BE1030177A1 - Gebruik van collageen hydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger - Google Patents

Gebruik van collageen hydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger Download PDF

Info

Publication number
BE1030177A1
BE1030177A1 BE20235071A BE202305071A BE1030177A1 BE 1030177 A1 BE1030177 A1 BE 1030177A1 BE 20235071 A BE20235071 A BE 20235071A BE 202305071 A BE202305071 A BE 202305071A BE 1030177 A1 BE1030177 A1 BE 1030177A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
collagen hydrolyzate
selective
collagen
hunger
hydrolyzate
Prior art date
Application number
BE20235071A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030177B1 (nl
Inventor
Janne Prawitt
Original Assignee
Rousselot Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rousselot Bv filed Critical Rousselot Bv
Publication of BE1030177A1 publication Critical patent/BE1030177A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030177B1 publication Critical patent/BE1030177B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L33/00Modifying nutritive qualities of foods; Dietetic products; Preparation or treatment thereof
    • A23L33/20Reducing nutritive value; Dietetic products with reduced nutritive value
    • A23L33/21Addition of substantially indigestible substances, e.g. dietary fibres
    • A23L33/28Substances of animal origin, e.g. gelatin or collagen
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23JPROTEIN COMPOSITIONS FOR FOODSTUFFS; WORKING-UP PROTEINS FOR FOODSTUFFS; PHOSPHATIDE COMPOSITIONS FOR FOODSTUFFS
    • A23J3/00Working-up of proteins for foodstuffs
    • A23J3/30Working-up of proteins for foodstuffs by hydrolysis
    • A23J3/32Working-up of proteins for foodstuffs by hydrolysis using chemical agents
    • A23J3/34Working-up of proteins for foodstuffs by hydrolysis using chemical agents using enzymes
    • A23J3/341Working-up of proteins for foodstuffs by hydrolysis using chemical agents using enzymes of animal proteins
    • A23J3/342Working-up of proteins for foodstuffs by hydrolysis using chemical agents using enzymes of animal proteins of collagen; of gelatin
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L29/00Foods or foodstuffs containing additives; Preparation or treatment thereof
    • A23L29/20Foods or foodstuffs containing additives; Preparation or treatment thereof containing gelling or thickening agents
    • A23L29/275Foods or foodstuffs containing additives; Preparation or treatment thereof containing gelling or thickening agents of animal origin, e.g. chitin
    • A23L29/281Proteins, e.g. gelatin or collagen
    • A23L29/284Gelatin; Collagen
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L33/00Modifying nutritive qualities of foods; Dietetic products; Preparation or treatment thereof
    • A23L33/10Modifying nutritive qualities of foods; Dietetic products; Preparation or treatment thereof using additives
    • A23L33/17Amino acids, peptides or proteins
    • A23L33/18Peptides; Protein hydrolysates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L33/00Modifying nutritive qualities of foods; Dietetic products; Preparation or treatment thereof
    • A23L33/30Dietetic or nutritional methods, e.g. for losing weight
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P3/00Drugs for disorders of the metabolism
    • A61P3/04Anorexiants; Antiobesity agents
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P3/00Drugs for disorders of the metabolism
    • A61P3/08Drugs for disorders of the metabolism for glucose homeostasis
    • A61P3/10Drugs for disorders of the metabolism for glucose homeostasis for hyperglycaemia, e.g. antidiabetics
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P3/00Drugs for disorders of the metabolism
    • A61P3/12Drugs for disorders of the metabolism for electrolyte homeostasis
    • A61P3/14Drugs for disorders of the metabolism for electrolyte homeostasis for calcium homeostasis
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07KPEPTIDES
    • C07K14/00Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • C07K14/435Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from animals; from humans
    • C07K14/78Connective tissue peptides, e.g. collagen, elastin, laminin, fibronectin, vitronectin or cold insoluble globulin [CIG]

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Diabetes (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Obesity (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Endocrinology (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Emergency Medicine (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Rheumatology (AREA)
  • Child & Adolescent Psychology (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Coloring Foods And Improving Nutritive Qualities (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat bij de preventie en/of behandelen van selectieve honger. Het collageenhydrolysaat kan een therapeutisch en/of niet-therapeutisch effect hebben. De preventie en/of behandeling van selectieve honger door het collageenhydrolysaat kan als doel hebben het verliezen van lichaamsgewicht of het verbeteren van het algemene welzijn. Het collageenhydrolysaat wordt bij voorkeur toegediend als een dagelijkse voedingssupplementformulering.

