<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een
EMI1.1
U ten name van de naamloze vennootschap : "JAN CONSTRUCT' voor : "Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak".
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, volgens dewelke gebruik gemaakt wordt van relatief droog beton voor het vormen van deze elementen.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een technisch eenvoudige maar ekonomisch en industrieel belangrijke werkwijze voor te stellen voor het vervaardigen van dergelijke beton elementen welke, indien ze in een bekisting gevormd worden, nagenoeg onmiddellijk kunnen ontkist worden.
Bij de thans meestal gebruikte werkwijzen voor het vormen van betonelementen die nagenoeg onmiddellijk ontkist worden, is het praktisch uitgesloten dat deze elementen een voldoende glad oppervlak vertonen aangezien de gebruikte beton relatief droog dient te zijn om deze 'onmiddellijke ontkisting mogelijk te maken. t
Aldus, wanneer het vereist is dat de betonelementen een glad oppervlak vertonen, worden deze gevormd met relatief vochtig beton, hetgeen dan ook een relatief lange verhardingstijd vergt waardoor het ontkisten slechts na enkele dagen mogelijk is.
Een dergelijke werkwijze vereist relatief belangrijke investeringen aangezien men over een groot aantal vormen dient te beschikker. voor het bekomen van een voldoend hoge produktie.
De uitvinding heeft tot doel aan deze verschillende nadelen te verhelpen en een werkwijze voor te stellen die toelaat betonelementen te vervaardigen, waarvan minstens een van de zijden een afgewerkt glad oppervlak vertoont en dat, indien dit gevormd wordt in een bekisting, nagenoeg onmiddellijk ontkist kan worden.
<Desc/Clms Page number 3>
Volgens de uitvinding bevochtigt men het deel van het beton, dat bestemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, met water tot het bekomen van een relatief vloeibaar beton.
EMI3.1
Doelmatig bevochtigt men genoemd deel van 0 het beton door het op een nagenoeg continue wijze met water te besproeien bij het vormen van het element.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding voert men genoemd deel van het beton aan onder vorm van een relatief dunne laag en besproeit men deze laag tijdens dit aanvoeren met water tot op het ogenblik dat een voldoende hoeveelheid beton, overeenstemmend met het deel dat nodig is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, bevochtigd is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vormt men eerst een dunne laag, bij voorkeur van de orde van I à 2 cm dikte, van bevochtigd-beton dat bestemd is voor het bekomen van genoemd glad oppervlak en brengt men vervolgens op deze dunne betonlaag nagenoeg onmiddellijk het overblijvend relatief droog beton voor het vormen van desbetreffend betonelement.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, meer bepaald op een inrichting voor het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze.
Deze inrichting omvat een betonverdeler en een
EMI3.2
onder deze laatste voorziene tafel waarop de betonelementen dienen 0 te worden, waarbij deze tafel en de betonverdeler nagenoeg horizontaal ten opzichte van elkaar heen en weer beweegbaar zijn.
Deze inrichting wordt gekenmerkt door het feit dat een sproeisysteem samenwerkt met d < betonverdeler en toelaat minstens een deel van het beton, tijdens de verdeling van dit laatste, te bevochtigen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van deze Inrichting omvat de betonveraeler een in nagenoeg horizontale richting heen en weer beweegbare wagen met een betonvoorraadbak en een onder deze laatste gemonteerde transportband waarop beton vanaf genoemde bak volgens een bepaald debiet verdeeld kan worden tot het vormen van een relatief
EMI3.3
dunne betonlaag, waarbij sproeiers van genoemd sproeisysteem gericht zijn op 0
<Desc/Clms Page number 4>
genoemde betonlaag.
In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de sproeiers gericht op het van het achterste uiteinde van de transportband vallend beton.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren ; in deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betfekking op dezelfde elementen.
Figuur 1 is een schematisch zijaanzicht van een typische uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van betonplaten met minstens een relatief glad oppervlak.
Figuur 2 is een gedeeltelijk bovenaanzicht, volgens de lijn 11-II van figuur 1.
Figuur 3 is een dwarsdoorsnede van een betonelement volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 4 is een analoge dwarsdoorsnede van een betonelement volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak, waarbij gebruik gemaakt wordt van relatief droog beton voor het vormen van deze elementen, zodanig dat deze voldoende stijf zijn om nagenoeg onmiddellijk ontkist te worden nadat ze in een bekisting gevormd worden.
