BE1027958A1

BE1027958A1 - Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van samengeperst gas

Info

Publication number: BE1027958A1
Application number: BE20204999A
Authority: BE
Inventors: Hans Maria Karel HERMANS
Original assignee: Atlas Copco Airpower Nv
Priority date: 2020-01-02
Filing date: 2020-01-02
Publication date: 2021-07-29
Also published as: BE1027958B1; WO2021137126A1; BR112022010140A2; JP7490780B2; EP4084891B1; AU2020418611A1; EP4324546A1; JP2023507849A; PL4084891T3; CA3159257A1; KR20220111718A; EP4084891A1; CN114929362B; CA3159257C; CN114929362A; FI4084891T3; AU2020418611B2; US20230001345A1

Abstract

Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas met behulp van een drooginrichting (1) met een inlaat (7) en een uitlaat (8) die minstens twee vaten (2) omvat gevuld met een regenereerbaar droogmiddel (3) en een regelbaar kleppensysteem (4), bestaande uit een eerste en een tweede kleppenblok (5,6), dat de inlaat (7), respectievelijk de uitlaat (8) verbindt met de voornoemde vaten (2), waarbij het kleppensysteem (4) zodanig wordt geregeld dat één vat (2) samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere vat (2) achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld wordt, waarbij de werkwijze een eerste en een tweede koelcyclus omvat, waarbij de eerste koelcyclus erin bestaat om omgevingslucht doorheen het te koelen vat (2) te sturen en de tweede koelcyclus erin bestaat om gedroogd, samengeperst gas aan de voornoemde uitlaat (8) af te takken, te expanderen en doorheen het vat (2) dat gekoeld wordt te sturen, waarna dit gas vervolgens af geblazen wordt, waarbij afhankelijk van vooraf bepaalde condities, de eerste of de tweede koelcyclus, of beide koelcyclussen, worden toegepast.

Description

: Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van | samengeperst gas. De huidige uitvinding heeft betrekking cp sen werkwijze en 9 drooginrichting voor het drogen van samengeperst gas. 9 Meer specisal, is de uitvinding bedoeld voor | drooginrichtingen welke voorzien zijn van een inlaat voor 9 il te drogen samengeperst gas en een uitlaat voor gedroogd : Samengeperst gas, waarbij de drooginrichting minstens twee { vaten omvat die gevuld zijn met een regenerserbaar 9 droogmiddel en een regelbaar kieppensysteem dat de 9 voornoemde iniaat en uitlaat verbindt met de voornoemde 9 15 vaten, waarbij het regelbaar kieppensysteem zodanig is dat minstens één vat samengeperst cas zal drogen, terwiji het andere vat achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld wordt, waaroij door regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt samengeperst gas drogen.

Met regeneerbaar droogmiddel wordt hier een droogmiddel of desiccant bedoeld dat vocht kan opnemen uit een gas door middel van adsorptie en dat, wanneer het verzadigd is met vocht, gedroogd kan worden door er een zogenaamd regeneratiegas docrheen te zenden. Dit proces wordt ook wel regeneratie van het droogmiddel genoemd, Het cogeneraLiegas is typisch een warm gas. Aihoewel er hier sprake is van het principe van adsorptie, 39 is de uitvinding ock toepasbaar op het principe van absorptie,

Wanneer een vat zal drogen, zal het vocht opnemen uit het te drogen samengeperst: gas, waardoor het droogmiddel verzadigd wordt. 3 Vervolgens wordt dit vat dan geregenereerd, waarbij er typisch warme lucht doorheen wordt geleid, Deze warme lucht 9 zal vocht onttrekken van het droogniddel en het zo : regenereren. | id Alvorens het vat opnieuw in te zetten om samengeperst gas : te drogen, zal het eerst nog gekoeld worden. | Men kent reeds werkwijzen waarbij er aan de uitlaat van de | drooginrichting een gedeelte van het gedroogd samengeperst gas wordt afgetakt en wordt geëxpandeerd, Als gevolg hiervan zal het gas afkoelen, waarna het vervolgens docrheen het vat wordt geleid om het af te koelen, Nadien wordt het gebruikte gas afgeblazen,

ZU Dergelijke werkwijze heeft als nadeel dat men een gedeelte van de gecomprimeerde en gedroogde lucht verliest om het var te kunnen afkoelen, wat uiteraard oncewenst is, Men kent ook werkwijzen waarbij er omgevingslucht doorheen het betreffende vat geleid wordt. Dit kan bijvoorbeeld worden aangezogen door middel van een blower of dergelijke.

Het is mogelijk dat de aangezogen lucht een aantal keer doorheen het betreffende vat geleid wordt, waarbij het ock | telkens via een lucht-lucht koeler passeert om afgekoeld te { worden.

| 5 9 Een nadeel hiervan is dat er nooit onder de 9 omgevingstemperatuur kan worden afgekoeld, Bis hoge 9 ongevingastemperaturen isopt men het risico dat de | aangezogen iucht onvoldoende gekoeld kan worden, zodat de : 16 temperatuur van het vat na koeling onvoldoende gezakt is.

