BE1030373B1 - Sorteerapparaat met een afgeschermde detectie-inrichting - Google Patents

Abstract

Sorteerapparaat en werkwijze voor het detecteren van onregelmatigheden in een productstroom (1) die doorheen een detectiezone (10) beweegt, met een detectie-inrichting (11) die is voorzien om onregelmatige producten (6) in de productstroom (1) te detecteren. De detectie-inrichting (11) is van de productstroom (1) afgescheiden door een gesloten wand (16) met minstens een venster (17) zodat de productstroom (1) door de detectie-inrichting (11) waarneembaar is. Dit venster (17) wordt afgeschermd van de productstroom (1) door een schijfvormig element (18) dat rond een rotatieas (19) aandrijfbaar is teneinde verontreinigingen van dit element (18) te verwijderen.

Description

1 BE2022/5201

SORTEERAPPARAAT MET EEN AFGESCHERMDE DETECTIE-INRICHTING

De uitvinding betreft een sorteerapparaat met een detectiezone voor het detecteren van onregelmatige producten in een productstroom, waarbij de producten van de productstroom volgens een verplaatsingsrichting in vrije vlucht doorheen de detectiezone bewegen. Een detectie-inrichting is voorzien om onregelmatige producten in de productstroom te detecteren. Deze detectie-inrichting is van de productstroom afgescheiden door een gesloten wand met minstens een venster zodat de productstroom met behulp van de detectie-inrichting waarneembaar is doorheen dit venster wanneer deze zich doorheen de detectiezone verplaatst.

In dergelijke sorteerapparaten worden de te sorteren producten naar de detectiezone aangevoerd door middel van een transportinrichting, zoals een transportband of een hellende glijplaat. De producten verlaten de transportinrichting bij voorkeur met een nagenoeg uniforme snelheid en verplaatsen zich vervolgens doorheen genoemde detectiezone in vrije vlucht.

De producten die doorheen de detectiezone bewegen worden waargenomen door genoemde detectie-inrichting teneinde te bepalen of een product onregelmatig is. De detectie-inrichting werkt samen met een verwijder-inrichting om onregelmatige producten uit de productstroom te verwijderen.

Teneinde onregelmatige producten op een zo nauwkeurig mogelijke manier te detecteren met behulp van de detectie-inrichting en vervolgens correct uit de productstroom te verwijderen, is het belangrijk dat deze detectie en verwijdering nagenoeg onmiddellijk gebeurt nadat de producten de transportinrichting verlaten.

Daarnaast is het aangewezen om de producten zowel aan de bovenzijde van de productstroom als aan de onderzijde van de productstroom te inspecteren teneinde een optimaal sorteerresultaat te verkrijgen waarbij nagenoeg alle onregelmatige producten uit de productstroom zijn verwijderd.

Aldus wordt ernaar gestreefd om een detectie-inrichting onder de productstroom te plaatsen en dit zodanig dat producten op zeer korte afstand na de transportinrichting, nagenoeg onmiddellijk nadat ze deze laatste hebben verlaten, aan hun onderzijde worden geïnspecteerd. Dit brengt echter als belangrijk nadeel met zich mee dat allerhande verontreinigingen, stofdeeltjes, water, etc. die met de

2 BE2022/5201 productstroom worden meegevoerd, bij het verlaten van de transportinrichting of bij het verwijderen van onregelmatige producten neerslaan op de detectie-inrichting.

Hierdoor kan de werking van de detectie-inrichting ernstig worden verstoord zodat het resultaat van de sortering door het sorteerapparaat ontoereikend wordt. Dit probleem stelt zich vooral bij het sorteren van vervuilde producten of natte producten, zoals bijvoorbeeld diepvriesgroenten, aardappelen, noten, etc. Daarenboven is het traject van uit de productstroom verwijderde deeltjes moeilijk controleerbaar en gebeurt het dat deze deeltjes op het oppervlak van de detectie-inrichting terechtkomen.

De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen en een sorteerapparaat voorstellen waarbij een detectie-inrichting is voorzien die toelaat om de onderzijde van de productstroom te inspecteren en dit nagenoeg onmiddellijk bij het verlaten van de transportinrichting om een accurate verwijdering van onregelmatigheden uit de productstroom mogelijk te maken, waarbij de werking van de detectie-inrichting nagenoeg geen hinder ondervindt van allerhande verontreinigingen, stofdeeltjes, water, verwijderde deeltjes, etc. die met de productstroom worden meegevoerd.

