BE1028718B1 - Inbouwscherminrichting met eenvoudig uitneembare oprolas voor een zonwerend doek - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) voor inbouw in een muurspouw die minstens deels boven een raam of deur gelegen is, omvattende: - een aandrijfbare oprolas (2); - een op deze oprolas op- en afrolbaar zonwerend doek (3); - een schermkast (4) met een binnenruimte waarin de genoemde oprolas (2) inbrengbaar is, omvattende een voor (5)- en achterwand (6), boven (7)- en onderwand (8) en twee zijwanden (9), waarbij de schermkast (4) verder voorzien is van een opening waarlangs het zonwerend doek (3) kan worden afgerold en opgerold; - een bevestigingslichaam aan een kops uiteinde van de oprolas (2) voor het bevestigen van de oprolas (2) in de binnenruimte; - een tegen een zijwand (9) voorzien steunlichaam waartegen of waarop het bevestigingslichaam bevestigbaar is, waarbij het bevestigingslichaam een tegen een veerkracht in beweegbaar borgingselement (10) omvat dat verplaatsbaar is tussen een borgingspositie en montagepositie, waarbij het genoemd borgingselement (10) zodanig is opgesteld dat dit bij het schuin inbrengen van de oprolas (2) in de inwendige ruimte van de schermkast (3), het borgingselement (10) eerst tegen een veerkracht in verplaatst wordt naar zijn montagepositie en daarna wordt losgelaten om terug te keren naar de borgingspositie waarin het bevestigingslichaam geborgd zit op het steunlichaam.

Description

INBOUWSCHERMINRICHTING MET EENVOUDIG UITNEEMBARE

OPROLAS VOOR EEN ZONWEREND DOEK Deze uitvinding betreft een scherminrichting voor inbouw in een muurspouw die minstens deels boven een raam of deur gelegen is, omvattende: - een aandrijfbare oprolas; - een op deze oprolas op- en afrolbaar zonwerend doek; - een schermkast met een binnenruimte waarin de genoemde oprolas inbrengbaar is, omvattende een voor- en achterwand, boven- en onderwand en twee zijwanden, waarbij de schermkast verder voorzien is van een opening waarlangs het zonwerend doek kan worden afgerold en opgerold; - een bevestigingslichaam aan een kops uiteinde van de oprolas voor het bevestigen van de oprolas in de binnenruimte; - een tegen een zijwand voorzien steunlichaam waartegen of waarop het bevestigingslichaam bevestigbaar is. Scherminrichtingen zijn gekend, ze worden meestal bij deur- of raamopeningen geplaatst, waarbij deze zo ten opzichte van deze deur- of raamopeningen worden geplaatst dat het doek (of scherm) deze deur- of raamopening minstens gedeeltelijk kan afschermen tegen bijvoorbeeld zonlicht en/of insecten en/of warmte en/of koude. Om het doek op en neer te bewegen is dit doek verbonden met een roteerbare oprolas (doekrol) waarop het doek wordt gewikkeld. Bij het op en neer bewegen wordt het doek via zijn uiteinden geleid in zogenaamde zijgeleiders, die voorzien zijn aan de zijkanten van een raam- of deuropening. De scherminrichtingen kunnen hierbij voor de genoemde raam- of deuropening geplaatst worden in opbouw, waarbij de doekrol van deze scherminrichting in een binnenruimte van een behuizing (schermkast) van deze scherminrichting voor de deur- of raamopening wordt gemonteerd. Om de schermkast te verbergen en de doekrol op een zo esthetisch mogelijke manier in de omgeving van de deur- of raamopening in te werken, verkiest men echter om deze schermkast in een muurspouw (binnenruimte) te monteren die zich minstens gedeeltelijk boven deze deur- of raamopening uitstrekt. Deze uitvinding heeft betrekking op scherminrichtingen voor dergelijke toepassing. De schermkast waarin de oprolas wordt voorzien omvat een voor- en achterwand, boven- en onderwand en twee zijwanden. Bij de bestaande scherminrichtingen wordt de oprolas veelal via een afsluitbare opening aan de onderzijde van de schermkast, in de binnenruimte ingebracht en dit nagenoeg volgens een richting volgens de op- en afrolbeweging van het scherm.

