<Desc/Clms Page number 1>
WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN TOPLAAG
OP EEN BETONLAAG
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een toplaag op een niet volledig uitgeharde betonlaag door een of meerdere bestanddelen, waaruit genoemde toplaag gevormd, wordt te verdelen op de betonlaag.
Bij de afwerking van betonlagen, bijvoorbeeld voor het gebruik als industriële vloeren, kan het vereist zijn een toplaag van enkele milimeters dikte met welbepaalde eigenschappen, zoals slijtbestendigheid, hoge weerstand tegen impaktbelasting, chemische inertheid, enz. op het beton aan te brengen.
In de tot nog toe bestaande werkwijzen worden, om een dergelijke toplaag te verkrijgen, de bestanddelen van de toplaag ofwel m. b. v. kruiwagen en schop, ofwel m. b. v. een doseerapparaat over de betonlaag verdeeld.
Wanneer een kruiwagen en schop gebruikt worden wordt eerst op het oppervlak van de nog niet volledig uitgeharde betonlaag een brij gevormd door platen met een ruw oppervlak op deze betonlaag te drukken en over deze laatste te verschuiven, meer bepaald te laten roteren d. m. v. een zogenaamde vlindermachine. Over de gevormde brij worden de bestanddelen van de te vormen toplaag onder poedervorm of als korrels verdeeld m. b. v. een schop. In een volgende stap wordt de vlindermachine opnieuw ingezet om de verdeelde bestanddelen innig te vermengen met de gevormde brij alvorens deze te laten uitharden.
Deze methode is heel arbeidsintensief en laat niet toe een homogene toplaag te bekomen. Verder vormt de kruiwagen relatief diepe sporen op het beton die ook nog na afwerking zichtbaar blijven.
Bij het gebruik van een doseerapparaat wordt dit laatste over de betonlaag getrokken en worden bij
<Desc/Clms Page number 2>
middel van dit laatste genoemde bestanddelen gelijkmatig verdeeld over de nog niet volledig uitgeharde beton. De bedoeling is dat deze bestanddelen, door het onttrekken van vocht aan het onderliggend beton, zich hieraan zouden vasthechten. Hierdoor kan slechts een zeer dunne toplaag van deze bestanddelen gevormd worden die bovendien meestal een slechte binding vormt met de onderliggende betonlaag.
Een ander nadeel is dat, door het verplaatsen van het doseerapparaat over deze betonlaag, in deze laatste sporen gevormd worden die in de dunne toplaag zichtbaar blijven.
Aan dit nadeel van slechte hechting en spoorvorming wordt verholpen door gebruik te maken van een meer gesofistikeerd doseerapparaat dat naast de betonlaag verplaatst wordt en dit wanneer het beton nog volledig vloeibaar is, t. t. z. nagenoeg onmiddellijk nadat het gegoten en genivelleerd werd.
Deze methode is echter relatief kostelijk, terwijl bovendien de op het vloeibare beton verdeelde bestanddelen grotendeels in dit laatste wegzakken zodanig dat de concentratie van deze bestanddelen in de eigenlijke toplaag te gering wordt en dus de kwaliteit ervan negatief beïnvloedt.
Verder is het zo dat, in enkele specifieke gevallen, wanneer de toplaag een relatief grote concentratie aan bepaalde produkten, zoals"Korodur", dient te bevatten en de dikte ervan ongeveer 10 mm dient te bedragen deze tot op heden manueel d. m. v. een spatel moet aangebracht worden, zodat een werkman slechts enkele tientallen vierkante meter per dag kan aanleggen.
Tenslotte, wordt de kwaliteit van de aangelegde toplaag, door het toepassen van de bekende technieken, in zeer grote mate beïnvloed door de kwalificatie van de arbeidskrachten.
De uitvinding wil aan deze verschillende nadelen verhelpen door het mogelijk te maken om toplagen aan te brengen met een grote nauwkeurigheid, welke innig met de betonlaag verbonden zijn en toch een hoge
<Desc/Clms Page number 3>
concentratie van de ingestrooide materialen aan het oppervlak vertonen en dit door een arbeids-en tijdsbesparende werkwijze toe te passen.
