BE1027574B1 - Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan - Google Patents
Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027574B1 BE1027574B1 BE20195606A BE201905606A BE1027574B1 BE 1027574 B1 BE1027574 B1 BE 1027574B1 BE 20195606 A BE20195606 A BE 20195606A BE 201905606 A BE201905606 A BE 201905606A BE 1027574 B1 BE1027574 B1 BE 1027574B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- heating
- lamella
- heating element
- roof
- slats
- Prior art date
Links
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 title claims abstract description 167
- 241000446313 Lamella Species 0.000 title claims abstract description 78
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 11
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 title claims description 5
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 7
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 7
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 7
- 230000005611 electricity Effects 0.000 claims description 5
- 238000003801 milling Methods 0.000 claims description 3
- 238000005520 cutting process Methods 0.000 claims description 2
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims 1
- 238000001125 extrusion Methods 0.000 description 7
- 238000009826 distribution Methods 0.000 description 4
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 4
- 238000001556 precipitation Methods 0.000 description 4
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 4
- 239000000463 material Substances 0.000 description 3
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 description 3
- 229910052782 aluminium Inorganic materials 0.000 description 2
- XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N aluminium Chemical compound [Al] XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 2
- 239000004033 plastic Substances 0.000 description 2
- 229920001296 polysiloxane Polymers 0.000 description 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N Carbon Chemical compound [C] OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 230000002730 additional effect Effects 0.000 description 1
- 238000004026 adhesive bonding Methods 0.000 description 1
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 1
- 229910052799 carbon Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000007547 defect Effects 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 229920001971 elastomer Polymers 0.000 description 1
- 229920002313 fluoropolymer Polymers 0.000 description 1
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 1
- 238000002844 melting Methods 0.000 description 1
- 230000008018 melting Effects 0.000 description 1
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 239000004417 polycarbonate Substances 0.000 description 1
- 229920000515 polycarbonate Polymers 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
- 238000012216 screening Methods 0.000 description 1
- 229920001169 thermoplastic Polymers 0.000 description 1
- 239000004416 thermosoftening plastic Substances 0.000 description 1
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04F—FINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
- E04F10/00—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
- E04F10/08—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of a plurality of similar rigid parts, e.g. slabs, lamellae
- E04F10/10—Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of a plurality of similar rigid parts, e.g. slabs, lamellae collapsible or extensible; metallic Florentine blinds; awnings with movable parts such as louvres
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B7/00—Roofs; Roof construction with regard to insulation
- E04B7/16—Roof structures with movable roof parts
- E04B7/163—Roof structures with movable roof parts characterised by a pivoting movement of the movable roof parts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/17—Ventilation of roof coverings not otherwise provided for
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24C—DOMESTIC STOVES OR RANGES ; DETAILS OF DOMESTIC STOVES OR RANGES, OF GENERAL APPLICATION
- F24C7/00—Stoves or ranges heated by electric energy
- F24C7/04—Stoves or ranges heated by electric energy with heat radiated directly from the heating element
- F24C7/043—Stoves
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05B—ELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
- H05B3/00—Ohmic-resistance heating
- H05B3/40—Heating elements having the shape of rods or tubes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
- Central Heating Systems (AREA)
- Building Environments (AREA)
- Extrusion Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
- Building Awnings And Sunshades (AREA)
- Domestic Hot-Water Supply Systems And Details Of Heating Systems (AREA)
Abstract
Verwarmingslamel (11) voor een lamellendak die ten minste twee liggers omvat die zich onderling evenwijdig uitstrekken en waaraan meerdere lamellen draaibaar verbonden zijn tussen een open stand en een gesloten stand. De verwarmingslamel (11) is voorzien van een onderzijde (13). Een sleuf is voorzien in de onderzijde (13) voor het aanbrengen van een verwarmingselement (12) binnenin de verwarmingslamel (11). De holte (15) wordt, na het aanbrengen van het verwarmingselement (11), ten minste gedeeltelijk afgedicht daardoor en het verwarmingselement (11) is voorzien om door middel van stralingswarmte een positie tussen het lamellendak en het grondoppervlak te verwarmen. Door het gebruik van een sleuf in combinatie met een verwarmingselement (12) op basis van stralingswarmte is het mogelijk om de positie tussen het lamellendak en het grondoppervlak te verwarmen, aangezien het verwarmingselement (12) niet geheel wordt omgeven door de verwarmingslamel (11).
Description
Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan Technisch vakgebied De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verwarmingslamel voor een lamellendak van een grondoppervlak, zoals een terras, tuin of dergelijke. De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een lamellendak dat één of meerdere dergelijke verwarmingslamellen omvat.
Stand der techniek Een lamellendak met roteerbare lamellen wordt meestal ingezet voor het afschermen van een buitenruimte, bv. als overkapping voor een terras, veranda, pergola, enz. in een tuin. Eveneens kan een lamellendak gebruikt worden als overkapping in open ruimtes van openbare plaatsen, zoals restaurants, hotels, badinrichtingen of andere structuren.
Een lamellendak omvat typisch ten minste twee liggers die zich onderling evenwijdig uitstrekken en waaraan meerdere lamellen draaibaar verbonden zijn tussen een open stand en een gesloten stand.
In de open stand is er een tussenruimte tussen de lamellen en in de gesloten stand vormen de lamellen samen een continue afdekking. Door de lamellen te roteren tussen deze standen kan lichtinval, stralingswarmte en ventilatie naar de ruimte onder de lamellen toe geregeld worden. Bijvoorbeeld, door het richten van de lamellen kan zon en/of wind afgeschermd of juist doorgelaten worden. Met andere woorden, het lamellendak doet dienst als bescherming tegen de zon, neerslag, wind, enz. voor een zich daaronder bevindende ruimte.
De lamellen kunnen daarnaast, in hun open stand, eventueel opschuifbaar in het lamellendak voorzien zijn, waarbij deze dan typisch opschuifbaar zijn tussen een stand waarbij ze verspreid over het lamellendak zijn opgesteld en een stand waarbij ze hoofdzakelijk aan één zijde van het lamellendak zijn opgesteld.
Een bekende verwarmingslamel voor een lamellendak is bedoeld om deel uit te maken van het lamellendak en is voorzien van een onderzijde, die typisch nagenoeg vlak is, waarbij de verwarmingslamel een holte omvat waarin een verwarmingselement aanbrengbaar is.
