NL1004187C2 - Convector. - Google Patents

Convector. Download PDF

Info

Publication number
NL1004187C2
NL1004187C2 NL1004187A NL1004187A NL1004187C2 NL 1004187 C2 NL1004187 C2 NL 1004187C2 NL 1004187 A NL1004187 A NL 1004187A NL 1004187 A NL1004187 A NL 1004187A NL 1004187 C2 NL1004187 C2 NL 1004187C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
pipes
convector
heat
blowing
Prior art date
Application number
NL1004187A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Johannes Evers
Original Assignee
Luchttechnisch Adviesbureau Ev
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Luchttechnisch Adviesbureau Ev filed Critical Luchttechnisch Adviesbureau Ev
Priority to NL1004187A priority Critical patent/NL1004187C2/nl
Priority to EP97202827A priority patent/EP0834705A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004187C2 publication Critical patent/NL1004187C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/01Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station in which secondary air is induced by injector action of the primary air
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F5/00Air-conditioning systems or apparatus not covered by F24F1/00 or F24F3/00, e.g. using solar heat or combined with household units such as an oven or water heater
    • F24F5/0089Systems using radiation from walls or panels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F5/00Air-conditioning systems or apparatus not covered by F24F1/00 or F24F3/00, e.g. using solar heat or combined with household units such as an oven or water heater
    • F24F5/0089Systems using radiation from walls or panels
    • F24F5/0092Systems using radiation from walls or panels ceilings, e.g. cool ceilings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2221/00Details or features not otherwise provided for
    • F24F2221/14Details or features not otherwise provided for mounted on the ceiling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)
  • Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)

