NL1001447C2 - Maaimachine. - Google Patents

Maaimachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1001447C2
NL1001447C2 NL1001447A NL1001447A NL1001447C2 NL 1001447 C2 NL1001447 C2 NL 1001447C2 NL 1001447 A NL1001447 A NL 1001447A NL 1001447 A NL1001447 A NL 1001447A NL 1001447 C2 NL1001447 C2 NL 1001447C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mowing
crop
members
mower
collecting member
Prior art date
Application number
NL1001447A
Other languages
English (en)
Inventor
Maarten Koorn
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1001447A priority Critical patent/NL1001447C2/nl
Priority to DE1996613930 priority patent/DE69613930T2/de
Priority to EP19960202770 priority patent/EP0769242B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001447C2 publication Critical patent/NL1001447C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • A01D34/667Means for directing the cut crop
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/26Plates arranged behind the cutter-bar for guiding the cut grass or straw

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

MAAIMACHINE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een maaimachine, voorzien van een maaibalk met een draagbalk en door deze ondersteunde draaibare maaiorganen, welke maaior-5 ganen in ten minste twee groepen zijn verdeeld, waarbij de draaiingsrichting van de maaiorganen binnen een groep eenzelfde is en voorts de draaiingsrichting van de maaiorganen binnen de ene groep tegengesteld is aan die van de maaiorganen binnen de andere groep en naar het midden van de 10 maaibalk toe, gezien in de voortbewegingsrichting van de machine, achterwaarts is gericht.
Een dergelijke maaimachine is bekend. Alhoewel bij veel maaimachines de draaiingsrichting van twee naast elkaar gelegen maaiorganen telkens om en om tegengesteld is, is het 15 eveneens bekend om de draaiingsrichting van de maaiorganen te veranderen, bijvoorbeeld in de hierboven aangegeven configuratie. In deze configuratie wordt een zwad achter de machine verkregen en wel ongeveer achter de twee naast elkaar gelegen, in tegengestelde richting draaiende maaiorganen. Dit 20 zwad kan dan op meer precieze wijze zijdelings worden begrensd door middel van zwadborden die aan de uiteinden van de maaibalk zijn aangebracht en naar achteren toe schuin naar binnen verlopen. Hierbij doet zich echter het probleem voor dat, in bijzonder bij het maaien van relatief kort gewas, het 25 door de maaiorganen naar binnen gewerkte gewas een zodanige snelheid meekrijgt dat een deel van het gewas over de zwadborden heen wordt geworpen. Alhoewel de hoogte van de zwadborden kan worden vergroot, wordt, overeenkomstig de uitvinding, een eenvoudiger oplossing verkregen door achter de 30 maaibalk, tussen de beide groepen maaiorganen, een gewasop-vangorgaan aan te brengen voor het vormen van één, zich aan beide zijden van dit opvangorgaan uitstrekkend zwad. De beide zwadborden aan de uiteinden van de maaibalk zullen dan veelal overbodig zijn. Voor een goede werking is het echter wel 35 wenselijk dat op het het verst van het gewasopvangorgaan gelegen maaiorgaan van elke groep een gewasgeleidingsorgaan, bij voorkeur in de vorm van een afgeknot kegelvormig of hoedvormig orgaan, aanwezig is.
100l447i 2
Om onder wisselende omstandigheden, zoals verschillende gewaslengte, ongelijkmatige gewaslengte, verschillende gewassoorten, enz. toch een goed zwad te verkrijgen, is het wenselijk het gewasopvangorgaan 5 verplaatsbaar aan te brengen. In een praktische uitvoering is het gewasopvangorgaan daarbij aangebracht aan een boven de maaibalk gelegen freembalk. In het bijzonder is het gewasopvangorgaan verschuifbaar langs de freembalk aangebracht, terwijl het gewasopvangorgaan voorts in hoogterichting en/of 10 in de voortbewegingsrichting van de machine verplaatsbaar is of eventueel in zijwaartse richting verzwenkbaar aangebracht. De machine kan op de gebruikelijke wijze zijn voorzien van een beschermkap; overeenkomstig de uitvinding is deze zodanig bemeten dat daaronder tevens het gewasopvangorgaan is 15 gelegen.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in de bijgaande figuren afgebeeld uit-voeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een 20 maaimachine overeenkomstig de uitvinding, terwijl in
Figuur 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1 is weergegeven.
