BE1027360B1 - Garenvoedingsmodule - Google Patents

Garenvoedingsmodule Download PDF

Info

Publication number
BE1027360B1
BE1027360B1 BE20195373A BE201905373A BE1027360B1 BE 1027360 B1 BE1027360 B1 BE 1027360B1 BE 20195373 A BE20195373 A BE 20195373A BE 201905373 A BE201905373 A BE 201905373A BE 1027360 B1 BE1027360 B1 BE 1027360B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
yarn
drive roller
drive
roller
retaining element
Prior art date
Application number
BE20195373A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027360A1 (nl
Inventor
Vincent Lampaert
Frank Callens
Original Assignee
Vandewiele Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vandewiele Nv filed Critical Vandewiele Nv
Priority to BE20195373A priority Critical patent/BE1027360B1/nl
Priority to US17/615,805 priority patent/US20220297972A1/en
Priority to CN202080032021.5A priority patent/CN113874307B/zh
Priority to EP20730493.2A priority patent/EP3983325A1/en
Priority to AU2020291681A priority patent/AU2020291681A1/en
Priority to PCT/IB2020/055218 priority patent/WO2020250085A1/en
Publication of BE1027360A1 publication Critical patent/BE1027360A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027360B1 publication Critical patent/BE1027360B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H51/00Forwarding filamentary material
    • B65H51/02Rotary devices, e.g. with helical forwarding surfaces
    • B65H51/04Rollers, pulleys, capstans, or intermeshing rotary elements
    • B65H51/06Rollers, pulleys, capstans, or intermeshing rotary elements arranged to operate singly
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H57/00Guides for filamentary materials; Supports therefor
    • B65H57/02Stationary rods or plates
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05CEMBROIDERING; TUFTING
    • D05C15/00Making pile fabrics or articles having similar surface features by inserting loops into a base material
    • D05C15/04Tufting
    • D05C15/08Tufting machines
    • D05C15/16Arrangements or devices for manipulating threads
    • D05C15/18Thread feeding or tensioning arrangements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Forwarding And Storing Of Filamentary Material (AREA)
  • Knitting Machines (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een garenvoedingsmodule (1) voor het aanvoeren van garen (2) in een textielmachine, omvattende: - een aandrijfrol (3), voor het aanvoeren van het garen (2); - een geleidingselement (5), om het garen (2) te geleiden; en - een weerhoudelement (6), dat tussen de aandrijfrol (3) en het geleidingselement (5) is opgesteld, om bij het aanvoeren van het garen (2) te verzekeren dat het garen (2) los komt van de aandrijfrol (3). Daarnaast betreft deze uitvinding een textielmachine die een dergelijke garenvoedingsmodule (1) omvat.