9 Bovendien zal, wanneer de koeler faalt, de aangezogen lucht niet gekoeld worden, waardoor eveneens de temperatuur van het vat onvoldoende kan zakken, Hierdoor zal het vat tijdens zijn volgende acdsorpriecycalus minder goed vocht kunnen onttrekken van het te drogen cas, waardoor het gas niet goed gedroogd wordt.

Het achtergebleven vocht in het samengeperst gas kan voor problemen zorgen bij de uiteindelijke verbruikers, Een ander nadeel is dat door cmgevingslucht te gebruiken er ook vocht in het vat terecht zal komen.

Hierdoor kan het dauwpunt aan de uitlaat van de drcoginrichting te hoog worden, wat uiteraard ongewenst is, De huidige uitvinding heeft Lot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden,

Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het drogen à van samengeperst gas met cehulp van een drcoginrichting met een inlaat voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat | voor gedroogd samengeperst gas, welke drooginrichting : 9 minstens twee vaten omvat die gevuld zijn met een | regenereerbaar droogmiddel en een regelbaar kleppensysteem # bestaande uit een eerste kleppenblok en een tweede 9 kleppenblok dat de voornoemde inlaat, respectievelijk de # voornoemde uitiaat, verbindt met de voornoemde varen, | 10 waarbij het regelbaar kleppensysteem zodanig wordt geregeld dat minstens éên vat samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere vat achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld wordt, waarbij door regeling van het kleppensysteem de vaten eik op hun beurt samengeperst gas drogen, met als xenmerk dat de werkwijze erin bestaat cm een eerste en een tweede koelcycius te voorzien om het vat dat gekoeld wordt te koelen, waarbij de eerste koelcyclus erin bestaat om ongevingslucht doorheen het vat te sturen en de twesde xcelcyclus erin bestaat om gedrcogd, samengeperst gaz aan de voornoemde uillaat af te takken, te expanderen en doorheen het vat dat gekceld wordt te sturen, waarna dit gas vervolgens afgeblazen wordt, waarbij afhankelijk van vooraf bepsalde condities, de eerste of de tweede koeicyclus, of beide koelocyciussen, worden toegepast.

Een voordeel van dergelijke werkwijze is dat men steeds zal kunnen koelen met de eerste koeicycius, welke het meest energie-efficiënt is, maar toch, indien nodig en door de vooraf bepaalde condities geschikt te kiezen, de tweede xoelcyclus zal kunnen toepassen welke veel robuuster en zekerder is als een soort van ‘fail-safe',

Op deze manier wordt het samengeperst Gas steeds goed { gedroogd, zelfs indien bijvoorbeeld de omgevinastemperatuur | te hoog zou worden, en wordt bovendien de tweede koelcyclus | 3 enkel ingezet onder de omstandigheden dat het noodzakelijk : 15, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de 9 werkwijze erin om, nadat het vat dat gekoeid wordt te # 10 koelen met de serste koelcyclus, de temperatuur in dit vat 9 of aan de uitlaat van dit vat te meten of te bepalen, en 9 als deze Lemperatuur hoger is dan een vooraf ingestelde maximumtemperatuur, dit vat bijkomend te koelen met de tweede koeicyclus,

Dit heeft als voordeel dat steeds de energierefficiëntste cerste koelcycius zal gebruikt worden om het vat te koelen, De rweede koelcycius zal enkel ingezet worden om de Temperatuur van het vat verder te laten dalen indien dit nodig is.

Bovendien, wanneer de tweede koelcyclus wordt ingeschakeld, zal deze tweede koelcyclus slechts een beperkte bijkomende kceling meten uitvoeren, waardoor deze dus minder Lang coegepast moet worden. | in een andere voorkeurdragende Uitvoeringsvorm onvat de werkwijze de stap van, voor het koelen van het vat dat gekoeld wordt, het dauwpunt aan de uitlaat te bepalen of te meten of een gemiddeld dauwpunt aan de uitlaat over sen | vooral bepaalde tijdsspanne te bepalen of meten, en: | - als dit dauwpunt gelijk of hoger is dan een vooraf | ingesteld maximum dauwpunt, dit vat te koelen met de tweede [ 5 koeloyclus; en 9 - als dit dauwpunt lager is dan het vooraf ingestelde | maximum dauwpunt, dit vat te kcelen met de eerste 9 koelcycius, 9 10 In dit geval zal, wanneer het dauwpunt te hoog is, enkel de 9 tweede koelcyclus toegepast: worden. Voor de tweede koelcyclus wordt er gebruik gemaakt van droge iucht, zodat tijdens het koelproces ook nog vocht kan onttrokken worden van het betreffende vat.