Description

Titel: Convector
De uitvinding heeft betrekking op een convector, dat wil zeggen een inrichting die een warmtewisselaar omvat voor het verwarmen of afkoelen van de in een te conditioneren ruimte zoals een huiskamer of kantoor aanwezige lucht.
5 Er bestaat behoefte aan apparatuur voor het controleren van de temperatuur van de omgevingslucht in ruimten, zoals een huiskamer of kantoor, en wel zodanig dat die temperatuur in hoofdzaak constant wordt gehouden op een door de in die ruimte aanwezige personen als aangenaam ervaren niveau. In koude 10 jaargetijden bestaat er voornamelijk behoefte aan verwarming. In warme jaargetijden bestaat er voornamelijk behoefte aan afkoeling, in het bijzonder in kantoorruimten waar reeds warmtebronnen aanwezig zijn zoals verlichting en computers. Daarenboven bestaat er, in het bijzonder in kantoorruimten, 15 behoefte aan verversing van de aanwezige lucht.
Daarbij doen zich onder meer de volgende problemen voor. In de eerste plaats dient de apparatuur voldoende capaciteit te hebben. Indien de capacteit onvoldoende is, kan men het gewenste resultaat wellicht bereiken door plaatsing van 20 meerdere apparaten, maar dat is relatief duur.
Voorts dient de temperatuur in de te conditioneren ruimte zo gelijkmatig mogelijk verdeeld te zijn, maar anderzijds dient de verplaatsingssnelheid van de lucht in de ruimte laag te blijven, omdat luchtstromingen als onaangenaam worden 25 ervaren.
Conventionele verwarmingsapparatuur omvat een warmtewisselaar, ook aangeduid als radiator, welke op vloerniveau is opgesteld nabij een muur of raam van de kamer. De radiator wordt doorstroomd met warm water, waardoor het radiator-20 oppervlak warm wordt. Lucht die met die warme oppervlak in contact komt, wordt verwarmd en stijgt op, om langs het plafond de ruimte in te stromen. Afgekoelde lucht daalt, en stroomt langs de vloer naar de radiator toe. Aldus wordt in de 1004187 2 betreffende ruimte een luchtstroming (convectie) gegenereerd louter op basis van temperatuurverschillen.
De term "radiator" geeft aan, dat de warmtewisselaar ook warmtestraling genereert, hetgeen bijdraagt aan een aangenaam 5 gevoel voor de aanwezige personen. Indien de warmtewisselaar afgeschermd is opgesteld, bijvoorbeeld onder vloerniveau, wordt deze aangeduid met de term "convector".
Op vergelijkbare wijze als in het voorgaande beschreven, kan een warmtewisselaar ook zorgen voor het af koelen van lucht 10 indien de warmtewisselaar wordt doorstroomd met een medium waarvan de temperatuur lager is dan die van de lucht, bijvoorbeeld koud water. Om dan in staat te zijn om door middel van natuurlijke conventie een luchtcirculatie in de ruimte tot stand te brengen, wordt de warmtewisselaar 15 opgesteld nabij het plafond. Meer in het bijzonder is de warmtewisselaar doorgaans zodanig uitgevoerd, dat deze kan worden geïnstalleerd in een verlaagd plafond.
De uitvinding heeft in het bijzonder maar niet uitsluitend betrekking op een in het plafond van een ruimte 20 zoals een huiskamer of kantoor te plaatsen koelconvector voor het af koelen van de lucht in die ruimte, en zal daarom in het hiernavolgende voor een dergelijk toepassingsvoorbeeld worden beschreven. Uitdrukkelijk wordt echter opgemerkt, dat de uitvinding niet tot een dergelijke toepassing is beperkt. Meer 25 in het bijzonder wordt er op gewezen dat daar waar in het hiernavolgende bij wijze van voorbeeld wordt gesproken over het afkoelen van lucht door middel van een medium met lagere temperatuur, de uitvinding evenzeer betrekking heeft op het verwarmen van lucht door middel van een medium met hogere 30 temperatuur.
In het hiernavolgende zal een warmtewisselaar die louter op basis van temperatuurverschillen een luchtcirculatie (convectie) genereert, worden aangeduid met de term "vrije convector". Een vrije convector voor verwarmingsdoeleinden is 35 algemeen bekend. Een vrije koelconvector is bijvoorbeeld beschreven in de internationale octrooiaanvrage PCT/SE94/00326, gepubliceerd als W094/24491. Vrije convectoren 1004187 3 hebben als nadeel, dat de capaciteit relatief laag Is, en dat het temperatuurverschil tussen instromende en uitstromende lucht vrij groot moet zijn om de luchtcirculatie te genereren. Voorts voorzien vrije convectoren niet in het toevoeren van 5 verse lucht.
Voor het stimuleren van de luchtstroming is het op zich bekend om de warmtewisselaar te voorzien van een ventilator voor het aanzuigen van lucht uit de ruimte en voor het uitblazen van verwarmde/afgekoelde lucht in die ruimte.
10 Hiermee wordt voorts bereikt, dat een voor afkoeling bestemde warmtewisselaar nabij de vloer kan worden geplaatst en dat een voor verwarming bestemde warmtewisselaar nabij het plafond kan worden geplaatst. Een dergelijke inrichting kan dan bovendien naar keuze worden gebruikt voor zowel verwarming als 15 afkoeling, maar voor ziet niet in het toevoeren van verse lucht. Een convector die is voorzien van een ventilator voor het forceren van een lucht stroming, zal in het hiernavolgende ook worden aangeduid met de term "geforceerde convector".
