NL2002015C - Kruisstroom inductie plafondconvector. - Google Patents

Kruisstroom inductie plafondconvector. Download PDF

Info

Publication number
NL2002015C
NL2002015C NL2002015A NL2002015A NL2002015C NL 2002015 C NL2002015 C NL 2002015C NL 2002015 A NL2002015 A NL 2002015A NL 2002015 A NL2002015 A NL 2002015A NL 2002015 C NL2002015 C NL 2002015C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ceiling
air
ceiling convector
nozzles
convector
Prior art date
Application number
NL2002015A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Hubert Joseph Marie Holthuizen
Original Assignee
Inteco B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Inteco B V filed Critical Inteco B V
Priority to NL2002015A priority Critical patent/NL2002015C/nl
Priority to ES09171084.8T priority patent/ES2637190T3/es
Priority to DK09171084.8T priority patent/DK2169322T3/en
Priority to EP09171084.8A priority patent/EP2169322B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002015C publication Critical patent/NL2002015C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/01Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station in which secondary air is induced by injector action of the primary air
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/06Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • F24F2013/0616Outlets that have intake openings
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2221/00Details or features not otherwise provided for
    • F24F2221/14Details or features not otherwise provided for mounted on the ceiling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)
  • Central Air Conditioning (AREA)

Description

KRUISSTROOM INDUCTIE PLAFONDCONVECTOR
Technisch veld
De huidige uitvinding heeft betrekking tot een plafondconvector voor het 5 afgeven van gekoelde of verwarmde lucht. Meer in het bijzonder maakt de plafondconvector gebruik van een kruisstroom principe waardoor de efficiëntie en de koel- en verwarmingscapaciteit van de plafondconvector opgevoerd wordt.
Achtergrond van de uitvinding 10 Volgens de huidige stand der techniek zijn er een groot aantal systemen gekend die geschikt zijn voor het reguleren van de lucht in een binnenruimte. Dergelijke klimaatregeling of airconditioning wordt gereguleerd door een toestel die in staat is de temperatuur en vochtigheid van de lucht in de binnenruimte op een aangenaam niveau te houden. De lucht kan eveneens hiermee gezuiverd worden door het toepassen van 15 een filtersysteem.
Het principe van klimaatregeling gaat meestal uit van een luchtstroom die over een warmtewisselaar wordt gestuurd. Deze warmtewisselaar wordt gebruikt om de luchtstroom af te koelen dan wel op te warmen. Door de luchtstroom die langs de warmtewisselaar wordt gestuurd de binnenruimte in te sturen kan de temperatuur en 20 vochtigheid van de lucht in de binnenruimte nauwkeurig gereguleerd worden.
Een airconditioner bestaat meestal uit twee eenheden. Een afzonderlijke externe eenheid staat buiten en zorgt ervoor dat de koelvloeistof in de warmtewisselaar wordt afgekoeld. De interne eenheid in de binnenruimte zorgt voor het koelen of verwarmen van de lucht in de binnenruimte. Bij andere toestellen die 25 slechts uit een enkele interne eenheid bestaan wordt de warme en vochtige lucht afgevoerd naar buiten.
De huidige uitvinding betreft een plafondconvector, die als interne eenheid van een airconditioning systeem kan gebruikt worden. Een plafondconvector wordt in of aan een plafond van een ruimte gemonteerd en kan ofwel gekoelde ofwel verwarmde 30 lucht afgeven. Een plafondconvector omvat meestal een behuizing waarin een warmtewisselaar gemonteerd is voor het behandelen (koelen of verwarmen) van die 2 lucht, een uitstroomopening alsmede aandrijfmiddelen voor het opwekken van een luchtstroming via de warmtewisselaar naarde uitstroomopening.
De lucht in de ruimte onder het plafond wordt via de warmtewisselaar aangezogen, en vervolgens in gekoelde of verwarmde toestand afgegeven. De richting 5 van de uit de uitstroomopening stromende lucht kan aangepast worden zodat bij het koelen van de ruimte de uitstromende lucht langs het plafond strijkt en als gevolg van het Coanda-effect ook over langere afstand het plafond blijft volgen. Terwijl bij verwarming de uitstromende lucht neerwaarts gericht kan worden.
