BE1025137B1

BE1025137B1 - Diervoeder materiaal

Info

Publication number: BE1025137B1
Application number: BE2017/5984A
Authority: BE
Inventors: Tim augustus GOOSSENS; IMMERSEEL Filip Florimond Magdalena VAN; René KWAKKEL; Pierre Clément Antoine MOQUET; Lonneke ONRUST
Original assignee: Nutri-Ad International Nv
Priority date: 2017-12-22
Filing date: 2017-12-22
Publication date: 2018-11-09
Also published as: AU2018390914B2; JP7268030B2; JP2021506327A; RU2020120060A; US11533934B2; CA3084721A1; CN111867387B; KR20200123410A; ZA202003372B; BR112020012501A8; BR112020012501A2; EP3727023A1; US20210186057A1; WO2019122112A1; CN111867387A; MX2020006541A; AU2018390914A1

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van voeder voor dieren, in het bijzonder op een voedermiddel dat effectief is bij het voorkomen en/of behandelen van pathogene infecties bij (pluim)vee en/of bij het verhogen van de efficiëntie bij de productie van (pluim)vee. Er is gevonden dat enterale toediening van polysaccharide butyryl esters aan dieren resulteert in verhoogde butyraatconcentraties in het lagere darmkanaal. Dit leidt onder andere tot een verminderde aanwezigheid van pathogenen in het lagere darmkanaal en uitwerpselen en tot betere resultaten van de groeiprestatie in vergelijking met andere butyraatpreparaten of -producten. Derhalve verschaft de onderhavige uitvinding nieuwe polysaccharide butyryl esters, samenstellingen, zoals voedermateriaal en/of voeder, omvattende de polysaccharide butyryl esters, evenals de toepassingen van de polysaccharide butyryl esters als toevoegingsmiddel, b.v. voor het voorkomen of behandelen van pathogene infecties bij (pluim)vee en/of het verhogen van de efficiëntie in de (pluim)veehouderij.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

NUTRI-AD INTERNATIONAL NV

9200, DENDERMONDE

België (72) Uitvinder(s) :

GOOSSENS Tim augustus

9220 HAMME

België

VAN IMMERSEEL Filip Florimond Magdalena 9810 EKE

België

KWAKKEL René

6703 GH WAGENINGEN

Nederland

MOQUET Pierre Clément Antoine

6701 CT WAGENGEN

Nederland

ONRUST Lonneke

9050 LEDEBERG

België (54) DIERVOEDER MATERIAAL (57) De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van voeder voor dieren, in het bijzonder op een voedermiddel dat effectief is bij het voorkomen en/of behandelen van pathogene infecties bij (pluim)vee en/of bij het verhogen van de efficiëntie bij de productie van (pluim)vee. Er is gevonden dat enterale toediening van polysaccharide butyryl esters aan dieren resulteert in verhoogde butyraatconcentraties in het lagere darmkanaal. Dit leidt onder andere tot een verminderde aanwezigheid van pathogenen in het lagere darmkanaal en uitwerpselen en tot betere resultaten van de groeiprestatie in vergelijking met andere butyraatpreparaten of-producten. Derhalve verschaft de onderhavige uitvinding nieuwe polysaccharide butyryl esters, samenstellingen, zoals voedermateriaal en/of voeder, omvattende de polysaccharide butyryl esters, evenals de toepassingen van de polysaccharide butyryl esters als toevoegingsmiddel, b.v. voor het voorkomen of behandelen van pathogene infecties bij (pluim)vee en/of het verhogen van de efficiëntie in de (pluim)veehouderij.

o

Ou 4u 6u 24u

Tijd (uur)

-«-XOS

-*“CAB —Cellulose

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie	Publicatienummer: 1025137 Nummer van indiening: BE2017/5984
Dienst voor de Intellectuele Eigendom	Internationale classificatie: A23K 20/158 A23K 20/163 A23K 50/75 Datum van verlening: 09/11/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 22/12/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

NUTRI-AD INTERNATIONAL NV, Hoogveld 93, 9200 DENDERMONDE België;

vertegenwoordigd door

NLO BVBA, Technologiepark 19, 9052, ZWIJNAARDE- GENT;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: DIERVOEDER MATERIAAL.

