BE1006661A5

BE1006661A5 - Voertuigsysteem en container daarvoor.

Info

Publication number: BE1006661A5
Application number: BE9200096A
Authority: BE
Inventors: Heertum Martinus Gijsbertu Van
Original assignee: ESTEPE SPECIAL TRUCK PRODUCTS B.V.; ESTEPE SPECIAL TRUCK PRODUCTS
Current assignee: ESTEPE SPECIAL TRUCK PRODUCTS BV; ESTEPE SPECIAL TRUCK PRODUCTS
Priority date: 1992-01-30
Filing date: 1992-01-30
Publication date: 1994-11-08
Also published as: DK0553929T3; DE69305542D1; ATE144472T1; NL9300169A; DE69305542T2; EP0553929A1; EP0553929B1

Abstract

De uitvinding betreft een voertuigsysteem voor het transporteren van containers. Het is bekend tegelijktertijd twee containers te transporteren, waarbij een container door een motorwagen en de andere door een aan de motorwagen gekoppelde aanhangwagen gedragen wordt. De lengte van voertuigen, zo ook de lengtemaat van een oplegger is door de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen beperkt. De uitvinding heeft ten doel een voertuigsysteem te verschaffen dat een container met een lengte van 16 meter kan transporteren. Daartoe verschaft de uitvinding een voertuigsysteem omvattende een motorwagen, een aan de motorwagen gekoppelde aanhangwagen en een door zowel de motorwagen als door de aanhangwagen gedragen lange container die losmaakbaar en draaibaar met de motorwagen en de aanhangwagen is verbonden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  VOERTUIGSYSTEEM EN CONTAINER DAARVOOR 
De uitvinding betreft een voertuigsysteem voor het transporteren van containers. Het is bekend tegelijkertijd twee containers te transporteren, waarbij een container door een motorwagen en de andere door een aan de motorwagen gekoppelde aanhangwagen gedragen wordt. De lengte van deze twee containers evenals de lengtemaat van een oplegger is door de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen beperkt. 



   De uitvinding heeft ten doel een voertuigsysteem te verschaffen dat tot het wegennet wordt toegelaten en dat toch een lange container, bij voorkeur van ongeveer 16 m, kan transporteren. 



   Daartoe verschaft de uitvinding een voertuigsysteem zoals aangeduid in conclusie 1 en/of conclusie 10. 



   Teneinde de zwenking tussen motorwagen en aanhangwagen mogelijk te maken, kan tenminste een van de schotels van de twee king-pin-koppelingen die de container ondersteunen, in voertuiglangsrichting verplaatsbaar zijn. Bij voorkeur is echter de aanhangwagen aan de motorwagen gekoppeld via een telescopische dissel. Nog meer bij voorkeur is het asstel van de aanhangwagen en/of van de motorwagen tezamen met de daaraan bevestigde king-pin-koppeling ten opzichte van een freem van de aanhangwagen respectievelijk van de motorwagen in langsrichting verschuifbaar. 



   De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving aan de hand van tekeningen waarin schematisch voorstellen : figuur 1 en 3 zijaanzichten van twee voorkeursuitvoeringsvormen van het voertuigsysteem volgens de uitvinding ; figuur 2 een zijaanzicht van een met elementen van het voertuigsysteem volgens de uitvinding samengesteld ander voertuigsysteem ; 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 figuur 4 op grotere schaal een doorsnede over de lijn IV-IV van figuur   l ;   figuur 5 op grotere schaal een perspectivisch geëxplodeerd aanzicht van detail V van figuur   1 ;   figuur 6 op grotere schaal een perspectivisch aanzicht van detail VI van figuur   2 ;   figuur 7 op grotere schaal een perspectivisch 
 EMI2.1 
 aanzicht van detail VII van figuur 3 in ontkoppelde toestand ;

   figuur 8 een schematisch bovenaanzicht van het voertuigsysteem volgens de uitvinding in twee verschillende standen ; figuur 9 een perspectivisch aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een aanhangwagen van het voortuigsysteem volgens de uitvinding ; figuur 10 op grotere schaal detail X van figuur   9 ;   figuur 11 op grotere schaal een doorsnede over lijn XI-XI van figuur   10 ;   en figuur 12 een doorsnede over lijn XII-XII van figuur 11. 