Tot dit doel voert men op genoemde betonlaag een trilbewerking uit op een zodanige manier dat op deze laatste een min of meer vloeibare cementrijke hechtingslaag ontstaat waarover men vervolgens genoemde bestanddelen verdeelt en bij voorkeur nivelleert.
Doelmatig bestaat genoemde trilbewerking in het heen en weer bewegen over de betonlaag van een orgaan met een oneffen wrijfvlak dat tegen deze laag drukt.
Op een voordelige wijze wordt, tijdens het trillen, genoemd bewegend orgaan verplaatst over genoemde betonlaag in een richting dwars op de trilrichting.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een uit een of meerdere bestanddelen bestaande toplaag op een niet volledig uitgeharde betonlaag, waarbij deze inrichting minstens een bewegend orgaan bevat dat voorzien is van een ruw wrijfvlak en met dit wrijfvlak op genoemde betonlaag gedrukt kan worden op een zodanige manier dat een hechtingslaag ontstaat op deze betonlaag waarover genoemde bestanddelen dienen verdeeld te worden.
Deze inrichting is gekenmerkt door het feit dat ze voorzien is van dusdanige middelen dat genoemd bewegend orgaan heen en weer kan bewegen met een zodanig gekozen frequentie dat een vloeibare cementrijke hechtingslaag gevormd wordt op genoemde betonlaag.
Op een voordelige wijze bevat de inrichting, volgens de uitvinding, minstens een reservoir voor genoemde bestanddelen en een doseerapparaat voor het verdelen van deze laatste, waarbij dit doseerapparaat na genoemd heen en weer beweegbaar orgaan gemonteerd is.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de inrichting een nivelleertoestel dat volgt op het doseerapparaat.
<Desc/Clms Page number 4>
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een toplaag op een betonlaag volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematisch zijaanzicht van een inrichting voor het aanbrengen van een toplaag op een betonlaag volgens deze specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 is, op grotere schaal, een verticale dwarsdoorsnede van een bepaald onderdeel, met name een doseerapparaat volgens deze specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 3 is een zijaanzicht van de cilinder, borstel en gekartelde kroon van het doseerapparaat volgens de uitvinding.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een toplaag met zeer specifieke eigenschappen op een ondergrond die gevormd is door een betonlaag, meestal met als doel het verkrijgen van een industriële vloer met zeer goede eigenschappen wat betreft gladheid en vlakheid, slijtvastheid, enz., afhankelijk van de belasting waaraan de vloer onderworpen zal worden.
Het aanbrengen van een toplaag op een betonlaag gebeurt na het storten en nivelleren van het beton. In de werkwijze voor het aanbrengen van een toplaag op een betonlaag, volgens de uitvinding, laat men het beton gedeeltelijk uitharden totdat het mogelijk wordt om zieh op het beton te begeven. Men gaat dan een trilbewerking uitvoeren op het nog niet volledig uitgeharde beton op een zodanige manier dat een cementrijke vloeibare hechtingslaag
<Desc/Clms Page number 5>
ontstaat aan het oppervlak ervan, waarover men dan bepaalde korrel- of poedervormige bestanddelen, zoals bijvoorbeeld kwarts en cement, van de te vormen toplaag uitstrooit. Deze bestanddelen worden bij voorkeur vervolgens genivelleerd.
Een belangrijk verschil tussen de werkwijze volgens de uitvinding en de tot op heden toegepaste werkwijze is dat bij deze laatste, door gebruik te maken van bijvoorbeeld de hierboven vermelde zogenaamde "vlindermachine", wegens de trage draaiende beweging in dezelfde zin van de aangewende platen die drukken op de betonlaag, een eerder cementarme waterachtige brij op deze laatste gevormd wordt, waarvan het kleefvermogen zeer beperkt is. In feite ontstaat er veel meer een verdichten van het beton dat gegoten is op een waterondoordringbare plastiekfolie, zodat dus aan de oppervlakte hoofdzakelijk water uitgestoten wordt.