Tot dit doel, wordt genoemd venster afgeschermd van de productstroom door middel van een schijfvormig element dat transparant is voor de detectie-inrichting en dat rond een rotatieas aandrijfbaar is teneinde verontreinigingen van dit element te verwijderen, waarbij deze rotatieas zich nagenoeg loodrecht op het oppervlak van het schijfvormig element uitstrekt.

Doelmatig, is genoemd venster voorzien op een niveau gelegen onder het niveau van genoemde detectiezone teneinde de onderzijde van de productstroom waar te nemen.

Op een voordelige manier, strekt genoemde rotatieas zich nagenoeg dwars op het vlak van genoemd venster uit.

Volgens een interessante uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat volgens de uitvinding, bevat genoemde detectie-inrichting minstens een camera waarvan het gezichtsveld zich doorheen genoemd venster over minstens een deel van de detectiezone uitstrekt zodat producten die zich doorheen dit deel van de detectiezone verplaatsen waarneembaar zijn door de camera.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het sorteerapparaat, volgens de uitvinding, bevat de detectie-inrichting aan elke laterale zijde van de

3 BE2022/5201 productstroom een camera die is voorzien van een bijhorend venster waarbij het gezichtsveld van deze camera’s samen zich uitstrekt over de volledige detectiezone.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat, volgens de uitvinding, heeft dit een transportinrichting met een transportoppervlak voor de producten van genoemde productstroom dat zich stroomopwaarts van genoemde detectiezone uitstrekt en hierop aansluit zodat producten bij het verlaten van dit oppervlak zich doorheen de detectiezone verplaatsen.

Bij voorkeur bevat het sorteerapparaat, volgens de uitvinding, minstens één lichtbron die zich onder genoemde detectiezone uitstrekt en toelaat om producten die zich doorheen de detectiezone verplaatsen te belichten teneinde waarneming ervan door de detectie-inrichting te verbeteren.

De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het detecteren van onregelmatigheden in een productstroom. Hierbij worden producten van genoemde productstroom in vrije vlucht doorheen een detectiezone verplaatst terwijl deze met behulp van een detectie-inrichting worden geïnspecteerd waarbij onregelmatige producten worden geïdentificeerd. Deze onregelmatige producten worden uit de productstroom verwijderd tijdens genoemde vrije vlucht. Men schermt de detectie-inrichting af van de productstroom met een gesloten wand waarin men minstens een venster voorziet zodat de detectie-inrichting genoemde productstroom waarneemt doorheen dit venster.

Deze werkwijze wordt gekenmerkt doordat men genoemd venster afschermt van de productstroom door een schijfvormig element, dat transparant is voor de detectie-inrichting, tussen het venster en de productstroom te plaatsen. Men drijft dit schijfvormig element aan rond een centrale rotatieas die zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op het oppervlak van het schijfvormig element teneinde verontreinigingen van dit element te verwijderen.

Andere bijzonderheden en voordelen van uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van het sorteerapparaat en de werkwijze, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming, de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

4 BE2022/5201

Figuur 1 is een schematische verticale langsdoorsnede, volgens lijn

I- uit figuur 2, van een sorteerapparaat volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een schematische verticale dwarsdoorsnede, volgens lijn

I[-II uit figuur 1, van dit sorteerapparaat volgens de uitvinding.

Figuur 3 is een schematisch bovenaanzicht van een schijfvormig element dat gemonteerd is voor een venster van een detectie-inrichting van een sorteerapparaat, zoals in het sorteerapparaat voorgesteld in de figuren 1 en 2.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een sorteerapparaat waar producten in een te sorteren productstroom optisch worden gesorteerd op basis van verkleuringen, maat- en/of vormafwijkingen, structuureigenschappen, etc. Producten die niet gewenst zijn in de gesorteerde productstroom worden als onregelmatig beschouwd en, na detectie, uit de productstroom verwijderd. In dergelijke sorteerapparaten worden onregelmatige producten meestal gedetecteerd met behulp van waarnemingen door camera’s of door analyse van de reflectie van op de producten invallende lichtbundels, zoals lasers.

In figuur 1 is, op een schematische wijze, een langsdoorsnede van een interessante uitvoeringsvorm van een sorteerapparaat, volgens de uitvinding weergegeven. In dit sorteerapparaat wordt een productstroom 1, die dient gesorteerd te worden, aangevoerd naar een transportinrichting 2. In de voorgestelde uitvoeringsvorm, wordt deze transportinrichting 2 gevormd door een transportband 3 dat een transportoppervlak 4 vertoont waarop de aangevoerde te sorteren producten van de productstroom 1 zijn verdeeld. Deze productstroom 1 bevat zowel geschikte producten 5 als onregelmatige producten 6 die door de sorteermachine uit de productstroom 1 dienen te worden verwijderd.