Description

GARENVOEDINGSMODULE Deze uitvinding betreft een garenvoedingsmodule voor het volgens een aanvoerrichting en onder een garenspanning aanvoeren van garen in een textielmachine, omvattende: - een aandrijfrol, die aandrijfbaar is voor het aanvoeren van het garen; - en een geleidingselement, dat volgens de aanvoerrichting gezien achter de aandrijfrol is opgesteld, om het garen te geleiden.
Dergelijke garenvoedingsmodules zijn bijvoorbeeld gekend uit US 6,807,917 B1 voor het aanvoeren van garens in een tuftmachine en uit WO 2017/006226 A1 voor het aanvoeren van ketting- of poolgarens in een textielmachine, zoals een tuftmachine of een weefmachine.
Dergelijke garenvoedingsmodules vinden toepassing in allerhande textielmachines, zoals tuftmachines, tapijtweefmachines, fluweelweefmachines, roedeweefmachines en platweefmachines.
Garen wordt hiermee van een garenopslagsysteem afgenomen en aangevoerd naar een garenafneemsysteem. Het garenopslagsysteem is hierbij typisch een bobijnrek. Het garenafneemsysteem kan de weefzone in een weefmachine zijn of een tussenopslagplaats van garens of de tuftnaalden van een tuftmachine.
Om het garen met een dergelijke garenvoedingsmodule aan te voeren volgens een garenpad, dient de aandrijfrol voldoende grip te hebben op het garen om het garen aan te kunnen drijven. Het manteloppervlak van een dergelijke aandrijfrol heeft hiertoe typisch een zekere ruwheid, om slip van het garen over dit manteloppervlak te vermijden.
Doordat het garen verder op het garenpad afgenomen wordt door het garenafneemsysteem, wordt het garen onder een zekere garenspanning afgenomen.
Het gebeurt echter dat filamenten van garen bij het aanvoeren van dit garen aan de aandrijfrol blijven kleven (hiermee wordt ook bedoeld: vasthaken). Deze filamenten komen niet los op het gewenste moment en worden niet mee met de rest van het garen aangevoerd. Het garenafneemsysteem neemt dan niet langer het gewenste garen af, maar slechts een deel ervan. De filamenten die aan de aandrijfrol blijven kleven, verstoren de verdere aanvoer van het garen. Het is ook mogelijk dat het garenafneemsysteem verder op het garenpad op een bepaald moment nog nauwelijks aan dit garen trekt en het garen volledig blijft kleven aan de aandrijfrol. Dit kan zelfs tot breuk van het garen leiden.
Dit is bijvoorbeeld mogelijk bij varianten van tuftmachines die geen trekkerrollen omvatten, zoals de trekkerrollen (20) beschreven in US 6,807,917 B1. Wanneer er geen kleurverbruik is, kan het garen in een dergelijke tuftmachine slapper komen te hangen.
Dit is bijvoorbeeld ook mogelijk bij weefmachines wanneer in periodes van recuperatie het poolkettinggaren door verandering van de gaappositie slap komt te hangen.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een garenvoedingsmodule waarin vermeden wordt dat minstens een deel van een aan te voeren garen aan de aandrijfrol kan blijven kleven.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een garenvoedingsmodule voor het volgens een aanvoerrichting en onder een garenspanning aanvoeren van garen in een textielmachine, omvattende: - een aandrijfrol, die aandrijfbaar is voor het aanvoeren van het garen; - een geleidingselement, dat volgens de aanvoerrichting gezien achter de aandrijfrol is opgesteld, om het garen te geleiden, en - een weerhoudelement, dat volgens de aanvoerrichting gezien tussen de aandrijfrol en het geleidingselement is opgesteld om bij het aanvoeren van het garen te verzekeren dat het garen los komt van de aandrijfrol.
Met behulp van een dergelijk weerhoudelement worden alle filamenten die aan de aandrijfrol blijven kleven en niet op het gewenste moment loskomen van de aandrijfrol, gedwongen van het oppervlak van de aandrijfrol losgemaakt, zodat deze filamenten verder (mee met de rest van het garen) aangevoerd worden.
Ook volledig garen dat niet op het gewenste moment loskomt, maar blijft kleven aan het manteloppervlak van de aandrijfrol, wordt dus met behulp van een dergelijk weerhoudelement los gemaakt van de aandrijfrol en verder aangevoerd.
Het weerhoudelement zorgt ervoor dat de filamenten (of het garen) niet blijven meedraaien met de aandrijfrol.
Een dergelijk weerhoudelement kan volledig naast het garenpad opgesteld staan, dat het garen normaal hoofdzakelijk volgt bij het aanvoeren van dit garen.
Het is alternatief ook mogelijk dit weerhoudelement minstens gedeeltelijk omheen dit garenpad aan te brengen, waarbij het garen bijvoorbeeld doorheen een oog van dit weerhoudelement wordt aangevoerd.
Dergelijke uitvoeringsvormen zijn minder voorkeurdragend, gezien het garen dan moeilijker aan te brengen is.
Om te verzekeren dat het garen (alle filamenten ervan) loskomt (loskomen) van de aandrijfrol, zal het garen bij een verminderde garenspanning en/of wanneer filamenten van het garen, of het volledige garen blijft/blijven kleven aan de aandrijfrol, contact maken met het weerhoudelement.
