NL1002210C2 - Interface voor een telefoontoestel. - Google Patents

Interface voor een telefoontoestel. Download PDF

Info

Publication number
NL1002210C2
NL1002210C2 NL1002210A NL1002210A NL1002210C2 NL 1002210 C2 NL1002210 C2 NL 1002210C2 NL 1002210 A NL1002210 A NL 1002210A NL 1002210 A NL1002210 A NL 1002210A NL 1002210 C2 NL1002210 C2 NL 1002210C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
circuit
interface
input
signal
telephone
Prior art date
Application number
NL1002210A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Joergen Eugene Weber
Original Assignee
Peter Joergen Eugene Weber
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Peter Joergen Eugene Weber filed Critical Peter Joergen Eugene Weber
Priority to NL1002210A priority Critical patent/NL1002210C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1002210C2 publication Critical patent/NL1002210C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W88/00Devices specially adapted for wireless communication networks, e.g. terminals, base stations or access point devices
    • H04W88/02Terminal devices
    • H04W88/021Terminal devices adapted for Wireless Local Loop operation
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M1/00Substation equipment, e.g. for use by subscribers
    • H04M1/60Substation equipment, e.g. for use by subscribers including speech amplifiers
    • H04M1/6033Substation equipment, e.g. for use by subscribers including speech amplifiers for providing handsfree use or a loudspeaker mode in telephone sets
    • H04M1/6041Portable telephones adapted for handsfree use
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M1/00Substation equipment, e.g. for use by subscribers
    • H04M1/72Mobile telephones; Cordless telephones, i.e. devices for establishing wireless links to base stations without route selection
    • H04M1/725Cordless telephones

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)

Description

Interface voor een telefoontoestel.
De uitvinding heeft betrekking op een interface voor een telefoontoestel. Dergelijke interfaces zijn onder andere bekend als zoge-5 naamde carkits die in het bijzonder bestemd zijn om samen te werken met een draadloos werkende telefoon waarmee telefoongesprekken kunnen worden afgehandeld via een der bekende draadloze netwerken, zoals NMT, GSM of PCN.
10 Stand der Techniek.
Over het algemeen zijn de mogelijkheden van de carkits en andere interfaceschakelingen die op dit moment verkrijgbaar zijn relatief gering. Er zijn interfaces waarmee het mogelijk is om met het draadloze telefoontoestel een zogenaamde "headset" te verbinden, te weten 15 een samenstel van microfoon en luidspreker dat op geschikte wijze op het hoofd van de gebruiker wordt geplaatst zodat deze zonder gebruik van zijn of haar handen in de microfoon kan spreken en aan de luidspreker kan luisteren (Onder luidspreker worden in het volgende ook de relatief kleine geluidweergevers begrepen zoals gebruikt worden in 20 koptelefoons en dergelijke).
Verder zijn er interfaces bekend waarmee de accu van een auto kan worden verbonden met de voedingscircuits in het telefoontoestel zodat bij gebruik in de auto de interne accu in het telefoontoestel kan worden gespaard.
25 Veel van de op dit moment verkrijgbare carkits zijn relatief omvangrijk en moeten op een vaste plaats in een auto worden gemonteerd en aangesloten worden bijvoorbeeld op de accu en op een afzonderlijke luidspreker. Deze inbouwoperatie is relatief kostbaar en heeft in alle gevallen een nagenoeg permanent karakter waardoor het telefoontoestel 30 slechts in één auto kan worden gebruikt (althans in samenwerking met de carkit).
Bovendien zijn de meeste carkits bedoeld om te worden gebruikt samen met één bepaald type telefoontoestel. Wie een ander toestel koopt is derhalve verplicht daarbij een andere, passende carkit aan te 35 schaffen en deze te laten inbouwen.
Verder zijn er tot nu toe nog geen interfaces bekend waarmee op eenvoudige wijze en met relatief weinig componenten een koppeling kan worden gerealiseerd tussen een draadloos telefoontoestel en een nor- 1002210? 2 maal telefoontoestel, een faxapparaat, een huistelefooncentrale, een antwoordapparaat en dergelijke.
Doel van de uitvinding.
5 De uitvinding heeft nu ten doel een interfaceschakeling te ver schaffen die gebruik makend van een beperkt aantal elektronische circuits een uitgebreide functionaliteit biedt aan de gebruiker. In het bijzonder streeft de uitvinding ernaar niet alleen een combinatie te verschaffen van functies die op dit moment alleen afzonderlijk ver-10 krijgbaar zijn, maar bovendien nieuwe functies die op dit gebied nog niet eerder zijn toegepast, aan het scala van mogelijkheden toe te voegen.
Verder heeft de uitvinding ten doel een interfaceschakeling te verschaffen die kan worden toegepast samen met een willekeurig type 15 telefoontoestel zodat bij wisselen van telefoon geen extra kosten voor een nieuwe interface ontstaan. In het bijzonder moet de interface niet alleen met elk draadloos telefoontoestel maar ook met elk gewoon draadgebonden toestel bruikbaar zijn.
Ook heeft de uitvinding ten doel de gehele interface zodanig uit 20 te voeren dat deze ten allen tijde mobiel blijft en dat er geen ingewikkelde en kostbare inbouwoperatie nodig is.
Korte aanduiding van de uitvinding.
Aan deze doelstellingen wordt voldaan door een interfaceschake-25 ling voor een telefoontoestel omvattende - een signaaldoorgifteschakeling met ingangen voor - het uitgangssignaal van het telefoontoestel - tenminste een microfoon en uitgangen voor 30 - een ingangssignaal naar het telefoontoestel - tenminste een luidspreker - tenminste een geluidsregistratie/weergeefinrichting - en schakelmiddelen voor het naar wens via de signaaldoorgifteschakeling verbinden van tenminste een ingang met tenminste een uitgang.
Figuren.
De uitvinding zal in het volgende in meer detail worden besproken met verwijzing naar de bijgaande figuren.
10 02 2 1 0 .
35 3
Figuur 1 toont in een blokschema de uitgebreide aansluitmogelijkheden van de interface volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont als voorbeeld een meer gedetailleerde uitvoeringsvorm van een interface volgens de uitvinding.
5 Figuur 3 toont een aanzicht op een mogelijke behuizing voor de interfaceschakeling met zijn diverse in- en uitgangsconnectoren.
Figuur toont in een blokschema een uitbreidingsschakeling waarmee koppeling met het normale draadgebonden telefoonnet mogelijk is.
Figuur 5 toont als voorbeeld een meer gedetailleerde uitvoerings-10 vorm van een uitbreidingsschakeling volgens de uitvinding.
Figuurbeschriiving.
A. De interface 15 Fig. 1 toont in blokschemavorm een uitgebreide interfaceschake- ling met een zeer groot aantal aansluitmogelijkheden.
