NL1004559C2

NL1004559C2 - Boter.

Info

Publication number: NL1004559C2
Application number: NL1004559A
Authority: NL
Inventors: Everardus Nicolaas Johanne Tol; Danny Marcel Van Leeuwen
Original assignee: Unilife
Priority date: 1996-11-18
Filing date: 1996-11-18
Publication date: 1998-05-19
Also published as: WO1998021976A1; AU5069898A

Description

BOTER

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op boter, waarbij de term "boter", zoals gebruikt in deze aanvrage, niet alleen de traditi-5 onele boter of roomboter omvat, maar tevens alle op boter gelijkende substanties en imitaties van boter, zoals tafelmargarine, margarine met een verlaagd vetgehalte (ook wel bekend als "halvarine") en margarine voor bakken en braden, alsmede dieetboters, waaronder die met een verhoogd gehalte aan meervoudig onverzadigde vetzuren. Al deze boter-10 achtige substanties hebben met elkaar gemeen dat zij een emulsie zijn van water in een vetachtige continue fase.

In het algemeen is een boter dus een emulsie van water in een vetachtig medium of olie. Het vetgehalte van boter bedraagt doorgaans ongeveer 80#, waarvan het meeste wordt gevormd door verzadigde vetzu-15 ren. In roomboter is er sprake van een emulsie van waterdruppeltjes en vetbolletjes in een continue vetfase. De vetbolletjes hebben doorgaans een kristallijne buitenste laag van radiaal georiënteerde glyceride moleculen met een relatief hoog smeltpunt. Roomboter wordt gemaakt uit melkroom, een emulsie van vet in water. In melkroom is het overgrote 20 deel van het melkvet dan ook aanwezig in de vorm van kleine vetbolletjes. Tijdens de bereiding vein roomboter worden de gedispergeerde vetbolletjes kapot gemaakt, waardoor vloeibaar vet vrijkomt. Dit vloeibare vet vormt uiteindelijk de continue fase in de roomboter.

Margarine is een mengsel van eetbare vetten, oliën en water, dat 25 is bereid in de vorm van een vaste of vrijwel vaste emulsie (water in olie). De aanwezige vetten zijn dus niet uitsluitend afgeleid van melkvet, zoals wel het geval is bij roomboter. Doorgaans bevat margarine ongeveer B0% vet, niet meer dan 16% water en niet meer dan ii% zout. Voorts bevat margarine vitamine A en D alsmede emulgatoren, 30 conserveermiddel, antioxidanten, smaakstoffen, aroma's en eventueel plantaardige kleurstoffen. Een margarine met een verlaagd of zelfs een gehalveerd vetgehalte ("halvarine") bevat voorts meestal gelatine.

Roomboter en margarine bevatten tamelijk veel vet en kunnen bij gebruik derhalve tot ongewenste gewichtstoename leiden. Om dit pro-35 bleem enigszins te ondervangen heeft men een boter ontwikkeld met een lager vetgehalte en een hoger watergehalte. Echter, ook deze boter bevat nog een aanzienlijke hoeveelheid vet, waaronder een relatief hoog gehalte aan verzadigde vetzuren. Dergelijke vetzuren kunnen,

1 p o / F F P

2 zoals bekend, een verhogend effect op het cholesterol-gehalte in bloed hebben hetgeen ongewenst is met het oog op het optreden van hart- en vaatziekten.

Dieetboter levert voor dit probleem in die zin een oplossing dat 5 het een boter is met een verlaagd gehalte aan verzadigde vetzuren en met een verhoogd gehalte aan meervoudig onverzadigde vetzuren, d.i. vetzuren die ten minste twee dubbele bindingen met daartussen een cisme thyleen groep bevatten. Van laatstgenoemde vetzuren wordt algemeen aangenomen dat zij een cholesterol verlagende werking bezitten. Enkel-10 voudig onverzadigde vetzuren zijn min of meer neutraal in dit verband. Doorgaans bevat een dieetboter ten minste twee maal zoveel meervoudig onverzadigde vetzuren dan verzadigde vetzuren, waarbij de verzadigde vetzuren niet meer dan 20# van het totaal aantal vetzuren uitmaken.

Echter, bij veelvuldig gebruik kan ook dieetboter tot gewichts-15 toename leiden vanwege het nog steeds aanwezige vet. De uitvinding heeft tot doel een boter te verschaffen, die gewichtstoename kan voorkomen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een boter te verschaffen, die zelfs bij veelvuldig gebruik niet tot gewichtstoename zal leiden, maar zelfs tot gewichtsafname kan leiden op een verant-20 woorde wijze. Voorts dient de boter volgens de uitvinding een goede textuur te bezitten alsmede een goede smaak en dient de boter er aantrekkelijk uit te zien. Uiteraard moet de boter volgens de uitvinding ook stabiel zijn. De boter volgens de uitvinding voldoet aan al deze eisen.

25 Derhalve heeft de uitvinding betrekking op een boter, met het kenmerk, dat het één of meer slankmakende middelen bevat.

Een groot voordeel van de boter volgens de uitvinding is dat boter een veelvuldig gebruikt en geaccepteerd product is, dat eenvoudig is te gebruiken en in te passen in het dagelijkse voedingspatroon 30 en dat toegankelijk is voor een zeer breed publiek. Een ander voordeel is dat zonder inspannende handelingen te hoeven verrichten een afname van het gewicht kan worden bewerkstelligd.

