NL1002775C2 - Lichtgewicht naafeenheid. - Google Patents

Description

Lichtgewicht naaf eenheid

De uitvinding heeft betrekking op een lichtgewicht naaf eenheid, bij voorkeur toepasbaar voor een voertuigwiel, omvattende een 3 wentellager met een binnenring en een buitenring waartussen wentelelementen zijn opgenomen, waarvan één van der ringen een klemuitsteeksel heeft dat bevestigd kan worden aan de wielophanging van een voertuig door middel van een klemorgaan.

Een dergelijke naafeenheid is bekend uit EP-A-68O836. Aangezien 10 hij vanwege zijn constructie, in het bijzonder met een drie- of vierpuntslager, compact is en een relatief laag gewicht heeft, is deze bekende naafeenheid in het bijzonder geschikt voor lichte voertuigen met een laag energieverbruik. Bij dergelijke lichte voertuigen is niet alleen het gewicht van de naafeenheid belangrijk maar ook de 15 kostprijs, alsmede de montagekosten.

Het doel van de uitvinding is daarom de bekende naafeenheid zodanig te verbeteren, dat de daarmee samenhangende kosten verder gereduceerd kunnen worden. Dat doel wordt bereikt doordat het klemuitsteeksel een klemrand omvat die aan de wielophanging bevestigd 20 kan worden door middel van een klemring.

Het klemorgaan verschaft in combinatie met het klemuitsteeksel van de binnenring een eenvoudige, stabiele ophanging voor de naafeenheid, waarvan het gewicht beperkt is. In dat verband vormt het klemuitsteeksel bij voorkeur een geheel met de genoemde ene ring, en 23 is dit onderdeel gemaakt van metaal plaatmateriaal.

Verder is de klemrand bij voorkeur radiaal naar buiten gericht. De klemring kan bijvoorbeeld uit aluminium bestaan. Ter verkrijging van een stabiele constructie past de klemring bij voorkeur nauwsluitend met een bepaalde passing rond de klemrand, en draagt hij 30 een radiaal naar binnen gerichte flens die de klemrand overlapt en tegen de klemrand rust.

Een verdere vereenvoudiging van de naafeenheid wordt bereikt in een uitvoeringsvorm waarbij de binnenring de genoemde klemrand draagt en de buitenring is omgeven door een bevestigingsring met een radiaal 35 naar binnen gerichte flens die rust tegen naar de wielophanging gekeerde zijde van de buitenring, en aan de andere zijde van de buitenring een met de bevestigingsring verbonden centreerbus voor een wiel is voorzien. Ook deze bevestigingsring kan uit aluminium bestaan.

1 002775*» 2

De centreerbus met asaansluiting, geschikt voor koppeloverdracht kan een geheel vormen met een de bevestigingsring omgevend ringdeel dat op zijn beurt een geheel vormt met een over de axiale lengte van het ringdeel ten opzichte van de centreerbus verschoven liggende 5 remschijf of remtrommel.

Verder kan de klemring middelen hebben voor het aan de klemring bevestigen van de remklauw kan de remklauw. In een alternatieve uitvoering kan de remklauw een geïntegreerd onderdeel vormen van de klemring.

10 De naafeenheid volgens de uitvinding kan zowel toegepast worden bij niet-aangedreven wielen als bij wel aangedreven wielen. In de laatste variant heeft de centreerbus een gatverbinding geschikt voor koppeloverdracht, die in samenwerking gebracht kan worden met een asstomp van de aandrijfkoppeling.

15 Bij voorkeur wordt een drie- of vierpuntslager toegepast waarvan de binnenring uit een geheel bestaat en de buitenring uit twee sociale helften bestaat, welke helften onder axiale voorspanning tegen elkaar aan geklemd gehouden worden tussen de flens van de bevestigingsring en de een uit één geheel bestaande constructie omvattende een 20 centreerbus, flens, ringdeel en remschijf.

Vervolgens zullen enkele uitvoeringsvoorbeelden van de naafeenheid volgens de uitvinding aan de hand van de tekeningen nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een aangedreven naafeenheid volgens de uitvinding, 25 gedeeltelijk in doorsnede.

Figuur 2 toont een gedeelte van een niet aangedreven naafeenheid.

Figuur 3 toont een gedeelte van een verdere niet aangedreven naafeenheid.

Figuur 4 toont een detail volgens IV - IV van figuur 1.