De eigenlijke signaaldoorgifteschakeling is in fig. 1 aangeduid met 10. Op deze doorgifteschakeling 10 kan via de connector 12 een telefoontoestel worden aangesloten, waarbij naar wens kan worden geko-20 zen tussen een standaardtelefoontoestel 14 dat via een draad verbonden is met het telefoonnetwerk dan wel een draadloze telefoon 16 die bijvoorbeeld werkt via een NMT-netwerk, een GSM-netwerk, een PCN-netwerk of een ander op zichzelf bekend draadloos telefoonnetwerk.
Via de connector 18 kan een scala aan randapparaten worden aange-25 sloten. Aangegeven is een headset 20, een handset 22, een afzonderlijke luidspreker met losse microfoon 2k of een afzonderlijke cassette-interface 26 al dan niet met losse microfoon. Verder kan via de connector 28 een recorder 30 worden aangesloten, waarmee gesprekken, waarvan de signalen van beide gesprekspartners via de signaaldoorgif-30 teschakeling 10 worden doorgegeven, kunnen worden geregistreerd.
Bijna iedere draadloze telefoon is voorzien van één of meer con-nectoren met aansluitpennen, waarop het signaal van een externe microfoon aan het toestel kan worden doorgegeven en aansluitpennen waarop het signaal van de inwendige luidspreker ter beschikking staat. Deze 35 pennen zijn op geschikte wijze verbonden met de desbetreffende pennen van de connector 12. Wordt de interface gebruikt in een auto en is in de auto al een audio-installatie aanwezig met inbegrip van een cassetterecorder dan kan via de connector 28 de interface gekoppeld worden 10 0 2 2 1 Ö..
k met deze cassetterecorder, zodat het mogelijk is om via deze recorder telefoongesprekken op te nemen/weer te geven. In plaats van een audio-recorder kan ook een dicteerapparaat worden gebruikt waarbij de gesprekken op kleine cassettes worden opgenomen. Daarnaast is het moge-5 lijk om gesprekken vast te leggen in geïntegreerde geheugens zonder bewegende delen. Al deze apparaten zijn op zich bekend en behoeven geen nadere toelichting.
Zeker bij een mobiele toepassing in een auto verdient het de voorkeur dat de bestuurder van de auto "handsfree” kan bellen. In dat 10 geval verdient het dus de voorkeur om gebruik te maken van een zgn. "headset" 20, bijvoorbeeld bestaande uit een koptelefoon met daaraan bevestigd de microfoon. De koptelefoon wordt door een beugel of andere wijze op het hoofd van de gebruiker geplaatst en de microfoon is zodanig gekoppeld aan deze beugel dat deze zich in de nabijheid van de 15 mond bevindt. De gebruiker is nu te allen tijde in staat om, zonder dat hij het stuur behoeft los te laten, via de telefoon een gesprek te voeren. In plaats van een headset kan ook gebruik worden gemaakt van een handset 22, te vergelijken met de hoorn van een normaal telefoontoestel. Weliswaar verdient het gebruik van een handset uit verkeers-20 veiligheids-overwegingen niet direct de voorkeur, maar toch prefereren veel gebruikers een dergelijke handset 22 boven een normaal, veel zwaarder en vaak veel groter telefoontoestel.
In plaats van een set 20 of 22 kan ook een losse microfoon 2k worden gebruikt, die op een geschikte plaats, bijvoorbeeld op de 25 zonneklep boven de bestuurder van de auto wordt bevestigd, zodanig dat alles wat door de bestuurder wordt gezegd, wordt opgevangen en verder kan worden geleid via de doorgifteschakeling naar het telefoontoestel l6. In plaats van een afzonderlijke microfoon kan via een schakelaar gekozen worden voor de ingebouwd microfoon M. In zo’n geval verdient 30 het bovendien de voorkeur om een afzonderlijke luidspreker 26 te gebruiken, die op een geschikte plaats in de auto kan worden bevestigd. In plaats van deze afzonderlijke luidspreker 26 kan ook gebruik gemaakt worden van de al in de auto aanwezige audio-installatie, ofwel via een daartoe bestemde connector op de installatie dan wel via een 35 op zich bekende cassette-interface 26, zodat het geluid via deze audio-installatie wordt weergegeven en daardoor in veel gevallen in de gehele auto hoorbaar is.
Er bestaan al reeds geruime tijd "draadloze" microfoons waarmee, 1002210.
5 bijvoorbeeld via infrarode golven, ultrasone golven dan wel door frequentie gemoduleerde radiosignalen geluidssignalen van de microfoon kunnen worden overgedragen naar de doorgifteschakeling. Voorwaarde is dat in de doorgifteschakeling een geschikte ontvanger aanwezig is, 5 terwijl de microfoon inwendig voorzien is van een desbetreffende zender. Ook dergelijke microfoons kunnen bij de interfaceschakeling volgens de uitvinding worden toegepast. In figuur 1 is een dergelijke draadloze microfoon schematisch aangeduid met 46 en de zender en ont-vangercombinatie waarmee de draadloze signaaloverdracht wordt gerea-10 liseerd is aangeduid met 48A, 48B.
Daarnaast is ook het gebruik van "draadloze” luidsprekers reeds lang bekend. Ook hierbij vindt het transport van de audiosignalen plaats via infrarode golven, ultrasone golven dan wel door frequentie gemoduleerde radiosignalen. Een dergelijke luidspreker kan bijvoor-15 beeld eenvoudig boven een zonneklep of op een andere plaats tegen het dak van de auto worden gemonteerd, zodanig dat het geluid direct in de richting van de bestuurder wordt uitgestraald. In figuur 1 is een dergelijke draadloze luidspreker schematisch aangeduid met 42 en de zender en ontvangercombinatie waarmee de draadloze signaaloverdracht 20 wordt gerealiseerd is aangeduid met 44A, 44B
Met een dergelijke draadloze microfoon en een draadloze luidspreker kan een opstelling worden bereikt die een goede verstaanbaarheid oplevert zowel in de auto alsook bij de tegenpartij waarmee gebeld wordt.
25 Om in het bijzonder het volume van het geluid dat via een luid spreker wordt weergegeven te kunnen regelen verdient het de voorkeur dat de interfaceschakeling voorzien is van een volumeregelaar 32.
De interface 10 in figuur 1 omvat verder een connector 34 waarmee een externe voedingsbron 36 met de interface kan worden gekoppeld. Via 30 de connector 38 kan verder een muziekgenerator 40 worden aangesloten die in de "wacht" stand van de interface kan worden gebruikt om via de telefoon geluid, bijvoorbeeld in de vorm van muziek, naar de gesprekspartner te sturen.
Niet alle in figuur 1 getoonde componenten behoeven aanwezig te 35 zijn. Verder is het mogelijk om sommige componenten intern in de interface op te nemen zoals een muziekgenerator 40 en een kleine interne microfoon. Dergelijke componenten zijn zodanig klein dat het inbouwen ervan (nagenoeg) niet leidt tot volumevermeerdering van de behuizing 1002210.