Description

Titel: Gebruik van collageen hydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger
Veld van de uitvinding
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger, in het bijzonder op een voedingssupplement voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger.
Achtergrond van de uitvinding
Selectieve honger (food craving) is een intens verlangen om bepaald voedsel(s) te eten. De intensiteit en specificiteit in selectieve honger onderscheidt het van gewone honger.
Selectieve honger wordt geacht cognitieve (bijv. sterke gedachten over voedsel), emotionele (bijv. veranderingen in stemming), gedragsmatige (bijv. zoeken naar voedsel) en fysiologische (bijv. speekselvloed) kenmerken te hebben (Rodriguez-Martin et al. Front
Psychol. 2015; 6:21). Vrouwen ondervinden vaker selectieve honger dan mannen, wat mogelijk verband houdt met hormonale verschillen tussen vrouwen en mannen. Selectieve honger kan worden veroorzaakt door een specifieke gemoedstoestand en kan worden veroorzaakt door omgevingsfactoren, zoals stress (Cepeda-Benito et al. Behav Res Ther. 2000 Nov; 38(11):1125-38). Selectieve honger komt meestal voor in de late namiddag en/of in de avond.
Selectieve honger wordt beschouwd als een heel andere aandoening dan een gevoel van honger. In tegenstelling tot een hongergevoel, wordt selectieve honger niet noodzakelijk geassocieerd met voedselgebrek en een lege maag (Pelchat ML et al. Physiol Behav. 2000
Jan; 68(3):353-9). Selectieve honger wordt meestal niet verlicht door inname van algemeen voedsel. In plaats daarvan is er sprake van een sterk verlangen naar energierijk voedsel, met name voedsel met grote hoeveelheden suiker, vet en/of koolhydraten. Het blootstellen van een persoon aan verleidelijke voedselsignalen leidt niet tot selectieve honger, wat ook aangeeft dat de selectieve honger iets anders is dan een hongergevoel (Grubliauskiene et al.
Front. Psychol. 5:788). Hoewel selectieve honger en een hongergevoel gelijktijdig kunnen plaatsvinden, wordt honger niet beschouwd als een voorwaarde voor het ervaren van selectieve honger.
Selectieve honger kan leiden tot gezondheids- en psychologische risico's (Kemps et al.
Current Directions in Psychological Science, 19(2), 86-90). Overmatig eten leidt tot verhoogde Body Mass Index en obesitas, insulineresistentie, en andere gezondheidsproblemen. Overmatig eten heeft ook psychologische gevolgen, zoals schuldgevoelens, schaamte en depressie. Selectieve honger is echter niet altijd pathologisch.
Selectieve honger kan uit zichzelf verdwijnen of verminderen in de loop van de tijd, al dan niet met incidentele opflakkeringen. Met andere woorden, selectieve honger is niet altijd een chronische aandoening. Selectieve honger hoeft ook niet altijd tot andere gezondheidsproblemen te leiden, zeker niet bij minder extreme vormen van selectieve honger. Desalniettemin kunnen gezonde individuen of individuen die een minder extreme vorm van selectieve honger ervaren, baat hebben bij maatregelen ter preventie en/of behandeling van selectieve honger. Dit door hun esthetische lichaamsuiterlijk te behouden of te verbeteren en/of door hun algemeen functioneren en welzijn te verbeteren.
Selectieve honger kan voorkomen bij gezonde personen, maar selectieve honger kan frequenter of intenser zijn bij bepaalde medische aandoeningen, waaronder maar niet beperkt tot obesitas, zwangerschap, gastro-intestinale stoornissen, de ziekte van Addison, premenstrueel syndroom, hormonale disbalans, hyperthyreoïdie, stress, polyfagie, lage serotonine, cystische fibrose, en leverziekte. Bij deze bovengenoemde medische aandoeningen kan selectieve honger worden beschouwd als een symptoom van de onderliggende medische aandoening, hoewel deze over het algemeen geen verband houdt met de pathofysiologie van de onderliggende aandoening. Het lijkt erop dat het biologische mechanisme van selectieve honger verschillend kan zijn bij gezonde personen en personen die aan één van de genoemde medische aandoeningen lijden. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat hersenactivatie van de thalamus een meer prominente rol speelt bij selectieve honger bij personen met obesitas in vergelijking met magere personen (Jastreboff et al. Diabetes Care (2013) 36:394-402).
Adequate maatregelen om selectieve honger te voorkomen en/of te behandelen zijn gewenst, zowel in een pathologische (therapeutische) als in een niet-pathologische (niet- therapeutische, zoals een cosmetisch effect, verbeterend algemeen functioneren, verbeterend welzijn) context.
Er is voorgesteld om selectieve honger te verminderen door middel van eetlustonderdrukking.
Eetlustonderdrukking is doorgaans bewerkstelligd met eetlustremmende geneesmiddelen die werken via catecholamine routes in de hersenen of via serotonine routes (Silverstone et al.
Drugs volume 43, pagina's 820-836, 1992). Eetlustremmende geneesmiddelen omvatten amfetaminen, antidepressiva en geneesmiddelen die de serotonine-activiteit versterken.
Deze eetlustremmende geneesmiddelen hebben verschillende beperkingen. Ten eerste worden ze geacht onaanvaardbare bijwerkingen te hebben. Ten tweede, als voorgeschreven geneesmiddelen, zijn eetlustremmende geneesmiddelen niet geschikt voor gebruik bij gezonde (bijvoorbeeld niet-obese) personen. Ten derde richten eetlustremmende geneesmiddelen zich niet specifiek op selectieve honger, waardoor ze de algemene eetlust verminderen en de normale voedselinname belemmeren. Ten vierde is het moeilijk om de inname van een eetlustremmer juist te timen om selectieve honger effectief te verminderen, aangezien selectieve honger niet altijd op hetzelfde tijdstip of op hetzelfde moment van de dag plaatsvindt. Een persoon neemt doorgans een eetlustremmer in zodra de selectieve honger zich al manifesteert, vandaar dat de inname van het eetlustremmer uitgesteld is of te laat om selectieve honger effectief te voorkomen en/of te behandelen.
Er is een onvervulde behoefte aan een werkwijze die selectieve honger voorkomt en/of behandelt. In het bijzonder is er behoefte aan een werkwijze die als veilig wordt beschouwd en die als therapeutische of niet-therapeutische werkwijze kan worden toegepast. Bovendien is er een behoefte voor een werkwijze die meer specifiek gericht is op het overmatig eten in selectieve honger, bijvoorbeeld dat het normale hongergevoel niet onderdrukt en/of het normale voedingspatroon niet schaadt. Enerzijds kan het gunstig zijn om selectieve honger te onderdrukken zonder de normale eetlust te beïnvloeden, bijvoorbeeld bij gezonde individuen met een normaal gewicht die niet noodzakelijkerwijs verlangen naar gewichtsvermindering.
Aan de andere kant kan het gunstig zijn voor individuen met overgewicht of obesitas om naast het verminderen van selectieve honger ook de normale voedselinname te verminderen.
Ook is er behoefte aan een werkwijze die selectieve honger voorkomt en/of behandelt, en die minder of niet afhankelijk is van het tijdstip waarop de werkwijze wordt toegepast. Ook is er behoefte aan een werkwijze voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger, en die niet de ongewenste bijwerkingen veroorzaakt zoals bij de algemeen toegepaste eetlustremmende geneesmiddelen.
De huidige uitvinding beoogt een dergelijke werkwijze te verschaffen.
Korte beschrijving van de uitvinding
De uitvinders hebben ontdekt dat suppletie met collageenhydrolysaat selectieve honger voorkomt en/of behandelt.
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat bij niet-therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger.
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat bij therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger.
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het behandelen van personen die selectieve honger ondervinden, met behulp van collageenhydrolysaat.
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat voor de vervaardiging van een geneesmiddel voor de preventie en/of behandelen van selectieve honger.
Verschillende bevindingen van de uitvinders laten zien dat de preventie en/of behandeling van selectieve honger door collageenhydrolysaat niet noodzakelijk wordt gemedieerd door het verminderen van honger en/of het verhogen van verzadiging. Ten eerste hebben de uitvinders gevonden dat selectieve honger in het bijzonder wordt voorkomen en/of behandeld na herhaalde (dagelijkse) inname van collageenhydrolysaat. Ten tweede vonden de uitvinders dat selectieve honger wordt voorkomen en/of behandeld bij personen zonder hun normale voedselroutine, zoals hun normale inname van maaltijden, te beïnvloeden. Ten derde vonden de uitvinders geen duidelijke correlatie tussen de timing van de inname van collageenhydrolysaat en de preventie en/of behandeling van selectieve honger.
Zonder aan theorie gebonden te zijn, vinden de onderhavige uitvinders dat het doseringsregime een rol kan spelen bij het controleren van de selectieve honger. Hierdoor is (indien gewenst) verdere specifieke vermindering van selectieve honger mogelijk is, zonder de normale eetlust te beïnvloeden. Er is gevonden dat specifieke vermindering selectieve honger het hoogst is als de totale dagelijkse dosis collageenhydrolysaat niet te hoog is (bijvoorbeeld niet meer dan 40 g dagelijkse dosis), en verdeeld over twee of meer eenheidsdoses (bijvoorbeeld elk eenheidsdosis niet meer dan 20 g, bij voorkeur - 10 g.)
Bovendien is een specifieke vermindering van selectieve honger het hoogst wanneer het collageenhydrolysaat om de dag of dagelijks wordt ingenomen. Een molecuulgewicht van het collageenhydrolysaat van minder dan 9000 Da is gunstig voor een specifieke vermindering van selectieve honger. Zonder aan theorie gebonden te zijn, zijn de onderhavige uitvinders van mening dat een groter molecuulgewicht een groter gevoel van volheid creëert en daarom leidt tot een grotere onderdrukking van de normale eetlust, zonder noodzakelijkerwijs de selectieve honger verder te verlagen.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat bij niet-therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger.
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat 5 bij therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger.
Voordelen van de huidige uitvinding zijn: - Het gebruik van collageenhydrolysaat, bijvoorbeeld als dagelijkse supplement, wordt doorgaans als veilig beschouwd; - Het gebruik van collageenhydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger wordt zowel als therapeutische als niet-therapeutische werkwijze toegepast; - Het gebruik van collageenhydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger tast niet noodzakelijk de normale voedselinname aan en onderdrukt niet noodzakelijk het normale honger- of eetlustgevoel (bv. selectieve honger wordt specifieker voorkomen/behandeld dan bij het gebruik van eetlustremmers). Dit is met name gunstig bij gezonde individuen met een normaal gewicht die niet noodzakelijkerwijs op zoek zijn naar gewichtsvermindering. Bij individuen met overgewicht of obesitas kan een lagere inname van normaal voedsel ook gunstig zijn naast het verminderen van selectieve honger; - Het gebruik van collageenhydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger is relatief onafhankelijk (bijvoorbeeld in vergelijking met het gebruik van een eetlustremmer) van timing van toediening. Een persoon kan doorgaans het collageenhydrolysaat innemen voordat selectieve honger zich manifesteert waardoor selectieve honger effectiever wordt voorkomen en/of te behandeld; - De preventie en/of behandeling van selectieve honger door collageenhydrolysaat bleek duurzaam te zijn, aangezien zowel 4 weken als 8 weken na aanvang van suppletie van collageenhydrolysaat verminderde selectieve honger werd waargenomen.
Preventie en/of behandeling van selectieve honger
Zoals hierin gebruikt, betekent de term "selectieve honger" een intens verlangen om een bepaald type voedsel te eten, in het algemeen een voedsel met een specifieke caloriedichtheid (bijvoorbeeld calorierijk), textuur en/of smaak. Het ervaren van selectieve honger wordt als multidimensionaal beschouwd. Fysiologisch gezien kan selectieve honger het lichaam voorbereiden op inname van voedsel, zoals blijkt uit een verhoogde speekselstroom en activering van beloningsgerelateerde hersengebieden zoals het striatum.
Selectieve honger kan vaak ook cognitieve (d.w.z. overmatig denken over het eten) en emotionele (bijvoorbeeld een verandering in stemming) componenten omvatten. Selectieve honger kan vaak ook een gedragscomponent bevatten, waaronder overmatig zoeken naar voedsel (Meule et al. Current Nutrition Reports volume 9, pagina's 251-257, 2020). Selectieve honger neemt over het algemeen gedurende de dag toe. Selectieve honger komt meestal voor in de late namiddag en/of de avond, bijvoorbeeld na het avondeten of 's nachts.
Selectieve honger wordt over het algemeen niet verlicht door inname van normale maaltijden (bijvoorbeeld ontbijt, lunch, diner). Selectieve honger wordt als iets anders beschouwd dan honger. Terwijl honger meestal het gevolg is van een lege maag, is Selectieve honger meestal niet het gevolg van een lege maag. Terwijl honger meestal wordt verlicht door het eten van elk type voedsel, wordt Selectieve honger meestal verlicht door calorierijk voedsel.
Terwijl honger typisch gecorreleerd is met de duur van een voedselgebrek, is Selectieve honger niet gecorreleerd met voedselgebrek of de duur van een voedselgebrek. Er wordt doorgaans aangenomen dat een persoon selectieve honger ervaart (en geen honger) als de persoon een verlangen naar voedsel heeft, bij voorkeur een intens verlangen naar voedsel, binnen 1 tot 1.5 uur na het nuttigen van een maaltijd (bijv. een normaal ontbijt, lunch of diner).
Terwijl honger gewoonlijk gepaard gaat met specifieke lichamelijke symptomen die verband houden met voedselgebrek en/of een lege maag (bijv. maaggegrom en/of duizeligheid), is dit meestal niet het geval bij selectieve honger. Bovendien, of als alternatief, wordt beschouwd dat "selectieve honger" zich onderscheidt van honger door de intensiteit ervan, dat wil zeggen dat selectieve honger een intensere of extremere vorm van verlangen naar voedsel is.
Honger en selectieve honger kunnen gelijktijdig plaatsvinden, maar honger wordt niet beschouwd als een voorwaarde voor het ervaren selectieve honger.
Zoals hierin gebruikt, verwijst "honger" naar de afwezigheid van verzadiging en is in het algemeen het gevolg van een lege maag. Honger wordt over het algemeen verlicht door de consumptie van elk type voedsel, waaronder een calorierijk of een niet-calorierijk voedsel.
Honger is over het algemeen gecorreleerd aan de duur van voedselontbering, dat wil zeggen hoe langer het voedselgebrek, hoe groter het hongergevoel. Honger gaat meestal gepaard met specifieke lichamelijke symptomen die samenhangen met voedselgebrek en/of een lege maag, zoals maaggegrom en/of duizeligheid. Deze symptomen nemen meestal af of verdwijnen na het eten.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven niet hetzelfde, of onafhankelijk van (het gevoel van) honger.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven niet hetzelfde, of onafhankelijk van (gevoel van) verzadiging.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven onafhankelijk van voedselgebrek.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven onafhankelijk van de duur van een voedselgebrek.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven onafhankelijk van fysieke symptomen, bij voorkeur onafhankelijk van fysieke symptomen geassocieerd met voedselgebrek en/of een lege maag (bijvoorbeeld maaggegrom en/of duizeligheid).