30 Figuur 5 toont een variant.

De in de figuur weergegeven naafeenheid omvat een in zijn geheel met 1 aangeduid wentellager, bestaande uit een binnenring 2, een buitenring 3t kogels 4 alsmede een kooi 5·

De binnenring 2 is gemaakt van metaal plaatmateriaal, en vormt 35 één geheel met een klemrand 6.

De buitenring 3 bestaat uit de twee buitenringhelften 7. 8. die onder voorspanning tegen elkaar aangeklemd worden gehouden, zoals hieronder zal worden toegelicht.

1 002775 * 3

De klemrand 6 van de binnenring 2 is door middel van klemring 9 vastgeklemd op de in zijn geheel met 10 aangeduide wielophangconstructie. Klemring 9 bezit een radiaal naar binnen gerichte flens 11, die de klemrand 6 overlapt en daar onder 5 voorspanning tegenaan rust. Deze voorspanning wordt opgebracht door middel van de bouten 12, die geschroefd zijn in van schroefdraad voorziene gaten 13 in de klemring 19.

Zowel de klemring 9 als de binnenring 2, nabij zijn klemrand 6, bezitten openingen 3*1 respectievelijk 14 waardoorheen elektronische 10 monitoruitrusting zoals een ABS-sensor 13 verloopt. Op de aandrijvende as 16 is een markering 17 voor het meten van het aantal omwentelingen van de as door de ABS-sensor voorzien.

De uit de twee buitenringen 7. 8 bestaande buitenring 3 wordt onder voorspanning tegen elkaar aangedrukt gehouden tussen een 13 bevestigingsring 18 enerzijds, en de flens 33 van de uit één geheel bestaande constructie 19 die verder een centreerbus 20 voor het wiel, een ringdeel 21 en een remschijf 22 omvat. Deze onderdelen zijn door bouten 33 onder voorspanning verbonden.

De bevestigingsring 18 bezit een naar binnen wijzende flens 30, 20 die tegen de buitenringhelft 8 rust. Daardoor wordt de gewenste voorspanning tussen de buitenringhelften 7· 8, de kogels 4, en de binnenring 2 van het drie- of vierpunts wentellager 1 verkregen.

Tussen de constructie 19 en de buitenring 3 is een warmte-isolatie 23 aangebracht, om te verhinderen dat de warmte, die bij het 23 remmen wordt opgewekt in de remschijf 22, overgedragen zou kunnen worden op het wentellager 1.

De centreerbus 20 is inwendig voorzien van een gataansluiting 24, geschikt voor koppeloverdracht, waarin de overeenkomstige onronde asstomp 23 van de aandrijfas 16 steekt. Door middel van bout 26, ring 30 27, niet metallische ring 28, met terugveereigenschappen voor het geval de voorspanning vermindert (b.v. van rubber of een speciale plastic), en moer 29 is de verbinding tussen aandrijfas 16 en bus 20 verzekerd.

In de bevestigingsring 18 zijn plaatselijk sleuven 31« en in het 35 ringdeel 21 van de constructie 19 is een gat 32 aangebracht, zodanig dat de remschijf 22 ook gekoeld kan worden door via het aldus gevormd ventilatiegat 31« 32 naar buiten stromende lucht. De grootte en de 1002775^ 4 verdeling van de sleuven 31 hangt af van het aantal toegepaste wielbouten.

Figuur 2 toont een niet aangedreven naaf eenheid. Bij deze uitvoeringsvorm is een alternatieve bevestigingsring 40 toegepast, 5 welke een uitsteeksel 4l draagt waaraan de met onderbroken lijnen remklauw 42 is bevestigd.

De variant van figuur 3 toont een niet aangedreven naafeenheid, voorzien van een afdekplaat 43 die door middel van niet weergegeven bouten is vastgezet in de buitenringhelft 44. De andere 10 buitenringhelft 45 wordt door genoemde bouten en de afdekplaten 43 aangedrukt, waardoor de gewenste spanning in het drie- of vierpuntslager wordt opgewekt. Dit drie- of vierpuntslager omvat verder natuurlijk kogels 46 en de uit plaatmetaal bestaande binnenring 47.

15 Figuur 4 toont het aanzicht volgens IV - IV van figuur 1, waarbij te zien is dat de onronde asstomp 25 uitsteeksels 36 heeft, die aanliggen tegen de flens 33·

Figuur 5 toont een gedeelte van een naafeenheid waarvan de plaatmetalen buitenring 50 een klemrand 51 draagt. De 20 binnenringhelften 52, 53 worden door middel van bevestigingsring 54, constructie 19 en (niet getoonde) bouten onder voorspanning tegen elkaar aan gedrukt. Door middel van klemring 55« en de in de van inwendige schroefdraad voorziene gaten 56 geschroefde bouten 57 kan de klemrand 51. en daarmee de naafeenheid, worden bevestigd aan de met 10 25 aangeduide wielophangconstructie.