6 van de interface terwijl de functionaliteit toch aanwezig is.
In fig. 2 is een detailschakeling getoond van een praktische uitvoeringsvorm van een interfaceschakeling volgens de uitvinding. De operationele versterker Al vormt tezamen met de weerstanden Rl, R2, 5 R3. en R5 en de condensatoren Cl, C2, C3 op bekende wijze een te ruggekoppelde versterker, in het bijzonder bestemd voor het versterken van microfoonsignalen. De ingang van de schakeling is verbonden met een schakelaar S1A waarmee in stand a gekozen kan worden tussen een open ingang, in stand b wordt een microfoon gekozen die aangesloten 10 kan zijn op de ingang II en in stand c wordt gekozen voor de intern in de interfaceschakeling opgenomen microfoon M. Het signaal van de geselecteerde microfoon wordt versterkt tot een benodigd niveau. Om storingen uit de omgeving te vermijden verdient het de voorkeur om over de in de figuur ter wille van de duidelijkheid niet getoonde voedings-15 aansluitingen een eveneens niet getoonde elektrolytische condensator te plaatsen.
Het versterkte uitgangssignaal aan de uitgang van Al wordt toegevoerd aan een volgende versterkertrap die opgebouwd is rond de operationele versterker A2, de weerstanden R6 en R7 en de condensator C4. 20 De schakeling is conventioneel en behoeft geen verdere toelichting.
Het uitgangssignaal van Al wordt via een condensator C5 toegevoerd aan een schakelaar S1B. Ook het uitgangssignaal van A2 wordt via een condensator C6 toegevoerd aan een schakelaar S1B. De loper van S1B is verbonden met de uitgang UI die tijdens bedrijf verbonden is met de 25 microfooningang van het draadloze telefoontoestel. De beide schakelaars S1A en S1B functioneren synchroon.
In stand c van S1B wordt via de condensator C6 het uitgangssignaal van A2 verbonden met de uitgang UI en tevens wordt via S1A de interne microfoon M aangesloten op de ingang van de eerste versterker-30 trap. Omdat de afstand van de mond van de gebruiker tot de aan de interface gekoppelde microfoon verschilt bij het gebruik van bijvoorbeeld een headset en een losse zonneklep-microfoon is er in het concept van uitgegaan dat het signaal van de microfoon M in twee trappen versterkt moet worden zowel door Al alsook door A2.
35 In stand b van S1B wordt via de condensator C5 het uitgangssig naal van Al verbonden met de uitgang UI en tevens wordt via S1A de externe microfoon op de ingang II aangesloten op de ingang vein de eerste versterkertrap. In het concept is er van uitgegaein dat het 1 0 0 2 2 m 7 signaal van de externe microfoon, bijvoorbeeld deel uitmakend van een headset of handset, minder versterking behoeft dan bijvoorbeeld de interne microfoon M of de losse zonneklep-microfoon en derhalve de versterking alleen door Al voldoende is.
5 In stand c van S1A staat de ingang van Al open en er wordt dus geen microfoonsignaal toegevoerd aan S1B. In plaats daarvan wordt via een spanningsdeler uit de weerstanden R8 en R9 de uitgang UI verbonden met de ingang 12 waarop een muziekgenerator of iets dergelijks aangesloten kan worden. Stand c kan derhalve worden gebruikt als "mute" 10 stand indien er geen muziek/geluid wordt aangeboden via de ingang 12. Wordt er via 12 wel muziek/geluid aangeboden dan bevindt de interface zich in de "wacht/mute" stand.
Een derde versterkertrap wordt gevormd door de operationele versterker A3 tezamen met de weerstanden R10, Ril, R12, R13 en Rl4 en de 15 condensator C7. Deze derde als verschilversterker uitgevoerde versterkertrap wordt gebruikt voor het versterken van het telefoonuit-gangssignaal op de ingang 13 afkomstig van het telefoontoestel. Dit signaal wordt symmetrisch toegevoerd via de weerstanden R13 en Rl4 waardoor eventuele stoorsignalen afkomstig van het telefoontoestel tot 20 onhoorbaar worden gereduceerd.
Het uitgangssignaal van de operationele versterker A3 wordt toegevoerd aan een volumeregelaar PI. Het signaal van deze volumeregelaar wordt via een condensator C8 toegevoerd aan een luidsprekerversterker opgebouwd rond de operationele versterker A*J alsmede de weerstanden 25 R15 en Rl6, en de condensatoren C9 en CIO. Via de regelaar PI wordt de versterkingsfactor van deze trap geregeld en daarmee het volume van het geluid dat weergegeven wordt via een externe luidspreker die aangesloten kan worden op de uitgang U3·
Desgewenst kan een kleine krachtige miniatuur luidspreker in de 30 interface worden ingebouwd.
De in de figuur niet getoonde voedingspanningsaansluitingen naar de versterker A4 worden bij voorkeur overbrugd door een niet getoonde elektrolytische condensator om eventuele stoorsignalen te onderdrukken.
35 De ingang van de luidsprekertrap rond A4 krijgt via de weerstand R17 eveneens gedeeltelijk het alleen in de eerste versterkertrap Al versterkte microfoonsignaal toegevoerd zodat dit gedeeltelijk ook via de externe luidspreker op U3 hoorbaar is. De volumeregelaar PI heeft 10 02 2 > 0 , 8 op dit signaal geen invloed.
De schakeling bevat verder een uitgang U2 waarop bijvoorbeeld een recorder aangesloten kan worden. Via Cll wordt het uitgangssignaal van A3 aan deze uitgang toegevoerd zodat het telefoonsignaal geregistreerd 5 kan worden en via de spanningsdeler uit R27 en Rl8 wordt het micro-foonsignaal toegevoerd zodat ook het microfoonsignaal met hetzelfde uitgangsvolume als het luidprekersignaal geregistreerd kan worden.
Als recorder kan bijvoorbeeld een eenvoudige draagbare bandrecorder worden toegepast maar ook een dictafoon of de recorder uit de in 10 een auto aanwezige geluidsinstallatie. Ook het gebruik van electroni-sche geheugens in de vorm van een of meer geïntegreerde geheugenchips valt binnen de mogelijkheden.
Om het energieverbruik van de gehele interfaces chakeling in standby tot nul of nagenoeg nul te beperken is nog een verdere 15 deelschakeling aanwezig opgebouwd rond de beide transistoren Tl en T2, de weerstanden R19. R20 en R21, de condensator C12 en de dioden Dl, D2 en D3.
Zolang het telefoontoestel niet actief is zal er op de ingang 13 geen signaal staan. Onder die omstandigheden zal Tl geblokkeerd zijn 20 en daardoor is ook T2 geblokkeerd. De spanning die op een van de ingangen BI of B2 wordt aangeboden wordt derhalve door T2 geblokkeerd en de enige stroom die er eventueel in deze rusttoestand loopt is de lekspanning van T2.