Het probleem dat zich echter veelal stelt bij klassieke airconditioning systemen 10 is dat ze veel energie verbruiken terwijl hun capaciteit niet volledig benut wordt. De efficiëntie van de klassieke airconditioning systemen ligt bijgevolg te laag. Enerzijds kunnen aanpassingen aan de externe eenheid de efficiëntie verhogen, maar anderzijds kan ook de interne eenheid zodanig aangepast worden.
De huidige uitvinding betreft een plafondconvector zoals hiervoor beschreven, 15 die gekenmerkt wordt door een verbeterde efficiëntie en verhoogde capaciteit. De plafondconvector van de huidige uitvinding maakt hiervoor gebruik van een kruisstroom van de primaire luchtstroom. Door de primaire luchtstromen te laten kruisen, vergroot de geïnduceerde luchtstroom die door de warmtewisselaar stroomt. Hierdoor wordt de warmtewisselaar efficiënter benut en verhoogt de capaciteit van de 20 plafondconvector.
Samenvatting van de uitvinding
De huidige uitvinding betreft een plafondconvector die als interne eenheid van een airconditioning systeem gebruikt wordt. De plafondconvector wordt in of aan een 25 plafond van een ruimte gemonteerd en kan ofwel gekoelde ofwel verwarmde lucht afgeven en omvat een behuizing waarin een warmtewisselaar gemonteerd is voor het behandelen van die lucht, een uitstroomopening alsmede aandrijfmiddelen voor het opwekken van de luchtstroming door de uitstroomopening.
De uitvinders hebben vastgesteld dat wanneer de primaire luchtstromen 30 gekruist worden, er een verbeterde stroming ontstaat doorheen de warmtewisselaar. Waar klassieke plafondconvectoren parallelle of van elkaar weg gerichte primaire luchtstromen gebruiken om de secundaire gekoelde lucht aan te zuigen, werd door de 3 uitvinders vastgesteld dat het naar elkaar toe richten en kruisen van de luchtstromen een aantal voordelen biedt ten opzicht van de in de stand der techniek gekende plafondconvectoren.
De luchtstromen die uit de plafondconvector worden geblazen hebben een lucht 5 aanzuigend effect dat gekend staat als het inductie principe. Op die manier wordt een secundaire luchtstroom vanuit de binnenruimte door de inductie in de plafondconvector gezogen. Bij het binnenkomen van deze secundaire lucht in de plafondconvector wordt de secundaire luchtstroom langs een warmtewisselaar geleid en ofwel afgekoeld ofwel opgewarmd, afhankelijk van de bedoelde werking van de plafondconvector. Vervolgens 10 wordt de gekoelde of verwarmde secundaire lucht in de inductiezone gemengd met primaire luchtstromen waarop de gekoelde of verwarmde lucht terug de binnenruimte wordt ingeleid.
Aangezien bij een klassieke plafondconvector de van elkaar weg gerichte uitstromende luchtstromen slechts voor een beperkt inductie effect zorgen, is het in 15 sommige gevallen noodzakelijk om extra aandrijfmiddelen te voorzien voor het aanzuigen langsheen de warmtewisselaar van de secundaire lucht uit de binnenruimte. De uitvinders hebben verrassend genoeg kunnen vaststellen dat wanneer de primaire luchtstromen naar elkaar toe gericht of gekruist worden er een verbeterd inductie effect ontstaat die extra aandrijfmiddelen overbodig maakt en die zorgt voor een 20 efficiënter gebruik van de warmtewisselaar.
Hierdoor blijkt dat er bij een gelijkblijvende hoeveelheid primaire luchtstroom er een grotere hoeveelheid secundaire lucht aangezogen wordt en dat de totale hoeveelheid in de ruimte ingeblazen lucht een grotere som oplevert. Daardoor wordt er meer secundaire lucht over de warmtewisselaar gevoerd en levert dit een hogere koel-25 en verwarmingscapaciteit op. Hierdoor zal voor het koelen of verwarmen van eenzelfde ruimte een kleinere kruistroom inductie plafondconvector nodig zijn, in vergelijking met een klassieke plafondconvector.
De huidige uivinding voorziet bijgevolg in een plafondconvector voor het afgeven van gekoelde of verwarmde lucht, gekenmerkt doordat de plafondconvector 30 gebruik maakt van het kruisstroom inductie principe.
Met het kruisstroom inductie principe wordt bedoeld dat de plafondconvector minstens twee primaire luchtstromen naar elkaar toe richt of met elkaar laat kruisen 4 waardoor er door inductie een verhoogde secundaire luchtstoom gecreëerd wordt die vanuit de binnenruimte langs een warmtewisselaar wordt geleid en mengt met de primaire luchtstromen. De gemengde luchtstroom wordt vervolgens in de binnenruimte geleid.
