NL1001314C2 - Werkwijze voor het oprichten van een gebouw en zo opgericht gebouw. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het oprichten van een gebouw en zo opgericht gebouw

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het oprichten van een gebouw, in het bijzonder een manifestatiecomplex, als beschreven in de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke werkwijze is bekend uit het 5 Zwitserse octrooischrift 397 217.

Bij de meeste bekende bouwwijzen wordt eerst een fundering aangebracht, vervolgens daarop een geraamte van het gebouw opgericht, op dit geraamte dan een dak aangebracht, en wordt tenslotte het gebouw afgebouwd. Wanneer 10 het gebouw een manifestatiecomplex, zoals een sportstadion is, worden zo eerst de tribunes opgericht, en wordt daarna het dak aangebracht. Dit dak zal, gezien het grote oppervlak, in het algemeen in delen omhoog gebracht worden, waarbij de delen bovenin het stadion met de tribune en de 15 overige dakdelen verbonden worden.

Deze klassieke bouwwijze heeft een aantal nadelen. Zo is het construeren van een tribunedak op grote hoogte boven de grond moeizaam en tijdrovend en vergt dit het oprichten van gecompliceerde steun- en steigercon-20 structies. Daarnaast vergt het omhoog brengen van de dakdelen relatief grote bouwkranen die niet altijd eenvoudig voorhanden zijn, en die bovendien relatief kostbaar zijn. Ook kunnen hoogtebeperkingen voor bouwkranen aan de orde zijn, bijvoorbeeld in gebieden met vliegverkeer.

25 Tenslotte is als gevolg van het feit dat de bouw grotendeels in de buitenlucht plaatsvindt, de kans op vertraging als gevolg van slechte weersomstandigheden aanzienlijk.

Derhalve wordt in het genoemde Zwitserse octrooischrif t 397 217 reeds een bouwwijze beschreven, 1001314 2 waarbij de dakconstructie op de grond wordt geconstrueerd, en vervolgens met behulp van door de open dakconstructie stekende hijsframes omhoog wordt gebracht. Daarna worden kolommen opgericht waaraan de dakconstructie bevestigd 5 wordt, waarna deze dichtgemaakt wordt, en de rest van het gebouw voltooid wordt.

De bekende werkwijze betreft echter een gelijkvloers gebouw, zodat de hoogte waarop het dak gebracht dient te worden relatief gering is. Voor de bouw van een 10 manifestatiecomplex, zoals een sportstadion, voldoet deze werkwijze echter niet, omdat het gebruik van hijsframes voor de relatief grote en zware dakconstructie waarvan daarbij sprake zal zijn niet praktisch uitvoerbaar is. Bovendien is voor het gebruik van de beschreven hijsframes 15 noodzakelijk, dat de dakconstructie open blijft tot hij op de gebruikshoogte gebracht is. Dit heeft het nadeel dat alsnog een deel van de constructiewerkzaamheden met betrekking tot het dak op grote hoogte uitgevoerd moet worden.

20 De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een werkwijze voor het oprichten van het gebouw, in het bijzonder een manifestatiecomplex als hiervoor beschreven, waarbij deze nadelen zich niet voordoen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat in de nabijheid van het dak 25 een onderdeel van het gebouw vormende draagconstructie op de ondergrond geplaatst worden en het dak langs de draagconstructie geheven en op zijn gebruikshoogte daaraan bevestigd wordt.

Doordat het dak zo op de grond geconstrueerd kan 30 worden, kan met relatief eenvoudige steunconstructies en steigers volstaan worden, terwijl bovendien alle delen van het dak goed bereikbaar zijn. Bovendien kan na het omhoog brengen van het dak daaronder relatief beschut gewerkt worden.

35 Doordat het dak bovendien tot zijn gebruiks hoogte geheven, en daar aan een draagconstructie bevestigd wordt, behoeft slechts één keer een hefbewerking uitge 1001314 3 voerd te worden, terwijl verder door het bevestigen van het dak aan de draagconstructie direkt een stevig geraamte gevormd wordt.