UITVINDER(S):

GOOSSENS Tim augustus, Akkerstraat 21, 9220, HAMME;

VAN IMMERSEEL Filip Florimond Magdalena, Eikenstraat 7, 9810, EKE;

KWAKKEL René, Koenenlaan 2, 6703 GH , WAGENINGEN;

MOQUET Pierre Clément Antoine, Niemeierstraat 26-2, 6701 CT, WAGENGEN;

ONRUST Lonneke, Willem Blanckestraat 32, 9050, LEDEBERG;

VOORRANG :

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag :

Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 09/11/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5984

DIERVOEDER MATERIAAL

Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van veevoer voor dieren, in het bijzonder op een voedermiddel dat effectief is bij het voorkomen en/of behandelen van pathogene infecties bij vee en/of bij het verhogen van de efficiëntie bij de productie van vee.

Achtergrond van de uitvinding

De groeiende wereldwijde vraag naar dierlijke producten vereist nieuwe strategieën die de efficiëntie van de veehouderij verhogen. Optimalisatie van het gebruik van nutriënten is een essentieel onderdeel van dergelijke strategieën. Consumenten- en overheidsfocus op voedselveiligheid, verlaging van de milieuimpact, beter dierenwelzijn en een verstandig antibacterieel gebruik leiden tot extra eisen aan de veehouderij.

Een specifiek aandachtspunt in de veehouderij is de uitroeiing van pathogenen, zoals Salmonella en andere pathogene bacteriën. Salmonella is een van de belangrijkste oorzaken van door voedsel overgedragen infecties bij de mens, voornamelijk als gevolg van de consumptie van vlees van pluimvee of besmette eieren. De landbouwsector tracht het aantal Sa/mone//a-infecties te verminderen door verschillende maatregelen te nemen zoals vaccinatie, intensieve hygiënische maatregelen en/of toediening van antibiotica, probiotica, aanzuurmiddelen of vetzuren met een korte en middellange keten en zouten daarvan.

Onlangs hebben de bacteriostatische effecten van vluchtige korte keten vetzuren op gram-negatieve bacteriën de aandacht getrokken. De groep vluchtige korte keten vetzuren bestaat uit biologisch afbreekbare zwakke organische zuren die in staat zijn pathogene micro-organismen te elimineren zonder de darmmicroflora significant te beïnvloeden. Het is aangetoond dat vluchtige korte keten vetzuren de groei van Escherichia coli hemolytische stammen met 50 procent kunnen remmen. Een aantal korte keten vetzuursamenstellingen zijn ontwikkeld voor gebruik als een toevoegingsmiddel voor het verkrijgen van reducties van pathogenen bij dieren.

BE2017/5984

EP1354520 beschrijft een toevoegingsmiddel dat een microcapsule is die nboterzuur omvat in een matrix die een lipidestructuur (was) omvat en de bereiding ervan door sproeikoeling omvat. Volgens EP1354520 is micro-encapsulering van boterzuur in het bijzonder nuttig om de moeilijkheden geassocieerd met de vluchtigheid en ranzige geur van boterzuur tegen te gaan, welke moeilijkheden bij de hantering als een toevoegingsmiddel veroorzaken. In EP1354520 wordt ook gesuggereerd dat de formulering stabiel is tegen maagafbraak.

F. Van Immerseel et al. (2005 Poultry Science 84: 1851-1856) vergeleken het effect van boterzuur met boterzuur ingebed in een vetmatrix bij gebruik als een toevoegingsmiddel voor gevogelte. Zij rapporteerden dat kolonisatie van caeca door Salmonella en fecale uitscheiding van Salmonella significant lagerwas in de groep die boterzuur dat was ingebed in een vetmatrix toegediend kreeg.

W02007/124949 beschrijft het gebruik van 3-hydroxyboterzuur en poly-3hydroxyboterzuurverbindingen als toevoegingsmiddel.

