BE859070A - Inrichting voor het wegschuifbaar bevestigen van een laadbrug onder een transportwagen - Google Patents

Description

  "Inrichting voor het wegschuifbaar bevestigen van een laadbrug onder een transportwagen" De huidige uitvinding betreft een inrichting voor het wegschuifbaar bevestigen van een laadbrug onder een transportwagen, waarbij zulke laadbrug voorzien wordt aan het achteruiteinde van een wagen en vanaf de vloerhoogte van zulke wagen tot op de grond horizontaal of nagenoeg horizontaal kan verplaatst worden.

  
Bij de bekende laadbruggen van het voornoemde type is het zo dat zij, wanneer zij niet gebruikt worden, hetzij in vertikale stand achter de wagen worden geplaast en aldus als het ware de achterwand vormen van de laadbak van de transportwagen, hetzij volledig onder de laadvloer van de transportwagen kunnen weggeklapt worden.

  
Het nadeel van de voornoemde eerste soort laadbruggen is dat men deze steeds moet bedienen : om toegang te verkrijgen tot de laadbak; wanneer men de laadbak moet kunnen afsluiten door middel van deuren of dergelijke; wanneer men de laadwagen moet laden of lossen, hetzij met behulp van een hydraulische laadbrug, hetzij aan een laad- en loskade, enz.

  
Het grote nadeel van de voornoemde tweede soort laadbruggen is, alhoewel zij overigens zeer doeltreffend zijn, dat zij zodanig onder de laadvloer van de transportwagen weggeklapt wor den, dat zij niet kunnen gebruikt worden wanneer men te doen heeft met een transportwagen die bedoeld is om samen te werken met een aanhangwagen.

  
Deze uitvinding heeft dan ook betrekking op een laadbrug die alle voordelen vertoont van een laadbrug die

  
 <EMI ID=1.1> 

  
een laadbrug onder een transportwagen bestaat volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een met het geraamte van de transportwagen bevestigde geleiding die evenwijdig is aan de lengterichting van de wagen en verplaastbaar volgens

  
de lengteas van de voornoemde geleiding, een slede waaraan de laadbrug is opgehangen en tussen de voornoemde slede

  
of een met deze slede verbonden gedeelte van de laadbrug,

  
 <EMI ID=2.1> 

  
zijds, middelen die toelaten de laadbrug langs de voornoemde geleiding te verschuiven ten einde haar, hetzij in rijstand volledig onder het geraamte van de transportwagen te plaatsen, hetzij in werkstand achter de transportwagen te plaatsen.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een laadbrug met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
figuur 1 een perspektief zicht weergeeft van het achterste gedeelte van een transportwagen die is uitgerust met een laadbrug volgens de uitvinding; figuur 2 een schematisch zijaanzicht weergeeft van het achteruiteinde van de transportwagen volgens figuur l; figuur 3 een doorsnede is volgens lijn III-III in figuur 2; figuren 4, 5 en 6 op kleinere schaal zichten zijn gelijkaardig aan dit van figuur 2, doch voor andere standen van de inrichting volgens de uitvinding; figuur 7 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 is aangeduid door F7;

   figuren 8 en 9 doorsneden zijn gelijkaardig aan deze <EMI ID=3.1>  laadbrug volgens de uitvinding is toegepast is van het type dat achteraan voorzien is van een geschikte pen 1 waarmede het, zoals bekend, mogelijk is een aanhangwagen achter de eerste wagen te bevestigen.

  
 <EMI ID=4.1> 

  
van de transportwagen en kan, wanneer er vanzelfsprekend geen aanhangwagen verbonden is met de pen 1, uitgeschoven worden om op normale wijze gebruikt te worden om goederen vanaf de laadvloerhoogte tot op de grond of dergelijke te brengen en omgekeerd. 

  
De in de bijgaande tekeningen weergegeven laadbrug

  
 <EMI ID=5.1> 

  
middel van een spil 7 scharnierbaar met elkaar zijn verbonden en waarvan deel 6 door middel van één of meer spillen

  
 <EMI ID=6.1> 

  
en 10, die aan hun tweede uiteinde bevestigd zijn met een gemeenschappelijke steun 11 in de vorm van een buis, waarbij op de voornoemde armen spillen of dergelijke zijn voorzien,

  
 <EMI ID=7.1> 

  
koker die bij voorbeeld tevens als olievergaarbak kan gebruikt worden. 

  
 <EMI ID=8.1> 

  
één of meer, in dit geval twee, drukeylinders, pespektieve-lijk 20 en 21, is bevestigd, waarvan het tweede uiteinde scharnierbaar verbonden is met de voornoemde steun 11, en dit door tussenkomst van op deze steun 11 bevestigde uitsteeksels 22.

  
De laadbrug zoals hiervoor beschreven is op zichzelf bekend en maakt het voorwerp uit van een ander octrooi van aanvragen, zodat hierop niet verder zal worden ingegaan.

  
Volgens de huidige uitvinding zijn met de voornoemde steun 16 twee stevige ribben, platen of dergelijke verbonden, respektievelijk 23 en 24, die een relatief grote lengte vertonen en die bovenaan voorzien zijn van een slede in de vorm van een bus of dergelijke, respektievelijk 25 en 26,

  
 <EMI ID=9.1> 

  
kunnen verplaatst worden over geleidingen , respektievelijk
29 en 30.

