BE1025523A1 - Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers - Google Patents
Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers Download PDFInfo
- Publication number
- BE1025523A1 BE1025523A1 BE20175617A BE201705617A BE1025523A1 BE 1025523 A1 BE1025523 A1 BE 1025523A1 BE 20175617 A BE20175617 A BE 20175617A BE 201705617 A BE201705617 A BE 201705617A BE 1025523 A1 BE1025523 A1 BE 1025523A1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- buffer
- vowel
- water
- side walls
- cavity
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01C—CONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
- E01C11/00—Details of pavings
- E01C11/22—Gutters; Kerbs ; Surface drainage of streets, roads or like traffic areas
- E01C11/224—Surface drainage of streets
- E01C11/225—Paving specially adapted for through-the-surfacing drainage, e.g. perforated, porous; Preformed paving elements comprising, or adapted to form, passageways for carrying off drainage
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01C—CONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
- E01C5/00—Pavings made of prefabricated single units
- E01C5/06—Pavings made of prefabricated single units made of units with cement or like binders
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01C—CONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
- E01C2201/00—Paving elements
- E01C2201/20—Drainage details
- E01C2201/202—Horizontal drainage channels
- E01C2201/207—Horizontal drainage channels channels on the bottom
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A30/00—Adapting or protecting infrastructure or their operation
- Y02A30/30—Adapting or protecting infrastructure or their operation in transportation, e.g. on roads, waterways or railways
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Road Paving Structures (AREA)
Abstract
Bufferklinker met een balkvormig hol lichaam met een bufferholte (12) voor water of andere vloeistoffen, welke bufferholte (12) in geplaatste toestand van de bufferklinker (1) in een wegdek of dergelijke, wordt begrensd door een bovenwand (2) met een bovenvlak (3) en vier zijwanden (4-7) met een zijvlak (8-11) aan de buitenzijde van de bufferklinker (1), daardoor gekenmerkt dat er in de zijvlakken (8-11) geen uitsparing is die een vloeistofverbinding vormt tussen het bovenvlak (3) van de bufferklinker (1) en de voornoemde bufferholte (12) in de bufferklinker (1).
Description
Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers .
De huidige uitvinding heeft betrekking op een bufferklinker, meer bepaald op een bufferklinker die kan worden toegepast voor het aanleggen van straten, pleinen, parkings en dergelijke.
Bufferklinkers zijn reeds bekend bijvoorbeeld voor het tijdelijk bufferen van regenwater na een forse stortbui, waarbij het gebufferde water dan geleidelijk wordt afgestaan aan de onderliggende bodem zonder dat er plassen of overstromingen ontstaan omdat het water niet snel genoeg door de bodem kan worden opgenomen.
Bufferklinkers worden bijvoorbeeld ook toegepast in industriezones om vervuild regenwater te bufferen, bijvoorbeeld onder een steenkoolopslagplaats, waarbij er dan onder de bufferklinkers bijvoorbeeld ondoorlatende kunststoffolie of dergelijke wordt aangebracht.
De bekende bufferklinkers zijn voorzien van een interne bufferholte in de vorm van een buisvormige horizontale doorgang tussen twee overstaande zijden van de bufferklinker.
Dergelijke bufferklinkers worden in halfsteens verband geplaatst, met andere woorden in rijen die over een halve breedte van de bufferklinker ten opzichte van elkaar verschoven zijn met de voornoemde zijden tegen elkaar, één en ander zodanig dat de bufferholtes in de bufferklinkers
BE2017/5617 in een bepaalde rij afgedekt worden door de bufferklinkers in de aangrenzende rijen.
In minstens één van de voornoemde zijden is er een verticale uitsparing voorzien die een verbinding vormt tussen het bovenvlak van de bufferklinker en de bufferholte om langs daar water in de bufferbufferholte te kunnen opvangen en is er in minstens één van de betreffende zijden een andere uitsparing voorzien die een verbinding vormt tussen de bufferholte en de onderliggende bodem om via deze weg het water in de bufferholte vertraagd aan de bodem te kunnen afgeven.
Zulke bufferklinker is bijvoorbeeld bekend uit het BE 1.017.437 van dezelfde aanvrager.
Een nadeel van de beide zijvlakken die door de bufferholte met elkaar in verbinding staan, is dat het voegzand tussen de bufferklinkers met de tijd in de bufferholte spoelt.