Door het toepassen, volgens de uitvinding, van een geschikte trilbewerking evenwijdig aan het bovenoppervlak van de betonlaag en het terzelfder tijd uitoefenen van een bepaalde druk op deze laag is men, op een eerder onverwachte wijze, erin geslaagd op deze nog niet uitgeharde betonlaag in tegendeel een relatief vloeibare cementrijke hechtingslaag tot stand te brengen met een voldoende dikte om toe te laten de bestanddelen van de te vormen toplaag stevig te doen vastkleven aan deze betonlaag en dit zonder dat deze bestanddelen in de betonlaag wegzakken. Deze betonlaag is immers reeds voldoende uitgehard op het ogenblik dat de trilbewerking toegepast wordt zodat een indringen van deze bestanddelen in deze laatste nagenoeg uitgesloten is.
De uitharding ervan is immers reeds zodanig dat zonder problemen een lichte tractor zich erop kan verplaatsen nagenoeg zonder sporen te vormen.
De trilbewerking bestaat erin een orgaan, zoals een trilplaat of trilbalk, met een bij voorkeur oneffen wrijfvlak dat tegen de betonlaag drukt heen en weer te bewegen. Het orgaan wordt tijdens het trillen voortbewogen
<Desc/Clms Page number 6>
over het beton in een richting die nagenoeg dwars op de trilrichting staat
Om de cementrijke vloeibare hechtingslaag te vormen dient het bewegend orgaan heen en weer te bewegen of te trillen met bij voorkeur een frequentie tussen 500 en 10. 000 Hz, meer bepaald tussen 2500 en 3500 Hz.
Na het trillen worden de bestanddelen van de toplaag over de gevormde vloeibare cementrijke hechtingslaag aangebracht en genivelleerd. Dit nivelleren kan gebeuren door een in de hoogte instelbare schuif die evenwijdig aan de betonlaag of horizontaal verplaatst wordt. De hoogte van de schuif wordt, in een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, continu m. b. v. een lasersysteem geregeld, zodanig dat een heel nauwkeurig oppervlak op de betonlaag bekomen wordt.
In de bijgaande figuren wordt een specifieke uitvoeringsvorm van de inrichting voor het aanbrengen van een toplaag op een niet volledig uitgeharde betonlaag voorgesteld.
Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een bewegend orgaan 1, een doseerapparaat 2 en een nivelleertoestel 3.
Het bewegend orgaan 1 bestaat uit een trilbalk 1 in de vorm van een L-vormig geplooide plaat met een opstaand deel 4 en een liggend deel 5. Deze trilbalk 1 heeft, in deze uitvoeringsvorm, een lengte van 2, 4 m. Het liggend deel 5 is aan de onderzijde voorzien van een ruw wrijfvlak 6 dat dient om op een nog niet volledig uitgeharde betonlaag 30 te drukken zodanig dat door het bewegen ervan in een richting dwars op het vlak van de figuur een hechtingslaag 31 ontstaat op deze betonlaag 30 waarover de bestanddelen 32 van genoemde toplaag 33 dienen verdeeld te worden.
Om deze trilbalk 1 te laten bewegen met de vereiste frequentie voor het vormen van een hechtingslaag 31, is een trilmotor 7 vast op het opstaand deel 4 van de trilbalk 1 gemonteerd. Deze trilmotor 7 drijft een as 34 aan waarop
<Desc/Clms Page number 7>
excentrisch een nok 8 bevestigd is zodanig dat door het roteren van deze as 34 de trilmotor 7 tesamen met de trilbalk 1 aan een trilling worden onderworpen.
Het liggend deel 5 van de trilbalk 1 is bevestigd aan twee vertikale dragers 9 via trillingsdempers 10. De dragers 9 bevinden zieh langs weerszijden van de motor 7 en zijn in hoogte instelbaar t. o. v. een frame 11 d. m. v. een excentriek 12 zodanig dat het bewegend orgaan 1 op het beton gedrukt of erboven opgelicht kan worden.
