NL1002081C2 - Werkwijze voor het besturen van een geldbediende speelapparaten- inrichting en speelapparateninrichting. - Google Patents

Description

5 werkwijze voor het besturen van een geldbediende speelapparateninrichting en speelapparateninrichting.

10 De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het besturen van een geldbediende speelapparateninrichting evenals een speelautomaat voor het uitvoeren van de werkwijze, bestaande uit een vast opgesteld centraal apparaat met een geldverwerkingsinrichting en een centra-15 le, computergestuurde inrichting voor het ontvangen, verwerken en overdragen van gegevens en verder uit een aantal draagbare, mobiele speelapparaten met de voor het spel typische aangeefvelden, een aandrijving met winst-symbolen dragende omlooplichamen, een bedieningstoetsen-20 bord en een computergestuurde inrichting voor het ontvangen, verwerken en overdragen van gegevens, waarbij de speelapparaten kunnen worden verbonden met het centrale apparaat in de zin van wederzijdse gegevensoverdracht.

Bij een dergelijke bekende speelautomaat (EP-25 0 582 965 A2) zijn in het vast opgestelde centrale apparaat vier inschuifvakken aangebracht, waar de draagbare, mobiele speelapparaten in kunnen worden gestoken, waarvoor ook een aandrijving door batterijen aanwezig is. In de ingeschoven stand zijn de afzonderlijke speelapparaten 30 in twee richtingen in de zin van de gegevensoverdracht met het centrale apparaat verbonden via een als scheidslijn dienende steekverbinding. Afgezien van het feit dat bij deze basisconstructie met het oog op een beheersbare grootte van het centrale apparaat het aantal onder te 35 brengen afzonderlijke mobiele speelapparaten beperkt is, wordt weliswaar voor verscheidene spelers op verschillende plaatsen mogelijk gemaakt op een speelapparaat te spelen, maar is het totale inrichtingsconcept van de 10 02 08 1, 2 basisconstructie en de werkwijze voor het besturen daarvan erop gericht dat de spelers met de afzonderlijke speelapparaten zich gewoonlijk nog in dezelfde ruimte bevinden als het centrale apparaat, zoals bijvoorbeeld 5 bij een restaurant het geval is, of in elk geval nog in aangrenzende ruimtes. De enige communicatie tussen de afzonderlijke speelapparaten en het centrale apparaat is dat na het inwerpen van een bepaald geldbedrag in de geldverwerkingsinrichting van het centrale apparaat het 10 krediet op het gekozen speelapparaat wordt geboekt. Wanneer na beëindiging van het spel het afzonderlijke speelapparaat in het inschuifvak wordt teruggeplaatst, vindt er een gegevensoverdracht plaats met betrekking tot een eventueel nog aanwezig krediet, met betrekking tot de 15 winst of dergelijke met de centrale geldverwerkingsinrichting. Daar is ook de mogelijkheid gecreëerd het centrale apparaat met de geldverwerkingsinrichting te voorzien van een opslag voor gebruikerskaarten, met de mogelijkheid de gebruikerskaarten overeenkomstig een 20 ingegeven geldbedrag te coderen. In het mobiele speelapparaat bevindt zich dan een leesinrichting voor gebruikerskaarten. De terug-overdracht van gegevenstegoeden naar de geldverwerkingsinrichting van het centrale apparaat kan met behulp van de gebruikerskaart plaatsvinden. 25 De afzonderlijke speelapparaten hebben onder andere ook een eigen kredietaangeefsysteem. Bij de uitvoeringsvorm met gebruikerskaart kan het krediet met behulp van de gebruikerskaart ook op het centrale apparaat worden weergegeven. Om manipulaties tijdens het spelen te voor-30 komen is er slechts voor gezorgd dat bij een te grote afstand van de afzonderlijke speelapparaten tot het centrale apparaat een optisch en/of akoestisch alarm wordt gegeven of bij het verlaten van de ruimte waarin het centrale apparaat zich bevindt, een alarm wordt 35 gegeven.

Verder toont US 5 096 195 een vergelijkbare speelapparateninrichting. Daarbij kunnen evenwel een groot aantal afzonderlijke speelapparaten worden onder- 10 02 06 1..

3 gebracht in een draaggestel, dat verplaatsbaar is en ook het centrale apparaat omvat. Overigens is ook hier veer het basisconcept van de inrichting gericht op het feit dat de spelers de ruimte waarin zich het centrale appa-5 raat bevindt, niet verlaten. Voor het afgegeven van de afzonderlijke speelapparaten en het bepalen van eventuele winsten in het centrale apparaat is daar zelfs een bedie-ningspersoon aanwezig. Als voorbeeld wordt genoemd het gebruik van een dergelijke speelapparateninrichting in 10 een vliegtuig.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een werkwijze en een speelapparateninrichting voor het uitvoeren van de werkwijze te verschaffen, die enerzijds de uitbater van de inrichting een hoge mate van beveiliging 15 tegen manipulatie geeft en daarbij anderzijds de speler een grote vrijheid verzekert voor wat betreft de plaats waar deze bij voorkeur speelt.