Eens de oprolas is ingebracht, worden de kopse uiteinden ervan via daartoe voorziene bevestigingsmiddelen, bijv. schroeven vastgezet tegen de zijwanden van de schermkast. Voor de bevestiging zijn de kopse uiteinden voorzien van een daartoe geschikt bevestigingslichaam. Ook de zijwanden zijn veelal voorzien van een geschikt steunlichaam waartegen of waarop het kops uiteinde van de oprolas bevestigbaar is. Deze manier van bevestigen vereist veel montagewerk gezien het groot aantal schroeven dat nodig is om de oprolas vast te zetten. Ook zal voor het plaatsen minstens twee personen nodig zijn omdat de oprolas omhoog dient gehouden te worden. Omwille van het bovenstaande is het plaatsen en het uithalen van de oprolas niet eenvoudig en zal dit veel tijd en mankracht in beslag nemen.

Het doel van deze uitvinding is om een scherminrichting te verschaffen die toelaat het monteren van een oprolas in een schermkast of het uithalen van een oprolas uit een schermkast, sterk te vereenvoudigen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting voor inbouw in een muurspouw die minstens deels boven een raam of deur gelegen is, omvattende: - een aandrijfbare oprolas; - een op deze oprolas op- en afrolbaar zonwerend doek; - een schermkast met een binnenruimte waarin de genoemde oprolas inbrengbaar is, omvattende een voor- en achterwand, boven- en onderwand en twee zijwanden, waarbij de schermkast verder voorzien is van een opening waarlangs het zonwerend doek kan worden afgerold en opgerold; - een bevestigingslichaam aan een kops uiteinde van de oprolas voor het bevestigen van de oprolas in de binnenruimte; - een tegen een zijwand voorzien steunlichaam waartegen of waarop het bevestigingslichaam bevestigbaar is, waarbij het bevestigingslichaam een tegen een veerkracht in beweegbaar borgingselement omvat dat verplaatsbaar is tussen een borgingspositie en montagepositie, waarbij het genoemd borgingselement zodanig is opgesteld dat dit bij het schuin inbrengen van de oprolas in de inwendige ruimte van de schermkast het borgingselement eerst tegen een veerkracht in verplaatst wordt naar zijn montagepositie en daarna wordt losgelaten om terug te keren naar de borgingspositie waarin het bevestigingslichaam geborgd zit op het steunlichaam.

Door gebruik te maken van een dergelijk borgingselement kan de oprolas snel en eenvoudig gemonteerd worden en zijn er geen schroeven of andere hulpmiddelen meer nodig om de kopse zijde waaraan het betreffende borgingselement is voorzien, tegen de zijwand van de schermkast te bevestigen.

Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de scherminrichting volgens de uitvinding is het borgingselement verplaatsbaar volgens de lengterichting van de oprolas.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de scherminrichting volgens de uitvinding omvat het steunlichaam een steunpin die zich volgens de lengterichting van de schermkast in de binnenruimte van de schermkast uitstrekt.

Bij voorkeur omvat het borgingselement een kogellager waarvan de binnenring roteerbaar bevestigbaar is op de genoemde steunpin.

Het steunlichaam omvat in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm verder een bevestigingsplaat waarop de steunpin voorzien is.

Via de bevestigingsplaat is het steunlichaam tegen een zijwand van de schermkast bevestigbaar.