Daarbij wordt een goedkope hefinstallatie ver-5 kregen, wanneer tenminste een deel van de draagconstructie van met het dak te verbinden hijsmiddelen voorzien wordt en het dak aan deze draagconstructie opgehesen wordt. Hierdoor kan worden afgezien van afzonderlijke kranen en dergelijke. Teneinde de ruimte onder het dak zoveel moge-10 lijk voor bouwwerkzaamheden vrij te houden, en in de gebruikssituatie onbelemmerd zicht op het manifestatievlak te waarborgen, wordt de draagconstructie bij voorkeur langs de buitenomtrek van het dak geplaatst.

Een bijzonder doelmatige bouwwijze, die met name 15 geschikt is voor de bouw van een manifestatiecomplex van het type, dat beschreven is in aanvraagsters oudere, niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1001142, vertoont het kenmerk dat bij het construeren van het dak een opening in het midden vrij gelaten wordt, op de onder-20 grond een in afmetingen met de middenopening van het dak overeenkomende, in hoogterichting verplaatsbare, een manifestatievlak vormend gestel geconstrueerd wordt, het manifestatievlakgestel aan zijn randen met het dak verbonden wordt, en vervolgens omhoog gebracht wordt onder 25 medeneming van het dak. Door het in hoogte verstelbare manifestatievlak te gebruiken om het dak omhoog te brengen zijn hiervoor geen afzonderlijke hefmiddelen nodig.

Wanneer het dak, na door het manifestatievlakgestel omhoog gebracht te zijn, aan de draagconstructie 30 bevestigd wordt, en het manifestatievlakgestel van het dak losgenomen, omlaag gebracht, van een grasmat voorzien, en weer omhoog gebracht wordt, kan de rest van het manifestatiecomplex geheel overdekt gebouwd worden, terwijl bovendien de grasmat tijdens de bouw reeds goed kan gedijen, 35 waardoor de ingebruikname van het manifestatiecomplex versneld wordt.

Bij voorkeur worden, na het op zijn gebruiks- 1001314 4 hoogte brengen en bevestigen van het dak, daaraan hijsmiddelen bevestigd voor het transport van bouwmaterialen. Zo kan tijdens de bouw van de rest van het manifestatiecom-plex met relatief weinig bouwkranen volstaan worden.

5 Bij voorkeur worden de onder het dak opgerichte delen van het gebouw vanaf de grond opgebouwd, en worden de het dichtst onder het dak gelegen delen langs de reeds opgerichte delen omhoog gebracht. Zo kunnen ook die plaatsen die zo dicht onder het dak gelegen zijn dat zij met 10 bouwkranen of aan het dak bevestigde hijsmiddelen niet bereikbaar zijn, toch volgebouwd worden.

Tenslotte betreft de uitvinding nog een gebouw, in het bijzonder een manifestatiecomplex dat opgericht is door toepassing van de werkwijze als hiervoor beschreven. 15 De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bij gevoegde tekening, waarin overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangeduid, en waarin: Fig. 1 een doorsnede toont van een op een onder-20 grond geconstrueerd dak voor een manifestatiecomplex,

Fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht is van het dak met een daarnaast geplaatste staander,

Fig. 3 een bovenaanzicht toont van een manifestatiecomplex dat met de werkwijze volgens de uitvinding 25 gebouwd wordt, waarin de positie van de staanders met hijsmiddelen aangegeven is,

Fig. 4 een zijaanzicht is volgens de pijl IV in fig. 2 van een deel van het dak en de daarmee verbonden staander, 30 Fig. 5A tot 5D de verschillende stappen tonen die samen een slag van de hijsmiddelen bepalen,

Fig. 6 en 7 doorsneden zijn waarin twee fasen van het omhoogbrengen van de voltooide dakconstructie volgens een eerste uitvoeringswijze van de uitvinding 35 weergegeven worden,