Er zijn ook reeds inrichtingen voorgesreld voor het 20 toevoeren van verse lucht en voor het tegelijkertijd tot stand brengen van een stroming van in de kamer aanwezige lucht langs de conventor. De verse lucht wordt zodanig langs de convector geleid, dat over de convector een drukverschil ontstaat waardoor lucht uit de kamer wordt aangezogen. Dit mechanisme 25 wordt aangeduid als "inductie", en convectoren die volgens dit principe werken, zullen zal in het hiernavolgende ook worden aangeduid met de term "inductie-convector".
De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een inductie-convector. In het hiernavolgende zal de verse lucht 30 ook worden aangeduid als "primaire lucht”, en zal de aangezogen lucht uit de kamer ook worden aangeduid als "secundaire lucht".
Het is een algemeen doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterde inductie-convector te verschaffen.
35 Het is een bijzonder doel van de onderhavige uitvinding om een inductie-koelconvector te verschaffen met een verbeterd koelvermogen, waarmee wordt bedoeld de hoeveelheid thermische 1004187 4 energie die per tijdseenheid aan een bepaalde hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur kan worden onttrokken.
Voorts beoogt de onderhavige uitvinding om een inductie-koelconvector te verschaffen met een verbeterde inductie-5 factor, dat wil zeggen de verhouding tussen de hoeveelheid secundaire lucht en de hoeveelheid primaire lucht.
Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een geforceerde inductie-convector waarbij de warmtewisselaar langwerpige kanalen omvat, en waarbij de primaire lucht in de 10 vorm van jets wordt ingeblazen in de kanalen.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen verduidelijkt worden door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm 15 van een koelconvector volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur 1 schematisch een bekende vrije koelconvector toont; figuur 2 schematisch een bekende inductie-koelconvector toont; figuur 3A een schematische dwarsdoorsnede roont van een 20 inductie-koelconvector volgens de onderhavige uitvinding; figuur 3B een schematische dwarsdoorsnede toont volgens de lijn A-A van een gedeelte van de inductie-koelconvector van figuur 3A; figuur 4 een met figuur 3A vergelijkbare schematische 25 dwarsdoorsnede toont van een andere uitvoeringsvorm van een inductie-koelconvector volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 5 een tabel toont met eigenschappen van een uitvoeringsvorm van de convector volgens de onderhavige uitvinding.
30 Figuur 1 illustreert een in zijn algemeenheid met het verwijzingscijfer 1 aangeduide koelconvector, zoals bijvoorbeeld beschreven in de internationale octrooiaanvrage PCT/SE94/00326, gepubliceerd als W094/24491. Deze koelconvector 1 is bestemd om geplaatst te worden in het plafond 2 35 van een te conditioneren ruimte 3, en omvat een in hoofdzaak gesloten huis 4 met een uitlaatopening 5 en een inlaatopening 6. Binnen het huis 4 is een koeleenheid 7 aanwezig boven de .1004187 5 uitlaatopening 5. Met de koeleenheid 7 in aanraking zijnde lucht koelt af, en wordt daardoor zwaarder dan de overige lucht, waardoor de af gekoelde lucht 8 door de uitlaatopening 5 naar buiten stroomt. Door de inlaatopening 6 stroomt nieuwe 5 lucht 9 in, om de koeleenheid 7 te bereiken. Aldus wordt in de te conditioneren ruimte 3 een luchtstroming 8 tot stand gebracht, waarbij de lucht 8 die de koelconvector 1 verlaat een lagere temperatuur heeft dan de lucht 9 die de koelconvector binnentreedt. Een dergelijke koelconvector wordt in 10 het kader van de onderhavige uitvinding omschreven als een vrije koelconvector, omdat het mechanisme dat de stroming van de lucht door de koeleenheid aandrijft, louter gebaseerd is op natuurlijke stroming veroorzaakt door temperatuurverschillen.
Het koelend vermogen van een vrije koelconvector 1 is 15 vrij gering.
Figuur 2 illustreert schematisch het principe van een geforceerde koelconvector 10, welk principe eveneens op zich bekend is uit genoemde publicatie W094/24491 en derhalve slechts summier zal worden besproken. In figuur 2 zijn gelijke 20 of vergelijkbare onderdelen als in figuur 1 aangeduid door gelijke verwijzingscijfers. De geforceerde koelconvector 10 omvat een primair luchtkanaal 11, waardoorheen verse lucht wordt aangezogen/ingeblazen door middel van een ter wille van de eenvoud niet weergegeven motor. Het primaire luchtkanaal 11 25 heeft een uitblaasopening 12 die is opgesteld nabij de uitlaatopening 5 van de koeleenheid 4, voor het uitblazen van primaire lucht 13 zodanig dat een secundaire luchtstroming 14 door de koeleenheid 4 wordt geïnduceerd. De geïnduceerde of secundaire luchtstroming door de koeleenheid 4 is sterker dan 30 de luchtstroming van een vrije convector, èn bij een geschikte dimensionering van de geforceerde koelconvector 10 kan de inductiefactor, dat wil zeggen de verhouding tussen de secundaire luchtstroming 14 en de primaire luchtstroming 13, groter zijn dan 1.
35 De uitvinding verschaft een geforceerde koelconvector met een verbeterd koelvermogen, waarbij een relatief hoge inductiefactor in de orde van 5 of hoger zonder grote 1004187 6 problemen realiseerbaar is, doordat de primaire lucht door de koeleenheid wordt geblazen. Het principe van een dergelijke geforceerde koelconvector zal worden uitgelegd onder verwijzing naar de figuren 3Ά en 3B.