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven onafhankelijk van het vullen van de maag.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven een toegenomen verlangen naar voedsel in de late namiddag, avond en/of nacht.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven een verlangen naar calorierijk voedsel.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven onafhankelijk van een verlangen naar een voedsel dat geen calorierijk voedingsmiddel is.
In een uitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven onafhankelijk van een verlangen en/of de inname van een nutriëntrijk voedsel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is "selectieve honger" zoals hierin beschreven een verlangen naar voedsel binnen 3 uur, bij voorkeur binnen 1.5 uur, met meer voorkeur binnen 1 uur, na een maaltijd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gebruik in selectieve honger dat een hunkering naar een calorierijk voedsel is.
De uitvinders hebben gevonden dat het verlangen naar voedsel kan worden voorkomen en/of behandeld zonder de normale voedselinname, zoals de normale inname van maaltijden, aan te tasten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het voorkomen en/of behandelen van selectieve honger, onafhankelijk van een verminderde honger en/of een verhoogde verzadiging.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het voorkomen en/of behandelen van selectieve honger, onafhankelijk van de normale inname van maaltijden.
In een uitvoeringsvorm is de selectieve honger zoals hierin beschreven gekenmerkt door een voorkeur voor calorierijk voedsel boven nutriëntrijk voedsel.
Zoals hierin gebruikt, betekent een "calorierijk voedsel" een voedsel dat een hoog gehalte aan calorieën heeft in verhouding tot zijn gewicht. De hoge caloriedichtheid is doorgaans het gevolg van een hoge concentratie verzadigd vet, toegevoegde suikers en/of andere enkelvoudige koolhydraten. Een "calorierijk voedsel" zoals beschreven hierin bevat bij voorkeur meer dan 100 kcal per 100 g gewicht van het voedsel, met meer voorkeur meer dan 200 kcal per 100 g gewicht, met de meeste voorkeur meer dan 300 kcal per 100 g gewicht.
Een calorierijk voedsel kan, bovendien of als alternatief, een voedsel inhouden met meer dan g suiker, bij voorkeur met meer dan 25 g suiker, met meer voorkeur met meer dan 50 g 10 suiker, per 100 g gewicht van het voedsel. Bovendien, of als alternatief, kan een calorierijk voedsel een voedsel inhouden met meer dan 10 g verzadigd vet, bij voorkeur met meer dan 25 g verzadigd vet, met meer voorkeur met meer dan 50 g verzadigd vet, per 100 g gewicht van het voedsel. Het "calorierijke voedsel" hierin is bij voorkeur geen nutriëntrijk voedsel.
Het calorierijke voedsel zoals hierin beschreven kan één of meer zijn gekozen uit de groep omvattende bewerkt voedsel, gefrituurd voedsel, aardappelfrietjes, pizza, fastfood, snoep, chips, gebak, cake, ijs, chocolade, fastfood, noten, boter, room, kaas, spek, worstjes, sauzen, condimenten, dressings en suikerhoudende dranken.
Zoals hierin gebruikt, is een "nutriëntrijk voedsel" een voedsel met een hoge nutriëntendichtheid (bijvoorbeeld per energie-inhoud en/of gewicht). Er zijn verschillende indicatoren voor de nutriëntendichtheid van een voedsel beschikbaar. Bijvoorbeeld, “Nutrient-
Rich Food” (NRF) indexscores worden gebruikt om nutriënt profielen te bepalen en zijn gebaseerd op de nutriëntendichtheid. Nutriëntendichtheid is de verhouding van de nutriëntensamenstelling van een voedsel ten opzichte van de nutriëntenbehoefte van de menselijke consument. De ontwikkeling van NRF-indexscores omvat doorgaans verschillende methodologische kwesties, waaronder de selectie van de belangrijkste voedingsstoffen, de keuze van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) en de berekeningsbasis (per 100 g, 100 kcal (418 kJ) of portiegroottes) . De mediane NRF9.3 indexscore is de bij de vakman bekende NRF-indexscore. Een hogere NRF-indexscore duidt op een hogere nutriëntendichtheid per 100 kcal (Drewnowski et al. Am J Clin Nutr. 2010 Apr;91(4):1095S- 1101S). Een “nutriëntrijk voedsel” zoals hierin beschreven betekent bij voorkeur dat het voedsel een mediane NRF9.3 Index score hoger dan 0, bij voorkeur hoger dan 20, liever hoger dan 40 heeft, alles per 100 kcal voedsel.
Zoals hierin gebruikt, verwijst een "maaltijd" naar een eetgelegenheid die op een bepaald tijdstip plaatsvindt en bereide maaltijden omvat. Maaltijden vinden dagelijks plaats, meestal meerdere keren per dag. Ontbijt, lunch en diner worden als maaltijden beschouwd. Een maaltijd wordt doorgaans beschouwd als het eten van een redelijk grote hoeveelheid voedsel (bijvoorbeeld 500-1000 kcal per maaltijd). Inname van een maaltijd vermindert doorgaans het hongergevoel, verhoogt de (sensorische) verzadiging en veroorzaakt metabole verzadiging.
Niet-therapeutische en therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan zowel een niet-therapeutische als een therapeutische toepassing hebben bij de preventie en/of het behandelen van selectieve honger. De niet-therapeutische of therapeutische toepassingen kunnen worden gescheiden op basis van de aard van de selectieve honger en/of de onderscheidde groepen personen die de selectieve honger ervaren.
De eerste groep (hierin de "groep van gezonde personen") omvat gezonde personen die geen therapeutisch voordeel hebben van de behandeling met collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven. De selectieve honger kan bijvoorbeeld niet-pathologisch zijn, wat betekent dat de selectieve honger over het algemeen een ernst heeft die naar verwachting niet tot gezondheidsproblemen zal leiden en waarbij de selectieve honger niet leidt tot symptomen van pijn en lijden. Bovendien, of als alternatief, kan de selectieve honger een zodanige aard of ernst hebben dat het na verloop van tijd vanzelf verdwijnt (d.w.z. het is niet chronisch).
Bovendien, of als alternatief, is de ernst van de selectieve honger in de groep van gezonde personen beperkt, zodat ze in het algemeen geen hulp zouden zoeken bij een professionele medische hulpverlener. De groep van gezonde personen kan minder of kortere behandeling met collageenhydrolysaat nodig hebben om de selectieve honger te voorkomen en/of te behandelen, in vergelijking met personen waarbij de selectieve honger van pathologische aard is. Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan de algemene prestatie van de groep van gezonde personen verbeteren. In de groep van gezonde personen kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven één of meer van de volgende effecten bereiken: - het verbeteren van het esthetische uiterlijk van het lichaam (bijv. als cosmeticum om afslanken te bevorderen); - het verliezen van lichaamsgewicht; - het verminderen van de Body Mass Index (BMI); - het verminderen van voedselzoekende evenementen; - het verhogen van de productiviteit in het dagelijks leven; - het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde; - het verminderen van schuldgevoel;
- het verminderen van schaamtegevoelens;- het verbeteren van het algemeen functioneren en/of welzijn; en - het verminderen van niet-pathologische aandoeningen als gevolg van te veel eten en/of het eten van calorierijk voedsel, bijvoorbeeld één of meer niet-pathologische aandoeningen gekozen uit de groep bestaande uit: krampen, buikpijn, opgeblazen gevoel, gasvorming, diarree, constipatie.
De tweede groep (hierna de “groep van pathologische personen”) omvat personen waarbij de selectieve honger van pathologische aard is, hetgeen inhoudt dat de selectieve honger leidt tot symptomen van pijn en lijden, en/of kan leiden tot (ernstige) gezondheids- en psychische risico's. De ernst van de selectieve honger is zodanig dat hulp van een professionele medische hulpverlener over het algemeen wordt gezocht. De groep van pathologische patiënten kan meer of langere behandeling met collageenhydrolysaat nodig hebben voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger, in vergelijking met wanneer de selectieve honger van niet-pathologische aard is. In de groep van pathologische personen kan het verlangen naar voedsel de primaire of de enige pathologie zijn. Als alternatief kan de selectieve honger een symptoom zijn van een onderliggende ziekte, dus waarbij de selectieve honger niet de primaire of de enige pathologie is. De groep van pathologische personen omvat bijvoorbeeld patiënten met gastro-intestinale stoornis, obesitas, de ziekte van Addison, premenstrueel syndroom, hormonale disbalans, hyperthyreoïdie, stress, polyfagie, lage serotonine, cystische fibrose, of leverziekte, en waarbij selectieve honger een symptoom is (van een of meer mogelijke symptomen). De behandeling van deze personen met collageenhydrolysaat kan de selectieve honger over het algemeen behandelen als (één van de vele) symptomen, zonder de onderliggende ziekte of pathofysiologie verder te beïnvloeden.
De professionele medische hulpverlener is doorgaans in staat om per casus te bepalen of een geval van selectieve honger een therapeutische of niet-therapeutische interventie vereist (met andere woorden, of een persoon valt in de groep van gezonde personen of in de groep van pathologische personen). De professionele medische hulpverlener kan bijvoorbeeld vaststellen of de selectieve honger kan leiden tot (ernstige) gezondheids- en psychische risico's. De professionele medische hulpverlener kan, bovendien of als alternatief, vaststellen of de selectieve honger een symptoom is van een onderliggende medische aandoening.
In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven niet- therapeutisch. In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven cosmetisch. In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven bij een gezond persoon. In een uitvoeringsvorm is de selectieve honger zoals hierin beschreven geen symptoom van een onderliggende medische aandoening (pathologie). In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven voor selectieve honger dat niet chronisch is en/of van nature verdwijnt. In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven voor selectieve honger dat niet van een extreme vorm is en/of niet geassocieerd is met verdere symptomen, ziekte en/of gezondheidsproblemen. In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven voor selectieve honger dat niet van pathologische aard is.
In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven in een groep van gezonde personen zoals hierin beschreven.
In een uitvoeringsvorm is het gebruik van het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven voor één of meer gekozen uit de groep omvattende: - het verminderen van de Body Mass Index (BMI); - het verminderen van voedselzoekende evenementen; - het verhogen van de productiviteit in het dagelijks leven; - het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde; -het verminderen van schuldgevoel; - het verminderen van schaamtegevoelens;- het verbeteren van het algemeen functioneren en/of welzijn; en - het verminderen van niet-pathologische aandoeningen als gevolg van te veel eten en/of het eten van calorierijke voedsel, bijvoorbeeld één of meer niet-pathologische aandoeningen gekozen uit de groep bestaande uit: krampen, buikpijn, opgeblazen gevoel, gasvorming, diarree, constipatie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven voor (therapeutisch) gebruik bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de selectieve honger dat een therapeutisch doelwit is een symptoom van één of meer aandoeningen gekozen uit de groep omvattende gastro- intestinale stoornis, obesitas, de ziekte van Addison, premenstrueel syndroom, hormonale disbalans, hyperthyreoïdie, stress, polyfagie, lage serotonine, cystische fibrose, en leverziekte.
In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven in een groep van pathologische personen zoals hierin beschreven.
In een uitvoeringsvorm is het gebruik van collageenhydrolysaat voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger zoals hierin beschreven, bij een patiënt die lijdt aan één of meer aandoeningen gekozen uit de groep omvattende gastro-intestinale stoornis, obesitas, de ziekte van Addison, premenstrueel syndroom, hormonale disbalans, hyperthyreoïdie, stress, polyfagie, lage serotonine, cystische fibrose, en leverziekte.
Zoals hierin gebruikt, verwijst "obesitas" naar een medische aandoening waarbij overtollig lichaamsvet zich heeft opgehoopt in een mate dat dit een nadelig effect op de gezondheid kan hebben. Obesitas is niet alleen een cosmetisch probleem. Obesitas is een medisch probleem omdat het het risico op andere ziekten en gezondheidsproblemen verhoogt, zoals hartaandoeningen, diabetes, hoge bloeddruk en bepaalde vormen van kanker. De professionele medische hulpverlener kan met één of meer middelen vaststellen of een persoon obesitas heeft. Over het algemeen wordt aangenomen dat een body mass index (BMI) van 30.0 of hoger de aanwezigheid van obesitas aangeeft. Het verminderen van lichaamsvet en/of BMI bij een persoon met obesitas wordt hierin beschouwd als een therapeutische interventie. In de huidige openbaarmaking wijst een BMI van 25.0 tot < 30 op een persoon met overgewicht. "Overgewicht" zoals hierin gebruikt verwijst naar een niet- medische aandoening die wordt gekenmerkt door overmatige ophoping van lichaamsvet. Het verminderen van lichaamsvet en/of BMI bij een persoon met overgewicht wordt hierin beschouwd als een niet-therapeutische interventie.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan geschikt zijn voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger bij één of meer groepen personen gekozen uit de groep die omvat: - personen met een gezond gewicht; - personen met overgewicht; en - personen met obesitas.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan geschikt zijn voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger in verscheidene personen met verschillende BMI.
In een uitvoeringsvorm is de preventie en/of behandeling van selectieve honger zoals hierin beschreven bij een persoon met een BMI van minder dan 25, b.v. een BMI van 15 — 25 of 20 — 25.
In een uitvoeringsvorm is de preventie en/of behandeling van persoon zoals hierin beschreven bij een persoon met een BMI van 25-30.
In een uitvoeringsvorm is de preventie en/of behandeling van persoon zoals hierin beschreven bij een persoon met een BMI van 30 of hoger, b.v. een BMI van 30 — 50, of 30 — 40 of 30 — 35.