Fig. 8 tot 13 met fig. 6 en 7 overeenkomende doorsneden tonen waarin verschillende stadia van de afbouw

10013 U

5 van het manifestatiecomplex onder het op zijn gebruiks-hoogte gebrachte dak weergegeven worden,

Fig. 14 een bovenaanzicht is waarin het principe van de afbouw van de onder het dak gelegen gebouwdelen met 5 behulp van een op reeds voltooide delen van het gebouw verplaatsbare bouwkraan getoond wordt,

Fig. 15 een schematische doorsnede is die het langs de reeds voltooide delen van het gebouw omhoog brengen van de vlak onder het dak te plaatsen delen weer-10 geeft, en

Fig. 16 tot 18 de verschillende stadia van het omhoog brengen van het dak en het manifestatievlak volgens een tweede uitvoeringswijze van de uitvinding tonen.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding voor het 15 oprichten van een gebouw, in het bijzonder een manifestatiecomplex 1 zoals bijvoorbeeld een sportstadion, wordt eerst het dak 2 geconstrueerd (fig. l). Dit vindt plaats op een ondergrond 3, bij voorkeur precies op de lokatie waar het stadion l moet verrijzen. Het dak bestaat in dit 20 voorbeeld uit een aantal segmenten 4 (fig. 3), die met elkaar verbonden worden tot een elliptisch geheel. Ook andere vormen van het dak 2 die in het midden een opening 34 vrijlaten, zoals een cirkel, ovaal of zelfs regelmatige veelhoek met afgeronde hoeken zijn echter mogelijk. Van 25 belang is slechts dat het dak 2 een ononderbroken ringcon-structie vormt, waardoor de belastingen als gevolg van het gewicht van het dak 2 als ringspanningen opgenomen kunnen worden. Zo wordt een doelmatige, relatief lichte vrijdra-gende dakconstructie verkregen, waardoor volstaan kan 30 worden met een minimaal aantal dragers, die bovendien dankzij deze geometrie slechts op de buitencontour geplaatst behoeven te worden, waardoor alle bezoekers van het stadion 1 dus een onbelemmerd uitzicht hebben op het manifestatievlak of speelveld 5.

35 Elk daksegment 4 omvat een vakwerkconstructie 6 en een drietal ringsegmenten 7, 8 en 9. Het vakwerk 6 is aan de boven- en onderzijde bekleed met een deklaag 10, 1001314 6 resp. 11. In deze deklagen 10, 11 zijn in omtreksrichting verlopende goten 12 en 13 aangebracht. Het vakwerk 6 is aangebracht tussen het binnenste en het middelste ringseg-ment 7, resp. 8, terwijl tussen het middelste en het 5 buitenste ringsegment 8, resp. 9 een staafvormig construc-tie-element 14 aangebracht is. Het buitenste ringsegment 9 is verder via een staafvormig constructie-element 15 verbonden met het midden van het vakwerk 6. Boven de staaf 14 is eveneens een deklaag 16 met goot 33 aangebracht, die 10 met de deklaag 10 verbonden is en zo de eigenlijke beschutting voor bezoekers van het stadion 1 vormt. Tenslotte is onder het buitenste ringsegment 9 nog een in omtreksrichting verlopende vakwerkconstructie 17 aangebracht, die een bovendeel van de zijwand van het stadion 1 15 zal vormen (fig. 4). Met deze vakwerkconstructie 17 zijn plaatselijk verticale moffen 18 verbonden, die dienen voor het opnemen van hierna te bespreken staanders 19.