Een dergelijke verwarmingslamel is beschreven in EP 3 059 355 A1. Aan de binnenzijde van de verwarmingslamel zijn meerdere verwarmingsmiddelen, in het bijzonder dunne strips, aangebracht. Deze verwarmingsstrips staan in direct contact met zowel de bovenzijde als de onderzijde van de verwarmingslamel en worden op hun plaats gehouden door gekromde haken die integraal vervaardigd zijn met de lamel. In geval er sprake is van sneeuwval, hagel of ijsvorming op de verwarmingslamel, laten de verwarmingsstrips toe de sneeuw, hagel of js te smelten door het opwekken van warmte die via thermische geleiding de lamel zelf opwarmt.
Andere bekende verwarmingslamellen voor het smelten van sneeuw, hagel of ijs zijn beschreven in EP 2 853 647 A1 en EP 3 392 426 A1 en maken gebruik van een kabelvormig verwarmingselement dat zich doorheen een holte in de verwarmingslamel uitstrekt.
In de praktijk is gebleken dat de bekende verwarmingslamellen niet in staat zijn om de ruimte onder het lamellendak, in het bijzonder nabij het grondoppervlak, waar typisch mensen plaatsnemen of verblijven, te verwarmen. Daarenboven hebben dergelijke kabelvormige verwarmingselementen die werken op basis van het Joule-effect nood aan een voldoende grote stroombron voor het opwekken van warmte. Met andere woorden, zelfs indien het theoretisch mogelijk is om de bekende verwarmingslamellen te gebruiken om de ruimte onder het lamellendak te verwarmen, dan zou daar een dure elektriciteitsvoorziening aan verbonden zijn, hetgeen niet gewenst is.
Voor een dergelijke toepassing wordt vandaar vaak gebruik gemaakt van aparte verwarmingselementen. Deze kunnen direct op de grond worden geplaatst. Alternatief kunnen deze worden bevestigd aan de draagstructuur van het lamellendak, bijvoorbeeld aan de liggers.
Een nadeel van dergelijke aparte verwarmingselementen is voornamelijk hun plaatsing. In het bijzonder is gebleken dat het niet eenvoudig is om, vooral bij grote lamellendaken, de centrale regio daaronder voldoende te verwarmen. Daarenboven is een plaatsing op de grond niet ideaal gezien het risico dat een persoon in direct contact met het verwarmingselement kan komen. Beschrijving van de uitvinding Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verwarmingslamel voor een lamellendak te voorzien die in staat is om de regio onder het lamellendak beter te verwarmen. Dit doel wordt gerealiseerd door dat de verwarmingslamel een sleuf omvat in zijn onderste zijde over minstens een deel van zijn lengte, welke sleuf toegang biedt tot genoemde holte, waarbij de holte, na het aanbrengen van het verwarmingselement, ten minste gedeeltelijk afgedicht wordt door het verwarmingselement en waarbij het verwarmingselement voorzien is om door middel van stralingswarmte een positie tussen het lamellendak en het grondoppervlak te verwarmen. Door het gebruik van een sleuf in combinatie met een verwarmingselement op basis van stralingswarmte is het mogelijk om de positie tussen het lamellendak en het grondoppervlak te verwarmen. Het verwarmingselement wordt namelijk niet geheel omgeven door de verwarmingslamel, in tegenstelling tot de bekende verwarmingslamellen zoals beschreven in EP 3 059 355 A1, EP 2 853 647 A1 en EP 3 392 426 A1, waardoor de stralingswarmte voldoende in staat is om de ruimte onder het lamellendak te verwarmen. Aangezien er ook meerdere dergelijke verwarmingslamellen gebruikt kunnen worden in éénzelfde lamellendak en/of de positie van de verwarmingslamel vrij gekozen kan worden, is het mogelijk om de warmteverdeling onder het lamellendak op maat te ontwerpen.
Daarenboven laat de sleuf toe om het verwarmingselement, indien er een defect zou zijn, te vervangen zonder dat daarbij het gehele lamellendak dient te worden gedemonteerd.
Eveneens is een warmtebron op basis van stralingswarmte zuiniger qua elektriciteit in vergelijking met een warmtebron op basis van het Joule-effect.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, heeft de verwarmingslamel een langse en een dwarse richting, waarbij de sleuf zich uitstrekt in de langse richting.
Een dergelijke sleuf laat toe om eveneens een langwerpig verwarmingselement te gebruiken of om meerdere verwarmingselementen naast elkaar te plaatsen waardoor de verwarmingslamel over een groot deel van zijn lengte warmte kan voorzien.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, heeft de verwarmingslamel een langse en een dwarse richting, waarbij de holte nagenoeg symmetrisch is ten opzichte van de rotatieas van de verwarmingslamel, bij voorkeur dat de holte zich nagenoeg centraal bevindt in de dwarse richting van de verwarmingslamel.
Door de holte en daarmee het verwarmingselement centraal te plaatsen in de dwarse richting is het eenvoudiger om de verwarmingslamel te verplaatsen tussen de open stand en de gesloten stand. Het is namelijk zo dat, voor deze verplaatsing, de verwarmingslamel draait omheen zijn rotatieas, dewelke typisch ook centraal ligt in de dwarse richting. Het verwarmingselement in lijn plaatsen met de rotatieas, i.e. centraal in de dwarse richting, voorkomt vandaar problemen met de balans tijdens het openen/sluiten van het lamellendak. Eveneens kan een niet-centrale holte er toe leiden dat, in de gesloten stand van het lamellendak, de verwarmingslamel gedeeltelijk gekanteld is onder het gewicht van het verwarmingselement waardoor het lamellendak één of meerdere gekantelde lamellen bevat, hetgeen niet gewenst is.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, heeft de verwarmingslamel een langse en een dwarse richting, waarbij de holte 5 zich nagenoeg centraal bevindt in de langse richting.
Door de holte en daarmee het verwarmingselement centraal te plaatsen in de langse richting dienen de liggers nagenoeg dezelfde ondersteuning te bieden aan beide uiteinden, hetgeen niet het geval zou zijn indien het verwarmingselement zich nabij één van beide uiteinden zou bevinden.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is de holte aan haar binnenzijde voorzien van een binnenrand en het verwarmingselement van een buitenrand die overeenkomstig is met de binnenrand.