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze, bij voorkeur een therapeutische werkwijze, voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger. De werkwijze zoals hierin geopenbaard kan worden gebruikt bij personen die al selectieve honger ervaren (bijvoorbeeld als een werkwijze voor de behandeling van de persoon), of kan worden gebruikt bij personen die nog geen selectieve honger ervaren (bijvoorbeeld als een werkwijze voor de preventie van selectieve honger). De werkwijze voor de preventie en/of behandeling kan één of meer kenmerken omvatten van de hierin beschreven uitvoeringsvormen voor het gebruik van collageenhydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger, inclusief het type/de typen collageenhydrolysaat voor het gebruik zoals hierin beschreven, de formulering(en) van collageenhydrolysaat voor gebruik zoals hierin beschreven, de timing(en) van de toediening of inname van collageenhydrolysaat voor het gebruik zoals hierin beschreven, en de dosering(en) van de toediening of inname van collageenhydrolysaat (bijv. doseringsregimes, eenheidsdoses, dagdosering) voor het gebruik zoals hierin beschreven. De werkwijze voor de preventie en/of behandeling kan geschikt zijn voor het behandelen van personen met één of meer minder extreme vormen van selectieve honger zoals hierin beschreven (die bijvoorbeeld niet-therapeutische interventie vereisen). De werkwijze voor de preventie en/of behandeling kan, bovendien of als alternatief, geschikt zijn voor het behandelen van personen met één of meer extreme vormen van selectieve honger en/of waarbij de selectiever honger kan leiden tot (ernstige) gezondheids- en psychologische risico's zoals hierin beschreven (bijv. therapeutische interventie vereist).
In één aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven voor de vervaardiging van een geneesmiddel voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger. Het gebruik van collageenhydrolysaat voor de vervaardiging van een geneesmiddel zoals hierin beschreven kan één of meer kenmerken omvatten van de hierin beschreven uitvoeringsvormen voor het gebruik van collageenhydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger, met inbegrip van de soort(en) collageenhydrolysaat voor het gebruik zoals hierin beschreven, de formulering(en) van collageenhydrolysaat voor het gebruik zoals hierin beschreven, de timing(en) van de toediening of inname van collageenhydrolysaat voor het gebruik zoals hierin beschreven, en de dosering(en) van collageenhydrolysaat toediening of inname (bijv.
doseringsregimes, eenheidsdoses, dagdosering) voor het gebruik zoals hierin beschreven.
Het geneesmiddel dat collageenhydrolysaat omvat, kan geschikt zijn voor het behandelen van patiënten met één of meer minder extreme vormen van selectieve honger zoals hierin beschreven (waarbij bijvoorbeeld niet-therapeutische interventie vereist is). Het geneesmiddel dat collageenhydrolysaat omvat, kan bovendien of als alternatief geschikt zijn voor het behandelen van personen met één of meer extreme vormen van selectieve honger en/of waarbij de selectieve honger kan leiden tot (ernstige) gezondheids- en psychologische risico's zoals hierin beschreven (bijv. therapeutische interventie vereist).
Collageenhydrolysaat
Zoals hierin gebruikt, is een "collageenhydrolysaat" een mengsel van korte ketens van aminozuren afgeleid van natief collageen, in het algemeen via hydrolysestappen, waaronder enzymatische hydrolyse (ook wel enzymatische hydrolysatie genoemd). De mate van hydrolyse heeft doorgaans invloed op het gemiddelde molecuulgewicht van het eindproduct.
Een collageenhydrolysaat heeft typisch een molecuulgewicht van 1-10 kDa (Dalton). De term "collageenhydrolysaat" kan inwisselbaar en als synoniem gebruikt worden met de termen "gehydrolyseerd collageen" of "collageenpeptide". Bovendien of als alternatief is het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven bij voorkeur afgeleid van dierlijk uitgangsmateriaal dat voornamelijk collageen type | en/of collageen type II omvat als het daarin aanwezige collageen.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan zijn afgeleid van één of meer typen collageen gekozen uit de groep omvattende type | collageen, type II collageen en type III collageen. Bovendien, of als alternatief, kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een mengsel zijn van één of meer van type |, type |! en type III collageen.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven is bij voorkeur afgeleid van collageen type en/of collageen type II.
Het collageenhydrolysaat als onderdeel van de huidige uitvinding kan collageen omvatten dat gehydrolyseerd of gedeeltelijk gehydrolyseerd is, waarbij het collageen afkomstig kan zijn van elke diersoort. Een dier hierin kan verwijzen naar elk dier dat in staat is om bindweefsel te verschaffen en waarbij het bindweefsel kan worden gebruikt om collageenhydrolysaat te maken.
In een uitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven afkomstig van een koe. In een Uitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven afkomstig van een varken. In een Uitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven afkomstig van een vis.
In verschillende uitvoeringsvormen is het collageen zoals hierin beschreven een mengsel van collageen uit verschillende bronnen, zoals collageen dat afkomstig is van meerdere diersoorten, en/of collageen dat afkomstig is van verschillende weefsels. Het collageen zoals hierin beschreven kan bijvoorbeeld een mengsel zijn van twee of meer collagenen gekozen uit de groep omvattende viscollageen, varkenscollageen en rundercollageen. Daarnaast, of als alternatief, kan het collageen een mengsel zijn van twee of meer collagenen gekozen uit de groep omvattende huid-, kraakbeen-, bot- en/of bindweefsel-afgeleid collageen. "Vel" wordt over het algemeen gebruikt om te verwijzen naar de buitenste laag van grote dieren, zoals van de rundergroep of andere grote dieren. "Huid" wordt over het algemeen gebruikt om te verwijzen naar de buitenste laag van kleine dieren zoals herten, geiten, schapen, enz. De termen "vel" en "huid" kunnen hierin door elkaar worden gebruikt en kunnen verwijzen naar de buitenste bedekking van een dier, ongeacht van grootte.
Het "bindweefsel" zoals hierin beschreven kan één meer typen zijn gekozen uit de groep omvattende bindweefsel van het corpus callosum, huid, gewei, uitsteeksels (bijv. bulten), hoorns, hoofd, hersenen, nek, oor, oog, neus, tong, lip, mond, slokdarm, luchtpijp, ledematen, voeten, tenen, handpalmen, klauwen, botten, skraakbeen, beenmerg, gewrichten, vliezen, achterste, gewrichtsbanden, pees, rib, middenrif, spier, skeletspier, gladde spier, darm, venetiaans, bloed bloedvaten, blaas, maag, aorta, hart, lever, nier, borst, long, milt, pancreas, eicel, sperma, testis, eierstok, zenuw, galblaas, en buik.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven afkomstig van de huid en/of huidbindweefsel. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven afkomstig van kraakbeen. In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven afkomstig van bot.
Het collageen zoals hierin beschreven kan een mengsel zijn van collagenen afkomstig van twee of meer weefsels en/of twee of meer dieren. In een Uitvoeringsvorm is het collageen zoals hierin beschreven een mengsel van twee of meer collagenen gekozen uit de groep die huidcollageen, kraakbeencollageen en botcollageen omvat.
In verschillende uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan het collageenhydrolysaat worden geproduceerd door de enzymatische hydrolyse of gedeeltelijke enzymatische hydrolyse van collageen, waarbij het voor dit doel gebruikte enzym één of meer enzymen kan zijn gekozen uit de groep omvattende serineprotease, alkalische protease, neutraal protease, smaakprotease, complexe protease, thiolprotease, bromelaïne, metalloprotease, aspartaam, protease, carboxypeptidase, pepsine, chymotrypsine, trypsine, cathepsine K, chymotrypsine, papaïne en subtilisine.
Het molecuulgewicht zoals hierin beschreven is bij voorkeur het gemiddeld molecuulgewicht, met meer voorkeur het gewichtsgemiddelde molecuulgewicht (Mw).
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan een gemiddeld molecuulgewicht hebben van ten minste 100 Da, 200 Da, 300 Da, 400 Da, 500 Da, 1000 Da, 1500 Da, 2000
Da, 2500 Da, 3000 Da, 3500 Da, 4000 Da , 4500 Da, 5000 Da, 5500 Da, 6000 Da, 6500 Da, 7000 Da, 7500 Da, 8000 Da, 8500 Da, 9000 Da, 9500 Da of 10000 Da. Bovendien, of als alternatief, kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gemiddeld molecuulgewicht hebben van niet meer dan 10000 Da, 9500 Da, 9000 Da, 8500 Da, 8000
Da, 7500 Da, 7000 Da, 6500 Da, 6000 Da, 5500 Da , 5000 Da, 4500 Da, 4000 Da, 3500 Da, 3000 Da, 2500 Da, 2000 Da, 1500 Da, 1000 Da, 500 Da, 400 Da, 300 Da, 200 Da of 100 Da.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gemiddeld molecuulgewicht tussen 1500 Da en 6000 Da.
Het is gunstig in het kader van de onderhavige uitvinding als het collageenhydrolysaat een gemiddeld molecuulgewicht heeft van minder dan 9000 Da, bijvoorbeeld 1500-6000 Da. De onderhavige uitvinders vinden bijvoorbeeld een verlaging van de selectieve honger met collageenhydrolysaten met een gemiddeld molecuulgewicht van - 2000 Da, - 5000 Da of - 9000 Da, maar de grootste verlaging wordt gezien wanneer het gemiddelde molecuulgewicht 2000 Da of 5000 Da is.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan een gemiddeld molecuulgewicht hebben tussen 300 Da en 10000 Da, bijvoorbeeld tussen 500 Da en 7500 Da, tussen 1000
Da en 6000 Da, tussen 1500 Da en 5000 Da, of tussen 1500 Da en 3000 Da.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gemiddeld molecuulgewicht tussen 1250 Da en 2750 Da, bij voorkeur tussen 1500 Da en 2500 Da, met meer voorkeur tussen 1750 Da en 2250 Da.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gemiddeld molecuulgewicht tussen 4250 Da en 5750 Da, bij voorkeur tussen 4500 Da en 5500 Da, met meer voorkeur tussen 4750 Da en 5250 Da.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gemiddeld molecuulgewicht tussen 2000 Da en 5000 Da, bij voorkeur tussen 2500 Da en 4500 Da, met meer voorkeur tussen 3000 Da en 4000 Da.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een gemiddeld molecuulgewicht tussen 1500 Da en 3000 Da of een gemiddeld molecuulgewicht tussen 3000 Da en 6000 Da.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een eiwitgehalte van 75-99 gew.%, bij voorkeur 80-99 gew.%, met meer voorkeur 85-99 gew.%, met de meeste voorkeur 90-99 gew.% (bijvoorbeeld 95-99%).
In een uitvoeringsvorm omvat het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven glycine in een hoeveelheid van 15-25 gew.%, proline in een hoeveelheid van 9-18 gew.% en hydroxyproline in een hoeveelheid van 6-15 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
In een uitvoeringsvorm omvat het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven glycine in een hoeveelheid van 5-50 gew.%, bij voorkeur in een hoeveelheid van 10-30 gew.%, met meer voorkeur in een hoeveelheid van 12.5-27.5 gew.%, met zelfs meer voorkeur in een hoeveelheid van 15-25 gew.%, met de meeste voorkeur in een hoeveelheid van 17.5-22.5 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
In een uitvoeringsvorm omvat het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven proline in een hoeveelheid van 2-25 gew.%, bij voorkeur in een hoeveelheid van 7-20 gew.%, met meer voorkeur in een hoeveelheid van 9-18 gew.%, met de meeste voorkeur in een hoeveelheid van 12-15 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
In een uitvoeringsvorm omvat het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven hydroxyproline in een hoeveelheid van 2-20 gew.%, bij voorkeur in een hoeveelheid van 7-18 gew.%, met meer voorkeur in een hoeveelheid van 6-15 gew.%, met de meeste voorkeur in een hoeveelheid van 9-12 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een molecuulgewicht van 1750-2250 Da en omvat het glycine in een hoeveelheid van 15-25 gew.%, proline in een hoeveelheid van 9-18 gew.% en hydroxyproline in een hoeveelheid van 6-15 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een molecuulgewicht van 4750-5250 Da en omvat het glycine in een hoeveelheid van 15-25 gew.%, proline in een hoeveelheid van 9-18 gew.% en hydroxyproline in een hoeveelheid van 6-15 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
In een uitvoeringsvorm heeft het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven een molecuulgewicht tussen 1500-3000 Da en omvat het glycine in een hoeveelheid van 15-25 gew.%, proline in een hoeveelheid van 9-18 gew.% en hydroxyproline in een hoeveelheid van 6-15 gew.%, allemaal per totaal gewicht van de aminozuren in het collageenhydrolysaat.
Formulering van collageenhydrolysaat
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan zijn verschaft in een voedselformulering, voedingssupplementformulering of farmaceutische formulering, bij voorkeur een voedingssupplementformulering.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan zijn verschaft in een vaste doseringsvorm zoals een capsule, een tablet of een poeder, bij voorkeur een poeder.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan zijn verschaft in een formulering zoals een drinkbare oplossing of suspensie, drank zoals bier, siroop, kunstmatig gearomatiseerde drank, koolzuurhoudende drank, (in water oplosbaar) poedervormig mengsel, (in water oplosbare) pasta, (wateroplosbare) poeder, (wateroplosbare) tablet, (wateroplosbare) pil, (wateroplosbare) dragee, (wateroplosbare) caplet, (wateroplosbare) sachet, of (wateroplosbare) capsule. Daarnaast, of als alternatief, kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven aanwezig zijn in een functioneel voedingsmiddel, b.v. een sapje, shake, zuiveldrank, yoghurt, yoghurtdrank, dessert, energiereep, voedingsreep, afslankreep of zoetwaren zoals gummies of gummies die in het middel gevuld zijn.
Timing van toediening of inname van collageenhydrolysaat
In een uitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals beschreven toegediend niet later dan 2 uur, bij voorkeur niet later dan 4 uur, met meer voorkeur niet later dan 6 uur, voorafgaand aan een maaltijd.
In een uitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven herhaaldelijk aan een patiënt toegediend.
In een uitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven elke dag aan een patiënt toegediend.
In een uitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals beschreven aan een patiënt toegediend gedurende ten minste twee opeenvolgende weken, met meer voorkeur ten minste vier opeenvolgende weken, met zelfs meer voorkeur ten minste zes opeenvolgende weken, met meeste voorkeur ten minste acht opeenvolgende weken.
Het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven kan dagelijks, eenmaal om de andere dag, driemaal per week, tweemaal per week of wekelijks worden toegediend. Daarnaast, of als alternatief, kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven eenmaal per dag, tweemaal per dag of driemaal per dag worden toegediend. Daarnaast. of als alternatief. kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven worden toegediend gedurende ten minste 1 dag, of gedurende ten minste 2 dagen, of gedurende ten minste 3 dagen, of gedurende ten minste 4 dagen, of gedurende ten minste 5 dagen, of gedurende ten minste 6 dagen, of of gedurende ten minste 1 week, of gedurende ten minste 2 weken, of gedurende ten minste 3 weken, of gedurende ten minste 4 weken, of gedurende ten minste 5 weken, of gedurende ten minste 6 weken, of gedurende ten minste 8 weken, of gedurende ten minste 12 weken, of gedurende ten minste 16 weken.