   Het voertuigsysteem 1 van figuur 1 omvat tenminste een motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 die uit een motorwagen 4 en een aanhangwagen 5 bestaat en tenminste   een   lange container 2 die door een motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 wordt gedragen. Bij voorkeur bevat het voertuigsysteem 1 een veelvoud van motorwagen-aanhangwagen-combinaties 3 en een nog groter aantal lange containers 2, die elk naar laaden/of losplaatsen gebracht kunnen worden en daar behandeld kunnen worden, terwijl de motorwagen-aanhangwagen-combinaties 3 ondertussen andere containers 2 kunnen transporteren. 



  De containers 2 hebben een grote lengte c en hebben liefst ongeveer de lengte van 16 meter, die zodanig is, dat er nog net 8 pallets van 2 meter of 16 pallets van 1 meter of 5 vliegtuigpallets van 3, 20 meter achter elkaar in opgenomen kunnen worden. 



   De aanhangwagen 5 is aan de motorwagen 4 gekoppeld door middel van een conventionele vangmuilkoppeling 6 (fig. 



  7), waarvan een vangmuil 7 bevestigd is aan het achtereinde 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van de motorwagen 4 en waarvan een trekoog 8 verbonden is aan het vooreinde van een telescopische dissel 9 van de aanhangwagen 5. Wanneer het trekoog 8 door de vangmuil gevangen is, wordt de koppeling tot stand gebracht door een pen 10 door gaten 11 van de vangmuil 7 en door het trekoog 8 te steken. Tenslotte wordt de pen 10 nog op niet aangeduide conventionele wijze vergrendeld. 



   De telescopische dissel 9 wordt door middel van een veer 12 tot in zijn normale, ingetrokken stand gedrongen, waarin deze met een grendelpen 13 kan worden vastgezet, in geval de motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 zonder lange container 2 wordt verplaatst. 



   Figuur 8 toont dat bij het doorrijden van een bocht de uitgeschoven lengte   a'van   de dissel 9'groter is dan de uitgeschoven lengte a van de dissel 9 tijdens het rechtuitrijden, daar de steek-afstand f tussen de beide king-pinkoppelingen 17 constant is. 



   De motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 van figuur 3 heeft een telescopisch achtereinde 40 voor het dragen van een stootbalk met achterlichten, remlichten en nummerplaat, dat ter verkorting van de aanhangwagen 5 ingetrokken kan worden voor het geval de motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 zonder lange container 2 rijdt. 



   De motorwagen 4 heeft een tot zijn freem 19 behorende plaat 14, waaraan de onderplaat 15 van een schotel 16 van een conventionele   king-pin-koppeling   17 door middel van bouten 18 losmaakbaar te bevestigen is. Het freem 24 van de aanhangwagen 5 draagt op dezelfde wijze eveneens een schotel 16 van een king-pin-koppeling 17. De container 2, die op uittrekbare poten 20 staat, wordt aan de motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 gekoppeld doordat deze motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 achteruit daaronder rijdt met zijn luchtveren 35 in de laagste stand. Wanneer de twee schotels 16 hun bijbehorende kingpinnen 21 van de laadbak 2 naderen, worden de luchtveren 35 van de motorwagen-aanhangwagencombinatie 3 opgepompt, zodat de kingpinnen 21 en de daarbij behorende wiggen 30 door de schotels 16 worden gegrepen (fig. 5).