De in de figuren weergegeven maaimachine omvat een maaigedeelte 1 dat is verbonden met een draaggestel 2, 2 5 waarmede de maaimachine aan de hef inrichting 3 van een trekker of dergelijk voertuig koppelbaar is, een en ander zoals in figuur 1 is weergegeven.
Het maaigedeelte 1 omvat een maaibalk 4 met een draagbalk 5 en een aantal, in dit uitvoeringsvoorbeeld zes, 30 maaiorganen 6 die door de draagbalk 5 draaibaar zijn ondersteund. De draagbalk 5 is in dit uitvoeringsvoorbeeld opgebouwd uit een aantal draaghuizen 7 en tussen de draaghuizen 7 aangebrachte tussenstukken 8. De draaghuizen 7 en de tussenstukken 8 zijn met elkaar verbonden door een 35 trekorgaan dat zich op niet nader weergegeven wijze over de gehele lengte van de draagbalk 5 uitstrekt, een en ander zodanig dat het trekorgaan de draaghuizen 7 en de tussenstukken 8 tegen elkaar aan klemt. De maaiorganen 6 zijn op niet 10 0 14 47? 3 nader weergegeven wijze met assen verbonden, die draaibaar zijn gelegerd in de draaghuizen 7, een en ander zodanig dat de maaiorganen 6 om zich in hoogterichting uitstrekkende draaiingsassen in rotatie gebracht kunnen worden. Om de 5 maaiorganen 6 tijdens bedrijf in rotatie te kunnen brengen, is in de draagbalk 5 een aandrijfas en zijn in de draaghuizen 7 overbrengingsorganen aangebracht, een en ander zodanig dat de verschillende maaiorganen in de gewenste richting om de draaiingsassen in draaiing kunnen worden gebracht. De 10 overbrengingsorganen in de draagbalk 5 worden op niet nader weergegeven wijze aangedreven via in het draaggestel 2 ondergebrachte overbrengingsorganen vanaf de aftakas van de trekker of dergelijk voertuig waaraan de maaimachine door middel van het draaggestel 2 is gekoppeld. In het in figuur 1 15 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de naast elkaar gelegen maaiorganen in twee groepen verdeeld, waarbij de draaiingsrichting van de maaiorganen binnen een groep eenzelfde is. Voorts is de draaiingsrichting van de maaiorganen binnen de ene groep tegengesteld aan die van de maaiorganen 20 binnen de andere groep en naar het midden van de maaibalk 4 toe, gezien in de voortbewegingsrichting van de machine, achterwaarts gericht, zoals aangegeven door de in figuur 1 afgebeelde pijlen. Bij voorkeur is, zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld, op de buitenste maaiorganen van elke groep 25 maaiorganen een gewasgeleidingsorgaan 9 aangebracht. De gewasgeleidingsorganen 9 zijn hier uitgevoerd als afgeknotte kegelvormige of hoedvormige organen.
Vast met de maaibalk 4 verbonden, strekt zich aan het nabij het draaggestel 2 gelegen uiteinde naar boven een 30 balk 10 uit. Met het bovenuiteinde van deze balk 10 is een een horizontaal, boven de maaibalk 4 verlopende freembalk 11 aanwezig. Op de freembalk 11 is op de gebruikelijke wijze een, bij voorkeur opklapbare, beschermkap 12 aangebracht.
In de maaimachine is achter de maaibalk 4, tussen 35 de beide groepen maaiorganen, een gewasopvangorgaan 13 aangebracht voor het vormen van één, zich aan beide zijden van dit opvangorgaan uitstrekkend zwad. Dit gewasopvangorgaan 13 is bevestigd aan de freembalk 11 en ligt geheel of voor een 10 V>4 47.
4 overgroot gedeelte onder de beschermkap 12. Het gewasopvang-orgaan 13 wordt in het hier afgeheelde uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een plaat 14 van een verend of flexibel materiaal, zoals bijvoorbeeld rubber, welke plaat is beves-5 tigd aan een strip 15. De strip 15 is omhoog verzwenkbaar en in zijn lengterichting verplaatsbaar verbonden met een plaatstuk 16. De strip 15 is hiertoe voorzien van een aantal gaten 17, terwijl in het plaatstuk 16 een tweetal gaten is aangebracht, waarvan er één is uitgevoerd als sleufgat 18. De 10 strip 15 kan in deze laatstgenoemde twee gaten met bouten 19 worden vastgezet. Het plaatstuk 16 is met behulp van een plaatstuk 20 en bouten 21 vastgeklemd om de freembalk 11. Door in het plaatstuk 20 één van de beide gaten, waarmee de plaatstukken 16 en 20 rond de freembalk 11 met elkaar zijn 15 verbonden, uit te voeren als sleufgat 22, kan het gewasopvan-gorgaan 13 worden verzwenkt en in een verzwenkte positie worden vastgezet. Met behulp van de bouten 21 is het gewasop-vangorgaan 13 tevens verschuifbaar langs de freembalk 11 en kan, bijvoorbeeld wanneer in casu het aantal maaiorganen van 20 de ene groep tot twee wordt teruggebracht en dat van de andere op vier wordt gebracht, in een andere positie op de freembalk 11 worden vastgezet.
10 1; 4 4 /,