Dit doel wordt met de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat eerst de na de geldinworp door 20 het centrale apparaat bepaalde kredietgegevens rechtstreeks en/of door middel van een gegevensdrager naar één of meer speelapparaten worden overgedragen, de speelapparaten in het bijzonder ook ver van het centrale apparaat in de zin van het spelen kunnen worden bediend, daarbij 25 in de speelapparaten de speelkredieten of de spelwinsten zoals gebruikelijk bij het spel worden bewerkt en tegelijkertijd extra controlegegevens worden bepaald en opgeslagen en na het beëindigen van het spelen op de speelapparaten tezamen met de kredietgegevens voor even-30 tuele winstbepaling ook de controlegegevens naar het centrale apparaat worden overgedragen en deze laatste in het centrale apparaat op juistheid worden getoetst en bij onvolkomenheden de winstuitbetaling wordt geblokkeerd.

Volgens een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm 35 worden naast de ingevoerde en gebruikte kredietgegevens en de gegevens betreffende gegeven winsten, als controlegegevens speelduur en aantal spellen geregistreerd en dan mee overgedragen naar het centrale apparaat, en daar op 10 0208 1 .

4 juistheid in de zin van een reële mogelijkheid getoetst. Dankzij een dergelijke controlegegevensovedracht en de toetsing daarvan op juistheid, zijn winstmanipulaties in verregaande mate uitgesloten, aangezien volgens het 5 bepaalde winstsysteem van de speelinrichting en bij een gegeven speelduur slechts een bepaald aantal spellen en daardoor ook slechts een bepaalde eindwinst reëel kunnen zijn.

Deze manipulatiebeveiliging voor de uitbater 10 van de speelinrichting schaft elke binding van de speler aan een bepaalde, controleerbare plaats af. In het bijzonder bij hotels zijn er veel gasten die liever niet in de gewoonlijk daarvoor aanwezige gemeenschapsruimten spelen. De afzonderlijke speelapparaten kunnen nu pro-15 bleemloos bijvoorbeeld naar de hotelkamer worden meegenomen, waar de speler dit dan op de gewenste wijze onbespied en rustig naar wens kan gebruiken.

Met betrekking tot de speelinrichting zelf wordt het doel volgens de uitvinding in hoofdzaak bereikt 20 doordat de computergestuurde besturingsinrichtingen van de afzonderlijke mobiele speelapparaten een registratie-en geheugeneenheid hebben voor de speelduur en het aantal spellen, terwijl de computergestuurde besturingsinrich-ting van het centrale apparaat een registratie- en te-25 steenheid voor de speelduur en het aantal spellen omvat, die is verbonden met een inrichting voor het blokkeren van de winstuitbetalings-inrichting.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn in de onderconclusies gekenmerkt. Daarbij moet de aandacht 30 worden gevestigd op een uitvoering van de inrichting waarbij bij gebruik van een door de besturingsinrichting van het centrale apparaat na de geldinworp met betrekking tot het krediet te coderen gegevensdrager deze gegevensdrager zelf een kredietweergeefinrichting heeft. De 35 afzonderlijke mobiele speelapparaten kunnen daardoor zonder kredietweergeefinrichting worden geconstrueerd en daardoor wat de constructie betreft worden vereenvoudigd, zonder dat de speler nu bijvoorbeeld voor het aangeven 10 02081..

5 van een eventueel nog aanwezig krediet naar het centrale apparaat toe zou moeten gaan.

Een verdere onder de aandacht te brengen uitvoering van de inrichting omvat in elk speelapparaat 5 bovendien een geldnavulinrichting, waarmee onafhankelijk van het centrale apparaat een wat de hoeveelheid betreft beperkte navulling van het speelapparaat voor het verhogen van het speelkrediet mogelijk is, waarbij slechts één muntsoort kan worden ingeworpen en getoetst, en andere 10 dan de bepaalde muntsoort weer worden teruggegeven. Bovendien kan voor het verminderen van het gewicht van het speelapparaat slechts een zeer beperkt aantal munten in het speelapparaat worden ingeworpen en tijdelijk opgeslagen, eveneens omvat het met een geldnavulinrich-15 ting uitgeruste speelapparaat geen uitbetalingsinrich-ting.

Bij een verdere uitvoeringsvorm kan een speelapparaat zijn uitgerust met een bewijsstaatprinter die voor de gebruiker van belang zijnde gegevens van het 20 spelen en kredietgegevens kan afdrukken.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een speelapparateninrichting wordt hierna onder verwijzing naar de tekening nader beschreven.

25 Figuur 1 toont een verplaatsbaar speelapparaat en een gegevensdrager voor het gebruik daarvan in perspectivisch aanzicht.

Figuur 2 toont een centraal apparaat in perspectivisch aanzicht bij geopende eerste deur.

30 Figuur 3 toont het centrale station van de speelapparateninrichting met het centrale apparaat, daarnaast aangebrachte houders en daarin aangebrachte verplaatsbare speelapparaten.

Figuur 4 toont een blokschakelschema van de besturings-35 inrichting van het verplaatsbare speelapparaat.

Figuur 5 toont het blokschakelschema van de besturingseenheid van het centrale apparaat.

10 02081.

6

Volgens de basisconstructie bestaat de geldbe-diende speelapparateninrichting uit een vast opgesteld centraal apparaat 1 en een aantal mobiele, verplaatsbare speelapparaten 2. Naast het centrale apparaat 1 bevindt 5 zich aan beide zijden een overeenkomstig aantal houders 3, waarin de speelapparaten 2 kunnen worden geplaatst, waarbij tegelijkertijd contact met het centrale apparaat 1 wordt gemaakt zoals nog in detail zal worden beschreven.