Mogelijke raakpunten tussen het garen en het weerhoudelement voor het hiertoe weerhouden van het garen vormen samen een weerhoudvlak.
Het eigenlijke contact dat tussen het garen en het weerhoudelement wordt gemaakt, om het garen los te maken van de aandrijfrol, zal typisch puntvormig of lijnvormig zijn.
Deze mogelijk puntvormige en lijnvormige contacten vormen samen het weerhoudvlak.
Dit weerhoudvlak is bij voorkeur glad uitgevoerd.
Dit weerhoudvlak is bij voorkeur hoofdzakelijk aan dezelfde zijde van het garenpad opgesteld als de aandrijfrol. Het grootste deel van dit weerhoudvlak zal daarbij aan deze zijde van het garenpad zijn opgesteld.
Wanneer de aandrijfrol roteerbaar rond een rotatieas is opgesteld en wanneer in een projectievlak loodrecht op deze rotatieas gezien het garen bij het aanvoeren van dit garen tussen de aandrijfrol en het geleidingselement nagenoeg volgens een gemeenschappelijke raaklijn van de aandrijfrol en het geleidingselement wordt aangevoerd, dan is in het projectievlak gezien het weerhoudvlak van het weerhoudelement bij voorkeur hoofdzakelijk aan dezelfde zijde van deze raaklijn opgesteld als de aandrijfrol.
Een kleiner deel van het weerhoudvlak kan daarbij ook gedeeltelijk aan de andere zijde van de raaklijn opgesteld staan, zolang het grootste deel ervan aan dezelfde zijde van de raaklijn is opgesteld.
Bij voorkeur is dit weerhoudvlak echter volledig aan dezelfde zijde van deze raaklijn opgesteld als de aandrijfrol. Een dergelijk weerhoudelement kan eenvoudiger uitgevoerd worden.
Er zijn meerdere gemeenschappelijke raaklijnen van de aandrijfrol en het geleidingselement. De genoemde gemeenschappelijke raaklijn valt nagenoeg samen met het garenpad dat het garen volgt bij het aanvoeren ervan. Het garenpad kan hierbij ook (tijdelijk) licht afwijken van deze raaklijn. Het garenpad kan bijvoorbeeld afwijken wanneer het weerhoudelement ook bij het aanvoeren van het garen contact maakt met het weerhoudelement, waarbij het weerhoudelement het garenpad iets verschuift ten opzichte van deze raaklijn.
De aandrijfrol is bij voorkeur hoofdzakelijk cilindervormig met straal r. Het weerhoudvlak van het weerhoudelement is dan bij voorkeur op een tussenafstand t tot de genoemde gemeenschappelijke raaklijn opgesteld, waarbij t < de straal r van de aandrijfrol. Met een positieve tussenafstand wordt hier bedoeld dat het weerhoudvlak aan dezelfde zijde van de raaklijn ligt als de aandrijfrol.
Deze tussenafstand kan daarbij ook negatief zijn, zolang in het projectievlak gezien het weerhoudelement hoofdzakelijk aan dezelfde zijde van de raaklijn is opgesteld als de aandrijfrol. In dat geval vervult het weerhoudelement ook een geleidingsfunctie voor het geleiden van het garen tussen de aandrijfrol en het 5 genoemde gekende geleidingselement dat verder van de aandrijfrol is opgesteld. Bij voorkeur wordt echter een positieve tussenafstand gekozen, zodat het weerhoudelement geen invloed heeft op het aanvoeren van het garen. Er wordt dan pas contact gemaakt met het garen wanneer het garen (of filamenten ervan) na het normale lossingspunt blijft (blijven) kleven aan de aandrijfrol en meedraait (meedraaien) met de aandrijfrol tot dit garen (of filamenten ervan) in contact komt (komen) met het weerhoudelement.
Het weerhoudelement is in een dergelijk geval zodanig opgesteld dat bij het aanvoeren van het garen, wanneer de garenspanning boven een aanvoergarenspanning blijft, het weerhoudelement het aanvoeren van het garen ongehinderd laat. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de genoemde trekkerrollen, voert het weerhoudelement dan geen bijkomende garenspanning uit op het garen, zodat dit garen minder vlug beschadigd kan raken.
Bij voorkeur zal ten opzichte van het garenpad de tussenafstand steeds positief zijn (minimaal 0) en wordt deze tussenafstand bij voorkeur ook beperkt tot maximaal de straal r van de aandrijfrol.
Het weerhoudelement wordt namelijk bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het garen opgesteld, zodat dit zo vlug mogelijk het garen (of filamenten ervan) kan losmaken van de aandrijfrol. Bij voorkeur wordt dit weerhoudelement wel op een plaats opgesteld waar het garen bij het aanvoeren ervan normaal niet komt, dus op een positieve tussenafstand (groter dan 0) ten opzichte van het garenpad.
Het punt van het weerhoudelement dat het dichtst bij de genoemde gemeenschappelijke raaklijn is opgesteld, is bij voorkeur op een afstand x van het raakpunt van de raaklijn met de aandrijfrol opgesteld, waarbij deze afstand x < de helft van de afstand y van het raakpunt van de raaklijn met de aandrijfrol tot het raakpunt van het geleidingselement met de raaklijn. De afstand x is nog meer voorkeurdragend < een vierde van de afstand y en uiterst voorkeurdragend < een tiende van de afstand y.