De uitvinders hebben gevonden dat collageenhydrolysaat selectieve honger kan voorkomen en/of behandelen onafhankelijk van het moment waarop het wordt toegediend (bijvoorbeeld in vergelijking met het gebruik van eetlustremmer of iets dergelijks). Een patiënt kan doorgaans het collageenhydrolysaat innemen voordat de selectieve honger zich manifesteert en daardoor de selectieve honger effectiever voorkomen en/of behandelen. In overeenstemming met het voorgaande kan het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven op verschillende, voorkeursmomenten van de dag worden toegediend, waardoor het minder effect heeft op de normale inname van maaltijden. Het collageenhydrolysaat kan bijvoorbeeld vroeg in de ochtend en/of voor of tijdens het ontbijt worden toegediend. Daarnaast, of als alternatief, kan het collageenhydrolysaat laat in de avond worden toegediend, zoals voor het naar bed gaan, of tijdens of na het avondeten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van het collageenhydrolysaat 2 uur of meer, bij voorkeur 4 uur of meer, met meer voorkeur 6 uur of meer, voorafgaand aan een maaltijd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het herhaaldelijk toedienen van het collageenhydrolysaat aan een persoon.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de herhaalde toediening van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven: -elke dag; en/of - gedurende minimaal één aaneengesloten week, bij voorkeur gedurende minimaal twee aaneengesloten weken, met meer voorkeur gedurende minimaal vier aaneengesloten weken.
Bij bepaalde personen kan het verlangen naar voedsel zich consequent manifesteren op een bepaald tijdstip en/of moment van de dag. De uitvinders zijn van mening dat de preventie en/of behandeling van selectieve honger door collageenhydrolysaat effectiever is wanneer het wordt toegediend ruim voor het tijdstip en/of het moment van de dag waarop selectiever consequent voorkomt bij een persoon. Bijvoorbeeld, als een persoon doorgaans selectieve honger heeft tussen 22:00 en 23:00 uur, wordt het collageenhydrolysaat bij voorkeur niet later dan tussen 20:00 en 21:00 uur, of niet later dan tussen 18:00 en 19:00, of niet later dan tussen 16:00 en 17:00 uur toegediend , of 's ochtends (bijv. voor of tijdens het ontbijt).
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven 2 uur of meer, bij voorkeur 4 uur of meer, met meer voorkeur 6 uur of meer, zoals 8 uur of meer, of 12 uur of meer, voorafgaand aan het tijdstip van de dag waarop selectieve honger zich doorgaans manifesteert bij een persoon, toegediend.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven toegediend: -'s ochtends, zoals voor of tijdens het ontbijt; en/of -'s avonds, zoals tijdens of na het diner.
De uitvinders hebben gevonden dat herhaalde dagelijkse inname van collageenhydrolysaat zorgt voor de preventie en/of behandeling van selectieve honger. In overeenstemming met het voorgaande wordt het collageenhydrolysaat bij voorkeur toegediend gedurende ten minste 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10 of 14 dagen, waarbij de dagen bij voorkeur opeenvolgende dagen zijn, alvorens de preventie en/of behandeling van selectieve honger wordt bewerkstelligd of het meest effectief is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de preventie en/of behandeling van selectieve honger voedsel door het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven bewerkstelligd door herhaalde dagelijkse toediening van het collageenhydrolysaat, bij voorkeur door dagelijkse toedieningen gedurende ten minste 2 opeenvolgende dagen, met meer voorkeur door dagelijkse toedieningen gedurende ten minste 4 opeenvolgende dagen, met de meeste voorkeur door dagelijkse toedieningen gedurende ten minste 7 opeenvolgende dagen.
Dosering van toediening of inname van collageenhydrolysaat
In verschillende uitvoeringsvormen is de dagdosering van het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven ten minste 1, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90, 95, 100, 110, 120, 130, 140, 150, 160, 170, 180, 190 of 200, allemaal in g, waarbij de dagdosering de totale hoeveelheid droog gewicht is die aan een persoon per dag wordt toegediend. Daarnaast, of als alternatief, is in verschillende uitvoeringsvormen de dagdosering van het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven niet meer dan 200, 190, 180, 170, 160, 150, 140, 130, 120, 110, 100, 95, 90, 85, 80, 75, 70, 65, 60, 55, 50, 45, 40, 35, 30, 25, 20, 15, 10, 5 of 1, allemaal in g, waarbij de dagdosering de totale hoeveelheid droog gewicht is die wordt toegediend aan een persoon per dag.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van het collageenhydrolysaat in een dagdosering in een hoeveelheid tussen 1 g en 200 g, of tussen 1 g en 100 g, of tussen 2 g en 50 g, of tussen 5 g en 25 g, waarbij de dagdosering de totale hoeveelheid droog gewicht is die per dag aan een persoon wordt toegediend.
In het kader van de onderhavige uitvinding is het voordelig als de dagelijkse dosis collageenhydrolysaat een bepaalde drempelwaarde niet overschrijdt, om de normale eetlust niet te verminderen en/of om een meer specifieke verlaging van de selectieve honger te bereiken. Zo heeft een dagelijkse dosis van 20 g collageenhydrolysaat de voorkeur boven een dagelijkse dosis van 100 g collageenhydrolysaat bij gezonde personen, omdat de inname van 100 g de normale eetlust en inname van de normale maaltijden (met name lunch, diner) lijkt te beïnvloeden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van het collageenhydrolysaat in een dagdosering in een hoeveelheid van 2-200 g, bij voorkeur 5-100 g, met meer voorkeur 10-50 g, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is.
In verschillende uitvoeringsvormen is de eenheidsdosis collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven in een hoeveelheid van ten minste 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 zijn. , 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90, 95, 100, 110, 120, 130, 140, 150, 160, 170, 180 , 190 of 200, alles in g, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is. Bovendien, of als alternatief, is in verschillende uitvoeringsvormen de eenheidsdosis collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven in een hoeveelheid van niet meer dan 200, 190, 180, 170, 160, 150, 140, 130, 120, 110, 100, 95, 90, 85, 80, 75, 70, 65, 60, 55, 50, 45, 40, 35, 30, 25, 20, 15, 14, 13, 12, 11, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 of 1, alles in g, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is.
In een uitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven toegediend in een eenheidsdosis in een hoeveelheid tussen 0.5 g en 200 g, of tussen 1 g en 100 g, of tussen 2 g en 50 g, oftussen5gen 25 g, of tussen 5 en 15 g, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gebruik van collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van het collageenhydrolysaat in een eenheidsdosis in een hoeveelheid van 2-50 g, bij voorkeur 5-25 g, met meer voorkeur 5-15 g, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is.
In het kader van de onderhavige uitvinding is het voordelig als de dagelijkse dosis collageenhydrolysaat wordt verdeeld in meerdere eenheidsdoses (bijvoorbeeld 2, 3 of 4 eenheidsdoses) om de normale eetlust niet te verminderen en/of om een meer specifieke verlaging van de selectieve honger te bereiken. Zo lijkt de inname van de dagelijkse dosis collageenhydrolysaat als een enkele dosis de eetlust en de inname van de normale maaltijden (met name lunch, diner) te beïnvloeden, wat ongunstig is bij gezonde personen.
De dagelijkse dosis collageenhydrolysaat kan worden toegediend als een enkele eenheidsdosis, of als twee, drie, vier of meer eenheidsdoses. De twee of meer eenheidsdoses kunnen gelijk of verschillend in hoeveelheid zijn. De dagdosering collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven wordt bij voorkeur toegediend als twee eenheidsdoses, met meer voorkeur als twee eenheidsdoses die elk overeenkomen met 30- 70%, bij voorkeur 40-60% van de dagelijkse dosis.
In een uitvoeringsvorm worden de twee of meer eenheidsdoses zoals hierin beschreven ten minste 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 of 12 uur gescheiden van elkaar toegediend.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van de dagdosering collageenhydrolysaat als twee eenheidsdoses, waarbij: - elke eenheidsdosis in een hoeveelheid van 5-25 g, bij voorkeur 5-15 g is, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is; en/of - de twee eenheidsdoses ten minste 6 uur, bij voorkeur 8 uur, met meer voorkeur 12 uur gescheiden van elkaar worden toegediend.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de dagdosering collageenhydrolysaat toegediend als twee of meer eenheidsdoses, waarbij: - elke eenheidsdosis in een hoeveelheid van 5-25 g, bij voorkeur 5-15 g, waarbij de hoeveelheid het droge gewicht aan collageenhydrolysaat is; en/of - de twee of meer eenheidsdoses ten minste 6 uur, bij voorkeur 8 uur, met meer voorkeur 12 uur gescheiden van elkaar worden toegediend.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven samen met een maaltijd toegediend.
In een uitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat het toedienen van de dagdosering collageenhydrolysaat als twee eenheidsdoses, waarbij één eenheidsdosis 's morgens wordt toegediend (bijvoorbeeld vóór of tijdens het ontbijt) en één eenheidsdosis 's avonds wordt toegediend (bijvoorbeeld tijdens of na het avondeten of voor het naar bed gaan).
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van collageenhydrolysaat ten minste eenmaal per week.
In het kader van de onderhavige uitvinding is het voordelig als de dagelijkse dosis collageenhydrolysaat frequent wordt toegediend, b.v. dagelijks of om de dag. Ter vergelijking: inname van collageenhydrolysaat slechts éénmaal per week is minder/niet effectief in het verminderen van de selectieve honger.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het elke dag of om de andere dag toedienen van collageenhydrolysaat.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat elke dag of om de andere dag toegediend.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van collageenhydrolysaat ten minste eenmaal per dag.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het collageenhydrolysaat ten minste eenmaal per dag toegediend.
In het kader van de onderhavige uitvinding is het gunstig als de dagelijkse dosis collageenhydrolysaat gedurende meer dan één week aan een individu wordt toegediend, aangezien een langere toediening leidt tot de grootste verlaging van de selectieve honger.
In een uitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van collageenhydrolysaat gedurende ten minste 2 opeenvolgende dagen, bij voorkeur gedurende ten minste 4 opeenvolgende dagen, met meer voorkeur gedurende ten minste 7 opeenvolgende dagen.
In een uitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van collageenhydrolysaat gedurende ten minste 2 opeenvolgende weken, bij voorkeur gedurende ten minste 4 opeenvolgende weken, met meer voorkeur gedurende ten minste 8 opeenvolgende weken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het doseringsregime voor collageenhydrolysaat zoals hierin beschreven het toedienen van collageenhydrolysaat gedurende ten minste één week, bij voorkeur gedurende ten minste twee opeenvolgende weken, met meer voorkeur gedurende ten minste vier opeenvolgende weken.
Algemene definities
De term "eenheidsdosis", zoals hierin gebruikt, heeft betrekking op de hoeveelheid van een verbinding, stof, of samenstelling die door een persoon in een enkele dosis wordt ingenomen.
De eenheidsdosis heeft doorgaans een vooraf bereide vorm zijn (bijvoorbeeld voorverpakte dosering) die klaar is voor toediening. De eenheidsdosis kan bijvoorbeeld (ook) herkenbaar zijn aan de productverpakking of het etiket. De dagdosering kan zijn verdeeld in meerdere eenheidsdoses.
De termen "toedienen" of "toediening" zoals hierin gebruikt, omvatten het verschaffen van een verbinding, stof of samenstelling aan een persoon dat het inneemt. Een persoon die een verbinding, stof of samenstelling inneemt, het aan zichzelf/haarzelf toedienen. In een dergelijk geval kan de term "toedienen" worden gelezen als "innemen".
Zoals hierin gebruikt, betekent "voorkomen" of "preventie" dat ervoor gezorgd wordt dat een persoon een aandoening (bijvoorbeeld selectieve honger) niet zal krijgen. Een interventie wordt hierin ook als preventief beschouwd wanneer een aandoening wordt vertraagd, verminderd in ernst en/of verminderd in incidentie, zelfs wanneer de aandoening niet volledig wordt voorkomen. Zoals hierin gebruikt, omvat "voorkomen" of "preventie" door een interventie de situatie waarin een persoon eerder een aandoening heeft ervaren, maar de interventie voorkomt dat de aandoening terugkeert. Het “voorkomen” of “preventie” kan een therapeutisch en/of een niet-therapeutisch effect hebben. Indien het “voorkomen” of de “preventie” therapeutisch van aard is, kan het ook gericht zijn op een symptoom van een ziekte of aandoening en/of een onderliggende pathologie daarvan. Het “voorkomen” of “preventie” kan worden gedefinieerd door elke vertraging, verandering in ernst en/of verandering in incidentie, zoals van ten minste 5, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100%, of enige verandering daartussenin, vergeleken met een controle of referentie zoals gemeten met een standaardtechniek.
Zoals hierin gebruikt, betekent "behandelen" of "behandeling" dat een interventie een aandoening (bijvoorbeeld selectieve honger) vermindert, verbetert, en/of geneest zodra de aandoening al bestaat. De termen "verminderen", "verbeteren", en “genezen” kunnen door elkaar worden gebruikt samen met de term "behandelen" als zodanig bij het beschrijven van een verandering in de aandoening. Het "behandelen" of "behandelen" kan een therapeutisch en/of een niet-therapeutisch effect hebben. Indien de “behandeling” of “behandeling” therapeutisch van aard is, kan het gericht zijn op een symptoom van een ziekte of aandoening en/of een onderliggende pathologie daarvan. De behandeling kan bijvoorbeeld elke vermindering van ernst, incidentie en/of frequentie van de aandoening zijn, zoals van ten minste 5%, 10%, 20%, 40%, 50%, 60%, 80%, 90%, 95%, of 100%, of een waarde daartussenin, vergeleken met een controle of referentie zoals gemeten met een standaardtechniek. In de huidige openbaarmaking verwijst "behandelen" of "behandeling" van selectieve honger bij voorkeur naar het "behandelen" of "behandelen" van de incidentie, frequentie en/of ernst van selectieve honger. Zoals hierin gebruikt, omvat "behandelen" ook "genezen".
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term "persoon" naar elk dier dat selectieve honger kan ervaren. Doorgaans wordt de term "persoon" gebruikt met betrekking tot een mens.
De term "symptoom" zoals hierin gebruikt, heeft betrekking op elk fysiek (bijvoorbeeld verminderde functie), mentaal (bijvoorbeeld pijn) of biologisch kenmerk (bijvoorbeeld een biochemische of histologische verandering in een lichaamsweefsel) die wordt beschouwd als een indicatie van een ziekte. Een symptoom kan worden ervaren door een persoon die het symptoom heeft, of kan bovendien or als alternatief worden gediagnosticeerd of gemeten als onderdeel van een diagnostisch proces.