10 In principe kan naast het centrale apparaat 1 een willekeurig aantal speelapparaten 2 voorradig zijn.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn slechts zes bijbehorende houders 3 getoond. De speelapparaten 2 worden op doelmatige wijze door een accumulator 30 aange-15 dreven. De accumulatoren 30 van de speelapparaten 2 worden, wanneer deze in de houders 3 zijn geplaatst, door een overeenkomstig netgedeelte van het centrale apparaat 1 weer opgeladen. De speelapparaten 2 hebben bij voorkeur een gesloten metalen huis 4, bij voorkeur van aluminium 20 met een frontscherm van hardglas.

Aangezien, zoals nog in detail zal worden beschreven, bij een uitvoeringsvorm met de afzonderlijke speelapparaten geen munt- of papiergeldverkeer moet plaatsvinden, zijn in het frontscherm 5 in overeenkomsti-25 ge gaten slechts de speltypische toetsen aangebracht, bijvoorbeeld twee risicotoetsen 6, een starttoets 7 en twee stoptoetsen 8. Het frontscherm 5 omvat verder de gebruikelijke risicoladders en gebruiksvelden evenals zichtvensters voor winstaangevende elementen, die bij-30 voorbeeld op drie omlooplichamen in de vorm van rollen 9 zijn aangebracht, die telkens met een aandrijfmotor zijn verbonden.

In een andere uitvoeringsvorm van de speelapparaten zijn deze uitgerust met een beperkte geldnavulin-35 richting 28 die, zoals hierna nog verder zal worden verduidelijkt, een wat de hoeveelheid betreft beperkte navulling van het speelapparaat 2 onafhankelijk van het centrale apparaat 1 mogelijk maakt. Hiervoor en voor een 10 02 08 1 .

7 eveneens extra aan te brengen bewijsstaatprinter zijn in het binnen het gemakkelijk bereik liggende gebied van het huis van het speelapparaat 2 passende gaten aangebracht.

De speelapparaten 2 hebben een nagenoeg drie-5 hoekige dwarsdoorsnedevorm en aan hun bovenkant een geïntegreerd, zich dwars over de breedte uitstrekkend draaghandvat 10, dat tezamen met de inbouwonderdelen van het speelapparaat 2 zodanig is aangebracht, dat het speelapparaat bij aan de arm hangend transport niet in 10 het bewegingsgebied van de benen komt. In het draaghandvat 10 van het speelapparaat 2 is een sleuf 11 voor het invoeren van een gegevensdrager in de vorm van een chipkaart 12 in een koppeleenheid 37 aangebracht, waarvan de functie hierna nog in detail zal worden verduidelijkt.

15 De inwendige technische constructie van de speelapparaten 2 komt in hoofdzaak overeen met de gebruikelijke constructie van geldbediende speelapparaten. In het bijzonder echter ontbreekt bij een uitvoeringsvorm enige geldverwerkingsinrichting, zodat hierdoor het 20 gewicht en de constructiehoogte van het speelapparaat 2 klein kunnen worden gehouden. Ook bij een andere uitvoeringsvorm met een beperkte geldnavulinrichting zonder omvangrijke tijdelijke opslag van verschillende muntsoorten is ook bij volledige vulling van de geldnavulinrich-25 ting het gewicht van het speelapparaat 2 zo laag, dat dit gemakkelijk hanteerbaar en verplaatsbaar is. Op doelmatige wijze worden in plaats van de gebruikelijke gloei-draadlaropen voor de verlichting van de risicoladders en overige aangeefelementen hoogefficiènte LEDs gebruikt, 30 die het voordeel van een gering stroomverbruik met een onbeperkte levensduur combineren en daardoor ook de zich in het speelapparaat bevindende accumulator 30 slechts weinig belasten. Bij een doelmatige uitvoeringsvorm kunnen de mobiele speelapparaten bij lege accumulator 30 35 ook bij wijze van hulp door middel van een insteekbaar netgedeelte 21 worden aangedreven. De speelapparaten 2 omvatten geen laadinrichting voor de accumulator 30, aangezien het weer opladen tijdens de opslag in de hou- 10 02 081.

8 ders 3 via het overeenkomstige netgedeelte van het centrale apparaat 1 plaatsvindt.

De mobiele speelapparaten 2 omvatten verder een computergestuurde besturingsinrichting voor het ontvan-5 gen, verwerken en overdragen van gegevens, en wel eerst de voor het spel gebruikelijke gegevens en in het bijzonder de van het centrale apparaat 1 en/of de chipkaart 12 overgedragen kredietgegevens en de uit het spelen resulterende winstgegevens en eventuele gegevens over het 10 navullen van het speelapparaat door middel van de geldna-vulinrichting 38.

Wezenlijk voor de uitvinding is nu dat de besturingsinrichting van de mobiele speelapparaten 2 ook nog een registratie-, opslag- en overdrachtseenheid voor 15 controlegegevens omvat, en wel in het bijzonder bij een doelmatige uitvoering voor de speelduur en het aantal gespeelde spellen.

