naar de werkzame breedte toe geleiden van de te rooien bolgewassen. Verder wordt de werkzame breedte verbreed tot de framebreedte van de machine.
Om te voorkomen dat het loof van de naar de 10 rooimachine toegevoerde uien op de zeefband terechtkomt en daar het zeefproces verstoort, zijn bij elk van de geleidewielen 35 getande schijven 36 aangebracht. Deze verwijderen het loof van de desbetreffende uien.
Om de zwadbreedte te beperken zijn in het 15 subframe gelagerde dwarstransportbanden 37 aangebracht. Deze transportbanden worden, evenals de eigenlijke zeefbanden gevormd door een spijlenband die gelagerd is rondom rollen 38, respectievelijk 39. De spijlenbanden worden hierbij door een hydromotor 40 aangedreven. Aldus 20 worden de gerooide, van de zeefband 18 afkomstige uien toegevoerd aan de dwarstransportbanden 37, waar zij naar het midden van de rooimachine worden toebewogen. Het aldus ontstane zwad 9 heeft een beperkte breedte, zodat het niet door de wielen 7 van de daaropvolgende trekker 25 wordt beschadigd.
Verder is het hoofdframe 12 voorzien van draag-wielen 41. Hiermee rust het hoofdframe op het maaiveld.
Het subframe 13 is voorzien van een gladstrijk-balk 42 voor het gladstrijken van de bodem, nadat de 30 gewassen zijn gerooid. Hierdoor komt het zwad op een vlakke bodem terecht en kan het gemakkelijk door de opraapinrichting worden opgeraapt.
Voorafgaand in de rijrichting, zoals aangegeven is door de pijl 5, is een loofverwijderinrichting aange-35 bracht. Deze loofverwijderinrichting 4 wordt gevormd door een wagen 43 die rust op wielen 44. Door middel van hefbomen 45 is de wagen verbonden met het hoofdframe 12 van de daarachter lopende rooi-inrichting. In de wagen 43 6 zijn in het onderhavige geval drie verticale assen 46 aangebracht die op in de tekening niet weergegeven wijze in de wagen zijn gelagerd. Op deze assen 46 zijn elk messen 47 bevestigd, evenals schoepen 48.
5 De verticale assen 46 worden door middel van de aandrijfas 29, die opnieuw door middel van koppelingen 28 verbonden is, met de loofverwijderinrichting 4 en een niet in de tekeningen weergegeven de door de aandrijfas 29 aangegeven tandwielkast aangedreven in rotatie. Hier-10 door voeren de messen 27 een roterende beweging uit, waardoor het naar boven gerichte loof van de te rooien gewassen wordt afgesneden.
Om het veelal platliggende loof naar boven te richten, zijn de schoepen 46 voorzien die een naar boven 15 gerichte luchtstroom opwekken. Deze naar boven gerichte luchtstroom neemt het platliggende loof mee, zodat het naar boven wordt gericht en door de messen 46 kan worden afgesneden.
Aldus wordt een bijzonder effectieve rooi-20 inrichting verkregen.
Zoals in figuur 1 zichtbaar is, is aan de voorzijde van de trekker 1, dat wil zeggen aan de in de bewegingsrichting achteraan een opraapinrichting 8 bevestigd. Deze opraapinrichting omvat een wagen 49 die gedra-25 gen wordt door wielen 50. De wagen 49 is met de trekker 1 verbonden door middel van de aan de voorzijde van de trekker bevestigde driepunts-ophanging 51. In de wagen is wederom een zeefband 52 bevestigd die aangedreven wordt door middel van een niet in de tekening weergegeven 30 hydromotor.
Verder omvat de opraapinrichting 8 een aantal houders 10.
Vervolgens zal de werking van het gehele samenstel worden toegelicht.
35 Hierbij beweegt het gehele samenstel, dat wordt gevormd door trekker 1, de rooi-inrichting 2 en de opraapinrichting 8, zich voort in de richting van de pijl 5 over een bed uien 6. Aanvankelijk komen de uien in bena- 7 dering met de loofafsnij-inrichting 4, waar als gevolg van de werking van de schoepen 48 een naar boven gerichte luchtstroom ontstaat, waardoor het loof van de uien 6 naar boven wordt bewogen, en vervolgens door middel van 5 de messen 47 wordt afgesneden.