5 Meer specifiek wordt de plafondconvector gekenmerkt door het feit dat de primaire luchtstromen elkaar kruisen onder een hoek (50) variërend tussen 10° en 170°, bij voorkeur variërend tussen 120° en 170°, bij voorkeur variërend tussen 135° en 160° en in bijzonder bij voorkeur variërend tussen 140° en 150°. Preferentieel is de hoek (50) waaronder de primaire luchtstromen elkaar kruisen is bij voorkeur 135°, 10 136°, 137°, 138°, 139°, 140°, 141°, 142°, 143°, 144°, 145°, 146°, 147°, 148°, 149°, 150°, 151°, 152°, 153°, 154°, 155°, 156°, 157°, 158°, 159° Of 160°.
De huidige uivinding voorziet verder in een plafondconvector voor het afgeven van gekoelde of verwarmde lucht, omvattende: (a) een warmtewisselaar voor het behandelen van die lucht in verband met 15 het koelen dan wel verwarmen daarvan, (b) ten minste twee uitstroomopeningen, en, (c) ten minste twee overstaande spuitmonden voor het opwekken van een luchtstroming naarde uitstroomopeningen (17), met het kenmerk dat ten minste twee overstaande spuitmonden naar elkaar toe 20 gericht zijn.
De verschillende elementen van de plafondconvector kunnen omvat zijn in een behuizing die in of aan een plafond van een ruimte kan worden gemonteerd.
De plafondconvector voorziet in minstens, maar is niet gelimiteerd tot, twee uitstroomopeningen. In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de plafondconvector 25 van de huidige uitvinding in 2, 3, 4, 6, 8, 10 of meer uitstroomopeningen. In het bijzonder voorziet de plafondconvector in twee of vier uitstroomopeningen.
De plafondconvector voorziet in minstens, maar is niet gelimiteerd tot, twee overstaande spuitmonden. In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de plafondconvector van de huidige uitvinding in 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 of meer spuitmonden 30 waarvan er minstens 2 overstaande spuitmonden naar elkaar toe gericht zijn.
5
Met overstaande spuitmonden wordt bedoeld dat minstens twee spuitmonden tegenover elkaar gemonteerd worden zodat ze naar elkaar toe gericht kunnen worden.
Ook de aandrijfmiddelen voor het opwekken van de luchtstroming doorheen de spuitmonden kunnen op vele verschillende manieren zijn uitgevoerd, zoals met 5 ventilatoren en dergelijke.
In een specifieke uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt door twee naar elkaar toe gerichte overstaande spuitmonden en twee uitstroomopeningen.
Met het naar elkaar toe richten van de overstaande spuitmonden wordt bedoeld dat de luchtstromen die doorheen de overstaande spuitmonden wordt gestuurd naar 10 elkaar toe stromen en geheel, gedeeltelijk of helemaal niet met elkaar gaan mengen. In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de plafondconvector van de huidige uitvinding in dat de luchtstromen gegenereerd door de overstaande spuitmonden elkaar tussen 0% en 100% overlappen op de plaats waar de luchtstromen elkaar kruisen, en bij voorkeur tussen 0% en 50%, en nog bij voorkeur tussen 0% en 20% 15 overlappen op de plaats waar de luchtstromen elkaar kruisen. Bij voorkeur is er geen overlapping tussen de elkaar kruisende luchtstromen.
Door het naar elkaar toe richten van de spuitmonden, gaan de luchtstromen uit die spuitmonden elkaar kruisen in een tegengestelde richting. Dit zorgt in de zone waar de luchtstromen elkaar kruisen voor extra turbulentie die op zijn beurt ervoor 20 zorgt dat er een betere en snellere mening gebeurt van de primaire luchtstromen met de secundaire luchtstromen. Door dit extra effect neemt het inductie effect toe wat op zich zorgt voor een verhoogde capaciteit van de plafondconvector.
In een uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat dat de spuitmonden gegroepeerd zijn in minstens, maar niet gelimiteerd tot, 25 twee overstaande rijen naar elkaar toe gerichte spuitmonden. Elke rij omvat minstens, maar is niet gelimiteerd tot, één spuitmond, bij voorkeur twee spuitmonden, en preferentieel vier spuitmonden. Een rij kan 1, 2, 3, 4, 5, 6 en meer spuitmonden omvatten.
In een specifieke voorkeursvorm omvat de plafondconvector twee overstaande 30 rijen naar elkaar toe gerichte spuitmonden waarbij de twee rijen evenwijdig met elkaar lopen. In een verdere uitvoeringsvorm omvat de plafondconvector drie rijen naar elkaar toe gerichte spuitmonden waarbij de drie rijen een driehoek vormen. In een nog 6 verdere uitvoeringsvorm omvat de plafondconvector vier rijen naar elkaar toe gerichte spuitmonden waarbij de vier rijen een vierhoek of vierkant vormen.