Hoe dichter het weerhoudelement bij de aandrijfrol wordt opgesteld, hoe vlugger dit weerhoudelement ervoor zal kunnen zorgen dat het garen (of filamenten ervan) loskomt (loskomen) van de aandrijfrol en hoe effectiever dit zal werken.
Het weerhoudvlak van het weerhoudelement is bij voorkeur hoofdzakelijk evenwijdig aan de rotatieas van de aandrijfrol opgesteld. Het weerhoudelement strekt zich daarbij bij voorkeur nagenoeg over de volledige hoogte van deze aandrijfrol (volgens de richting van de rotatieas) uit. Op deze manier kan over de volledige hoogte van de aandrijfrol een zelfde werking van dit weerhoudelement verzekerd worden.
Aan zijn zijde gericht naar de genoemde gemeenschappelijke raaklijn toe is het weerhoudelement bij voorkeur convex uitgevoerd. In een eenvoudig te produceren uitvoeringsvorm is het weerhoudelement pinvormig uitgevoerd. In een specifieke uitvoeringsvorm is het weerhoudelement in doorsnede gezien, doorgesneden loodrecht op de rotatieas, wigvormig uitgevoerd, om een wig te drijven tussen de aandrijfrol en het garen.
Het weerhoudelement is verder bij voorkeur vast opgesteld. Een vaste opstelling laat toe om dit weerhoudelement dichter bij de aandrijfrol te positioneren. De afstand van het weerhoudelement tot de aandrijfrol wordt bij voorkeur kleiner gekozen dan de diameter van het aan te voeren garen.
In een specifieke uitvoeringvorm omvat de garenvoedingsmodule een draagelement, dat verplaatsbaar ten opzichte van de aandrijfrol is opgesteld, een terugdrijfelement voor het uitoefenen van een kracht op het draagelement, om dit draagelement naar de aandrijfrol toe te drijven en een geleidingsrol die op het draagelement 1s aangebracht en vrij roteerbaar is rond een rotatieas, om, wanneer het draagelement naar de aandrijfrol toe is gedreven met het terugdrijfelement, aan te voeren garen tussen de aandrijfrol en de geleidingsrol te klemmen. Het weerhoudelement verhindert dan dat het garen (of filamenten ervan) door de aandrijfrol meegenomen wordt (worden) tot dit garen (of filamenten ervan) een tweede keer tussen de aandrijfrol en de geleidingsrol terecht zou(den) komen. Wanneer een dergelijke geleidingsrol is voorzien, dan is het weerhoudelement bij voorkeur in een zone tussen de genoemde gemeenschappelijke raaklijn en deze geleidingsrol opgesteld.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is het weerhoudelement op een dergelijk draagelement aangebracht. Bestaande garenvoedingsmodules waarbij een dergelijke geleidingsrol op een dergelijk draagelement is voorzien, kunnen dan eenvoudig omgevormd worden tot een garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding door dit draagelement te vervangen door een draagelement dat voorzien is van een weerhoudelement. Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een textielmachine die een hierboven beschreven garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding omvat. Een dergelijke textielmachine kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een tuftmachine of als een weefmachine, zoals bijvoorbeeld een tapijtweefmachine, een fluweelweefmachine, een roedeweefmachine of een platweefmachine. Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van een garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een aanvoerinrichting met verschillende garenvoedingsmodules, waaronder een eerste uitvoeringsvorm van een garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding in vooraanzicht is weergegeven; - figuur 2 een deel van de aanvoerinrichting uit figuur 1 ter hoogte van de eerste uitvoeringsvorm afzonderlijk in meer detail is weergegeven; - figuur 3 een deel van de aanvoerinrichting uit figuur 1 ter hoogte van de eerste uitvoeringsvorm afzonderlijk in perspectief is weergegeven; - figuur 4 een deel van een aanvoerinrichting ter hoogte van een tweede uitvoeringsvorm van een garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding in vooraanzicht is weergegeven; - figuur 5 een deel van een aanvoerinrichting ter hoogte van een derde uitvoeringsvorm van een garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding in vooraanzicht is weergegeven; - figuur 6 een deel van de aanvoerinrichting uit figuur 5 ter hoogte van de derde uitvoeringsvorm afzonderlijk in perspectief is weergegeven; - figuur 7 een deel van een aanvoerinrichting ter hoogte van een vierde uitvoeringsvorm van een garenvoedingsmodule volgens deze uitvinding in vooraanzicht is weergegeven; - figuur 8 een deel van de aanvoerinrichting uit figuur 7 ter hoogte van de vierde uitvoeringsvorm afzonderlijk in perspectief is weergegeven.
De afgebeelde garenvoedingsmodules (1) omvatten telkens per aan te voeren garen (2) een aandrijfrol (3), die roteerbaar is opgesteld rond een rotatieas (R) en een motor
