BE1025521B1

BE1025521B1 - Inrichting en werkwijze voor het drogen van calciumsilicaathydraat gebaseerde platen

Info

Publication number: BE1025521B1
Application number: BE2018/0048A
Authority: BE
Inventors: Ludo Maetens
Original assignee: Etex Building Performance Nv
Priority date: 2017-04-25
Filing date: 2018-04-24
Publication date: 2019-04-01
Also published as: BE1025174B1; BE1025521A1; BE1025174A1

Abstract

Een droogoven (400) voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen (101), omvattende: een verplaatsingssysteem (102) met minstens twee kettingen (105, 106) en een veelheid van dwarsprofielen (107) waaraan telkens minstens twee steunprofielen (108) zijn bevestigd om de CSH-gebaseerde platen aan hun rugzijde (109) te ondersteunen, en waarbij de droogoven verder een kantelmechanisme omvat om de CSH-gebaseerde platen vervroegd te doen kantelen zodat ze met hun frontzijde (110) steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel (108). Het kantelmechanisme omvat een persluchtsysteem dat voorzien is om de plaat (101) te doen kantelen voor het uitoefenen van een drukkracht door middel van perslucht, welk persluchtsysteem één of meerdere mondstukken (111) omvat die opgesteld zijn boven een horizontaal raakvlak aan de platen 101

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET DROGEN VAN CALCIUMSILICAATHYDRAAT

GEBASEERDE PLATEN

Domein van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op inrichtingen en werkwijzen voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op inrichtingen en werkwijzen voor het drogen van CSH-gebaseerde platen met een verminderd risico op beschadiging.

Achtergrond van de uitvinding

Ovens voor het drogen van calciumsilicaathydraat gebaseerde platen, verder hierin CSH-gebaseerde platen genoemd, met als bekendste voorbeelden Xonotliet- en Tobermoriet-gebaseerde platen, zijn gekend in de stand der techniek.

In tegenstelling tot cementplaten, worden CSH-gebaseerde platen doorgaans opstaand gedroogd in een oven. De onderhavige uitvinding gaat over dit laatste type ovens. Een probleem met dergelijke ovens is dat er soms barsten of deuken optreden aan de platen veroorzaakt in de droogoven.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een droogoven en een werkwijze te verschaffen voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen, met een verminderd risico op beschadiging van de platen veroorzaakt in de droogoven.

Deze en andere doelstellingen worden bereikt door een droogoven en een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

De uitvinding voorziet in een droogoven voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen, omvattende: een verplaatsingssysteem met een veelheid van dwarsprofielen waaraan telkens minstens twee steunprofielen zijn bevestigd om de CSHgebaseerde platen aan hun rugzijde te ondersteunen, en waarbij de droogoven verder een kantelmechanisme omvat om de CSH-gebaseerde platen vervroegd te doen kantelen zodat ze met hun frontzijde steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel.

Volgens een eerste aspect, verschaft de onderhavige uitvinding een droogoven voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen, omvattende: een verplaatsingssysteem voor het verplaatsen van de CSH-gebaseerde platen van een ingang van

BE2018/0048 de droogoven naar een uitgang van de droogoven in een doorlooprichting waarbij de platen zich in een substantieel verticale positie bevinden, waarbij het verplaatsingssysteem minstens een veelheid van dwarsprofielen waaraan telkens minstens twee steunprofielen zijn bevestigd voor het steunen van een rugzijde van telkens één CSH-gebaseerde plaat; met het kenmerk dat de droogoven verder een kantelmechanisme omvat aangepast om de CSHgebaseerde platen te doen kantelen zodat ze steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel; waarbij het kantelmechanisme voorzien is om de CSH-gebaseerde platen te doen kantelen op een moment dat de steunprofielen geassocieerd met de plaat die gekanteld dient te worden, zich nog in een substantieel verticale positie bevindt. Het kantelmechanisme omvat een persluchtsysteem, dat voorzien is om de plaat te doen kantelen door het uitoefenen van een drukkracht door middel van perslucht. Het persluchtsysteem omvat één of meerdere mondstukken die opgesteld zijn boven een horizontaal raakvlak aan de platen. Dit horizontaal vlak is uiteraard begrepen als het horizontaal raakvlak aan bovenzijde van de platen die door de droogoven bewegen.

Volgens uitvoeringsvormen kunnen de één of meerdere blaasmonden gemonteerd staan zodat de steunprofielen de blaasmonden zijdelings passeren. De blaasmonden staan als het ware tussen de steunprofielen gemonteerd. Volgens uitvoeringsvormen kunnen de één of meerdere blaasmonden eventueel verstelbaar in hoogte zijn, om toe te laten dat verschillende types platen met verschillende lengtes in de oven worden gedroogd. Bij elke run van een type plaat; kan de hoogte ingesteld worden om de platen te laten kantelen.