In een uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat de aslijnen van de overstaande spuitmonden een hoek (50) vormen tussen 5 10° en 170°, bij voorkeur variërend tussen 120° en 170°, bij voorkeur variërend tussen 135° en 160° en in bijzonder bij voorkeur variërend tussen 140° en 150°. Preferentieel is de hoek (50) waaronder de primaire luchtstromen elkaar kruisen is bij voorkeur 135°, 136°, 137°, 138°, 139°, 140°, 141°, 142°, 143°, 144°, 145°, 146°, 147°, 148°, 149°, 150°, 151°, 152°, 153°, 154°, 155°, 156°, 157°, 158°, 159° of 10 160°.
In een uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat de overstaande spuitmonden gekruist geplaatst zijn ten opzichte van elkaar.
Met het gekruist positioneren van de overstaande spuitmonden wordt bedoeld dat de overstaande spuitmonden niet rechtstreeks tegenover elkaar gepositioneerd 15 zijn, maar dat de positie van de overstaande spuitmonden versprongen is. Hierdoor zullen de luchtstromen die doorheen de overstaande spuitmonden wordt gestuurd naar elkaar toe stromen en elkaar kruisen in een tegengestelde richting. Wanneer de overstaande spuitmonden ten opzichte van elkaar versprongen zijn zullen de luchtstromen elkaar helemaal niet of slechts gedeeltelijk raken en bijgevolg niet of 20 slechts gedeeltelijk met elkaar mengen. Het kruisen zorgt ervoor dat er extra turbulentie wordt gevormd die een snellere menging bewerkstelligd waardoor de secundaire luchtstroom beter mengt met de primaire luchtstromen.
Kenmerkend voor de huidige uitvinding is dat de elkaar kruisende luchtstromen het gehele oppervlak van de warmtewisselaar bestrijken. Dit zorgt voor een 25 gelijkmatige toestroom van secundaire lucht over de volledige breedte van de warmtewisselaar. Dit komt de effectiviteit en daardoor ook de capaciteit van de plafondconvector ten goede. Bij reeds bestaande convectoren bestrijken de luchtstralen doorgaans niet het midden van de warmtewisselaar door de decentrale plaatsing van de naar buiten of beneden wijzende spuitmonden. De middenzone van 30 de warmtewisselaar wordt dan nauwelijks gebruikt.
In een nog uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat in een mengkamer tenminste twee overstaande spuitmonden 7 uitmonden die de primaire luchtstroom voorzien, en waarbij de mengkamer is verbonden met de afvoerzijde van de warmtewisselaar die voorziet in de secundaire luchtstroom waarbij de gemengde luchtstroom de mengkamer langs de uitstroomopening verlaat.
5 In een nog uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat elke spuitmond zich bevindt tegenover een uitstroomopening.
In een uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat de plafondconvector regelmiddelen omvat voor het regelen van de stand van de klep op basis van de temperatuur van de uitstromende lucht.
10 Bij de plafondconvector volgens de uitvinding is een klep aangebracht, die bij koeling het normale Coanda-effect mogelijk maakt. De klep is dan inactief. Bij verwarmen echter wordt de klep zodanig versteld dat een naar beneden gerichte stroming wordt verkregen. Deze naar beneden gerichte stroming doorbreekt het Coanda-effect, en zorgt ervoor dat de relatief warme lucht die de plafondconvector 15 verlaat neerwaarts wordt gestuwd. Bij verwarmingsbedrijf wordt de lucht daardoor direct naar de werkplekken gestuwd, zodanig dat een betere temperatuurverdeling wordt verkregen.
Het is natuurlijk ook mogelijk om met behulp van en dergelijke klep de tussenpositie te verkrijgen, zodanig dat warme lucht met een relatief lage temperatuur 20 in een overgangszone tussen het plafond en een sterk naar beneden gericht gebied wordt geleid. In dat verband zijn bij voorkeur regelmiddelen voorzien voor het regelen van de stand van de klep op basis van de temperatuur van de uitstromende lucht. Die regelmiddelen kunnen op allerlei manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met een temperatuursensor in combinatie met een elektrische klepaandrijving.
25 In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn twee evenwijdige uitstroomopeningen voorzien, elk met een eigen klep, alsmede twee rijen spuitmonden waarvan telkens een zich bevindt tegenover een uitstroomopening, tussen welke uitstroomopeningen zich de warmtewisselaar bevindt.
In een uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt 30 doordat de warmtewisselaar een toevoerzijde heeft die in verbinding is met de binnenruimte.
8
In een verdere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt doordat plafondconvector een behuizing omvat die in of aan een plafond van een binnenruimte gemonteerd wordt.