5 Figuur 3Ά toont een schematische dwarsdoorsnede van een geforceerde koelconvector 30 volgens de onderhavige uitvinding, terwijl figuur 3B een schematische dwarsdoorsnede toont volgens de lijn A-A van een gedeelte van de geforceerde koelconvector 30. De geforceerde koelconvector 30 omvat een 10 aantal longitudinale luchtstromingsbanen 31, die in het weergegeven voorbeeld horizontaal zijn gericht, en waarvan de wanden zijn gemaakt van een warmte goed geleidend materiaal zoals bijvoorbeeld koper, aluminium of staal. De longitudinale luchtstromingsbanen 31 kunnen worden gedefinieerd door holle 15 luchtstroomgeleidingspijpen 32 die naast elkaar en evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld. In het getoonde voorbeeld hebben die pijpen 32 een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede, en zijn zij met hun zijwanden tegen elaar aan geplaatst. De pijpen 32 kunnen ook een andere contour hebben, en zij hoeven 20 niet met elkaar in aanraking te zijn. De longitudinale luchtstromingsbanen 31 kunnen bijvoorbeeld ook worden gedefinieerd door een geprofileerde plaat, met bijvoorbeeld een sinusvormige of kanteelvormige dwarsdoorsnede, te sandwichen tussen twee vlakke platen.
25 Typisch zullen de longitudinale luchtstromingsbanen 31 over hun gehele lengte dezelfde dwarsdoorsnede hebben; dit is echter niet essentieel voor de goede werking van de convector.
Typisch zullen de longitudinale luchtstromingsbanen 31 lineair zijn; de longitudinale luchtstromingsbanen 31 kunnen 30 echter ook gekromd zijn.
De geforceerde koelconvector 30 omvat voorts warmte-transportorganen 40 die in warmte-uitwisselend contact met de pijpen 32 zijn opgesteld aan de buitenzijde van de pijpen 32, dat wil zeggen buiten de luchtstromingsbanen 31. De warmte-35 transportorganen 40 vormen aldus geen hindernis voor de luchtstroming in de pijpen 32.
1004187 7
In de weergegeven uitvoeringsvorm omvatten de warmte-transportorganen 40 warmtepijpen 41 die zijn gemaakt van een warmte goed geleidend materiaal zoals bijvoorbeeld koper, aluminium of staal, welke warmtepijpen 41 zijn bevestigd aan 5 de luchtpijpen 32. Bij voorkeur zijn de warmtepijpen 41 loodrecht gericht ten opzichte van de luchtpijpen 32. In het weergegeven voorbeeld zijn de warmtepijpen 41 bevestigd aan de bovenzijde van de luchtpijpen 32, maar de luchtpijpen 32 kunnen ook aan hun onderzijde zijn voorzien van warmtepijpen 10 41. Het is ook mogelijk dat de luchtpijpen 32 zowel aan hun bovenzijde als aan hun onderzijde zijn voorzien van warmtepijpen 41. Het is ook mogelijk dat zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de warmtepijpen 41 luchtpijpen 32 zijn bevestigd. Het is ook mogelijk dat de warmtepijpen 41 even-15 wijdig zijn gericht aan de luchtpijpen 32, waarbij de warmtepijpen 41 bijvoorbeeld in hetzelfde vlak als de luchtpijpen 32 kunnen zijn opgesteld, bijvoorbeeld om de totale hoogte van de convector te reduceren.
De warntspijpen 41 dienen veer her jeieicen van een 20 warmtetransportraedium 42, dat in een eenvoudige uitvoeringsvorm met voordeel water kan zijn. De temperatuur van het warmtetransportmedium 42 kan lager zijn dan de temperatuur van de lucht in de ruimte 3, om aldus die lucht af te koelen, waarbij het de voorkeur geniet dat de temperatuur van het 25 warmtetransportmedium 42 niet lager is dan 15° om condens- vorming van vochtige omgevingslucht te voorkomen. De temperatuur van het warmtetransportmedium 42 kan echter ook hoger zijn dan de temperatuur van de lucht in de ruimte 3, om aldus die lucht te verwarmen.
30 Het is ook mogelijk dat de luchtpijpen 32 rechtstreerks worden omstroomd door warmtetransportmedium 42.
De geforceerde koelconvector 30 omvat voorts middelen 50 voor het inblazen van primaire lucht 13 in de luchtstromings-banen 32. De luchtinblaasmiddelen 50 omvatten blaasmondstukken 35 51 die communiceren met een hoofdluchttoevoerkanaal 52 van de convector, waardoorheen verse lucht 53 van buiten de ruimte 3 wordt aangevoerd. De aanvoer van deze verse lucht 53 wordt 1004187 8 bijvoorbeeld tot stand gebracht door een ventilator die wordt aangedreven door een motor, zoals op zich bekend en derhalve ter wille van de eenvoud niet weergegeven. Volstaan wordt met op te merken, dat die ventilator met motor deel kunnen 5 uitmaken van de convector 30, maar ook extern verschaft kunnen zijn.
De blaasmondstukken 51 zijn geschikt voor het uitblazen van de verse lucht 53 in de vorm van een jet van primaire lucht 13. Aangezien de constructie van de blaasmondstukken 51 10 geen onderwerp vormt van de onderhavige uitvinding, terwijl blaasmondstukken die een jet met een gewenste dimensie kunnen uitblazen, op zich bekend zijn en toepasbaar zijn in de realisatie van de onderhavige uitvinding, zal de constructie van de blaasmondstukken 51 niet nader worden besproken.
15 Volstaan wordt met op te merken, dat een deskundige weet hoe een blaasmondstuk voor het uitblazen van een jet met gewenste dimensies moet worden ontworpen.