Het wrijfvlak 6 van de trilplaat 1 is aan haar onderzijde voorzien van niet voorgestelde uitsteeksels die in de betonlaag 30 kunnen gedrukt worden. Deze uitsteeksels worden bijvoorbeeld gevormd door ribben die dwars t. o. v. de trilbeweging geplaatst zijn en een hoogte hebben tussen 0, 5 en 4 mm. Bij voorkeur ligt de hoogte van de ribben tussen 1, 5 en 2, 5 mm, bijvoorbeeld 2mm. Een plaat welke met dergelijke uitsteeksels voorzien is wordt algemeen een "traanprofiel"genoemd.
De trilmotor 7 kan bijvoorbeeld een hydromotor zijn en trilt met een frequentie tussen 500 en 10 000 Hz, bij voorkeur tussen 2500 en 3500 Hz.
Het doseerapparaat 2 is meer gedetailleerd weergegeven in figuur 2. Dit apparaat 2 dient om de bestanddelen 32 van de toplaag 33 te verdelen over de gevormde hechtingslaag 31. Het wordt gevoed met deze bestanddelen vanuit een afneembare voorraadbak 13 via een geleidingskanaal 42.
Het doseerapparaat 2 zelf bevat een reservoir 35 waarin zieh een horizontale cilinder 14 bevindt die parallel is met de trilbalk 1 en die op zijn mantel een reliëf vertoont. De cilinder 14 is om zijn as 21 volgens de richting van pijl 38 draaibaar gemonteerd tussen twee naar beneden schuin naar elkaar toelopende wanden 15a en 15b welke evenwijdig zijn met de as van de cilinder 14. De wanden 15a en 15b bestaan uit soepel materiaal, zoals bijvoorbeeld rubber, en zijn bovenaan d. m. v. bouten 16 aan de opstaande vaste wanden van het reservoir 35 bevestigd.
<Desc/Clms Page number 8>
Onderaan is er een opening 36 tussen de wanden 15 waarlangs de te verdelen bestanddelen op het beton kunnen vallen.
Het reliëf op de cilindermantel is in contact met de wanden 15a en 15b zodanig dat wanneer de cilinder 14 roteert de bestanddelen 32 voor het vormen van de toplaag 33 gegrepen worden tussen de cilinder 14 en de wand 15b om dan onderaan via de opening 36 tussen de twee wanden 15a en 15b vrij te komen en op het beton vallen. Het reliëf op de mantel bestaat, in deze specifieke uitvoeringsvorm, uit twaalf ribben 17 die regelmatig over de cilindermantel verdeeld zijn en zieh volgens de langsrichting ervan uitstrekken.
De cilinder 14 is bijvoorkeur uit roestvast staal en is in hoogte verplaatsbaar zodanig dat de ribben 17 op de cilinder 14 tegen de wanden 15 kan gedrukt worden of ervan kan worden verwijderd teneinde het debiet van de te verdelen bestanddelen bij te regelen of de cilinder te kunnen reinigen. Hiertoe zijn de uiteinden van de as 21 van de cilinder 14 gelagerd in een opstaande gleuf 39, waarin deze in hoogte instelbaar is.
Onderaan de cilinder 14 is een reinigingsorgaan 18 voorzien. Dit orgaan 18 bestaat, in deze concrete uitvoeringsvorm, uit een borstel 18 die zieh uitstrekt over nagenoeg de hele lengte van de cilinder 14, zoals voorgesteld in de figuren 2 en 3. Deze borstel werd weggelaten in figuur 1. In de voorgestelde uitvoeringsvorm is de borstel 18 gemonteerd op een onderstel 40 dat aan een heen en weergaande beweging onderworpen wordt. Hiertoe wordt dit onderstel 40, door tussenkomst van een gelagerde rol 19 onder inwerking van een spiraalveer 41 tegen een gekartelde kroon 20 aangedrukt. Deze kroon 20 roteert tesamen met de cilinder 14 op dezelfde as 21. De borstel 18 zorgt ervoor dat deeltjes die mogelijk aan de cilinder 14 blijven kleven verwijderd worden en dat de compartimenten tussen twee opeenvolgende ribben 17 vrijgemaakt worden.