Zoals hierna zal worden beschreven, zijn de randen een handig ontwerp voor zowel de verbinding van het verwarmingselement aan de verwarmingslamel alsook de afdichting van de holte in de lamel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is het verwarmingselement bevestigbaar aan de verwarmingslamel door de binnenrand en de buitenrand ten minste gedeeltelijk met elkaar te verbinden. In het bijzonder komt deze verbinding tot stand door middel van een bajonetsluiting of door middel van één of meerdere bouten.
Het is gebleken dat dergelijke verbindingen voldoende stevig zijn om het verwarmingselement op de juiste plaats te houden ook tijdens de kanteling van de verwarmingslamel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is een dichting voorzien tussen de binnenrand en de buitenrand. Bij voorkeur strekt de dichting zich nagenoeg continu uit langsheen de binnenrand.
Een dergelijke dichting draagt bij aan het voorkomen dat vocht en vuil, bijvoorbeeld door regenval of sneeuw, aan de binnenzijde van de verwarmingslamel terecht komen. Dit vocht en/of vuil zou schade kunnen toebrengen aan het verwarmingselement en/of aan andere elementen van het lamellendak. Een continue dichting heeft als bijkomend voordeel dat nadruipeffecten worden geminimaliseerd.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, omvat het verwarmingselement een behuizing die aan de onderzijde voorzien is van een regio die stralingswarmte doorlaat, bij voorkeur is deze regio open.
Dit verhoogt de efficiëntie van de verwarmingslamel en voorkomt dat meer krachtige, en dus grotere en zwaardere, verwarmingselementen nodig zijn om de ruimte onder het lamellendak op de gewenste temperatuur te brengen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is de verwarmingslamel aan één van zijn kopse uiteinden voorzien van koppelmiddelen voor het samenwerken met overeenkomstige koppelmiddelen op de ligger van het lamellendak voor het aanvoeren van elektriciteit naar het verwarmingselement.
Dergelijke koppelmiddelen laten een stroomvoorziening toe zonder dat een bekabeling extern aan de verwarmingslamel zichtbaar dient te zijn. Een externe kabel zou namelijk tot blokkeringen kunnen leiden tijdens het kantelen van de lamellen en is natuurlijk ook esthetisch niet gewenst.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is de verwarmingslamel gevormd uit een geëxtrudeerd profiel.
Extruderen is een bekende manier om profielen te vervaardigen en wordt typisch gebruikt om langsprofielen te vervaardigen. Vandaar maakt deze uitvoeringsvorm gebruik van de voordelen van extruderen voor het vervaardigen van de verwarmingslamel.
Het doel van de onderhavige uitvinding wordt eveneens gerealiseerd door een lamellendak voor een grondoppervlak, zoals een terras, tuin of dergelijke, waarbij het lamellendak omvat: een draagstructuur met ten minste twee liggers die zich onderling evenwijdig uitstrekken langsheen een langse richting; en een veelheid aan lamellen die naast elkaar geplaatst zijn in genoemde langse richting en zich uitstrekken in een dwarse richting die nagenoeg loodrecht staat op de langse richting, waarbij elke lamel twee tegenover elkaar liggende uiteinden heeft die draaibaar verbonden zijn met een respectieve van de liggers, waarbij de lamellen draaibaar zijn tussen een open stand waarin een tussenruimte aanwezig is tussen de lamellen en een gesloten stand waarin de lamellen een continue afdekking vormen, waarbij één of meerdere van de lamellen gevormd is door een verwarmingslamel zoals hierboven beschreven.
Aangezien het lamellendak gebruik maakt van één of meerdere van de lamellen zoals hierboven beschreven, heeft het lamellendak dezelfde voordelen als de verwarmingslamel hierboven beschreven.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de lamellen aan een uiteinde voorzien van een lamelas en de één of meerdere verwarmingslamellen aan een uiteinde voorzien van een verwarmingslamelas die een grotere diameter heeft dan de lamelas en waarin een centrale doorgang is voorzien voor een stroomkabel, waarbij ten minste één ligger voorzien is van een veelheid aan nagenoeg identieke openingen, waarbij de lamelas van de lamellen met behulp van een lager is bevestigd in één van de openingen en waarbij de verwarmingslamelas van de verwarmingslamellen met behulp van een verdere lager is bevestigd in één van de openingen, waarbij de verdere lager dunner is dan de lagers.
Deze combinatie van een bredere lamelas en een dunnere lager laat toe om een stroomkabel te voorzien naar de binnenzijde van de lamel zonder daarbij aanpassingen te moeten maken aan de openingen in de ligger.
Het doel van de onderhavige uitvinding wordt eveneens gerealiseerd door een werkwijze voor het vervaardigen van een verwarmingslamel zoals hierboven beschreven, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het extruderen van een profiel voor het bekomen van een geëxtrudeerd profiel; - het op de gewenste lengte snijden van het geëxtrudeerd profiel; - het frezen in de onderzijde van het geëxtrudeerd profiel voor het bekomen van de sleuf; en - het aanbrengen van het verwarmingselement in de holte.
Aangezien deze werkwijze resulteert in de verwarmingslamel hierboven beschreven, heeft deze werkwijze dezelfde voordelen. Korte beschrijving van de tekeningen De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een lamellendak.
Figuur 2 toont een zijaanzicht aan het kops uiteinde van een verwarmingslamel volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van de verwarmingslamel van figuur 2 in een uiteengenomen zicht vanaf de bovenzijde.
Figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van de verwarmingslamel van figuur 2 in een uiteengenomen zicht vanaf de onderzijde.
Figuur 5 toont eenzelfde zicht als figuur 4 met het verwarmingselement aangebracht in de verwarmingslamel.
Figuur 6 toont een detail van figuur 4 waarop de dichting getoond is.
Figuur 7 toont een detail van de verbinding van een verwarmingslamel en een gewone lamel aan een ligger van het lamellendak van figuur 1.
Figuren 8A tot en met 8E illustreren verschillende stappen in de vervaardiging van de verwarmingslamel van figuur 2.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuur 1 illustreert een overkapping 1 voor een grondoppervlak 2, bijvoorbeeld een terras of tuin. De overkapping 1 omvat vier steunkolommen 3 waar het lamellendak 4 op bevestigd wordt. Het lamellendak 4 omvat twee liggers 5 waaraan meerdere lamellen 6 draaibaar verbonden zijn, in het bijzonder met behulp van lamelassen (niet getoond), tussen een open stand en een gesloten stand. Figuur 1 illustreert de gesloten stand waarbij de lamellen 6 samen een nagenoeg continue afdekking vormen. In de open stand (niet getoond) is er een tussenruimte aanwezig tussen de lamellen 6.