   Daarna worden de king-pin-koppelingen 17 vergren- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 deld door middel van grendels 22 die op hun beurt met pennen 23 worden vastgezet. Elke schotel 16 is ten opzichte van de bijbehorende plaat 15 draaibaar gelegerd aan een verticale pen 31. Aan weerszijden van de king-pin-koppelingen 17 zijn de freems 19 en 24 voorzien van middels bouten 33 losmaakbaar aan het freem 19,24 bevestigde dwarsbalken 25 die ondersteund worden door schoren 26 en daartussen aangebrachte horizontale uithouders 27, een en ander zodanig dat stevige ondersteuningsconstructies aanwezig zijn die met een stut 28 aan de freems 19,24 zijn bevestigd (fig. 4). Op de verwijderbare dwarsbalken 25 zijn rollen 29 gelegerd die de laadbak 2 aan weerszijden van de kingpinnen 21 ondersteunen. 



   De afstand d van de draaiingsas 34 van de voorste king-pin-koppeling 17 tot de voorzijde van de container 2 bedraagt bijvoorbeeld maximaal 3, 50 meter. 



   De motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 van figuur 1 kan in plaats van   een   lange container 2 eventueel twee korte containers 36 transporteren. Daartoe worden dan de schotels 16 en de dwarsbalken 25 met schoren 26 en rollen 29 verwijderd en worden de containers 36 aan de motorwagen 4 en de aanhangwagen 5 bevestigd middels conventionele grendelmiddelen 37, waarvan telkens een aan een freem 19,24 bevestigde, verdraaibare grendel 38 via een sleuf 41 tot in een onder aan de container 36 bevestigd grendelhuis 39 grijpt. 



  In dit geval wordt de telescopische dissel 9 met behulp van de grendel 13 vastgezet. 



   De aanhangwagen 5 van figuren 9-12 omvat een freemlangsbalk 42 met een daaraan vastbevestigde dissel 43 met trekoog 8, waaraan in rijrichting 44 verschuifbaar is een asstelfreem 45 waarvan een langskoker 46 telescopisch verschuifbaar om de freemlangsbalk 42 grijpt en daarbij geleid wordt door middel van twee paar eindloze rollenkettingen 47, die elk gelegerd zijn om een plaat 48 van de langskoker 46 en die aan de bovenzijde respectievelijk de onderzijde van de freemlangsbalk 42 zijn aangebracht. Verder is de freemlangsbalk 42 geleid door twee paar aan weerszijden van de langskoker 46 aangrijpende, door de langskoker 46 gedragen rollen 49. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   De onderlinge verschuifbaarheid volgens pijlen 50 van langskoker en freemlangsbalk 42 kan worden vergrendeld met behulp van een grendelpen 51. 



   De koppelschotel 16 is met zijn onderplaat 15 losmaakbaar vast te schroeven aan het asstelfreem 45 (figuur 10). Evenzo zijn de steunrollen 29 met bouten losmaakbaar bevestigd aan dwarsbalken 53 van het asstelfreem 45, opdat bij verwijderde koppelschotel 16 en verwijderde rollen 29 de aanhangwagen 5 bruikbaar is voor het vervoeren van een korte container. 



   De lange container 2, die op uittrekbare poten staat, wordt aan de motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 gekoppeld doordat deze motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 achteruit daaronder rijdt met zijn luchtveren 35 in de laagste stand. Het aankoppelen van de laadbak 2 gaat als volgt in zijn werk : - vergrendel het assenstel van de aanhangwagen 5 met de daarop gemonteerde koppelschotel 16 en stabilisatierollen   29 ;    - laat de luchtveren 35 van beide voertuigen 4,5 zakken tot in de laagste stand ;

   - rijdt de motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 achteruit onder de container   2 ;   - zodra de koppelschotel 16 van de aanhangwagen 5 de tweede kingpin 21 van de container 2 nadert, moeten de luchtveren 35 van de aanhangwagen 5 opgepompt worden zodanig dat de koppelschotel 16 onder tegen de container 2 kan glijden en kan de koppeling tussen deze koppelschotel 16 en bijbehorende kingpin 21 tot stand   komen ;   - nadat voornoemde koppeling tot stand is gekomen moet het asstelfreem 45 van de aanhangwagen 5 ontgrendeld worden ;

   - rijdt de motorwagen-aanhangwagen-combinatie 3 verder achteruit onder de container   2 ;   - zodra de koppelschotel 16 van de motorwagen 4 de eerste kingpin 21 van de container 2 nadert, moeten de luchtveren 35 van de motorwagen 4 opgepompt worden zodanig dat de koppelschotel 16 onder tegen de container 2 kan glijden en 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 kan de koppeling tussen deze koppelschotel 16 en bijbehorende kingpin 21 tot stand komen ; - hierna moeten beide koppelschotels 16 nog handmatig geborgd worden.