Het dak 2 wordt zoals gezegd geconstrueerd op de ondergrond 3. Daartoe worden het binnenste ringsegment 7 20 en het aan de buitenomtrek gelegen vakwerk 17 plaatselijk gesteund door eenvoudige blokken 20, 21. Ter plaatse van de verbinding tussen het vakwerk 6 en de staaf 15 wordt het dak 2 verder nog plaatselijk gedragen door telescopische steunpoten 22. Doordat de dakconstructie zich zo 25 dicht bij de ondergrond 3 bevindt is deze eenvoudig bereikbaar. Er kan dus bij het construeren gebruik gemaakt worden van eenvoudige steigers, kleine kranen en liften e.d. Verder zijn de risico's voor het bij de constructie betrokken personeel relatief gering. Van de goede bereik-30 baarheid van de dakconstructie 2 op de grond kan optimaal gebruik gemaakt worden door het dak volledig op de grond af te bouwen. Dat wil zeggen dat ook reeds alle systemen, zoals verlichting, geluidsinstallatie en eventueel verwarming in de dakconstructie kunnen worden aangebracht, 35 alvorens deze naar zijn gebruiks- of eindhoogte gebracht wordt.

Het omhoogbrengen van het eenmaal voltooide dak 1001314 7 2 geschiedt door het langs de omtrek van het dak 2 op de ondergrond 3 plaatsen van een aantal staanders 19 (fig.

2). Daarbij worden de staanders 19 door de moffen 18 gestoken, en scharnierbaar met de ondergrond 3 verbonden.

5 Een deel van de staanders 19, verder aangeduid als 19H, wordt voorzien van hijsmiddelen 23, welke met het dak 2 verbonden kunnen worden. Deze staanders 19H kunnen ook gesteund worden door middel van schoren 24. Zoals in fig.

3 te zien kunnen bij een stadiondak 2 dat uit zesentwintig 10 segmenten 4 bestaat (en dus ook zesentwintig staanders 19 vertoont), veertien staanders 19H voorzien zijn van hijsmiddelen 23 (aangegeven door een cirkel om de staander), waarvan er bijvoorbeeld slechts zes geschoord hoeven te zijn (schematisch aangegeven door pijlen).

15 De hijsmiddelen 23 (fig. 4) omvatten in het getoonde voorbeeld een bovenop de staander 19H aangebrachte schommelstoel 25, waarop een tweetal hydraulische vijzels 26 met klemvoorzieningen 27C en 27P (fig. 5) zijn gemonteerd. Deze vijzels 26 grijpen met hun klemvoorzie-20 ningen 27C, 27P elk aan op een stel hijskabels 28, die met een uiteinde 29 bevestigd zijn aan de vakwerkconstructie 17. Het andere uiteinde van de hijskabels wordt via een boven de schommelstoel 25 aangebrachte geleiding 30 weggevoerd. De vijzels 26 bestaan elk uit een op de schommel-25 stoel 25 bevestigde hydraulische cilinder 31 en een beweegbaar daarin opgenomen zuiger 32. Zowel de cilinder 31 als de zuiger 32 zijn voorzien van een met de hijskabels 28 samenwerkende klemvoorziening 27C, resp. 27P. Elke klemvoorziening 27C, 27P is beweegbaar tussen een stand 30 waarin hij de daardoor gevoerde hijskabels 28 inklemt en een stand waarin hij de hijskabels 28 vrijgeeft.

De werking van de hijsmiddelen 23 is als volgt. Aan het begin van een hijsslag (fig. 5A), is de zuiger 32 volledig in de cilinder 31 geschoven, en nemen de klem-35 voorzieningen 27C en 27P elk hun inklemstand in. De hijskabels 28 zijn dus ingeklemd, en daardoor wordt tevens de zuiger 32 vastgehouden in zijn ingetrokken stand. Vervol- 1001314 8 gens wordt (handmatig of onder besturing door bijvoorbeeld een hijsprogramma) de klemvoorziening 27C gelost, en tegelijkertijd hydraulische vloeistof in de cilinder 31 geperst, waardoor de zuiger 32 omhoog bewogen wordt. Daar 5 de met de zuiger 32 verbonden klemvoorziening 27P nog steeds de hijskabels 28 ingeklemd houdt, worden de hijskabels 28 en een daaraan bevestigde last (hier het vakwerk 17) daarmee omhoog gebracht (fig. 5B). De hijskabels 28 glijden daarbij door de klemvoorziening 27C. Wanneer nu de 10 zuiger 32 het eind van zijn slag bereikt (fig. 5C), wordt de met de cilinder 31 verbonden klemvoorziening 27C weer in zijn inklemstand gebracht. De hijskabels 28 en het vakwerk 17 worden zo ten opzichte van de schommelstoel (en dus de staander 19H) in hun over een slag omhoog gebrachte 15 stand gefixeerd. Vervolgens wordt de met de zuiger 32 verbonden klemvoorziening 27P gelost, en de hydraulische vloeistof uit de cilinder 31 gelaten, waardoor de zuiger 32 terugzakt in de cilinder 31 (fig. 5D). De klemvoorziening 27P glijdt daarbij om de hijskabels 28 naar beneden. 20 Wanneer de zuiger 32 geheel in de cilinder 31 is teruggeschoven, wordt de klemvoorziening 27P weer geactiveerd. De hijsmiddelen 23 zijn nu weer gereed voor een volgende hijsslag (fig. 5A).