Zoals hierin verder gebruikt, wordt met de term “langse richting van het lamellendak” 7 de richting waarlangs de liggers 5 zich uitstrekken bedoeld zoals aangegeven met pijl 7 in figuur 1.
Zoals hierin verder gebruikt, wordt met de term “dwarse richting van het lamellendak” 8 de richting waarlangs de lamellen 6 zich uitstrekken bedoeld zoals aangegeven met pijl 8 in figuur 1. De langse richting en de dwarse richting van het lamellendak staan nagenoeg loodrecht op elkaar.
Zoals hierin verder gebruikt, wordt met de term “langse richting van een lamel” 36 de richting waarlangs de lamellen 6 zich uitstrekken bedoeld zoals aangegeven met pijl 36 in figuur 2.
Zoals hierin verder gebruikt, wordt met de term “dwarse richting van een lamel” 37 de richting bedoeld die nagenoeg loodrecht staat op de langse richting van een lamel zoals aangegeven met pijl 37 in figuur 2.
In de getoonde uitvoering is het lamellendak 4 verder voorzien van twee balken 9 die zich in de dwarse richting 8 uitstrekken en de steunen 3 met elkaar verbinden. Deze balken 9 vormen de uiteindes van het lamellendak 4 in de langse richting 7 en dragen typisch bij aan de stevigheid van het lamellendak 4. De balken 9 kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door niet-kantelbare lamellen 6. Echter zijn de balken 9 optioneel. Het is namelijk ook mogelijk om de dwarse uiteindes van het lamellendak 4 te vormen met lamellen 6 die wel kantelen.
Door de lamellen 6 te roteren tussen de open stand en de gesloten stand kan lichtinval, stralingswarmte en ventilatie naar de ruimte onder de lamellen toe geregeld worden. In de open stand bevindt er zich een tussenruimte tussen de lamellen 6 waardoorheen bijvoorbeeld lucht de onderliggende ruimte kan binnengebracht worden of deze onderliggende ruimte kan verlaten. In de gesloten stand vormen de lamellen 6 een gesloten afdak waarmee de onderliggende ruimte kan afgeschermd worden van bijvoorbeeld wind en/of neerslag, zoals regen, hagel of sneeuw. Naar afvoer van neerslag toe zijn de lamellen 6 typisch schuin aflopend opgesteld naar één van beide liggers 5 toe.
De liggers 5 kunnen uit verschillende materialen worden vervaardigd, zoals aluminium, kunststof, hout, enz. In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn de liggers 5 hol uitgevoerd.
De lamellen 6 kunnen eveneens uit verschillende materialen worden vervaardigd, zoals aluminium of kunststof. Eventueel kunnen opvulelementen uit bijvoorbeeld polycarbonaat, glas, hout, enz. gebruikt worden om de holle lamellen 6 ten minste gedeeltelijk op te vullen, bijvoorbeeld om een ander uitzicht van de lamel te bekomen. Bij voorkeur worden de lamellen 6 vervaardigd door middel van een extrusieproces, zoals hierna beschreven onder verwijzing naar figuren 8A tot en met 8E, voor het bekomen van een extrusieprofiel dat gesneden kan worden op de gewenste lengte voor de lamellen 6.
In een uitvoering kunnen de lamellen 6 daarnaast, in hun open stand, eventueel opschuifbaar in het lamellendak 4 voorzien zijn, dit om de regelopties qua lichtinval, stralingswarmte en ventilatie verder te vergroten.
Zoals reeds beschreven kan het lamellendak 4 algemeen ingezet worden voor het afschermen van een buitenruimte, alsook voor een binnenruimte. Het zal dan ook worden geapprecieerd dat de liggers 5 ook aan andere structuren kunnen worden bevestigd dan uitsluitend aan steunkolommen 3, bijvoorbeeld een muur. Details omtrent de bevestiging van een lamel 6 aan de liggers 5 zijn voor een vakman bekend. Details kunnen bijvoorbeeld gevonden worden in octrooiaanvraag BE 2016/5365 en worden ook getoond in figuur 7. De bevestiging maakt typisch gebruikt van een as (niet getoond) die doorheen de lamel 6 loopt en aansluit op een eindstuk (niet getoond) voorzien van een lamelas 29 (getoond in figuur 7) die aangrijpt op een opening 30 (getoond in figuur 7) in de liggers 5, welke opening 30 voorzien is van een lager 31. Het zal duidelijk zijn dat andere verbindingen, bijvoorbeeld zonder eindstuk waarbij de lamelas dan direct op de lamel aanwezig is, ook mogelijk zijn. In het lamellendak 4 volgens de onderhavige uitvinding zijn één of meerdere, in de getoonde uitvoeringsvorm twee, verwarmingslamellen 11 geplaatst tussen de andere lamellen 6. Een verwarmingslamel 11 volgens de uitvinding zal hierna in meer detail beschreven worden onder verwijzing naar figuren 2 tot en met 8. Een verwarmingslamel 11 verschilt van de andere lamellen 6 doordat een verwarmingselement 12 is voorzien binnenin de lamel 11. Dit verwarmingselement 12 werkt op basis van stralingswarmte en is in staat om de ruimte onderliggend het lamellendak 4 te verwarmen. Door het verwarmingselement 12 te integreren in een lamel 11, is er minder afstand tussen de warmtebron en de te verwarmen locatie in vergelijking met een verwarmingselement bevestigd aan de liggers 5 of de balken 9. Dit betekent ook dat een minder krachtig, en dus typisch energiezuiniger, goedkoper en kleiner, verwarmingselement 12 kan worden gebruikt voor het bereiken van éénzelfde temperatuur onder het lamellendak 4.
Eveneens kan een meer uniforme warmteverdeling worden bekomen, in vergelijking met een verwarmingselement bevestigd aan de liggers 5 of de balken 9, aangezien er meerdere warmtebronnen, i.e.
meerdere verwarmingslamellen 11, voorzien kunnen worden in het lamellendak 4. In een uitvoeringsvorm wordt de tussenafstand tussen twee opeenvolgende verwarmingslamellen bepaald op basis van onder meer het vermogen en de efficiëntie van het verwarmingselement 12 en de hoogte van het lamellendak 4. Bij voorkeur is er een tussenafstand van 1,2 tot 1,5 meter tussen twee opeenvolgende verwarmingslamellen 11, hetgeen voorziet in de gewenste uniforme warmteverdeling. Een dergelijke tussenafstand kan bijvoorbeeld bekomen worden door per vier of vijf lamellen 6, één verwarmingslamel 11 te voorzien in het lamellendak 4. Het zal duidelijk zijn dat andere warmteverdelingen ook mogelijk zijn, bijvoorbeeld met de nadruk op de centrale regio onder het lamellendak 4 of net meer nadruk op de regio’s nabij de randen van het lamellendak 4.
