BE1025549A9

BE1025549A9 - Inrichting voor het drogen van platen

Info

Publication number: BE1025549A9
Application number: BE20180050A
Authority: BE
Inventors: Patrick Vanleuven
Original assignee: Etex Building Performance Nv
Priority date: 2017-04-25
Filing date: 2018-04-24
Publication date: 2019-04-15
Also published as: BE1025173B1; BE1025173A1; BE1025549A1; BE1025549B1

Abstract

Een droogoven voor het drogen van platen, omvattende: een verplaatsingssysteem (102) met minstens twee gesloten kettingen, en met dwarsprofielen (107) waaraan steunprofielen (108) bevestigd zijn, voorzien om platen (101) op te nemen vanuit een aanvoersysteem (112) dat een holle ruimte (130) definieert, en waarbij de droogoven verder een eerste detectiesysteem omvat om na te gaan of het steunprofiel (108) dat zich doorheen de holle ruimte (130) dient te verplaatsen zich eerst doorheen een vooraf gedefinieerde doorgang (W; 133) kan verplaatsen, en om een eerste waarschuwingssignaal te genereren wanneer dat niet het geval is. Het eerste detectiesysteem omvat minstens twee scharnierbare elementen (125), die op een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn opgesteld voor het definiëren van de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang (W), en minstens één sensor of detector of schakelaar omvat die in staat om te detecteren of het minstens één steunprofiel (108) minstens één scharnierbare element (125) raakt of heeft geraakt of op minder dan een vooraf bepaalde afstand heeft genaderd. Het eerste detectiesysteem is voorzien voor het genereren van het eerste waarschuwingssignaal op basis van minstens één signaal afkomstig van de minstens één sensor of detector of schakelaar.

Description

INRICHTING VOOR HET DROGEN VAN PLATEN

Domein van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op droogovens geschikt voor het drogen van platen, bijvoorbeeld van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen.

Achtergrond van de uitvinding

Ovens geschikt voor het drogen platen, bijvoorbeeld van calciumsilicaathydraat gebaseerde platen, verder hierin CSH-gebaseerde platen genoemd, met als bekendste voorbeelden Xonotliet- en Tobermoriet-gebaseerde platen, zijn gekend in de stand der techniek.

De mogelijks CSH-gebaseerde platen worden doorgaans in verticale stand opstaand gedroogd. De onderhavige uitvinding gaat over dit laatste type droogovens.

Ovens volgens de onderhavige uitvinding hebben een verplaatsingssysteem 102 met opstaande steunprofielen 108 gemonteerd op dwarsprofielen 107. Verder hebben zulke ovens aan hun ingang 103 doorgaans een opnamemechanisme voor het opnemen van nog te drogen platen vanuit een aanvoersysteem 112 en aan hun uitgang 104 een afgiftesysteem voor het afgeven van gedroogde platen. In het type ovens volgens de onderhavige uitvinding worden de steunprofielen 108 niet alleen gebruikt voor het steunen van de platen wanneer ze getransporteerd worden van de ingang 103 naar de uitgang 104, maar worden de steunprofielen 108 tevens gebruikt om nieuwe platen 101 op te nemen vanuit het aanvoersysteem 112. Daartoe worden de steunprofielen 108 tussengevoegd tussen uitstekende delen 123 van het aanvoersysteem 112, en worden de steunprofielen 108 aan de uitgang 104 van de oven tussengevoegd tussen uitstekende delen 124 van het afnamesysteem 113. Wanneer zulk steunprofiel 108 gedeeltelijk los komt, of gebogen wordt of anderszins uit positie geraakt, kan dit steunprofiel 108 het transportsysteem 102 in de oven 100 en/of het aanvoersysteem 112 en/of het afnamesysteem 113 danig beschadigen, met vaak langdurige stilstand van de ganse droogoven tot gevolg.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een droogoven geschikt voor het drogen van platen, bijvoorbeeld calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen, te verschaffen, met een verminderd risico op stilstand en/of met een verminderde uitvaltijd.

BE2018/0050

Meer bepaald is het een doel van de onderhavige uitvinding om een dergelijke droogoven te verschaffen met een verplaatsingssysteem, alsook een werkwijze van het voortbewegen van een dergelijk verplaatsingssysteem, met een verminderd risico op stilstand en/of met een verminderde uitvaltijd.

Deze en andere doelstellingen worden bereikt door een droogoven en een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

In een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een droogoven voor het drogen platen, bijvoorbeeld van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen, de oven omvattende een veelvoud van dwarsprofielen waaraan telkens minstens twee steunprofielen bevestigd zijn welke voorzien zijn om platen op te nemen vanuit een aanvoersysteem dat een holle ruimte definieert. De holle ruimte of ruimtes zijn de holle ruimtes tussen de uitstekende delen van het aanvoersysteem. De droogoven omvat verder een eerste detectiesysteem om na te gaan of het steunprofiel dat zich doorheen de holle ruimte dient te verplaatsen zich eerst doorheen minstens één vooraf gedefinieerde doorgang in het detectiesysteem kan verplaatsen, en om een eerste waarschuwingssignaal te genereren wanneer het steunprofiel zich niet doorheen de holle ruimte (verplaatst. De minstens één vooraf gedefinieerde doorgang heeft een profiel dat overeenkomt met een dwarsprofiel van de minstens één holle ruimte en heeft afmetingen overeenkomstig de afmetingen van de minstens één holle ruimte verminderd met een vooraf bepaalde speling. Het eerste detectiesysteem omvat minstens twee scharnierbare elementen die op een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn opgesteld voor het definiëren van de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang en omvat minstens één sensor of detector of schakelaar die in staat is om te detecteren of het minstens één steunprofiel minstens één scharnierbare element raakt of heeft geraakt of op minder dan een vooraf bepaalde afstand heeft genaderd, en waarbij het eerste detectiesysteem voorzien is voor het genereren van het eerste waarschuwingssignaal op basis van minstens één signaal afkomstig van de minstens één sensor of detector of schakelaar.