Zodra er in het telefoontoestel een oproep wordt beantwoord zal 25 er een signaal verschijnen op de ingang 13- Daardoor wordt het spanningsniveau op het knooppunt tussen R19 en R20 hoger waardoor Tl in geleiding komt. Daardoor komt tevens T2 in geleiding en wordt de voedingsspanning op BI of B2 via de betreffende diode(n) en de geleidend transistor T2 doorgeschakeld naar de voedingsspanningsleiding die in 30 figuur 2 op diverse plaatsen aangeduid is met +V. De andere voedings-leiding is aangeduid met een massateken. Ook op de uitgang U4, waarvan de functie nog zal worden besproken, zal de spanning +V komen te staan.
Zolang er signaal op de ingang 13 staat zal Tl en daarmee T2 open 35 zijn. Valt echter elk signaal weg dan gaat Tl en daarmee T2 dicht waardoor geen energie meer wordt gebruikt en ook geen storende geluiden meer in de luidspreker hoorbaar zijn.
De ingang B2 wordt bij voorkeur verbonden met de accu of batterij 10022101 9 in het telefoontoestel. De ingang BI kan bijvoorbeeld met een uitwendige spanningsbron worden verbonden. Normaal wordt de interface bij-voorkeur gevoed uit de telefoon-accu via B2. Is de spanning op BI, verminderd met de spanningsval over één diode, echter hoger dan de 5 spanning op B2 dan wordt de schakeling gevoed via BI.
Wordt de interface gebruikt in combinatie met een draadloze luidspreker dan verdient het de voorkeur dat de signaaloverdracht in gemoduleerde vorm plaats vindt. Hiervoor geschikte ic's zijn normaal in de handel verkrijgbaar en behoeven geen nadere toelichting. De zender kan 10 in de in de interface geïntegreerd worden of gekoppeld worden met de uitgang U3·
Wordt de interface gebruikt in combinatie met een draadloze microfoon dan wordt eveneens bij voorkeur gebruik gemaakt van een modu-latietechniek. De ontvanger kan ook in dat geval geïntegreerd worden 15 in de interface of verbonden worden met de ingang II.
De gebruikte versterkertrap van de microfoon is zo gekozen dat -zonder schade aan het electronische circuit te berokkenen - de uitgang van deze versterkertrap aan de massa gelegd kan worden om de gevolgen van een acoustische terugkoppeling (ook wel echo genoemd), veroorzaakt 20 door geluidsreflectie bij gebruik in een auto of andere willekeurige ruimte, voor de gesprekspartner te beperken. De schakeling is verder zo eenvoudig dat een nadere uitleg overbodig wordt geacht.
Via een RC-trap kan aan de emitter van Tl een opo zich bekende "vibracall"schakeling worden aangesloten. Een dergelijke "vibracall 25 wordt voor de vakman bekend verondersteld.
Bij twee draadloze telefoons die beiden voorzien zijn van een interface is het mogelijk om een driehoeksgesprek te realiseren door het uitgangssignaal U2 van de ene interface te gebruiken als ingangssignaal 12 bij de andere interface.
30 Om ook een telefoontoestel dat een a-symmetrisch luidsprekersig- naal aanbiedt op de interface te kunnen aansluiten kan de schakeling volgens figuur 2 uitgebreid worden met het deelcircuit dat rechtsboven is geillustreerd. Dit deelcircuit bestaat uit de weerstanden R23 en R24, de condensatoren C13 en Cl4, de transistor T3, de ingang 14 waar-35 op het luidsprekersignaal moet worden aangeboden en de uitgang 13’ die verbonden moet worden met 13· De werking van deze schakeling wordt bekend verondersteld.
Het relatief kleine aantal componenten maakt het zonder meer 1002219; 10 mogelijk om de gehele schakeling, eventueel met uitzondering van enkele relatief grote componenten (bijvoorbeeld de elektrolytische condensatoren) , onder te brengen in een speciaal daartoe ontworpen geïntegreerde schakeling (in het engels bekend als ASIC = Application Speci-5 fic Integrated Circuit). Daardoor wordt de totale interface zeer klein. Dankzij de relatief kleine ruimte die een complete interface in beslag neemt is het dus mogelijk om deze in een telefoontoestel als ASIC te integreren of kenmerkende functies van de uitvinding - zoals-het extra versterken van het microfoonsignaal en het luidsprekersig-10 naai en het samenvoegen van deze signalen voor registratie ervan - toe te passen op de bestaande componenten en/of electronische circuits in het telefoontoestel en in beide gevallen uitsluitend de connectoren aan de buitenkant toegankelijk te maken.
Een mogelijke uitvoeringsvorm van een behuizing is getoond in 15 figuur 3 waarin zowel een draadloos telefoontoestel als ook de interface zijn getoond. Het telefoontoestel is aangeduid met 100 en is voorzien van een display 102 en een toetsenbord 10¾. Verder is aan de bovenzijde een antenne 106 aanwezig en is aan de onderzijde een connector aanwezig met diverse aansluitpennen voor diverse doeleindenen. 20 Via een deel van deze connector, aangeduid met 108, wordt de koppeling tussen interface en telefoontoestel gerealiseerd. Het deel 112 wordt bijvoorbeeld gebruikt om een externe antenne 110 aan te sluiten.
De interface 120 is aan de bovenzijde voorzien van een connector 11¾ die past in het connectordeel 112. De verbinding kan rechtstreeks 25 gemaakt worden maar ook via een tussenkabel 130 zoals schematisch is aangegeven. De aansluitingen UI, 13. B2 en U4 uit figuur 2 zijn opgenomen in connector 11¾. Aan de rechterzijkant is schematisch de knop Il6 van de volumeregelaar (PI in figuur 2) zichtbaar met daaronder de microfoonschakelaar 118 (drie-standen schakelaar S1A, S1B uit figuur 30 2). Aan de linkerzijkant bevindt zich de connector 122 (U2 in figuur 2) voor het aansluiten van een recorder alsmede de connector 12¾ (U2 in figuur 2) voor het aansluiten van een muziekgenerator of andere geluidsbron, die dienst kan doen in de wachtstand van de interface. De connector 128 (BI in figuur 2) is bestemd voor aansluiting van een 35 externe voedingsbron.
Aan de onderzijde bevindt zich een verdere connector 126 voor aansluiten van externe microfoon en/of luidspreker (II ,U3 en U5 in figuur 2) . Deze laatstgenoemde componenten kunnen op bekende wijze 10 0 2 2 i 0 .
11 gecombineerd zijn in een zogenaamde "headset" dan wel in een zogenaamde "handset". Beide typen sets zijn op zich bekend en behoeven geen nadere bespreking.