Dit maakt dat de buf f erklinkers niet goed en langdurig kunnen worden opgevoegd en dat ze daardoor komen los te liggen. Dit maakt ook dat de randen worden beschadigd door het tegen elkaar botsen van de bufferklinkers te wijten aan het verkeer dat erover komt.
Doordat het wit voegzand wegspoelt naar die bufferholte kunnen ook zaadjes van planten en onkruid mee in de bufferholte spoelen waar ze kunnen kiemen en groeien, wat een vervuiling is en ook maakt dat de buf f ercapaciteit vermindert.
BE2017/5617
Dergelijke bekende bufferklinkers worden geproduceerd door beton in een matrijs te gieten, waarbij de bufferklinkers in een gekantelde positie worden gevormd met de voornoemde zijvlakken horizontaal en de doorgang tussen deze zijvlakken verticaal.
Door deze productiemethode is er op de breedte van de bufferklinkers tussen de voornoemde zijvlakken een tolerantieverschil van om en bij 2 millimeter.
Een nadeel hiervan is dat bij plaatsing van de bufferklinkers met de doorgang horizontaal en in een halfsteens verband, de bufferklinkers niet nauw tegen elkaar aansluiten, waardoor de voegen nog breder worden en het voornoemde nadeel van het uitspoelen van voegzand nog groter wordt.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een bufferklinker met een balkvormig hol lichaam met een bufferholte voor water of andere vloeistoffen, welke bufferholte in geplaatste toestand van de bufferklinker in een wegdek of dergelijke, wordt begrensd door een bovenwand met een bovenvlak en vier zijwanden met een zijvlak aan de buitenzijde van de bufferklinker, met als kenmerk dat er in de zijvlakken geen uitsparing is die een vloeistofverbinding vormt tussen het bovenvlak van de bufferklinker en de voornoemde bufferholte in de bufferklinker.
BE2017/5617
Doordat de bufferholte niet in verbinding staat met het loop- of rijvlak van het wegdek, is er ook geen kans op vervuiling door zand en zaden die naar de bufferholte zouden kunnen wegspoelen.
Bij voorkeur is de bufferholte van de bufferklinker open naar de onderzijde van de buf ferklinker toe en heeft de bufferklinker met andere woorden geen bodem.
Daardoor kan het in de bufferholtes gebufferde water gemakkelijk in de waterdoorlatende ondergrond doordringen eenmaal de grond niet meer is verzadigd na een fikse regenbui.
Bij voorkeur is de bufferholte in de bufferklinker ingesloten door de vier zijwanden die zich tot beneden uitstrekken.
Het voegzand, namelijk wit zand of een ander granulaat, blijft aldus zitten in de smalle voegen tussen de bufferklinkers. De bufferklinkers maken zo een strak geheel en kunnen heel traditioneel worden geplaatst en gevoegd.
Om het water van het bovenvlak naar de bufferholtes te kunnen afvoeren is de bufferklinker bij voorkeur helemaal of minstens gedeeltelijk uitgevoerd in een waterdoorlatend materiaal, bijvoorbeeld waterdoorlatend beton, waarbij bijvoorbeeld de bovenste laag van de bufferklinker in dit waterdoorlatend materiaal is uitgevoerd.
Het water sijpelt aldus doorheen het waterdoorlatend beton in de bufferholte. Dit maakt dat de bufferholte volledig is
BE2017/5617 afgeschermd van het rij- of loopvlak. Dit maakt dat er geen vervuiling door zand en zaden mogelijk is.
Alternatief of bijkomend is minstens één van de zijwanden in zijn zijvlak voorzien van een waterpasserende voeg, bijvoorbeeld in de vorm van een gootvormige uitsparing die een verbinding vormt tussen het bovenvlak en de onderzijde van de bufferklinker maar geen rechtstreekse verbinding vormt tussen de bufferholte en het bovenvlak van de bufferklinker.
Het water infiltreert op die manier onmiddellijk in de ondergrond. Als de ondergrond verzadigd is, buffert het water in de bufferholte en infiltreert het na de regenbui. Bij voorkeur wordt waterdoorlatend beton ook gebruikt voor de zijwanden.
In het geval de bovenste laag is gemaakt uit een waterdoorlatende laag, kunnen geen zuignappen worden gebruikt om de bufferklinkers te manipuleren bij plaatsing. Dan geniet het de voorkeur dat minstens twee tegenoverliggende zijvlakken van de bufferklinker bovenaan zijn voorzien van een uitsparing voor de bekken van een plaatsingsklem voor de machinale plaatsing van de bufferklinkers.
