BE904209A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak. Download PDFInfo
- Publication number
- BE904209A BE904209A BE0/216252A BE216252A BE904209A BE 904209 A BE904209 A BE 904209A BE 0/216252 A BE0/216252 A BE 0/216252A BE 216252 A BE216252 A BE 216252A BE 904209 A BE904209 A BE 904209A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- concrete
- smooth surface
- water
- formwork
- relatively
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C2/00—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
- E04C2/02—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials
- E04C2/04—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of concrete or other stone-like material; of asbestos cement; of cement and other mineral fibres
- E04C2/044—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of concrete or other stone-like material; of asbestos cement; of cement and other mineral fibres of concrete
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B13/00—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles; Discharging shaped articles from such moulds or apparatus
- B28B13/02—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles
- B28B13/0215—Feeding the moulding material in measured quantities from a container or silo
- B28B13/022—Feeding several successive layers, optionally of different materials
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B13/00—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles; Discharging shaped articles from such moulds or apparatus
- B28B13/02—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles
- B28B13/0215—Feeding the moulding material in measured quantities from a container or silo
- B28B13/027—Feeding the moulding material in measured quantities from a container or silo by using a removable belt or conveyor transferring the moulding material to the moulding cavities
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B7/00—Moulds; Cores; Mandrels
- B28B7/40—Moulds; Cores; Mandrels characterised by means for modifying the properties of the moulding material
- B28B7/46—Moulds; Cores; Mandrels characterised by means for modifying the properties of the moulding material for humidifying or dehumidifying
- B28B7/465—Applying setting liquid to dry mixtures
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
- On-Site Construction Work That Accompanies The Preparation And Application Of Concrete (AREA)
Abstract
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervalk, bij middel van relatief droog beton, welke en betonverdele 4 en een onder deze laatste voorziene tafel 5 vertoont, waarop de betonelementen dienen gevormd te worden, waarbij de tafel en de betonverdeler nagenoeg horizontaal ten opzichte van elkaar heen en weer beweegbaar zijn en warbij verder een sproeistysteem 11 samenwerkt met een betonverdeler 4 en toelaat minstens een deel van het beton 3, bij de verdeling van dit laatste te bevochtigen.
Description
<Desc/Clms Page number 1> BESCHRIJVING behorende bij een EMI1.1 U ten name van de naamloze vennootschap : "JAN CONSTRUCT' voor : "Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak". <Desc/Clms Page number 2> De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, volgens dewelke gebruik gemaakt wordt van relatief droog beton voor het vormen van deze elementen. De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een technisch eenvoudige maar ekonomisch en industrieel belangrijke werkwijze voor te stellen voor het vervaardigen van dergelijke beton elementen welke, indien ze in een bekisting gevormd worden, nagenoeg onmiddellijk kunnen ontkist worden. Bij de thans meestal gebruikte werkwijzen voor het vormen van betonelementen die nagenoeg onmiddellijk ontkist worden, is het praktisch uitgesloten dat deze elementen een voldoende glad oppervlak vertonen aangezien de gebruikte beton relatief droog dient te zijn om deze 'onmiddellijke ontkisting mogelijk te maken. t Aldus, wanneer het vereist is dat de betonelementen een glad oppervlak vertonen, worden deze gevormd met relatief vochtig beton, hetgeen dan ook een relatief lange verhardingstijd vergt waardoor het ontkisten