(10) voor het aandrijven van deze aandrijfrol (3). Met behulp van de aandrijfrol (3) kan garen (2) van een niet afgebeeld garenopslagsysteem afgenomen worden en volgens aanvoerrichting (A) aangevoerd worden naar een niet afgebeeld garenafneemsysteem. Tussen de aandrijfrol (3) en het garenafneemsysteem is een geleidingselement (5) opgesteld, waarmee het garenpad dat het aangevoerde garen (2) volgt, bijgestuurd wordt om ervoor te zorgen dat het garen (2) weggehouden wordt van verdere elementen uit de garenvoedingsmodule (1) of naburige onderdelen, zoals bijvoorbeeld een aandrijfrol (3) uit een aangrenzende garenvoedingsmodule (1).
In de afgebeelde uitvoeringsvorm is, volgens de aanvoerrichting (A) gezien, tussen de aandrijfrol (3) en het geleidingselement (5), een weerhoudelement (6) opgesteld, om bij het aanvoeren van het garen (2) te verzekeren dat het garen (2) los komt van de aandrijfrol (3).
In de afgebeelde uitvoeringsvormen is verder ook een draagelement (7) roteerbaar rond een rotatieas (T) opgesteld. Op dit draagelement (7) is een geleidingsrol (4) aangebracht. Veren (8) drijven het draagelement (7) zodanig naar de aandrijfrol (3) toe, dat de geleidingsrol (4) tegen de aandrijfrol (3) geklemd is opgesteld om het garen (2) tussen de aandrijfrol (3) en de geleidingsrol (4) te klemmen. Het garen (2) dat van het garenopslagsysteem wordt aangevoerd, wordt eerst omheen een deel van de geleidingsrol (4) geslagen, tussen de geleidingsrol (4) en de aandrijfrol (3) aangebracht en omheen een deel van de aandrijfrol (4) geslagen. Het garen (2) is daarbij niet rondom rond deze rollen (4, 5) aangebracht, maar loopt over slechts een boogvormig deel van het manteloppervlak ervan. In plaats van een dergelijk draagelement (7) met een dergelijke geleidingsrol (4) te voorzien, zijn er ook andere middelen gekend om slippen van het garen (2) ten opzichte van de aandrijfrol (3) te beperken.
In de in figuur 1 afgebeelde aanvoerinrichting (9) zijn boven 6 gekende garenvoedingsmodules (1%) volgens de stand van de techniek, twee garenvoedingsmodules (1) volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding afgebeeld, die ook in meer detail in de figuren 2 en 3 zijn afgebeeld. In deze garenvoedingsmodules (1) volgens de uitvinding is het weerhoudelement (6) uitgevoerd als een pin, die op het draagelement (7) is voorzien. Deze hoofdzakelijk cilindrische pin is evenwijdig aan de hoofdzakelijk cilindrisch uitgevoerde aandrijfrol (3) opgesteld, zodat deze mee met dit draagelement (7) verplaatsbaar is ten opzichte van de aandrijfrol (3).
In de tweede uitvoeringsvorm uit figuur 4 is de hoofdzakelijk cilindrische pin uit de eerste uitvoeringsvorm vervangen door een pin met een wigvormige dwarsdoorsnede.
In de derde uitvoeringsvorm uit figuur 5 is het weerhoudelement (6) opnieuw een hoofdzakelijk cilindrische pin, die nu evenwel los van het draagelement (7) 1s voorzien en vast in de garenvoedingsmodule (1) is opgesteld.
In figuur 6 is een garenvoedingsmodule (1) volgens de eerste uitvoeringvorm (links) naast een garenvoedingsmodule (1) volgens de derde uitvoeringsvorm (rechts) afgebeeld.
In de vierde uitvoeringsvorm uit figuur 7 is de hoofdzakelijk cilindrische pin uit de derde uitvoeringsvorm vervangen door een pin met een wigvormige dwarsdoorsnede. In figuur 7 is een garenvoedingsmodule (1) volgens de eerste uitvoeringvorm (links) naast een garenvoedingsmodule (1) volgens de vierde uitvoeringsvorm (rechts) afgebeeld.
De pinnen (6) hebben in de afgebeelde uitvoeringsvormen telkens een hoogte die minstens de hoogte van het manteloppervlak van de aandrijfrol (3) bedraagt.
In alle afgebeelde uitvoeringsvormen wordt in een projectievlak loodrecht op de rotatieas (R) van de aandrijfrol (3) gezien het garen (2) bij het aanvoeren ervan volgens een gemeenschappelijke raaklijn (X) van de aandrijfrol (3) en het geleidingselement (5) aangevoerd, zoals afgebeeld in de figuren 2, 4, 5 en 7.
Het weerhoudelement (6) is in dit projectievlak gezien telkens aan dezelfde zijde van de raaklijn (X) opgesteld als de aandrijfrol (3).
In de eerste, tweede en derde uitvoeringsvorm is dit weerhoudelement (6) op een positieve tussenafstand t tot de raaklijn (X) opgesteld (t > 0), die kleiner is dan de straal r van de aandrijfrol (3) (t < r). In de vierde uitvoeringsvorm raakt dit weerhoudelement (6) deze raaklijn (X) zonder tussenafstand (t=0). Telkens is het punt van het weerhoudelement (6) dat het dichtst bij de raaklijn (X) is opgesteld, op een afstand x van het raakpunt van de raaklijn (X) met de aandrijfrol (3) opgesteld, waarbij deze afstand x veel kleiner is dan de afstand y van het raakpunt van de raaklijn (X) met de aandrijfrol (3) tot het raakpunt van het geleidingselement (5) met de raaklijn (X). In de eerste, de tweede en de derde uitvoeringsvorm is x ongeveer een vierde van y.
In de vierde uitvoeringsvorm is x ongeveer een twaalfde van y.