Het nivelleertoestel 3 dient om de door het doseerapparaat 2 verdeelde bestanddelen 32 op de juiste
<Desc/Clms Page number 9>
hoogte gelijk te trekken en vlak te maken. Dit gebeurt door een op en neer verplaatsbare schuif 22 over de verdeelde
EMI9.1
laag te bewegen. De hoogte van deze schuif 22 t. de betonlaag 30 wordt geregeld d. twee laserontvangers 23 die vast boven de beide uiteinden van de schuif 22 gemonteerd zijn.
De schuif 22 is bevestigd via geleidingen 24 aan het frame 11 en wordt op en neer bewogen door een dubbelwerkende hydraulische cilinder 25 die gestuurd wordt door de laserontvangers 23. Dit laat toe de schuif 22 op een ingestelde positie te houden binnen de tolerantie van 1 mm. Deze positie wordt vijf maal per seconde gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd.
De inrichting, volgens de uitvinding, is volledig gemonteerd op het frame 11 dat gedragen wordt door meerdere wielen 26 zodanig dat haar gewicht gelijkmatig verdeeld wordt over haar totale breedte op de betonlaag 30.
In de voorgestelde uitvoeringsvorm bevinden er zich acht wielen 26 op een as 37 die parallel is met de trilbalk 1.
Het frame 11 wordt over het beton voortgetrokken door een niet voorgestelde lichte traktor via de trekhaak 27 zodat achtereenvolgens de wielen 26, de trilbalk 1, het doseerapparaat 2 en het nivelleertoestel 3 over de betonlaag 30 passeren. Op deze manier wordt dus in een enkele operatie een volledig afgewerkte toplaag 33 verkregen.
Verder is nog in de nabijheid van de trekhaak een tegengewicht 43 voorzien dat het gewicht van de trilbalk 1 en het doseertoestel 2 equilibreert.
De traktor zorgt voor de nodige energieaanvoer voor de werking van de verschillende onderdelen van de inrichting, zoals de trilmotor 7, de laserontvangers 23, enz.
De uitvinding is natuurlijk geenzins beperkt tot de hierboven beschreven en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
<Desc/Clms Page number 10>
zo kunnen de uitsteeksels op de trilbalk 1 verschillende vormen aannemen, zoals bijvoorbeeld blokjes i. p. v. ribben. Ook kunnen de wielen 26 eventueel niet op een gemeenschappelijke as staan maar bijvoorbeeld op twee achter elkaar liggende assen.
Soms kan het nodig zijn de inrichting te voorzien van meerdere voorraadbakken 13 en meerdere doseerapparaten 2 teneinde de verschillende bestanddelen in gescheiden lagen aan te brengen.
Eventueel kunnen meerdere trilbalken 1 op eenzelfde frame 11 voorzien worden.
<Desc / Clms Page number 1>
METHOD AND APPARATUS FOR APPLYING A TOP COAT
ON A CONCRETE COAT
The invention relates to a method for applying a top layer to an incompletely cured concrete layer by distributing one or more components from which said top layer is formed on the concrete layer.
When finishing concrete layers, for example for use as industrial floors, it may be necessary to apply a top layer of a few millimeters thickness with specific properties, such as wear resistance, high resistance to impact loads, chemical inertness, etc. on the concrete.
In the hitherto existing methods, in order to obtain such a top layer, the components of the top layer or m. B. v. wheelbarrow and shovel, or m. b. v. a dosing device distributed over the concrete layer.
When a wheelbarrow and shovel are used, a slurry is first formed on the surface of the not yet fully cured concrete layer by pressing slabs with a rough surface onto this concrete layer and sliding it over the latter, in particular rotating d. m. v. a so-called butterfly machine. The constituents of the top layer to be formed are distributed over the formed slurry in powder form or as granules. M. B. v. a shovel. In a next step, the butterfly machine is used again to intimately mix the distributed components with the slurry that has been formed before it hardens.