De transportband 3 vormt een gesloten lus die over twee parallelle cilindrische rollen 7 en 8 loopt en die wordt aangedreven zodat de productstroom 1, die op het transportoppervlak 4 ervan rust, zich verplaatst volgens een verplaatsingsrichting zoals aangegeven door pijl 9. Hierbij zijn de producten 5 et 6 uit de productstroom nagenoeg over de volledige breedte van de transportband 3 verdeeld in een laag met een enkelvoudige productdikte, zoals bijvoorbeeld is weergegeven in de figuren 1 en 2.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat, volgens de uitvinding, wordt genoemd transportoppervlak 4 gevormd door een hellende rechte of gebogen glijplaat. Hierbij verplaatsen de producten zich over dit transportoppervlak 4 onder invloed van de zwaartekracht. Een sorteerapparaat met een 5 gebogen glijplaat is bijvoorbeeld beschreven in het document US 6305551.

Aldus verplaatsen de producten 5 en 6 zich in genoemde productstroom 1 aan een bepaalde snelheid volgens genoemde verplaatsingsrichting 9 over de transportinrichting 2 tot aan het uiteinde van het transportoppervlak 4. Aan dit uiteinde verlaten de producten 5 en 6 het transportoppervlak 4 en verplaatsen deze zich, ingevolge hun inertie, verder in vrije vlucht doorheen een detectiezone 10. Deze detectiezone 10 sluit bijgevolg stroomafwaarts aan op het transportoppervlak 4 en strekt zich minstens uit over de breedte van de productstroom 1. De transportband 3 wordt aangedreven volgens een richting dwars op de detectiezone 10.

Tijdens de verplaatsing van de producten 5 en 6 doorheen de detectiezone 10 worden deze waargenomen door een detectie-inrichting 11 die toelaat om in de productstroom 1 onregelmatige producten 6 te identificeren en om de positie van deze onregelmatige producten 6 te bepalen. Teneinde de geïdentificeerde onregelmatige producten 6 uit de productstroom 1 te verwijderen tijdens genoemde vrije vlucht, werkt de detectie-inrichting samen met een verwijderinrichting 12.

Deze verwijderinrichting 12 omvat bijvoorbeeld een ventielbalk 13 met een rij opeenvolgende naast elkaar gelegen persluchtventielen 14 die zich over de breedte van de productstroom 11 uitstrekt. Deze ventielbalk 13 is boven de productstroom 1 geplaatst, waarbij de persluchtventielen naar de productstroom 1 zijn gericht. Om een onregelmatig product 6 uit de productstroom te verwijderen, worden aldus een of meerdere ventielen geactiveerd die zich op een positie bevinden overeenkomstig met deze van het te verwijderen product 6 zodat een gerichte luchtstroom, afkomstig van de geactiveerde ventielen 14, het product 6 uit de productstroom 1 blaast. Dit verwijderde product 6 valt dan verder naar beneden tot in een ondergelegen transportgoot 15 die zorgt voor de afvoer van uit de productstroom 1 verwijderde onregelmatige producten 6.

In de uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat voorgesteld in figuur 1 zijn twee ventielbalken 13 voorzien boven de productstroom 1. Het spreekt voor zich

6 BE2022/5201 dat andere systemen eveneens mogelijk zijn voor het verwijderen van onregelmatige producten 6 uit de productstroom 1.

Volgens de uitvinding, is de detectie-inrichting 11 van de productstroom 1 afgescheiden door een gesloten wand 16. In deze wand 16 is een venster 17 aanwezig zodat de productstroom 1 door de detectie-inrichting 11 waarneembaar is doorheen dit venster 17. De wand 16 bevindt zich aldus tussen de detectie-inrichting 11 en de productstroom 1 en beschermt de detectie-inrichting 11 tegen allerhande verontreinigingen zoals, bijvoorbeeld, stofdeeltjes, water of andere ongewenste elementen die mogelijk afkomstig zijn van de productstroom 1.

In het algemeen, maakt de wand 16 deel uit van een gesloten behuizing waarin de detectie-inrichting 11 is gemonteerd. Deze behuizing zorgt ervoor dat de detectie-inrichting 11, in het bijzonder onderdelen ervan zoals bijvoorbeeld printplaten, lenzen, camera’s, sensors, etc, worden beschermd tegen verontreinigingen uit de omgeving of afkomstig van de productstroom 1.

Daarenboven kan de behuizing vermijden dat er een ongewenste lichtinval is op sensors van de detectie-inrichting.