Volgens uitvoeringsvormen kunnen de scharnierbare elementen scharnierbare platen zijn.

Volgens uitvoeringsvormen kunnen de scharnierbare elementen scharnierbare stangprofielen zijn, deze stangenprofielen kunnen beugels of kaders zijn die scharnierbaar zijn opgesteld rond een scharnier-as.

BE2018/0050

Volgens uitvoeringsvormen kan dit eerste detectiesysteem voorzien zijn om een eerste waarschuwingssignaal te genereren wanneer gedetecteerd wordt dat het minstens één steunprofiel zich buiten de minstens één gedefinieerde doorgang begeeft.

Het verplaatsingssysteem kan minstens twee gesloten kettingen omvatten voor het verplaatsen van de veelheid van dwarsprofielen. De steunprofielen zijn voorzien om, aan de ingang van de oven, te drogen platen op te nemen vanuit een aanvoersysteem en deze over te dragen op het verplaatsingssysteem.

Het is een voordeel van het gebruik van het eerste detectiesysteem dat het toelaat om te testen of één (of meerdere) van de steunprofielen zodanig verschoven of gebogen of losgekomen is dat het zich (gedeeltelijk) buiten een virtueel kanaal bevindt, wat aanleiding zou geven tot botsing met het aanvoersysteem of afnamesysteem. Door deze situatie vroegtijdig op te sporen kunnen (doorgaans zeer zware) beschadigingen aan de droogoven en/of aan het aanvoersysteem en/of aan het afnamesysteem voorkomen worden.

De vooraf gedefinieerde doorgang definieert als het ware een virtueel kanaal, het omgrenzingsprofiel, de beweegruimte of het gabarit. In een droogoven volgens de onderhavige uitvinding wordt herhaaldelijk gecontroleerd of de steunprofielen zich nog binnen hun toegelaten beweegruimte bevinden.

Volgens uitvoeringsvormen kan ieder dwarsprofiel minstens drie of minstens vier steunprofielen omvatten.

Volgens uitvoeringsvormen kan het aanvoersysteem minstens twee holle ruimtes omvatten waardoor minstens een gedeelte (bv. een uiteinde) van twee steunprofielen zich dienen te verplaatsen.

Met het steunprofiel begeeft zich buiten de vooraf gedefinieerde doorgang wordt uiteraard bedoeld dat minstens een gedeelte van het steunprofiel zich buiten de vooraf gedefinieerde doorgang begeeft. In de praktijk is dit meestal het uiteinde van het steunprofiel.

In een uitvoeringsvorm heeft de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang een profiel dat overeenkomt met een dwarsprofiel van de minstens één holle ruimte, en heeft afmetingen overeenkomstig de afmetingen van de minstens één holle ruimte verminderd met een vooraf bepaalde speling.

BE2018/0050

De vooraf bepaalde speling ligt bv. in het bereik van 1 mm tot 50 mm, bv. in het bereik van 2 mm tot 30 mm, en bedraagt bv. ongeveer 5 mm, of ongeveer 10 mm, of ongeveer 15 mm of ongeveer 20 mm, of ongeveer 25 mm.

Volgens uitvoeringsvormen kan de droogoven verder een controle-eenheid voor het aansturen van het verplaatsingssysteem omvatten, bijvoorbeeld het stilleggen van het bewegingssysteem van dit verplaatsingssysteem; en is de controle-eenheid verbonden met het eerste detectiesysteem voor het ontvangen van het eerste waarschuwingssignaal; en is de controle-eenheid geconfigureerd om het verplaatsingssysteem te verhinderen verder te bewegen, bijvoorbeeld te stoppen of te voorkomen dat het verplaatsingssysteem een verdere stap in een discontinue beweging zou maken, wanneer het waarschuwingssignaal aangeeft dat het minstens één steunprofiel zich buiten de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang begeeft.

Het is een voordeel van zulke droogoven dat hij voorzien is van een automatische noodstop, die het bewegingsmechanisme automatisch stopt wanneer een steunprofiel teveel naar links of naar rechts gebogen of verschoven is. Op die manier kan voorkomen worden dat het steunprofiel het aanvoersysteem of afnamesysteem beschadigt, waardoor de ganse oven voor meerdere dagen of zelfs weken zou moeten worden stilgelegd voor herstelling.

Het eerste detectiesysteem omvat minstens twee scharnierbare platen, die op een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn opgesteld voor het definiëren van de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang, en minstens één sensor of detector of schakelaar in staat om te detecteren of het minstens één steunprofiel de minstens één vaste of scharnierbare plaat raakt of heeft geraakt of op minder dan een vooraf bepaalde afstand heeft genaderd; en is het eerste detectiesysteem voorzien voor het genereren van het eerste waarschuwingssignaal op basis van minstens één signaal afkomstig van de minstens één sensor of detector of schakelaar.

De platen kunnen bv. rechthoekig zijn, en door ze bv. op 50 mm uit elkaar te plaatsen, wordt een spleet gedefinieerd van 50 mm waardoor het steunprofiel zich kan bewegen.

Zolang het steunprofiel zich op een correcte positie bevindt ten opzichte van het dwarsprofiel, en zolang het zich binnen het toegelaten virtueel kanaal (alias gabarit) beweegt, zal het niet in aanraking (bv. elektrisch of mechanisch contact) komen met de

BE2018/0050 scharnierbare platen, en zal het eerste waarschuwingssignaal deze veilige toestand weergeven.