Figuur 2 toont een zijaanzicht aan het kops uiteinde van een verwarmingslamel 11. De lamel 11 is voorzien van een vlakke onderzijde 13 waarin een langwerpige sleuf 14 (zie figuur 4) is aangebracht. Deze sleuf 14 geeft toegang tot de holte 15 gevormd door een kamer 16. De vormgeving van de kamer 16 is voornamelijk bepaald door het benodigde volume dat nodig is in de holte 15 voor het plaatsen van het verwarmingselement 12. Net zoals bij een gewone lamel 6, is de verwarmingslamel 11 voorzien van afvoervlakken 17 langsheen de kamer
16. Via deze vlakken 17 kan neerslag afgevoerd worden in de gesloten stand van het lamellendak 4. De vormgeving van de uiteinden 18 is nagenoeg identiek aan een bekende lamel 6 en is van ondergeschikt belang voor de onderhavige uitvinding.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de holte 15 voorzien van een binnenrand 19 die bestaat uit twee dwarse delen 19b en twee langse delen 19a zoals getoond in figuur 4. Het verwarmingselement 12, of de behuizing 20 daarvan, is voorzien van een overeenkomstige buitenrand 21 met dwarse delen 21b en langse delen 21a zoals getoond in figuur 4. De binnenrand 19 en de buitenrand 21 hebben een overeenstemmende vorm en dienen voornamelijk voor de afdichting van de holte 15, maar kunnen tevens gebruikt worden voor de bevestiging van het verwarmingselement 12 in de holte 15.
De afdichting van de holte 15 wordt, in de getoonde uitvoeringsvorm, bereikt door het aanbrengen van een dichting 25 (getoond in figuur 6) tussen de binnenrand 19 en de buitenrand 21. De dichting kan vervaardigd zijn uit een veelheid aan materialen, bijvoorbeeld silicone, in het bijzonder hittebestendige silicone, rubber, thermoplasten of fluorkunststof met koolstof toegevoegd en is bij voorkeur voldoende flexibel om ten minste gedeeltelijk samengedrukt te worden tussen de randen 19, 21, hetgeen de kwaliteit van de afdichting verhoogt. De dichting kan een integraal gevormde rechthoek zijn, maar kan tevens bestaan uit afzonderlijke strips tussen elk randdeel. Het is voordelig indien de dichting aanwezig is tussen alle randdelen aangezien op die manier nadruipeffecten, dat tijdens een regenbui water zou binnendringen in de holte 15 waardoor dit water op een later tijdstip uit de holte 15 zou lekken, geheel worden vermeden. Echter kan de dichting 25 ook lokaal worden onderbroken of kunnen bepaalde randdelen, bijvoorbeeld de dwarse delen 19b, 21b, niet voorzien zijn van een dichting.
Het verwarmingselement 12 en de verwarmingslamel 11 kunnen op verschillende manieren aan elkaar bevestigd worden. Mogelijke manieren zijn door deze te verlijmen met elkaar, door middel van bouten of door middel van een bajonetsluiting. Door een dergelijke bevestiging komen de randen 19, 21 op elkaar te liggen waardoor de dichting 25 zorgt voor een goede afdichting van de holte 15. In de getoonde uitvoering is de kamer 16 aan de binnenkant voorzien van draagelementen 32 waaraan het verwarmingselement 12 kan worden gehangen. Dit zorgt voor een verbinding die niet zichtbaar is vanaf de buitenzijde van de lamel 11, hetgeen gewenst is. In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de draagelementen 32 afwezig en worden de randen 19, 21 direct met elkaar bevestigd.
Door het aanbrengen van het verwarmingselement 12, is het niet mogelijk dat de as doorheen de lamel loopt. Vandaar is een as bij de verwarmingslamel 11 voorzien aan elk kops uiteinde van de lamel 11. De assen (niet getoond) worden bevestigd in de bevestigingsmiddelen 22.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het verwarmingselement 12 een behuizing 20 met daarop de buitenrand 21. In de behuizing 20 zit een warmtebron (niet getoond). In de figuren is de warmtebron een elektrische warmtebron zoals duidelijk is uit stroomkabel 23 die uit de behuizing komt. Deze stroomkabel 23 loopt verder doorheen de lamel 11 tot nabij één van beide kopse uiteinden van de lamel 11 zoals getoond in figuur 7. Op dat uiteinde loopt de stroomkabel 23 doorheen een holle lamelas 33. Net zoals bij een gewone lamel 6, is een opening 30 voorzien in de ligger 5. Aangezien de stroomkabel 23 doorheen de lamelas 33 dient te lopen voor een verwarmingslamel 11, heeft de lamelas 33 een grotere diameter dan lamelas 29 van een gewone lamel 6. Opdat de gaten 30 in de ligger 5 allemaal dezelfde diameter kunnen behouden, hetgeen toelaat om de verwarmingslamel 11 op een willekeurige plaats te monteren, is een dunnere lager 32 gebruikt bij lamelas 33 in vergelijking met lager 31 bij de lamel 6 met lamelas 29.
Samengevat laat de combinatie van een bredere lamelas en een dunnere lager toe om een stroomkabel te voorzien naar de binnenzijde van de lamel zonder daarbij aanpassingen te moeten maken aan de openingen in de ligger. Alhoewel de stroomkabel 23 hier beschreven is onder verwijzing naar een warmtebron, kan deze zelfde configuratie van verbinding aan de ligger gebruikt worden voor de stroomvoorziening voor andere toestellen. Op een dergelijke manier is de stroomkabel 23 tevens niet zichtbaar aan de buitenzijde van de overkapping 1.
Algemeen gesteld is één van de kopse uiteinden van de lamel 11 voorzien van koppelmiddelen (32, 33) die samenwerken met overeenkomstige koppelmiddelen (30) op de ligger 5 van het lamellendak 4 voor het aanvoeren van elektriciteit naar het verwarmingselement 12. Bij voorkeur is de warmtebron een infrarood verwarming, maar andere mogelijkheden zijn bekend voor de vakman.