In een uitgebreidere uitvoeringsvorm wordt de plafondconvector gekenmerkt 5 doordat de primaire luchtstromen in de plafondconvector elkaar kruisen onder een hoek (50) variërend tussen 10° en 170°, bij voorkeur variërend tussen 120° en 170°, bij voorkeur variërend tussen 135° en 160° en in bijzonder bij voorkeur variërend tussen 140° en 150°. Preferentieel is de hoek (50) waaronder de primaire luchtstromen elkaar kruisen is bij voorkeur 135°, 136°, 137°, 138°, 139°, 140°, 141°, 10 142°, 143°, 144°, 145°, 146°, 147°, 148°, 149°, 150°, 151°, 152°, 153°, 154°, 155°, 155°, 157°, 158°, 159° Of 160°.
De huidige uitvinding voorziet eveneens in een methode voor het voorzien van een binnenruimte met een plafondconvector volgens de huidige uitvinding, gekenmerkt doordat de secundaire luchtstroom vanuit de binnenruimte naar de plafondconvector 15 minstens verdubbeld in vergelijking met een plafondconvector waar de primaire luchtstromen niet naar elkaar toe gericht zijn.
In vergelijking met een klassieke plafondconvector waar de primaire luchtstromen niet naar elkaar toe gericht zijn of niet kruisen wordt er bij de plafondconvector van de huidige uitvinding een verhoogde capaciteit bekomen. De 20 verhoging van de capaciteit bedraagt 5%, 10%, 15%, 20%, 25%, 30%, 35%, 40%, 45%, 50% of meer.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
25 Korte beschrijving van de figuren
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door de plafondconvector zoals aangebracht in een plafond.
Figuur 2 toont een plafondconvector waarbij de luchtstromen kruisen.
9
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
De in figuur 1 en figuur 2 weergegeven plafondconvector (1) is opgenomen in het plafond (2). De plafondconvector (1) wordt in het plafond (2) gemonteerd op een op zich bekende, verder niet weergegeven wijze. Bij voorkeur wordt de 5 plafondconvector(l) op een dusdanige wijze gemonteerd dat de onderste begrenzing (la) van de plafondconvector (1) in hetzelfde vlak ligt als de onderste begrenzing (2a) van het plafond (2). Een dergelijke wijze van monteren is op zich bekend, en is hier daarom verder niet in detail weergegeven. Het plafond begrenst een binnenruimte (3) waarvan de lucht behandeld wordt door de plafondconvector (1). De plafondconvector 10 (1) kan eveneens worden gedragen door het verlaagde plafond (2) of kan zelfstandig worden opgehangen aan het daarboven liggende, verder niet weergegeven, bouwkundige plafonddek of aan een overbruggingsconstructie.
De plafondconvector (1) omvat een geprofileerde scheidingsplaat (4) met een daarop gemonteerde kap (5) beiden aan de kopzijden begrensd door een kopschot (6). 15 In de kap (5) is minimaal één ventilatieluchttoevoeropening met een aan de buitenzijde bevestigde luchtaansluiting (7) voorzien. In dit uitvoeringsvoorbeeld is deze luchtaansluiting (7) aan de zijkant gepositioneerd maar deze kan evenwel ook aan de bovenzijde van kap (5) geplaatst zijn.
De scheidingsplaat (4) is eveneens voorzien van openingen waarin 20 aërodynamisch gevormde lucht-inblaas spuitmonden (8) geplaatst zijn. In een andere uitvoering kunnen de openingen met spuitmonden (8) vervangen zijn door in scheidingsplaat (4) geïntegreerde, geprofileerde openingen die dezelfde inblaas-functie hebben als de spuitmonden (8).
Het bijzondere van de positionering van de spuitmonden (8) in de 25 scheidingsplaat (4) is dat de linkse en rechtse rij spuitmonden naar elkaar toe wijzen in tegenstelling tot bestaande systemen alwaar zij van elkaar weg gericht zijn of doch minimaal evenwijdig aan elkaar zijn. Voorts is de positionering, in de lengterichting van de scheidingplaat (4), zodanig dat de spuitmonden (8) in de linkse rij versprongen zijn aangebracht t.o.v. die in de rechtse rij. Door deze speciale positionering ontstaat 30 het zogenaamde "kruisstroom" inductieprincipe.
In het vlak van de onderste begrenzing van de plafondconvector (1) bevindt zich een centraal geplaatst onderpaneel (10) voorzien van één of meerdere perforaties 10 (10a) met een dusdanige doorlaat dat er voldoende lucht uit binnenruimte (3) de plafondconvector (1) kan instromen. Aan weerszijden van onderpaneel (10) bevindt zich een spieetvormige luchtinblaasopening (17). Deze wordt aan de buitenzijde begrensd door scheidingsplaat (4). Het onderpaneel (10) grenst aan warmtewisselaar 5 (9) die een batterij vormt welke is opgebouwd uit watervoerende buizen (9a) met haaks daarop geplaatste vinnen (9b). De watervoerende buizen (9a) zijn aangesloten op een verder niet getoond leidingsysteem.