Volgens uitvoeringsvormen kunnen de één of meerdere blaasmonden boven het horizontaal raakvlak aan steunprofielen worden gemonteerd.

Substantieel verticale positie van de steunprofielen of platen betekent dat deze zich in een hoek van tussen de 0 en 15° ten opzichte van de verticale ofte loodlijn bevinden.

Achterwaarts gekanteld betekent gekanteld in de richting tegenovergesteld van de doorlooprichting.

In sommige uitvoeringsvormen omvat het verplaatsingssysteem minstens twee gesloten kettingen voor het verplaatsen van de dwarsprofielen.

Het is een voordeel van het doelbewust en vroegtijdig doen kantelen van de plaat wanneer het de steunprofielen zich nog in een substantieel verticale achterwaarts gekantelde positie bevindt, en de plaat zich dus ook nog in een nagenoeg verticale achterwaarts

BE2018/0048 gekantelde positie bevindt, omdat de hoek waarover dient gekanteld te worden, en de tijd waarop gekanteld wordt veel beter controleer zijn, in tegenstelling tot de stand der techniek, waar het moment van omvallen niet precies bepaald is, en waarbij bovendien de rotatiehoek en impact op de plaat die omvalt groter is dan bij de gecontroleerde kanteling.

Het is een voordeel van de vroegtijdige kanteling, terwijl de steunprofielen nog in substantieel verticale achterwaarts gekantelde positie zijn, dat de kans op beschadiging drastisch wordt gereduceerd, of zelfs volledig wordt uitgesloten.

In een uitvoeringsvorm, zijn de steunprofielen voorzien om de CSH-gebaseerde platen aan hun achterzijde te steunen zodanig dat deze platen een eerste hellingshoek vormen van 5° tot 15° ten opzichte van een verticale richting, en zijn de steunprofielen voorzien om de gekantelde CSH-gebaseerde platen aan hun voorzijde te ondersteunen zodanig dat deze platen een tweede hellingshoek vormen van 1° tot 15° ten opzichte van een verticale richting.

Door de plaat te kantelen op een moment dat deze zich nog in een nagenoeg verticale positie bevindt, is slechts een zeer kleine kracht nodig om het zwaartepunt van de plaat te verplaatsen tot voorbij het steunpunt. Inderdaad, afhankelijk van de gekozen eerste hellingshoek is deze kracht slechts een fractie van het gewicht van de plaat

In een uitvoeringsvorm is de eerste en/of de tweede hellingshoek een hoek in het bereik van 1° tot 10°.

In een uitvoeringsvorm omvat het kantelmechanisme een persluchtsysteem, dat voorzien is om de plaat te doen kantelen voor het uitoefenen van een drukkracht door middel van perslucht.

In een uitvoeringsvorm omvat het persluchtsysteem minstens één persluchtmond voorzien voor het uitstoten van perslucht onder een derde hellingshoek van 0° tot 45°, bijvoorbeeld van 0° tot 30°, bijvoorbeeld van 10° tot 30°, of zelfs in het bereik van 0° tot 20° ten opzichte van een horizontaal vlak. Deze hoek wordt gedefinieerd als de hoek tussen de horizontale vlak in richting tegenovergesteld aan de beweegrichting, en de verticale richting opwaarts.

In een uitvoeringsvorm, omvat de droogoven aan haar ingang verder een opnamemechanisme voor het opnemen van te drogen platen vanuit een aanvoersysteem en deze over te dragen op het verplaatsingssysteem; en omvat de droogoven aan haar uitgang verder een afnamemechanisme voor het overdragen van gedroogde platen van het

BE2018/0048 transportsysteem naar een afvoersysteem, en bevindt het kantelmechanisme zich tussen het opnamemechanisme en het afnamemechanisme.

In een uitvoeringsvorm, omvat het verplaatsingssysteem minstens twee gesloten kettingen voor het verplaatsen van de veelheid van dwarsprofielen, waarbij deze kettingen een rotatiezone doorlopen aan beide zijden van de droogoven waarbij de kettingen een rotatie van ongeveer 180° rond een as dwars op de doorlooprichting maken. In een uitvoeringsvorm bevindt het kantelmechanisme zich in een zone van 3 meter voor de rotatiezone ter hoogte van het afnamemechanisme, of zelfs in een zone van 2 of zelfs 1 meter voor de rotatiezone ter hoogte van het afnamemechanisme.

In een uitvoeringsvorm hebben de CSH-gebaseerde platen, een lengte hebben van 100 à 300 cm, en een breedte van 50 à 150 cm, en een dikte van 2 à 30 cm, en een massa van 10 à 50 kg.

Als concreet voorbeeld worden bv. platen met de volgende afmetingen vernoemd:

1,2 m (breedte) x 2,5 m (lengte) x 15 mm (dikte) gebruikt, maar andere afmetingen zijn eveneens mogelijk.

Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het drogen van CSH gebaseerde platen in een droogoven, omvattende de stappen van:

- het verplaatsen van de CSH gebaseerde platen van een ingang van de droogoven naar een uitgang van de droogoven in een doorlooprichting waarbij de platen zich in een substantieel verticale positie bevinden, gebruik makend van een verplaatsingssysteem dat minstens een veelheid van dwarsprofielen (omvat waaraan telkens minstens twee steunprofielen zijn bevestigd voor het steunen van een achterzijde van telkens één CSHgebaseerde plaat;

met het kenmerk dat de werkwijze verder de stap omvat van:

- het doen kantelen van de CSH-gebaseerde platen zodat ze steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel op de minstens twee steunprofielen geassocieerd met de plaat die gekanteld dient te worden, zich nog in een substantieel verticale achterwaarts gekantelde positie bevinden waarbij de stap van het doen kantelen het uitoefenen van een kracht door middel van perslucht omvat welk persluchtsysteem één of meerdere mondstukken omvat die opgesteld zijn boven een horizontaal raakvlak aan de platen.

BE2018/0048

Volgens uitvoeringsvormen omvat werkwijze voor het drogen van CSH gebaseerde platen in een droogoven, de stappen van: het verplaatsen van de CSH gebaseerde platen van een ingang van de droogoven naar een uitgang van de droogoven in een doorlooprichting waarbij de platen zich in een substantieel verticale positie bevinden, gebruik makend van een verplaatsingssysteem dat minstens twee gesloten kettingen omvat met een veelheid van dwarsprofielen waaraan telkens minstens twee steunprofielen zijn bevestigd voor het steunen van een achterzijde van telkens één CSH-gebaseerde plaat; met het kenmerk dat de werkwijze verder de stap omvat van: het doen kantelen van de CSH-gebaseerde platen zodat ze steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel op het moment dat de minstens twee steunprofielen geassocieerd met de plaat (101) die gekanteld dient te worden, zich nog in een substantieel verticale positie bevinden. De stap van het doen kantelen het uitoefenen van een kracht door middel van perslucht omvat een persluchtsysteem welk één of meerdere mondstukken (111) omvat die opgesteld zijn boven een horizontaal raakvlak aan de platen 101.

In een uitvoeringsvorm worden de CSH-gebaseerde platen langs hun achterzijde ondersteund onder een eerste hellingshoek van 5° tot 15° ten opzichte van een verticale richting over een eerste gedeelte van de droogoven, en worden de CSH-gebaseerde platen langs hun voorzijde ondersteund onder een tweede hellingshoek van 1° tot 15° ten opzichte van een verticale richting over een tweede gedeelte van de droogoven.

In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stappen van: het opnemen van de te drogen platen vanuit een aanvoersysteem, en het overdragen van de opgenomen plaat op het verplaatsingssysteem van een droogoven aan een ingang van de droogoven; het overdragen van de gedroogde platen vanuit het verplaatsingssysteem naar een afnamesysteem aan een uitgang van de droogoven.

Volgens een derde aspect, verschaft de onderhavige uitvinding tevens het gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect voor het drogen van platen, welke platen xonotliet en/of tobermoriet omvatten.

Volgens een vierde aspect, verschaft de onderhavige uitvinding tevens het gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect voor het drogen van platen die xonotliet omvatten.

B E2018/0048

Volgens een vijfde aspect, verschaft de onderhavige uitvinding tevens het gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect voor het drogen van platen die tobermoriet omvatten.

Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.

Voor het samenvatten van de uitvinding en de bereikte voordelen ten opzichte van de stand van de techniek werden bepaalde doelstellingen en voordelen van de uitvinding hierboven beschreven. Het is uiteraard te begrijpen dat niet noodzakelijk al deze doelstellingen of voordelen kunnen bereikt worden door elke specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Dus, bijvoorbeeld, vakmensen zullen onderkennen dat de uitvinding kan worden belichaamd of uitgevoerd op een wijze die één voordeel of een groep van voordelen heeft zoals hierin aangereikt, zonder daarbij noodzakelijk andere doelstellingen of voordelen te bereiken die hierin kunnen aangereikt of gesuggereerd zijn.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijhorende figuren waarin:

FIG. 1 toont een schematische voorstelling (in zijaanzicht) van een droogoven voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen, gekend in de stand der techniek.

FIG. 2 toont de droogoven van FIG. 1 in perspectiefaanzicht.

FIG. 3 toont een probleem dat optreedt met de droogoven van FIG. 1.

FIG. 4 toont een schematische voorstelling van een droogoven volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de platen gecontroleerd gekanteld worden door een kantelmechanisme.

FIG. 5 toont een eerste specifiek voorbeeld waarbij het kantelmechanisme een persluchtsysteem omvat.

BE2018/0048

FIG. 6 toont een tweede specifiek voorbeeld waarbij het kantelmechanisme een persluchtsysteem omvat.