slechts na enkele dagen mogelijk is. Een dergelijke werkwijze vereist relatief belangrijke investeringen aangezien men over een groot aantal vormen dient te beschikker. voor het bekomen van een voldoend hoge produktie. De uitvinding heeft tot doel aan deze verschillende nadelen te verhelpen en een werkwijze voor te stellen die toelaat betonelementen te vervaardigen, waarvan minstens een van de zijden een afgewerkt glad oppervlak vertoont en dat, indien dit gevormd wordt in een bekisting, nagenoeg onmiddellijk ontkist kan worden. <Desc/Clms Page number 3> Volgens de uitvinding bevochtigt men het deel van het beton, dat bestemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, met water tot het bekomen van een relatief vloeibaar beton. EMI3.1 Doelmatig bevochtigt men genoemd deel van 0 het beton door het op een nagenoeg continue wijze met water te besproeien bij het vormen van het element. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding voert men genoemd deel van het beton aan onder vorm van een relatief dunne laag en besproeit men deze laag tijdens dit aanvoeren met water tot op het ogenblik dat een voldoende hoeveelheid beton, overeenstemmend met het deel dat nodig is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, bevochtigd is. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vormt men eerst een dunne laag, bij voorkeur van de orde van I à 2 cm dikte, van bevochtigd-beton dat bestemd is voor het bekomen van genoemd glad oppervlak en brengt men vervolgens op deze dunne betonlaag nagenoeg onmiddellijk het overblijvend relatief droog beton voor het vormen van desbetreffend betonelement. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, meer bepaald op een inrichting voor het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze. Deze inrichting omvat een betonverdeler en een EMI3.2 onder deze laatste voorziene tafel waarop de betonelementen dienen 0 te worden, waarbij deze tafel en de betonverdeler nagenoeg horizontaal ten opzichte van elkaar heen en weer beweegbaar zijn. Deze inrichting wordt gekenmerkt door het feit dat een sproeisysteem samenwerkt met d < betonverdeler en toelaat minstens een deel van het beton, tijdens de verdeling van dit laatste, te bevochtigen. In een bijzondere uitvoeringsvorm van deze Inrichting omvat de betonveraeler een in nagenoeg horizontale richting heen en weer beweegbare wagen met een betonvoorraadbak en een onder deze laatste gemonteerde transportband waarop beton vanaf genoemde bak volgens een bepaald debiet verdeeld kan worden tot het vormen van een relatief EMI3.3 dunne betonlaag, waarbij sproeiers van genoemd sproeisysteem gericht zijn op 0 <Desc/Clms Page number 4> genoemde betonlaag. In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de sproeiers gericht op het van het achterste uiteinde van de transportband vallend beton. Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren ; in deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betfekking op dezelfde elementen. Figuur 1 is een schematisch zijaanzicht van een typische uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van betonplaten met minstens een relatief glad oppervlak. Figuur 2 is een gedeeltelijk bovenaanzicht, volgens de lijn 11-II van figuur 1. Figuur 3 is een dwarsdoorsnede van een betonelement volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 4 is een analoge dwarsdoorsnede van een betonelement volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, waarbij gebruik gemaakt wordt van relatief droog beton voor het vormen van deze elementen, zodanig dat deze voldoende stijf zijn om nagenoeg onmiddellijk ontkist te worden nadat ze in een bekisting gevormd worden. Het betreft hier meer bepaald betonplaten welke bestemd zijn voor vloeren of zolderingen en waarvan minstens een zijde een afgewerkt glad oppervlak dient te vertonen, zodanig dat het zichtbaar kan blijven. Indien het betonplaten betreft die bijvoorbeeld bestemd zijn tot het vormen van scheidingswanden kan het nuttig zijn dat beide zijden een relatief glad oppervlak vertonen. <Desc/Clms Page number 5> Volgens de uitvinding bevochtigt men het deel van het gebruikt