De werking van de plafondconvector (1) wordt gekenmerkt doordat via een niet nader getoond, doch algemeen bekend transportsysteem voor geconditioneerde 10 ventilatielucht, lucht (11) met een bepaalde voordruk via de luchtaansluiting (7) het inblaasplenum (12) wordt binnengebracht. Het inblaasplenum (12) wordt begrensd door scheidingsplaat (4), kap (5), en kopschotten (6). Als gevolg van de heersende overdruk in het inblaasplenum (12) wordt lucht via de spuitmonden (8) in de vorm van primaire luchtstromen (13) de onderliggende meng- en inductiezone (14) ingestuwd. 15 Aangezien het totale spuitmond-luchtdoorlaatoppervlak gering is zal de aanvangssnelheid van de primaire luchtstromen (13) relatief hoog zijn. De luchtdruk in een vrije luchtstroom is altijd lager dan de zich omringende vrijwel statische lucht. Hoe hoger de luchtsnelheid in de stroming, des te lager de druk. Daardoor zal de in de mengzone (14) aanwezige lucht aangezogen worden door de primaire luchtstromen 20 (13) alwaar het zich geleidelijk vermengt met de aanwezige lucht. Dit noemt men het inductieprincipe. Aldus wordt een secundaire luchtstroom (15) opgewekt die via de perforaties (10a) van het onderpaneel (10) en door de warmtewisselaar (9) heen de mengzone (14) wordt ingezogen. Daarbij wordt de secundaire luchtstroom (15) door de met koud of warm water doorstroomde warmtewisselaar (9) gekoeld respectievelijk 25 verwarmd.
Het door de primaire luchtstromen (13) geïnduceerde koude of warme luchtmengsel wordt via de spieetvormige luchtinblaasopeningen (17) de binnenruimte (3) ingeblazen. De inblaashoek is daarbij zodanig gekozen dat de inblaaslucht (18) de gelegenheid krijgt tegen het aanwezige plafond (2) te blijven plakken, het zogenaamde 30 "coanda-effect". De binnenruimte (3) wordt hierdoor gelijkmatig behandeld zonder dat er ongewenste koudeval optreedt. Op deze manier wordt door geleidelijke vermenging van de inblaaslucht (18) met de ruimtelucht de onderliggende binnenruimte (3) doelmatig gekoeld of verwarmd en van verse lucht voorzien.
11
Figuur 2 behelst een detailweergave van plafondconvector (1) waarin de warmtewisselaar (9) en onderpaneel (10) zijn weggelaten ter verduidelijking van het "kruisstroom" inductie principe.
Door de speciale plaatsing van de twee rijen spuitmonden (8) t.o.v. elkaar heeft 5 dit tot gevolg dat de lengte van de luchtstroom (13) waarover in de inductiezone (14) geïnduceerd kan worden veel groter is dan wat bij klassieke convectoren met gelijkblijvende buitenafmetingen. Dit is het gevolg van de positie van de spuitmond (8) t.o.v. de spieetvormige luchtinblaasopening (17). Hierdoor zal er bij een gelijkblijvende hoeveelheid toegevoerde ventilatielucht (11) een grotere hoeveelheid secundaire lucht 10 (15) aangezogen worden zodat de totale hoeveelheid in de binnenruimte (3) ingeblazen lucht een grotere som oplevert. Derhalve wordt er meer secundaire lucht (15) over de warmtewisselaar (9) gevoerd en levert dit een hogere koel- of verwarmingscapaciteit op.
Door de versprongen posities tussen de tegenover elkaar liggende rijen met 15 spuitmonden raken de kruisende stralen (13) elkaar niet of slechts gedeeltelijk. De kruisende stralen (13) veroorzaken wel extra wervelingen of turbulentie in het gebied liggende tussen de luchtstralen onderling en in de grenslaag (16) van deze luchtstralen (13). Deze wervelingen bewerkstelligen een snellere menging van de secundaire luchtstroom (15) met de primaire luchtstromen (13). Hierdoor nemen de inductie en 20 capaciteit verder toe.
De elkaar kruisende luchtstralen (13) bestrijken daarenboven altijd het gehele oppervlak van de warmtewisselaar (9) wat een zeer gelijkmatige toestroom van secundaire lucht (15) over de volledige breedte van de warmtewisselaar (9) ten gevolge heeft. Dit komt de effectiviteit en daardoor ook de capaciteit ten goede. Bij 25 klassieke plafondconvectoren bestrijken de luchtstralen doorgaans niet het midden van de warmtewisselaar als gevolg van de decentrale plaatsing van de naar buiten of beneden wijzende spuitmonden. De middenzone van de warmtewisselaar wordt dan nauwelijks gebruikt.
12
Door de grote toename van capaciteit van de plafondconvector (1) als gevolg van kruisstroom inductie kan in vergelijking met een klassieke plafondconvector de plafondconvector van de huidige uitvinding voorzien worden in een kleinere en eenvoudigere warmtewisselaar met een kleiner warmtewisselend vin-oppervlak en 5 minder buizen. De plafondconvector zal daardoor kleiner en economisch rendabeler zijn.