Het betreft hier meer bepaald betonplaten welke bestemd zijn voor vloeren of zolderingen en waarvan minstens een zijde een afgewerkt glad oppervlak dient te vertonen, zodanig dat het zichtbaar kan blijven.
Indien het betonplaten betreft die bijvoorbeeld bestemd zijn tot het vormen van scheidingswanden kan het nuttig zijn dat beide zijden een relatief glad oppervlak vertonen.
<Desc/Clms Page number 5>
Volgens de uitvinding bevochtigt men het deel van het gebruikt droog beton dat bestemd is voor het vormen van de buitenlaag van het element, met een glad oppervlak. De bevochtiging dient dus zodanig te zijn dat het beton van deze laag voldoende vloeibaar is om tijdens het gieten van dit laatste bijvoorbeeld in een bekisting nagenoeg geen ingesloten luchtbellen te vormen die zich aan de oppervlakte van het element zouden kunnen vertonen.
Het beton voor het vormen van deze laag dient minstens voldoende vloeibaar te zijn om wanneer de laag getrild wordt volgens een op zichzelf bekende manier, het beton zodanig te verdichten dat de eventueel ingesloten luchtbellen verwijderd worden.
De nodige vloeibaarheid van het beton kan op een eenvoudige wijze experimenteel bepaald worden. Er dient daarbij natuurlijk ervoor gezorgd te worden dat deze vloeibaarheid niet te hoog is, teneinde eventuele segregatie" van het beton te vermijden tijdens het vormen van deze laag.
Door droog of yast beton dient verstaan te worden, beton waarvan het watergehalte minimaal is, maar nochtans voldoende om aan het beton de nodige consistentie te geven en toe te laten dit vanaf een trechter op een transportband te verdelen. Dit watergehalte kan dan ook door iedere vakman op een eenvoudige manier experimenteel bepaald worden.
Een zeer praktische manier voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding bestaat erin genoemd deel van het beton te bevochtigen door het op een nagenoeg continue wijze met water te besproeien bij het vormen van het element.
Meer bepaald kan men, volgens de uitvinding, dit deel van het beton onder vorm van een relatief dunne laag aanvoeren en deze laag tijdens dit aanvoeren met water besproeien tot op het ogenblik dat een voldoende hoeveelheid beton, overeenstemmend met het deel dat nodig is voor het vormen van het glad oppervlak, bevochtigd is.
Hiertoe kan men het beton onder vorm van een relatief dunne laag aanvoeren bij middel van een transportband.
<Desc/Clms Page number 6>
Indien gebruik gemaakt wordt van een bekisting voor het vormen van het betonelement, bevochtigt men het deel van het beton dat bestemd is voor het vormen van het glad oppervlak juist op het ogenblik dat het in de bekisting gebracht wordt, zodanig dat tegelijkertijd het beton automatisch met dit suppfementaire water op een nagenoeg homogene wijze gemengd wordt.
In een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding besproeit men het genoemd deel van het beton met water op het ogenblik dat het de transportband verlaat en stort men het aldus bevochtigd beton vanaf een bepaalde hoogte in de bekisting tot het bekomen van deze automatische menging.
In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het eventueel nuttig zijn het deel van het beton dat bestemd is voor het vormen van genoemd oppervlak te bevochtigen nadat het in de bekisting gestort is.
In sommige gevallen kan het zelfs nuttig zijn beide manieren van bevochtigen te combineren, waarbij dus in zekere zin een gedeeltelijke bevochtigde laag beton die in de bekisting verdeeld wordt, welke nabevochtigd wordt alvorens de rest van het droog beton aangevoerd wordt.
Zoals hierboven reeds vermeld werd, kan men de bekisting, minstens tijdens het brengen in deze laatste van het deel van het beton, dat beasemd is voor het vormen van genoemd glad oppervlak, aan een op zichzelf bekende trilbeweging onderwerpen, dit teneinde, enerzijds, een voldoende verdeling en verdichting van het beton in de bekisting te bekomen en, anderzijds, ervoor te zorgen dat minstens de luchtbellen die eventueel gesloten zijn in de dunne laag vloeibaar beton uit deze laatste zouden verwijderd worden.