De computergestuurde besturingsinrichting van de speelapparaten 2 is geleidend verbonden met contacten 20 13. Voor de contacten 13 van de afzonderlijke speelapparaten zijn op de houders 3 op overeenkomstige plaatsen de tegencontacten 13a aangebracht, die op hun beurt in geleidende verbinding staan met een computergestuurde besturingsinrichting van het centrale apparaat 1 en het 25 netgedeelte van het centrale apparaat 1. De contacten 13 en hun tegencontacten 13a zijn van de soort die een gegevensverkeer in twee richtingen tussen de speelapparaten 2 en het centrale apparaat 1 en daarbij tegelijkertijd ook een weer opladen van de accumulatoren 30 van 30 de speelapparaten 2 door het netgedeelte van het centrale apparaat roogelijk maken. In elektrisch opzicht wordt met een gepulste stroomoplading gewerkt, die in de pulsmodulatie gelijktijdig voor het overdragen van de gegevens kan worden gebruikt.

35 Het centrale apparaat 1 is op doelmatige wijze als massieve stalen kast 14 uitgevoerd, waarin in het bijzonder de geldverwerkingsinrichting is aangebracht. De stalen kast 14 is daarbij beveiligd met een eerste kluis- J002 081.

9 deur 15 met meervoudige vergrendeling en een speciaal slot. In de stalen kast 14 bevindt zich verder de computergestuurde besturingsinrichting van het centrale apparaat 1, die in het bijzonder ook met de geldverwerkings-5 inrichting is verbonden en ook met de tegencontacten 13a op de houders 3 voor de contacten 13 van de afzonderlijke speelapparaten 2 is verbonden.

De geldverwerkingsinrichting van het centrale apparaat omvat de gebruikelijke munteenheid met elektro-10 nische munttester, een bankbiljet-aannemer, die gebruikelijke inrichtingen voor het registreren en uitgeven van eventueel door de speelapparaten 2 aan de gegevensoverdracht gemelde winsten, eventueel een thermisch drukwerk voor het uitgeven van kwitanties of dergelijke. Verder is 15 een koppeleenheid voor de bewerking van de chipkaarten 12 aanwezig. In de kluisdeur 15 van de stalen kast 14 van het centrale apparaat 1 is bijvoorbeeld naast een muntin-werpsleuf 16 een bankbiljetinvoersleuf 17 en naar wens ook een invoersleuf 18 voor kredietkaarten aangebracht.

20 De kluisdeur 15 is als extra beveiligingsmaat regel afgedekt met een verdere voorzetdeur 19. De voor-zetdeur 19 dient voor het opnemen van aangeefelementen, in het bijzonder een puntmatrixweergeefinrichting en gloeilampen en verder voor het opnemen van de gebruike-25 lijke schijfgrafieken.

In de voorzetdeur 19 bevindt zich verder een inrichting 21 voor het bewerken van de gegevensdragers in de vorm van de chipkaart 12, die door een sleuf 22 aan deze inrichting 21 kan worden toegevoerd. De inrichting 30 21 voor het bewerken van de chipkaart 12 maakt de overdracht van de door de geldverwerkingsinrichting via de koppeleenheid 37 geleverde kredietgegevens op de chipkaart 12 en het lezen van de chipkaart 12 na het beëindigen van het spelen met betrekking tot eventuele resteren-35 de kredieten en winsten mogelijk. De chipkaart 12 omvat een beschrijfbaar en wisbaar gegevensgeheugen, dat zonder aandrijving door batterijen kan. De chipkaart 12 omvat verder een versterkte greep 23, die tegelijk voor het 10 02081 .

10 opnemen van een LCD-aangeefinrichting 24 voor het aanwezig krediet dient, zodanig dat de speelapparaten 2 zonder kredietaangeefinrichting kunnen worden uitgevoerd. Een kredietaangeefinrichting 25 bevindt zich verder in de 5 voorzetdeur 19 van het centrale apparaat 1. Het aangeven van het krediet door de LCD-aangeefinrichting van de chipkaart 12 vindt zolang plaats als de kaart in de bijbehorende sleuf 22 van het centrale apparaat 1 of 11 van een speelapparaat 2 zit. De uitvoering met de LCD-10 aangeefinrichting 24 maakt het mogelijk de chipkaart 12 ook in zoverre zonder batterijen en dus onderhoudsvrij uit te voeren.

De in de stalen kast 14 van het centrale apparaat 1 ondergebrachte computergestuurde besturingsinrich-15 ting van het centrale apparaat 1 omvat naast de eenheden voor het registreren, opslaan en verwerken van de gebruikelijke spelgegevens inclusief krediet- en winstgegevens nu, als wezenlijk voor de uitvinding, ook een eenheid voor het registreren en toetsen van de door de speelappa-20 raten 2 na het weer in een houder 3 zetten daarvan extra overgedragen controlegegevens, in het bijzonder dus de speelduur en het aantal gespeelde spellen, die op doelmatige wijze ook in combinatie met een herkenning van elk van de voor het spelen uitgegeven chipkaarten 12. Wezen-25 lijk voor de werkwijze voor het besturen van de speelapparateninrichting is dus dat deze controlegegevens enerzijds in de afzonderlijke speelapparaten 2 worden geregistreerd en opgeslagen, dan naar het centrale apparaat 1 worden overgedragen en daar op juistheid worden getoetst, 30 en wel op de juistheid in de zin van een reèle mogelijkheid. Wanneer voor een bepaalde uitgegeven chipkaart een bepaalde speelduur wordt gemeld en voor deze speelduur een bepaald aantal spellen wordt gemeld, liggen met het oog op de vooraf bepaalde winstgebieden van het systeem 35 ook slechts bepaalde winstsommen binnen het bereik van wat reëel mogelijk en daardoor plausibel is. Wanneer de test in zoverre dan niet plausibele aantallen spellen binnen de speelduur, een in zijn geheel niet plausibele 10 02081 .