Op deze manier zal het vat tegelijk gedroogd worden en nog bijkomend geregenereerd worden.

Belangrijk om hierbij op te merken is dat het dauwount dus met anders woorden wordt bepaald of gemeten als het betreffende vat zich in de adsorptiefase bevindt, i.e. het dauwpunt wordt bepaald of gemeten als het betreffende vat cas aan het drogen is.

Het is cook mogelijk om het dauwpunt cedurende de volledige of een gedeelte van de adscrptiefase op te meren of te bepalen en er vervolgens een gemiddelde van te nemen.

De uitvinding betreft cok sen drooginrichting welke zal toelaten om de voornoemde werkwijze toe te passen, dit wil zeggen om zowel de eerste als de tweede kvelcyclus te kunnen toepassen,

9 Hiertoe heeft de uitvinding een drooginrichting als # 7. Voorwerp voor het drogen van samengeperst gas, welke | drooginrichting voorzien is van een inlaat voor te drogen | samengeperst gas en een uitiaat voor gedroogd samengegerst | Gas, waarbij de drooginrichting minstens twee vaten omvat : die gevuid zijn met een regenereerbaar droogmiddel en een | 10 regeibaar kleppensysteem bestaande uit sen eerste | kleppenbiok en sen tweede kleppenblok dat de voornoemde 9 inlaat, respectievelijk de voornoemde uitlaat, verbindt met | de voornoemde vaten, waarbij het regelbaar kleppensysteen 9 zodanig is dat minstens één vat samengeperst gas zal 9 15 drogen, terwijl het andere val achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld wordt, waarbij door regeling van het kleppensysteem de vaten elk op hun beurt: samengeperst gas drogen, met als kenmerk dat de drooginrichting verder voorzien is van een blower voor het aanzuigen van omgevingslucht, een afblaasopening voor het afblazen van gas en een vierwegventiel dat zal toelaten om ofwel de biower, ofwel de afbiaasopening via het “eerste”

kieppenblok te verbinden met de vaten, één en ander zodanig dat, wanneer het vierwegventiel de blower met het eerste”

kleppenbick verbindt, de door de blower aangezogen omgevingslucht via het vierwegventiel en het \Yeerste® kieppenblok in het vat dat gekoeld wordt kan terechtkomen,

waarbij de drooginrichting verder voorzien is van een aftakleiding die gedroogd samengeperst gas kan aftakken,

expanderen en via het “tweede” kleppenblok naar het vat dat gekoeld wordt kan leiden, één en ander zodanig dat, wanneer het vierwegventiei de afblassopening met het “eerste” kieppenblok verbindt, het afgetakte gas na dcorgang à doorheen het vat dat gekoeld wordt kan afgeblazen worden 4 via de afbisasopening. | 5 Een voordeel van dergelijke drooginrichting is dat zij zal 9 toelaten cm een werkwijze volgens de uitvinding toe te : passen, 1.6. om zowel de eerste koelcyclus als de tweede 9 koelcyclus toe te passen, | 10 | Door het slim aansturen van de onderdelen van de : drooginrichting, in het bijzonder de vierwegsklep en het { kleppensysteem, kunnen alle nodige circuits gecreëerd 9 worden op een relatief compacte manier. # Het spreekt: voor zich dat alle voornoemde voordelen van de werkwijze ook toepasbaar zijn op de inrichting.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een werkwijze en drooginrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

figuur 1 schematisch een drooginrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch de drooginrichting van fÉiguur 1 weergeeft, doch in een andere stand.

De in figuur 1 schematisch weergegeven drooginrichting 1 voigens de uitvinding voor het drogen van samengeperst gas | pmvat hoofdzakelijk twee varen 2 die gevuld zijn met een : regenereerbaar droogmiddel 3, # 5 Dit regenereerbaar droogmiddel 3 wordt ook wel desiccent gencemd. 9 Het is uiteraard mogelijk dat er meer dan twee varen 2 9 10 zijn. De drooginrichting L omvat verder een kleppensysteem 4 dat bestast uit een eerste klegpenblok 5 en een tweede kleppenblok 6.

Het eerste kleppenblok 5 zal de vaten 2 verbinden met een inlaat 7 voor Le drogen samengeperst gas, terwijl het tweede kleppenbiok 6 de vaten 2 zal verbinden met een uitlaat 8 voor gedroogd samengeperst gas.