This method is very labor-intensive and does not allow to obtain a homogeneous top layer. Furthermore, the wheelbarrow forms relatively deep traces on the concrete that remain visible even after finishing.
When using a dosing device, the latter is pulled over the concrete layer and added
<Desc / Clms Page number 2>
means of the latter components evenly distributed over the not yet fully cured concrete. The intention is that these components would adhere to them by removing moisture from the underlying concrete. As a result, only a very thin top layer of these components can be formed, which moreover usually forms a poor bond with the underlying concrete layer.
Another drawback is that by moving the dosing device over this concrete layer, traces are formed in the latter which remain visible in the thin top layer.
This disadvantage of poor adhesion and rutting is remedied by using a more sophisticated dosing device which is moved next to the concrete layer and this while the concrete is still completely liquid, t. t. z. almost immediately after pouring and leveling.
However, this method is relatively expensive, while, moreover, the components distributed on the liquid concrete largely sink into the latter such that the concentration of these components in the actual top layer becomes too low and thus has a negative effect on their quality.
Furthermore, in some specific cases, when the top layer has to contain a relatively high concentration of certain products, such as "Korodur", and its thickness should be about 10 mm, it has hitherto been manually applied. m. v. a spatula must be applied, so that a worker can apply only a few tens of square meters per day.
Finally, the quality of the applied top layer, by applying the known techniques, is very much influenced by the qualification of the workforce.
The invention aims to overcome these various drawbacks by making it possible to apply top layers with a high precision, which are intimately connected to the concrete layer and yet have a high
<Desc / Clms Page number 3>
display the concentration of the scattered materials on the surface and this by applying a labor and time-saving method.
For this purpose, a vibration operation is carried out on said concrete layer in such a way that the latter produces a more or less liquid cementitious bonding layer over which the said components are subsequently distributed and preferably leveled.
Advantageously, said vibration operation consists in moving back and forth over the concrete layer of an element with an uneven rubbing surface that presses against this layer.
Advantageously, during vibration, said moving member is moved over said concrete layer in a direction transverse to the vibration direction.
The invention also relates to a device for applying a top layer consisting of one or more components to an incompletely cured concrete layer, this device comprising at least one moving member which is provided with a rough rubbing surface and is pressed onto said concrete layer with this rubbing surface. can be made in such a way that an adhesive layer is formed on this concrete layer over which said components are to be distributed.
This device is characterized by the fact that it is provided with such means that said moving member can move back and forth at such a chosen frequency that a liquid cement-rich adhesive layer is formed on said concrete layer.
Advantageously, the device according to the invention comprises at least a reservoir for said components and a dosing device for distributing the latter, said dosing device being mounted after said reciprocating member.
According to a special embodiment of the invention, the device comprises a leveling device that follows the dosing device.
<Desc / Clms Page number 4>
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a specific embodiment of the method and device for applying a top layer to a concrete layer according to the invention; this description is given as an example only and does not limit the scope of the protection sought; the reference numbers used hereinafter refer to the attached figures.
Figure 1 is a schematic side view of a device for applying a top layer to a concrete layer according to this specific embodiment of the invention.
Figure 2 is, on a larger scale, a vertical cross-section of a particular part, in particular a dosing device according to this specific embodiment of the invention.
Figure 3 is a side view of the cylinder, brush and knurled crown of the dosing device according to the invention.
In the different figures, like reference numerals refer to like elements.
The invention relates to a method for applying a top layer with very specific properties to a substrate formed by a concrete layer, usually with the aim of obtaining an industrial floor with very good properties in terms of smoothness and flatness, wear resistance, etc. ., depending on the load to which the floor will be subjected.
The application of a top layer to a concrete layer is done after pouring and leveling the concrete. In the method for applying a top coat to a concrete layer, according to the invention, the concrete is allowed to partially cure until it becomes possible to set on the concrete. A vibration operation is then performed on the not yet fully cured concrete in such a way that a cement-rich liquid bonding layer
<Desc / Clms Page number 5>
is formed on its surface, over which certain granular or powdery constituents, such as, for example, quartz and cement, are sprinkled from the top layer to be formed. These components are preferably subsequently leveled.
