NL1004238C2 - Slijtplaten. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Slijtplaten.

De uitvinding heeft betrekking op slijtplaten voor installaties en/of machines voor de verwerking van schroot, grof vuil of afval.

Bekend zijn algemeen technische maatregelen in de 5 machine- of installatiediagnose, om een slijtagetoestand in het bedrijfssysteem vast te stellen en te analyseren.

In het gebied van de automobieltechniek is het volgens EP-A-0 411 284 bekend de slijtagetoestand van remelementen bij het bereiken van een restlaag door contactelementen 10 electrisch vast te stellen en aan te geven. Verder is het uit DE-A-26 55 657 bekend in het wrijvingsmateriaal voor klauwen van schijfremmen voor de optische herkenning van de slijtagetoestand, kleurende inzetstukken te integreren. Daarenboven is het in verschillende gebieden van de tech-15 niek bekend voor de bepaling van wanddiktes infrarood- of ultrasone meetsystemen toe te passen.

Bij installaties of machines voor de verwerking van schroot, grof vuil of afval bestaat het probleem de slijtagetoestand van de voor de bescherming van zowel de basis-20 constructie als ook de krachtoverbrengende machinedelen uitwisselbaar aangebrachte slijtplaat of slijtplaten te herkennen en deze tijdig uit te wisselen. In de regel wordt de slijtagetoestand van deze onderdelen door de gebruiker van de installatie of machine niet tijdig herkend, of wordt 25 de slijtagetoestand al naar gelang de inbouwpositie van het betreffende slijtende onderdeel eerst herkend, wanneer ervoor aangebrachte onderdelen uitgebouwd worden.

Zo kan bijvoorbeeld bij schrootscharen door te laat herkennen van de slijtagetoestand van de aan de schuif-30 plaateenheid toegevoegde slijtplaten aanzienlijke schade in de basisconstructie en verder in het hydraulische systeem ontstaan, omdat door de verhoogde slijtage de vereiste glijdende ondersteuning van bewegende machinedelen niet meer gewaarborgd is. Aangezien dan de belasting van de 35 machinedelen op de zuiger van de hydraulische cilinder 1004238 -2- wordt overgebracht, buigt of breekt de zuigerstang en ten minste slijt de hydraulische cilinder sterk.

De uitvinding heeft tot doel met technisch eenvoudige middelen de slijtagetoestand van onderdelen van het aan het 5 begin genoemde type vast te stellen en daardoor de operati-onaliteit resp. beschikbaarheid van betreffende installaties of machines te waarborgen resp. te verhogen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat a) corresponderende, zoals over elkaar glijdende slijt- 10 platen telkens ten minste één element voor het aange ven van de slijtagetoestand bezitten, b) in de slijtplaten de elementen uit materiaal met maximaal dezelfde hardheid als het materiaal van de slijtplaten aan de niet slijtende achterzijde van de 15 slijtplaten zijn ingebracht, c) een gedefinieerde, maximaal toelaatbare slijtagetoe- stand van de slijtplaten als maat voor de inbrengdiep-te van de elementen dient, die tegelijkertijd de gewenste waarde is voor de dikte van het overblijvende 20 restmateriaal van de slijtplaten voor het bereiken van een voldoende ondersteuning voor de plaats en beweging van die machinedelen, die niet direct met de slijtplaten zijn verbonden, en d) de bereikte gewenste waarde voor de dikte van het 25 overblijvende restmateriaal van de slijtplaten ten minste optisch waarneembaar is.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de slijtplaten volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies 30 2 t/m 7.

De uitvinding zal hierna in het uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin :

Fig. 1 een uitvoeringsvorm van corresponderende aan 35 slijtage onderhevige onderdelen aan de schuifplaat van een schrootschaar weergeeft,

Fig. 2 de schematische weergave is van een uitvoe- 100/12^8 -3- ringsvorm volgens de uitvinding voor het herkennen van de slijtagetoestand met een infraroodapparaat,

Fig. 3 een vereenvoudigde weergave is van een verdere uitvoeringsvorm van een diagnosesysteem.