De voornoende kleppenklokken 5, 6 zijn een systeem van verschiliende leidingen en kleppen dat zodanig geregeld kan worden dat steeds minstens één val 2 geregenereerd of gekoeid wordt, terwijl het andere vat 2 of de andere vaten 2 het samengeperst gas drogen, waarbij door regeling van het kiepgensysteem 4 de vaten 2 elk op hun beurt samengeperst gas zuilen drogen, Verder is de drooginrichting 1 volgens de uitvinding voorzien van sen vierweqventiel 9, een blower 10 voor het aanzuigen van omgevingslucht en een afblaasopening 11 voor

: 120 net afblazen van gas, welke zodanig geconfigureerd zijn dat in een eerste stand van het vlerwegventiel 9 de blower 10 ; via het eerste kleppenblok 5 verbonden is met de vaten 2, : zoals weergegeven in figuur 1, en in een tweede stand van : 5 het vierwegventiel 9 de afolassogening 11 via het eerste kleppenblok 5 verbonden is met de vaten 2, zoais 9 weergegeven in figuur 2. 9 Het is natuurlijk niet uitgesloten dat er in plaats van een i0 blower 10 andere middelen voorzien zijn voor het aanzuigen van omgevingslucht.

Het is Levens niet uitgesloten dat er in plaats van een vierwegventiel 9 gebruik gemaakt wordt van een kleppenbliok 135 met bijvoorbeeld vier kieppen of ventielen of van andere middelen welke dezelfde configuratie als het vierwegventiel 3 kunnen realiseren, zoals te zien is in figuur 1 is de drooginrichting 1 zodanig dat in de eerste stand van het vierwegventiel 9, de door de blower 10 aangezogen omgevingslucht: vis het vierwegventiel 9 en het eerste kiegpenblok 5 in het vat 2 dat gekoeld wordt kan terechtkomen, Hierbij wordt uiteraard het kleppenblok 5 op de gepaste wijze geregeld om het juiste stroompao voor het gas mogelijk te maken, Verder ie de drooginrichting 2 voorzien van een aftakleiding 12 die gedroogd samengeperst gas kan aftakken,

expanderen en via het tweede klenpenblok 6 naar het vat 2 dat gekoeld wordt kan leiden, | In dit geval bevat de voorncemde aftakleiding 12 een 9 > ezpansieventlel 13 om het afgetakte gedroogde samengeperst 3 gas te kunen expanderen, 9 De voornoemde aftakleiding 12 is bij voorkeur minstens : vedeeltelijk geïntegreerd in of maakt minstens gedeeltelijk 9 10 deel uit van het tweede kleppenblok 6. 9 In dit geval is de aftakisiding 12 volledig geintegreerd in het tweede kleppenblok 6,

is Zoals te zien is in flguur 2, is de drooginrichting 1 zodanig dat, wanneer het vierwegventiel 3 zich in de tweede stand bevindt, het afgetakte gas na doorgang doorheen het vat Z dat gekoeld wordt kan afgeblazen worden via de afblassopening 11,

Hierbij wordt uiteraard het kleppenblok 6 op de gepaste wijze geregeld om het juiste stroompad voor het Gas mogelijk te maken,

Met andere woorden, er wordt een open koelcircuit 14 gevormd, bestaande uit de aftakleiding 12, het tweede kleppenblok 6, het vat 2 dat gekoeld wordt, het eerste kieppenblok 5, het vierwegventiel 9 en de afblaasopeninc li.

Dit voornoemde open koelcireuit 14 zal gebruikt worden voor de tweede kcoelcyclus, zoals hieronder zal worden uitgelegd,

In het voorbeeld van figuren 1 en 2, maar niet noodzakelijk { voor de uitvinding, 18 de drooginrichting 1 voorzien van | een xoelisiding 15 welke het tweede klenpenblok 6 verbindt | met de inlaatzijde 16 van de blower 10. 9 Uit de figuren is af te leiden dat een gesloten kcelcircuit | 17 zal gevormd worden wanneer het vierwegventiel 3 in de : voornoemde eerste stand staal, dat gevornd wordt door # achtereenvoigens de blower 10, het vierwegventiel 9, Het 9 19 eerste kleppenbiok 5, een vat 2, het tweede kleppenblok 6 9 en de koelieiding 15. 1 Zoals te zien is in de Figuren, is in de koelleiding 15 een koeler 18 opgenomen, Deze koeler 18 kan bijvoorbeeld een fucht-lucht koeler 18 zijn.

Het voornoemde gesloten koelcircuit 17 zal gebruikt worden voor de perste koelcyclus, zoals hieronder zal worden uitgelegd,

Het is voor de uitvinding echter ook mogelijk dat er een open circuit gebruikt wordt voor de eerste koelavelus, In dit geval zal de voornoemde koelleiding 15 met koeler 18 afwezig zijn, Maar vervanger worden door een afblaascpening, afblaasventiel of dergelijke dat met het tweede kleppenbiok 6 verbonden is.

Het open circuit voor de verste koeicyclus bestaat dan uit de blower 15, het vierwegventiel 9, het eerste klepgenblok 5, een vat 2, het tweede kleppenbiak ë en de afblaascpening GE afblaasventiel.