An important difference between the method according to the invention and the method used to date is that in the latter, for example, by using the above-mentioned so-called "butterfly machine", because of the slow rotating movement in the same sense of the plates used to press on the concrete layer, a rather cement-free watery slurry is formed on the latter, the adhesion of which is very limited. In fact, there is much more compaction of the concrete that is poured on a water-impermeable plastic foil, so that mainly water is emitted on the surface.
By applying, according to the invention, a suitable vibrating operation parallel to the top surface of the concrete layer and at the same time exerting a certain pressure on this layer, one has succeeded, on the contrary, in a rather unexpected manner on this not yet hardened concrete layer. to create a relatively liquid cement-rich bonding layer with a thickness sufficient to allow the constituents of the top layer to be formed to adhere firmly to this concrete layer without these constituents sinking into the concrete layer. After all, this concrete layer is already sufficiently hardened when the vibration operation is applied, so that penetration of these components into the latter is virtually impossible.
After all, the curing is already such that a light tractor can move on it without problems, without forming traces.
The vibration operation consists in moving an element, such as a vibrating plate or vibrating beam, with a preferably uneven rubbing surface that presses against the concrete layer. The organ is advanced during vibration
<Desc / Clms Page number 6>
over the concrete in a direction almost transverse to the direction of vibration
In order to form the cement-rich liquid bonding layer, the moving member should reciprocate or vibrate at a preferred frequency between 500 and 10,000 Hz, in particular between 2500 and 3500 Hz.
After the vibration, the components of the top layer are applied over the formed liquid cement-rich adhesive layer and leveled. This leveling can be done by a height-adjustable slide that is moved parallel to the concrete layer or horizontally. In a special embodiment of the invention, the height of the slide is continuously m. B. v. a laser system controlled in such a way that a very accurate surface is obtained on the concrete layer.
In the accompanying figures, a specific embodiment of the device for applying a top layer to an incompletely cured concrete layer is proposed.
This device mainly consists of a moving member 1, a dosing device 2 and a leveling device 3.
The moving member 1 consists of a vibrating beam 1 in the form of an L-shaped pleated plate with an upright part 4 and a horizontal part 5. This vibrating beam 1, in this embodiment, has a length of 2.4 m. The horizontal part 5 is provided on the underside with a rough rubbing surface 6 which serves to press on a not yet fully hardened concrete layer 30 such that by moving it in a direction transverse to the plane of the figure an adhesive layer 31 is formed on this concrete layer 30 over which the components 32 of said top layer 33 are to be distributed.
In order to cause this vibrating beam 1 to move at the required frequency for forming an adhesive layer 31, a vibrating motor 7 is fixedly mounted on the upright part 4 of the vibrating beam 1. This vibrating motor 7 drives a shaft 34 on which
<Desc / Clms Page number 7>
Eccentrically mounted a cam 8 is such that by rotating this shaft 34 the vibrating motor 7 is subjected to vibration together with the vibrating beam 1.
The horizontal part 5 of the vibrating beam 1 is attached to two vertical carriers 9 via vibration dampers 10. The carriers 9 are located on either side of the motor 7 and are adjustable in height. o. v. a frame 11 d. including an eccentric 12 such that the moving member 1 can be pressed onto or lifted onto the concrete.
The rubbing surface 6 of the vibrating plate 1 is provided on its underside with protrusions not represented, which can be pressed into the concrete layer 30. These projections are formed, for example, by ribs transverse t. o. v. the vibration movement are placed and have a height between 0.5 and 4 mm. Preferably, the height of the ribs is between 1.5 and 2.5 mm, for example 2 mm. A plate provided with such protrusions is commonly referred to as a "tear profile."
The vibrating motor 7 can, for example, be a hydraulic motor and vibrates at a frequency between 500 and 10,000 Hz, preferably between 2500 and 3500 Hz.
The dosing device 2 is shown in more detail in figure 2. This device 2 serves to distribute the components 32 of the top layer 33 over the formed adhesive layer 31. It is fed with these components from a removable storage bin 13 via a guide channel 42.