In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de convector 30 een luchtkamer 54, gedefinieerd door een bovenwand 55, zij-20 wanden 56 en een onderwand 57. Het hoofdluchttoevoerkanaal 52 mondt uit in een opening in de bovenwand 55, en is bij voorkeur en zoals geïllustreerd centraal geplaatst ten opzichte van die bovenwand 55. De warmtepijpen 41 bevinden zich boven de onderwand 57, dat wil zeggen in de luchtkamer 54. De pijpen 25 32 bevinden zich onder de onderwand 57, dat wil zeggen buiten de luchtkamer 54.
Het is mogelijk dat de onderwand 56 van de luchtkamer 54 bestemd is om op gelijke hoogte te worden aangebracht als de onderzijde van het plafond 2 van de te conditioneren ruimte 3. 30 In dat geval bevinden de pijpen 32 zich dus onder het niveau van dat plafond 2. In sommige gevallen kan een dergelijke uitvoeringsvorm gewenst zijn, bijvoorbeeld wanneer de beschikbare ruimte boven het plafond 2 beperkt is.
Bij voorkeur echter is de convector ontworpen om niet uit 35 te steken tot onder het niveau van het plafond 2. In de in figuur 3A geïllustreerde uitvoeringsvorm heeft de onderwand 57 een centraal gelegen, in hoofdzaak vlak onderwandgedeelte 58 1004187 9 dat de warmtepijpen 41 en de luchtpijpen 32 draagt. Het vlakke onderwandgedeelte 58 reikt tot voorbij de uiteinden van de luchtpijpen 32. Vanaf de zijranden van het vlakke onderwandgedeelte 58 reiken hellende onderwandgedeelten 59 naar omlaag, 5 tot aan de onderrand van de zijwanden 56, waarbij eventueel nog een horizontaal onderwandgedeelte 60 kan zijn aangebracht tussen het hellende onderwandgedeelte en de zijwand, op gelijke hoogte met of lager dan de onderzijde van de pijpen 32, welk horizontaal onderwandgedeelte is uitgelijnd met het 10 niveau van het plafond.
De inblaasmondstukken 51 hebben een geringe doorlaat-opening om de primaire lucht 13 die de inblaasmondstukken 51 verlaat, een hoge snelheid te geven.
15 In een experiment werd een koelconvector gebouwd waarbij de pijpen 32 een vierkante contour hadden met een breedte en hoogte van 19 mm inwendig, een wanddikte van 2 mm, en een lengte van 48 cm. De warmtepijpen 41 werden gevormd van standaard koperen waterleidingbuis met een inwendige diameter 20 van 10 mm en een wanddikte van 1 mm. De onderlinge afstand tussen de pijpen 41 bedroeg 6 cm hart-op-hart. De convector omvatte 64 vierkante pijpen 32 die tegen elkaar waren geplaatst, zodat de totale lengte van de warmtepijpen 160 cm bedroeg. Er werd getest met een luchttemperatuur van 25 eC, en 25 een watertemperatuur van 15-17 °C. De hoeveelheid door de luchttoevoer ingeblazen primaire lucht bedroeg 55 m3/h, en de temperatuur van de primaire lucht bedroeg 16 eC. Elke luchtpijp 32 was voorzien van een mondstuk 51. In een experiment werd de doorlaatopening van de mondstukken 51 gevarieerd.
30 Figuur 5 toont een tabel met resultaten, waarbij de op de inductiecapaciteit betrekking hebbende resultaten zijn gemeten en de op de warmteoverdracht betrekking hebbende resultaten zijn berekend met behulp van een model. Een bijzonder gunstig resultaat werd verkregen bij een doorlaatopening van 4 mm, 35 waarbij een inblaassnelheid van 15 m/s werd bereikt en een inductief actor van 5,45. In deze uitvoeringsvorm bedroeg het berekende koelvermogen ongeveer 516 W.
Λ0041&7 10
De luchtinblaasmondstukken 51 zijn zodanig gericht, dat de daardoor veroorzaakte jet van primaire lucht 13 in hoofdzaak evenwijdig is gericht aan de stromingsbaan in de luchtpijpen 32. In de in figuur 3Ά-Β geïllustreerde 5 uitvoeringsvariant zijn de mondstukken 51 aangebracht in een wandgedeelte van de pijpen 32, en wel in dit geval in de bovenwand daarvan. Verrassenderwijs is gebleken, dat de aftand d van het mondstuk 51 tot het uiteinde van de pijp 32 van invloed is op de inductief actor. Die inductief actor bleek als 10 functie van genoemde afstand d een piek te vertonen bij een afstand van ongeveer 10 cm. Vermoed wordt, dat de optimale waarde van genoemde afstand d in het algemeen ongeveer 5 maal de hoogte van de luchtpijpen 32 bedraagt.
De getoonde uitvoeringsvariant biedt als bijzonder 15 voordeel, dat deze bijzonder eenvoudig te vervaardigen is.
Figuur 4 illustreert een convector 70 die in hoofdzaak gelijk is aan de convector 30 van figuur 3A-B, behalve dat de inblaasmondstukken 71 voor de ingang 33 van de luchtpijpen 32 zijn geplaatst, zoals getoond. De inblaasmondstukken 71 kunnen 20 dan zijn aangebracht in de genoemde hellende wandgedeelten 59 van de luchtkamer 54. Deze uitvoeringsvorm 70 biedt als belangrijk voordeel, dat de mondstukken 71 gemakkelijk van onderaf bereikbaar zijn, ook wanneer de convector 70 reeds is ingebouwd in een plafond 2. Bij voorkeur zijn de mondstukken 25 71 uitgevoerd als uitneembare inzetstukken die zijn aange bracht in corresponderende openingen in die hellende wandgedeelten 59. Het is dan eenvoudig mogelijk om die mondstukken 71 uit te nemen voor reiniging, of om ze uit te wisselen met mondstukken met een andere doorlaatopening.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn beide hellende wand gedeelten 59 voorzien van in het verlengde van de pijpen 32 aangebrachte uitlaatopeningen 72 voor het monteren van mondstukken 71, terwijl voorts is voorzien in sluitproppen 73 voor het afdichten van dergelijke uitlaatopeningen 72, zoals 35 eveneens geïllustreerd in figuur 4. Bij een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm is het op eenvoudige wijze mogelijk om de stromingsrichting door de luchtpijpen 32 te kiezen door 1004187 11 een mondstuk 71 aan te brengen in een uitlaatopening 72 in het ene hellende wandgedeelte 59 en een sluitprop 73 aan te brengen in de daarmee corresponderende uitlaatopening 73 in het tegenovergelegen hellende wandgedeelte 79, of omgekeerd.