De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding. Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken. In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding

De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt, maar wordt enkel beperkt door de conclusies.

Het dient opgemerkt te worden dat de term omvat, zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking een inrichting omvattende middelen A en B dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.

BE2018/0048

Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. De conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.

In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.

In de onderhavige uitvinding worden de termen transportsysteem en verplaatsingssysteem als synoniem gebruikt.

FIG. 1 toont een schematische voorstelling van een gekende droogoven 100 voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen 101 in zijaanzicht, en FIG. 2 in perspectiefaanzicht. De bekendste voorbeelden van CSH-gebaseerde platen zijn wellicht platen die als CSH Xonotliet en/of Tobermoriet omvatten. Het is al jaren gekend hoe zulke platen kunnen vervaardigd worden. Het droogproces dient geforceerd te gebeuren omdat dit anders te veel tijd in beslag neemt.

In tegenstelling tot het drogen van cementplaten, die doorgaans gedroogd worden aan de lucht, kunnen CSH-gebaseerde platen gedroogd worden in een type oven zoals getoond in FIG. 1 en FIG. 2, waarin de platen nagenoeg rechtop staan, omdat de platen 101

BE2018/0048 na het vormen reeds voldoende stevig zijn om rechtop te kunnen staan, maar nog niet droog en uitgehard zijn. Zulke droging gebeurt doorgaans op een temperatuur in het bereik van 100 °C tot 170 °C, bij voorkeur tussen 120 °C en 150 °C, en de platen blijven doorgaans gedurende een periode van ongeveer 10 tot 20 uren in de oven, zodat het overtollige water wordt uitgedampt.

De ovens 100 bevatten doorgaans een verplaatsingssysteem 102 (ook transportsysteem genoemd) met twee of meer gesloten kettingen 105, 106, die op een afstand van elkaar geplaatst zijn (bv. ongeveer 2,5 m uit elkaar) in de diepterichting van het vlak van FIG. 1, en die gemonteerd zijn op een veelheid van tandwielen die de kettingen geleiden. De tandwielen worden bij voorkeur stapsgewijs aangedreven. Slechts één ketting 105 en twee zulke tandwielen zijn getoond in FIG. 1, met name één tandwiel 116 aan de ingang 103 en één tandwiel 117 aan de uitgang 104 van de droogoven 100, maar uiteraard kunnen daartussen bijkomende tandwielen of andere ondersteuningsmiddelen worden aangebracht.

De minstens twee kettingen 105, 106 zijn onderling verbonden door middel van een veelheid van dwarsprofielen 107, bv. in de vorm van in hoofdzaak vlakke metalen platen. Naarmate de kettingen 105, 106 roteren, nemen deze dwarsprofielen 107 verschillende posities in. Bijvoorbeeld wanneer een dwarsprofiel zich bovenaan of onderaan bevindt, zal het nagenoeg evenwijdig aan een horizontaal vlak georiënteerd zijn, maar nabij de ingang 103 van de oven (links in FIG. 1) en nabij de uitgang 104 van de oven (rechts in FIG. 1) maken deze platen een rotatiebeweging van 180° rond de as van de getoonde tandwielen 116,117. Van deze rotatie wordt gebruik gemaakt om nieuwe, nog te drogen platen op te nemen in het transportsysteem 102 en deze in een opstaande positie te brengen, en om reeds gedroogde platen naar een horizontale positie te brengen en ze te verwijderen uit het transportsysteem 102, op manieren die gekend zijn in de stand der techniek.

Aan de dwarsprofielen 107 zijn een veelheid van steunprofielen 108 bevestigd. Deze steunprofielen 108 hebben een lengterichting die een eerste hoek a vormt ten opzichte van een loodlijn op het vlak gedefinieerd door het dwarsprofiel 107 waaraan de betreffende steunprofielen 108 bevestigd zijn, waarbij de eerste hoek a liefst in het bereik ligt van 5° tot 15°, bv. in het bereik van 5° tot 10°, en bijvoorbeeld gelijk is aan ongeveer 6,5°. Met andere woorden, de te drogen CSH-gebaseerde platen 101 worden nagenoeg verticaal door de oven 100 getransporteerd, of beter gezegd, ze worden lichtjes naar achteren hellend door de oven getransporteerd, aan hun rugzijde 109 gesteund door de steunprofielen 108.

BE2018/0048

Gekende ovens hebben een hoogte van bijvoorbeeld 3 à 5 m, en een lengte van bijvoorbeeld 20 à 30 m. De platen 101 worden bij voorkeur ongeveer op halve hoogte ingebracht in de oven, en uitgenomen uit de oven, zoals begrepen kan worden uit FIG. 1.