De behuizing 20 is aan de onderzijde voorzien van een opening 24 getoond in figuren 4 en 5. Deze opening 24 laat de stralingswarmte gegenereerd door de warmtebron eenvoudig door, waardoor er zo weinig mogelijk obstakels zijn voor het warmtetransport naar de onderliggende ruimte. Alternatief kan een afdekking, bijvoorbeeld een glasplaat of een metalen rooster, worden voorzien die stralingswarmte doorlaat. Deze afdekking heeft dan als voordeel dat er een bijkomende afdichting is van de holte 14, waardoor de dichting tussen de randen 19, 21 niet aanwezig dient te zijn.
Zoals getoond in figuur 2 bevindt de kamer 16 zich centraal op de lamel 11 gezien in de dwarse richting 37. Door de kamer 16 en de holte 15 en daarmee het verwarmingselement 12 centraal te plaatsen in de dwarse richting 37 is het gewicht van het verwarmingselement 12 nagenoeg centraal verdeeld ten opzichte van de as die in de bevestigingsmiddelen 22 past. Met andere woorden, het verwarmingselement 12 is zodanig gepositioneerd dat, in de gesloten stand van het lamellendak 4, de lamel 11 nagenoeg in evenwicht is, i.e. er is geen rotatie die wordt geïnduceerd door de zwaartekracht op het verwarmingselement 12. Zoals hierboven reeds beschreven voorkomt dit balansproblemen en ongewenste kanteling.
Zoals getoond in figuren 4 en 5 bevindt de sleuf 14 zich centraal op de lamel 11 gezien in de langse richting 36. Door de sleuf 14 en daarmee het verwarmingselement 12 centraal te plaatsen in de langse richting 36 dienen de liggers nagenoeg dezelfde ondersteuning te bieden aan beide uiteinden, hetgeen niet het geval zou zijn indien het verwarmingselement zich nabij één van beide uiteinden zou bevinden.
Een werkwijze voor het vervaardigen van de lamel 11 zal worden beschreven met betrekking tot figuren 8A tot en met 8E. De lamel 11 is typisch vervaardigd door middel van een extrusieproces. Het profiel verkregen door het extrusieproces wordt daarna gesneden op de gewenste lengte. Een dergelijk extrusieprofiel 35 is getoond in figuur 8A.
De dwarse delen 19b van de binnenrand 19 worden tevens vervaardigd tijdens het extrusieproces. In een volgende fase wordt de sleuf 14 aangebracht zoals getoond in figuren 8B en 8C. Bij voorkeur wordt de sleuf 14 aangebracht door middel een freesbewerking, waarbij tevens de bevestigingsmiddelen 22 voor de as worden weggenomen om ruimte te maken voor het verwarmingselement 12. In de volgende stap (zoals getoond in figuren 8D en 8E) wordt aan elk van de dwarse uiteinden van de sleuf 14 een element 26 ingebracht. Het element 26 omvat een bevestigingsdeel 27 dat schuifbaar is op de bevestigingsmiddelen 22 voor de as, in het bijzonder op randen 28 daarvan zoals getoond in figuren 2 en 8C. De andere zijde van element 26 vormt het dwarse deel 19b van de binnenrand 19.
Alhoewel bepaalde aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, is het duidelijk dat deze aspecten in andere vormen kunnen worden geïmplementeerd binnen de beschermingsomvang zoals bepaald door de conclusies.
Claims (15)
1. Verwarmingslamel (11) voor een lamellendak (4) van een grondoppervlak (2), zoals een terras, tuin of dergelijke, welk lamellendak (4) ten minste twee liggers (5) omvat die zich onderling evenwijdig uitstrekken en waaraan meerdere lamellen (6) draaibaar verbonden zijn tussen een open stand en een gesloten stand waarin de lamellen (6) een continue afdekking vormen, waarbij de verwarmingslamel (11) bedoeld is om deel uit te maken van het lamellendak (4) en voorzien is van een onderzijde (13), waarbij de verwarmingslamel (11) een holte (15) omvat waarin een verwarmingselement (12) aanbrengbaar is, daardoor gekenmerkt dat de verwarmingslamel (11) een sleuf (14) omvat in zijn onderzijde (13) over minstens een deel van zijn lengte, welke sleuf (14) toegang biedt tot genoemde holte (15), waarbij de holte (15), na het aanbrengen van het verwarmingselement (12), ten minste gedeeltelijk afgedicht wordt door het verwarmingselement (12) en waarbij het verwarmingselement (12) voorzien is om door middel van stralingswarmte een positie tussen het lamellendak (4) en het grondoppervlak (2) te verwarmen.
2. Verwarmingslamel (11) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de holte (15) aan zijn binnenzijde voorzien is van een binnenrand (19) en waarbij het verwarmingselement (12) voorzien is van een buitenrand (21) die overeenkomstig is met de binnenrand (19).
3. Verwarmingslamel (11) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat een dichting (25) voorzien is tussen de binnenrand (19) en de buitenrand (21).
4. Verwarmingslamel (11) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de dichting (25) zich nagenoeg continu uitstrekt langsheen de binnenrand (19)
5. Verwarmingslamel (11) volgens één van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het verwarmingselement (12) bevestigbaar is aan de verwarmingslamel (11) door de binnenrand (19) en de buitenrand (21) ten minste gedeeltelijk met elkaar te verbinden.
6. Verwarmingslamel (11) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de binnenrand (19) en de buitenrand (21) ten minste gedeeltelijk aan elkaar verbindbaar zijn door middel van een bajonetsluiting.
7. Verwarmingslamel (11) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de binnenrand (19) en de buitenrand (21) ten minste gedeeltelijk aan elkaar verbindbaar zijn door middel van één of meerdere bouten.
8. Verwarmingslamel (11) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de holte (15) nagenoeg symmetrisch is ten opzichte van de rotatieas van de verwarmingslamel (11), bij voorkeur dat de holte (15) zich nagenoeg centraal bevindt in de langse richting (36) van de verwarmingslamel (11).
9. Verwarmingslamel (11) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verwarmingslamel (11) een langse en een dwarse richting (37, 36) heeft, waarbij de holte (15) zich nagenoeg centraal bevindt in de dwarse richting (36).
10. Verwarmingslamel (11) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verwarmingselement (12) een behuizing (20) omvat die aan de onderzijde voorzien is van een regio (24) die stralingswarmte doorlaat.