1 0 0 2775*

Claims (17)

1. Naafeenheid voor een voertuigwiel, omvattende een wentellager (1) met een binnenring (2; 52, 53) en een buitenring (3, 50) 5 waartussen wentelelementen (4) zijn opgenomen, waarvan één der ringen (2, 50) een klemuitsteeksel (6, 51) heeft dat bevestigd kan worden aan de wielophanging (10) van een voertuig door middel van een klemorgaan (9· 55), met het kenmerk dat het klemuitsteeksel een klemrand (6, 51) omvat die aan de wielophanging (10) bevestigd kan worden door middel 10 van een klemring (9, 55)·

2. Naafeenheid volgens conclusie 1, waarbij het klemuitsteeksel (6, 51) een geheel vormt met de genoemde ene ring (2, 50). 15

3· Naafeenheid volgens conclusie 1 of 2, waarbij de genoemde ene ring (2, 3) van metaal plaatmateriaal is gemaakt.

4. Naafeenheid volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij het klemuitsteeksel radiaal naar buiten is gericht. 20

5. Naafeenheid volgens conclusie 4, waarbij de klemring (9, 55) met een passing rond de klemrand (6, 51) past, en een radiaal naar binnen gerichte flens (11) draagt die de klemrand (6, 51) overlapt en tegen de klemrand (6, 51) rust. 25

6. Naafeenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenring (2) genoemde klemrand (6) draagt en de buitenring (3) is omgeven door een bevestigingsring (18) met een radiaal naar binnen gerichte flens (30) die rust tegen de naar de wielophanging gekeerde 30 zijde van de buitenring (3), en aan de andere zijde van de buitenring (3) een met de bevestigingsring (18) verbonden centreerbus (20) voor een wiel is voorzien.

7. Naafeenheid volgens conclusie 6, waarbij de bevestigingsring 35 wielbouten draagt.

8. Naafeenheid volgens conclusie 6 of 7, waarbij de centreerbus (20) een geheel vormt met een de bevestigingsring (18) omgevend 1 0 0 27 7 5"* ringdeel (21) dat een geheel vormt met een over de axiale lengte van het ringdeel (21) ten opzichte van de centreerbus (20) verschoven liggende remschijf (22). 5

9· Naafeenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klemring (9) middelen heeft voor het aan de klemring (9) bevestigen van de remklauw of waarbij de remklauw een geïntegreerd deel van de klemring is.

10. Naaf eenheid volgens conclusie 7 of 8, waarbij de bevestigingsring (18) en het ringdeel (21) zijn voorzien van openingen (31. 32) ter vorming van een doorgaand ventilatiegat.

11. Naafeenheid volgens een der conclusies 6-10, waarbij de 15 bevestigingsring (18) van een niet metallisch-warmte blokkerend- materiaal is gemaakt (bijvoorbeeld koolstof).

12. Naafeenheid volgens een der conclusies 6-11, waarbij tussen het ringdeel (21) en de bevestigingsring (18) zich een warmte-isolatie 20 (23) bevindt.

13· Naafeenheid volgens een der conclusies 6-12, waarbij de centreerbus (20) een gataansluiting (24) geschikt voor koppeloverdracht heeft, dat in samenwerking gebracht kan worden met de 25 asstomp (25) van een aandrijfkoppeling.

14. Naafeenheid volgens conclusie 13. waarbij in de buitenring (9) en de bevestigingsring (18) een doorgaande opening (34, 14) is voorzien van monitoring systemen (15) zoals ABS, remdruk, bandendruk 30 etcetera, of combinaties hiervan.

15. Naafeenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het wentellager een drie- of vierpuntslager (1) is waarvan de binnenring (2) uit een geheel bestaat en de buitenring uit twee axiale 35 helften (7, 8) bestaat, welke helften (7. 8) onder axiale voorspanning tegen elkaar aan geklemd gehouden worden. 10027751

16. Naafeenheid volgens conclusie 15, waarbij de axiale helften van het wentellager zijn ingeklemd tussen de flens (30) van de bevestigingsring (9) en de flens (33) van de uit één geheel bestaande constructie (19) met centreerbus (20), ringdeel (21) en remschijf of 5 remtrommel (22).

17· Naafeenheid volgens een der conclusies 1-5, waarbij de buitenring (50) de genoemde klemrand (51) draagt. 10 1002775 1