FIG. 1 toont ook schematisch een aanvoersysteem 112 (aan een ingang 103 van de oven) dat nieuwe te drogen CSH-gebaseerde platen aanlevert aan een ingang van de oven, welke platen 101 vervolgens worden overgebracht op het verplaatsingssysteem 102 van de oven. Zoals schematisch weergegeven, worden nieuwe te drogen platen nagenoeg horizontaal aangevoerd, bv. via rupsbanden of transportbanden of kettingen of rollen of iedere andere geschikte manier. Dit aanvoersysteem 112 maakt geen essentieel onderdeel uit van de oven 100, maar werkt er wel nauw mee samen.

FIG. 1 toont ook schematisch een afnamesysteem 113 (aan een uitgang 104 van de oven) dat gedroogde CSH-gebaseerde platen afvoert uit de droogoven. Zoals schematisch weergegeven worden gedroogde platen bij voorkeur eveneens nagenoeg horizontaal afgevoerd.

Zoals hierboven toegelicht, zorgt het verplaatsingssysteem 102 zoals hierboven beschreven er automatisch voor dat horizontaal aangeleverde platen naar een opstaande, nagenoeg verticale positie worden gebracht, en daarin worden gehouden over nagenoeg de ganse lengte van de oven, en opnieuw naar een horizontale positie worden gebracht aan de uitgang 104 van de oven.

Tenslotte dient nog vermeld te worden dat de kettingen 105,106 in de praktijk niet continu draaien, maar stapsgewijs. Meerbepaald wordt er herhaaldelijk, bv. periodiek (bv. om de minuut) een nieuwe te drogen plaat 101 aangeboden aan de ingang 103, waar deze op het verplaatsingssysteem 102 wordt overgebracht, en wordt met dezelfde periode een gedroogde plaat aangeboden aan de uitgang 104, waar deze van het verplaatsingssysteem 102 wordt verwijderd, waarna de kettingen 105, 106 zich over één stap of slag verplaatsen, zodat een volgende plaat 101 kan aangeboden worden aan de ingang en de uitgang.

FIG. 3 schetst een probleem van gekende droogovens zoals die getoond in FIG. 1 en FIG. 2. Het is namelijk gebleken dat sommige CSH-gebaseerde platen die gedroogd werden met een droogoven zoals die van FIG. 1 en FIG. 2, barsten of beschadigingen vertonen. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze barsten of beschadigingen vooral voorkwamen op plaatsen die overeenstemmen met de posities van de steunprofielen 108. Verder onderzoek heeft uitgewezen dat deze beschadigingen grotendeels kunnen toegeschreven worden aan

B E2018/0048 het soms abrupt omvallen van de CSH-gebaseerde platen, met name wanneer deze van een nagenoeg verticale oriëntatie overgaan naar een liggende oriëntatie zoals weergegeven rechts bovenaan in FIG. 3. Men zal begrijpen dat het voortbewegen van de kettingen 105,106 met de dwarsprofielen 107 en steunprofielen 108, wanneer deze volgeladen is met een veelheid van CSH-gebaseerde platen 101, enorm veel kracht vereist, en dat deze voortbeweging soms schokkerig gebeurt. Ten gevolge van zulke schok kan een bepaalde plaat lOlx abrupt uit evenwicht geraken, en ten gevolge van haar eigen gewicht versnellen, en met volle kracht tegen de steunprofielen 108b aan haar voorzijde 110 aanbotsen. CSH-gebaseerde platen, meer bepaald Xonotliet- en/of Tobermoriet-platen, zijn relatief broos en poreus, en zijn daardoor niet altijd bestand tegen zulke impact, wat kan leiden tot de genoemde barsten of deuken.

FIG. 4 toont een schematische voorstelling van een droogoven 400 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij dit probleem wordt opgelost.

De onderhavige uitvinding stelt voor om de kanteling, die sowieso moet plaatsvinden om het gedroogde product in nagenoeg horizontale positie af te leveren aan de uitgang 104, niet plots en ongecontroleerd te laten plaatsvinden nabij de uitgang, maar om deze kanteling reeds eerder te laten plaatsvinden, op een moment dat zulke kanteling eigenlijk nog niet nodig is, bv. ongeveer halverwege tussen de ingang 103 en de uitgang 104, maar in ieder geval alvorens het voorliggende dwarsprofiel 108b begint te kantelen uit de horizontale positie, en bij gevolg de bijhorende steunprofielen uit de nagenoeg verticale positie. Bij voorkeur wordt de gecontroleerde kanteling bewerkstelligd nabij het keerpunt van het transportsysteem 102 nabij de uitgang 104 van de oven. Aldus worden de platen zo lang mogelijk gesteund over hun volledige hoogte door de achterliggende steunprofielen 108a (de plaat is lichtjes achterwaarts gekanteld), en wordt de plaat 101 op het einde van het droogproces tegen de voorliggende steunprofielen 108b gekanteld, waar het eerder een puntcontact zal maken tussen het plaatoppervlak en het toppunt van deze voorliggende steunprofielen 108b.