Als slankmakende middelen komen die middelen in aanmerking, waarvan bekend is dat zij bij inname bevorderlijk zijn voor een afname van 35 het gewicht, doch geen ongewenste bijwerkingen vertonen. Met name natuurlijke middelen komen daardoor in aanmerking voor gebruik in de boter volgens de uitvinding. Als slankmakende middelen kunnen dan ook zeer geschikt worden gebruikt die middelen gebaseerd op: u - <- 4 o i- c' 3 (i) kruiden of extracten daarvan met een laxerende (L), honger-stillende (H), maagvullende (M), energieopwekkende (E) en/of vochtafdrijvende werking (V), (ii) natuurlijke middelen die de werking van de schildklier sti- 5 muleren, bij voorkeur zeewier of extracten daarvan, (iii) een eetlust remmend middel, en/of (iv) een middel dat de vetopname in het lichaam remt.

Voorbeelden van geschikte kruiden met tussen haakjes aangegeven hun werking zijn: aloë (L), rhamnusbast (L), sennepeulen (L), vlozaad 10 zwart (Η, M), jeneverbes (H,E,V), lijnzaad (L), guaranae (E), kerste- len (V), selderij (V), (senneblad (L), mate groen (H), berkeblad (H,E), vlozaad husk (H,M), brandnetel (H,E,V), stalkruidwortel (H,E) en rabarberwortel (L). Een tweetal aphrodisiaca, waarvan bekend is dat zij een slankmakende werking bezitten, zijn muira puama en yohimbast. 15 Dit laatste type middelen is weliswaar bruikbaar, maar verdient niet de voorkeur.

Bekende eetlust remmende middelen (iii), die toegepast kunnen worden, zijn de fenfluramines. Daarnaast is ook bekend dat het spoor-element chroom van een eetlust remmende werking kan hebben. Bij een te 20 laag gehalte aan dit spoorelement daalt de bloedsuikerspiegel, waar door onder andere een hongergevoel kan worden veroorzaakt met de daarmee gepaard gaande neiging tot het tot zich nemen van koolhydraten, bijvoorbeeld in de vorm van zoetwaren of andere calorierijke tussendoortjes. Door het gehalte aan chroom voldoende hoog te houden treedt 25 ook geen daling van de bloedsuikerspiegel op, waardoor er ook geen hongergevoel optreedt. De boter volgens de uitvinding zou dan ook zeer geschikt het spoorelement chroom kunnen bevatten, bij voorkeur als organisch chroom. Ook eetlust remmende middelen, die nu nog in ontwikkeling zijn, zoals het eiwit leptine, zouden bij gebleken geschiktheid 30 toegepast kunnen worden in de boter volgens de uitvinding. Dit laatste geldt ook voor de vetopname-remmende middelen (iv). Een voorbeeld van een vetopname-remmend middel dat nog in ontwikkeling is en dat bij gebleken geschiktheid in de boter volgens de uitvinding opgenomen zou kunnen worden is het middel ORLISTAT (merknaam). Een ander voorbeeld 35 van een dergelijk middel is chitosan, dat bijvoorbeeld de werkzame stof is in het middel Pat Magnets (merknaam).

De slankmakende middelen dienen uiteraard aanwezig te zijn in een zodanige hoeveelheid dat zij zelfs bij consumptie van aanzienlijke 1004559 4 hoeveelheden niet leiden gezondheidsproblemen door een te snelle afname van het gewicht. Voorts dienen de aanwezige slankmakende middelen geen nadelige invloed op de smaak, de textuur of het uiterlijk van de boter te hebben. Voorts aanwezig zijn in een hoeveelheid van 0.01 tot 5 25 gew.JÉ (gewichtsprocent), bij voorkeur 0.1 tot 15% gev.%, betrokken op het gewicht van de boter.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een boter zoals hierboven beschreven, waarbij tijdens de bereiding van de boter één of meer slankmakende middelen worden toege-10 voegd. Dergelijke middelen worden bij voorkeur als vloeibaar extract of concentraat toegevoegd.

Naast de slankmakende middelen bevat de boter de gebruikelijke additieven (zout, emulgator, droge melkbestanddelen, conserveermiddel, aroma's, smaakstoffen, natuurlijke kleurstoffen, eventueel gelatine, 15 etc.) in de gebruikelijke hoeveelheden.

~ ^ 0

Claims

1. Boter, met het kenmerk, dat het één of meer slankmakende middelen bevat.

2. Boter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als slankmakende middelen worden gebruikt gebaseerd op: (i) kruiden of extracten daarvan met een laxerende, hongerstillende, maagvullende, energieopwekkende en/of vochtafdrijven- 10 de werking, (ii) natuurlijke middelen die de werking van de schildklier stimuleren, bij voorkeur zeewier of extracten daarvan. (iii) een eetlust remmend middel, en/of (iv) een middel dat de vetopname in het lichaam remt. 15

3· Boter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de slankmakende middelen aanwezig zijn in een hoeveelheid van 0.01 tot 25 gev.% betrokken op het gewicht van de boter.

4. Werkwijze voor het bereiden van een boter volgens één of meer van de conclusies 1-3, waarbij tijdens de bereiding van de boter één of meer slankmakende middelen worden toegevoegd.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarin de slankmakende middelen 25 als vloeibaar extract worden toegevoegd. / / “ 1 ».