Alle connectoren zijn bijvoorkeur zodanig verschillend uitgevoerd 5 dat de tegenconnectoren slechts in een der connectoren passen zodat de gebruiket bij het aabsluiten van de diverse verbindingen geen fouten kan maken.
B. Uitbreidingsschakeling 10 In figuur 4 is een blokschema getoond van een uitbreidingsschake ling waarmee het mogelijk is om een koppeling te realiseren tussen het draadloze toestel en een normaal draadgebonden toestel. Hiervoor dient de optie "automatische gespreksaanname" te worden geactiveerd, welke mogelijkheid in nagenoeg alle gangbare draadloze telefoontoestellen 15 aanwezig is. Het draadloze toestel 140 is via de interface 142 aangesloten op een ingang 146 van de interface-uitbreidingsschakeling 144. Deze uitbreidingsschakeling heeft verder een ingang 148 voor aansluiting van een externe voedingseenheid 150 en een ingang 152 voor aansluiting van het openbare telefoonnetwerk. Verder heeft de uitbrei-20 dingsschakeling een uitgang 154 waarop een normale telefoonconnector, bijvoorbeeld uitgevoerd als een bekende contactdoos 156, kan worden aangesloten.
Via de contactdoos 156 kan een normaal draadgebonden telefoontoestel aangesloten worden, maar ook een faxtoestel, een telefoonbeant-25 woorder of zelfs een complete huistelefooninstallatie. Daarmee is het mogelijk om via het draadloze toestel 140 inkomende gesprekken te beantwoorden op een standaard telefoontoestel. Verder kunnen met behulp van een standaard faxapparaat aangesloten op I56 faxberichten worden ontvangen via de draadloze telefoon 140 (waarbij er vanuit 30 gegaan is dat het draadloze telefoonnet waarover het verkeer plaats vindt dataverkeer toelaat). Ook een standaard telefoonbeantwoorder kan gebruikt worden waarmee het gebruik van de relatief dure voicemail systemen kan worden vermeden.
In figuur 5 is een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitbreidings-35 schakeling in meer detail weergegeven.
Aan de linkerzijde van de schakeling bevindt zich de ingang 14 die aangesloten wordt op de uitgang U5 van de interface 142. Zoals boven uiteengezet is verschijnt er op U5 een spanning zodra er een 10 02 21 0..
12 oproep binnenkomt op het draadloze telefoontoestel 1*10. Deze spanning wordt via de weerstandsdeler uit R30 en R31 toegevoerd aan transistor T4 waardoor deze in geleiding komt. De transistor 1*4 staat in serie met de weerstanden R32 en R33 geschakeld tussen massa en een positieve 5 gelijkspanning geleverd door de gelijkrichter/stabilistor GS die op zijn beurt wisselspanning krijgt toegevoerd via de transgormator TR2. In de voeding van de uitbreidingsschakeling is bijvoorkeur een op zich bekend circuit (in figuur 5 niet getoond) opgenomen warmee wordt voorkomen dat audiosignalen van de interface en/of de vaste telefoon naar 10 massa weglekken.
Een transistor T5 is in serie met een verdere transistor T6 en een relais Rel aangesloten tussen massa en de uitgang van GS. T6 staat in de rusttoestand in geleiding en T5 spert. Zodra T4 als gevolg van een inkomende oproep in geleiding komt zal ook T5 gaan geleiden en 15 daarmee het relais Rel activeren. Verder komt er een positieve spanning te staan op de leiding LI.
Door het activeren van Rel schakelen de contacten RelA, RelB en RelC daarvan om zodat de telefooncontactdoos 156 wordt aangesloten over de lopers van de contacten Re2A en Re2B van een tweede relais 20 Re2. In de ruststand staat de loper van Re2A via R36 in verbinding met massa en de loper van Re2B staat in verbinding leiding LI. Wordt Re2 geactiveerd dan schakelen de contacten Re2A en Re2B om en wordt een wisselspanning van de trafo Tr2 aangesloten op de aansluitingen van telefoon 156.
25 De schakeling is verder voorzien van een eerste generator G1 die een signaal van ongeveer 1 Hz kan afgeven en een tweede generator die een signaal van ongeveer 450 Hz kan af geven. De uitgang van de 1 Hz generator G1 is verbonden met de ingang van de 450 Hz generator G2 teneinde deze in een 1 Hz ritme in en uit te schakelen.
30 Wordt nu bij inkomende oproep op de draadloze telefoon het relais
Rel geactiveerd dan zal dus de standaard telefoon 156 via R36 aangesloten worden tussen massa en LI. Omdat de gelijkspanningsimpedantie van een telefoon met opgelegde hoorn zeer hoog is zal de spanning over R36 laag zijn waardoor T7 in geleiding komt. T7 staat in serie met een 35 weerstand R34 tussen LI en massa en door het geleiden van T7 onstaat een laag signaal aan de ingang van een als invertor geschakelde poort XI die aan zijn uitgang een hoog signaal zal afgeven waardoor de 1 Hz generator G1 in werking wordt gesteld. Omdat de uitgang van de 1 Hz 1 0 ö 2 Ü l m 13 generator G1 via R42 de basis van een transistor T8 stuurt, die op zijn beurt in serie staat met relais Re2, zal dit relais in het 1Hz ritme aan/uitschakelen. Daardoor zullen de contacten Re2A en Re2B in hetzelfde ritme omschakelen en in dit ritme zal dus een wisselpan-5 ningssignaal uit de trafo TR2 als belsignaal aan het standaard telefoontoestel 156 worden toegevoerd. Afhankelijk van de aan/uitverhou-ding van het 1 Hz signaal zal een belsignaal klinken dat bijvoorkeur onderscheiden kan worden van het normale belsignaal.
Tegelijkertijd wordt de 450 Hz generator G2 door de 1 Hz genera-10 tor G1 in- en uitgeschakeld zodat er in het 1 Hz ritme telkens een 450 Hz pulstrein wordt aangeboden aan de microfooningang II van de interface. Daarmee wordt bereikt dat degene die de oproep heeft gedaan een signaal te horen krijgt dat aangeeft dat aan de opgeroepen zijde de bel in werking is.
15 Wordt nu de hoorn van het standaard toestel 156 opgenomen dan zal de impedantie van het toestel aanzienlijk verminderen waardoor de spanning op de basis van T7 zo hoog wordt dat TJ gaat sperren. Daardoor zal aan de uitgang van de invertor XI een laag signaal optreden en zullen beide generatoren G1 en G2 afgeschakeld worden. Het relais 20 Rel blijft daarna in de ruststand staan en in deze stand is het telefoontoestel 156 op de hiervoor geschikte en telefoonnet afhankelijke wijze via een telefoontransformator TRI aangesloten op de microfooningang II en luidsprekeruitgang U3 van de interface 142. Via deze transformator TRI en de interface 142 kan dus het gesprek verder wor-25 den afgehandeld via de normale standaard telefoon.