Indien slechts een van de zijden van het betonelement een glad oppervlak dient te vertonen dan dient vc ! gens de uitvinding, de voorkeur eraan gegeven te worden eerst een dunne betoniaag, bij voorkeur van de orde van I à 2 cm dikte, te vormen en vervolgens op deze dunne betonlaag nagenoeg onmiddellijk het overblijvend relatief droog beton aan te brengen voor het vormen van het betonelement.
<Desc/Clms Page number 7>
Een dergelijk element werd voorgesteld in figuur 3. Dit element ver-toont een glad oppervlak 1 dat bekomen wordt bij middel van de dunne laag vloeibaar beton 2, waarop dan een dikkere laag relatief vast of droog beton 3 aangebracht is.
In figuur 4 wordt een betonelement voorgesteld dat twee gladde oppervlakken 1 en l'vertoont. Het glad oppervlak l'kan bijvoorbeeld bekomen worden door gewoon het bovenoppervlak van de laag droog beton 3 met water te besproeien. Meestal zal echter het oppervlak l' niet voldoende glad zijn zodanig dat dit een bijkomende polijsting zal dienen te ondergaan. ondergaan.
De mogelijkheid bestaat natuurlijk eveneens om, zelfs wanneer slechts een glad oppervlak vereist is, dit te vormen met een dunne laag vloeibaar beton die gevormd wordt bovenop de dikkere laag droog beton. dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het vervaardigen van een element dat bestemd is voor het vormen van een scheidingswand, waarvan een van de zijden bestaat uit glijswerk, dat alvorens het element gevormd wordt in de bekisting geplaatst wordt om aldus in het beton ingebed te worden.
In de figuren 1 en 2 wordt schematisch een inrichting voorgesteld voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een glad oppervlak, meer bepaald voor het toepassen van de hierboven beschreven werkwijze.
Deze inrichting omvat hoofdzakelijk een betonverdeler 4 en een onder deze laatste voorziene tafel 5 waarop de in de figuren 3 en 4 voorgestelde betonelementen dienen gevormd te worden.
Deze tafel 5 en de betonverdeler 4 zijn nagenoeg horizontaal ten opzichte van elkaar heen en weer beweegbaar. In deze specifieke uitvoeringsvorm is de tafel 5 vast terwijl het de betonverdeler 4 is die heen en weer beweegbaar is, zoals aangeduid werd door pijlen 6 en 7. Hiertoe is de betonverdeler 4 gemonteerd op een wagentje 8 dat bij middel van wielen 9 verplaatsbaar is op rails 10.
Deze inrichting is gekenrnerkt, volgens de
EMI7.1
. uitvinding, door het feit dat een sproeisysteem 11 samenwerkt met de betonverdeler 4 en toelaat een deel van het beton 3, bij de verdeling van dit laatste, te bevochtigen.
<Desc/Clms Page number 8>
Dit sproeisysteem vertoont een raamwerk 12 dat opgehangen is aan het wagentje 8 en aldus samen met dit laatste verplaatsbaar is.
De betonverdeler omvat een voorraadbak of trechter 13 die eveneens op het wagentje 8 gemonteerd is en onderaan een bijvoorbeeld bij middel van een niet voorgestelde schuif afsluitbare uitlaatopening 14 vertoont waarlangs dus beton, die zich in de voorraadbak 13 bevindt, afgenomen kan worden op een al of niet continue wijze.
Deze voorraadbak kan gevoed worden vanaf een eveneens niet voorgestelde betonmenger.
Onder deze uitlaatopening 14 bevindt zieh een nagenoeg horizontaal ingestelde transportband 15 die eveneens bij middel van een raamwerk 16 aan het wagentje 8 opgehangen is.
Het sproeisysteem 11 is voorzien van een reeks sproeiers 17 welke gericht zijn op de relatief dünne betonlaag 18 die gevormd wordt op de transportband 15.
In deze specifieke uitvoeringsvorm bevinden de sproeiers 17 zich aan het achterste uiteinde 19 van de transportband 15 en zijn deze gericht volgens een richting welke een componente vertoont die tegengesteld is aan de verplaatsingsrichting van de betonlaag 18, zodanig dat in zekere zin het bij middel van de sproeiers 17 op deze, betonlaag 18 verspreid water reeds gedeeltelijk in deze laag dringt.
Deze sproeiers 17 zijn gericht op het van het uiteinde 19 van de transportband reeds vallend beton en zijn aldus schuin naar boven gericht, zodanig dat de vanaf de sproeiers 17 afkomstige waterstralen 20 enigszins tangentieel zijn'aan de cilinder 21 waarrond de transportband 15 aan dit achterste uiteinde 19 naar
EMI8.1
e beneden omgebogen is en terugloopt naar het voorste uiteinde 21.