Claims (11)

1. Plafondconvector (1) voor het afgeven van gekoelde of verwarmde lucht, omvattende: 5 a. een warmtewisselaar (9) voor het behandelen van die lucht in verband met het koelen dan wel verwarmen daarvan, b. ten minste twee uitstroomopeningen (17), c. ten minste twee overstaande en naar elkaar toe gerichte spuitmonden (8) voor het opwekken van een luchtstroming naar de uitstroomopening (17), 10 met het kenmerk dat de primaire luchtstromen (13) gegenereerd door de naar elkaar gerichte overstaande spuitmonden (8) elkaar kruisen in de mengkamer (14).
2. Plafondconvector volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de spuitmonden gegroepeerd zijn in minstens twee overstaande rijen naar elkaar toe gerichte 15 spuitmonden.
3. Plafondconvector volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk dat de aslijnen van de overstaande spuitmonden (8) een hoek (50) vormen tussen 10° en 170°.
4. Plafondconvector volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de overstaande spuitmonden (8) gekruist geplaatst zijn ten opzichte van elkaar.
5. Plafondconvector volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat in een mengkamer (14) tenminste twee overstaande spuitmonden (8) uitmonden die 25 de primaire luchtstroom voorzien, en waarbij de mengkamer (14) is verbonden met de afvoerzijde van de warmtewisselaar (9) die voorziet in de secundaire luchtstroom waarbij de gemengde luchtstroom de mengkamer (14) langs de uitstroomopening (17) verlaat.
6. Plafondconvector volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elke spuitmond (8) zich bevindt tegenover een uitstroomopening (17).
7. Plafondconvector volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de plafondconvector regelmiddelen omvat voor het regelen van de stand van de klep 35 op basis van de temperatuur van de uitstromende lucht.
8. Plafond co n vector volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de warmtewisselaar (9) een toevoerzijde heeft die in verbinding is met de binnenruimte (3).
9. Plafond convector volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat plafondconvector een behuizing (12) omvat die in of aan een plafond (2) van een binnenruimte (3) gemonteerd wordt.
10. Plafondconvector volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat 10 de primaire luchtstromen in de plafondconvector elkaar kruisen onder een hoek (50) variërend tussen 10° en 170°.
11. Methode voor het voorzien van een binnenruimte met een plafondconvector volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de secundaire 15 luchtstroming (15) vanuit de binnenruimte (3) naar de plafondconvector minstens verdubbeld.
NL2002015A 2008-09-24 2008-09-24 Kruisstroom inductie plafondconvector. NL2002015C (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002015A NL2002015C (nl) 2008-09-24 2008-09-24 Kruisstroom inductie plafondconvector.
ES09171084.8T ES2637190T3 (es) 2008-09-24 2009-09-23 Convector de techo, de inducción de flujo cruzado
DK09171084.8T DK2169322T3 (en) 2008-09-24 2009-09-23 The cross-flow-induktionsloftkonvektor
EP09171084.8A EP2169322B1 (en) 2008-09-24 2009-09-23 Cross flow induction ceiling convector