droog beton dat bestemd is voor het vormen van de buitenlaag van het element, met een glad oppervlak. De bevochtiging dient dus zodanig te zijn dat het beton van deze laag voldoende vloeibaar is om tijdens het gieten van dit laatste bijvoorbeeld in een bekisting nagenoeg geen ingesloten luchtbellen te vormen die zich aan de oppervlakte van het element zouden kunnen vertonen. Het beton voor het vormen van deze laag dient minstens voldoende vloeibaar te zijn om wanneer de laag getrild wordt volgens een op zichzelf bekende manier, het beton zodanig te verdichten dat de eventueel ingesloten luchtbellen verwijderd worden. De nodige vloeibaarheid van het beton kan op een eenvoudige wijze experimenteel bepaald worden. Er dient daarbij natuurlijk ervoor gezorgd te worden dat deze vloeibaarheid niet te hoog is, teneinde eventuele segregatie" van het beton te vermijden tijdens het vormen van deze laag. Door droog of yast beton dient verstaan te worden, beton waarvan het watergehalte minimaal is, maar nochtans voldoende om aan het beton de nodige consistentie te geven en toe te laten dit vanaf een trechter op een transportband te verdelen. Dit watergehalte kan dan ook door iedere vakman op een eenvoudige manier experimenteel bepaald worden. Een zeer praktische manier voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding bestaat erin genoemd deel van het beton te bevochtigen door het op een nagenoeg continue wijze met water te besproeien bij het vormen van het element. Meer bepaald kan men, volgens de uitvinding, dit deel van het beton onder vorm van een relatief dunne laag aanvoeren en deze laag tijdens dit aanvoeren met water besproeien tot op het ogenblik dat een voldoende hoeveelheid beton, overeenstemmend met het deel dat nodig is voor het vormen van het glad oppervlak, bevochtigd is. Hiertoe kan men het beton onder vorm van een relatief dunne laag aanvoeren bij middel van een transportband. <Desc/Clms Page number 6> Indien gebruik gemaakt wordt van een bekisting voor het vormen van het betonelement, bevochtigt men het deel van het beton dat bestemd is voor het vormen van het glad oppervlak juist op het ogenblik dat het in de bekisting gebracht wordt, zodanig dat tegelijkertijd het beton automatisch met dit suppfementaire water op een nagenoeg homogene wijze gemengd wordt. In een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding besproeit men het genoemd deel van het beton met water op het ogenblik dat het de transportband verlaat en stort men het aldus bevochtigd beton vanaf een bepaalde hoogte in de bekisting tot het bekomen van deze automatische menging. In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het eventueel nuttig zijn het deel van het beton dat bestemd is voor het vormen van genoemd oppervlak te bevochtigen nadat het in de bekisting gestort is. In sommige gevallen kan het zelfs nuttig zijn beide manieren van bevochtigen te combineren, waarbij dus in zekere zin een gedeeltelijke bevochtigde laag beton die in de bekisting verdeeld wordt, welke nabevochtigd wordt alvorens de rest van het droog beton aangevoerd wordt. Zoals hierboven reeds vermeld werd, kan men de bekisting, minstens tijdens het brengen in deze laatste van het deel van het beton, dat beasemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, aan een op zichzelf bekende trilbeweging onderwerpen, dit teneinde, enerzijds, een voldoende verdeling en verdichting van het beton in de bekisting te bekomen en, anderzijds, ervoor te zorgen dat minstens de luchtbellen die eventueel gesloten zijn in de dunne laag vloeibaar beton uit deze laatste zouden verwijderd worden. Indien slechts een van de zijden van het betonelement een glad oppervlak dient te vertonen dan dient vc ! gens de uitvinding, de voorkeur eraan gegeven te worden eerst een dunne betoniaag, bij voorkeur van de orde van I à 2 cm dikte, te vormen en vervolgens op deze dunne betonlaag nagenoeg onmiddellijk het overblijvend relatief droog beton aan te brengen voor het vormen van het betonelement. <Desc/Clms Page number 7> Een dergelijk element werd voorgesteld in figuur 3. Dit element ver-toont een glad oppervlak 1 dat bekomen