In de in de figuren voorgestelde uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat volgens de uitvinding, is het venster 17 voorzien op een niveau gelegen onder het niveau van de detectiezone 10 teneinde de onderzijde van de productstroom 1 waar te nemen. De detectie-inrichting 11 is hierbij, bij voorkeur, ook onder het niveau van de detectiezone 10 geplaatst.

Volgens de uitvinding wordt genoemd venster 17 voorzien aan de onderzijde van de productstroom 1 teneinde de onderzijde van de producten 5 en 6 te inspecteren. Hierbij wordt door ‘onderzijde’ van de productstroom 1 of van de producten 5 en 6, de zijde verstaan die overeenstemt met de zijde ervan die naar het transportoppervlak 4 is gericht wanneer de productstroom 1 zich hierop bevindt.

Wanneer dit transportoppervlak 4, bijvoorbeeld, een hellende glijplaat bevat, dan is het mogelijk dat de detectie-inrichting 11 zich eerder zijdelings ten opzichte van de productstroom 1 en de detectiezone 10 bevindt dan effectief onder deze.

Het venster 17 waardoorheen de detectie-inrichting 11 de producten 5 en 6 waarneemt, wordt afgeschermd van de productstroom 1 door middel van een schijfvormig element 18 dat transparant is voor de detectie-inrichting 11. Aldus is het

7 BE2022/5201 mogelijk voor de detectie-inrichting 11 om de producten 5 en 6 doorheen het venster 17 en het schijfvormig element 18 waar te nemen.

Dit schijfvormig element 18 schermt bijgevolg het venster 17 af van de productstroom 1 en verhindert dat ongewenste verontreinigingen, stofdeeltjes, water, verwijderde producten 6, etc. die afkomstig zijn van de productstroom 1 zich doorheen het venster 17 zouden verplaatsen. Aldus wordt vermeden dat sensors of andere onderdelen van de detectie-inrichting 11 zouden worden verontreinigd wat de goede werking ervan zou schaden.

Om ervoor te zorgen dat het schijfvormig element 18 transparant blijft voor de detectie-inrichting 11, heeft dit een rotatieas 19 en werkt dit samen met een aandrijfmotor 20. Deze rotatieas 19 strekt zich nagenoeg loodrecht op het oppervlak van het schijfvormig element 18 uit, terwijl de aandrijfmotor 20 toelaat om het schijfvormig element 18 aan een relatief hoog toerental aan te drijven rond deze rotatieas 19. Bij voorkeur wordt het schijfvormig element 18 aangedreven aan een toerental hoger dan 2.000 toeren per minuut. Ingevolge deze rotatie van het schijfvormig element 18 worden verontreinigingen die op het oppervlak ervan terecht komen door de centrifugale kracht die erop wordt uitgeoefend omwille van deze rotatiebeweging van het element 18 verwijderd.

Eventueel worden bijkomende reinigingsmiddelen voorzien voor het schijfvormig element 18 zoals, bijvoorbeeld, een sproeier om water op het oppervlak ervan aan te brengen om bevuiling ervan af te spoelen. Daarnaast, of als alternatief, kan eventueel een persluchtmond uitgeven op het oppervlak van het schijfvormig element 18 om het oppervlak ervan ter reinigen door middel van een luchtstroming.

Aldus laat de aanwezigheid van het schijfvormig element 18, dat aan een hoge snelheid wordt aangedreven rond de rotatieas 19, toe dat de detectie- inrichting 11 onder de productstroom 1 wordt voorzien waarbij het mogelijk is om producten 5 en 6 vrijwel onmiddellijk nadat deze de transportinrichting 2 verlaten aan de onderzijde ervan te inspecteren met de detectie-inrichting 11. Dit is vooral interessant wanneer de transportinrichting 2, bijvoorbeeld, een nagenoeg horizontaal transportoppervlak 4 bevat dat aansluit op de detectiezone 10. In dergelijk geval is het, door de aanwezigheid van de detectie-inrichting 11 met het venster 17 en het schijfvormig element 18, immers mogelijk om een inspectie van de onderzijde van de productstroom 1 uit te voeren onmiddellijk nadat deze de transportinrichting 2 verlaat

8 BE2022/5201 zodat de verwijderinrichting 12 eveneens op zeer korte afstand achter de transportinrichting 2 kan geplaatst worden. Dit zorgt ervoor dat onregelmatige producten 6 met grote nauwkeurigheid uit de productstroom 1 kunnen worden verwijderd na detectie ervan door de detectie-inrichting 11.