De term "gezond" zoals hierin gebruikt verwijst naar goede lichamelijke of geestelijke conditie. Een “gezond” persoon zoals hierin gebruikt is een persoon die niet lijdt aan een pathologische aandoening die verband houdt met excessieve selectieve honger. Bovendien ervaart een "gezond" persoon geen symptomen van pijn en lijden die verband houden met selectieve honger waarvoor een medische behandeling nodig is. Een “gezond” persoon kan elk persoon zijn waarbij de preventie en/of behandeling van selectieve honger niet wordt geacht een therapeutisch effect te veroorzaken.
Zoals hierin gebruikt, verwijst "verzadiging" (satiation) naar het verlichten van de wens om te eten na inname van voedsel, zoals gedurende of na een maaltijd. Verzadiging geeft een persoon een vol gevoel, die daardoor over het algemeen zal stoppen met eten. “Verzadiging” zoals hierin gebruikt verwijst ook nar “sensorische verzadiging”.
Zoals hierin gebruikt, verwijst "metabole verzadiging" (satiety) naar een fysiek gevoel van volheid waardoor een persoon gedurende een bepaalde periode kan stoppen met eten.
Metabole verzadiging heeft meestal invloed op de tijd tussen twee maaltijden, omdat het hongergevoel kan uitstellen.
De termen 'omvattende' of 'omvat' en hun vervoegingen, zoals hierin gebruikt, verwijzen naar een situatie waarin genoemde termen in hun niet-beperkende betekenis worden gebruikt om aan te geven dat zaken die volgen op het woord zijn inbegrepen, maar zaken die niet specifiek worden genoemd, niet zijn uitgesloten. Het houdt ook het meer beperkende werkwoord 'in wezen bestaan uit! en 'bestaan uit’ in.
Verwijzing naar een element door het onbepaalde lidwoord ‘een’ sluit de mogelijkheid niet uit dat meer dan één van de elementen aanwezig zijn, tenzij de context duidelijk vereist dat er één en slechts één van de elementen is. Het onbepaalde lidwoord “een" betekent dus meestal ‘ten minste één’.
Zoals hierin gebruikt, is een niveau "verhoogd" of "verlaagd" wanneer het ten minste 1%, zoals 5%, 10%, 15%, 20%, 25%, 30%, 35%, 40%, 45%, of 50% hoger of lager is, respectievelijk, ten opzichte van het overeenkomstige niveau in een controle of referentie. Als alternatief kan een niveau geacht “verhoogd” of “verlaagd” te zijn wanneer het statistisch significant hoger of lager is geworden, respectievelijk, in vergelijking met een niveau in een controle of referentie (inclusief een eerder tijdstip). De term "verminderen" kan hierin door elkaar worden gebruikt met "verlagen". De term "verminderen" kan hierin door elkaar worden gebruikt met "afnemen".
De term "opeenvolgend" die zoals hierin in de context van toediening van collageenhydrolysaat wordt gebruikt, betekent dat de toedieningen op volgorde op elkaar volgen zonder hiaten in een bepaalde tijdsperiode. Wanneer bijvoorbeeld "collageenhydrolysaat gedurende 4 opeenvolgende dagen wordt toegediend", betekent dit dat het collageenhydrolysaat gedurende 4 opeenvolgende dagen minimaal één keer per dag wordt toegediend (bijvoorbeeld op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van dezelfde week), ongeacht het aantal toedieningen per dag of het totaal aantal toedieningen. Wanneer bijvoorbeeld “collageenhydrolysaat gedurende 4 opeenvolgende weken wordt toegediend”, betekent dit dat het collageenhydrolysaat gedurende 4 weken op rij minimaal één keer per week wordt toegediend, ongeacht het aantal toedieningen per dag, het aantal toedieningen per week of het totaal aantal toedieningen.
Figuurlegenda’s
Figuur 1. Gemiddelde selectieve honger score gerapporteerd door individuen bij baseline, 4 weken en 8 weken na suppletie met collageenhydrolysaat.
Voorbeeld 1
Doel
Er is een onderzoek uitgevoerd om het effect van dagelijkse suppletie met collageenhydrolysaat op selectieve honger bij gezonde vrouwen te bepalen.
Methode
Veertien gezonde vrouwen (body mass index > 25 kg/m°; leeftijd 35-65 jaar) die geen andere dieet- of leefstijl behandelingen volgden, namen deel aan het onderzoek. Geen van de deelneemsters had medische aandoeningen of gebruikte medicijnen.
De deelneemsters kregen gedurende 8 weken dagelijks een supplement van 20 g collageenhydrolysaat (Peptan, B 5000, runderoorsprong). Deze dagdosering werd verdeeld in twee eenheidsdoses van 10 g. Eén eenheidsdosis werd 's ochtends ingenomen, meestal 's morgens vroeg voor het ontbijt. Eén eenheidsdosis werd in de late namiddag of 's avonds bij of na het avondeten ingenomen.
Deelneemsters werden gevraagd om een Medical Symptom Questionnaire (MSQ) in te vullen bij baseline, na 4 weken en na 8 weken. In de MSQ werd de deelneemsters gevraagd aan te geven of er in de 48 uur voorafgaand aan het invullen van de MSQ sprake was van selectieve honger. Hiervoor is in de MSQ het volgende puntenschaalsysteem voorzien: 0 — Heb nooit of bijna nooit het symptoom 1 — Heb het af en toe, het effect is niet ernstig 2 — Heb het af en toe, het effect is ernstig 3 — Heb het vaak, effect is niet ernstig 4 — Heb het vaak, effect is ernstig
Aan het einde van het onderzoek werden de deelneemsters geïnterviewd. Het interview was erop gericht om naast de MSQ onder meer vast te stellen: - als een vermindering van selectiever honger was opgetreden, wanneer de vermindering voor het eerst werd waargenomen na aanvang van de dagelijkse suppletie met collageenhydrolysaat; - als een vermindering van selectieve honger had plaatsgevonden, of de vermindering voornamelijk te wijten was aan een vermindering van de frequentie of ernst van het verlangen naar voedsel; - of deelneemsters een verandering in hun normale voedingspatroon ervoeren; - of er een verband was tussen de timing van de inname van collageenhydrolysaat en de vermindering van selectieve honger; - of dagelijkse suppletie met collageenhydrolysaat mogelijke bijwerkingen veroorzaakte.
Uitkomst
De gemiddelde selectieve honger score was verlaagd van 3.1 bij baseline tot 2.4 na zowel 4 weken als 8 weken (Figuur 1). De verminderingen in selectieve honger waren statistisch significant (p-waarde <0.05) op basis van een gepaarde t-test. Elf van de veertien deelneemsters (79%) vertoonden tijdens het onderzoek ten minste één punt verlaging in de selectieve honger score in vergelijking met baseline.
Uit het interview is het volgende gebleken:
- een vermindering van selectieve honger werd doorgaans gezien in de eerste week na aanvang van de dagelijkse suppletie met collageenhydrolysaat. Bij de meeste deelneemsters begon de vermindering van selectieve honger op de derde of vierde dag na het aanvang van de dagelijkse suppletie met collageenhydrolysaat; - een vermindering van selectieve honger was te wijten aan een vermindering van de frequentie en/of ernst van selectieve honger, meestal het gevolg van een vermindering van de frequentie van selectieve honger; - de deelneemsters ervoeren over het algemeen geen merkbare verandering in hun normale voedingspatroon; -eris geen duidelijke correlatie tussen de timing van de inname van collageenhydrolysaat en de vermindering van selectieve honger. Er werd bijvoorbeeld ook een vermindering van de selectieve honger waargenomen wanneer er enkele uren vertraging was tussen de inname van collageenhydrolysaat en het moment waarop de selectieve honger normaal optrad. Een vermindering van selectieve honger gedurende de dag werd waargenomen bij deelneemsters die vroeg in de ochtend en laat in de avond collageenhydrolysaat gebruikte; - de dagelijkse suppletie met collageenhydrolysaat veroorzaakte geen bijwerkingen.
Conclusie
Collageenhydrolysaat vermindert selectieve honger bij gezonde personen. De vermindering van selectieve honger door collageenhydrolysaat bleek duurzaam te zijn, aangezien de vermindering zowel 4 weken als 8 weken na aanvang van de suppletie is waargenomen. Het bleek dat de vermindering van selectieve honger als gevolg van collageenhydrolysaat niet noodzakelijkerwijs een direct effect op honger of verhoogde verzadiging is. Ten eerste bleek herhaalde dagelijkse inname van collageenhydrolysaat te helpen bij het verminderen van selectieve honger. Ten tweede ervoeren de deelneemsters over het algemeen geen merkbare verandering in hun normale voedselroutine. Ten derde kon er geen duidelijke correlatie worden vastgesteld tussen de timing van de inname van collageenhydrolysaat en de vermindering van de selectieve honger. Een dagdosering van 20 g collageenhydrolysaat veroorzaakte geen bijwerkingen en wordt beschouwd als een veilige werkwijze om selectieve honger te verminderen.
Voorbeeld 2
Doel
Erwordt onderzocht hoe de dosis en het toedieningsregime van collageenhydrolysaat de selectieve honger en de normale trek voor maaltijden bij gezonde individuen beïnvloedt.
Methode
Vrouwelijke deelneemsters (inclusiecriteria volgens Voorbeeld 1) krijgen collageenhydrolysaat als supplement (Peptan, B 5000, runderoorsprong).
Deelneemsters worden vergeleken die een totale dagelijkse dosis collageenhydrolysaat van 20 g of 100 g krijgen. De dagelijkse dosis wordt verdeeld over twee eenheidsdoses, één 's ochtends en één 's middags of 's avonds.
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen een dagdosis collageenhydrolysaat (20 g) die wordt gegeven als enkelvoudige dosis (1 x 20 g) of als meervoudige dosis verdeeld over de dag (2 x 10 g). Dit wordt ook vergeleken met een dagelijkse dosis collageenhydrolysaat van 40 g, verdeeld over de dag in vier eenheidsdoses (d.w.z. 4 x 10 9).
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de inname van collageenhydrolysaat (2 x 10 g eenheidsdosis per dag) gedurende een periode van 1 week of 8 weken.
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen inname van collageenhydrolysaat (2 x 10 g eenheidsdosis per dag) dagelijks, om de dag of éénmaal per week.
Om het effect van het doseringsregime op selectieve honger te bepalen, wordt het volgende puntensysteem gebruikt:
O — Heb nooit of bijna nooit selectieve honger 1 — Heb af en toe selectieve honger, het effect is niet ernstig 2 — Heb af en toe selectieve honger, het effect is ernstig 3 -— Heb vaak selectieve honger, het effect is niet ernstig 4 — Heb vaak selectieve honger, het effect is ernstig
Om het effect van het doseringsregime op veranderingen in de normale eetlust voor maaltijden te bepalen, wordt het volgende puntenschaalsysteem gebruikt: 0 — Heb nooit of bijna nooit een verminderde eetlust 1 — Heb af en toe een verminderde eetlust, het effect is niet ernstig 2 — Heb af en toe een verminderde eetlust, het effect is ernstig 3 — Heb vaak een verminderde eetlust, het effect is niet ernstig 4 — Heb vaak een verminderde eetlust, het effect is ernstig
Uitkomst
De resultaten zijn samengevat in Tabel 1.
Een eenheidsdosis van 20 g of 100 g verlaagt allebei de selectieve honger. De eenheidsdosis van 100 g vermindert echter ook de normale eetlust en inname van maaltijden en is daarom minder gunstig, zoals bij gezonde individuen met een normaal gewicht die niet noodzakelijkerwijs gewichtsvermindering verlangen.
Inname van twee of meer eenheidsdoses collageenhydrolysaat verlaagt de selectieve honger effectiever dan inname van dezelfde dagelijkse hoeveelheid als een enkele eenheidsdosis.
Inname van een (relatief grootte) enkele eenheidsdosis beïnvloedt de normale eetlust meer en kan in bepaalde gevallen dus minder gunstig zijn. Vergelijkbare resultaten worden verkregen als het collageenhydrolysaat wordt toegediend als 2 x 10 g, 4 x 5 g, of 4 x 10 g.
Het verdelen van de totale inname in meerdere eenheidsdoses is met name voordeliger wanneer de totale dagelijkse dosis toeneemt. De specifieke vermindering van selectieve honger is het hoogst als elke eenheidsdosis niet meer is dan 20 g, b.v. ongeveer - 10 g.
Dagelijkse inname van collageenhydrolysaat gedurende een week vermindert selectieve honger zonder de normale eetlust te beïnvloeden, maar inname van collageenhydrolysaat gedurende 8 weken geeft de grootste specifieke verlaging van de selectieve honger.
Een bijzonder sterke verlaging van de selectieve honger wordt gezien wanneer collageenhydrolysaat dagelijks of om de dag wordt ingenomen, maar er wordt (nauwelijks) een verlaging van de selectieve honger waargenomen als het collageenhydrolysaat éénmaal per week wordt ingenomen.
Over het algemeen is de specifieke vermindering van selectieve honger het hoogst wanneer de dosis collageenhydrolysaat een bepaalde drempelwaarde niet overschrijdt (bijvoorbeeld ongeveer 20 of 40 g dagelijkse dosis), en bij voorkeur verdeeld over twee of meer eenheidsdoses. Bovendien is de specifieke vermindering van selectieve honger het hoogst wanneer het collageenhydrolysaat om de dag of dagelijks wordt ingenomen. Deze parameters in het toedieningsregime zorgen voor een specifieke verlaging van de selectieve honger, zonder de normale eetlust en normale voedselinname te beïnvloeden.
Tabel 1. Effect van het toedieningsregime van collageenhydrolysaat op vermindering van de selectieve honger en normale eetlust bij gezonde deelneemsters.
Dagelijkse | Aantal Toedienings- Duur Verlaging in Verlaging in dosis eenheids- | regime (weken) selectieve normale eetlust
De ee (me
De [Eee [B [eee
Ws |E [Doe |E [Ne ws |Z [Doe [B [Pe
De [|De | [Gemen ju
We |E [De | [Gem Ne
We 7 [One [a [ae
Eén keer per Laag Nee ee qe TROT OT
Conclusie
Over het algemeen is de specifieke verlaging van de selectieve honger (d.w.z. zonder de normale eetlust te beïnvloeden) het hoogst wanneer de dosis collageenhydrolysaat niet te hoog is (bijvoorbeeld 20 of 40 g dagelijkse dosis), en verdeeld over twee of meer eenheidsdoses, zoals elk niet meer dan 20 g, zoals - 10 g. Bovendien is een specifieke vermindering van selectieve honger het hoogst wanneer het collageenhydrolysaat eenmaal per twee dagen of dagelijks wordt ingenomen.
Voorbeeld 3
Doel
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen een gemiddeld molecuulgewicht van het collageenhydrolysaat van - 2000 Da, - 5000 Da of - 9000 Da bij het verlagen van de selectieve honger.
Methode
Vrouwelijke deelneemsters (inclusiecriteria volgens Voorbeeld 1) krijgen een dagelijkse dosis van 20 g collageenhydrolysaat gedurende een periode van 8 weken. De dagelijkse dosis wordt verdeeld over twee eenheidsdoses, één 's ochtends en één 's middags of 's avonds.
De verlaging van selectieve honger wordt gemeten volgens Voorbeelden 1 en 2.
Uitkomst
Een specifieke verlaging van selectieve honger wordt waargenomen voor collageenhydrolysaat voor alle geteste gemiddelde molecuulgewichten, maar de grootste verlaging van de selectieve honger wordt waargenomen wanneer het gemiddelde molecuulgewicht van het collageenhydrolysaat rond -2000 of -5000 Da ligt.
Conclusie
Collageenhydrolysaat met een gemiddeld molecuulgewicht van minder dan 9000 Da leidt tot de hoogste specifieke vermindering van selectieve honger. Zonder gebonden te zijn aan theorie, op basis van de huidige bevindingen, zijn de huidige uitvinders van mening dat een hoger molecuulgewicht een groter gevoel van verzadiging creëert en daarom leidt tot een sterkere onderdrukking van de normale eetlust, zonder verdere remming van selectieve honger.