Vervolgens worden de uien, die gerooid zijn door de rooias 16 door middel van het schoepenwiel 25, tot op de zeefband 18 bewogen, waar zij tijdens het zeven van de daaraan hechtende grond worden ontdaan. Dit proces 10 wordt verstevigd door de schuddende werking van de schud-inrichting 25. Daarna komen de uien terecht op de dwars-band 37, waar zij naar het midden van de inrichting worden gevoerd en ten slotte in een centraalzwad 9 worden geplaatst. Daarna rijdt de trekker l over het zwad l, en 15 wordt vervolgens het zwad 9 opgepakt door de opraapin-richting 8 en worden de uien aan de houders 10 toegevoerd .
Claims (11)
1. U J " 1 ' I
1. Inrichting voor het rooien van bolgewasssen, 5 bijvoorbeeld uien, omvattende een trekker en een aan de trekker te bevestigen rooi-inrichting, met het kenmerk, dat de rooi-inrichting een loofverwijderinrichting omvat, die elk om een verticale as roteerbare mesbladen en elk om dezelfde as roteerbare ventilatorbladen voor het 10 opwekken van een naar boven gerichte luchtstroom omvat.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de loofverwijderinrichting is ingericht voor het in de bewegingsrichting tijdens het rooien voorop rijden, en dat de loofverwijderinrichting geschikt is 15 voor het verwijderen van het loof van de nog in de grond aanwezige bolgewassen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de rooi-inrichting in de bewegingsrichting tijdens het rooien gezien, voorafgaand aan de trekker is 20 geplaatst.
4. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat achter de trekker in de bewegingsrichting tijdens het rooien gezien een opraap-inrichting voor de gerooide bolgewassen is aangebracht.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de trekker is ingericht voor het in de achterwaartse richting rijden tijdens het rooien door de zitplaats van de bestuurder en de bedieningsorganen om te draaien, en dat de rooi-inrichting aan de achterzijde van 30 de trekker is bevestigd.
6. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rooi-inrichting tenminste een zeefband en een voor de zeefband geschakelde rooias omvat waarbij in de rooirichting voor de rooias 35 geleidemiddelen zijn aangebracht voor het geleiden van de werkbreedte van de rooias en op zeefband geleiden van in de grond aanwezige bolgewassen. r - —' O P, -
7. Inrichting volgens conclusie 6, inet het kenmerk, dat de elk van de zeefbanden, tezamen met de bijbehorende rooias en de naar de combinatie van rooias en zeefband leidende geleidemiddelen in een subframe zijn 5 bevestigd, dat de rooi-inrichting ten minste twee van dergelijke subframes omvat, en dat de geleidemiddelen door middel van aan elkaar grenzende subframes aan elkaar grenzen.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het 10 kenmerk, dat de geleidemiddelen elk tenminste een schuin ten opzichte van de rooirichting geplaatste bolschijf omvatten die om een schuin ten opzichte van de horizontaal geplaatste as draaibaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het 15 kenmerk, dat de geleidemiddelen elk van een snij-inrichting voor loof zijn voorzien die gevormd wordt door een aan zijn rand van uitsparingen voorziene snijschijf.
10. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder de afvoerzijde van 20 de tenminste ene zeefband een transportband geplaatst is voor het in dwarsrichting transporteren van de gerooide bolgewassen en het zodanig plaatsen van het zwad, dat de trekker zonder beschadigen over het zwad heen kan rijden.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 25 6-10, met het kenmerk, dat achter elk van de zeefbanden een egalisatie-inrichting is aangebracht.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005720A NL1005720C2 (nl) | 1997-04-03 | 1997-04-03 | Rooimachine. |
BE9800246A BE1011656A4 (nl) | 1997-04-03 | 1998-03-30 | Rooimachine. |
FR9804100A FR2761571B1 (fr) | 1997-04-03 | 1998-04-02 | Machine d'arrachage |
DE29806007U DE29806007U1 (de) | 1997-04-03 | 1998-04-03 | Rodevorrichtung |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005720A NL1005720C2 (nl) | 1997-04-03 | 1997-04-03 | Rooimachine. |