Derichting van de sproeiers 17 kan eventueel regelbaar zijn door deze te monteren op een horizontale om haar as over een bepaalde hoek draaibare aanvoerleiding 22. Dit kan ondermeer nuttig zijn om toe te laten de sproeiers 17 in te stellen volgens een hoek die een maximale indringing van de waterstraal in de aangevoerde betonJaag 18 maakt.
Een andere mogelijkheid is dat de sproeiers 17 eventueel naar beneden gericht kunnen worden, naar de tafel 5, zoals in punt-streep lijnen voorgesteld wordt in figuur 12, om aldus rechtstreeks de
<Desc/Clms Page number 9>
betonlaag die gevormd wordt op de tafel 5 te bevochtigen.
De tafel 5 werkt bij voorkeur samen met een niet voorgesteld trilmechanisme, dat toelaat een efficiente verdichting en zo nodig ontluchting van het aangevoerd beton te bekomen.
Op deze tafel 5 is een bekisting 23, welke bij voorkeur uit metaal is, geplaatst waarin de betonelementen gevormd worden.
Op zichzelf bekende middelen zijn voorzien welke toelaten de betonelementen nagenoeg onmiddellijk te ontkisten.
Dergelijke middelen werden eveneens niet in de figuren voorgesteld teneinde deze niet onnodig onoverzichtelijk te maken.
De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van betonelementen met minstens een relatief glad oppervlak.
--Aldus kunnen meerdere veranderingen overwogen worden, ondermeer wat betreft de vorm en relatieve afmetingen van de verschillende samenstellende onderdelen, zoals bijvoorbeeld van de opstelling van het sproeisysteem 11.
In sommige gevallen, kan het nuttig zijn al het bij middel van de verdeler aangevoerd beton in mindere of meerdere mate te bevochtigen bij middel van het sproeisysteem.,
<Desc / Clms Page number 1>
DESCRIPTION associated with a
EMI1.1
You in the name of the public limited company: "JAN CONSTRUCT" for: "Method and device for the production of concrete elements with at least a smooth surface".
<Desc / Clms Page number 2>
The invention relates to a method for manufacturing concrete elements with at least a relatively smooth surface, according to which use is made of relatively dry concrete for forming these elements.
The main object of the invention is to propose a technically simple but economically and industrially important method for manufacturing such concrete elements which, if formed in a formwork, can be stripped almost immediately.
In the currently most commonly used processes for forming concrete elements which are stripped almost immediately, it is practically excluded that these elements have a sufficiently smooth surface, since the concrete used must be relatively dry to allow this immediate stripping. t
Thus, when the concrete elements are required to have a smooth surface, they are formed with relatively moist concrete, which therefore requires a relatively long hardening time, so that the demoulding is only possible after a few days.
Such a method requires relatively important investments, since a large number of forms must be available. for obtaining a sufficiently high production.
The object of the invention is to overcome these various drawbacks and to propose a method which allows the production of concrete elements, of which at least one of the sides has a finished smooth surface and which, if formed in a formwork, can be stripped almost immediately .
<Desc / Clms Page number 3>
According to the invention, the part of the concrete intended for forming said smooth surface is moistened with water to obtain a relatively liquid concrete.
EMI3.1
The said part of 0 is advantageously moistened with concrete by spraying it with water in a substantially continuous manner when the element is formed.
In a special embodiment of the invention, said part of the concrete is supplied in the form of a relatively thin layer and this layer is sprayed with water during this feeding until the moment that a sufficient amount of concrete, corresponding to the part required for forming said smooth surface is wetted.
In a preferred embodiment of the invention, a thin layer, preferably of the order of 1 to 2 cm thick, is first formed of wetted concrete which is intended for obtaining said smooth surface and then the thin concrete layer is then applied almost immediately. remaining relatively dry concrete to form the relevant concrete element.
The invention also relates to a device for manufacturing such concrete elements with at least a relatively smooth surface, in particular to a device for applying the method described above.
This device comprises a concrete distributor and a
EMI3.2
under the latter provided table on which the concrete elements must become 0, wherein this table and the concrete distributor are movable to and fro almost horizontally relative to each other.