Wanneer echter een gedeelte van het steunprofiel zich buiten het toegelaten virtueel kanaal begeeft, zal het in aanraking (bv. elektrisch of mechanisch contact) komen met één of beide van de scharnierbare platen, en zal het eerste waarschuwingssignaal deze onveilige of foutieve toestand weergeven.

Zolang het steunprofiel zich op een correcte positie bevindt ten opzichte van het dwarsprofiel, en zolang het zich het toegelaten virtueel kanaal (alias gabarit) beweegt, zal het niet in aanraking komen met de scharnierbare vleugels of platen, en zal het eerste waarschuwingssignaal deze veilige toestand weergeven.

Wanneer echter een gedeelte van het steunprofiel zich buiten het toegelaten virtueel kanaal begeeft, zal het in aanraking komen met één of beide van de scharnierbare vleugels, en zal het eerste waarschuwingssignaal deze onveilige of foutieve toestand weergeven.

Volgens uitvoeringsvormen kan de minstens één sensor of detector of schakelaar gekozen zijn uit de groep bestaande uit: een detector voor het detecteren van elektrisch of mechanisch contact, een nabijheidsdetector, een naderingsschakelaar, een trillingsdetector, een accellerometer.

Sommige sensoren of detectoren of schakelaars vereisen fysiek (bv. mechanisch of electrisch) contact. Zulke sensoren of detectoren hebben als nadeel dat ze het probleem niet kunnen zien aankomen, en zelf beschadigd kunnen worden wanneer dergelijk contact (meestal met redelijke impact) effectief plaats vindt. De uitgang van zulke sensoren of detectoren of schakelaars is vaak binair: ofwel is er geen contact, en dan is alles OK, ofwel is wel contact, en dan is het fout.

Het gebruik van een nabijheidsdetector of naderingsschakelaar biedt het bijkomend voordeel dat ze geen fysiek contact nodig hebben, en dat ze vaak een waarde kunnen geven die toeneemt (of afneemt) naarmate de tijd verstrekt. Op die manier is het vaak mogelijk een evolutie of trend waar te nemen, op basis waarvan zelfs een predictie kan worden gemaakt van wanneer een afwijking problematisch wordt. Dit biedt het voordeel dat eventueel een nakend herstel tijdelijk uitgesteld kan worden tot een volgend gepland (bv. jaarlijks of halfjaarlijks) onderhoud. Op die manier kunnen kosten verder worden bespaard.

Volgens uitvoeringsvormen kunnen de platen CSH-gebaseerde platen zijn, bijvoorbeeld xonotliet-platen of tobermoriet-platen.

BE2018/0050

In een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft van het voortbewegen van een verplaatsingssysteem van een droogoven volgens het eerste aspect, die de stap omvat van: het detecteren door middel van een eerste detectiesysteem, of het minstens één steunprofiel dat zich doorheen de minstens één holle ruimte dient te verplaatsen, zich eerst doorheen de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang kan verplaatsen; het genereren van een eerste waarschuwingssignaal wanneer gedetecteerd wordt dat het minstens één steunprofiel zich minstens gedeeltelijk buiten de minstens één gedefinieerde doorgang begeeft.

Volgens uitvoeringsvormen kan de werkwijze verder de stappen omvatten van: indien het resultaat van de detectie is dat het steunprofiel zich correct kan verplaatsen doorheen de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang, het verder aandrijven van het verplaatsingssysteem, bijvoorbeeld via bijvoorbeeld het bewegingssysteem.

Volgens uitvoeringsvormen kan de werkwijze verder de stap omvatten van: het opnemen door middel van de minstens twee steunprofielen van een te drogen plaat, bijvoorbeeld een CSH-gebaseerde plaat, vanuit het aanvoersysteem en het overdragen van de plaat op het verplaatsingssysteem.

Volgens uitvoeringsvormen van de werkwijze, uitgevoerd op een droogoven met de hoger genoemde controle-eenheid, kan de werkwijze verder de stap omvatten van: het verhinderen te bewegen, bv. stoppen, van het verplaatsingssysteem, bijvoorbeeld het stoppen van het bewegingssysteem of het verhinderen van het maken van een verdere beweging in geval een discontinue beweging wordt gemaakt, wanneer het eerste waarschuwingssignaal aangeeft dat het minstens één steunprofiel zich gedeeltelijk buiten de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang begeeft, vooraleer het steunprofiel zich begeeft in de eerste holle ruimte.

Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.

Voor het samenvatten van de uitvinding en de bereikte voordelen ten opzichte van de stand van de techniek werden bepaalde doelstellingen en voordelen van de uitvinding hierboven beschreven. Het is uiteraard te begrijpen dat niet noodzakelijk al deze

BE2018/0050 doelstellingen of voordelen kunnen bereikt worden door elke specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Dus, bijvoorbeeld, vakmensen zullen onderkennen dat de uitvinding kan worden belichaamd of uitgevoerd op een wijze die één voordeel of een groep van voordelen heeft zoals hierin aangereikt, zonder daarbij noodzakelijk andere doelstellingen of voordelen te bereiken die hierin kunnen aangereikt of gesuggereerd zijn.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijhorende figuren waarin:

FIG. 1 is een schematische voorstelling (in zijaanzicht) van een droogoven voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen omvattende een verplaatsingssysteem, en aan de ingang van de oven een aanvoersysteem en aan de uitvang van de oven een afnamesysteem, gekend in de stand der techniek.

FIG. 2 is een perspectiefaanzicht van het systeem getoond in FIG. 1.