Dit gecontroleerd kantelen heeft als voordeel dat de plaat van een nagenoeg verticale positie, meerbepaald van een eerste (achterwaarts gerichte) hoek a, naar een andere nagenoeg verticale positie, meerbepaald een tweede (voorwaarts gerichte) hoek ß wordt gekanteld, maar beide hoeken zijn relatief klein, bv. beiden kleiner dan 15°, of zelfs kleiner dan 10°, zodat de plaat geen kans krijgt om te vallen en te versnellen. Bovendien blijkt

B E2018/0048 verrassend dat de hoek (α+β) waarover gekanteld dient te worden in dit geval (FIG. 4) aanzienlijk kleiner is dan de hoek φ (zie FIG. 3) waarover de plaat ongecontroleerd zou kantelen in de gekende oven van FIG. 1 en FIG. 2, waardoor de impact verder wordt gereduceerd. Bij voorkeur hebben de steunprofielen 108 een cirkelvormige of ellipsvormige doorsnede of een rechthoekige doorsnede met afgeronde hoeken, zodat scherpe kanten worden vermeden.

Om de tweede hoek ß in het voorgestelde bereik te bekomen, dienen de steunprofielen 108 op een geschikte afstand d2 van elkaar geplaatst te worden, zoals weergegeven in FIG. 4. Meerbepaald, wordt de eerste hoek α gevormd tussen de plaat 101 en een verticale wanneer de betreffende plaat met haar rugzijde 109 rust tegen het steunprofiel 108a dat zich achter (stroomopwaarts van) de plaat bevindt, en wordt de tweede hoek β gevormd tussen de plaat en een verticale wanneer de betreffende plaat met haar frontzijde 110 rust tegen het steunprofiel 108b dat zich vóór (stroomafwaarts van) de betreffende plaat bevindt. Een gewenste tweede hoek β kan gekozen worden door een geschikte lengte H van de steunprofielen 108 te kiezen en/of een geschikte afstand d2 tussen de steunprofielen. De vakman kan dit eenvoudig berekenen of kan eenvoudig proefondervindelijk geschikte waarden voor H en/of d2 vinden. d2, die typisch de steeklengte van de ketting of een veelvoud van de steeklengte van de ketting, is bijvoorbeeld 15cm.

Dus, zoals hoger aangegeven, door de eerste hoek α te kiezen in het bereik van 5° tot 15°, bv. ongeveer 10° of ongeveer 6,5°, en door de tweede hoek β te kiezen in het bereik van 1° tot 15°, bijvoorbeeld tussen 2° en 5°, hoeft de plaat dus over slechts een hoek van enkele graden gekanteld te worden rond haar evenwichtspunt. Het grote voordeel hiervan is dat, wanneer de vooraf gekantelde plaat de uitgang 104 van de oven 400 heeft bereikt, dat deze reeds aanleunt tegen de steunprofielen 108b die zich vóór (stroomafwaarts van) de betreffende plaat bevindt, en er dus niet meer met volle kracht kan tegen botsen, waardoor beschadiging wordt vermeden. Uit testen is gebleken dat de vooraf gekantelde plaat nabij de uitgang 104 wel nog zachtjes zal schuiven totdat ze helemaal zal rusten op het stroomafwaarts steunprofiel 108b, zoals weergegeven door het pijltje B, maar deze verschuiving veroorzaakt geen problemen meer.

Nu dat het principe van de onderliggen uitvinding is toegelicht, zullen enkele specifieke kantelmechanismen in meer detail toegelicht worden, maar de uitvinding is hiertoe niet beperkt, en andere mechanismen kunnen eveneens gebruikt worden.

BE2018/0048

FIG. 5 toont een eerste voorbeeldmatig mechanisme om de platen, één voor één te kantelen, gebruikmakend van een persluchtsysteem. In FIG. 5 wordt een mondstuk 111 getoond (de persluchtleidingen zijn niet weergegeven), dat opgesteld is boven een horizontaal raakvlak aan de platen 101, hetwelk ook boven een horizontaal raakvlak aan de draagprofielen 108b opgesteld is, en dat zodanig georiënteerd is dat de lucht die eruit wordt geblazen in hoofdzaak een richting heeft die een hoek ω vormt met het horizontale raaklijn in het bereik van 10° tot 30°. De vakman kan proefondervindelijk een geschikte diameter en druk vinden die voldoende groot is om de plaat 101 te doen kantelen. Het startogenblik waarop de perslucht moet aangelegd worden, en de duur kunnen eveneens proefondervindelijk bepaald worden. Mogelijkerwijze worden meerdere mondstukken 111 tegelijk gebruikt, die verspreid zijn opgesteld over de breedte van de plaat (in de diepterichting van het blad van FIG. 5). Door gebruik te maken van een aantal N mondstukken, bv. N=2 of N=3 of N=4 of N=5 of zelfs meer dan vijf, wordt de totale kracht die wordt uitgeoefend op de plaat 101 om deze doen te kantelen met dezelfde factor N groter. Echter kan het gebuikt van één mondstuk, en een perslucht met druk van enkele barg, bijvoorbeeld 2, 3, 4 of 5 barg, voldoende zijn om het gewenste effect te bekomen. Barg staat voor bar gauge ofte overdruk, uitgedrukt in bar, bovenop de heersende omgevingsdruk.