Claims (14)

CONCLUSIES BE2023/5071
1. Gebruik van collageenhydrolysaat bij niet-therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger (food craving).
2. Gebruik van collageenhydrolysaat bij therapeutische preventie en/of behandeling van selectieve honger.
3. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens conclusie 1 of 2, waarbij het collageenhydrolysaat wordt toegediend als: - een dagdosering in een hoeveelheid van 2 — 200 g, bij voorkeur 5 — 100 g, met meer voorkeur 10 — 50 g; en/of - een eenheidsdosis in een hoeveelheid van 2 — 50 g, bij voorkeur 5 — 25 g, met meer voorkeur 5 — 15, waarbij de hoeveelheid de droge gewichtshoeveelheid collageenhydrolysaat is.
4. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dagdosering collageenhydrolysaat wordt toegediend als twee of meer eenheidsdoses, waarbij elke eenheidsdosis een hoeveelheid is van 5-25 g, bij voorkeur 5-15 g, waarbij de hoeveelheid de droge gewichtshoeveelheid collageenhydrolysaat is.
5. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dagdosering collageenhydrolysaat wordt toegediend als twee of meer eenheidsdoses, waarbij de twee of meer eenheidsdoses worden toegediend ten minste 6 uur, bij voorkeur 8 uur, met meer voorkeur 12 uur van elkaar gescheiden.
6. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het doseringsregime voor collageenhydrolysaat het elke dag of om de andere dag toedienen van collageenhydrolysaat omvat.
7. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het doseringsregime voor collageenhydrolysaat het ten minste eenmaal per dag toedienen van collageenhydrolysaat omvat.
8. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het doseringsregime voor collageenhydrolysaat het toedienen van collageenhydrolysaat gedurende ten minste 2 opeenvolgende dagen, bij voorkeur BE2023/5071 gedurende ten minste 4 opeenvolgende dagen, met meer voorkeur ten minste gedurende 7 opeenvolgende dagen omvat.
9. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het doseringsregime voor collageenhydrolysaat het toedienen van collageenhydrolysaat gedurende ten minste 2 opeenvolgende weken, bij voorkeur gedurende ten minste 4 opeenvolgende weken, met meer voorkeur gedurende ten minste 8 opeenvolgende weken omvat.
10. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het collageenhydrolysaat samen met een maaltijd wordt toegediend.
11. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het collageenhydrolysaat is verschaft in een voedingsformulering, voedingssupplementformulering of farmaceutische formulering, bij voorkeur een voedingssupplementformulering.
12. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het collageenhydrolysaat afgeleid is van collageen verkregen uit één of meer weefsels gekozen uit de groep bestaande uit huid, kraakbeen, bot, pees, ligament en bindweefsel.
13. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het collageenhydrolysaat afgeleid is van één of meer typen collageen gekozen uit de groep bestaande uit varkenscollageen, rundercollageen en viscollageen.
14. Gebruik van collageenhydrolysaat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het collageenhydrolysaat een gemiddeld molecuulgewicht tussen 1500 Da en 6000 Da heeft.
BE20235071A 2022-02-04 2023-02-01 Gebruik van collageen hydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger BE1030177B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE202205075 2022-02-04