Het steunlichaam is bij voorkeur vervaardigd uit metaal.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de scherminrichting overeenkomstig de uitvinding omvat de scherminrichting een motor voor het aandrijven van de oprolas, waarbij oprolas buisvormig is uitgevoerd en een eerste en tweede kops uiteinde omvat, waarbij de motor voorzien is aan het eerste kops uiteinde en het borgingselement voorzien is aan het tweede kops uiteinde. De motor is bij voorkeur een buismotor. In het bijzonder omvat de ene zijwand een motorsteunplaat waaraan een uiteinde van de motor bevestigbaar is, waarbij het genoemde motoruiteinde een bevestigingskop omvat die bevestigbaar is aan de motorsteunplaat om de oprolas via de motor aan de motorsteunplaat te bevestigen.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de scherminrichting volgens de uitvinding is het steunlichaam voorzien tegen de andere zijwand. Voor het inbrengen van de oprolas in de schermkast, wordt de oprolas schuin in de binnenruimte van de schermkast ingebracht, waarbij eerst de eerste de kopse zijde van de oprolas bevestigd worden tegen de motorsteunplaat, vervolgens wordt het borgingselement voorzien tegen de tweede kopse zijde, manueel ingedrukt tot in de montagepositie en wordt de oprolas verticaal omhoog bewogen totdat het borgingselement zich in het verlengde bevindt van de steunpin. Eens deze positie bereikt kan het borgingselement worden losgelaten zodat het borgingselement over de steunpin schuift en erop geborgd zit. Volgens een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de scherminrichting overeenkomstig de uitvinding omvat de scherminrichting een onderlat die aan de onderzijde van het doek is bevestigd en minstens twee zijgeleiders waarin de uiteinden van de onderlat geleidbaar zijn. Via de zijgeleiders kan het scherm windvast naar beneden (of naar boven) bewegen. Bij voorkeur omvatten de zijgeleiders één of meerdere schermgeleiders voor het geleiden van de laterale zijden van het doek tijdens het op- en afrollen ervan.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat de scherminrichting een tegen een zijwand bevestigbaar geleidingselement, waarbij het genoemd geleidingselement een geleidingsgleuf omvat waarin een laterale zijde van het doek beweegbaar is en die voorzien is om het doek, tijden het afrollen in de richting van 5 een schermgeleider te geleiden. Omgekeerd zal tijdens het oprollen van het doek, de geleidingsgleuf het doek in de richting van de oprolas geleiden. Het genoemde geleidingselement bestaat bij voorkeur uit twee gelijke delen die symmetrisch staan opgesteld ten opzichte van elkaar en met elkaar verbonden zijn door middel van een verbindingsribbe. Doordat het geleidingselement symmetrisch is opgebouwd kan hetzelfde element gebruikt worden om tegen de ene zijwand en tegen de tegenoverliggende zijwand geplaatst te worden. Het bevestigen van het geleidingselement zal gebeuren met behulp van een schroefverbinding. Bij voorkeur omvat het genoemd geleidingselement een bevestigingsgleuf, die voorzien is om de onderwand met behulp van een klikverbinding in deze bevestigingsgleuf te bevestigen. Voor de bevestiging van de onderwand, is de onderwand voorzien van één of meerdere bevestigingsbenen. Bij voorkeur zal het bevestigingsbeen voorzien zijn van een weerhoudelement dat in gemonteerde toestand het terug loskomen van de onderwand verhindert.

Het geleidingselement omvat in het bijzonder verder een aanslagvlak voor de onderlat van de scherminrichting. In een meer bijzondere uitvoeringsvorm omvat de scherminrichting een neusprofiel dat zich in de binnenruimte uitstrekt volgens de lengterichting van de schermkast en voorzien is om het doek op spanning te houden. Het neusprofiel is bij voorkeur V- vormig uitgevoerd. Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze scherminrichtingen aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: - figuur 1: een perspectiefvoorstelling is van een scherminrichting volgens de uitvinding; - figuur 2:een dwarsdoorsnede is van de scherminrichting volgens de uitvinding; - figuur 3: een perspectiefvoorstelling is van het geleidingselement dat voorzien is tegen de beide zijwanden van de schermkast; - figuur 4: een bovenaanzicht is van het in figuur 3 afgebeeld geleidingselement; - figuur 5: een voorstelling is van een in een schermkast ingebrachte oprolas waarvan het borgingselement zich in zijn borgingspositie bevindt; - figuur 6: een voorstelling is van een in een schermkast ingebrachte oprolas waarvan het borgingselement zich in zijn montagepositie bevindt. De scherminrichting (1) overeenkomstig deze uitvinding en zoals o.a. afgebeeld op figuren 1 en 2, omvat een schermkast (4) met een voor (5)- en achterwand (6), boven (7)- en onderwand (8) en twee zijwanden (9). De zijwanden (9) zijn bij voorkeur uit één stuk vervaardigd (ééndelig uitgevoerd). De scherminrichting (1) omvat verder een oprolas (2), ook wel schermrol of doekrol genoemd, en een op deze oprolas (2) op- en afrolbaar doek (3) (screen, scherm) vervaardigd uit PVC en glasvezel. De schermkast (4) is tevens voorzien van een opening (gleuf) waarlangs het (zonwerend) doek kan worden afgerold en opgerold. De oprolas (2) is voorzien in de inwendige ruimte van de schermkast (4). Om het doek windvast naar beneden (of naar boven) te bewegen, heeft de scherminrichting (1) minstens twee zijgeleiders (17) waarin de uiteinden van een onderlat (16) geleidbaar zijn. De zijgeleiders (17) hebben tevens één of meerdere schermgeleiders (doekgeleiders) voor het geleiden van de laterale zijden van het doek (3) tijdens het op- en afrollen ervan.