5 De convector 70 volgens de onderhavige uitvinding kan dan op eenvoudige wijze worden ingericht voor uitstroming aan de rechterzijde door alle mondstukken 71 aan de linkerzijde te plaatsen, danwel uitstroming aan de linkerzijde door alle mondstukken 71 aan de rechterzijde te plaatsen; een dergelijke 10 convector zal in het algemeen worden toegepast als een asymmetrische luchtstroming gewenst is, bijvoorbeeld wanneer de convector wordt geplaatst nabij een wand van de ruimte 3.
De convector 70 volgens de onderhavige uitvinding kan dan bovendien op eenvoudige wijze worden ingericht voor 15 symmetrische luchtstroming, waarbij zowel aan de rechterzijde als aan de linkerzijde uitstroming plaatsvindt, bijvoorbeeld door bij opeenvolgende pijpen 32 afwisselend de mondstukken 71 links en rechts te plaatsten terwijl de sluitproppen 73 respectievelijk rechts en links worden aangebracht bij 20 opeenvolgende pijpen 32; een dergelijke convector zal in het algemeen worden toegepast wanneer de convector meer centraal wordt geplaatst in de ruimte 3. Een bijkomend voordeel van een dergelijke symmetrische uitstroming is, dat een gedeelte van de gecombineerde primaire en secundaire lucht die een pijp 32 25 uitstroomt, zal worden meegezogen door de primaire lucht die wordt ingeblazen in een naastgelegen pijp 32, welk gedeelte derhalve twee keer een pijp 32 doorloopt en dus verder kan worden afgekoeld.
Ook andere patronen voor de uitstromende lucht zijn op 30 eenvoudige wijze instelbaar bij de convector 70 volgens de onderhavige uitvinding. Als voorbeeld wordt hier nog genoemd een patroon waarbij van de opeenvolgende pijpen 32 steeds de stroming in één pijp naar de ene zijde is gericht en vervolgens de stroming in twee naburige pijpen naar de andere 35 zijde is gericht, hetgeen kan worden omschreven als links-rechts-rechts-links-rechts-rechts etc., zodat de hoeveelheid uitstromende lucht bij de ene zijde de helft bedraagt van de 1004187 12 hoeveelheid uitstromende lucht bij de andere zijde, hetgeen bijvoorbeeld kan worden toegepast bij plaatsing nabij een raam, waarbij dan de stroming naar het raam toe de helft bedraagt van de stroming van het raam af, de ruimte in.
5 Willekeurige andere patronen kunnen ook worden gekozen.
Daarbij is het van voordeel, dat de stromingsrichtingen in de verschillende luchtgeleidingspijpen onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld, geheel volgens de wens van de gebruiker, en dat die instelling steeds op eenvoudige wijze 10 kan worden gewijzigd, ook wanneer de convector geplaatst is in een plafond, door het wegnemen respectievelijk plaatsen van mondstukken of sluitproppen.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de 15 beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies niet is beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en besproken uitvoeringsvormen, maar dat het mogelijk is de weergegeven uitvoeringsvormen van de convector volgens de uitvinding binnen het kader van de 20 uitvindingsgedachte te veranderen of te modificeren.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de mondstukken 51 worden gepositioneerd in een zijwand van de luchtpijpen 32, waarbij dan de pijpen 32 een zekere onderlinge afstand hebben, of dat de mondstukken 51 worden gepositioneerd in de onderwand van de 25 luchtpijpen 32, waarbij dan de luchtkamer 54 om de pijpen 32 heen reikt.
Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat de ingang 33 van de luchtgeleidingspijpen 32 communiceert met de holle ruimte boven het plafond 2 in plaats van met de kamer 3, om aldus de 30 secundaire lucht aan te zuigen van boven het plafond 2.
Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat het hoofdlucht-toevoerkanaal 52 communiceert met de kamer 3 of met de holle ruimte boven het plafond 2, om de primaire lucht uit de kamer 3 aan te zuigen.
35 Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat de in figuur 3A
weergegeven convector 30 instelbaar is voor meerdere patronen doordat nabij beide uiteinden van de pijpen is voorzien in 1004187 13 openingen voor het plaatsen van mondstukken danwel sluit-proppen, waarbij dan de bovenkap van de convector losneembaar kan zijn om mondstukken danwel sluitproppen te plaatsen.
Indien het gewenst is dat de convector volgens de onder-5 havige uitvinding zowel voor verwarming als voor afkoeling bruikbaar is, kan men de temperatuur van het medium in de warmtepijpen 41 naar keuze hoog danwel laag kiezen, maar het is ook mogelijk dat is voorzien in twee stellen warmtepijpen 41, waarbij het ene stel is bestemd voor warm medium en het 10 andere stel is bestemd voor koud medium.
1004187