11 speelduur of niet plausibele winstsommen voor deze speel-duur en dit aantal spellen geeft, dan is er ofwel een fout van het apparaat ofwel een manipulatie van het speelapparaat 2 en/of de chipkaart 12 aan de hand. Wan-5 neer iets dergelijks wordt geconstateerd, dan wordt volgens de werkwijze de winstbewerking, in het bijzonder de winstuitbetaling, geblokkeerd. Volgens de inrichting is dus de eenheid voor het registreren en testen van de verstrekte controlegegevens van de speelapparaten 2 in de 10 computergestuurde besturingsinrichting van het centrale apparaat 1 ook nog verbonden met de winstbepalings- en -uitbetalingseenheid, om deze indien noodzakelijk in hun werking te blokkeren.

In de zin van een gemakkelijke hanterings- en 15 toegangsmogelijkheid tot alle elementen van het centrale apparaat 1 inclusief de onderdelen in de stalen kast 14 is bij een doelmatige uitvoering de voorzetdeur 19 zwenk-baar op de kluisdeur 15 bevestigd, en wel op die zijde die tegenover de zwenklagering van de kluisdeur 15 zelf 20 aan de stalen kast 14 ligt.

De inrichting 21 voor het bewerken van de chipkaart 12 en de kredietaangeefinrichting 25 in de voorzetdeur 19 zijn op doelmatige wijze via in de gesloten stand van de voorzetdeur 19 contact makende aanraak-25 contacten met de besturingsinrichting in de stalen kast 14 van het centrale apparaat 1 verbonden. Hiertoe kunnen aanrakingscontacten 26 op de kluisdeur 15 en aanrakings-contacten 27 op de inrichting 21 zijn aangebracht.

Figuur 4 toont een blokschakelschema van de 30 besturingseenheid van het verplaatsbare speelapparaat in een schematische weergave. Het speelapparaat 2 omvat twee accumulatoren 30, die via de spanningsvoeding 32 worden gevoed. De spanningsvoeding 32 krijgt enerzijds via de contactvlakken 13 links en rechts aan het speelapparaat 2 35 energie van het centrale apparaat 1, wanneer dit daarin is geplaatst, en anderzijds kan via een stekeraansluiting 31 het speelapparaat 2 met een daarbuiten aangebrachte spanningsvoedingseenheid, die met de zijde van het net is 1002081.

12 verbonden, worden gevoed. Door de spanningsvoedingseen-heid 32 worden de verlichtingselementen op het serie-winstvlak 36, bij voorkeur in de vorm van LEDs, evenals de verdere aangeefmiddelen, de koppeleenheden 37 voor de 5 contactloze chipkaart 12, de luidsprekerbesturing 38 en de besturingseenheid 35 van het speelapparaat 2 met de daarop aangebrachte rekeneenheid 35 gevoed. Bovendien vindt ook een spanningsvoeding plaats van de stappenmoto-ren 33 voor het aandrijven van de schijf- of rolvormige 10 weergeefmiddelen 9, de aan de zijde van het speelapparaat aangebrachte spellenteller 39 en eventueel de seriële scheidslijn resp. de afgifteplaats voor een integreerbare printer. De rekenëenheid 35 omvat een door batterijen ondersteund gegevensgeheugen 40 en een programma- en 15 geluidsgegevensgeheugen 41.

In figuur 5 is wederom op schematische wijze een blokschakelschema van de besturingseenheid van het centrale apparaat 1 weergegeven. Niet nader verduidelijkte functieconstructiegroepen treden op analoge wijze aan 20 de constructie van de speelapparaten 2 op. Het centrale apparaat 1 omvat een laadbesturing 50 voor twee speelapparaten 2, een koppeleenheid 37 voor de contactloze chipkaart 12, een inrichting 42 voor het aannemen en uitgeven van muntgeld, een besturingseenheid 44 van het 25 centrale apparaat 1 met een rekeneenheid 45, waarbij een door batterijen ondersteund gegevensgeheugen 40 en een programmagegevens- en geluidsgegevensgeheugen 41 behoort. Verder omvat het centrale apparaat 1 spellentelIers 39, een seriële scheidslijn 43 en een uitgifteplaats 46 voor 30 een verder drukwerk. Van het netgedeelte 47 van het centrale apparaat 1 wordt ook een ontvanger 48 resp. een bewijsstaatprinter 49 gevoed met de respectieve spanning. De hier telkens twee contactvlakken 13a voor de energieën gegevensoverdracht voor elk speelapparaat 2 zijn 35 verbonden met de laadbesturing 50. Wanneer door het centrale apparaat 1 verscheidene mobiele speelapparaten verzorgd moeten worden, dan wordt de laadbesturing 50 in 1002081, 13 cascadevorm aan het respectieve aantal speelapparaten aangepast.