This device is characterized by the fact that a sprinkler system cooperates with the concrete distributor and allows to wet at least part of the concrete during the distribution of the latter.
In a special embodiment of this device, the concrete shed comprises a trolley which can be moved in a substantially horizontal direction to and fro with a concrete storage bin and a conveyor belt mounted under the latter, on which concrete can be distributed from said bin at a specific flow rate to form a relatively
EMI3.3
thin concrete layer, in which nozzles of said sprinkler system are aimed at 0
<Desc / Clms Page number 4>
said concrete layer.
In a more special embodiment of the invention, the nozzles are aimed at the concrete falling from the rear end of the conveyor belt.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a specific embodiment of the method and device according to the invention; this description is given as an example only and does not limit the scope of the protection sought; the reference numbers used hereinafter refer to the attached figures; in these different figures, like reference numerals refer to like elements.
Figure 1 is a schematic side view of a typical embodiment of a device according to the invention for manufacturing concrete slabs with at least a relatively smooth surface.
Figure 2 is a partial plan view, taken along line 11-II of Figure 1.
Figure 3 is a cross section of a concrete element according to a first embodiment of the invention.
Figure 4 is an analogous cross-section of a concrete element according to a second embodiment of the invention.
The invention relates to a method for manufacturing concrete elements with at least a relatively smooth surface, wherein relatively dry concrete is used to form these elements, such that they are sufficiently rigid to be stripped almost immediately after they have been put in a formwork.
More specifically, this concerns concrete slabs which are intended for floors or ceilings and of which at least one side must have a finished smooth surface, so that it can remain visible.
If it concerns concrete slabs intended, for example, to form partitions, it may be useful that both sides have a relatively smooth surface.
<Desc / Clms Page number 5>
According to the invention, the part of the used dry concrete intended for forming the outer layer of the element is wetted with a smooth surface. The wetting should therefore be such that the concrete of this layer is sufficiently liquid that during the pouring of the latter, for example, in a formwork, virtually no trapped air bubbles can form which could appear on the surface of the element.
The concrete for forming this layer must be at least sufficiently liquid to compact the concrete in such a way that the layer is vibrated in a manner known per se, such that any trapped air bubbles are removed.
The required fluidity of the concrete can be easily determined experimentally. Of course, care should be taken to ensure that this fluidity is not too high in order to avoid any segregation of the concrete during the formation of this layer.
By dry or yast concrete is to be understood, concrete whose water content is minimal, but nevertheless sufficient to give the concrete the necessary consistency and to allow it to be distributed from a funnel on a conveyor belt. This water content can therefore be easily determined experimentally by any person skilled in the art.
A very practical way of applying the method according to the invention is to wet said part of the concrete by spraying it with water in a substantially continuous manner when the element is formed.
More specifically, according to the invention, this part of the concrete can be supplied in the form of a relatively thin layer and this layer can be sprayed with water during this supply until the moment that a sufficient amount of concrete, corresponding to the part required for the smooth surface, is wetted.
To this end, the concrete can be supplied in the form of a relatively thin layer by means of a conveyor belt.
<Desc / Clms Page number 6>
If a formwork is used to form the concrete element, the part of the concrete intended for forming the smooth surface is wetted just when it is introduced into the formwork, such that at the same time the concrete is automatically this supplementary water is mixed in a substantially homogeneous manner.
In a specific embodiment of the invention, the said part of the concrete is sprayed with water the moment it leaves the conveyor belt and the concrete thus wetted is poured into the formwork from a certain height until this automatic mixing is obtained.
In another embodiment of the invention, it may be useful to moisten the part of the concrete intended to form said surface after it has been poured into the formwork.
In some cases it may even be useful to combine both types of moistening, thus to some extent distributing a partially wetted layer of concrete in the formwork, which is re-wetted before the rest of the dry concrete is supplied.
As already mentioned above, the formwork can be subjected to a vibration known per se, at least during the introduction into the latter of the part of the concrete which is bathed for forming said smooth surface, in order to to obtain sufficient distribution and compaction of the concrete in the formwork and, on the other hand, to ensure that at least the air bubbles that may be closed in the thin layer of liquid concrete would be removed from the latter.
If only one of the sides of the concrete element should have a smooth surface, then vc! In accordance with the invention, it is preferred to first form a thin concrete layer, preferably of the order of 1 to 2 cm thick, and then apply the remaining relatively dry concrete to this thin concrete layer almost immediately to form the concrete element.