FIG. 3 is een bovenaanzicht van een variant van het systeem getoond in FIG. 2, waarbij een dwarsprofiel met drie steunprofielen wordt getoond, en waarbij minstens één van de drie steunprofielen zich, aan de ingang van de oven, begeeft in de holle ruimte tussen twee uitstekende delen (bv. transportbanden) van het aanvoersysteem. Op een gelijkaardige manier, begeeft één van de steunprofielen zich aan de uitgang van de oven, in de holle ruimte tussen twee uitstekende delen (bv. transportbanden) van het afnamesysteem.

FIG. 4 toont een voorbeeld van een eerste probleem dat kan optreden wanneer één van de steunprofielen niet correct gepositioneerd is. In het voorbeeld van FIG. 4 is het middelste steunprofiel gebogen of gedraaid, maar nog steeds gelegen in het vlak gedefinieerd door de andere steunprofielen die bevestigd zijn aan hetzelfde dwarsprofiel.

FIG. 5 toont een voorbeeld van een eerste detectiesysteem als onderdeel van een droogoven volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, dat gebruik maakt van een veelheid scharnierbare platen. Wanneer de steunprofielen correct gepositioneerd en georiënteerd zijn, zullen deze tussen de scharnierbare platen bewegen zonder deze te raken.

FIG. 6 geeft weer dat wanneer de steunprofielen tussen de scharnierbare platen van

FIG. 5 gepasseerd zijn zonder deze te raken, ze normaliter ook tussen de uitstekende delen

BE2018/0050 (bv. transportbanden) van het aanvoersysteem of afnamesysteem zullen bewegen zonder deze te raken en te beschadigen.

FIG. 7 geeft een detectiesysteem weer, waarbij de steunprofielen tussen neerwaarts scharnierbare platen passeren, zonder deze te raken.

FIG. 8 geeft een detectiesysteem weer, waarbij de steunprofielen tussen neerwaarts scharnierbare ramen passeren, zonder deze te raken.

De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding. Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken. In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding

De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt, maar wordt enkel beperkt door de conclusies.

Het dient opgemerkt te worden dat de term omvat, zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking een inrichting omvattende middelen A en B dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet

BE2018/0050 noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.

Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. De conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.

In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.

In de onderhavige uitvinding worden de termen transportsysteem en verplaatsingssysteem als synoniem gebruikt.

In de onderhavige uitvinding worden de termen oven en droogoven als synoniem gebruikt.

FIG. 1 toont een schematische voorstelling van een gekende droogoven 100 geschikt voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen 101 in zijaanzicht, en FIG. 2 in perspectiefaanzicht. De bekendste voorbeelden van CSH-gebaseerde platen zijn

BE2018/0050 wellicht platen die als CSH Xonotliet en/of Tobermoriet omvatten. Het is al jaren gekend hoe zulke platen kunnen vervaardigd worden. Het droogproces dient geforceerd te gebeuren omdat dit anders te veel tijd in beslag neemt.

In tegenstelling tot het drogen van cementplaten, die doorgaans gedroogd worden aan de lucht, kunnen CSH-gebaseerde platen gedroogd worden in een type oven zoals getoond in FIG. 1 en FIG. 2, waarin de platen nagenoeg rechtop staan, omdat de platen 101 na het vormen reeds voldoende stevig zijn om rechtop te kunnen staan, maar nog niet droog en uitgehard zijn. Zulke droging gebeurt doorgaans op een temperatuur in het bereik van 100 °C tot 170 °C, bij voorkeur tussen 120 °C en 150 °C, en de platen blijven doorgaans gedurende een periode van ongeveer 10 tot 20 uren in de oven, zodat het overtollige water wordt uitgedampt.

De ovens 100 bevatten doorgaans een verplaatsingssysteem 102 (ook transportsysteem genoemd) met twee of meer gesloten kettingen 105, 106, die op een afstand van elkaar geplaatst zijn (bv. ongeveer 2,5 m uit elkaar) in de diepterichting van het vlak van FIG. 1, en die gemonteerd zijn op een veelheid van tandwielen die de kettingen geleiden. De tandwielen worden bij voorkeur stapsgewijs aangedreven. Slechts één ketting 105 en twee zulke tandwielen zijn getoond in FIG. 1, met name één tandwiel 116 aan de ingang 103 en één tandwiel 117 aan de uitgang 104 van de droogoven 100, maar uiteraard kunnen daartussen bijkomende tandwielen of andere ondersteuningsmiddelen worden aangebracht.

De minstens twee kettingen 105, 106 zijn onderling verbonden door middel van een veelheid van dwarsprofielen 107, bv. in de vorm van in hoofdzaak vlakke metalen platen. Naarmate de kettingen 105, 106 roteren, nemen deze dwarsprofielen 107 verschillende posities in. Bijvoorbeeld wanneer een dwarsprofiel zich bovenaan of onderaan bevindt, zal het nagenoeg evenwijdig aan een horizontaal vlak georiënteerd zijn, maar nabij de ingang 103 van de oven (links in FIG. 1) en nabij de uitgang 104 van de oven (rechts in FIG. 1) maken deze platen een rotatiebeweging van 180° rond de as van de getoonde tandwielen 116,117. Van deze rotatie wordt gebruik gemaakt om nieuwe, nog te drogen platen op te nemen in het transportsysteem 102 en deze in een opstaande positie te brengen, en om reeds gedroogde platen naar een horizontale positie te brengen en ze te verwijderen uit het transportsysteem 102, op manieren die gekend zijn in de stand der techniek.