Op deze wijze wordt dus het dak 2 na op de grond 25 voltooid te zijn vanuit zijn met stippellijnen weergegeven stand 2" (fig. 6) via een tussenstand 2', waarin de schoren 24 verwijderd dienen te worden, uiteindelijk naar zijn eind- of gebruiksstand geheven (fig. 7), waar het dak 2 aan de staanders 19 bevestigd wordt, en de hijsmiddelen 23 30 daarvan verwijderd kunnen worden. In deze gebruiksstand is de door het dak 2 en de staanders 19 gevormde constructie in principe vrij dragend. Ter versteviging worden echter nu vakwerkelementen tussen de staanders 19 aangebracht. Zo wordt een relatief stijve ringvormige constructie verkre-35 gen, waarbinnen de rest van het stadion 1 opgericht kan worden. Daarbij kan een groot deel van de bouwwerkzaamheden onder beschutting van het dak 2 plaatsvinden, waardoor 1001314 9 relatief gunstige arbeidsomstandigheden geschapen worden, en de kans op vertraging van de bouw als gevolg van weersinvloeden sterk verkleind wordt.

Hoewel hiervoor beschreven is dat het dak 2 5 langs de staanders 19 wordt gehesen, is het ook mogelijk het dak 2 op enigerlei andere wijze langs de staanders 19 omhoog te brengen. Denkbaar is bijvoorbeeld dat gebruik gemaakt wordt van een soortgelijke hydraulische vijzelcon-structie als hiervoor beschreven, die met het dak 2 ver-10 bonden wordt, en die als het ware langs de staanders 19 'klimt'. Ook andere mechanismen zijn echter voorstelbaar.

Ook is het heffen van het dak 2 als hiervoor beschreven niet beperkt tot een ringvormig, een midden-opening 34 vertonend dak, maar zou evengoed een volledig 15 gesloten dak op deze wijze omhooggebracht kunnen worden, na op de grond gebouwd te zijn. Daarbij is het van de afmetingen van het dak afhankelijk of volstaan kan worden met staanders langs de buitenomtrek. Op deze wijze wordt dan natuurlijk een volledig overdekte bouwplaats gevormd. 20 Bij het oprichten van de rest van het stadion 1, met name de tribunes 36, kan in eerste instantie met voordeel gebruik gemaakt worden van mobiele kranen 35 (fig. 8 en 9). Hiermee kunnen grote bouwelementen, zoals tribunedelen eenvoudig vanaf het midden van het stadion 1 25 (het latere speelveld 5), waar deze elementen aangevoerd en/of opgebouwd kunnen worden, op hun plaats onder het dak 2 gebracht worden. De trappenhuizen 37, die zich buiten de door het dak 2 gevormde omtrek bevinden, kunnen overigens eenvoudig vanaf de buitenzijde opgebouwd worden.