Claims (12)

CONCLUSIES
1. Garenvoedingsmodule (1) voor het volgens een aanvoerrichting (A) en onder een garenspanning aanvoeren van garen (2) in een textielmachine, omvattende: - een aandrijfrol (3), die aandrijfbaar is voor het aanvoeren van het garen (2); - een geleidingselement (5), dat volgens de aanvoerrichting (A) gezien achter de aandrijfrol (3) is opgesteld, om het garen (2) te geleiden; met het kenmerk dat de garenvoedingsmodule (1) een weerhoudelement (6) omvat, dat volgens de aanvoerrichting (A) gezien tussen de aandrijfrol (3) en het geleidingselement (5) is opgesteld, om bij het aanvoeren van het garen (2) te verzekeren dat het garen (2) los komt van de aandrijfrol (3).
2. Garenvoedingsmodule (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de aandrijfrol (3) roteerbaar rond een rotatieas (R) is opgesteld, dat in een projectievlak loodrecht op de rotatieas (R) gezien, het garen (2) bij het aanvoeren ervan, tussen de aandrijfrol (3) en het geleidingselement (5) nagenoeg volgens een gemeenschappelijke raaklijn (X) van de aandrijfrol (3) en het geleidingselement (5) wordt aangevoerd, dat het weerhoudelement (6) een weerhoudvlak omvat en dat in het projectievlak gezien, dit weerhoudvlak aan dezelfde zijde van de raaklijn (X) is opgesteld als de aandrijfrol (3).
3. Garenvoedingsmodule (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de aandrijfrol (3) hoofdzakelijk cilindervormig is uitgevoerd met een straal r en dat het weerhoudelement (6) op een tussenafstand t tot de raaklijn (X) is opgesteld, waarbij t < de straal r van de aandrijfrol (3).
4. Garenvoedingsmodule (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het punt van het weerhoudelement (6) dat het dichtst bij de raaklijn (X) is opgesteld, op een afstand x van het raakpunt van de raaklijn (X) met de aandrijfrol (3) is opgesteld, waarbij deze afstand x < de helft van de afstand y van het raakpunt van de raaklijn (X) met de aandrijfrol (3) tot het raakpunt van het geleidingselement (5) met de raaklijn (X).
5. Garenvoedingsmodule (1) volgens één van de conclusies 2 tot 4, met het kenmerk dat het weerhoudvlak hoofdzakelijk evenwijdig aan de rotatieas (R) is opgesteld.
6. Garenvoedingsmodule (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het weerhoudelement (6) aan zijn zijde gericht naar de raaklijn (X) toe convex is uitgevoerd.
7. Garenvoedingsmodule (1) volgens conclusie 5 en 6, met het kenmerk dat het weerhoudelement (6) pinvormig is uitgevoerd.
8. Garenvoedingsmodule volgens één van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk dat het weerhoudelement (6) in doorsnede gezien, doorgesneden loodrecht op de rotatieas (R), wigvormig is uitgevoerd, om een wig te drijven tussen de aandrijfrol en het garen (2).
9. Garenvoedingsmodule (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het weerhoudelement (6) vast is opgesteld.
10. Garenvoedingsmodule (1) volgens één van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat de garenvoedingsmodule (1) een draagelement (7) omvat, dat verplaatsbaar ten opzichte van de aandrijfrol (3) is opgesteld, een terugdrijfelement (8) omvat voor het uitoefenen van een kracht op het draagelement (7) om dit draagelement (7) naar de aandrijfrol (3) toe te drijven, een geleidingsrol (4) omvat, die op het draagelement (7) is aangebracht, vrij roteerbaar rond een rotatieas (T), om, wanneer het draagelement (7) naar de aandrijfrol (3) toe is gedreven met het terugdrijfelement (8), aan te voeren garen (2) tussen de aandrijfrol (3) en de geleidingsrol (4) te klemmen, waarbij het weerhoudelement (6) op het draagelement (7) is aangebracht.
11. Garenvoedingsmodule (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het weerhoudelement (6) zodanig is opgesteld dat bij het aanvoeren van het garen (2), wanneer de garenspanning boven een aanvoergarenspanning blijft, het weerhoudelement (6) het aanvoeren van het garen (2) ongehinderd laat.
12. Textielmachine, met het kenmerk dat deze een garenvoedingsmodule (1) volgens één van de voorgaande conclusies omvat.
BE20195373A 2019-06-12 2019-06-12 Garenvoedingsmodule BE1027360B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195373A BE1027360B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Garenvoedingsmodule
US17/615,805 US20220297972A1 (en) 2019-06-12 2020-06-03 Yarn feed module
CN202080032021.5A CN113874307B (zh) 2019-06-12 2020-06-03 喂纱模块
EP20730493.2A EP3983325A1 (en) 2019-06-12 2020-06-03 Yarn feed module
AU2020291681A AU2020291681A1 (en) 2019-06-12 2020-06-03 Yarn feed module
PCT/IB2020/055218 WO2020250085A1 (en) 2019-06-12 2020-06-03 Yarn feed module