FIG. 6 toont een andere voorbeeldmatig mechanisme om de platen één voor één te kantelen, gebruikmakend van een persluchtsysteem. In FIG. 6 wordt een mondstuk 111 getoond (de persluchtleidingen zijn niet weergegeven), dat opgesteld is boven een horizontaal raakvlak aan de platen 101, hetwelk echter onder een horizontaal raakvlak aan de draagprofielen 108b opgesteld is, en dat zodanig georiënteerd is dat de lucht die eruit wordt geblazen in hoofdzaak een richting heeft die een hoek ω vormt met het horizontale raaklijn in het bereik van 10° tot 45°. De vakman kan proefondervindelijk een geschikte diameter en druk vinden die voldoende groot is om de plaat 101 te doen kantelen. Het startogenblik waarop de perslucht moet aangelegd worden, en de duur kunnen eveneens proefondervindelijk bepaald worden. Mogelijkerwijze worden meerdere mondstukken 111 tegelijk gebruikt, die verspreid zijn opgesteld over de breedte van de plaat (in de diepterichting van het blad van FIG. 5). Door gebruik te maken van een aantal N mondstukken, bv. N=2 of N=3 of N=4 of N=5 of zelfs meer dan vijf, wordt de totale kracht die wordt uitgeoefend op de plaat 101 om deze doen te kantelen met dezelfde factor N groter. Echter kan het gebuikt van één mondstuk, en een perslucht met druk van enkele barg, bijvoorbeeld 2, 3, 4, 5 of 6 barg, voldoende zijn om het gewenste effect te bekomen. Barg

B E2018/0048 staat voor bar gauge ofte overdruk, uitgedrukt in bar, bovenop de heersende omgevingsdruk.

In de voorbeelden getoond door middel van figuren 5 en 6, is het mondstuk het einde van een 1 inch tot 2 inch doormeter buis, waarvan het uiteinde tot een ellipsvormige opening 5 werd vervormd.

Voor elk van de kantelmechanismen getoond in figuren, omvat de oven verder een aandrijfeenheid en/of een stuureenheid (niet getoond) die het kantelmechanisme aanstuurt, bv. stapsgewijs, in de pas met de verplaatsing van de platen.

Hoewel specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding werden beschreven, zijn diverse wijzigingen mogelijk, die vallen binnen de beschermingsomvang van de conclusies, in de geest van de onderhavige uitvinding.

Claims

CONCLUSIES

1. - Een droogoven (400) voor het drogen van calciumsilicaathydraat (CSH) gebaseerde platen (101), omvattende:

- een verplaatsingssysteem (102) voor het verplaatsen van de CSH-gebaseerde platen van een ingang (103) van de droogoven naar een uitgang (104) van de droogoven in een doorlooprichting (X) waarbij de platen zich in een substantieel verticale positie bevinden, waarbij het verplaatsingssysteem (102) minstens een veelheid van dwarsprofielen (107) omvat waaraan telkens minstens twee steunprofielen (108) zijn bevestigd voor het steunen van een rugzijde van telkens één CSH-gebaseerde plaat (101);

de droogoven (100) verder een kantelmechanisme omvat aangepast om de CSHgebaseerde platen (101) te doen kantelen zodat ze steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel;

waarbij het kantelmechanisme voorzien is om de CSH-gebaseerde platen te doen kantelen op een moment dat de minstens twee steunprofielen geassocieerd met de plaat (101) die gekanteld dient te worden, zich nog in een substantieel verticale, achterwaarts gekantelde positie bevinden met het kenmerk dat het kantelmechanisme een persluchtsysteem omvat, dat voorzien is om de plaat (101) te doen kantelen voor het uitoefenen van een drukkracht door middel van perslucht, welk persluchtsysteem één of meerdere mondstukken (111) omvat die opgesteld zijn boven een horizontaal raakvlak aan de platen 101.
2. - Een droogoven (400) volgens conclusie 1, waarbij de steunprofielen (108) voorzien zijn om de CSH-gebaseerde platen (101) aan hun achterzijde (109) te steunen zodanig dat deze platen een eerste hellingshoek (α) vormen van 5° tot 15° ten opzichte van een verticale richting, en waarbij de steunprofielen (108) voorzien zijn om de gekantelde CSH-gebaseerde platen aan hun voorzijde (110) te ondersteunen zodanig dat deze platen een tweede hellingshoek (β) vormen van 1° tot 15° ten opzichte van een verticale richting.
3. - Een droogoven (100) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of de tweede hellingshoek (α, β) een hoek is in het bereik van 1° tot 10°.