BE1023491 beschrijft een toevoegingsmiddel omvattende boterzuur in een wasmatrixdie microkristallijne was omvat, en de productie ervan door smeltextrusie.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om toevoegingsmiddelen te verschaffen die een verbeterde effectiviteit bezitten bij het voorkomen of behandelen van pathogene infecties bij (pluim)vee en/of bij het verhogen van de efficiëntie bij (pluim)vee productie.

Samenvatting van de uitvinding

De huidige uitvinders hebben verrassend gevonden dat deze doelstellingen bereikt kunnen worden met bepaalde esters van polysaccharide en boterzuur.

Er is gevonden dat enterale toediening van polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding aan (pluim)vee dieren resulteert in verhoogde butyraatconcentraties in het lagere darmkanaal. De onderhavige uitvinders nemen aan dat dit correleert met de effectiviteit van de polysaccharide butyryl esters op pathogene aanwezigheid in het lagere darmkanaal en feces die is waargenomen tijdens in vivo proeven. Er werd ook verrassend gevonden dat toediening van de polysaccharide butyryl esters resulteerde in superieure groeiprestaties vergeleken met andere butyraatformuleringen of producten. De polysaccharide butyryl esters volgens de onderhavige uitvinding verschaffen de zeer wenselijke combinatie van

BE2017/5984 verbeterde gemiddelde dagelijkse gewichtstoename (ADG) en gemiddelde dagelijkse voedselinname (ADFI) gecombineerd met verminderde voederconversie ratio (FCR) en sterfte tijdens de suppletieperiode zonder nadelige effecten te vertonen tijdens de finisher-periode.

Van boterzuur wordt aangenomen dat het de groei van de darmvilli stimuleert en / of de ontwikkeling van gastro-enterische micro-organismen beïnvloedt. Er wordt ook aangenomen dat boterzuur bij een lage dosis de expressie van genen betrokken bij de invasie van Salmonella kan verlagen. Andere gunstige effecten die de uitvinders voorzien bij het gebruik van de polysaccharide butyryl samenstellingen van de onderhavige uitvinding kunnen een verbeterde retentie van intestinale inhoud in de dunne darm, een verbeterde vertering / absorptie van methionine en / of een meer diverse microbiële populatie in het lagere darmkanaal omvatten.

De oorsprong van de verhoging van de boterzuurconcentratie kan een prebiotisch effect zijn (bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, een prebiotisch effect op boterzuur producerende bacteriën), directe afgifte van boterzuur als gevolg van afbraak van de polysaccharide butyryl ester, elk ander mechanisme dat resulteert in een verhoging van de boterzuurconcentratie of een combinatie daarvan. Zonder aan enige theorie gebonden te willen zijn, menen de onderhavige uitvinders dat de effecten waargenomen voor de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding ook kunnen correleren met een verhoogde aanwezigheid van microorganismen die in staat zijn tot polysaccharide fermentatie in het lagere maagdarmkanaal vergeleken met het hogere maagdarmkanaal.

Derhalve verschaft de onderhavige uitvinding nieuwe polysaccharide butyryl esters, samenstellingen, zoals toevoegingsmiddelen en/of dierenvoer, omvattende de polysaccharide butyryl esters, evenals het gebruik van de polysaccharide butyryl esters als toevoegingsmiddel, b.v. voor het voorkomen of behandelen van pathogene infecties bij (pluim)vee en/of het verhogen van de efficiëntie in (pluim)vee productie.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving en de bijgevoegde voorbeelden.

BE2017/5984

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een voederkwaliteit samenstelling die een polysaccharide butyryl ester omvat.

Boterzuur is een vluchtig korte keten vetmonocarbonzuur met de molecuulformule CH3-CH2-CH2-COOH. De termen boterzuur en butyraat zoals hierin gebruikt, worden onderling uitwisselbaar gebruikt en moeten worden opgevat als respectievelijk de geprotoneerde (zuur, boterzuur) en gedeprotoneerde (geconjugeerde base, butyraat) vormen. De vakman zal begrijpen dat boterzuur, aangezien het een zwak zuur is, indien opgelost in een waterig medium normaal aanwezig is in zowel geprotoneerde als gedeprotoneerde vorm, waarbij de concentratie van elke vorm afhangt van de pH van het medium. De zuurvorm kan worden geabsorbeerd door de darmwanden en door de celmembranen van microorganismen.