Aan de dwarsprofielen 107 zijn een veelheid van steunprofielen 108 bevestigd. Deze steunprofielen 108 hebben een lengterichting die een eerste hoek α vormt ten opzichte van

BE2018/0050 een loodlijn op het vlak gedefinieerd door het dwarsprofiel 107 waaraan de betreffende steunprofielen 108 bevestigd zijn, waarbij de eerste hoek α in het bereik ligt van 5° tot 15°, bv. in het bereik van 5° tot 10°, en bijvoorbeeld gelijk is aan ongeveer 6,5°. Met andere woorden, de te drogen CSH-gebaseerde platen 101 worden nagenoeg verticaal door de oven 100 getransporteerd, of beter gezegd, ze worden lichtjes naar achteren hellend door de oven getransporteerd, aan hun rugzijde 109 gesteund door de steunprofielen 108.

Gekende ovens hebben een hoogte van bijvoorbeeld 3 à 5 m, en een lengte van bijvoorbeeld 20 à 30 m. De platen 101 worden bij voorkeur ongeveer op halve hoogte ingebracht in de oven, en uitgenomen uit de oven, zoals begrepen kan worden uit FIG. 1.

FIG. 1 toont ook schematisch een aanvoersysteem 112 (aan een ingang 103 van de oven) dat nieuwe te drogen CSH-gebaseerde platen aanlevert aan een ingang van de oven, welke platen 101 vervolgens worden overgebracht op het verplaatsingssysteem 102 van de oven. Zoals schematisch weergegeven, worden nieuwe te drogen platen nagenoeg horizontaal aangevoerd, bv. via rupsbanden of transportbanden of kettingen of rollen of iedere andere geschikte manier. Dit aanvoersysteem 112 maakt geen essentieel onderdeel uit van de oven 100, maar werkt er wel nauw mee samen.

FIG. 1 toont ook schematisch een afnamesysteem 113 (aan een uitgang 104 van de oven) dat gedroogde CSH-gebaseerde platen afvoert uit de droogoven. Zoals schematisch weergegeven worden gedroogde platen bij voorkeur eveneens nagenoeg horizontaal afgevoerd.

Zoals hierboven toegelicht, zorgt het verplaatsingssysteem 102 zoals hierboven beschreven er automatisch voor dat horizontaal aangeleverde platen naar een opstaande, nagenoeg verticale positie worden gebracht, en daarin worden gehouden over nagenoeg de ganse lengte van de oven, en opnieuw naar een horizontale positie worden gebracht aan de uitgang 104 van de oven.

Tenslotte dient nog vermeld te worden dat de kettingen 105, 106 in de praktijk niet continu draaien, maar stapsgewijs. Meerbepaald wordt er herhaaldelijk, bv. periodiek (bv. om de minuut) een nieuwe te drogen plaat 101 aangeboden aan de ingang 103, waar deze op het verplaatsingssysteem 102 wordt overgebracht, en wordt met dezelfde periode een gedroogde plaat aangeboden aan de uitgang 104, waar deze van het verplaatsingssysteem 102 wordt verwijderd, waarna de kettingen 105, 106 zich over één stap of slag verplaatsen, zodat een volgende plaat 101 kan aangeboden worden aan de ingang en de uitgang.

BE2018/0050

FIG. 2 is een perspectiefaanzicht van het systeem getoond in FIG. 1, maar waarbij de CSH-gebaseerde platen 101 zijn weggelaten voor illustratieve doeleinden. De onderhavige uitvinding is voornamelijk gericht op de verplaatsing van de steunprofielen 108 ten opzichte van uitstekende delen 123 van het aanvoersysteem 112 aan de ingang 103 van de oven, en ten opzichte van uitstekende delen 124 van het afnamesysteem 113 aan de uitgang 104 van de oven. Wanneer de steunprofielen 108 correct gemonteerd en georiënteerd zijn op de dwarsprofielen 107, zullen deze zich netjes tussen de uitstekende delen 123, 124 van het aanvoersysteem 112 en afnamesysteem 113 begeven. In het specifieke voorbeeld van FIG. 2, zal een uiteinde van de steunprofielen 108 zich begeven in de holle ruimtes 130,131 tussen de uitstekende delen 123 van het aanvoersysteem 112 en tussen de uitstekende delen 124 van het afnamesysteem 113. Het maakt daarbij niet uit of deze uitstekende delen een vaste positie innemen ten opzichte van de oven, dan wel dat ze in een horizontale richting (Yrichting) heen en weer bewegen. Wat belangrijk is voor de onderhavige uitvinding is dat op het moment dat de plaat 101 wordt opgenomen aan de ingang 103, of afgegeven aan de uitgang 104, dat minstens één van de steunprofielen 108 zich tussen de uitstekende delen 123 bevindt. Dit wordt beter getoond in FIG. 3, voor het geval dat de uitstekende delen transportbanden of rupsbanden zijn.

Volledigheidshalve dient vermeld te worden dat het aantal steunprofielen 108 en het aantal uitstekende delen 123, 124, bv. rupsbanden niet belangrijk is voor de onderhavige uitvinding, zolang minstens één van de steunprofielen 108 zich begeeft tussen de uitstekende delen, bv. rupsbanden 123. Eigenlijk zijn ook rupsbanden niet essentieel voor de onderhavige uitvinding en andere aanvoersystemen 112 of afnamesystemen 113 zoals bijvoorbeeld een kettingsysteem of een systeem met een veelheid van rollen, kunnen eveneens gebruikt worden. Voor de eenvoud van de beschrijving zal de onderhavige uitvinding toegelicht worden verwijzend naar rupsbanden, zonder daartoe evenwel de uitvinding te beperken.

FIG. 3 is een bovenaanzicht van een variant van het systeem getoond in FIG. 2, waarbij de dwarsprofielen 107 drie steunprofielen 108 omvatten, en waarbij minstens één van de drie steunprofielen 108 zich, aan de ingang 103 van de oven, begeeft in de holle ruimte 130 tussen twee uitstekende delen 123 (bv. rupsbanden) van het aanvoersysteem 112. In het specifieke voorbeeld getoond in FIG. 3, begeeft het middelste steunprofiel 108b zich (weliswaar tijdelijk) in de holle ruimte 130 tussen de twee rupsbanden 123, en bewegen de twee andere steunprofielen 108a, 108c naast of buiten de twee rupsbanden 123a, 123b.