Claims (10)

1. Maaimachine, voorzien van een maaibalk met een draagbalk en door deze ondersteunde draaibare maaiorganen, welke maaiorganen in ten minste twee groepen zijn verdeeld, 5 waarbij de draaiingsrichting van de maaiorganen binnen een groep eenzelfde is en voorts de draaiingsrichting van de maaiorganen binnen de ene groep tegengesteld is aan die van de maaiorganen binnen de andere groep en naar het midden van de maaibalk toe, gezien in de voortbewegingsrichting van de 10 machine, achterwaarts is gericht, met het kenmerk, dat achter de maaibalk, tussen de beide groepen maaiorganen, een gewasopvangorgaan is aangebracht voor het vormen van één, zich aan beide zijden van dit opvangorgaan uitstrekkend zwad.
2. Maaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat op het het verst van het gewasopvangorgaan gelegen maaiorgaan van elke groep een gewasgeleidingsorgaan aanwezig is.
3. Maaimachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat dit gewasgeleidingsorgaan is uitgevoerd als een afgeknot 20 kegelvormig of hoedvormig orgaan.
4. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gewasopvangorgaan verplaatsbaar is aangebracht.
5. Maaimachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat het gewasopvangorgaan is aangebracht aan een boven de maaibalk gelegen freembalk.
6. Maaimachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het gewasopvangorgaan verschuifbaar langs de freembalk is aangebracht.
7. Maaimachine volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat het gewasopvangorgaan in hoogterichting verplaatsbaar is.
8. Maaimachine volgens een der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat het gewasopvangorgaan in de 35 voortbewegingsrichting van de machine verplaatsbaar is.
9. Maaimachine volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat het gewasopvangorgaan in zijwaartse richting A ; , ’ V \ t i -4, * ·* * verzwenkbaar is aangebracht.
10. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat over de maaibalk een beschermkap is aangebracht, waaronder tevens het gewasopvangorgaan is 5 gelegen. 1 Ö 0 i 4 -i.
NL1001447A 1995-10-19 1995-10-19 Maaimachine. NL1001447C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001447A NL1001447C2 (nl) 1995-10-19 1995-10-19 Maaimachine.
DE1996613930 DE69613930T2 (de) 1995-10-19 1996-10-04 Tellermähwerk
EP19960202770 EP0769242B1 (en) 1995-10-19 1996-10-04 A mowing machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001447A NL1001447C2 (nl) 1995-10-19 1995-10-19 Maaimachine.
NL1001447 1995-10-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001447C2 true NL1001447C2 (nl) 1997-04-22