De detectie-inrichting, die wordt beschermd door de wand 16 en het schijfvormig element 18, kan om het even welk systeem omvatten dat toelaat om producten in de detectiezone 10 te inspecteren doorheen het venster 17 en om deze producten te identificeren. Normalerwijze worden voor de detectie-inrichting optische systemen aangewend met, bijvoorbeeld, een laserscanner met bijhorende sensoren, zoals beschreven in US 4723659, of een camera, zoals een lineaire camera of een matrixcamera.

De aanwezigheid van genoemd schijfvormig element 18 dat wordt aangedreven rond de rotatieas 19 zorgt er dan voor dat de werking van de laserscanner of van de camera niet wordt verstoord doordat het zicht op de producten doorheen het venster 17 en doorheen het element 18 zou worden belemmerd door het neerslaan van verontreinigingen zoals, bijvoorbeeld, stofdeeltjes, water of andere ongewenste elementen die mogelijk afkomstig zijn van de productstroom 1.

In de uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat, die is voorgesteld in de figuren 1 en 2, bevat de detectie-inrichting een camera 21 die schematisch is weergegeven door een onderbroken lijn. Meer bepaald, heeft de detectie-inrichting 11 aan elke laterale zijde van de productstroom 1 een camera 21 en 22 die afgeschermd wordt door een overeenkomstige wand 16 voorzien van een bijhorend venster 17. Elk van deze camera’s 21 en 22 heeft een bijhorend gezichtsveld 23, respectievelijk 24, dat zich doorheen het respectievelijk venster 17 minstens over een deel van de detectiezone 10 uitstrekt. Het gezichtsveld van deze camera’s 21 en 22 samen strekt zich uit over de volledige breedte van de detectiezone 10 en overlapt eventueel gedeeltelijk. Op deze manier zijn producten 5 en 6 die zich doorheen de detectiezone 10 verplaatsen waarneembaar door minstens één van de betreffende camera 21 of 22.

In het sorteerapparaat voorgesteld in figuren 1 en 2 zijn de camera’s 21 en 22 met het bijhorend venster 17 en het overeenkomstig schijfvormig element 18 onder het transportoppervlak 4 geplaatst. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat er voldoende plaats beschikbaar is om genoemde transportgoot 15 te voorzien aan het einde van het transportoppervlak 4 onder de detectiezone 10. Verder reduceert dit de

9 BE2022/5201 hoeveelheid verontreinigingen afkomstig van de productstroom 1 die mogelijk op het element 18 zou terechtkomen.

Het oppervlak van de schijfvormige elementen 18 1s, bij voorkeur, geïnclineerd ten opzichte van de breedterichting van de detectiezone 10 en de verplaatsingsrichting 9 van de productstroom 1. Deze inclinatie wordt bijvoorbeeld zodanig gekozen dat de as van de camera’s 21 en 22 nagenoeg loodrecht is op het oppervlak van het respectievelijk schijfvormig element 18. Meer bepaald is de as van deze camera’s, bij voorkeur, evenwijdig aan de rotatieas 19 van het bijhorend schijfvormig element 18.

Figuur 3 geeft een bovenaanzicht van een schijfvormig element 18 weer dat boven een venster 17 in een wand 16 van een detectie-inrichting 11 is gemonteerd. Het schijfvormig element 18 is hierbij via een ring 29 bevestigd op de wand 16. De ring bevat inwendig een lager voor het schijfvormig element 18 zodat dit vrij roteerbaar is rond genoemde rotatieas 19 ten opzichte van de ring 29. Genoemde aandrijfmotor 20 is centraal op het schijfvormig element 18 bevestigd en verbonden met een vaste arm 30 die zich doorheen de ring 29 strekt teneinde een elektrische of pneumatische aansluiting te voorzien voor het bekrachtigen van de aandrijfmotor 20.

Een dergelijk schijfvormig element 18 voorzien van de aandrijfmotor 20 is ook bekend onder de benaming ‘spin window’.

In het algemeen heeft genoemd schijfvormig element 18 een omtrek in de vorm van een cirkel en strekt genoemde rotatieas 19 zich aldus doorheen het middelpunt van deze cirkel uit. Genoemd venster 17 wordt meestal voorzien op een positie die excentrisch is ten opzichte van dit middelpunt zodat het gezichtsveld van de detectie-inrichting 11 niet wordt belemmert door, bijvoorbeeld, een eventuele motor die in het midden van het element 18 is gemonteerd.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, kan de detectie-inrichting 11 eventueel slechts één camera bevatten waarvan het gezichtsveld zich over de volledige breedte van de detectiezone 10 uitstrekt. Het is eveneens mogelijke dat twee camera’s voorzien zijn die elk op een andere positie onder de detectiezone 10 zijn geplaatst, zoals, bijvoorbeeld, onder het midden van de detectiezone 10 of verdeeld over de breedte ervan.