Claims (10)

1. Inrichting voor het verwannen of afkoelen van lucht, omvattende: een veelvoud van langwerpige warmtewisselaar-vlakken (32) met daartussen gedefineerde langwerpige stromingsbanen (31); 5 buiten de stromingsbanen (31) opgestelde warmte-transport-organen (40) die in warmte-uitwisselend contact met de warmtewisselaar-vlakken (32) zijn opgesteld; en luchtinblaasmiddelen (50) voor het inblazen van primaire lucht (13) in de stromingsbanen (31) volgens de stromingsrichting 10 van die stromingsbanen (31).
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de langwerpige stromingsbanen (31) worden gedefinieerd door holle luchtstroomgeleidingspijpen (32). 15
3. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de luchtstroomgeleidingspijpen (32) een rechthoekige dwarsdoorsnede hebben.
4. Inrichting volgens één der conclusies 1-3, waarbij de 20 warmte-transport-organen (40) warmtepijpen (41) omvatten.
5. Inrichting volgens conclusie 4 en 2, waarbij de warmtepijpen (41) zijn bevestigd aan de luchtstroomgeleidingspijpen (32), en bij voorkeur loodrecht daarop gericht zijn. 25
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de luchtinblaasmiddelen (50) blaasmondstukken (51; 71) omvatten die communiceren met een hoofdluchttoevoerkanaal (52).
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de blaasmond stukken (51) zijn aangebracht in een wandgedeelte van de langwerpige warmtewisselaar-vlakken (32). 1004187
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de blaasmond-stukken (51) zijn aangebracht op een afstand (d) van ongeveer 10 cm vanaf het uitstroomuiteinde van de luchtpijpen (32).
9. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de blaasmond- stukken (71) zijn opgesteld voor de instroomopening (33) van de luchtpijpen (32).
10. Inrichting volgens één der conclusies 6-9, waarbij is 10 voorzien in een luchtkamer (54) waarvan een ingang is aangesloten op het hoofdluchttoevoerkanaal (52), welke luchtkamer (54) is voorzien van wandgedeelten (59) waarin uitlaat-openingen (72) van de luchtkamer (54) zijn aangebracht, welke uitlaatopeningen (72) zijn uitgelijnd met beide uiteinden van 15 de luchtpijpen (32), en waarbij voorts is voorzien in blaasmondstukken (71) en sluitproppen (73) die naar keuze kunnen worden aangebracht in een uitlaatopening (72). 1004187
NL1004187A 1996-10-03 1996-10-03 Convector. NL1004187C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004187A NL1004187C2 (nl) 1996-10-03 1996-10-03 Convector.
EP97202827A EP0834705A1 (en) 1996-10-03 1997-09-16 Convector