In geval waterpasserende voegen zijn voorzien in twee tegenoverliggende zijvlakken, dan kunnen deze ook dienst doen als voornoemde uitsparingen voor de bekken van een plaatsingsklem.
BE2017/5617
Om het gebufferde water te verdelen over de verschillende bufferklinkers geniet het de voorkeur dat de bufferklinkers langs hun onderzijde zijn voorzien van doorgangen of uitsparingen die een verbinding vormen tussen de zijvlakken en de bufferholte in bufferklinkerr waarbij deze uitsparingen bij voorkeur zodanig zijn dat zij op elkaar aansluiten wanneer de bufferklinkers in een halfsteens verband tegen elkaar aanliggen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de bufferklinker volgens de uitvinding de vorm van een holle kubus met een breedte en hoogte van de grootte-orde van 22 cm en een open onderzijde en hebben de zijwanden een dikte van de grootte-orde van 4 cm en de bovenwand een dikte van de grootte-orde van 8 cm.
Aldus bekomt men een zeer robuuste bufferklinker die grote belastingen kan dragen.
Bovendien bekomt men dan een relatief grote bufferholte van 14xl4xl4cm die in staat is grote hoeveelheden water te bufferen tot om en bij de 56 liter per m2 bestratings- of vloeroppervlakte, wat ver boven het wettelijk opgelegd minimum van 25 liter per m2 ligt.
De afmetingen kunnen vanzelfsprekend ook verschillend zijn naargelang de gewenste buffercapaciteit.
Door de bovenzijde van de bufferholte koepelvormig uit voeren en de verticale hoeken van de bufferholte een afronding te geven, kunnen de draagkracht van de
BE2017/5617 bufferklinker en de drukverdeling in de bufferklinker nog worden verbeterd.
Alternatief kan de bufferholte cilindervormig zijn uitgevoerd met een ronde kop en een diameter van om bij de 14 cm.
De uitvinding heeft ook betrekking op een bestrating of vloer die is aangelegd met bufferklinkers volgens de uitvinding die met hun open onderzijde naar onderen gericht in een halfsteens verband in rijen zijn gelegd die over de halve breedte van de bufferklinkers zijn verschoven, waarbij de uitsparingen of doorgangen onderaan de zijwanden van de bufferklinkers in verschillende rijen met elkaar in verbinding staan.
In sommige gevallen kan het nuttig zijn om onder de vloer een waterdichte laag te voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een pvc-folie of dergeiijke. Dat is bijvoorbeeld nuttig voor opslagplaatsen van steenkool waarbij het regenwater dat op de opslagvloer terecht komt, vervuild is en niet naar de bodem mag wegsijpelen, terwijl het belangrijk is dat het vervuilde water wordt gebufferd en kan worden afgevoerd om de onderste kolen de kans te geven om op te drogen.
De bufferklinkers kunnen in een gietmal worden gevormd met het bovenvlak van de bufferklinker naar onder of naar boven gericht.
De tolerantieverschillen in hoogte van de bufferklinker hebben geen invloed op de breedte van de bufferklinker die
BE2017/5617 geen tolerantieverschillen vertoont. Hierdoor kunnen de bufferklinkers steeds vlak tegen elkaar aansluiten zonder dat de tolerantieverschillen zich bij het leggen kunnen cumuleren of dat er ongewenst brede voegen tussen de bufferklinkers kunnen ontstaan.
Door deze manier van gieten kan het gietmateriaal worden aangetrild om ongewenste luchtbellen te vermijden zonder dat dit een invloed heeft op de maatvastheid in de breedte van de bufferklinkers.
De gietmethode laat ook toe om de bufferklinkers in lagen met verschillende kenmerken te gieten, bijvoorbeeld door waterdoorlatend beton te combineren met gewoon beton, of er kan ook gebruik worden gemaakt maken van kleurondersteunende granulaten die diverse nabewerkingen kunnen ondergaan zoals uitwassen, stralen, boucharderen, slijpen en dergelijke.
Bij het gieten met het bovenvlak naar onder gericht, kan gemakkelijk een reliëf worden gegeven aan het bovenvlak van de bufferklinker door de bodem van de gietmal te voorzien van de negatieve vorm van het gewenste reliëf.
Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn om het bovenvlak van de bufferklinker te voorzien van noppen voor blinde geleidingsstenen of van lijnen om ribbelstroken te maken naast veldwegen of om er architecturale tekeningen mee te maken.