Het zal duidelijk zijn dat op gelijke wijze ook een faxapparaat op 156 aangesloten kan zijn zodat via de draadloze telefoon faxberichten kunnen worden ontvangen (mits dataverkeer is toegelaten op het draadloze netwerk). Ook een telefoonbeantwoorder kan aangesloten wor-30 den zodat in plaats van de relatief dure voicemail diensten gebruik gemaakt kan worden van een relatief goedkope standaard telefoonbeantwoorder.
Aan de rechterzijde van de figuur bevindt zich nog een deelscha-keling die via RelC over de polen A en B van het openbare net kan 35 worden geplaatst. Dit gebeurt als relais Rel omschakelt en de telefoon op 156 op de contacten van Re2 wordt aangesloten.
In stand a van S2 blijft de lijn tussen A en B open en een tweede oproeper, die via het normale net het nummer van het toestel op 156 10 02210.
14 heeft gekozen krijgt de indruk dat er niemand aanwezig is.
In stand b wordt een circuit bstaande uit D5, D6, R37. R38 en R39t en C20 over A en B geplaatst. Met dit circuit wordt uit het bel-signaal op de lijn tussen A en B een signaal afgeleid dat via U6 (en 5 een niet getoonde spanningsdeler) aan de transformator TRI en vandaar aan het telefoontoestel op 156 wordt toegevoerd. Degene die op dat moment gebruik makend van dit toestel een oproep beantwoordt via het draadloze net krijgt door een signaal op de achtergrond te horen dat iemand via het gewone telefoonnet een verbinding probeert te maken.
10 In stand c van S2 staat R40 (ongeveer 600 Ohm) over A en B waar mee een in gesprek zijnd toestel wordt gesimuleerd.
Opgemerkt wordt dat de telefoontransformator vereenvoudigd is weergegeven. Afhankelijk van de gestelde eisen kunnen nog andere componenten nodig zijn om aan alle voorwaarden te voldoen. Voor de be-15 schreven functionaliteit zijn deze echter niet van belang.
Tussen T5 en het relais Rel is de al genoemde transistor T6 aangebracht die gestuurd wordt door een flipflop FF van een type dat na een spanningspuls op de ingang een spanningspuls aan de uitgang afgeeft. De ingang van deze flipflop FF is aangesloten op de uitgang van 20 een toondecoder TD waarvan de detectiefrequenties via R50/C50 en R51/C51 kunnen worden ingesteld. Uiteraard dienen de frequenties en pulsduur zo ingesteld te worden dat een eventueel aangesloten telefooncentrale hierdoor geen foutieve instructie ontvangt. Een rugge-spraakgesprek via het vaste net is hierdoor mogelijk. In het onderha-25 vige geval is de decoder ingesteld op een frequentie die correspondeert met de toetsen * of # of 0. De ingang van de toondecoder is aangesloten op de B-lijn van het vaste telefoontoestel.
Wordt nu tijdens een gesprek via het draadloze netwerk een signaal op de achtergrond waargenomen aangevende dat er via het draadge-30 bonden net getracht wordt een oproep te maken dan wordt door het indrukken van een der toetsen *, # of 0 een signaal naar de toondecoder worden gezonden die in respons een uitganssignaal afgeeft aan de flipflop FF die op zijn beurt de transistor T6 in blokkering stuurt en het relais Rel laat afvallen waardoor het toestel op 156 omschakelt naar 35 het gewone net. Omgekeerd is een omschakeling van vast naar mobiel ook mogelijk, tenzij het mobiel binnen komende gesprek door de oproeper wordt beëindigd.
Verder is een onderbrekingsschakeling voor Rel opgenoemen om 1002210, 15 ervoor zorg te dragen dat, indien er reeds een gesprek via de vaste lijn plaats vindt en er een mobiel gesprek aankomt, de verbinding via het vaste net niet automatisch door dit relais wordt verbroken. Alsdan wordt ook een melding aan het vaste telefoontoestel doorgegeven gelijk 5 dit omgekeerd gebeurt en ook nu kan via voorafbepaalde toetsen naar deze oproep omgeschakeld worden. Voor de duidelijkheid is dit circuit in de figuur niet getekend.
10 0 ? 2 iJi

Claims (31)

1. Interface voor een telefoontoestel omvattende een interface-schakeling voorzien van 5 " een signaaldoorgifteschakeling met ingangen voor - het uitgangssignaal van het telefoontoestel - tenminste een microfoon - en uitgangen voor - een ingangssignaal naar het telefoontoestel 10. tenminste een luidspreker - tenminste een geluidsregistratie/weergeefinrichting - en schakelmiddelen voor het naar wens via de signaaldoorgifteschake-ling verbinden van tenminste een ingang met tenminste een uitgang.
2. Interfaceschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de schakeling is voorzien van tenminste een versterkerschakeling voor het zonodig versterken van een signaal tussen de ingang waarop het signaal verschijnt en de uitgang waarop het signaal wordt afgegeven.
3- Interfaceschakeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schakelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat het uitgangssignaal 20 van het telefoontoestel altijd wordt doorgegeven naar de uitgang voor de tenminste ene geluidsregistratie/weergeefinrichting. ty. Interfaceschakeling volgens conclusie 1, 2 of 3» met het kenmerk, dat de schakelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat het signaal op de ingang voor de tenminste ene microfoon na geschikte versterking 25 in een versterkerschakeling wordt doorgegeven naar de uitgang voor de tenminste ene geluidsregistratie/weergeefinrichting.
5· Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schakelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat het signaal op de ingang voor de tenminste ene microfoon na geschikte 30 versterking in een versterkerschakeling wordt doorgegeven naar de uitgang voor de tenminste ene luidspreker. 6.Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schakeling voorzien is van twee microfooningangen, dat de versterkingsfactor van de versterkerschakeling door middel vein 35 de schakelmiddelen kan worden gekozen en dat de schakelmiddelen verder zodanig zijn uitgevoerd dat het signaal op elk der microfooningangen met een gepaste versterkingsfactor wordt versterkt. 0 7· Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met 1002210. het kenmerk, dat de schakelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat naar wens geen enkel microfoonsignaal door het telefoontoestel wordt verwerkt en uitgezonden.
8. Interfaceschakeling volgens conclusie 7< met het kenmerk, dat 5 de schakeling voorzien is van een geluidsgenerator en dat de schakelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat in plaats van een microfoonsignaal het door de genoemde generator geproduceerde geluidssignaal aan het telefoontoestel wordt toegevoerd teneinde te worden uitgezonden.
9. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat een microfoon en een luidspreker zijn gecombineerd in een zogenaamde "headset”, te weten een samenstel dat op geschikte wijze op of aan het hoofd van de gebruiker wordt bevestigd zodat deze zonder gebruik van zijn of haar handen in de microfoon kan spreken en aan de luidspreker kan luisteren.
10. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een microfoon en een luidspreker zijn gecombineerd in een zogenaamde "handset", vergelijkbaar met de hoorn van een gebruikelijk telefoontoestel.
11. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat een luidsprekeruitgang verbonden is met een draadloze zenderschakeling, bijvoorbeeld een met infrarood, ultrasoon of frequentiegemoduleerde radiogolven werkende zenderschakeling en dat de luidspreker voorzien is van een bijpassende ontvangerschakeling, bijvoorbeeld werkend met infrarood, ultrasoon of frequentiegemoduleer-25 de radiogolven.
12. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een microfoon voorzien is van een draadloze zenderschakeling, bijvoorbeeld een met infrarood, ultrasoon of frequentiegemoduleerde radiogolven werkende zenderschakeling, en dat de cor- 30 responderende microfooningang verbonden is met een corresponderende ontvangerschakeling, bijvoorbeeld werkend met infrarood, ultrasoon of frequentiegemoduleerde radiogolven.
13. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geluidsregistratie/weergeefinrichting wordt 35 gevormd door een gebruikelijke, met spoelen of cassettes werkende bandrecorder. lk. Interfaceschakeling volgens een der conclusies 13, met het kenmerk, dat de geluidsregistratie/weergeefinrichting wordt gevormd 10 022 10. door een deel van de in de auto aanwezige audioinstallatie.
15. Interfaceschakeling volgens een der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de geluidsregistratie/weergeefinrichting wordt gevormd door een op zich bekende in geïntegreerde techniek uitgevoerde geheu- 5 genschakeling
16. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de signaaldoorgifteschakeling voorzien is van een volumeregelaar waarmee de strekte van het door de luidspreker weergegeven geluid tot een veelvoud van het basissignaal kan worden gere- 10 geld.
17. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schakeling voorzien is van een ingang voor het aansluiten van een externe voedingsspanningsbron.
18. Interfaceschakeling volgens conclusie 17. met het kenmerk, 15 dat de externe spanningsbron wordt gevormd door de accu van een auto en dat de interfaceschakeling voorzien is van ee spanning-aanpassings-schakeling en via een geschikte aansluitmogelijkheid, bijvoorbeeld via de sigarettenaanstekeraansluiting, met de accu kan worden verbonden.
19· Interfaceschakeling volgens conclusie 17 of 18, met het ken-20 merk, dat het telefoontoestel voorzien is van een uitgang waarop een voedingsspanning staat en dat de schakeling voorzien is van een ingang die met genoemde uitgang kan worden verbonden teneinde de voedingsspanning uit de het telefoontoestel te kunnen gebruiken voor het voeden van de elektronische circuits in de interfaceschakeling.
20. Interfaceschakeling volgens conclusie 17, 18 of 19, met het kenmerk, dat de schakeling voorzien is van een poortschakeling waarvan de ingangen verbonden zijn met de ingang voor het aansluiten van een externe voedingsspanningsbron en met de ingang via welke de voedingsspanning uit de het telefoontoestel kan worden ontvangen, dat de uit-30 gang van de poortschakeling de voedingsspanning voor de interfaceschakeling levert en dat de poortschakeling de ingang met de hoogste spanning verbindt met de uitgang.
21. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het telefoontoestel een op zich bekend draadloos 35 werkend telefoontoestel is geschikt voor bedrijf op een der draadloze telefoonnetwerken zoals NMT, GSM enz..
22. Interfaceschakeling volgens conclusie 1-20, met het kenmerk, dat het telefoontoestel een op zich bekend telefoontoestel is dat via 10 02 2 j,;„ een draadverbinding aangesloten Is op het telefoonnetwerk.
23· Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schakeling is ondergebracht in een behuizing die kleiner is dan de behuizing van het draadloze telefoontoestel.
24. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies 1- 22, met het kenmerk, dat de schakeling is ondergebracht in de behuizing van het telefoontoestel.
25. Intefaceschakeling volgens conclusie 24, met het kenmerk dat, onder vermijden van dubbele circuits, de interfaceschakeling met de 10 schakeling van de draadloze telefoon is geïntegreerd.
26. Interface volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de schakeling op geschikte wijze een op zich bekende 'vibracall' schakeling is opgenomen die bij binnenkomende oproep wordt geactiveerd.
27. Interfacecircuit voor driehoeksgesprek met twee draadloze teletoontoestel en een een vast telefoontoestel waarbij beide draadloze telefoons voorzien zijn van een interface volgens een der voorgaande conclusies en het uitgangssignaal van de ene interface wordt gebruikt als ingangssignaal bij de andere interface.
28. Interfaceschakeling volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de interfaceschakeling een circuit omvat dat gekoppeld is met de ingang voor het uitgangssignaal van het telefoontoestel, welk circuit een element bevat dat in de voedingsleiding is opgenomen en alleen dan stroom doorlaat indien op de genoemde ingang 25 signaal verschijnt.
29. Interface voor aansluiting tussen een draadloos telefoontoestel en een vast telefoontoestel voorzien van: een eerste ingang waarop een signaal verschijnt zodra in de draadloze telefoon een oproept binnenkomt, 30. een tweede ingang die tijdens bedrijf verbonden is met een exter ne voedingsbron een derde ingang die leidt naar een vast telefoontoestel dan wel naar een aansluiting op een huiscentrale - een eerste relais dat via een schakelelement verbonden is met de 35 tweede ingang, waarbij het schakelelement wordt bestuurd door het signaal op de eerste ingang, waarbij de contacten van het eerste relais in de ruststand de derde ingang verbinden met de lijnaansluiting van het normale telefoonnetwerk danwel en in de geactiveerde stand de 10 0 2 2: v’ „ derde ingang via een transformator verbinden met de interfacescha-keling, een toongeneratorschakeling waarmee eerste belsignalen van voorafbepaalde signatuur kunnen worden gegenereerd die via de interface 5 kunnen worden toegevoerd aan de draadloze telefoon en tweede belsignalen van voorafbepaalde signatuur die in de geactiveerde stand van het eerste relais toegevoerd kunnen worden aan de derde ingang.
30. Interface volgens conclusie 29. met het kenmerk dat de uit-breidingschakeling verder voorzien is van een tweede relais waarvan de 10 de contacten, bij geactiveerd eerste relais de tweede belsignalen doorgeven naar de derde ingang.
31. Interface volgens een der conclusies 29 of 30, met het kenmerk, dat de toongeneratorschakeling een eerste toongenerator met relatief lage toonfrequentie en een tweede toongenerator met relaief 15 hoge toonfrequentie omvat waarbij de tweede toongenerator door het uitangsignaal van de eerste toongenerator aan- en uitgeschakeld wordt.
32. Interface volgens een der conclusies 29 of 30, met het kenmerk, dat de uitbreidingschakeling voorzien is van een schakelaar waarmee over de lijnaansluiting van het normale telefoonnetwerk een 20 impedantie naar keuze kan worden geschakeld.