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195373A BE1027360B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Garenvoedingsmodule

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027360A1 BE1027360A1 (nl) 2021-01-14
BE1027360B1 true BE1027360B1 (nl) 2021-01-20

Family

ID=67060225

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195373A BE1027360B1 (nl) 2019-06-12 2019-06-12 Garenvoedingsmodule

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20220297972A1 (nl)
EP (1) EP3983325A1 (nl)
CN (1) CN113874307B (nl)
AU (1) AU2020291681A1 (nl)
BE (1) BE1027360B1 (nl)
WO (1) WO2020250085A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USD968476S1 (en) * 2019-06-18 2022-11-01 Saurer Technologies GmbH & Co. KG Textile machine

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4285285A (en) * 1978-11-10 1981-08-25 Newroyd Limited Feed device and method for feeding yarn or other textile material
EP1126063A2 (de) * 2000-02-15 2001-08-22 Memminger-IRO GmbH Friktionsfournisseur mit Vibrationsanregung
KR20010110238A (ko) * 2001-10-29 2001-12-12 이명원 스판덱스 원사 자동 분리방법 및 그 장치
US20040118099A1 (en) * 2002-12-19 2004-06-24 Anteneh Zewde Spliced yarn and method for forming the same
WO2008131252A1 (en) * 2007-04-20 2008-10-30 Invista Technologies S.A.R.L. Compact continuous over end take-off (oeto) creel with tension control
DE102007054080B3 (de) * 2007-11-13 2009-07-09 Tien Yang Knitting Machinery Co., Ltd., Tu-Cheng Automatische Fadenzuführungsvorrichtung
DE102010048521A1 (de) * 2009-10-15 2011-04-21 Tmt Machinery, Inc. Garnzuführeinrichtung