BE2017/5617
In dit geval kan het voordelig zijn om de bodem van de mal omwisselbaar te maken en uit te voeren met verschillende motieven.
De bufferklinkers moeten niet noodzakelijk uit beton zijn vervaardigd maar ook andere grondstoffen komen in aanmerking. We spreken hier van beton, maar dit kan ook worden gemaakt met andere grondstoffen zoals granulaten die worden gebonden met hars of granulaten die worden gebonden met CO2 in plaats van met cement.
Bovenvlak en ondervlak van de bufferklinker worden hier gedefinieerd met de bufferklinker in geplaatste toestand met het bovenvlak naar boven gekeerd, ter vorming van rijof loopvlak van een weg, vloer, parking of dergelijke.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een bufferklinker volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin :
figuur 1 in perspectief een bufferklinker volgens de uitvinding weergeeft;
figuur 2 in perspectief de bufferklinker van figuur 1 toont langs onderen gezien;
figuur 3 een doorsnede toont volgens lijn III-III in figuur 1;
figuur 4 op grotere schaal het gedeelte toont dat in figuur 3 met de cirkel F4 is aangeduid;
BE2017/5617 figuur 5 een legpatroon weergeeft van een bestrating met bufferklinkers volgens figuur 1;
figuur 6 een onderaanzicht weergeeft van de bufferklinkers in figuur 5;
de figuren 7 tot 11 varianten tonen van een bufferklinker volgens de uitvinding;
figuur 12 een perspectiefzicht weergeeft van een gietvorm voor een bufferklinker volgens de uitvinding;
figuur 13 een alternatieve gietvorm toont;
figuur 14 een bufferklinker toont die gevormd werd in de gietvorm van figuur 13, doch na het ontmallen van de bufferklinker.
De in figuren 1 tot 4 weergegeven bufferklinker 1 bezit een balkvormig hol lichaam, in dit geval een holle kubus van beton of dergelijke, met een bovenwand 2 met een bovenvlak 3; vier zijwanden 4 tot 7, elk begrensd door een zijvlak 8 tot 11 aan de buitenzijde van de buf ferklinker 1 en een interne bufferholte 12 die open is aan de onderzijde 13 van de bufferklinker 1 en die ingesloten is tussen de bovenwand 2 en de zijwanden 4 tot 7.
De verticale randen 14 en de bovenranden 15 van de zijvlakken 8 tot 11 zijn bij voorkeur uitgevoerd als splintervrije randen doordat de zijvlakken 8 tot 11 over een zekere breedte A vanaf de randen 14 en 15 zijn voorzien van een verhoging 16 met een dikte van bijvoorbeeld 1 mm, zodat de randen van de bufferklinkers 1 die in een halfsteens verband zijn gelegd zoals getoond in figuur 5, over een zekere hoogte niet in contact komen met
BE2017/5617 aanliggende bufferklinkers 1 en daardoor ook niet kunnen worden beschadigd.
In twee tegenoverliggende zijwanden 6 en 7 is in de verhoging 16 bovenaan een uitsparing 17 voorzien voor de bekken van een plaatsingsklem waarmee de bufferklinkers tijdens het leggen kunnen worden gemanipuleerd.
De in de figuren weergegeven bufferklinkers zijn kubusvormig met een breedte B en B' van om en bij 22 cm en een hoogte of dikte C eveneens van om en bij 22 cm. Een andere dimensionering is natuurlijk niet uitgesloten.
De bovenwand 2 heeft bijvoorbeeld een dikte D van een 8-tal cm en de zijwanden 4 tot 7 een dikte E van een 4-tal cm, zodat een holte overblijft van om en bij 14x14x14 cm met een relatief grote buffercapaciteit.
Dergelijke bufferklinker 1 met relatief dikke wanden heeft een groot draagvermogen dat nog kan worden verbeterd door de onderzijde 18 van de bovenwand 2 uit te voeren als een koepelvormig gewelf en door de bufferholte 12 in de hoeken 19 af te ronden.
De tegenoverliggende zijwanden 4 en 5 zijn aan de onderzijde 13 voorzien van gootvormige uitsparingen, respectievelijk een centrale uitsparing 20 in de zijwand 4 en twee diagonale uitsparingen 20' in de hoeken van de zijwand 5 die zich symmetrisch uitstrekken ten opzichte van de bissectrices van deze hoeken. Zoals weergegeven in figuur 2 hebben de uitsparingen 20 en 20' een breedte F en
BE2017/5617
F' vari bijvoorbeeld 4 cm en een diepte van bijvoorbeeld 1 cm.