<Desc / Clms Page number 7>
Such an element was represented in figure 3. This element shows a smooth surface 1 which is obtained by means of the thin layer of liquid concrete 2, on which a thicker layer of relatively solid or dry concrete 3 is then applied.
In figure 4 a concrete element is shown which has two smooth surfaces 1 and 1. The smooth surface 1 can, for example, be obtained by simply spraying the top surface of the layer of dry concrete 3 with water. Usually, however, the surface 1 'will not be sufficiently smooth such that it will have to undergo additional polishing. undergo.
Of course, it is also possible, even if only a smooth surface is required, to form it with a thin layer of liquid concrete which is formed on top of the thicker layer of dry concrete. this may be the case, for example, in the manufacture of an element intended to form a dividing wall, one of the sides of which consists of sliding, which is placed in the formwork before the element is formed so as to be embedded in the concrete .
Figures 1 and 2 schematically represent a device for manufacturing concrete elements with at least a smooth surface, in particular for applying the method described above.
This device mainly comprises a concrete distributor 4 and a table 5 provided under the latter, on which the concrete elements represented in figures 3 and 4 are to be formed.
This table 5 and the concrete distributor 4 can be reciprocated virtually horizontally relative to each other. In this specific embodiment, the table 5 is fixed while it is the concrete distributor 4 that is movable to and fro, as indicated by arrows 6 and 7. For this purpose, the concrete distributor 4 is mounted on a trolley 8 which is movable by means of wheels 9 on rails 10.
This device is characterized, according to the
EMI7.1
. invention, due to the fact that a sprinkler system 11 cooperates with the concrete distributor 4 and allows to wet a part of the concrete 3 during the distribution of the latter.
<Desc / Clms Page number 8>
This sprinkler system has a frame 12 suspended from the trolley 8 and thus movable together with the latter.
The concrete distributor comprises a storage bin or funnel 13, which is also mounted on the trolley 8 and has at the bottom an outlet opening 14 which can be closed, for example, by means of a slide which is not shown, so that concrete, which is located in the storage bin 13, can be taken off on a not continuously.
This hopper can be fed from a concrete mixer, also not proposed.
Under this outlet opening 14 there is a substantially horizontally adjusted conveyor belt 15, which is also suspended from the trolley 8 by means of a frame 16.
The sprinkler system 11 is provided with a series of sprinklers 17 which are aimed at the relatively thin concrete layer 18 which is formed on the conveyor belt 15.
In this particular embodiment, the nozzles 17 are located at the rear end 19 of the conveyor belt 15 and are oriented in a direction which exhibits a component opposite to the direction of movement of the concrete layer 18, such that in a sense it is achieved by means of the sprinklers 17 on this water dispersed in concrete layer 18 already partially penetrate into this layer.
These nozzles 17 are aimed at the concrete already falling from the end 19 of the conveyor belt and are thus directed obliquely upwards, such that the water jets 20 from the nozzles 17 are somewhat tangential to the cylinder 21 around which the conveyor belt 15 is attached to this rear end 19 to
EMI8.1
e is bent at the bottom and runs back to the front end 21.
The direction of the nozzles 17 can optionally be adjustable by mounting them on a horizontal supply line 22 which can rotate about its axis and which can be rotated about its axis. This can be useful, among other things, to allow the nozzles 17 to be adjusted at an angle which allows a maximum penetration of makes the water jet in the supplied concrete Chase 18.
Another possibility is that the nozzles 17 can optionally be directed downwards to the table 5, as is shown in dot-dashed lines in figure 12, so as to directly
<Desc / Clms Page number 9>
wet the concrete layer that is formed on the table 5.
The table 5 preferably cooperates with a vibration mechanism not proposed, which allows efficient compaction and, if necessary, venting of the supplied concrete.
On this table 5 is placed a formwork 23, which is preferably of metal, in which the concrete elements are formed.
Means known per se are provided which allow the concrete elements to be stripped almost immediately.
Such means were also not presented in the figures in order not to make them unnecessarily unclear.
The invention is of course in no way limited to the above-described embodiments of the method and device according to the invention for manufacturing concrete elements with at least a relatively smooth surface.
--Multiple changes can therefore be envisaged, including the shape and relative dimensions of the different constituent parts, such as the arrangement of the sprinkler system 11.
In some cases, it may be useful to wet all or more of the concrete supplied from the manifold with the sprinkler system.