: Tevens 18 de drooginrichting 1 voorzien van een { regenereerleiding 19 welke het vierwegventiel 9 verbindt met het tweede kleppenblok 6. : 5 in de tweede stand van het vierwvegventiel 9, wanneer het vierwegventiel 9 de afblaasopening 11 verbindt met het 9 cerste kleppentiok 5, zal het vierwegventiel 9 de blower 10 9 verbinden met de regenereerleiding 19 en zo met het tweede # kleppenbick 6. | In deze regenereerleiding 19 is een verwarming 20 aangebracht, in dit geval sen elektrische verwarming 22. Zoals af te leiden uit fiouur 2, wordt er in de tweede stand van het vierwegventiel 9 een regeneratiecircuit 21 gevormd omvattende de blower 10, het vierwegventiel 9, de regenereerieiding 19 met de verwarming 20, het tweede kieppenblok 5, het vat Z dat geregenereerd wordt, het serste kleppenbiok 5, het vierwegventiel 3 en de afblaasopening 11, In de tweede stand van het viervegventiel 9 wordt er dus met andere woorden zowel een regeneratiecireuit 21 gevormd als het open koelcircuit 14 dat gebruikt wordt voor de Lweede kceloyclus.

Door een gepaste cegeling van de xieppenbiokken 5, 6, zal ofwel het regeneratiecircuit 21 gerealiseerd worden, ofwel het open koelcircuit 14. Zoais te zien is op de figuren, vallen in dit geval de regenereerleiding 12 en de koelieiding 15 gedeeltelijk samen.

in dit geval zal er slechts één leiding 22 vanaf het tweede kleppenbick 6 vertrekken, waarin tevens de voornoemde

| verwarming 20 is opgenomen.

De voorncemde leiding 22 9 splitst op in twee aparte leidingen 22a, 22b, waarvan er 9 3 één naar de inlaatzijde 16 van de blower 10 leidt, waarin 9 de koeler 18 is opgenomen en één naar het vierwegventiel 9, : Het spreekt voor zich dat, naast de gepaste regeling van de 9 Xleppenblokken 5, 6 en het vierwegventiel 9, cok de | 10 voornoemde verwarming 20 en koeler 18 gepast aangestuurd : worden bij het realiseren van het open koelcircuit 14, het 9 gesioten koelcircuit 17 en het regeneratiecircuit 21. 9 “ot sict omvat de drooginrichting 1 in dit ceval, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, een temperatuursensor 23 welke de temperatuur van de vaten 2 kan meten en een dauwpuntsensor 24 welke het dauwpunt aan de uitgang van de vaten 2 kan meten, Beide sensoren 23, Z4 zijn in dit geval geplaatst aan de uitlaalzijde van de vaten 2, i.e, de zijde van de vaten 2 die verbonden zijn met de uitlaat 8 van de drooginrichting 21. De werking van de drooginrichting 1 en de werkwijze volgens de uitvinding voor het drogen van samengeperst gas met behulp van de drooginrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

Tijdens de werking van de drooginrichting 1 zal er via de iniaat 7 te drogen samengeperst gas in het vat 7 dat aan 32 het drogen is terechtkomen.

Bij doorgang doorheen dit vat 7, zal het droogmiddel 3 vocht onttrekken aan het gas, { Het gedroogde, samengeperst gas zal via de uitlaat B de : 5 drooginrichting 1 verlaten, Het andere vat 2, dat reeds tijdens een vorige cyclus cas 9 gedroogd heeft, beval vocht an wordt ondertussen # geregenerserd.

9 Hierbij wordt gebruik gemaakt van een regensratiecycius, welke erin bestaat om omgevingslucht op te warmen en doorheen het betreffende vat 2 Le sturen en vervolgens af te biazen, Voor deze regeneratiecyclus wordt gebruik gemaakt van het voorncemde regeneratiecircuit 21. Hiertoe wordt het vierwegventiel 39 in de tweede stand geplaatst en worden de kleppenblokken 5, 6 zodanig ceregeld dat het regeneratiecircuit 21 gerealiseerd wordt. Hierbij wordt ook de verwarming 20 aangeschakeld. De biower 10 zal omgevingslucht aanzuigen die via de 254 Fegenereerlieiding 19 langs de Verwarming 20 passeer waarbij het gas opgewarmd wordt. Via het tweede klepgenblok 6 zal het verwarmde gas naar het voornoemde andere vat 2 gebracht worden, waarbij het bij dcorgang doorheen dit vat 2, vocht zal onttrekken van het droogniddel.

| 16 ; Via het eerste kleppenblok 5, zal het warme, vochtige gas via de afblaasopening 11 de drooginrichting 1 verlaten, # Na de regenerstiecyclus zal de verwarming 20 uitgeschakeld : 5 worden, | Wanneer het droogmiddel 3 geregenereerd is, zal het vat 2 | gekoeld worden, il Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding toegepast, welke er in essentie in bestaat om een eerste koeloyclus en een tweede koelcyclus te voorzien, Voor de eerste koeicycius wordt gebruik gemaakt van het is gesloten koelcircuit 17, waarbij omgevingslucht doorheen het vat 2 dat gekoeld wordt, wordt gestuurd.