BE2018/0050

Wanneer de steunprofielen 108 stevig bevestigd zijn aan de dwarsprofielen 107, en niet gebogen zijn, treden hierbij geen problemen op.

FIG. 4 toont een voorbeeld van het probleem dat kan optreden wanneer één van de steunprofielen 108 niet correct gepositioneerd is. In het voorbeeld van FIG. 4 is het middelste steunprofiel 108b gebogen of gedraaid, maar het kan nog steeds gelegen zijn in het vlak gedefinieerd door de andere steunprofielen 108a, 108c die aan hetzelfde dwarsprofiel 107 bevestigd zijn.

Diverse oorzaken kunnen aan de grond liggen van zulke verkeerde oriëntatie. Eén van de mogelijke oorzaken is te wijten aan het verschil in temperatuur bovenaan en onderaan de oven, waardoor er thermische spanningen kunnen ontstaan, waardoor bijvoorbeeld moeren en bouten van geschroefde steunprofielen 108 kunnen loskomen. Een andere oorzaak is te wijten aan de impact op te steunprofielen 108 bij het opnemen van een nieuwe te drogen plaat 101, waardoor eveneens bouten en moeren kunnen loskomen, maar waardoor ook metaalmoeheid kan optreden, en/of een las kan scheuren. Andere oorzaken zijn eveneens mogelijk.

Terug verwijzend naar FIG. 4, zal het duidelijk zijn dat, wanneer één (of meerdere) van de steunprofielen 108 een verkeerde positie aanneemt, en het verplaatsingssysteem 102 draait één positie verder, dat het steunprofiel 108b met volle kracht tegen één van de uitstekende delen 123 (bv. rupsbanden of kettingen of rollensysteem of dergelijke) van het aanvoersysteem 112 wordt aangeslagen, met alle gevolgen van dien, zowel voor het aanvoersysteem 112, als voor het bewegingssysteem van de oven zelf.

Dergelijke problemen kunnen voor zware schade aan de installatie zorgen, waardoor de droogoven dient te worden stilgelegd, alle CSH-gebaseerde platen 101 verwijderd dienen te worden om toegang te verschaffen tot het verplaatsingssysteem, zodat herstellingswerken kunnen worden uitgevoerd, waarna de oven opnieuw kan worden opgestart. Het zal duidelijk zijn dat dergelijke stilstand zware kosten met zich meebrengt en een aanzienlijk productieverlies betekent. De onderhavige uitvinding reikt oplossingen aan om dergelijke schade te vermijden of tenminste te reduceren, en de uitvaltijd en/of reparatietijd drastisch te reduceren.

FIG. 5 toont een voorbeeld van een eerste detectiesysteem als onderdeel van een droogoven volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

BE2018/0050

Het eerste detectiesysteem moet detecteren of het steunprofiel 108 (of de steunprofielen) dat zich dient te verplaatsen doorheen de holle ruimte 130 van het aanvoersysteem 112, bv. doorheen de holle ruimte 130 tussen de rupsbanden van FIG. 4, zich binnen een toegelaten virtueel kanaal bevindt.

Het achterliggende principe van deze uitvoering van de onderhavige uitvinding vertoont gelijkenissen met de functie van een zogenaamd gabarit uit het treinjargon. Wanneer een dwarsprofiel van een trein of wagon of locomotief valt binnen het gabarit van een bepaalde spoorlijn, zal deze trein of wagon of locomotief normaliter niet in aanraking komen met tunnels of seinpalen of bovenleidingen van die spoorlijn.

In de uitvoeringsvorm van FIG. 5 wordt getest of de steunprofielen 108 zich binnen een bepaalde toegelaten ruimte bevinden (het gabarit), en indien dat het geval is, kan men ervan uitgaan dat de steunprofielen 108 niet in aanraking zullen komen met de uitsteeksels 123 van het aanvoersysteem 112 (bv. met de transportbanden 123).

Dit Gabarit wordt in de onderhavige uitvinding dynamisch getest, waarbij nagegaan wordt of de profielen nog steeds binnen de toegelaten ruimte vallen. Bij voorkeur wordt deze test uitgevoerd op een niet-destructieve manier, door het aanbrengen van beweegbare delen in de buurt van het traject dat de steunprofielen 108 zullen doorlopen. Echter is dit niet altijd mogelijk, en soms zal het detectiesysteem zelf beschadigd worden. Desalniettemin blijft deze oplossing veel beter en veel goedkoper dan beschadiging en daarmee gepaard gaande stilstand van de oven.

In de uitvoeringsvorm van FIG. 5 worden daartoe een veelheid van scharnierbare elementen, die hier getekend zijn als scharnierbare platen 125 voorzien met een tussenruimte W tussen de scharnierbare platen 125. In FIG. 5 kunnen de scharnieren van de platen 125 verticaal gemonteerd zijn aan de zijde van de plaat verst weg van de plaats waar het steunprofiel 108 dient te passeren. Alternatief kunnen de platen 125 langs hun lange zijde scharnierend bevestigd zijn door middel van scharnieren 132. In nog een alternatieve vorm zoals getoond in FIG. 8, kunnen de scharnieren 129 onderaan de platen 128 in horizontale richting staan. Wanneer een correct geplaatst steunprofiel 108 tussen de twee scharnierbare platen 125 passeert, dan zullen de platen niet bewegen . Maar wanneer een steunprofiel 108 schuin georiënteerd is en voorbij de scharnierbare platen 125 tracht te passeren, dan zal minstens één van de twee scharnierbare platen 125 bewegen. Door de scharnierbare platen te voorzien van geschikte detectoren, kan gedetecteerd worden wanneer een steunprofiel 108 zich buiten de toegelaten zone of gabarit begeeft waardoor de

BE2018/0050 detector het scharnieren van de plaat 125 opmerkt en weergeeft, en kunnen gepaste maatregelen genomen worden. Bv. kan dan het bewegingsmechanisme van de droogoven automatisch worden stilgelegd, alvorens het bewuste steunprofiel 108 het aanvoersysteem 112 bereikt (en dit zou beschadigen).