30 Wanneer de bouw zover gevorderd is dat het bereik van een op het speelveld 5 opgestelde mobiele kraan 5 onvoldoende is, kan op het reeds voltooide deel van de tribunes 36 een verplaatsbare bouwkraan 38 opgesteld worden (fig. 10). Hiermee kunnen de bouwmaterialen en 35 tribunedelen vanaf het speelveld 5 opgenomen en tot onder het dak 2 gezwaaid worden. De afmetingen van deze bouwkraan 38 zijn daarbij zo gekozen, dat hij vanaf de rand 1001314 10 van het speelveld 5 tot in de uiterste hoek 39 tussen het dak 2 en de omtreksconstructie reikt. Door de kraan 38 op rails 40 langs de omtrek van de tribunes 36 te verplaatsen (fig. 14) kunnen deze zo verder opgebouwd worden. Daarbij 5 dient dan uiteraard in omtreksrichting een baan 41 vrijgehouden te worden (fig. 11 en 12), die uiteindelijk als laatste volgebouwd wordt (fig. 13).

Hoewel de kraan 38 de hoek 39 tussen het dak 2 en de zijwand kan bereiken, is de daar beschikbare ruimte 10 in sommige gevallen te klein om nog hijswerkzaamheden uit te voeren. Daarom is voorzien dat de hoogstgelegen tribunedelen 42 langs de reeds opgestelde delen verplaatsbaar worden uitgevoerd (fig. 15). Daartoe zijn deze delen 42 voorzien van verplaatsingsmiddelen, hier schematisch 15 aangeduid als rollen 43, waarmee zij na door een hijskabel 49 van de kraan 38 in de nabijheid van de hoek 39 gebracht te zijn, langs een op de reeds opgestelde tribunedelen aangebrachte geleider 44 getrokken kunnen worden. Als trekinstallatie kan daarbij een eenvoudig, in de hoek 39 20 bevestigde katrolmechanisme dienst doen. Na het bereiken van de gewenste hoogte kunnen de delen 42 vervolgens over tijdelijke vulelementen 50 in horizontale richting op hun plaats gebracht worden, waarna de verplaatsingsmiddelen 43 verwijderd en de delen 42 aan de rest van de tribunecon-25 structie 36 bevestigd kunnen worden.

In plaats van een verplaatsbare bouwkraan 38 is het ook denkbaar om aan het dak 2 opgehangen hijsmiddelen te gebruiken voor het transport van de bouwmaterialen en tribunedelen. Daarbij zou dan aan elk daksegment 4 een 30 zestal katrollen opgehangen kunnen worden, waardoor een zestal met het te transporteren tribunedeel verbonden, onafhankelijk van elkaar in te halen en uit te vieren hijskabels zouden lopen. Door de toepassing van zes kabels kunnen de tribunedelen naar elke gewenste positie binnen 35 de door het daksegment 4 bepaalde omtrek en in elke gewenste stand gebracht worden. Ook bij een dergelijk hijssysteem zouden echter de in de hoek 39 te plaatsen tribun- 1001314 11 edelen 42 afzonderlijk omhoog gebracht dienen te worden, daar de werkzaamheid van het hijssysteem in deze hoek 39 als gevolg van het dan zeer vlakke verloop van de kabels gering zou zijn.

5 Bij een alternatieve uitvoeringswijze van de uitvinding (fig. 16), welke met name geschikt is voor het bouwen van een manifestatiecomplex dat voorzien is van een in hoogterichting verplaatsbaar manifestatievlak, zoals beschreven in aanvraagsters eerdergenoemde oudere aanvra-10 ge, wordt geen gebruik gemaakt van afzonderlijke hefmidde-len om het dak 2 omhoog te brengen. In plaats daarvan wordt voor of tijdens de bouw van het dak 2 op de grond 3 eveneens een gestel 45 geconstrueerd, waarvan de afmetingen overeenkomen met die van de opening 34 in het ringvor-15 mig dak, en dat het eigenlijke manifestatievlak, bijvoorbeeld het speelveld 5 zal dragen. In het getoonde voorbeeld wordt dit gestel 45 verbonden met daaronder in de grond 3 ingelaten, omhoog te brengen heipalen 46. Het gestel 45 wordt aan zijn omtrek voorzien van draagbalken 20 47, die onder de dakconstructie 2 uitsteken en daarmee losneembaar verbonden kunnen worden. Rond de buitenomtrek van het dak 2 worden weer staanders 19 aangebracht, waarlangs het dak 2 verschuifbaar is.