Uiteraard kunnen ook meer dan twee detectie-inrichtingen 11 voorzien worden onder de productstroom 1, waarbij elke detectie-inrichting 11 een

10 BE2022/5201 wand 16 met een venster 17 heeft en samenwerkt met een eigen roterend schijfvormig element 18.

Verder zijn mogelijk bijkomende detectiemiddelen voorzien om de aanwezigheid van onregelmatige producten 6 in de productstroom 1 te detecteren.

Aldus is, zoals in figuur 1 schematisch is voorgesteld, een laserscanner 25 voorzien die met behulp van een laser 26 de bovenzijde van de producten 5 en 6 in de productstroom 1 scant terwijl deze zich in vrije vlucht doorheen de detectiezone 10 verplaatsen. Een dergelijke laserscanner 25 voor het sorteren van producten is op zich bekend voor de vakman.

Boven het oppervlak 4 van de transportband 3 zijn optioneel nog één of meerdere camera’s 27 voorzien waarvan het totaal gezichtsveld 28 zich eveneens over de volledige breedte van de productstroom 1 op het transportoppervlak 4 uitstrekt.

Deze camera’s 27 kunnen bijvoorbeeld voorzien zijn om de hoogte, grootte, kwaliteit, of andere eigenschappen van de te sorteren producten 5 en 6 of van de productstroom 1 te bepalen.

Eventueel worden bovenstaande bijkomende detectiemiddelen eveneens door een roterend schrijfvormig element 18 of ‘spin window’ afgeschermd ten opzichte van de productstroom 1.

Het sorteerapparaat bevat verder, bij voorkeur, minstens één lichtbron 31 die zich onder het niveau van de detectiezone 10 uitstrekt en toelaat om minstens de onderzijde van producten 5 en 6 die zich doorheen de detectiezone 10 verplaatsen te belichten. Dit zorgt ervoor dat de detectie van onregelmatige producten 6 in de productstroom 1 verbetert. Eventueel kan deze lichtbron 31 licht met een bepaalde golflengte of golflengtespectrum uitzenden die de waarneembaarheid van ongewenste eigenschappen van onregelmatige producten door de inspectie-inrichting verbetert. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om gebruik te maken van fluorescentie- eigenschappen van de producten in de productstroom om onregelmatige producten te identificeren.

In de uitvoeringsvorm van het sorteerapparaat uit figuur 1 en 2, bevat dit twee lichtbronnen 31. Deze lichtbronnen zijn bijvoorbeeld lijnvormig en strekken zich nagenoeg evenwijdig uit aan de detectiezone 10, of aan de dwarsrichting van de productstroom 1.

11 BE2022/5201

In plaats van genoemde lijnvormige lichtbronnen 31, zoals voorgesteld in figuur 1 en 2, is het eveneens mogelijk dat het sorteerapparaat een of meerdere puntlichtbronnen, zoals bijvoorbeeld individuele lichtspots, bevat die, bijvoorbeeld, de onderzijde van de productstroom 1 belichten wanneer deze zich doorheen de detectiezone 10 verplaatst. Dergelijke puntlichtbronnen kunnen eventueel eveneens tegen bevuiling worden afgeschermd ten opzichte van de productstroom 1 door middel van een overeenkomstig roterend schijfvormig element 18, in het bijzonder een ‘spin window”.

Producten die niet geïdentificeerd werden als onregelmatige producten 6 en die niet verwijderd werden uit de productstroom 1 worden stroomafwaarts van de detectiezone 10 door een opvanginrichting 32 opgevangen. Een dergelijk opvanginrichting 32 kan bijvoorbeeld worden gevormd door een glijplaat, een transportband of een container voor regelmatige producten 5.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt bijvoorbeeld toegepast met het sorteerapparaat zoals hierboven beschreven.

In het algemeen worden in deze werkwijze voor het detecteren van onregelmatigheden in een productstroom 1, producten 5 en 6 van de productstroom 1 in vrije vlucht doorheen een detectiezone 10 verplaatst. Tijdens deze vrije vlucht wordt de productstroom 1 met behulp van genoemde detectie-inrichting 11 geïnspecteerd en worden onregelmatige producten 6 hierdoor geïdentificeerd.

De onregelmatige producten 6 worden uit de productstroom 1 verwijderd tijdens genoemde vrije vlucht. Verder wordt de detectie-inrichting van de productstroom afgeschermd met een gesloten wand 16 waarin minstens een venster 17 is voorzien zodat de detectie-inrichting 11 de productstroom 1 waarneemt doorheen dit venster 17.