wordt bij middel van de dunne laag vloeibaar beton 2, waarop dan een dikkere laag relatief vast of droog beton 3 aangebracht is. In figuur 4 wordt een betonelement voorgesteld dat twee gladde oppervlakken 1 en l'vertoont. Het glad oppervlak l'kan bijvoorbeeld bekomen worden door gewoon het bovenoppervlak van de laag droog beton 3 met water te besproeien. Meestal zal echter het oppervlak l' niet voldoende glad zijn zodanig dat dit een bijkomende polijsting zal dienen te ondergaan. ondergaan. De mogelijkheid bestaat natuurlijk eveneens om, zelfs wanneer slechts een glad oppervlak vereist is, dit te vormen met een dunne laag vloeibaar beton die gevormd wordt bovenop de dikkere laag droog beton. dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het vervaardigen van een element dat bestemd is voor het vormen van een scheidingswand, waarvan een van de zijden bestaat uit glijswerk, dat alvorens het element gevormd wordt in de bekisting geplaatst wordt om aldus in het beton ingebed te worden. In de figuren 1 en 2 wordt schematisch een inrichting voorgesteld voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak, meer bepaald voor het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze. Deze inrichting omvat hoofdzakelijk een betonverdeler 4 en een onder deze laatste voorziene tafel 5 waarop de in de figuren 3 en 4 voorgestelde betonelementen dienen gevormd te worden. Deze tafel 5 en de betonverdeler 4 zijn nagenoeg horizontaal ten opzichte van elkaar heen en weer beweegbaar. In deze specifieke uitvoeringsvorm is de tafel 5 vast terwijl het de betonverdeler 4 is die heen en weer beweegbaar is, zoals aangeduid werd door pijlen 6 en 7. Hiertoe is de betonverdeler 4 gemonteerd op een wagentje 8 dat bij middel van wielen 9 verplaatsbaar is op rails 10. Deze inrichting is gekenrnerkt, volgens de EMI7.1 . uitvinding, door het feit dat een sproeisysteem 11 samenwerkt met de betonverdeler 4 en toelaat een deel van het beton 3, bij de verdeling van dit laatste, te bevochtigen. <Desc/Clms Page number 8> Dit sproeisysteem vertoont een raamwerk 12 dat opgehangen is aan het wagentje 8 en aldus samen met dit laatste verplaatsbaar is. De betonverdeler omvat een voorraadbak of trechter 13 die eveneens op het wagentje 8 gemonteerd is en onderaan een bijvoorbeeld bij middel van een niet voorgestelde schuif afsluitbare uitlaatopening 14 vertoont waarlangs dus beton, die zich in de voorraadbak 13 bevindt, afgenomen kan worden op een al of niet continue wijze. Deze voorraadbak kan gevoed worden vanaf een eveneens niet voorgestelde betonmenger. Onder deze uitlaatopening 14 bevindt zieh een nagenoeg horizontaal ingestelde transportband 15 die eveneens bij middel van een raamwerk 16 aan het wagentje 8 opgehangen is. Het sproeisysteem 11 is voorzien van een reeks sproeiers 17 welke gericht zijn op de relatief dünne betonlaag 18 die gevormd wordt op de transportband 15. In deze specifieke uitvoeringsvorm bevinden de sproeiers 17 zich aan het achterste uiteinde 19 van de transportband 15 en zijn deze gericht volgens een richting welke een componente vertoont die tegengesteld is aan de verplaatsingsrichting van de betonlaag 18, zodanig dat in zekere zin het bij middel van de sproeiers 17 op deze, betonlaag 18 verspreid water reeds gedeeltelijk in deze laag dringt. Deze sproeiers 17 zijn gericht op het van het uiteinde 19 van de transportband reeds vallend beton en zijn aldus schuin naar boven gericht, zodanig dat de vanaf de sproeiers 17 afkomstige waterstralen 20 enigszins tangentieel zijn'aan de cilinder 21 waarrond de transportband 15 aan dit achterste uiteinde 19 naar EMI8.1 e beneden omgebogen is en terugloopt naar het voorste uiteinde 21. Derichting van de sproeiers 17 kan eventueel regelbaar zijn door deze te monteren op een horizontale om haar as over een bepaalde hoek draaibare aanvoerleiding 22. Dit kan ondermeer nuttig zijn om toe te laten de sproeiers 17 in te stellen volgens een hoek die een maximale indringing van de waterstraal in de aangevoerde betonJaag 18 maakt. Een andere mogelijkheid is dat de sproeiers 17 eventueel naar beneden gericht kunnen worden, naar de tafel 