Voor 2e tweede koelcyclus wordt gebruik gemaakt van het open koelcireuit 14, waarbij gedrcogd, samengeperst gas aan de uitlaat 8 wordt afgetakt, geëxpandeerd en doorheen het van 2 dat gekoeld wordt, wordt gestuurd, waarna dit gas vervoigens afgeblazen wordt, De werkwijze bestaat erin om op basis van vooraf bepaalde condities de eerste, dan wel de tweede koelcyclus, dan wel ceide koelcyclussen, Loe te passen.

In «een eerste alternatieve variant van de werkwijze, beslaat de werkwijze erin om het betreffende vat 2 te koelen met de eerste koelcyclus, gebruik makende van het gesloten koelcircuit 17 en de koeler 18,

De door de blower 10 aangezogen omgevingslucht zal doorheen het gesloten koelcircuit 17 gecirculeerd worden, waarbij ; het na doorgang doorheen het vat 2, door de koeler 18 | gekoeld wordt.

Dit gekoelde gas zal vervolgens via de [ 5 blower 10 opnieuw docrheen het vat 2 gestuurd worden. 9 Nadat het var 2 gekoeld is met de eerste kosicyclus wordt 9 de temperatuur van het vat Z gemeten met behulp van de | hiertoe voorziene temgeratuursensor 23. 9 10 9 Ais deze temperatuur hoger is dan een vooraf ingestelde | maximumtemperaluur Tuex, zal dit vat 2 nog bijkomend gekoeld 9 worden met de tweede koelcyclus, is Hierbij zal dan het vierwegventiel 9 omgeschakeld worden naar de stand uit figuur 2, waarna de tweede koelcyclus kan gestart worden, gebruik makende van het open koelcirouit 14 om het vat 2 bijkomend te kunnen koelen, gebruik makende van het geëxpandeerde en dus gekoelde gedroogde samengeperst gas, Om het afgetakte, gedroogde samengeperst gas te expanderen, wordt er gebruik gemaakt van het expansieventiel 13, in een tweede alternatieve variant van de werkwijze, beslaat de werkwijze erin om, vóórdat het betreffende vat 2 gekoeld wordt, het dauwpunt aan de uitlaat 8 te bepalen of meren met behuip van de hiertoe voorziene dauwpuntsensor 24,

: 18 ; Als het dauwpunt lager is dan een vooraf ingesteld maximum deuwpunt DPrax zal het vat 2 gekoeld worden met de eerste | koelcycius. 9 5 Als het dauwpunt echter gelijk is of hoger dan het vooraf 9 ingestelde maximum dauwpunt DPmas, zal het vat 2 gekoeld | worden met de tweede koelcyclus. 9 Zoals reeds hoger vermeld, zal er tijdens deze tweede 9 10 zoelcycius ook mog een bijkomende droging van het 9 droogmiddel 3 in het vat 2 gebeuren, waardoor het dauwpunt 9 zal zakken, [ Na het voitocien van de koeling van het vat 2, kan dit vat

£ gebruikt worden om samengeperst gas te drogen, waarbij het andere vat 2, dat vcorheen gebruikt werd om te drogen, nu Geregenereerd en gekoeld kan worden volgens de voornoemde werkwijze,

Aihoewel in het hierboven beschreven voorbeeld van de werkwijze, er voor de eerste kcelcyclus gebruik gemaakt wordt van een gesloten koelcircuit 17 waarbij, nadat de omgevingslucht wordt aangezogen via een blower 10 of

{ dergelijke en de omgevingslucht vervolgens in het gesloten

25 koelcircuit 17 circuleert, is het niet uitgesloten dat er gebruik gemaakt wordt van een niet gesloten circuit waarbij de aangezogen omgevingslucht, na doorgang doorheen het vat 2 dat gekoeld wordt, afgeblazen wordt,

Dit heeft als voordeel dat er geen koeler 18 nodig is.

: Een nadeel is dat er steeds nieuws omgevingslucht wordt { aangezogen om het vat 2 te koelen, 9 Hierdoor is het mogelijk dat, wanneer het zeer vochtige | 5 omgevingslucht betreft, er te veel vocht in het vat 2 9 terechtkomt, wat het dauwpunt aan de uitgang £ te veel kan 9 dcen stijgen. 9 In dit geval zal de voornoemde tweede alternatieve | 10 uitvoeringsvorm van de uitvinding zeer voordelig zijn, 9 omdat hiermee, indien nodig, het deuwpunt verlaagd kan 9 worden.