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030177A1 true BE1030177A1 (nl) 2023-08-10
BE1030177B1 BE1030177B1 (nl) 2024-01-15

Family

ID=80218636

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20235071A BE1030177B1 (nl) 2022-02-04 2023-02-01 Gebruik van collageen hydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1030177B1 (nl)
WO (1) WO2023148234A1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2008273083A1 (en) * 2007-07-06 2009-01-15 Dsm Ip Assets B.V. Food compositions
IT202000002614A1 (it) * 2020-02-10 2021-08-10 Gianluca Mech Alimento o integratore alimentare a base di estratti vegetali
CA3175950A1 (en) * 2020-03-03 2021-09-03 Red Mountain Med Holdings, Llc Appetite suppressant compositions and methods thereof
CN113615783A (zh) * 2021-08-01 2021-11-09 青海瑞肽生物科技有限公司 一种牦牛胶原蛋白肽运动饮料

Non-Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
CEPEDA-BENITO ET AL., BEHAV RES THER, vol. 38, no. 11, November 2000 (2000-11-01), pages 1125 - 38
DREWNOWSKI ET AL., AM J CLIN NUTR, vol. 91, no. 4, April 2010 (2010-04-01), pages 1095S - 1101 S
GRUBLIAUSKIENE ET AL., FRONT. PSYCHOL, vol. 5, pages 788
JASTREBOFF ET AL., DIABETES CARE, vol. 36, 2013, pages 394 - 402
KEMPS ET AL., CURRENT DIRECTIONS IN PSYCHOLOGICAL SCIENCE, vol. 19, no. 2, pages 86 - 90
MEULE ET AL., CURRENT NUTRITION REPORTS, vol. 9, 2020, pages 251 - 257
PELCHAT ML ET AL., PHYSIOL BEHAV, vol. 68, no. 3, January 2000 (2000-01-01), pages 353 - 9
RODRIGUEZ-MARTIN ET AL., FRONT PSYCHOL, vol. 6, 2015, pages 21
SILVERSTONE ET AL., DRUGS, vol. 43, 1992, pages 820 - 836

Also Published As

Publication number Publication date
WO2023148234A1 (en) 2023-08-10
BE1030177B1 (nl) 2024-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6207638B1 (en) Nutritional intervention composition for enhancing and extending satiety
JP5290744B2 (ja) 糖耐性を改善するためのアミノ酸組成物
US4025650A (en) Method and composition for preventing nutritional deficiency
ES2358045T3 (es) Nuevas composiciones neutracéuticas.
US20060280840A1 (en) Universal protein formulation meeting multiple dietary needs for optimal health and enhancing the human immune system
US20030143287A1 (en) Nutritional supplement for the management of weight
US4042687A (en) Method of treating obesity by the oral administration of a predigested protein composition
US20090203606A1 (en) Systems for and Methods of use of Therapeutic Nutrition for the Management of Age-Associated and Age-Specific Health Conditions of the Elderly
US10076553B2 (en) Dietary product intended for the prevention of cardiometabolic risk
WO2005123108A2 (en) Advanced vitamins and protein based nutritional supplements
ES2337495T3 (es) Composiciones que comprenden galato de epigalocatecina e hidrolizado de proteina.
US20050106218A1 (en) Compositions and methods for treatment of body weight conditions
EP2869720B1 (en) Use of tryptophan rich protein hydrolysates
EP3115047B1 (en) Debility preventative
US4042688A (en) Method of providing high-protein nutrition by the oral administration of a predigested protein composition
Kadam et al. Health benefits of whey: A brief review
JPS6049751A (ja) 食品組成物
RU2681845C2 (ru) Композиция с аминокислотой для применения в лечении pdd
BE1030177B1 (nl) Gebruik van collageen hydrolysaat bij de preventie en/of behandeling van selectieve honger
JPH02128670A (ja) アミノ酸類含有食品組成物
JP3634721B2 (ja) 高脂血症の予防又は治療剤
JP2015013845A (ja) 腰痛予防及び/又は改善剤、腰痛予防用飲食品
JP2011241216A (ja) モズク由来のフコイダンを含む食品
JP2001026753A (ja) 高血圧症予防又は治療用組成物
JP2000083623A (ja) 食 品

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240115