The dosing device 2 itself contains a reservoir 35 in which there is a horizontal cylinder 14 which is parallel to the vibrating beam 1 and which has a relief on its casing. The cylinder 14 is rotatably mounted about its axis 21 in the direction of arrow 38 between two downwardly tapering walls 15a and 15b which are parallel to the axis of the cylinder 14. The walls 15a and 15b consist of flexible material, such as for example rubber, and are at the top d. using bolts 16 attached to the upright fixed walls of the reservoir 35.
<Desc / Clms Page number 8>
At the bottom there is an opening 36 between the walls 15 along which the components to be distributed can fall on the concrete.
The relief on the cylinder shell is in contact with the walls 15a and 15b such that when the cylinder 14 rotates, the components 32 for forming the top layer 33 are gripped between the cylinder 14 and the wall 15b and then at the bottom through the opening 36 between the two walls 15a and 15b to fall free and fall on the concrete. The relief on the jacket, in this particular embodiment, consists of twelve ribs 17 which are regularly distributed over the cylinder jacket and extend along its longitudinal direction.
The cylinder 14 is preferably stainless steel and is movable in height such that the ribs 17 on the cylinder 14 can be pressed against or removed from the walls 15 to adjust the flow rate of the components to be distributed or to allow the cylinder cleaning. To this end, the ends of the shaft 21 of the cylinder 14 are mounted in an upright slot 39, in which it is adjustable in height.
A cleaning member 18 is provided at the bottom of the cylinder 14. In this concrete embodiment, this member 18 consists of a brush 18 which extends over almost the entire length of the cylinder 14, as shown in figures 2 and 3. This brush has been omitted in figure 1. In the proposed embodiment brush 18 mounted on a base 40 that is reciprocated. To this end, this undercarriage 40 is pressed against a serrated crown 20 by means of a bearing-mounted roller 19 under the action of a coil spring 41. This crown 20 rotates together with the cylinder 14 on the same shaft 21. The brush 18 ensures that any particles that may stick to the cylinder 14 are removed and that the compartments between two successive ribs 17 are released.
The leveling device 3 serves to properly adjust the components 32 distributed by the metering device 2
<Desc / Clms Page number 9>
level and flatten. This is done by an up and down movable slide 22 over the divided one
EMI9.1
move low. The height of this slider 22 t. the concrete layer 30 is controlled d. two laser receivers 23 fixedly mounted above both ends of the slide 22.
The slide 22 is attached via guides 24 to the frame 11 and is moved up and down by a double-acting hydraulic cylinder 25 controlled by the laser receivers 23. This allows the slide 22 to be held in a set position within the tolerance of 1 mm . This position is checked five times per second and corrected if necessary.
The device, according to the invention, is completely mounted on the frame 11, which is supported by several wheels 26, such that its weight is evenly distributed over its total width on the concrete layer 30.
In the proposed embodiment, there are eight wheels 26 on a shaft 37 which is parallel to the vibrating beam 1.
The frame 11 is pulled over the concrete by a light tractor (not shown) via the tow bar 27 so that the wheels 26, the vibrating beam 1, the dosing device 2 and the leveling device 3 pass successively over the concrete layer 30. Thus, in a single operation, a fully finished top coat 33 is obtained.
In addition, a counterweight 43 is provided in the vicinity of the towing hook which equilibrates the weight of the vibrating beam 1 and the dosing device 2.
The tractor provides the necessary energy supply for the operation of the various parts of the device, such as the vibration motor 7, the laser receivers 23, etc.
The invention is of course in no way limited to the embodiment of the device according to the invention described above and presented in the accompanying figures.
<Desc / Clms Page number 10>
for example, the protrusions on the vibrating beam 1 can take different shapes, such as, for example, blocks i. p. v. ribs. Also, the wheels 26 may possibly not be on a common axle, but for instance on two axles lying one behind the other.
Sometimes it may be necessary to provide the device with several storage bins 13 and several dosing devices 2 in order to apply the different components in separate layers.
Several vibrating beams 1 can optionally be provided on the same frame 11.