33· Interface volgens conclusie 32, met het kenmerk dat een der te selecteren impedanties voorzien is van een omvormerschakeling waarmee uit een belsignaal op de lijn een signaal met andere frequentie wordt afgeleid waarvan een deel wordt toegevoerd aan de derde ingang 25 waardoor tijdens een gesprek via dit signaal op de achtergrond een melding wordt verkregen van het feit dat getracht wordt via het normale netwerk een verbinding op te bouwen. 3^· Interface volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat een der te selecteren impedanties een vaste impedantie is met dusdanige waarde 30 dat de lijningang zich voor het normale telefoonnetwerk als ’’bezet" gedraagt.
35· Interface volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat een der te selecteren impedanties een vaste impedantie is met dusdanige waarde dat de lijningang zich voor het normale telefoonnetwerk als "open" 35 gedraagt.
36. Interface volgens een der voorgaande conclusies 29-35« met het kenmerk, dat de uitbreidingschakeling voorzien is van een een toondetectieschakeling waarmee kiestonen kunnen worden gedetecteerd, 10 0 2 2 t' „ welke toondetectieschakeling voorafbepaalde kiestonen (#, 0 of *) detecteert en in respons daarop het schakelelement wordt aangestuurd voor het in rust brengen van het eerste relais, zodat omgeschakeld kan worden tussen twee gesprekken. 37. interfaceschakeling omvattende de combinatie van een interfa ce als beschreven in een der conclusies 1-28 en een interface als omschreven in een der conclusies 29-36 10022U
NL1002210A 1996-01-30 1996-01-30 Interface voor een telefoontoestel. NL1002210C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002210A NL1002210C2 (nl) 1996-01-30 1996-01-30 Interface voor een telefoontoestel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002210A NL1002210C2 (nl) 1996-01-30 1996-01-30 Interface voor een telefoontoestel.
NL1002210 1996-01-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002210C2 true NL1002210C2 (nl) 1997-07-31

Family

ID=19762227

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002210A NL1002210C2 (nl) 1996-01-30 1996-01-30 Interface voor een telefoontoestel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1002210C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1007463C2 (nl) * 1997-07-25 1999-01-26 Cotron Corp Adapter en signaaloverdrachtskabel voor mobiele telefoon.

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987000718A1 (en) * 1985-07-19 1987-01-29 Custom Product Development Pty. Ltd. Mobile telephone system
DE3737647A1 (de) * 1987-11-06 1989-05-18 Philips Patentverwaltung Schaltungsanordnung zur umschaltung von verbindungen in einem geraet der nachrichtentechnik
WO1989012937A1 (en) * 1988-06-16 1989-12-28 Celcom Australia Pty. Ltd. Telephone answering apparatus for mobile telephone systems
GB2264613A (en) * 1992-01-17 1993-09-01 Pioneer Electronic Corp Car telephone/entertainment system
EP0563864A2 (en) * 1992-03-30 1993-10-06 Casio Computer Co., Ltd. Cordless telephone system for radio communication even in an outdoor area
DE4329721A1 (de) * 1993-09-03 1994-03-10 Lothar Molzberger Schnittstelle
WO1994017639A1 (en) * 1993-01-19 1994-08-04 Novatel Communications Ltd. Wireline interface for cellular telephone
WO1994024774A1 (en) * 1993-04-09 1994-10-27 Krateia S.R.L. A live voice device for cellular phones particularly operable in combination with radio receiver apparatus in motor vehicles
EP0660628A2 (en) * 1993-12-23 1995-06-28 Nokia Mobile Phones Ltd. A radio telephone adaptor

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987000718A1 (en) * 1985-07-19 1987-01-29 Custom Product Development Pty. Ltd. Mobile telephone system
DE3737647A1 (de) * 1987-11-06 1989-05-18 Philips Patentverwaltung Schaltungsanordnung zur umschaltung von verbindungen in einem geraet der nachrichtentechnik
WO1989012937A1 (en) * 1988-06-16 1989-12-28 Celcom Australia Pty. Ltd. Telephone answering apparatus for mobile telephone systems
GB2264613A (en) * 1992-01-17 1993-09-01 Pioneer Electronic Corp Car telephone/entertainment system
EP0563864A2 (en) * 1992-03-30 1993-10-06 Casio Computer Co., Ltd. Cordless telephone system for radio communication even in an outdoor area
WO1994017639A1 (en) * 1993-01-19 1994-08-04 Novatel Communications Ltd. Wireline interface for cellular telephone
WO1994024774A1 (en) * 1993-04-09 1994-10-27 Krateia S.R.L. A live voice device for cellular phones particularly operable in combination with radio receiver apparatus in motor vehicles
DE4329721A1 (de) * 1993-09-03 1994-03-10 Lothar Molzberger Schnittstelle
EP0660628A2 (en) * 1993-12-23 1995-06-28 Nokia Mobile Phones Ltd. A radio telephone adaptor

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1007463C2 (nl) * 1997-07-25 1999-01-26 Cotron Corp Adapter en signaaloverdrachtskabel voor mobiele telefoon.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP3262727B2 (ja) イヤホン
US20050288067A1 (en) Incoming call alert adapter for mobile devices
US5172408A (en) Speakerphone state-controlled alerting arrangement
GB2447493A (en) User-controllable operation of local outgoing and incoming message stores
JP4569414B2 (ja) 音声出力装置
US20030076952A1 (en) Earphone capable of automatically receiving telephone calls
NL1002210C2 (nl) Interface voor een telefoontoestel.
JP2954150B1 (ja) 携帯電話システム及びそれに用いる通話装置
JPS6091756A (ja) 無線式録音機能付電話機
JPH10145470A (ja) オーディオ機能付携帯電話
JPH10190780A (ja) 呼出報知装置
KR100469847B1 (ko) 다기능 오디오폰
JP2005020435A (ja) 拡声機能付き移動電話機、拡声方法およびそのプログラム
KR100640409B1 (ko) 휴대전화의 통합 이어폰 연결장치
KR200181945Y1 (ko) 착신검출에 의한 자동절환이 가능한 휴대용 오디오 기기및 무선전화기 공용 핸즈프리장치
KR200258287Y1 (ko) 다기능 오디오폰
JP3425899B2 (ja) 携帯音響機器携帯電話システム
KR840002418B1 (ko) 헤드폰 장치
KR100820552B1 (ko) 무선 단말기의 벨소리 제어 장치 및 그 제어 방법
JPH10200990A (ja) 携帯音響機器用イヤホン装置
JPH0540602Y2 (nl)
JPH0955793A (ja) 携帯電話装置
EP0982914A2 (en) A telephone linked with an external audio set
KR100371575B1 (ko) 자동응답기능을 갖는 휴대용 음성녹음장치
JP2760368B2 (ja) コードレス電話装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000801