NL1005720 | 1997-04-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005720C2 true NL1005720C2 (nl) | 1998-10-12 |
Family
ID=19764721
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005720A NL1005720C2 (nl) | 1997-04-03 | 1997-04-03 | Rooimachine. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1011656A4 (nl) |
DE (1) | DE29806007U1 (nl) |
FR (1) | FR2761571B1 (nl) |
NL (1) | NL1005720C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1020197A5 (nl) * | 2011-08-25 | 2013-06-04 | Bvba Agro Techniek Bonne | Rooi-inrichting voorzien voor het rooien van ladbouwgewassen. |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2747354A (en) * | 1953-09-29 | 1956-05-29 | Major Distributing Company | Below ground row crop harvesting unit |
DE2323221A1 (de) * | 1973-05-09 | 1974-11-21 | Kleine Franz Fa | Verfahren und vorrichtung zum ernten und transportieren von ruebenblatt und rueben |
FR2315835A1 (fr) * | 1975-06-30 | 1977-01-28 | Jonge Maschf Bv | Arracheuse de pommes de terre |
FR2415423A1 (fr) * | 1976-10-20 | 1979-08-24 | Kleine Franz | Machine pour la recolte de betteraves a plusieurs rangs, et plus particulierement a six rangs |
DE3221603A1 (de) * | 1981-09-21 | 1983-04-14 | Sieben, geb. Maaßen, Anneliese, 5170 Jülich | Ruebenerntemaschine |
DE8811945U1 (nl) * | 1988-09-21 | 1988-11-03 | Maschinenfabrik Niewoehner Gmbh & Co Kg, 4830 Guetersloh, De |
-
1997
- 1997-04-03 NL NL1005720A patent/NL1005720C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-03-30 BE BE9800246A patent/BE1011656A4/nl not_active IP Right Cessation
- 1998-04-02 FR FR9804100A patent/FR2761571B1/fr not_active Expired - Fee Related
- 1998-04-03 DE DE29806007U patent/DE29806007U1/de not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2747354A (en) * | 1953-09-29 | 1956-05-29 | Major Distributing Company | Below ground row crop harvesting unit |
DE2323221A1 (de) * | 1973-05-09 | 1974-11-21 | Kleine Franz Fa | Verfahren und vorrichtung zum ernten und transportieren von ruebenblatt und rueben |
FR2315835A1 (fr) * | 1975-06-30 | 1977-01-28 | Jonge Maschf Bv | Arracheuse de pommes de terre |
FR2415423A1 (fr) * | 1976-10-20 | 1979-08-24 | Kleine Franz | Machine pour la recolte de betteraves a plusieurs rangs, et plus particulierement a six rangs |
DE3221603A1 (de) * | 1981-09-21 | 1983-04-14 | Sieben, geb. Maaßen, Anneliese, 5170 Jülich | Ruebenerntemaschine |
DE8811945U1 (nl) * | 1988-09-21 | 1988-11-03 | Maschinenfabrik Niewoehner Gmbh & Co Kg, 4830 Guetersloh, De |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2761571A1 (fr) | 1998-10-09 |
FR2761571B1 (fr) | 2000-04-07 |
BE1011656A4 (nl) | 1999-11-09 |
DE29806007U1 (de) | 1998-07-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2032836C (en) | Harvesting machine | |
US2531379A (en) | Harvester for onions and the like | |
US3986324A (en) | Melon pickup and loading machine | |
US3626677A (en) | Mechanical harvester | |
US5930987A (en) | Harvesting apparatus | |
US3193020A (en) | Tomato harvester | |
NL1005720C2 (nl) | Rooimachine. | |
US5387155A (en) | Beet harvester | |
US7275359B2 (en) | Cleaning arrangement for a fruit harvesting machine | |
US2071325A (en) | Vegetable digger | |
US3240276A (en) | Root crop harvesting and processing machine | |
US2724226A (en) | Potato harvesting, devining and separating device | |
US3472009A (en) | Asparagus harvester | |
GB2252575A (en) | Separating device for fishing dredge | |
KR100562562B1 (ko) | 알 뿌리 채취기 | |
EP1951025A1 (en) | Method and apparatus for topping vegetables | |
US2706878A (en) | Potato digging and conveying machine | |
CN112203497B (zh) | 收割机器的升降机装置和收割机器 | |
CN214015036U (zh) | 一种自走式收获捡拾机 | |
GB2479059A (en) | Method and machine for lifting a material layer from above a crop | |
US1386222A (en) | Onion-harvester | |
US1585727A (en) | Pick-up apparatus for root loaders | |
JP2000032824A (ja) | 収穫機及び、収穫機の選別コンベア | |
NL7903397A (nl) | Inrichting voor het plukken van aan ranken van planten groeiende peulvruchten. | |
NL8104266A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het mechanisch reinigen van sloten. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20091101 |