Wanneer de bufferklinkers 1 in halfsteens verband op een doorlaatbare ondergrond worden gelegd, zoals weergegeven in de figuur 5 en 6, bijvoorbeeld op een parking, dan worden de bufferstenen 1 in rijen 21 gelegd, waarbij de bufferstenen 1 in iedere rij 21 met hun zijvlakken 10 en 11 tegen elkaar aanliggen en met hun andere zijvlakken 8 en 9 aanliggen tegen de zijvlakken 8 en 9 van de bufferstenen 1 van de aangrenzende rijen 21.
De rijen 21 zijn volgens hun lengterichting X-X' over een halve breedte B/2 van de bufferklinkers 1 ten opzichte van elkaar verschoven, één en ander zodanig dat, zoals te zien in figuur 6, de uitsparingen 20 van de bufferklinkers 1 in één rij 21 aansluiten op de uitsparing 20' van de bufferklinkers 1 in een volgende rij 21, waardoor de bufferholtes van de bufferklinkers via de uitsparingen 20 en 20' met elkaar in verbinding staan.
Het is duidelijk dat er in dit geval in de zijvlakken 8 tot 11 geen verticale verbinding is tussen de bovenzijde van de bufferklinkers 1 die het wegdek vormen van de parking en de bufferholtes 12 in de bufferklinkers 1.
In dit geval kan het water via de smalle voegen naar de bodem doorsijpelen en bij verzadiging in de bufferholtes 12 gebufferd worden en via de uitsparingen 20 en 20' verdeeld worden over de bufferstenen 1.
BE2017/5617
In figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van een bufferklinker 1 volgens de uitvinding, waarbij er in dit geval in de zijvlakken 10 en 11 een waterpasserende verbrede voeg 22 in de zijvlakken 10 en 11 is voorzien in de vorm van een gootvormige uitsparing die over de volledige hoogte C van de bufferklinker 1 doorloopt en daardoor een verbinding vormt tussen het bovenvlak 3 en de onderzijde 13 van de bufferklinker 1.
Daardoor kan het hemelwater sneller naar de bodem worden afgevoerd.
Bij de alternatieve vorm van bufferklinker 1 van figuur 7 zijn de uitsparingen 20 en 20' in dit geval in beide tegenoverliggende zijwanden 4 en 5 centraal gelegen en uitgevoerd met een breedte F en F' die groter is dan de halve breedte B/2 van de betreffende zijwanden 4 en 5, zodanig dat ook in dit geval de uitsparingen 20 en 20' elkaar gedeeltelijk overlappen in de lengterichting X-X' van de rijen 21 en daardoor een verbinding vormen tussen de bufferholtes 13 van de bufferklinkers 1 in de verschillende rijen 21 onderling zoals te zien in figuur 8.
Een andere mogelijkheid om het water af te voeren naar de bufferholtes 12 kan erin bestaan om de bufferklinkers 1 minstens gedeeltelijk te vervaardigen uit een waterdoorlatend materiaal zoals waterdoorlatend beton, terwijl de rest van de klinker 1 kan gemaakt zijn in gewoon beton voor de sterkte van de bufferklinker 1.
In figuur 9 is een voorbeeld weergegeven van een dergelijke bufferklinker 1 waarbij een bovenste laag 23 is uitgevoerd
BE2017/5617 in waterdoorlatend beton en het onderste gedeelte 24 in gewoon beton, terwijl in figuur 10 een voorbeeld is gegeven waarbij omgekeerd het bovenste gedeelte 23 is uitgevoerd in gewoon beton en het onderste gedeelte 24 in waterdoorlatend beton.
In figuur 11 is een voorbeeld weergegeven van een bufferklinker 1 die volledig uit waterdoorlatend beton is vervaardigd.
In figuur 12 is bij wijze van voorbeeld een gietmal 25 weergegeven voor het vormen van een bufferklinker 1 volgens de uitvinding volgens het model van figuur Ί maar waarbij in dit geval de centrale uitsparingen 20 en 20' identiek zijn en zich over de volledige hoogte van de bufferholte 12 uitstrekken.
De gietmal 25 is in dit geval gevormd als een lege doos met een bodem 26 en vier opstaande wanden 27 die aan binnenzijde voorzien zijn van een reliëf 28 voor het vormen van de verhogingen 16 van de splintervrije randen 14 en 15 en van een reliëf 29 voor het vormen van de waterpasserende voeg 22 van de bufferklinker 1.