5 In fig. 1 zijn in de details XI en X2 slijtende onder delen van een niet nader beschreven schrootschaar weergegeven. Een schuifplaat 1 voert een met de pijlen aangeduide heen- en weergaande beweging uit. De schuifplaat 1 bezit als onderdeel een uitwisselbare slijtplaat 1.1, die over 10 een eveneens als slijtplaat uitgevoerd onderdeel 1.2 van een geleidingsbaan 2 van de schrootschaar glijdt.

Zoals in detail XI is weergegeven, zijn elementen 3 voor het aangeven van de slijtagetoestand aanwezig. Het in de slijtplaat l.l aangebrachte element 3 wordt gevormd door 15 een contactsysteem in de vorm van een elektrische geleider-huls, waar een zwakstroom doorheen loopt. Het zich in de slijtplaat 2.1 bevindende element is als een stop in een boring aan de niet aan slijtage onderhevige zijde van de slijtplaat 2.1 aangebracht en heeft een optisch waarneemba-20 re signaalkleur. Bij het bereiken van de gedefinieerde slijtagetoestand volgens detail X2 wordt door de onderbreking van het contact een overdraagbaar signaal afgegeven, dat de opdracht voor het uitwisselen van de versleten slijtplaat 1.1 geeft. Aan de zijde van de geleidingsbaan 2 25 geeft het overeenkomstig detail XI aangebrachte element 3 "van bovenaf" optisch waarneembaar de gedefinieerde slijtagetoestand van de slijtplaat 2.1 aan, waardoor opdracht wordt gegeven voor het uitwisselen van dit onderdeel. Het laatstgenoemde element 3 kan bij voorkeur als bijvoorbeeld 30 een kunststof stop met een signaalkleur uitgevoerd zijn en door middel van een boring in het overblijvende, niet slijtende restmateriaal van de slijtplaat 2.1 gelijmd of gegoten zijn.

De genoemde elementen 3 bestaan uit materiaal met 35 maximaal dezelfde hardheid als het materiaal van de slijt-platen 1.1, 2.1 en zijn vanaf de telkens niet slijtende achterzijde ervan aangebracht. Daarbij dient een gedefi- .

) -4- nieerde, maximaal toelaatbare slijtagetoestand van de slijtplaten l.l, 2.1 als maat voor de inbrengdiepte van de elementen, die tegelijkertijd de gewenste waarde is voor de dikte van het overblijvende restmateriaal van de slijtpla-5 ten 1.1, 2.1, om een voldoende ondersteuning te waarborgen voor de plaats en de beweging van de machinedelen die niet direct met de slijtplaten zijn verbonden.

Daarmee wordt het aan het begin aangegeven probleem bij schrootscharen opgelost, doordat beschadigingen van de 10 basisconstructie en verder van het hydraulische systeem vermeden worden, omdat de vereiste glijdende ondersteuning van de bewegende machinedelen voldoende gewaarborgd is en niet door verhoogde slijtage in gevaar komt.

Daarbij komt dat in horizontale richting werkende 15 aandrijfinrichtingen, zoals hydraulische cilinders met zuiger en zuigerstang, in hoge mate van een door de slijtage bepaalde machinebelasting, die dan buigspanningen teweegbrengt, wordt ontlast. Daardoor maken de slijtplaten 1.1, 2.1 volgens de uitvinding een betrouwbare werkwijze 20 voor het bedrijven van bijvoorbeeld schrootscharen mogelijk.

Volgens fig. 2 wordt de basisgedachte van de uitvinding, vereenvoudigd weergegeven, toegepast voor het vaststellen van een vooraf bepaalde slijtagetoestand van een 25 met de slijtplaat 1.1 vergelijkbaar onderdeel 1.2 met behulp van een infraroodapparaat 4. Daarbij vormt het onderdeel 1.2 tegelijkertijd het aldus niet benodigde element 3 of een niet benodigde sensor.