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat scharnierbare platen 125 worden voorzien in plaats van onbeweegbare platen, omdat op die manier schade aan het bewuste steunprofiel 108 kan beperkt worden, alsook schade aan het betreffende dwarsprofiel 107 waaraan dat steunprofiel 108 bevestigd is. In het beste geval volstaat een snelle interventie waarbij het betreffende steunprofiel 108 onmiddellijk opnieuw correct kan bevestigd worden (bv. door te schroeven of te lassen), zonder de ganse droogoven te moeten ontruimen, en zonder vervanging of reparatie van het aanvoersysteem 112 of afnamesysteem 113.

FIG. 6 geeft weer dat wanneer (op tijdstip Tl) de steunprofielen 108 tussen de scharnierbare platen 125 van FIG. 5 gepasseerd zijn zonder deze te raken, ze (op een later tijdstip T2) ook tussen de uitstekende delen 123, 124 van het aanvoersysteem 112 of afnamesysteem 113 zullen bewegen zonder deze te raken en te beschadigen. Door het voorzien van de scharnierbare platen 125 kan dus beschadiging aan het aanvoersysteem 112 en/of afnamesysteem 113 gedetecteerd en voorkomen worden alvorens het optreedt.

In een verdere of een andere variant (niet getoond), zijn de scharnierbare elementen enigszins verend opgesteld, bv. enkel aan een onderste zijde ingeklemd, en wordt deze plaat uitgerust met één of meerdere trillingsdetectoren die opgesteld zijn om te detecteren of de plaat 126 trilt nadat één der steunprofielen 108 in aanraking gekomen is met de plaat 126. Indien gewenst of nodig kan het signaal dat geleverd wordt door de trillingsdetector analoog of digitaal gefilterd worden, teneinde ongewenste frequenties, bv. trillingen te wijten aan het voortbewegen van de de kettingen 105, 106 uit te filteren. Het is te verwachten dat een metalen plaat (bv. van aluminium of koper of staal of roestvrij staal) met een bepaalde dikte (bv. 0.5 mm of 0.8 mm of 1.0 mm of 1.5 mm) in de vorm van een kam (bv. zoals getoond in FIG. 7) met een veelheid van tanden van een bepaalde lengte welbepaalde eigenfrequenties vertoont. Door gebruik te maken van gekende analoge of digitale filtertechnieken kunnen ongewenste frequenties uitgefilterd worden. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het aantal trillingsdetectoren beperkt kan zijn, omdat de plaat zal trillen bij aanraking van

BE2018/0050 gelijk welk steunprofiel 108. Een nadeel van deze techniek is dat de detector niet aangeeft welksteunprofiel 108 zich buiten het toegelaten virtueel kanaal bevindt.

FIG. 7 toont een variant van het systeem waarbij een veelheid van platen 128 wordt gebruikt, die scharnierend opgesteld zijn ten opzicht van een horizontale as 129. Elk van de platen kan afzonderlijke scharnieren, en bij voorkeur heeft elk van de platen een detector. Met deze uitvoeringsvorm is het niet alleen mogelijk om foutieve posities van één van de steunprofielen 108 te detecteren, maar dit systeem laat ook toe te detecteren welk steunprofiel 128 foutief gepositioneerd is, zodat een interventie sneller kan afgehandeld worden.

In de hierboven weergegeven uitvoeringsvormen wordt referentie gemaakt naar scharnierbare platen. Het is duidelijk dat deze elementen niet noodzakelijkerwijze platen moeten, zijn, maar ook geprofileerde (bv. gebogen) stangen of buizen kunnen zijn. De profielen kunnen beugels zijn of rechthoeken (ofte ramen).

FIG. 8 toont dergelijk alternatief voor de uitvoeringsvorm van figuur 7 waarbij een veelheid van geprofileerde stangen, in dit geval ramen 130 wordt gebruikt, die scharnierend opgesteld zijn ten opzicht van een horizontale as 129. Op het ogenblik dat één van de ramen kantelt door een staaf 108 die niet door de open zone gaat, en het raam raakt, zal de proxy detector (nabijheidsdetector) geen raamwerk meer detecteren en een signaal genereren hetwelk ge brui kt kan worden op de beweging van de oven te onderbreken.

Hoewel specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding werden beschreven, zijn diverse wijzigingen mogelijk, die vallen binnen de beschermingsomvang van de conclusies, en binnen de geest van de onderhavige uitvinding.

Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een droogoven te voorzien met het eerste detectiesysteem (zoals getoond in FIG. 5 en/of FIG. 7) of een variant daarvan met een vaste plaat en nabijheidsdetectoren en/of naderingsschakelaars. En zoals hoger toegelicht, is het zelfs mogelijk om meerdere eerste detectiesystemen te voorzien met enger wordende doorgang.