De mogelijkheden van het volgens de werkwijze besturen van een dergelijke speelapparateninrichting 5 moeten kort in hun samenhang worden verduidelijkt. De uitgangssituatie is de bevoorrading van volledig opgeladen speelapparaten 2 in de houders 3 aan het centrale apparaat 1. Kredieten zijn er niet gegeven. Op de puntma-trixweergeefinrichting 20 van het centrale apparaat wordt 10 algemene informatie in de zin van reclameteksten doorgeschoven. Wanneer een speler munten of een bankbiljet, eventueel ook een creditcard, invoert, wordt het vastgestelde bedrag in het kredietgeheugen van de geldverwer-kingsinrichting van het centrale apparaat 1 bijgeschre-15 ven, maar nog aan geen van de speelapparaten 2 toegewezen. Na het indrukken van de starttoets 7 van het gewenste speelapparaat 2 vindt een activering plaats in het centrale apparaat 1 en in het speelapparaat 2, zodanig, dat het centrale apparaat 1 nu dit krediet naar het 20 speelapparaat 2 kan overschrijven. Het centrale apparaat 1 onthoudt daarbij de toekenning van krediet en gekozen speelapparaat 2. Het speelapparaat 2 is daarmee in principe klaar om te spelen, maar start past een spel, wanneer de speler de starttoets voor de tweede keer indrukt. 25 Voor dit spelen met het speelapparaat 2 in de houder 3 en in contact met het centrale apparaat 1 is nog geen gegevensdrager in de vorm van een chipkaart 12 nodig. Derhalve kan ook een regulier spelen plaatsvinden, wanneer het speelapparaat 2 zich in zijn houder 3 bevindt.

30 Volgens de werkwijze kan een in het centraal apparaat 1 aanwezige krediet ook bijvoorbeeld over twee speelapparaten 2, naar wens ook in dezelfde omvang, worden verdeeld. Hiertoe is een stapsgewijze kredietover-schrijving naar de speelapparaten 2 aangebracht. De 35 stapsgewijze overschrijving naar een eerste speelapparaat vindt plaats zolang de starttoets daarvan is ingedrukt. Wanneer het gewenste bedrag is bereikt, wordt de starttoets losgelaten en de starttoets van een tweede speelap- 10 02 08 1 .

14 paraat wordt zolang ingedrukt gehouden, totdat het resterende kredietbedrag naar dit speelapparaat is overgeschreven. Een terugboeking resp. een herroeping van een abusievelijk overgeschreven kan eenvoudig worden uitge-5 voerd doordat het desbetreffende speelapparaat 2 even uit zijn houder wordt gelicht en dan weer wordt teruggeplaatst. Daarmee begint de vooraf bepaalde gegevensoverdracht naar het centrale apparaat 1, zodat het overeenkomstige krediet automatisch daarnaar teruggaat.

10 Het reguliere spelen kan ook op elke willekeu rige andere plaats worden uitgevoerd. Daartoe is het ook niet nodig het mobiele meegenomen speelapparaat 2 van te voeren via het centrale apparaat 1 van krediet te voorzien. Dat kan even zo goed door middel van de gegevens-15 drager in de vorm van de chipkaart 12 plaatsvinden, waar van te voren het centrale apparaat 1 het krediet overeenkomstig het betaalde geldbedrag naar heeft overschreven.

Na het beëindigen van het verder zoals gebruikelijk verlopende spelen worden de speelapparaten 2 weer 20 in één van de houders 3 geplaatst. De gegevensoverdracht vindt plaats tussen het speelapparaat 2 en het centrale apparaat 1 inclusief de wezenlijke controlegegevens. Wanneer uit de toetsing van de overgedragen gegevens inclusief de controlegegevens in het centrale apparaat 1 25 de juistheid daarvan blijkt, dan vindt in het centrale apparaat 1 de vaststelling van een eventueel resterend krediet en eventuele winsten en de uitbetaling daarvan.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de speelapparaten 2 bovendien een geldnavulinrichting 28 30 omvatten, die onafhankelijk van het centrale apparaat een wat de hoeveelheid betreft beperkte navulling van het speelapparaat 2 voor het verhogen van het speelkrediet mogelijk maken. Deze geldnavulinrichtingen 28 zijn daarvoor zodanig uitgevoerd, dat slechts één muntsoort kan 35 worden verwerkt, waarbij deze ene muntsoort door een testinrichting 29 binnen de geldnavulinrichting 28 op eenvoudige wijze, dat wil zeggen met een beperkte inrich-tingtechnische omvang, op correctheid worden getest. In 1002081.

15 het bijzonder geeft de testinrichting 29 het inwerpen van andere dan de reglementaire muntsoort in de geldnavulin-richting 28 aanleiding tot het direct uitwerpen van de niet reglementaire munten zonder activering van het 5 speelapparaat 2 of verhoging van het speelkrediet.

Ook omvat de geldnavulinrichting 28 slechts een zeer beperkt aantal in te werpen munten, die in het speelapparaat 2 op de bekende wijze tijdelijk kunnen worden opgeslagen, om het gewicht van het speelapparaat 2 10 niet onnodig te verhogen. Hierdoor worden de hanteerbaarheid van het speelapparaat 2 en zijn grootte slechts in onbelangrijke mate ten opzichte van de uitvoeringsvorm zonder geldnavulinrichtnig verhoogd.

Eveneens is beoogd dat de geldnavulinrichting 15 28 geen uitbetaling van munten kan uitvoeren, aangezien hierdoor opnieuw de omvang van het apparaat kan worden beperkt. In het bijzonder is het gunstig, dat de geldnavul inrichting 28 van het speelapparaat 2 met de eenheid voor het registreren, opslaan en overdragen van speel- en 20 kredietgegevens is verbonden en de gegevens van de nagevulde geldbedragen daaraan doorgeeft. Hierdoor kunnen deze gegevens bij het aankoppelen van het geldspeelappa-raat 2 aan het centrale apparaat 1 ook daaraan worden doorgegeven en bij de berekening van de uit te betalen 25 winst in acht worden genomen.