Een ander aspect van de uitvinding betreft seen werkwijze 13 voor het drogen van samengeperst gas met behulp van een Grooginrichting met een inlaat voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat voor gedroogd samengeperst gas, welke drooginrichting minstens twee vaten omvat die gevuld zijn mel een regenereerbaar droogmiddel en een regelbaar kleppensysteem, bestaande uit een eerste kieppenblok en een tweede kleppenbiok dat de voornoemde iniaat, respectievelijk de voornoemde uitlaat, verbindt met de voornoemde vaten, waarbij het regelbaar kleppensysteem zodanig wordt geregeld dat minstens één vat samengeperst gas zal drogen, terwijl het andere vat achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld wordt, waarbij door regeling van het kieppensysteem de vaten elk op hun beurt samengeperst vas drogen, met als kenmerk dat de werkwijze erin bestaat om een regeneratiecyclus Le voorzien om een vat dat geregenereerd wordt te regenereren, waarbij deze regeneratiecyclus erin besraat om omgevingslucht op te warmen, doorheen het betreffende vat te sturen en { vervolgens af te blazen, | Dit komt er dus op neer om de voornoemde regeneratiecyclus | 3 Loe te passen in een gekende drooginrichting 1, ie. zonder | dat noodzakeiijkerwijs de eerste en de Lwesde koelcyclus | moeten worden Loegepast. 9 De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als 9 10 voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven 9 uitvoeringsvormen, doch een werkwijze en inrichting volgens | de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims

{ Conclusies. | Li. Werkwijze voor het drogen van samengeperst gas met | 5 behulp van een drocginrichting (1) met een inlaat {73 voor 9 Te drogen samengeperst gas en een uitlaat {8) voor gedroogd | samengeperst gas, welke drooginrichting (1) minstens twee 9 vaten (2) omvat die gevuld zijn met een regenereerbaar # droogmiddel {3} en een regelbaar kleppensysteem (4), 9 10 bestaande uit een eerste kleppenblok {5} en een tweede kleppenbiok {63 dat de voornoende inlaat (73, respectievellik de voornoemde uitlaat {8}, verbindt met de voornoemde vaten (2), waarbij het regelbaar kleppensysteem {4} zodaniq wordt geregeld dat minstens één vat {2} samengeperst das zal drogen, terwijl het andere vat (2) achtereenvolgens geregenereerd en cekoeld wordt, waarbij door regeling van het kleppensysteem (4) de vaten (2) elk op hun Deurt samengeperst gas drogen, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze erin bestaat om een eerste en een tweede koelcyclus te voorzien om het vat (2) dat gekceld wordt te roelen, waarbij de eerste koelcyclus erin bestaat om omgevingslucht doorheen het vat (2) te sturen en de tweede koeloyclus erin bestaat om gedroogd, samengeperst gas aan de voornoemde uitlaat (8) af te takken, te expanderen en docrheen het vat (23 dat gekoeid wordt te sturen, waarna dit gas vervolgens afgeblazen wordt, waarbij afhankelijk van vooraf bepaalde condities, de esrste of de tweede koelcyclus, of beide koelcyclussen, worden toegepast.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap omvat van, nadat het vat (23 dat gekoeld wordt te koelen met de eerste kvelcyclus, de ; temperatuur in dit vat {2} of aan de uitlaat (8) van dit | vat (2) te meten of te bepalen en als deze temperatuur 9 hoger is dan een vooraf ingestelde maximuntemperatuur 9 5 Imax) e dit vat {2} bijkomend te koelen met de tweede 9 koeicycius. 9
3. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat 9 de werkwijze de stap omvalt van, voor het kcelen van het vat 9 10 (2) dat gekoeld wordt, het dauvount aan de uitlaat (8) te 9 vepalen of Le meten of een gemiddeld dsuwpunt aan de uitlaat (8) over een vooraf bepaalde tijdsspanne te bepalen Of meten, en: - als dit gauwpunt gelijk of hoger is dan een vooraf ingesteld maximum dauwpunt (DPrss}, dit vat (23 te koelen met de tweede koelocyclus; en - als dit dauwpunt: lager is dan het vooraf ingestelde maximum dauwpunt: ({(DPmaaz}, dit vat (2) te koelen met de cerste kveilcyclius, 4, Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze er verder in bestaat om, voor de tweede koelcyclus, gebruik te maken van een expansieventiel (13) om het aan de uitlaat (8) afgetakt, gedroogd, samengeperst gas te expanderen.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze er verder in bestaat om, voor de eerste koelcycius, gebruik te maken van sen gesioten koelcircuit {17} waarbij, nadat de omgevingslucht wordt aangezogen, de omgevingslucht vervolgens in het à gesloten koelcircuit (173 circuleert,