De scherminrichting (1), met name de schermkast (4) wordt in een raam- of deuropening gemonteerd, veelal op de genoemde zijgeleiders (17). De scherminrichting (1) overeenkomstig de uitvinding is een gemotoriseerde scherminrichting (1), die een aandrijfmiddel in de vorm van een motor omvat voor het aandrijven van de oprolas (2) voor de op- en afrolbeweging van het doek (3). Deze motor is bijvoorbeeld een buismotor die in de oprolas (2) is aangebracht.

De motor wordt elektrisch aangedreven.

De scherminrichting (1) is daarom tevens voorzien van een voedingseenheid, elektrisch gekoppeld aan de motor en geconfigureerd om stroom aan de motor te leveren.

De oprolas (2) is gemaakt als een buis die zoals getoond in figuren 5 en 6, aan zijn ene (eerste) kops uiteinde (12) voorzien is van de motor, bij voorkeur een buismotor.

De motor is geconfigureerd om geplaatst te worden aan het eerste uiteinde.

Het ander (tweede) kops uiteinde (13) van de oprolas (2) is voorzien van een bevestigingslichaam geschikt voor het bevestigen van het tweede kopse uiteinde (12) tegen een steunlichaam voorzien aan een zijwand (9) van de schermkast (4). De oprolas (2) is bij voorkeur vervaardigd uit aluminium, staal, bij voorkeur geprofileerd staal, composietmaterialen zoals glasvezel of andere buisvormige materialen.

Aluminium is sterk, duurzaam en toch licht materiaal.

Vermindering van het gewicht is vaak gewenst en maakt een eenvoudiger en veiliger montage van de oprolas (2) in de schermkast (4) mogelijk.

De oprolas (2) heeft een buitendiameter kleiner dan 150 mm. en bedraagt bij voorkeur maximaal 110 mm.. De oprolas (2) heeft een lengte van ten minste 0,5 meter.

Voor de bevestiging van de oprolas (2) in de binnenruimte van de schermkast (4) 1s er zoals zichtbaar op figuren 5 en 6, tegen de eerste zijwand (9) een motorsteunplaat (14) voorzien waaraan een uiteinde van de motor, die voorzien is aan het eerste kops uiteinde (12) van de oprolas (2), bevestigbaar is. Hierbij omvat het genoemde uiteinde van de motor een bevestigingskop (15) die bevestigbaar is aan de motorsteunplaat (14). De motor is dermate tegen de motorsteunplaat (14) gemonteerd zodat de oprolas (2) kan roteren, terwijl de motorsteunplaat (14) blijft staan wanneer de motor draait. De tweede zijwand (9) van de schermkast (1), die gelegen is tegenover de eerste zijwand is voorzien van een steunlichaam dat is uitgevoerd als een steunpin (11) waarop de oprolas (2) met behulp van zijn bevestigingslichaam roteerbaar op bevestigd (gelagerd) is. De steunpin is dwars op de tweede zijwand voorzien en strekt zich uit in de binnenruimte van de schermkast (4). Het steunlichaam heeft verder een bevestigingsplaat waarop de steunpin voorzien is. Via de bevestigingsplaat is het steunlichaam tegen de betreffende zijwand van de schermkast (4) bevestigd.