Door de combinatie, zoals in fig. 3 schematisch weer-30 gegeven, kan een efficiënt, diagnosesysteem voor de verhoging van de beschikbaarheid van installaties of machines voor het hiervoor beschreven toepassingsgebied verschaft worden, wanneer in de installatie/machine op plaatsen van onderdelen 1 die aan een uitgesproken slijtage onderhevig 35 zijn, zoals slijtplaten 1.1, 2.1, sensoren in de zin van de functie van de elementen 3 volgens de uitvinding aangebracht worden. Via een op elektronische gegevensverwerking 1 004238 -5- gebaseerde analyse-inrichting 5 worden de slijtagetoestan-den in een aanwijsapparaat 6 analoog of digitaal zichtbaar gemaakt en zelfs via een afstandsopvraagmodule 7 controleerbaar. Deze inrichting maakt een permanente vaststelling 5 van de momentane slijtagetoestanden mogelijk, waardoor door middel van de continue signalen opwekkende sensoren een voorwaarschuwing van het bereiken van een bepaalde voor-schrijding van de slijtage bestaat. Daarbij kan de signaal-overbrenging door leidingen of draadloos plaatsvinden.

·: ' n ; ·, O q

Claims (6)

1. Slijtplaten voor installaties en/of machines voor de verwerking van schroot, grof vuil of afval, zoals schroot-scharen of schrootpersen, met het kenmerk, dat a) corresponderende, zoals over elkaar glijdende slijt- 5 platen (1.1, 2.1) telkens ten minste één element (3) voor het aangeven van de slijtagetoestand bezitten, b) in de slijtplaten (1.1, 2.1) de elementen (3) uit materiaal met maximaal dezelfde hardheid als het materiaal van de slijtplaten (1.1, 2.1) aan de niet 10 slijtende achterzijde van de slijtplaten (1.1, 2.1) zijn ingebracht, c) een gedefinieerde, maximaal toelaatbare slijtagetoe- stand van de slijtplaten (1.1, 2.1) als maat voor de inbrengdiepte van de elementen (3) dient, die tegelij- 15 kertijd de gewenste waarde is voor de dikte van het overblijvende restmateriaal van de slijtplaten (l.l, 2.1) voor het bereiken van een voldoende ondersteuning voor de plaats en beweging van die machinedelen, die niet direct met de slijtplaten (1.1, 2.1) zijn verbon- 20 den, en d) de bereikte gewenste waarde voor de dikte van het overblijvende restmateriaal van de slijtplaten (1.1, 2.1) ten minste optisch waarneembaar is.

2. Slijtplaten volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het element (3) als een stop in een boring in de slijtplaten (1.1, 2.1), aan de niet aan slijtage onderhevige zijde ervan, is aangebracht.

3. Slijtplaten volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het element (3) in vergelijking met het materiaal van de slijtplaten (1.1, 2.1) een hiervan te onderscheiden, optisch waarneembare signaalkleur heeft. 1004238 -ΊΑ. Slijtplaten volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het element (3) uit kunststof bestaat.

5. Slijtplaten volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 5 dat het element (3) een elektrische geleiderlus als elektrisch contactsysteem omvat, die bij onderbreking van het contact door slijtage een over te brengen signaal opwekt.

6. Slijtplaten volgens conclusie 1 of 2, 3 en 5, met het 10 kenmerk, dat in de slijtplaat (1.1) waarvan het glijvlak in de inbouwpositie de onderzijde vormt, het element (3) de elektrische geleiderlus omvat en in de slijtplaat (2.1), waarvan het glijvlak in de inbouwpositie de bovenzijde vormt, het element (3) de optisch waarneembare signaalkleur 15 heeft.

7. Slijtplaten volgens een of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de slijtplaten (1.1, 2.1) in verbin ding staan met een analyse-apparaat (5), een aanwijsappa- 20 raat (6) en/of een afstandsopvraagmodule (7) en deze combinatie een diagnosesysteem vormt. 1004238