B E2018/0048
4. Een droogoven (400) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het persluchtsysteem minstens één persluchtmond (111) omvat voorzien voor het uitstoten van perslucht onder een derde hellingshoek (ω) van 0° tot 45° ten opzichte van een horizontaal vlak.
5. Een droogoven (400) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de één of meerdere blaasmonden gemonteerd staan zodat de steunprofielen de blaasmonden zijdelings de blaasmonden passeren.
6. Een droogoven (400) volgens één van de conclusies 1 tot 4, waarbij de één of meerdere blaasmonden boven het horizontaal raakvlak aan steunprofielen worden gemonteerd.
7 Een droogoven (400) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de één of meerdere blaasmonden verstelbaar in hoogte zijn.
8. Een droogoven (400) volgens één der voorgaande conclusies,

- die verder aan haar ingang (103) een opnamemechanisme omvat voor het opnemen van te drogen platen vanuit een aanvoersysteem (112), en deze over te dragen op het verplaatsingssysteem (102); en

- die verder aan haar uitgang (104) een afnamemechanisme omvat voor het overdragen van gedroogde platen van het verplaatsingssysteem (102) naar een afvoersysteem (113), waarbij het kantelmechanisme zich bevindt tussen het opnamemechanisme en het afnamemechanisme.
9. - Een droogoven (400) volgens conclusie 8, waarbij het verplaatsingssysteem minstens twee gesloten kettingen (105, 106) omvat voor het verplaatsen van de veelheid van dwarsprofielen (107), en waarbij deze kettingen een rotatiezone doorlopen aan beide zijden van de droogoven waarbij de kettingen een rotatie van ongeveer 180° rond een as dwars op de doorlooprichting maken.

B E2018/0048
10. - Een droogoven (400) volgens conclusie 9, waarbij het kantelmechanisme zich bevindt in een zone van 3 meter voor de rotatiezone ter hoogte van het afnamemechanisme
11. - Een werkwijze voor het drogen van CSH gebaseerde platen (101) in een droogoven (400), omvattende de stappen van:

- het verplaatsen van de CSH gebaseerde platen (101) van een ingang (103) van de droogoven (100) naar een uitgang (104) van de droogoven (100) in een doorlooprichting (X) waarbij de platen zich in een substantieel verticale positie bevinden, gebruik makend van een verplaatsingssysteem (102) dat minstens een veelheid van dwarsprofielen (107) omvat waaraan telkens minstens twee steunprofielen (108) zijn bevestigd voor het steunen van een achterzijde (109) van telkens één CSH-gebaseerde plaat;

met het kenmerk dat de werkwijze verder de stap omvat van:

- het doen kantelen van de CSH-gebaseerde platen (101) zodat ze steunen tegen een stroomafwaarts gelegen steunprofiel (108) op de minstens twee steunprofielen geassocieerd met de plaat (101) die gekanteld dient te worden, zich nog in een substantieel verticale achterwaarts gekantelde positie bevinden waarbij de stap van het doen kantelen het uitoefenen van een kracht door middel van perslucht omvat welk persluchtsysteem één of meerdere mondstukken (111) omvat die opgesteld zijn boven een horizontaal raakvlak aan de platen 101.
12. - Een werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de CSH-gebaseerde platen (101) langs hun achterzijde (109) ondersteund worden onder een eerste hellingshoek (a) van 5° tot 15° ten opzichte van een verticale richting over een eerste gedeelte (121) van de droogoven, en waarbij de CSH-gebaseerde platen langs hun voorzijde (110) ondersteund worden onder een tweede hellingshoek (ß) van 1° tot 15° ten opzichte van een verticale richting over een tweede gedeelte (122) van de droogoven.
13. - Een werkwijze volgens één der conclusies 11 tot 12, die verder de stappen omvat van:

BE2018/0048

- het opnemen van de te drogen platen vanuit een aanvoersysteem (112), en het overdragen van de opgenomen plaat op het verplaatsingssysteem (102) van een droogoven aan een ingang (103) van de droogoven (400);

- het overdragen van de gedroogde platen vanuit het verplaatsingssysteem (102) naar

5 een afnamesysteem aan een uitgang (104) van de droogoven.
14. Het gebruik van een werkwijze volgens één der conclusies 11 tot 13 voor het drogen van platen, welke platen xonotliet en/of tobermoriet omvatten.

10
15. Het gebruik van een werkwijze volgens één der conclusies 11 tot 13 voor het drogen van platen die xonotliet omvatten.
16. Het gebruik van een werkwijze volgens één der conclusies 11 tot 13 voor het drogen van -platen die tobermoriet omvatten.