11. Verwarmingslamel (11) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verwarmingslamel (11) aan één van zijn kopse uiteinden voorzien is van koppelmiddelen voor het samenwerken met overeenkomstige koppelmiddelen op de ligger (5) van het lamellendak (4) voor het aanvoeren van elektriciteit naar het verwarmingselement (12).
12. Verwarmingslamel (11) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verwarmingslamel (11) gevormd is uit een geëxtrudeerd profiel.
13. Lamellendak (4) voor een grondoppervlak (2), zoals een terras, tuin of dergelijke, waarbij het lamellendak (4) omvat: - een draagstructuur met ten minste twee liggers (5) die zich onderling evenwijdig uitstrekken langsheen een langse richting (7); - een veelheid aan lamellen (6) die naast elkaar geplaatst zijn gezien in genoemde langse richting (7) en zich uitstrekken in een dwarse richting (8) die nagenoeg loodrecht staat op de langse richting (7), waarbij elke lamel (6) twee tegenover elkaar liggende uiteinden heeft die draaibaar verbonden zijn met een respectieve van de liggers (5), waarbij de lamellen (6) draaibaar zijn tussen een open stand waarin openingen aanwezig zijn tussen de lamellen (6) en een gesloten stand waarin de lamellen (6) een continu afdekking vormen, daardoor gekenmerkt dat één of meerdere van de lamellen (6) gevormd is door een verwarmingslamel (11) volgens één van de voorgaande conclusies.
14. Lamellendak volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (6) aan een uiteinde voorzien zijn van een lamelas (29) en de één of meerdere verwarmingslamellen (11) aan een uiteinde voorzien zijn van een verwarmingslamelas (33) die een grotere diameter heeft dan de lamelas (29) en waarin een centrale doorgang is voorzien voor een stroomkabel (23), waarbij ten minste één ligger (5) voorzien is van een veelheid aan nagenoeg identieke openingen (30), waarbij de lamelas (29) van de lamellen (6) met behulp van een lager (31) is bevestigd in één van de openingen (30) en waarbij de verwarmingslamelas (31) van de verwarmingslamellen (11) met behulp van een verdere lager (32) is bevestigd in één van de openingen (30), waarbij de verdere lager (32) dunner is dan de lagers (31).
15. Werkwijze voor het vervaardigen van een verwarmingslamel (11) volgens één van de conclusies 1 tot 12, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het extruderen van een profiel voor het bekomen van een geëxtrudeerd profiel; - het op de gewenste lengte snijden van het geëxtrudeerd profiel; - het frezen in de onderzijde van het geëxtrudeerd profiel voor het bekomen van de sleuf (14); en - het aanbrengen van het verwarmingselement (12) in de holte (15).
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195606A BE1027574B1 (nl) | 2019-09-12 | 2019-09-12 | Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan |
EP20781075.5A EP4028604B1 (en) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same |
CA3150950A CA3150950A1 (en) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same |
ES20781075T ES2969522T3 (es) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | Listón calentador, techo de listones que comprende el mismo y método para fabricar el mismo |
HUE20781075A HUE065013T2 (hu) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | Fûtõ léc, ezt tartalmazó léc tetõ és eljárás ezek elõállítására |
PCT/IB2020/058400 WO2021048773A1 (en) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same |
US17/636,621 US12006693B2 (en) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same |
JP2022510824A JP7425183B2 (ja) | 2019-09-12 | 2020-09-10 | ヒータースラット、該ヒータースラットを備えるスラットルーフ及びヒータースラットの製造方法 |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195606A BE1027574B1 (nl) | 2019-09-12 | 2019-09-12 | Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027574A1 BE1027574A1 (nl) | 2021-04-06 |
BE1027574B1 true BE1027574B1 (nl) | 2021-04-13 |
Family
ID=68165394
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195606A BE1027574B1 (nl) | 2019-09-12 | 2019-09-12 | Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US12006693B2 (nl) |
EP (1) | EP4028604B1 (nl) |
JP (1) | JP7425183B2 (nl) |
BE (1) | BE1027574B1 (nl) |
CA (1) | CA3150950A1 (nl) |
ES (1) | ES2969522T3 (nl) |
HU (1) | HUE065013T2 (nl) |
WO (1) | WO2021048773A1 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1029720B1 (nl) | 2021-08-30 | 2023-03-27 | Renson Sunprotection Screens | Lamellendak, terrasoverkapping omvattende hetzelfde, en een set onderdelen voor het opbouwen daarvan |
BE1029721B1 (nl) | 2021-08-30 | 2023-03-27 | Renson Sunprotection Screens | Lamellendak, terrasoverkapping omvattende hetzelfde, en een set onderdelen en een werkwijze voor het opbouwen daarvan |
BE1030926B1 (nl) | 2022-09-29 | 2024-04-29 | Renson Sunprotection Screens | Een terrasoverkapping |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2781007A1 (fr) * | 1998-07-09 | 2000-01-14 | Jean Pierre Blanc | Brise-soleil a lames modulaires |
EP2589721A1 (fr) * | 2011-11-07 | 2013-05-08 | Biossun | Rail de montage pour des appareillages équipant une installation à lames orientables formant un toit de protection |
EP2853647A1 (en) * | 2013-09-30 | 2015-04-01 | Corradi S.p.A. | Swivel roof tile for structures of the type of roofs, pergolas, platform shelters and the like and corresponding roof, pergola, platform shelter and the like |
EP3059355A1 (en) * | 2015-02-17 | 2016-08-24 | Finmatik di Salamon Fabio & C. s.a.s. | Covering structure for external environments provided with a device for regulating the sunlight penetration into the same external environments |