Vervolgens worden de heipalen 46 uit de grond 3 25 omhoog gebracht, waardoor het manifestatievlakgestel 45 en het daardoor gedragen dak 2 omhoog komen (fig. 17). Wanneer het dak 2 zijn gebruikshoogte bereikt heeft, wordt het aan de staanders 19 bevestigd, en worden tussen de staanders 19 vakwerkconstructies 48 aangebracht, ter 30 versteviging van de draagconstructie. Daarna kan het dak 2 van het manifestatievlakgestel 45 losgenomen worden.

Het door de palen 46 gedragen gestel 45 wordt nu weer omlaag gebracht, waarna daarop het eigenlijke mani-festatievlak 5, bijvoorbeeld een grasmat kan worden aange-35 bracht (fig. 18). Deze grasmat zal met zijn voedingsbodem overigens tenminste zo zwaar zijn als de dakconstructie, zodat de constructie van het gestel 45 voor de extra 1001314 12 toepassing als hefmechanisme voor het dak 2 nauwelijks aangepast behoeft te worden. De draagbalken 47 worden vervolgens van het gestel 45 losgenomen. Nu kan het gestel 45 met daarop het manifestatievlak 5 weer omhoog gebracht 5 worden, waardoor het de middenopening 34 van het dak 2 afsluit, zodat weer een volledig overdekte bouwplaats gecreëerd wordt.

1001314

Claims (8)

1. Werkwijze voor het oprichten van een gebouw, in het bijzonder een manifestatiecomplex, omvattende het op een ondergrond construeren van een dak, het nadat de dakconstructie in hoofdzaak voltooid is tot een bepaalde 5 hoogte boven de ondergrond heffen van het dak en het in de ruimte onder het dak oprichten van de overige delen van het gebouw, met het kenmerk, dat in de nabijheid van het dak een onderdeel van het gebouw vormende draagconstructie op de ondergrond geplaatst wordt en het dak langs de 10 draagconstructie geheven wordt en op zijn gebruikshoogte daaraan bevestigd wordt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de draagconstructie van met het dak te verbinden hijsmiddelen voorzien wordt en 15 het dak aan deze draagconstructie opgehesen wordt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de draagconstructie langs de buitenomtrek van het dak geplaatst wordt.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclu-20 sies, met het kenmerk, dat bij het construeren van het dak een opening in het midden vrij gelaten wordt, op de ondergrond een in afmetingen met de middenopening van het dak overeenkomend, in hoogterichting verplaatsbaar, een mani-festatievlak vormend gestel geconstrueerd wordt, het 25 manifestatievlak-gestel aan zijn randen met het dak verbonden wordt, en vervolgens omhoog gebracht wordt onder medeneming van het dak.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het dak, na door het gestel van het manifesta- 30 tievlak omhoog gebracht te zijn, aan de draagconstructie bevestigd wordt, en het gestel van het manifestatievlak van het dak losgenomen, omlaag gebracht, van een grasmat voorzien, en weer omhoog gebracht wordt.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu-35 sies, met het kenmerk, dat, na het op zijn gebruikshoogte 1001314 brengen en bevestigen van het dak, daaraan hijsmiddelen bevestigd worden voor het transport van bouwmaterialen.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onder het dak opgerichte 5 delen van het gebouw vanaf de grond opgebouwd worden, en de het dichtst onder het dak gelegen delen langs de reeds opgerichte delen omhoog gebracht worden.

8. Gebouw, in het bijzonder manifestatiecomplex, kennelijk opgericht door toepassing van de werkwijze 10 volgens een der voorgaande conclusies. 10013U