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002015 2008-09-24
NL2002015A NL2002015C (nl) 2008-09-24 2008-09-24 Kruisstroom inductie plafondconvector.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002015C true NL2002015C (nl) 2010-03-25

Family

ID=40785441

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002015A NL2002015C (nl) 2008-09-24 2008-09-24 Kruisstroom inductie plafondconvector.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2169322B1 (nl)
DK (1) DK2169322T3 (nl)
ES (1) ES2637190T3 (nl)
NL (1) NL2002015C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE533440C2 (sv) * 2009-01-26 2010-09-28 Swegon Ab Induktionsapparat för sammanföring av luftflöden
SE535935C2 (sv) * 2011-04-27 2013-02-26 Gert Nimblad Anordning vid ett ventilationsaggregat
GB2492310B (en) * 2011-05-20 2017-03-01 Frenger Systems Ltd Improvements in or relating to air conditioning modules

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2962953A (en) * 1956-01-13 1960-12-06 Carrier Corp Nozzle construction
FR1283789A (fr) * 1961-03-17 1962-02-02 Dell Orto Chieregatti Spa Appareil de conditionnement d'air
NL7600455A (nl) * 1975-01-23 1976-07-27 Siemens Ag Klimatologische verlichtingsinstallatie.
JPS5295861A (en) * 1976-02-06 1977-08-11 Nisshin Kogyo Kk Adjustable withdrawal type air conditioning unit
US5014609A (en) * 1989-08-23 1991-05-14 H. Krantz Gmbh & Co. Inductive air passage
DE4303307A1 (de) * 1992-07-14 1994-08-11 Schmidt Christel Vorrichtung zur Raumluftkühlung
JPH0791685A (ja) * 1993-09-22 1995-04-04 Matsushita Seiko Co Ltd 多室型冷暖房装置
EP0834705A1 (en) * 1996-10-03 1998-04-08 Luchttechnisch Adviesbureau Evers Convector
DE19826566A1 (de) * 1998-06-15 1999-12-23 Ltg Holding Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Belüften eines Raumes
US20020070010A1 (en) * 2000-12-07 2002-06-13 Halton Oy Supply air terminal device
WO2005075897A1 (en) * 2004-02-10 2005-08-18 Lindab Ab Supply air device

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2962953A (en) * 1956-01-13 1960-12-06 Carrier Corp Nozzle construction
FR1283789A (fr) * 1961-03-17 1962-02-02 Dell Orto Chieregatti Spa Appareil de conditionnement d'air
NL7600455A (nl) * 1975-01-23 1976-07-27 Siemens Ag Klimatologische verlichtingsinstallatie.
JPS5295861A (en) * 1976-02-06 1977-08-11 Nisshin Kogyo Kk Adjustable withdrawal type air conditioning unit
US5014609A (en) * 1989-08-23 1991-05-14 H. Krantz Gmbh & Co. Inductive air passage
DE4303307A1 (de) * 1992-07-14 1994-08-11 Schmidt Christel Vorrichtung zur Raumluftkühlung
JPH0791685A (ja) * 1993-09-22 1995-04-04 Matsushita Seiko Co Ltd 多室型冷暖房装置
EP0834705A1 (en) * 1996-10-03 1998-04-08 Luchttechnisch Adviesbureau Evers Convector
DE19826566A1 (de) * 1998-06-15 1999-12-23 Ltg Holding Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Belüften eines Raumes
US20020070010A1 (en) * 2000-12-07 2002-06-13 Halton Oy Supply air terminal device
WO2005075897A1 (en) * 2004-02-10 2005-08-18 Lindab Ab Supply air device

Also Published As

Publication number Publication date
EP2169322A1 (en) 2010-03-31
EP2169322B1 (en) 2017-06-07
DK2169322T3 (en) 2017-08-28
ES2637190T3 (es) 2017-10-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6060186B2 (ja) 複数のモードを有するチルドビーム
US9726442B2 (en) Chilled beam devices, systems, and methods
KR101763267B1 (ko) 공기 조화 시스템
SE518772C2 (sv) Luftcirkulatonssystem i anslutning till en kyldisk och förfarande vid ventilation i ett rums- eller hallutrymme försett med en kyldisk/kyldkiskar eller i en kylavdelning i hallutrymmet
KR20180137660A (ko) 백연 저감 냉각탑
NL2002015C (nl) Kruisstroom inductie plafondconvector.
JP6442776B2 (ja) 放射パネルモジュール、放射空調システム及び空調方法
JP3422020B2 (ja) オールシーズン対応形空調機
JP2007089752A (ja) 浴室サウナ装置
CN2883995Y (zh) 一种管道式空调机
CN205536222U (zh) 移动空调器
JP3451621B2 (ja) 床下吹出形直近空調ユニット
US20220341665A1 (en) Separating device, treatment system, method for separating two spatial regions, and method for treating workpieces
US3017160A (en) Heat exchange units
JP5013576B2 (ja) 塗装ブース用空調装置
JP3449553B2 (ja) 上下吹出形直近空調ユニット
JP6990827B2 (ja) 冷却装置
KR102425023B1 (ko) 전산실 환기시스템
JPH07243666A (ja) 空調装置
CN111811048A (zh) 具有用于舒适的出口空气的百叶挡板的空调器
KR100565508B1 (ko) 공기조화기의 실내기
WO2020207866A1 (en) Air-conditioner with louver for comfortable outlet air
JP2001330270A (ja) 直近空調システム
JP5034417B2 (ja) 浴室サウナ装置
CN111811047A (zh) 具有低摩擦空气出口的空调器

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191001