Men schermt het venster 17 van de productstroom 1 af door een schijfvormig element 18 tussen het venster 17 en de productstroom 1 te plaatsen. Dit element 18 is transparant voor de detectie-inrichting 11. Men drijft dit schijfvormig element 18 aan rond een centrale rotatieas 19 die zich loodrecht uitstrekt op het oppervlak ervan om zo verontreinigingen van dit element 18 te verwijderen.

Bij voorkeur wordt in de werkwijze een verplaatsing opgelegd aan de productstroom 1 in vrije vlucht doorheen de detectiezone 10 op een niveau dat is

12 BE2022/5201 gelegen boven het venster 17. Aldus neemt men de onderzijde van de productstroom 1 waar met de detectie-inrichting.

Bij voorkeur belicht men de onderzijde van de productstroom 1 terwijl de producten 5 en 6 in vrije vlucht doorheen de detectiezone 10 worden verplaatst.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van het sorteerapparaat en de werkwijze. Zo kan de detectie- inrichting niet alleen een camera bevatten, maar eveneens een laserscanner of om het even welk optisch of ander bekend systeem voor het sorteren van een productstroom.

Daarenboven kan de detectie-inrichting een combinatie bevatten van verschillende sorteersystemen en kan dit bijvoorbeeld een combinatie van een of meerdere camera’s en/of een of meerdere laserscanners bevatten welke samen beschermd worden door een enkel schijfvormig element 18 of ‘spin window’. Ook is het mogelijk dat meerdere vensters 17 voor verschillende camera’s of laserscanners worden afgeschermd door eenzelfde schijfvormig element 18, ook ‘spin window’ genoemd.

Verder is genoemd venster 17 niet noodzakelijk rechthoekig zoals voorgesteld in de figuren, maar kan dit om het even welke vorm aannemen en kan dit zich bijvoorbeeld uitstrekken over het volledig oppervlak van het schijfvormig element 18.

Het schijfvormig element 18 wordt meestal in transparant glas uitgevoerd, maar kan uiteraard eveneens uit andere materialen vervaardigd zijn die transparant zijn voor de detectie-inrichting. Bij voorkeur heeft dit schijfvormig element aan de zijde die naar de productstroom is gericht een relatief effen en glad oppervlak. Verder is het voordelig dat het schijfvormig element eerder stijf is en een voldoende sterkte vertoont om aan het toegepaste toerental te roteren.

Claims (20)

13 BE2022/5201 CONCLUSIES

1. Sorteerapparaat met een detectiezone (10) voor het detecteren van onregelmatigheden in een productstroom (1) die volgens een verplaatsingsrichting in vrije vlucht doorheen deze detectiezone (10) beweegt, met een detectie-inrichting (11) die is voorzien om onregelmatige producten (6) in de productstroom (1) te detecteren, waarbij de detectie-inrichting (11) van de productstroom (1) is afgescheiden door een gesloten wand (16) met minstens een venster (17) zodat de productstroom (1) door de detectie-inrichting (11) waarneembaar is doorheen dit venster (17), daardoor gekenmerkt dat genoemd venster (17) wordt afgeschermd van de productstroom (1) door middel van een schijfvormig element (18) dat transparant is voor de detectie-inrichting (11) en dat rond een rotatieas (19) aandrijfbaar is teneinde verontreinigingen van dit element (18) te verwijderen, waarbij deze rotatieas (19) zich nagenoeg loodrecht op het oppervlak van het schijfvormig element (18) uitstrekt.

2. Sorteerapparaat volgens conclusie 1, waarbij genoemd venster (17) is voorzien tegenover genoemde detectiezone (10) en tegenover de onderzijde van de productstroom (1) teneinde deze onderzijde waar te nemen.

3. Sorteerapparaat volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemd venster (17) is voorzien op een niveau gelegen onder het niveau van genoemde detectiezone (10) teneinde de onderzijde van de productstroom (1) waar te nemen.

4. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij genoemde rotatieas (19) zich nagenoeg dwars op het vlak van genoemd venster (17) uitstrekt.

5. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 4, waarbij genoemde detectie-inrichting (11) minstens een camera (21,22) bevat waarvan het gezichtsveld (23,24) zich doorheen genoemd venster (17) minstens over een deel van de detectiezone (10) uitstrekt zodat producten (5,6) die zich doorheen dit deel van de detectiezone (10) verplaatsen waarneembaar zijn door de camera (21,22).

14 BE2022/5201

6. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij genoemde detectie-inrichting (11) aan elke laterale zijde van de productstroom (1) een camera (21,22) bevat die is voorzien van een bijhorend venster (17) waarbij het gezichtsveld van deze camera’s samen zich uitstrekt over de breedte van genoemde detectiezone (10).

7. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij dit een transportinrichting (2) bevat met een transportoppervlak (4) voor de producten (5,6) van genoemde productstroom (1) dat zich stroomopwaarts van genoemde detectiezone (10) uitstrekt en hierop aansluit zodat producten (5,6) bij het verlaten van dit oppervlak (4) zich doorheen de detectiezone (10) verplaatsen.

8. Sorteerapparaat volgens conclusie 7, waarbij genoemd transportoppervlak (4) gevormd wordt door een transportband (3) die wordt aangedreven volgens een richting dwars op genoemde detectiezone (10) zodat genoemde producten (5,6), bij het verlaten van deze transportband (3), zich volgens genoemde verplaatsingsrichting (9) in vrije vlucht doorheen de detectiezone (10) verplaatsen.

9. Sorteerapparaat volgens conclusie 8, waarbij genoemd transportoppervlak (4) zich hoofdzakelijk volgens een nagenoeg horizontaal vlak uitstrekt.

10. Sorteerapparaat volgens conclusie 7, waarbij genoemd transportoppervlak (4) een hellende plaat omvat.

11. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 10, waarbij dit een verwijderinrichting (12) bevat die samenwerkt met de detectie-inrichting (11) teneinde onregelmatige producten (6) uit de productstroom (1) te verwijderen tijdens genoemde vrije vlucht.

12. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 11, waarbij dit minstens één lichtbron (31) bevat die zich onder genoemde detectiezone (10) uitstrekt en toelaat om producten (5,6) die zich doorheen de detectiezone (10) verplaatsen te belichten.

13. Sorteerapparaat volgens conclusie 12, waarbij genoemde lichtbron (31) lijnvormig is en zich nagenoeg evenwijdig aan de detectiezone (10) uitstrekt.

15 BE2022/5201

14. Sorteerapparaat volgens conclusie 12, waarbij genoemde lichtbron minstens een puntlichtbron omvat.

15. Sorteerapparaat volgens conclusie 14, waarbij genoemde puntlichtbron wordt afgeschermd van genoemde productstroom 1 door een bijkomend een schijfvormig element (18) dat transparant is licht van deze puntlichtbron en dat rond een rotatieas (19) aandrijfbaar is teneinde verontreinigingen van dit element (18) te verwijderen, waarbij deze rotatieas (19) zich nagenoeg loodrecht op het oppervlak van het schijfvormig element (18) uitstrekt.

16. Sorteerapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 15, waarbij een opvang-inrichting (32) is voorzien dat zich stroomafwaarts uitstrekt achter genoemde detectiezone (10) teneinde genoemde productstroom (1) op te vangen.

17. Werkwijze voor het detecteren van onregelmatigheden in een productstroom (1), waarbij producten (5,6) van genoemde productstroom (1) in vrije vlucht doorheen een detectiezone (10) worden verplaatst terwijl deze met behulp van een detectie-inrichting (11) worden geïnspecteerd waarbij onregelmatige producten (6) worden geïdentificeerd en deze onregelmatige producten (6) uit de productstroom (1) worden verwijderd tijdens genoemde vrije vlucht, waarbij men de detectie- inrichting (11) van de productstroom (1) afschermt met een gesloten wand (16) waarin men minstens een venster (17) voorziet zodat de detectie-inrichting (11) genoemde productstroom (1) waarneemt doorheen dit venster, daardoor gekenmerkt dat men genoemd venster (17) afschermt van de productstroom (1) door een schijfvormig element (18), dat transparant is voor de detectie-inrichting (11), tussen het venster (17) en de productstroom (1) te plaatsen, waarbij men dit schijfvormig element (18) aandrijft rond een centrale rotatieas (19) die zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op het oppervlak van het schijfvormig element (18) teneinde verontreinigingen van dit element (18) te verwijderen.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij men genoemde productstroom (1) een verplaatsing oplegt in vrije vlucht doorheen genoemde detectiezone (10) op een niveau gelegen boven het niveau van genoemd venster (17), waarbij men de onderzijde van de productstroom (1) waarneemt met de detectie- inrichting (11).

16 BE2022/5201

19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij men de onderzijde van de productstroom (1) belicht terwijl de producten (5,6) zich in vrije vlucht verplaatsen doorheen genoemde detectiezone (10).

20. Werkwijze volgens een van de conclusies 17 tot 19, waarbij schijfvormig element (18) wordt aangedreven rond de centrale rotatieas (19) aan een snelheid hoger dan 2.000 toeren per minuut.