Bovendien is het mogelijk als extra in de speelapparaten een bewijsstaatprinter aan te brengen, die een uitgifte van vast te leggen, voor de gebruiker relevante speel- en kredietgegevens toelaat. Hierdoor kan de 30 gebruiker te allen tijde, bijvoorbeeld ook bij verkeerde werking van het apparaat of dergelijke een uitdraai over de actuele status van het geldspeelapparaat 2 laten uitvoeren.

10 02 08 1 .

Claims (27)

1. Werkwijze voor het besturen van een geldbe- diende speelapparateninrichting, bestaande uit een vast opgesteld centraal apparaat met een geldververkingsinrichting en een computergestuurde inrichting voor het ontvangen, verwerken en overdragen van gegevens en verder 10 uit een aantal draagbare speelapparaten met de voor het spel typische aangeefvelden, met een aandrijving verbonden winstsymbolendragers en een bedieningstoetsenbord, evenals een computergestuurde inrichting voor het registreren, verwerken en overdragen van gegevens, waarbij de 15 speelapparaten kunnen worden verbonden met het centrale apparaat in de zin van wederzijdse gegevensoverdracht, met het kenmerk, dat de na de geldinworp door het centrale apparaat vastgestelde kredietgegevens rechtstreeks en/of door middel van een gegevensdrager naar één of meer 20 speelapparaten worden overgedragen, de speelapparaten in het bijzonder ook plaatselijk verwijderd van het centrale apparaat in de zin van het uitvoeren van een spel kunnen worden bediend, daarbij in de speelapparaten speelkredie-ten en spelwinsten op de voor het spel gebruikelijke 25 wijze worden bewerkt en tegelijkertijd extra controlege-gevens worden vastgesteld en opgeslagen, en na het beëindigen van het spelen met de krediet- en winstgegevens ook de controlegegevens aan het centrale apparaat worden overgedragen en in het centrale apparaat op juistheid 30 worden getoetst en bij vastgestelde onjuistheid een winstbepaling resp. -uitbetaling wordt geblokkeerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de speelapparaten als controlegegevens naast de ingevoerde en verwerkte kredietgegevens en de 35 gegevens van eventuele winsten de spelduur en het aantal gespeelde spellen worden vastgesteld en geregistreerd en na beëindiging van het spelen aan het centrale apparaat 10 0208Ï, worden overgedragen en daarin op juistheid in de zin van een reële mogelijkheid worden getoetst.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat door een accumulator aangedreven speelappa- 5 raten tijdens de stationering op het centrale apparaat daarmee elektrisch geleidend zijn verbonden en weer worden opgeladen.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, gekenmerkt door een gemeenschappelijk weer opladen van de accumula- 10 toren en overdracht van de gegevens tussen speelapparaten en het centrale apparaat.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een gepulste stroomoplading van de accumulatoren in de pulsmodulatie gelijktijdig voor het overdra- 15 gen van de gegevens wordt gebruikt.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij een rechtstreekse kredietoverdracht van het centrale apparaat naar de speelapparaten deze kredietoverdracht in vooraf bepaalde 20 grootte-stappen plaatsvindt.

7. Speelapparateninrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met een centraal apparaat (l), omvattende een geldverwerkingsinrichting, en een computergestuurde besturingsinrichting voor het 25 ontvangen, verwerken en overdragen van gegevens, in het bijzonder krediet- en winstgegevens, evenals met een aantal speelapparaten (2) met speltypische weergeefvel-den, met met een aandrijving verbonden, winstsymbolen dragende elementen (9) en een voor het spel gebruikelijk 30 bedieningstoetsenbord (6, 7, 8) en een computergestuurde besturingsinrichting voor het registreren, verwerken en overdragen van gegevens, waarbij de speelapparaten (2) met het centrale apparaat (l) kunnen worden verbonden in de zin van een gegevensoverdracht in twee richtingen, met 35 het kenmerk, dat de besturingsinrichting van de speelapparaten (2) een eenheid voor het registreren, opslaan en overdragen van naast de krediet- en winstgegevens extra controlegegevens zoals speelduur en aantal spellen omvat 10 02 08 1, en de besturingsinrichting van het centrale apparaat (1) een extra eenheid voor het registreren, opslaan en testen van deze extra controlegegevens omvat, die op zijn beurt is verbonden met een inrichting voor het blokkeren van de 5 winstvaststelling resp. -uitbetaling van de geldverwer-kingsrichting van het centrale apparaat (1).

8. Speelapparateninrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat ruimtelijk grenzend aan het centrale apparaat (1) een aantal houders (3) is aange- 10 bracht, waarin de verplaatsbare speelapparaten (2) kunnen worden geplaatst, waarbij op de speelapparaten (2) contacten (13) voor een gegevensoverdracht in twee richtingen zijn aangebracht, waarvoor op de houders (3) tegen-contacten (13a) zijn aangebracht, die op hun beurt gege-15 vensoverdragend met de besturingsinrichting van het centrale apparaat (1) zijn verbonden.