Claims

CONCLUSIES 1. Voertuigsysteem (1) tenminste omvattende een motorwagen (4), een door middel van een dissel aan de motorwagen (4) gekoppelde aanhangwagen (5) en een door zowel de motorwagen (4) als door de aanhangwagen (5) gedragen lange container (2) die losmaakbaar en draaibaar is verbonden met de motorwagen (4) door middel van een eerste koppeling (17) en die losmaakbaar en draaibaar is verbonden met de aanhangwagen (5) door middel van een tweede koppeling (17), welke eerste koppeling (17) en welke tweede koppeling (17) elk inkoppelbaar en ontkoppelbaar zijn door verrijden van de motorwagen (4) respectievelijk de aanhangwagen (5) ten opzichte van de zich daarboven bevindende container (2).
2. Voertuigsysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lange container (2) aan weerszijden van zijn langsas op steunen (29) van de motorwagen (4) en/of van de aanhangwagen (5) steunt, welke steunen (29) bij voorkeur elk tenminste een rol omvatten.
3. Voertuigsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de steunen (29) zijn aangebracht op dwarsbalken (25) die met schoren (26) ten opzichte van het langsfreem (19,24) van de motorwagen (4) respectievelijk aanhangwagen (5) zijn ondersteund.
4. Voertuigsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lange container (2) een lengte heeft die groter is dan 15 meter en die bij voorkeur gelijk is aan ongeveer 16 meter
5. Voertuigsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container (2) zowel aan de motorwagen (4) als aan de aanhangwagen (5) verbonden is door middel van een king-pin-koppeling (17).
6. Voertuigsysteem volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een axiale relatieve verplaatsbaarheid van voertuigsysteemelementen, bijvoorbeeld elemen- <Desc/Clms Page number 8> ten (8 en 12) van een telescopische dissel (9), voor het tijdens het doorlopen van een bocht compenseren van verlenging van het onder de container tussen de op vaste afstand gehouden aanhaakelementen (pennen 21) van de container (2) aanwezige stuk van het voertuigsysteem.
7. Voertuigsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aanhangwagen (4) een uitschuifbaar achterstuk (40) voor het dragen van achterlichten en remlichten heeft.
8. Voertuigsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een asstelfreem van de aanhangwagen (5) tezamen met een koppelschotel (16) in langsrichting verschuifbaar is ten opzichte van een langsfreem (42).
9. Container (2) voor het tezamen met een motorwagen (4) en een aanhangwagen (5) completeren van een voertuigsysteem (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de container (2) een lengte van ongeveer 16 meter heeft en voorzien is van twee koppelelementen, bijvoorbeeld kingpinnen (21), voor het tezamen met de op een motorwagen (4) respectievelijk op een aanhangwagen (5) aangebrachte koppelelementen, bijvoorbeeld koppelschotels (16), completeren van twee koppelingen (17), bijvoorbeeld king-pin-koppelingen, die elk inkoppelbaar en ontkoppelbaar zijn door verrijden van een motorwagen (4) respectievelijk een aanhanger (5) ten opzichte van de zich daarboven bevindende container (2).
10. Voertuigsysteem (1) tenminste omvattende een motorwagen (4) en een door middel van een dissel aan de motorwagen (4) gekoppelde aanhangwagen (5), welke motorwagen (4) en welke aanhangwagen (5) elk zijn ingericht voor het dragen van een daaraan losmaakbaar te verbinden korte container (36), waarbij de motorwagen (4) en de aanhangwagen (5) zijn ingericht voor het losmaakbaar daaraan verbinden van een koppelelement van een in conclusie 1 aangeduide eerste respectievelijk tweede koppeling (17).