Vernieuwend aan de oprolas (2) is dat het eerder genoemd bevestigingslichaam dat voorzien is ter hoogte van de tweede kopse zijde (13) van de oprolas (2), een tegen een veerkracht in beweegbaar borgingselement (10) omvat dat verplaatsbaar is tussen een borgingspositie en montagepositie. Het genoemd borgingselement (10) is hierbij zodanig opgesteld dat dit bij het schuin inbrengen van de oprolas (2) in de inwendige ruimte van de schermkast (4), het borgingselement (10) eerst tegen een veerkracht in verplaatst wordt naar zijn montagepositie (zie figuur 6) en daarna wordt losgelaten om terug te keren naar de borgingspositie (zie figuur 5) waarin het bevestigingslichaam geborgd zit op de steunpin (11). Om ervoor te zorgen dat de oprolas kan roteren omvat het borgingselement een kogellager waarvan de binnenring roteerbaar bevestigbaar is op de steunpin (11). De oprolas (2) kan via de onderzijde van de schermkast (4) uit de schermkast (4) gehaald worden of er ingebracht worden. Hiertoe is de inwendige ruimte aan een zich volgens de lengterichting van de schermkast (4) uitstrekkende onderzijde begrensd door een losmaakbare onderwand (8), zodat de oprolas (2) na het losmaken van de onderwand (8) via de hierdoor ontstane opening in de inwendige ruimte kan geplaatst worden en er terug uit kan verwijderd worden.

Voor het aanbrengen van de oprolas (2) in de schermkast (4), wordt de oprolas (2) schuin in de binnenruimte van de schermkast ingebracht, waarbij eerst de eerste kopse zijde (12) van de oprolas (2) bevestigd worden tegen de motorsteunplaat (14), vervolgens wordt het borgingselement (10) dat voorzien is aan de tweede kopse zijde (13), manueel ingedrukt tot in de montagepositie en wordt de oprolas (2) verticaal omhoog bewogen totdat het borgingselement (10) zich in het verlengde bevindt van de steunpin (11). Eens deze positie bereikt kan het borgingselement (10) worden losgelaten zodat het borgingselement over de steunpin (11) schuift en erop geborgd zit.

Om het doek (3) tijdens het afrollen ervan in de richting van de schermgeleiders te geleiden en om het doek (3) tijdens het oprollen ervan terug in de richting van de oprolas (2) te geleiden, zijn de beide zijwanden van de schermkast (4) voorzien van een geleidingselement (18) waarin een geleidingsgleuf (19) is voorzien.

Een dergelijk geleidingselement (18) wordt getoond op figuren 3 en 4. Het geleidingselement (18) is zodanig in de binnenruimte van de schermkast (4) gepositioneerd dat de laterale zijden van het doek (3) doorheen de gleuf (19) bewegen en het doek (3) geleiden in de richting van ofwel de schermgeleiders ofwel de oprolas (2). Het geleidingselement (18) zelf is symmetrisch opgebouwd waardoor het gebruikt kan worden voor plaatsing op zowel de linker als op de rechter zijwand.

Het geleidingselement (18) bestaat uit twee gelijke delen die symmetrisch staan opgesteld ten opzichte van elkaar en met elkaar zijn verbonden door middel van een verbindingsribbe.

Het geleidingselement (18) is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof.

De bevestiging van het geleidingselement (18) zal gebeuren met behulp van een schroefverbinding.

Het genoemd geleidingselement (18) wordt ook gebruikt om de onderwand (8) van de schermkast (4) tegen te bevestigen (borgen). Hiertoe is het geleidingselement (18) voorzien van een bevestigingsgleuf (20). Deze bevestigingsgleuf (20) is voorzien om de onderwand (8) met behulp van een klikverbinding in deze bevestigingsgleuf (20) te bevestigen. Voor de (losmaakbare) bevestiging van de onderwand (8), is de onderwand voorzien van één of meerdere bevestigingsbenen die zich dwars op de onderwand uitstrekken. De bevestigingsbeen zijn voorzien van een weerhoudelement dat in bevestigde toestand van de onderwand, het terug loskomen van de onderwand verhindert.