Voor het vormen | van de | bufferholte 12 | en | van | de | |
uitsparingen 20 en | 20' wordt | gebruik | gemaakt | van | een | buis |
of balk 30 die | sluitend | doorheen | gaten | 31 | in | twee |
tegenoverliggende | wanden 27 van | de gietmal | 25 | is |
aangebracht.
Om een bufferklinker te vormen, gietmal 25 gestort, waarbij wordt vloeibaar beton in de de onderzijde 13 van de
BE2017/5617 bufferklinker 1 wordt gevormd tegen de bodem 26 van de gietvorm 25.
Het vloeibaar beton kan ook in lagen in de gietmal 25 worden gestort, bijvoorbeeld eerst waterdoorlatend beton voor het vormen van de bovenste laag 23 van de bufferklinker 1 en vervolgens gewoon beton voor het onderste gedeelte 24 van de bufferklinker 1.
Eenmaal het beton voldoende is uitgehard kan de gevormde bufferklinker 1 worden ontmald door de gietmal 25 om te draaien. In geval de vorm van de buis 30 niet toelaat om op de gevormde bufferklinker 1 op die manier te ontmallen, bijvoorbeeld in het geval van een vorm van buis zoals in streeplijn weergegeven in figuur 12, dan kan voor het ontmallen de buis 30 eerst in axiale richting uit de gietmal 25 worden weggetrokken, om daarna de gietmal 25 om te keren.
In figuur 13 is een ander type van gietmal 25 weergegeven die in dit geval is samengesteld uit twee losse of losmaakbare delen, respectievelijk een ondermal 25' in de vorm van een bodem 26' en een bovenmal 25 die is samengesteld uit vier wanden 27' en een stempel 32 voor het vormen van de bufferholte 12.
In dit geval wordt het bovenvlak 2 van de bufferklinker 1 gevormd tegen de bodem 26' van de gietvorm 25.
De bodem 26' kan als dusdanig worden voorzien van een aangepast reliëf om het bovenvlak van de te vormen
BE2017/5617 bufferklinker 1 te voorzien van een bepaald motief, bijvoorbeeld het motief voor antislip ribbels.
Wanneer de betonklinker 1 voldoende is uitgehard, kan de bovenmal 25 worden omhoog getrokken terwijl de gevormde bufferplank op de bodem 26' blijft rusten tot wanneer hij voldoende is uitgehard om verder gemanipuleerd te worden voor stockage op paletten of dergelijke.
De bufferklinkers moeten. niet noodzakelijk op een doorlaatbare ondergrond worden aangebracht maar kan nuttig zijn op een ondoordringbare bodem, bijvoorbeeld bij aanleg van een opslagplaats voor koolsteen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een bufferklinker volgens de uitvinding kan volgens vele verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (15)
1. - Bufferklinker met een balkvormig hol lichaam met een bufferholte (12) voor water of andere vloeistoffen, welke bufferholte (12) in geplaatste toestand van de bufferklinker (1) in een wegdek of dergelijke, wordt begrensd door een bovenwand (2) met een bovenvlak (3) en vier zijwanden (4-7) met een zijvlak (8-11) aan de buitenzijde van de bufferklinker (1), daardoor gekenmerkt dat er in de zijvlakken (8-11) geen uitsparing is die een vloeistofverbinding vormt tussen het bovenvlak (3) van de bufferklinker (1) en de voornoemde bufferholte (12) in de bufferklinker (1).
2. - Bufferklinker volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de bufferholte (12) open is naar de onderzijde (13) van de bufferklinker (1) toe.
3. - Bufferklinker volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de bufferholte (12) in de bufferklinker (1) is ingesloten door de bovenwand (2) en de zijwanden (4-7).
4. ~ Bufferklinker volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens twee tegenoverliggende zijwanden (4,5), respectievelijk een eerste en een tweede zijwand, doorlopen tot de onderzijde (13) van de bufferklinker (1) en dat deze zijwanden (4,5) onderaan zijn voorzien van doorgangen of uitsparingen (die een verbinding vormen tussen het zijvlak van de betreffende zijwand en de bufferholte, waarbij de doorgangen of uitsparingen (20,20') die zodanig zijn dat wanneer de bufferklinkers (1) in rijen
BE2017/5617 (21) in halfsteens verband met deze zijwanden (4,5) tegen elkaar worden geplaatst, deze doorgangen of uitsparingen (20,20') met elkaar in verbinding staan zodat de bufferholtes (12) van de bufferklinkers (1) van aangrenzende rijen (21) met elkaar in verbinding staan.