| S.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 1

9 5 Lot 4, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze er verder in

9 beslaat om, voor de eerste koelcyclus, de aangezogen

: omgevingslucht, na doorgang doorheen het vat (7) dat

F gekoeld wordt, af te blazen,

# 18 7, Werkwijze volgens èén van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze er verder in bestaat om een regeneratiecyclus te voorzien om een vat (23 dat geregenerserd wordt te regenereren, waarbij deze regenerariecyclus erin bestaat om omgevingslucht op te warmen, dcorheen het betreffende vat (2) te sturen en vervolgens af te blazen, B." Drooginrichting voor het drogen van samentgsterst gas, welke drooginrichting {1} voorzien is van een inlaat {7 voor te drogen samengeperst gas en een uitlaat {8} voor gedrvogd samengeperst gas, waarbij de drooginrichting (13 minstens twee vaten (2) omvat die gevuld zijn met een regenereerbaar droogmiddel (33 en een regelbaar kleppensysteem {4} bestaande uit een eerste kleppenbiok (5) en een tweede kieppenblok (6: dat de voornoemde inlaat (7, respectievelijk de voornoemde uitlaat (8), verbindt met de voornoemde vaten (2}, waarbij het regelbaar kieppensysteem (4} zodanig is dat minstens één vat (2) samengeperst gas zal drogen, Lerwijl het andere val (2) achtereenvolgens geregenereerd en gekoeld wordt, waarbij door regeling van het kieppensysteem (4) de vaten (2) elk op hun beurt samengeperst gas drogen, daardoor gekenmerkt dat de { drooginrichting {1} verder voorzien is van een blower {10} voor het aanzuigen van omgevingslucht, een afblaasopening | {11} voor het afblazen van gas en een vierwegventiel (53, | 5 kleppenblok of dergelijke dat zal toelaten om cfwel de | blower (10) ofwel de afbiaasopening (11) via het eerste 9 kleppenblok {5} te verbinden met de vaten (2), één en ander : zodanig dat, wanneer het vierwegventiel {93 de blower (10) # met het eerste kleppenbiok (5) verbindt, de door de blower 9 10 (190) aangezogen omgevingslucht via het vierwegventiel (53 | en het eerste kleppenblok {5} in het vat {1} dat gekoeld 9 wordt kan terechtkomen, waarbij de drooginrichting {1} verder voorzien is van een aftakleiding (17) die gedroogd samengeperst gas kan aflakken, expanderen en via het tweede xleppenblok {6} naar het vat (2) dat cekveid wordt kan isiden, éên er ander zodanig dat, wanneer het vierwegventiel (9) de aiblaasopening (11) met het eerste kieppenblok (5) verbindt, het afgetakte gas na doorgang docrheen het vat {2} dat gekoeld wordt kan afgeblazen worden via de afblaasopening (il). Ze Drcoginrichting voigens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de orcoginrichting {1} verder voorzien is van een koslieiding (15) welke het tweede klenpenblok (6) verbindt met de inlaatziide (16) van de blower (10), zodanig dat een gesloten koelcircuit {17} gevormd wordt wanneer het vierwegventiel (9), kleppenblok of dergelijke de clower (10) verbindt met het eerste kleppenblok (5) welk gesloten koelcircuit (17) gevormd wordt door achtereenvolgens de blower (10), het vierwegventiel (9),

| het eerste kleppenblok {5}, een vat {2}, het tweede 9 klepvenblok (6) en de koelleidina {15}. | 10, Drooginrichting volgens conclusie 3, daardoor 9 5 gekenmerkt dat in de koelleiding (15) een kceler (18) is 9 opgenomen, | ll.

Drooginrichting volgens één van de voorgaande | conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de 9 10 drooginrichting {1} verder voorzien is van eer : regenereerleiding (19) waarin een verwarming (20) is # opgenomen, welke regenereerleiding (19) het vierwegventiel 9 {3} verbindt met het tweede Xleppenblok (63, waarbij, 9 wanneer het vierwegventiel {9} de afblaasogening (11) verbindt met het eerste kleppenblok (53, het vierwegvenriel {93 de blowver (10) met de regçencreerleiding {19} en zo met net tweede kleppenblok (63 verbindt, één en ander zodanig dat een regeneratiecircuit {21} wordt gevormd omvattende de biower (10}, het vierwegventiel (9), de regenerserleidina {19} met de verwarming (20), het tweede kieppenblok (6), het vat (2) dat geregenereerd wordt, het eerste kleppenbiok {3}, het vierwegventiel (9) en de afblaasopening {11}. id.” Drocoinrichtine volgens conciusie il, daardoor gekenmerkt dat de regenereerleiding (19) en de koelleiding (15) gedeeitelijk samenvallen, ij.

Drooginrichting volgens één van de voorgaande conclusies B tot 12, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aftakleiding (12} een expansieventiel /13) bevat,

14.- Drcoginrichting volgens één van de voorgaande { conclusies & tot 13, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde { aftekleiding {12} minstens gedeeltelijk geïntegreerd is in, | of deel uitmaakt van, het tweede kleppenblok (6).