  
Met iedere plaat of rib 23-24 is, door middel van een spil 31, respektievelijk 32, een hydraulische drukcylinder respektievelijk 33 en 34, verbonden, die op hun beurt, door middel van een spil 35 scharnierbaar verbonden zijn met een vast gedeelte van het geraamte van de transportwagen.

  
In figuur 2 bevindt de laadbrug volgens de uitvinding

  
 <EMI ID=10.1> 

  
gen, zodanig dat met deze transportwagen een aanhangwagen kan verbonden worden 

  
Om de laadbrug in werkstand te plaasten volstaat het

  
 <EMI ID=11.1> 

  
Het is duidelijk dat op deze wijze een uitermate een-voudige inrichting wordt verkregen die toelaat een laadbrug onder de transportwagen te brengen tijdens het transport

  
en deze zelfde laadbrug naar achter te schuiven om goederen te laden of te lossen.

  
Het is eveneens duidelijk dat met de voornoemde bussen

  
25 en 26 om het even welke laadbrug kan samenwerken.

  
In een bijzondere uitvoering zullen de geleidingen 29

  
en 30, zoals weergegeven in figuur 7, verwezenlijkt worden door een veelhoekige staaf, bijvoorbeeld een staaf met driehoekige doorsnede, vierhoekige doorsnede of zoals weergegeven in figuur 7 zeshoekige doorsnede, aan de hoeken af

  
te draaien zodat cylindrische gedeelten 36 worden verkregen waarmede de binnenwand de bus 25 of 26 kan samenwerken terwijl tussen de zijden 37 van de deleidingen 29 en 30 en

  
de betrokken bussen 25 en 26 ruimten 38 worden behouden.

  
Deze ruimten 38 kunnen vanzelfsprekend op andere manieren verkregen worden, bijvoorbeeld door, zoals in figuur

  
8 weergegeven,de geleidingen 29 en 30 te voorzien van groeven 39 of door, zoals in figuur 9 is weergegeven, de bussen
25 en 26 te voorzien van groeven 40. Het doel van deze ruimten 38, respektievelijk groeven 39 of 40, is er enerzijds zorg voor te dragen dat er steeds een smering behouden blijft tussen de binnenwand van de bussen 25, 26 en de betreffende geleidingen 29 en 30, wat niet het geval is wanneer

  
men te doen heeft met een zuiver cylindrische bus die sa-

  
 <EMI ID=12.1> 

  
kingspunten tussen de betrokken bussen en de betrokken ge-leidingen zodat bij de minste verplaasting van de bussen ten opzichte van de geleidingen het ijs zal verwijderd worden.

  
Het is duidelijk dat men op deze wijze een zeer eenvoudige en zeer doeltreffende inrichting heeft verkregen

  
om een laadbrug zodanig onder een transportwagen te

  
brengen dat aan deze laatste een aanhangwagen kan bevestigd worden, waarbij deze inrichting, zonder buiten het kader der uitvinding te treden, in allerlei vormen en afmetingen kan verwezenlijkt worden.

Claims (1)

1. EISEN

   1. Inrichting voor het wegschuifbaar bevestigen van een laadbrug onder een transportwagen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een met het geraamte van de transportwagen bevestigde geleiding die evenwijdig is aan de lengterichting van de wagen en verplaastbaar volgens de lengteas van de voornoemde geleiding, een slede waaraan de laadbrug is opgehangen en tussen de voornoemde slede of een met deze slede verbonden gedeelte van de laadbrug, enerzijds, en het géraamte van de transportwagen, anderzijds, middelen die toelaten de laadbrug langs de voornoemde gelei- <EMI ID=13.1>

   volledig onder het geraamte van de transportwagen te plaatsen, hetzij in werkstand achter de transportwagen te plaatsen.

   2. Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde geleiding gevormd wordt door twee staven die ieder aan hun beide uiteinden bevestigd zijn met het transportwagengeraamte.

   3. Inrichting volgens eis 2, met het kenmerk dat de bevestigingspunten van de uiteinden van de voornoemde staven aanslagen vormen voor de voornoemde slede.

   4. Inrichting volgens één der voorgaande eisen , met het kenmerk dat de voornoemde slede gevormd wordt, per voornoemde geleidingsstaaf, door een bus.

   5. Inrichting volgens eis 4, met het kenmerk dat de voornoemde bus bevestigd is met een rib of plaat die doorverbonden is met de algemene steunbalk van de laadbrug.

   6. Inrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde slede of laadbrug verbonden

   <EMI ID=14.1>

   één hydraulische cylinder. 7. Inrichting volgens één der voornoemde eisen, met het kenmerk dat de voornoemde staven een driehoekige, vierhoekige of veelhoekige doorsnede vertonen waarvan de hoeken zijn afgedraaid of dergelijke volgens een diameter die overeenstemt met de binnendiameter van de voornoemde bussen.

   8. Inrichting volgens één der eisen 1 tot 6, met het kenmerk dat de voornoemde staven voorzien zijn van groeven.

   9. Inrichting volgens één der eisen 1 tot 6, met het kenmerk dat de voornoemde bussen inwendig voorzien zijn van groeven.

   <EMI ID=15.1>

   een laadbrug onder een transportwagen, hoofzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.