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004187A NL1004187C2 (nl) 1996-10-03 1996-10-03 Convector.
NL1004187 1996-10-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004187C2 true NL1004187C2 (nl) 1998-04-06

Family

ID=19763614

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004187A NL1004187C2 (nl) 1996-10-03 1996-10-03 Convector.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0834705A1 (nl)
NL (1) NL1004187C2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE9900214L (sv) * 1999-01-26 2000-07-27 Stifab Farex Ab Anordning för takmontage för ventilation och samtidig kylning eller värmning av lokaler
FI20001670A (fi) * 2000-07-14 2002-01-15 Halton Oy Tuloilmalaite ja menetelmõ ilmanvaihdossa
DE10321646A1 (de) 2002-06-03 2004-07-15 Rubitherm Gmbh Verfahren zur Wärme- und Kälteversorgung eines Raumes und Gebäude mit einer Mehrzahl mit einer Mehrzahl von Räumen
NL2002015C (nl) * 2008-09-24 2010-03-25 Inteco B V Kruisstroom inductie plafondconvector.
CH707246A1 (de) * 2012-11-29 2014-05-30 Barcol Air Deckenelement für eine Heiz- und Kühldecke sowie Heiz- und Kühldecke.
NL2018913B1 (nl) * 2017-05-12 2018-06-05 Inteco B V Plafondeiland met innovatief luchtkanaal
DE202017103113U1 (de) * 2017-05-23 2017-07-31 Erwin Müller GmbH Decken-Klimatisierungsvorrichtung mit Tragkonstruktion

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL101758C (nl) * 1953-02-23
NL7211805A (nl) * 1971-08-31 1973-03-02
DE3044080A1 (de) * 1980-11-24 1982-09-09 Schmidt Reuter Ingenieurgesellschaft mbH & Co KG, 5000 Köln Raumlufttechnische anlage
WO1988010402A1 (en) * 1987-06-17 1988-12-29 Stefan Jacek Moszkowski Ventilation equipment
WO1994024491A1 (en) * 1993-04-14 1994-10-27 Stifab Farex Ab Apparatus for cooling room air

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL101758C (nl) * 1953-02-23
NL7211805A (nl) * 1971-08-31 1973-03-02
DE3044080A1 (de) * 1980-11-24 1982-09-09 Schmidt Reuter Ingenieurgesellschaft mbH & Co KG, 5000 Köln Raumlufttechnische anlage
WO1988010402A1 (en) * 1987-06-17 1988-12-29 Stefan Jacek Moszkowski Ventilation equipment
WO1994024491A1 (en) * 1993-04-14 1994-10-27 Stifab Farex Ab Apparatus for cooling room air

Also Published As

Publication number Publication date
EP0834705A1 (en) 1998-04-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU1831648C (ru) Изолирующий теплообменник
US4832116A (en) Heat exchanger with pressurized plenum
NL1004187C2 (nl) Convector.
JP4303679B2 (ja) 熱交換装置
JPH0339240B2 (nl)
EP3243411A1 (en) Display unit and method for storing and displaying heated goods
US7028752B2 (en) Ventilation device
US3524500A (en) Heat transmission system
RU2003128422A (ru) Устройство для обдувки текучей средой по меньшей мере одной стороны тонкого элемента и установка для обдувки
AU637090B2 (en) Heat exchanger
JPH0135277B2 (nl)
JP2004514868A (ja) 超臨界圧での熱除去を用いる冷凍またはヒートポンプシステム
JP3703914B2 (ja) 熱交換器
JP4033576B2 (ja) 低温ショーケース
JP4557207B2 (ja) 換気置換空調装置
US4793152A (en) Evaporative cooler with ventilative device
SE459011B (sv) Anordning foer vaermebehandling av ett aemne, i synnerhet infraroedbestraalning av en kontinuerlig pappersbana i en pappersmaskin
JPH0693856B2 (ja) ショーケース
JPH0231298B2 (nl)
JPH03195881A (ja) 低温ショーケース及びその気流循環方法
KR100833845B1 (ko) 환기장치용 전열교환기
JPH08159638A (ja) 低温ショーケース
JPS608429B2 (ja) 低温ショ−ケ−ス
WO2021000502A1 (zh) 空气调节装置
JP2614520B2 (ja) 低温ショーケース

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010501