CN206070911U (zh) * | 2016-08-18 | 2017-04-05 | 广州格绿朗遮阳篷科技有限公司 | 一种具有灯带的百叶翻板、连接机构及遮阳篷 |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4143640A (en) * | 1975-05-08 | 1979-03-13 | Massachusetts Institute Of Technology | Venetian-blind solar collector |
US4333448A (en) * | 1976-08-03 | 1982-06-08 | Johnson Steven A | Solar energy absorber apparatus and method |
IT1072126B (it) * | 1976-12-03 | 1985-04-10 | Stars Spa | Schermo frangisole con funzione di collettore dell energia solare |
IT1084595B (it) * | 1977-05-09 | 1985-05-25 | Pedone Angelo | Collettore solare. |
US4534335A (en) * | 1983-08-01 | 1985-08-13 | Rice Frederick H | Solar heat collector and reflector |
US4655195A (en) * | 1985-03-07 | 1987-04-07 | Solara, Inc. | Solar heat regulator |
FR2665515B1 (fr) * | 1990-08-01 | 1996-03-01 | Henri Lescher | Element modulaire pour la climatisation thermique d'un local et structure comportant des element modulaires. |
JP5302394B2 (ja) * | 2008-06-07 | 2013-10-02 | サン シンクロニー,インコーポレーテッド | 太陽エネルギー収集システム |
US8640690B2 (en) * | 2008-10-02 | 2014-02-04 | Keith J. McKinzie | Interior solar heater |
JP5820612B2 (ja) | 2011-05-19 | 2015-11-24 | トヨタホーム株式会社 | 冷暖房システム |
US20140021193A1 (en) | 2012-07-17 | 2014-01-23 | Shu-Chien Chao | Heating module |
BE1024225B1 (nl) | 2016-05-19 | 2017-12-18 | Renson Sunprotection Screens Nv | Lamellendak en werkwijze voor het aanpassen van een lamellendak |
IT201700042430A1 (it) | 2017-04-18 | 2018-10-18 | Gibus Spa | Apparato di copertura e metodo di funzionamento di mezzi di riscaldamento di detto apparato di copertura |
CN211151909U (zh) | 2020-02-17 | 2020-07-31 | 横店集团东磁股份有限公司 | 一种百叶窗光伏叶片 |
-
2019
- 2019-09-12 BE BE20195606A patent/BE1027574B1/nl active IP Right Grant
-
2020
- 2020-09-10 WO PCT/IB2020/058400 patent/WO2021048773A1/en unknown
- 2020-09-10 ES ES20781075T patent/ES2969522T3/es active Active
- 2020-09-10 JP JP2022510824A patent/JP7425183B2/ja active Active
- 2020-09-10 CA CA3150950A patent/CA3150950A1/en active Pending
- 2020-09-10 HU HUE20781075A patent/HUE065013T2/hu unknown
- 2020-09-10 US US17/636,621 patent/US12006693B2/en active Active
- 2020-09-10 EP EP20781075.5A patent/EP4028604B1/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2781007A1 (fr) * | 1998-07-09 | 2000-01-14 | Jean Pierre Blanc | Brise-soleil a lames modulaires |
EP2589721A1 (fr) * | 2011-11-07 | 2013-05-08 | Biossun | Rail de montage pour des appareillages équipant une installation à lames orientables formant un toit de protection |
EP2853647A1 (en) * | 2013-09-30 | 2015-04-01 | Corradi S.p.A. | Swivel roof tile for structures of the type of roofs, pergolas, platform shelters and the like and corresponding roof, pergola, platform shelter and the like |
EP3059355A1 (en) * | 2015-02-17 | 2016-08-24 | Finmatik di Salamon Fabio & C. s.a.s. | Covering structure for external environments provided with a device for regulating the sunlight penetration into the same external environments |
CN206070911U (zh) * | 2016-08-18 | 2017-04-05 | 广州格绿朗遮阳篷科技有限公司 | 一种具有灯带的百叶翻板、连接机构及遮阳篷 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2969522T3 (es) | 2024-05-21 |
JP7425183B2 (ja) | 2024-01-30 |
EP4028604C0 (en) | 2023-11-15 |
US20220341181A1 (en) | 2022-10-27 |
WO2021048773A1 (en) | 2021-03-18 |
EP4028604A1 (en) | 2022-07-20 |
CA3150950A1 (en) | 2021-03-18 |
JP2022547802A (ja) | 2022-11-16 |
BE1027574A1 (nl) | 2021-04-06 |
EP4028604B1 (en) | 2023-11-15 |
HUE065013T2 (hu) | 2024-04-28 |
US12006693B2 (en) | 2024-06-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1027574B1 (nl) | Verwarmingslamel, lamellendak omvattende dezelfde en werkwijze voor het vervaardigen daarvan | |
US10851544B1 (en) | Multi-function wind-directing leaf-separating-and-discharging rainwater-sealing automatic-multi-screen-raising-and-lowering multi-screen-securing fruit-drying-and-sorting truck-tonneau-covering rainwater-channeling-and-collecting leaf-filtering height-and-angle-adjustable louvered pergola | |
NL1032970C2 (nl) | Zonwering met een daarin opgenomen nevelinstallatie. | |
BE1028224B1 (nl) | Een overkapping | |
BE1021848B1 (nl) | Lamellendak | |
KR102264333B1 (ko) | 안전난간장치 | |
EP2336479B1 (en) | Screening system with movable sun louvers | |
CN108756650A (zh) | 一种调温窗户 | |
BE1028225B1 (nl) | Een set profielen voor het opbouwen van een kolom voor het ondersteunen van een overkapping | |
CN208251950U (zh) | 一种调温窗户 | |
BE1029720B1 (nl) | Lamellendak, terrasoverkapping omvattende hetzelfde, en een set onderdelen voor het opbouwen daarvan | |
BE1029721B1 (nl) | Lamellendak, terrasoverkapping omvattende hetzelfde, en een set onderdelen en een werkwijze voor het opbouwen daarvan | |
BE1029716B1 (nl) | Een terrasoverkapping en werkwijze voor het vervaardigen daarvan | |
BE1030926B1 (nl) | Een terrasoverkapping | |
BE1028221B1 (nl) | Een set profielen voor het opbouwen van een overkapping | |
BE1028722B1 (nl) | Dakinrichting voor een overkapping, set onderdelen voor het opbouwen van de dakinrichting, en werkwijze voor het plaatsen van een ledstrip in de dakinrichting | |
EP4150185B1 (fr) | Store a lamelles | |
FR2611112A1 (fr) | Serre chaude de culture | |
BE1028728B1 (nl) | Dakinrichting voor een overkapping, set onderdelen voor het opbouwen van de dakinrichting, en overkapping omvattende de dakinrichting | |
JPH0359243A (ja) | スラットドーム | |
JPS6317816Y2 (nl) | ||
NL2007569C2 (nl) | Ventilatiesamenstel voor een gebouw, alsmede werkwijze voor het bedrijven van een dergelijk ventilatiesamenstel. | |
EP1844649A2 (en) | Adjustable flow ventilation inlet for buildings with pitched roof | |
JP2003035018A (ja) | 窓 庇 | |
FR2606068A1 (fr) | Store d'interieur |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20210413 |