5. - Bufferklinker volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde doorgangen of uitsparingen (20,20') worden gevormd door een centrale uitsparing (20) in de eerste zijwand (4) en twee gootvormige uitsparingen (20') in de hoeken aan de tegenoverliggende tweede zijwand (5).
6. - Bufferklinker volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde doorgangen of uitsparingen (20,20') worden gevormd door een centrale uitsparing in de twee tegenoverliggende eerste en tweede zijwand (4,5), welke uitsparingen (20,20') een breedte (F) hebben die groter is dan de halve breedte (B/2) van de betreffende zijwanden (4,5) .
7. Bufferklinker volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in minstens één van de zijwanden (6,7), die de voornoemde eerste en tweede zijwand (4,5) met elkaar verbinden, een waterpassende verbrede voeg (22) in het zijvlak (8,9) is voorzien in de vorm van een gootvormige uitsparing die een verbinding vormt tussen het bovenvlak (3) en de onderzijde (13) van de buf ferklinker (1) .
8. - Bufferklinker volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij minstens gedeeltelijk is vervaardigd uit een waterdoorlatend materiaal.
BE2017/5617
9. - Bufferklinker volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat hij volledig is vervaardigd uit een waterdoorlatend materiaal of dat enkel een bovenste of een onderste laag is vervaardigd uit een waterdoorlatend materiaal.
10. - Bufferklinker volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat hij vervaardigd uit beton, meer speciaal uit waterdoorlatend beton voor het gedeelte dat waterdoorlatend is.
11.- Bufferklinker volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens twee tegenoverliggende zijvlakken 10,11) bovenaan zijn voorzien van een uitsparing (17) voor de bekken van een plaatsingsklem.
12.- Bufferklinker volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij de vorm bezit van een holle kubus met een breedte (B,B' ) en hoogte (C) van de grootteorde van 22 cm.
13.- Bufferklinker volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden (4 tot 7) een dikte (D) bezitten van de grootte-orde van 4 cm en de bovenwand (2) een dikte (E) bezit van de grootte-orde van 8 cm.
14.“ Bufferklinker volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de bufferholte (12) een koepelvormige bovenzijde (18) heeft en dat de verticale hoeken (19) zijn afgerond.
BE2017/5617
15.- Bufferklinker volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de bufferholte (12) cilindervormig is met een ronde kop en een diameter van om bij 14cm.
16.- Bufferklinker volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van splintervrije randen (14,15) doordat de verticale randen (14) en de bovenranden (15) van de zijvlakken (8-11) over een zekere breedte (A) zijn voorzien van een verhoging (16).
17. - Bestrating of vloer, daardoor gekenmerkt dat de bestrating of vloer is aangelegd met bufferklinkers (1) volgens één van de voorgaande conclusies door de bufferklinkers (1) in een halfsteens verband te leggen in rijen (21) die over de halve breedte (B/2) van de bufferklinkers (1) zijn verschoven, waarbij de bufferklinkers (1) van opeenvolgende rijen (21) met hun eerste en tweede zijvlakken (8,9) tegen elkaar aanliggen.
18. - Bestrating of vloer volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat onder de bufferklinkers (1) een waterdichte laag is voorzien.
19. - Gietmal voor het gieten van een bufferklinker volgens één van de conclusies 1 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de gietmal (25) de negatieve vorm heeft van de te vormen bufferklinker (1), waarbij de bodem (26,26') van de gietmal (25) de negatieve vorm heeft van de onderzijde (13) van de te vormen bufferklinker (1).
20. - Gietmal voor het vormen van een bufferklinker volgens één van de conclusies 1 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de
BE2017/5617 gietmal (25) de negatieve vorm heeft van de te vormen bufferklinker (1), waarbij de bodem (26,26') van de gietmal (25) de negatieve vorm heeft van het bovenvlak (3) van de te vormen bufferklinker (1).
21. - Gietmal volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de gietmal (25) uit minstens twee delen (25',25) bestaat, zijnde een ondermal (25') in de vorm van een bodem (26') en een afneembare bovenmal (25).