Claims

CONCLUSIES

1. - Een droogoven geschikt voor het drogen van platen, omvattende: een verplaatsingssysteem (102) omvattende een veelvoud van dwarsprofielen (107) waaraan telkens minstens twee steunprofielen (108) bevestigd zijn welke voorzien zijn om platen (101) op te nemen vanuit een aanvoersysteem (112) dat een holle ruimte (130) definieert, de holle ruimte zijnde de holle ruimte (130, 131) tussen de uitstekende delen (123) van het aanvoersysteem (112), en waarbij de droogoven verder een eerste detectiesysteem omvat om na te gaan of het steunprofiel (108) dat zich doorheen de holle ruimte (130) dient te verplaatsen zich eerst doorheen een vooraf gedefinieerde doorgang (W; 133) in het detectiesysteem kan verplaatsen, en om een eerste waarschuwingssignaal te genereren wanneer het steunprofiel (108) zich niet doorheen de holle ruimte (130) verplaatst, waarbij de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang een profiel heeft dat overeenkomt met een dwarsprofiel van de minstens één holle ruimte (130), en afmetingen heeft overeenkomstig de afmetingen van de minstens één holle ruimte verminderd met een vooraf bepaalde speling, waarbij het eerste detectiesysteem minstens twee scharnierbare elementen (125) omvat, die op een vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn opgesteld voor het definiëren van de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang (W), en minstens één sensor of detector of schakelaar omvat die in staat om te detecteren of het minstens één steunprofiel (108) minstens één scharnierbare element (125) raakt of heeft geraakt of op minder dan een vooraf bepaalde afstand heeft genaderd, en waarbij het eerste detectiesysteem voorzien is voor het genereren van het eerste waarschuwingssignaal op basis van minstens één signaal afkomstig van de minstens één sensor of detector of schakelaar.
2. Een droogoven volgens conclusie 1 waarbij de scharnierbare elementen scharnierbare platen zijn.
3. - Een droogoven volgens conclusie 1 waarbij de scharnierbare elementen scharnierbare stangprofielen zijn.
4. - Een droogoven volgens één der conclusies 1 tot 3 omvattende:

- een verplaatsingssysteem (102) voor het verplaatsen van de platen van een ingang (103) van de droogoven naar een uitgang (104) van de droogoven in een doorlooprichting (X);

BE2018/0050 waarbij het verplaatsingssysteem (102) minstens twee een veelheid van dwarsprofielen (107) omvat waaraan telkens minstens twee steunprofielen (108) bevestigd zijn voor het steunen van telkens één plaat (101), welke steunprofielen (108) voorzien zijn om, aan de ingang (103) van de oven, te drogen platen op te nemen vanuit een aanvoersysteem (112);

en waarbij het aanvoersysteem (112) minstens één holle ruimte (130) definieert waar minstens één der steunprofielen (108) zich gedeeltelijk doorheen dient te verplaatsen voor het opnemen van een te drogen plaat (101);

met het kenmerk dat de droogoven verder een eerste detectiesysteem omvat om na te gaan of het minstens één steunprofiel (108) dat zich doorheen de minstens één holle ruimte (130) dient te verplaatsen, zich eerst doorheen minstens één vooraf gedefinieerde doorgang kan verplaatsen overeenkomstig de minstens één holle ruimte (130) alvorens zich te begeven in de minstens één holle ruimte.
5. De droogoven volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij het eerste detectiesysteem voorzien is om een eerste waarschuwingssignaal te genereren wanneer gedetecteerd wordt dat het minstens één steunprofiel (108) zich buiten de minstens één gedefinieerde doorgang begeeft.
6. De droogoven volgens conclusie 5, die verder een controle-eenheid omvat voor het aansturen van het verplaatsingssysteem;

en waarbij de controle-eenheid verbonden is met het eerste detectiesysteem voor het ontvangen van het eerste waarschuwingssignaal;

en waarbij de controle-eenheid geconfigureerd is om het verplaatsingssysteem te verhinderen te bewegen wanneer het waarschuwingssignaal aangeeft dat het minstens één steunprofiel (108) zich buiten de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang (W; 133) begeeft.
7.Een droogoven volgens één der conclusies 1 tot 6,

BE2018/0050 waarbij de minstens één sensor of detector of schakelaar gekozen is uit de groep bestaande uit: een detector voor het detecteren van elektrisch of mechanisch contact, een nabijheidsdetector, een naderingsschakelaar, een trillingsdetector, een accellerometer.
8. Een droogoven volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de te drogen platen calciumsilikaathydraat (CSH-) gebaseerde platen, zijn die eventueel xonotliet-platen of tobermoriet-platen zijn.
9. - Een werkwijze van het voortbewegen van een verplaatsingssysteem (102) van een droogoven volgens één der voorgaande conclusies, die de stap omvat van:

- het detecteren door middel van een eerste detectiesysteem, of het minstens één steunprofiel (108) dat zich doorheen de minstens één holle ruimte (130) dient te verplaatsen, zich eerst doorheen de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang (W; 133) kan verplaatsen;

- het genereren van een eerste waarschuwingssignaal wanneer gedetecteerd wordt dat het minstens één steunprofiel (108) zich minstens gedeeltelijk buiten de minstens één gedefinieerde doorgang begeeft.
10. - Een werkwijze volgens conclusie 9, die verder de stap omvat van:

- het opnemen door middel van de minstens twee steunprofielen (108) van een te drogen plaat vanuit het aanvoersysteem (112) en het overdragen van de plaat (101) op het verplaatsingssysteem (102).
11. De werkwijze volgens één der conclusie 9 tot 10, uitgevoerd op een droogoven met de kenmerken van conclusie 3, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van:

- het verhinderen van het verplaatsingssysteem (102) om verder te bewegen wanneer het eerste waarschuwingssignaal aangeeft dat het minstens één steunprofiel (108) zich gedeeltelijk buiten de minstens één vooraf gedefinieerde doorgang begeeft, vooraleer het steunprofiel (108) zich begeeft in de eerste holle ruimte (130).