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1345648A (en) * 1971-04-29 1974-01-30 Lawson Hemphill Yarn storage feeders
GB1509309A (en) * 1976-06-16 1978-05-04 Triplite Ltd Feeding yarn to textile machinery
GB2026554B (en) * 1978-07-26 1982-11-24 Memminger Gmbh Thread supply apparatus for circular knitting machines
GB2078792A (en) * 1980-06-27 1982-01-13 Theaker Reginald Yarn Control in Textile Machines
JPS60188272A (ja) * 1984-03-06 1985-09-25 Fukuhara Seiki Seisakusho:Kk 編機における積極型の糸送り装置
GB2210901B (en) * 1987-10-10 1992-02-19 Shelton Alan Ltd Yarn feed apparatus
CN1164218A (zh) * 1994-11-22 1997-11-05 纳幕尔杜邦公司 供应纱线的方法
US6807917B1 (en) 2002-07-03 2004-10-26 Card-Monroe Corp. Yarn feed system for tufting machines
CN101517139B (zh) * 2006-06-21 2013-01-02 梅明格-Iro股份有限公司 探纱器
CN102266243B (zh) * 2011-04-26 2015-07-15 深圳市卓峰好时利科技发展有限公司 线状材料储存输送器
ITMI20112267A1 (it) * 2011-12-15 2013-06-16 Btsr Int Spa Dispositivo di alimentazione di filo ad una macchina tessile
CN203653893U (zh) * 2013-12-30 2014-06-18 启圣(厦门)机械有限公司 一种减少纱线磨损的送纱装置
WO2016162372A1 (en) * 2015-04-10 2016-10-13 Santoni S.P.A. Single-cylinder circular weft knitting machine with device for keeping the needle tabs open at a feed or drop of the machine
BE1023220B1 (nl) 2015-07-03 2017-01-03 Nv Michel Van De Wiele Aanvoerinrichting voor aanvoeren van garens, werkwijze voor het bepalen van de spanning van garens en gebruik van controlemiddelen voor het aansturen van actuatoren voor het aanvoeren van garens
ITUA20164460A1 (it) * 2016-06-17 2017-12-17 Lgl Electronics Spa Alimentatore di filato con rocchetto avvolgi-filo motorizzato
DE102016015018A1 (de) * 2016-12-16 2018-06-21 Sipra Patententwicklungs- Und Beteiligungsgesellschaft Mbh Friktionsfournisseur

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4285285A (en) * 1978-11-10 1981-08-25 Newroyd Limited Feed device and method for feeding yarn or other textile material
EP1126063A2 (de) * 2000-02-15 2001-08-22 Memminger-IRO GmbH Friktionsfournisseur mit Vibrationsanregung
KR20010110238A (ko) * 2001-10-29 2001-12-12 이명원 스판덱스 원사 자동 분리방법 및 그 장치
US20040118099A1 (en) * 2002-12-19 2004-06-24 Anteneh Zewde Spliced yarn and method for forming the same
WO2008131252A1 (en) * 2007-04-20 2008-10-30 Invista Technologies S.A.R.L. Compact continuous over end take-off (oeto) creel with tension control
DE102007054080B3 (de) * 2007-11-13 2009-07-09 Tien Yang Knitting Machinery Co., Ltd., Tu-Cheng Automatische Fadenzuführungsvorrichtung
DE102010048521A1 (de) * 2009-10-15 2011-04-21 Tmt Machinery, Inc. Garnzuführeinrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
AU2020291681A1 (en) 2021-11-11
EP3983325A1 (en) 2022-04-20
BE1027360A1 (nl) 2021-01-14
CN113874307A (zh) 2021-12-31
CN113874307B (zh) 2024-05-07
WO2020250085A1 (en) 2020-12-17
US20220297972A1 (en) 2022-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100714337B1 (ko) 탄성중합사용 고속 비밍 장치
BE1027360B1 (nl) Garenvoedingsmodule
CN109205395B (zh) 用于气流接合纱线头的接纱装置
RU2592177C2 (ru) Устройство контроля ленточки основы и круглая ткацкая машина
EP2573224B1 (en) Spinning unit and spinning device
BE1012782A3 (nl) Inrichting voor het spannen en terugtrekken van vanaf een weefrek naar een weefmachine geleide kettingdraden.
CN107176497B (zh) 经轴架装置的断纱传感器
JP2013160678A (ja) 繊維条体モニタ装置、巻取ユニット及び糸巻取機
JP2013067873A (ja) 紡績ユニット及び紡績機
JP2016102268A (ja) 芯糸供給装置及び紡績機
CN108069289B (zh) 用于机械纱线蓄能器的纱线偏转辊
CS241111B2 (en) Device for braking of unwound yearn during winding-off from at least one yearn package
ES457477A1 (es) Perfeccionamientos en las filetas de alimentacion por botes-para alimentar fibras textiles a maquinas operadoras.
BE1008376A3 (nl) Weefmachine met afvallint.
ITMI942228A1 (it) Dispositivo per paraffinare
US4870839A (en) Apparatus for deknitting elastic yarns
JP2016079023A (ja) 糸巻取装置
US4418727A (en) Weft insertion devices on looms having a motionless weft reserve
FR2546146A1 (fr) Procede et dispositif d&#39;alimentation en une bande continue par plusieurs rouleaux
US5385310A (en) Thread feed device
CZ304712B6 (cs) Bubnový mezizásobník příze pro textilní stroj
US4091512A (en) Deweaving apparatus for textile tapes
US4195388A (en) Can creels for feeding fibre slivers to textile machines
JP2013230909A (ja) 糸監視装置、及びこれを備える糸巻取ユニット
EP3744670A1 (en) Textile machine

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210120