22. - Werkwijze voor het vormen van een bufferklinker volgens één van de conclusies 1 tot 16, daardoor gekenmerkt dat gebruik gemaakt wordt van een gietmal (25) volgens één van de conclusies 19 tot 21 waarbij een gietbaar materiaal
15 in lagen in de gietmal (25) wordt aangebracht ter vorming van minstens twee lagen (23,24) van een verschillend materiaal, bijvoorbeeld een waterdoorlatende laag en een niet-waterdoorlatende laag.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2017/5617A BE1025523B1 (nl) | 2017-09-04 | 2017-09-04 | Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers |
EP18192040.6A EP3450627A1 (en) | 2017-09-04 | 2018-08-31 | Paving stone and paving or floor with such paving stones |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2017/5617A BE1025523B1 (nl) | 2017-09-04 | 2017-09-04 | Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1025523A1 true BE1025523A1 (nl) | 2019-03-29 |
BE1025523B1 BE1025523B1 (nl) | 2019-04-05 |
Family
ID=59982203
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2017/5617A BE1025523B1 (nl) | 2017-09-04 | 2017-09-04 | Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3450627A1 (nl) |
BE (1) | BE1025523B1 (nl) |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR8855E (fr) * | 1907-12-05 | 1908-07-11 | Felix Langlet | Système de pavés pour chaussées |
DE9301609U1 (de) * | 1993-02-05 | 1993-05-27 | Korff, Ernst, 3410 Northeim | Platte zur Erstellung eines Gehweges |
BE1017437A3 (nl) * | 2007-01-18 | 2008-09-02 | Verbruggen Robert | Steen. |
EP2236670A3 (de) * | 2009-03-25 | 2012-02-01 | Windmolders Beton N.V | Wasserdurchlässiger Pflasterstein und Verfahren zu seiner Herstellung |
DE202015006798U1 (de) * | 2015-09-29 | 2016-03-30 | Rolf Gschwind | Bauelement zur Verwendung im Pflasterbau |
-
2017
- 2017-09-04 BE BE2017/5617A patent/BE1025523B1/nl active IP Right Grant
-
2018
- 2018-08-31 EP EP18192040.6A patent/EP3450627A1/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3450627A1 (en) | 2019-03-06 |
BE1025523B1 (nl) | 2019-04-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP2454416B1 (en) | Surfaces using structural modules | |
CA2712041C (en) | Pavedrain | |
CN204875442U (zh) | 人行道地砖及人行道 | |
BE1014060A3 (nl) | Wegverharding. | |
BE1015117A5 (nl) | Prefabelement en werkwijze voor het vervaardigen ervan. | |
BE1025523B1 (nl) | Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers | |
KR20110132880A (ko) | 단지 토목, 조경, 도로, 공원용 한 쌍의 경계석 및 경계석 받침을 동시에 설치할 수 있는 콘크리트 레벨링 시공 장치 및 이를 이용한 단지 토목, 조경, 도로, 공원용 한 쌍의 경계석 및 경계석 받침을 동시에 설치할 수 있는 콘크리트 레벨링 시공 방법 | |
US1922462A (en) | Street marker, construction form, and screed | |
EP1947243B1 (en) | Paving | |
KR20170030170A (ko) | 블록 포장용 패드 및 이를 이용한 블록 포장 방법 | |
KR20100005687U (ko) | 투수홈이 형성된 보도블럭용 포석 케이스 | |
JP2006192674A (ja) | 凹溝付きコンクリートブロックの製造方法 | |
NL1019992C2 (nl) | Geprefabriceerd constructie-element voor toepassing in een busperron, vluchtheuvel, verkeersgeleider of dergelijke. | |
JP6637309B2 (ja) | 集水機能を有するコンクリート二次成形品集水機能を有するコンクリート二次成形品を多数用いて構成された道路構造物集水機能を有するコンクリート二次成形品の成形方法 | |
JP2016079592A (ja) | 舗装構造 | |
BE1021443B1 (nl) | Bestratingssteen en het gebruik ervan | |
CN212357856U (zh) | 一种利用污泥添加土壤固化剂生产的路面砖 | |
NL2005786C2 (nl) | Straatsteenelement, een elementenverharding en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
NL1038017C2 (nl) | Drainage van bestrating. | |
NL1031863C2 (nl) | Elementsysteem voorzien van een flexibele verbinding. | |
JP3829306B2 (ja) | 舗装体 | |
NL1002959C2 (nl) | Bestratingselement alsmede werkwijze ter vervaardiging daarvan. | |
NL1019754C2 (nl) | Klinker en bestrating met dergelijke klinker. | |
US228700A (en) | Curbing and guttering for sidewalks | |
BE1025375B1 (nl) | Afboordelement voor gepolierde terrassen |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20190405 |