Family

ID=19761720

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001447A NL1001447C2 (nl) 1995-10-19 1995-10-19 Maaimachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0769242B1 (nl)
DE (1) DE69613930T2 (nl)
NL (1) NL1001447C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6907190A (nl) * 1968-05-16 1969-11-18
US4117653A (en) * 1976-08-26 1978-10-03 Tarver Jr Samuel Allen Spreading device for drum mowers
EP0089257A1 (fr) * 1982-03-05 1983-09-21 Simag S.A. Faucheuse-andaineuse et procédé de regroupement d'andains
EP0097943A1 (de) * 1982-06-29 1984-01-11 Friedrich Mörtl Schleppergerätebau GmbH & Co. KG Freischneidendes Mähwerk
EP0165624A1 (en) * 1981-09-10 1985-12-27 C. van der Lely N.V. A mowing machine
NL8601789A (nl) * 1985-07-23 1987-02-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
DE4401500C1 (de) * 1994-01-20 1995-01-19 Moertl Schleppergeraetebau An einem Schlepper ansetzbares Tellermähwerk

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1000301C2 (nl) * 1995-05-04 1996-11-05 Greenland Nv Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met knikframe.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6907190A (nl) * 1968-05-16 1969-11-18
US4117653A (en) * 1976-08-26 1978-10-03 Tarver Jr Samuel Allen Spreading device for drum mowers
EP0165624A1 (en) * 1981-09-10 1985-12-27 C. van der Lely N.V. A mowing machine
EP0089257A1 (fr) * 1982-03-05 1983-09-21 Simag S.A. Faucheuse-andaineuse et procédé de regroupement d'andains
EP0097943A1 (de) * 1982-06-29 1984-01-11 Friedrich Mörtl Schleppergerätebau GmbH & Co. KG Freischneidendes Mähwerk
NL8601789A (nl) * 1985-07-23 1987-02-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
DE4401500C1 (de) * 1994-01-20 1995-01-19 Moertl Schleppergeraetebau An einem Schlepper ansetzbares Tellermähwerk

Also Published As

Publication number Publication date
DE69613930D1 (de) 2001-08-23
DE69613930T2 (de) 2002-04-11
EP0769242B1 (en) 2001-07-18
EP0769242A1 (en) 1997-04-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1046329B1 (de) Fahrzeug für den Einsatz in der Landwirtschaft, insbesondere einen Feldhäcksler oder Mähdrescher, mit einem daran angebauten Zusatzgerät
EP0061818B1 (en) Mowing device
EP3203827B1 (de) Ährenstripper; erntevorrichtung
NL8402133A (nl) Getrokken of voor de driepuntaansluiting aan de trekker uitgeruste machine voor het oogsten van mais of dergelijk stengelvormig oogstmateriaal.
DE2263224A1 (de) Maschine zur aufnahme am boden liegenden materials
EP1782671A1 (en) Variable width mower deck
JPS5847409A (ja) わら材採取運搬車
NL8602865A (nl) Maaimachine.
DE3011089A1 (de) Feldhaecksler
EP0503468B1 (de) Schneidwerk für Mähdrescher
DE2425079A1 (de) Feldhaecksler mit einer erntegutaufnahmevorrichtung
EP0030568B1 (de) Schneidwerk zum Beschneiden von Hecken und Büschen oder dergleichen
NL1001447C2 (nl) Maaimachine.
NL8101839A (nl) Verbeterde opraapinrichting.
DE3406551A1 (de) Schneid- und zufuehreinrichtung fuer eine gezogene oder fuer den dreipunktanbau am schlepper vorgesehene maschine zum ernten von mais od. dgl. stengelartigem erntegut
EP0301177B1 (de) Erntevorsatz an Felhäckslern
DE3011450A1 (de) Fahrbare maeh- und konditioniermaschine fuer die gewinnung von ernteschnittgut
NL1008026C2 (nl) Inrichting voor het maaien van een gewas.
CN112203497A (zh) 收割机器的升降机装置和收割机器
NL194714C (nl) Maaimachine.
AU599011B2 (en) Improvements to harvesters
EP0077459B1 (de) Rübenblatterntevorrichtung
DE69705198T2 (de) Erntemaschine
US20240122121A1 (en) Folding line divider for a harvesting platform
EP0270180B1 (en) Device for harvesting maize

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501