9. Speelapparateninrichting volgens één van de conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat in de speelapparaten (2) accumulatoren voor het aandrijven daarvan zijn 20 aangebracht, die door het netgedeelte van het centrale apparaat (1) weer kunnen worden opgeladen.

10. Speelapparateninrichting volgens één van de voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat de contacten (13) van de speelapparaten (2) evenals de 25 tegencontacten (13a) op de houders (3) gemaakt zijn voor een gelijktijdige oplading van de accumulatoren en een gegevensoverdracht tussen de speelapparaten (2) en het centrale apparaat (1).

11. Speelapparateninrichting volgens één van de 30 voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat het centrale apparaat (1) een met zijn geldverwerkingsinrich-ting verbonden inrichting voor het bewerken van een gegevensdrager (12) in de vorm van een chipkaart omvat, de speelapparaten (2) een sleuf (11) voor het insteken 35 van de chipkaart (12) omvatten en verder een inrichting voor het overdragen van de chipgegevens aan de besturingsinrichting van de speelapparaten (2) aanwezig is. 10 02061.

12. Speelapparateninrichting volgens conclusie 11, net het kenmerk, dat de chipkaart (12) een greep (23) omvat, waarin een batterijloze kredietweergeefinrichting (24) aanwezig is.

13. Speelapparateninrichting volgens één van de voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat de speelapparaten (2) een zich dwars over hun breedte uitstrekkend draaghandvat (10) omvatten en de sleuf (11) voor het insteken van de chipkaart (12) in het draaghand-10 vat (10) is aangebracht.

14. Speelapparateninrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de speelapparaten (2) een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede-omtrek hebben.

15. Speelapparateninrichting volgens één van de 15 voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat in de speelapparaten (2) LEDs zijn aangebracht voor de verlichting.

16. Speelapparateninrichting volgens één van de voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat de 20 speelapparaten (2) bovendien door middel van een insteek-baar netgedeelte kunnen worden aangedreven.

17. Speelapparateninrichting volgens één van de voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat de speelapparaten (2) bovendien een geldnavulinrichting (28) 25 omvatten, die onafhankelijk van het centrale apparaat (1) een wat de hoeveelheid betreft beperkte navulling van het speelapparaat (2) voor het verhogen van het speelkrediet mogelijk maakt.

18. Speelapparateninrichting volgens conclusie 30 17, met het kenmerk, dat in de geldnavulinrichting (28) slechts één muntsoort kan worden ingeworpen, welke door een testinrichting (29) van de geldnavulinrichting (28) op eenvoudige wijze op juistheid wordt getest.

19. Speelapparateninrichting volgens conclusie 35 17 en 18, met het kenmerk, dat de testinrichting (29) andere dan de reglementaire muntsoorten zonder activering van het geldspeelapparaat (2) weer uitwerpt. 10 02081.

20. Speelapparateninrichting volgens één van de conclusies 17 - 19, met het kenmerk, dat in de geldnavul-inrichting (28) slechts een zeer beperkt aantal munten kan worden ingeworpen en in het speelapparaat (2) tijde- 5 lijk kan worden opgeslagen.

21. Speelapparateninrichting volgens de conclusies 17 - 20, met het kenmerk, dat een uitbetaling van munten door de geldnavulinrichting (28) niet mogelijk is.

22. Speelapparateninrichting volgens één van de 10 conclusies 17 - 21, met het kenmerk, dat de geldnavulin- richting (28) van het speelapparaat (2) is verbonden met de eenheid voor het registreren, opslaan en overdragen en de navulgegevens doorgeeft.

23. Speelapparateninrichting volgens één van de 15 inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat in de speelapparaten (2) een bewijsstaatprinter kan worden aangebracht, die een uitgifte van vast te leggen, voor de gebruiker relevante speel- en kredietgegevens mogelijk maakt.

24. Speelapparateninrichting volgens één van de voorgaande inrichtingconclusies, met het kenmerk, dat het centrale apparaat (1) een door een kluisdeur (15) beveiligde stalen kast (14) omvat, waarin de geldverwerkings-inrichting is aangebracht, waarbij in de kluisdeur (15) 25 een muntinwerpsleuf (16) en een bankbiljetinvoersleuf (17), eventueel ook een creditcard-invoersleuf (18) zijn aangebracht.

25. Speelapparateninrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat voor de kluisdeur (15) een 30 voorzetdeur (19) is aangebracht, waarin naast belich-tingselementen een inrichting (21) voor het bewerken van de chipkaart (12), een sleuf (22) voor het insteken van de chipkaart (12) evenals een kredietweergeefinrichting (24) zijn aangebracht.

26. Speelapparateninrichting volgens de conclu sies 24 en 25, met het kenmerk, dat de inrichting (21) voor het bewerken van de chipkaart (12) en de kredietweergeef inrichting (25) in de voorzetdeur (19) door 10 02 08 1. middel van aanrakingscontacten (27), die in de gesloten stand van de voorzetdeur (1) met aanrakingscontacten (26) in de kluisdeur contact maken, met de computergestuurde besturingsinrichting van het centrale apparaat (1) in de 5 stalen kast (14) zijn verbonden.

27. Speelapparateninrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de voorzetdeur (19) zwenkbaar beweegbaar tegen de kluisdeur (15) aanslaat, en wel tegenover de zijde waarop de kluisdeur (15) zelf zwenk-10 baar met de stalen kast (14) aanslaat. 10 02081.