Het geleidingselement (18) omvat verder een aanslagvlak voor de onderlat (16) van de scherminrichting. De binnenruimte van de scherminrichting (1) is verder nog voorzien van een V- vormig neusprofiel (21) dat geplaatst is tegen een achterwand (6) van de schermkast (4) en zich in de binnenruimte uitstrekt volgens de lengterichting van de schermkast (4). Het neusprofiel (21) zal ervoor zorgen dat het doek (3) tijdens zijn op — en afrolbeweging op spanning wordt gehouden.

Claims (11)

CONCLUSIES

1. Scherminrichting (1) voor inbouw in een muurspouw die minstens deels boven een raam of deur gelegen is, omvattende: - een aandrijfbare oprolas (2); - een op deze oprolas op- en afrolbaar zonwerend doek (3); - een schermkast (4) met een binnenruimte waarin de genoemde oprolas (2) inbrengbaar is, omvattende een voor (5)- en achterwand (6), boven (7)- en onderwand (8) en twee zijwanden (9), waarbij de schermkast (4) verder voorzien is van een opening waarlangs het zonwerend doek (3) kan worden afgerold en opgerold; - een bevestigingslichaam aan een kops uiteinde van de oprolas (2) voor het bevestigen van de oprolas (2) in de binnenruimte; - een tegen een zijwand (9) voorzien steunlichaam waartegen of waarop het bevestigingslichaam bevestigbaar is, met het kenmerk dat, het bevestigingslichaam een tegen een veerkracht in beweegbaar borgingselement (10) omvat dat verplaatsbaar is tussen een borgingspositie en montagepositie, waarbij het genoemd borgingselement (10) zodanig is opgesteld dat dit bij het schuin inbrengen van de oprolas (2) in de inwendige ruimte van de schermkast (4), het borgingselement (10) eerst tegen een veerkracht in verplaatst wordt naar zijn montagepositie en daarna wordt losgelaten om terug te keren naar de borgingspositie waarin het bevestigingslichaam geborgd zit op het steunlichaam.

2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het borgingselement (10) verplaatsbaar is volgens de lengterichting van de oprolas.

3. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het steunlichaam een steunpin (11) omvat die zich volgens de lengterichting van de schermkast (4) in de binnenruimte van de schermkast (4) uitstrekt.

4. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het borgingselement (10) een kogellager omvat waarvan de binnenring roteerbaar bevestigbaar is op de genoemde steunpin (11).

5. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een motor omvat voor het aandrijven van de oprolas (2), waarbij oprolas (2) buisvormig is uitgevoerd en een eerste (12) en tweede (13) kops uiteinde omvat, waarbij de motor voorzien is aan het eerste kops uiteinde (12) en het borgingselement (10) voorzien is aan het tweede kops uiteinde (13).

6. Scherminrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de ene zijwand een motorsteunplaat (14) omvat waaraan een uiteinde van de motor bevestigbaar is, waarbij het genoemde motoruiteinde een bevestigingskop (15) omvat die bevestigbaar is aan de motorsteunplaat (14) om de oprolas (2) via de motor aan de motorsteunplaat (14) te bevestigen.

7. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat scherminrichting (1) een onderlat (16) omvat die aan de onderzijde van het doek (3) is bevestigd en dat de scherminrichting (1) minstens twee zijgeleiders (17) omvat waarin de uiteinden van de onderlat (16) geleidbaar zijn.

8. Scherminrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de zijgeleiders (17) één of meerdere schermgeleiders omvatten voor het geleiden van de laterale zijden van het doek (3) tijdens het op- en afrollen ervan.

9. Scherminrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een tegen een zijwand (9) bevestigbaar geleidingselement

(18) omvat, waarbij het genoemd geleidingselement (18) een geleidingsgleuf (19) omvat waarin een laterale zijde van het doek (3) beweegbaar is en die voorzien is om het doek (3) in de richting van een schermgeleider te geleiden.

10. Scherminrichting (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het genoemd geleidingselement (18) een bevestigingsgleuf (20) omvat, die voorzien is om de onderwand (8) met behulp van een klikverbinding in deze bevestigingsgleuf (20) te bevestigen.

11. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een neusprofiel (21) omvat dat zich in de binnenruimte uitstrekt volgens de lengterichting van de schermkast (4) en voorzien is om het doek (3) op spanning te houden.