5, zoals in punt-streep lijnen voorgesteld wordt in figuur 12, om aldus rechtstreeks de <Desc/Clms Page number 9> betonlaag die gevormd wordt op de tafel 5 te bevochtigen. De tafel 5 werkt bij voorkeur samen met een niet voorgesteld trilmechanisme, dat toelaat een efficiente verdichting en zo nodig ontluchting van het aangevoerd beton te bekomen. Op deze tafel 5 is een bekisting 23, welke bij voorkeur uit metaal is, geplaatst waarin de betonelementen gevormd worden. Op zichzelf bekende middelen zijn voorzien welke toelaten de betonelementen nagenoeg onmiddellijk te ontkisten. Dergelijke middelen werden eveneens niet in de figuren voorgesteld teneinde deze niet onnodig onoverzichtelijk te maken. De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak. --Aldus kunnen meerdere veranderingen overwogen worden, ondermeer wat betreft de vorm en relatieve afmetingen van de verschillende samenstellende onderdelen, zoals bijvoorbeeld van de opstelling van het sproeisysteem 11. In sommige gevallen, kan het nuttig zijn al het bij middel van de verdeler aangevoerd beton in mindere of meerdere mate te bevochtigen bij middel van het sproeisysteem.,
Claims (1)
- CONCLUSIES 1. Werkwijze voor net vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, volgens dewelke gebruik gemaakt wordt van relatief droog beton voor het vormen van deze elementen, met het kenmerk dat men het deel van dit beton, dat bestemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, met water bevochtigt tot het bekomen van een relatief vloeibaar beton.2. Werkwijze volgens conclusie I, met het kenmerk dat men genoemd deel van het beton bevochtigt door het op een nagenoeg continue wijze met water te besproeien bij het vormen van het element.3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat men genoemd deel van het beton onder vorm van een relatief dunne laag aanvoert en men deze laag tijdens dit aanvoeren met water besproeit tot op het ogenblik dat een voldoende hoeveelheid beton, overeenstemmend met het deel dat nodig is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, bevochtigd is.4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat men genoemd deel van het beton onder vorm van een relatief dunne laag aanvoert bij middel van een transportband.5. Werkwijze volgens een van de conclusies 3 of 4, met het kenmerk dat men het element in een bekisting vormt en. het aldus gevormd element, na het vormen, nagenoeg onmiddellijk ontkist.6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat men het beton, dat bestemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, bevochtigt op het ogenblik dat het in de bekisting gebracht wordt.7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat men het deel van het beton, dat bestemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, nagenoeg op het ogenblik dat het de transportband verlaat, met water besproeit en men dit aldus bevochtigd beton vanaf een bepaalde hoogte in de bekisting stort, zodanig dat het beton bij het vallen in de bekisting een menging met het supplementaire water ondergaat en zieh in deze bekisting verdeelt. <Desc/Clms Page number 11> gericht zijn op genoemde betonlaag.15. Inrichting volgens ronc ! uste kenmerk dat de sproeiers zieh bevinden aan het achterste transportband en gericht zijn volgens een richting welke een EMI11.1 vertoont die tegengesteld is aan de verplaatsingsrichting van de zo 16. Inrichting volgens een van of 15, met het kenmerk. de sproeiers gericht zijn op het van h t... . van de transportband vallend beton.17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de sproeiers schuin naar boven gericht zijn en met hun assen gelegen zijn in een vlak dat nagenoeg tangentieel is aan een cylinder waarrond de transportband aan genoemd achterste uiteinde naar beneden omgebogen is en terugloopt naar het voorste uiteinde.18. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de sproeiers'naar beneden gericht zijn, op de betonlaag die vanaf de transportband op genoemde tafel gevormd wordt.19. Inrichting volgens in van de conclusies 14 tot 18, met het kenmerk dat de richting van de sproeiers regelbaar is.20. Inrichting volgens een van de conclusies 13 tot 19, met het kenmerk dat genoemde tafel samenwerkt met een trilmechanisme.21. Inrichting volgens een van de conclusies 13 tot 20, met het kenmerk dat op genoemde tafel een bekisting voorzien is waarin de betonelementen gevormd worden.22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk dat middelen voorzien zijn om de betonelementen nagenoeg onmiddellijk te ontkisten.23. Inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, zoals hiervoor beschreven of in bijgevoegde tekeningen voorgesteld werd.24. Betonelement bekomen volgens de hierboven beschreven werkwijze en/cf bij middel v ? n de hierboven beschreven en in de figuren voorgestelde inrichting.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE0/216252A BE904209A (nl) | 1986-02-10 | 1986-02-10 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE0/216252A BE904209A (nl) | 1986-02-10 | 1986-02-10 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE904209A true BE904209A (nl) | 1986-05-29 |
Family
ID=3844005
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE0/216252A BE904209A (nl) | 1986-02-10 | 1986-02-10 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE904209A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN107553709A (zh) * | 2017-10-10 | 2018-01-09 | 北京隆翔环保科技有限公司 | 混凝土制品混色装置 |
-
1986
- 1986-02-10 BE BE0/216252A patent/BE904209A/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN107553709A (zh) * | 2017-10-10 | 2018-01-09 | 北京隆翔环保科技有限公司 | 混凝土制品混色装置 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DE69736362T2 (de) | Verteilervorrichtung für pulverförmiges Material | |
US2320728A (en) | Apparatus for molding concrete slabs | |
CA1109222A (en) | Method with combined vibration and pressure action in an airless environment for the formation of resin- bonded grit slabs and apparatus for implementing said method | |
US1931570A (en) | Method for manufacturing artificial lumber | |
DE1504835B1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Aufbringen von Deckschichten auf aus Kunststoffhartschaum bestehende Traegerplatten | |
CA1046246A (en) | Apparatus for manufacturing plaster sheets | |
EP0292452B1 (en) | Procedure for the production of concrete elements | |
BE904209A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak. | |
DE2103931A1 (de) | Anlage zum kontinuierlichen Her steJJen von Formkorpern, insbesondere von Platten, aus Gips | |
DE2506054A1 (de) | Einrichtung zum aufbringen von streugut auf teigformlinge | |
US3480509A (en) | Continuous production of heat-insulating sheets | |
EP0602134A1 (de) | Verfahren zur herstellung von gipsfaserplatten nach einem halbtrockenverfahren und anlage zur durchführung des verfahrens. | |
DE2417553A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zum herstellen eines produkts aus beton oder aehnlichen materialien | |
US1875644A (en) | Apparatus for making heat and sound insulating products | |
DE69101641T2 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Entnehmen von Ziegeln aus Formkästen. | |
DE2503267A1 (de) | Automatische form- und kernformmaschine | |
BE1008495A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een toplaag op een betonlaag. | |
DE2152124A1 (de) | Verfahren und Maschine zur Herstellung laenglicher Betonbauelemente | |
DE694589C (de) | Vorrichtung zum gleichzeitigen Herstellen von Formlingen aus Kunststein | |
AT380198B (de) | Verfahren zur herstellung eines hohlbausteines mit zumindest zwei gegenueberliegenden sichtflaechen mit waschbetonstruktureffekt und vorrichtung hiefuer | |
DE648505C (de) | Vergiessen von Hartwachsen | |
AT164571B (de) | Verfahren und Maschine zur Erzeugung von Platten aus abbindenden, erhärtenden Werkstoffen, wie Beton u. dgl., insbesondere von wasserdichten Bauplatten geringer Wandstärke | |
GB849995A (en) | A method and apparatus for producing solid or hollow bodies of chocolate or the like | |
DE2618599A1 (de) | Vorrichtung zum dosierten fuellen stationaerer pressformen | |
AT225591B (de) | Vorrichtung zur Herstellung dünner Leichtbauplatten |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: JAN CONSTRUCT N.V. Effective date: 19880228 |