Zoals hierin gebruikt, verwijst de term polysaccharide butyryl ester naar verbindingen die, algemeen gesteld, een polysaccharidemolecuul omvatten als het centrale deel, welk polysaccharidemolecule gederivatiseerd/gesubstitueerd is met een groot aantal boterzuurmoleculen door de vorming van esterbindingen tussen de carbonzuurgroep van het boterzuurmolecuul en een hydroxylgroep van het polysaccharide.

Zoals hierin gebruikt, verwijst de term polysaccharide naar polymeren die een skelet omvatten dat herhalende monosaccharide of disaccharide eenheden en/of herhalende gederivatiseerde monosaccharide of disaccharide eenheden omvat, typisch cyclische pentosen, in het bijzonder C5 aldosen of ketosen of cyclische hexosen, in het bijzonder C6 aldosen of ketosen. Niet-beperkende voorbeelden van Cs-Cß-aldosen omvatten allose, altrose, glucose, mannose, gulose, idose, galactose, talose, ribose, arabinose, xylose, lyxose. Niet-beperkende voorbeelden van Cs-Cß-ketosen omvatten ribulose, xylulose, fructose, sorbose en tagatose. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term monosaccharidederivaten naar elke chemisch of enzymatisch gemodificeerde monosaccharide eenheid.

Het polysaccharide kan een homopolysaccharide of heteropolysaccharide zijn, bij voorkeur een homopolysaccharide.

Het polysaccharide kan gemodificeerd of niet gemodificeerd zijn. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorzien in een polysaccharide

BE2017/5984 butyryl ester, waarbij het polysaccharide geselecteerd is uit de groep bestaande uit zetmelen, gemodificeerde zetmelen, amylopectine, gemodificeerde amylopectin, amylose, gemodificeerde amylose, chitosan, chitin, guar-gom, gemodificeerde guargom, johannesbroodpitmeel, tara-gom, konjac-gom, konjac-bloem, fenegriekgom, mesquitegom, aloë-mannanen, gemodificeerde cellulose, geoxideerde Polysacchariden, gesulfateerde polysacchariden, kationische polysacchariden, arabische gom, karayagom, xanthaan, kappa, iota of lambda-carrageenans, agaragar, alginaten, callose, laminarine, chrysolaminarine, xylan, mannan, galactomannan, hemicellulose, pectine, arabinoxylan, xanthaangom, nigeran, isolichenan, laminaran, lichenan, glycogeen, pullulan, dextran, pustulan, inuline, gras levans, carrageen, galactocarolose, rhodymenan fucoïdan, agarose, porfyran, alginezuur, keratosulfaat, chondroïtine, chrondroïtinesulfaten, héparine en cellulose, bij voorkeur uit de groep bestaande uit hemicellulose, zetmeel en cellulose, met de meeste voorkeur is het polysaccharide cellulose. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een polysaccharide butyryl ester verschaft, waarbij het polysaccharide wordt gekozen uit de groep bestaande uit in water onoplosbare polysacchariden.

Voor de doeleinden van de onderhavige uitvinding kan de polysaccharide butyryl ester chemisch, enzymatisch, fermentatief, door biosynthese door een natuurlijk of genetisch gemodificeerd organisme, etc. worden gevormd. Typisch wordt volgens de uitvinding de polysaccharide butyryl ester geproduceerd door verestering van een polysaccharide zoals zuurgekatalyseerde verestering.

De hoeveelheid substituentgroepen aan de (anhydro) monosaccharideeenheden van polysacchariden kan worden aangeduid door gewichtspercentage of door het gemiddelde aantal substituentgroepen bevestigd aan de ring, een concept bekend bij polysaccharidechemici als substitutiegraad (D.S.). In het geval van een C6 monosaccharide, als alle drie beschikbare posities op elke eenheid zijn gesubstitueerd, wordt de D.S. aangeduid als 3; indien een gemiddelde van twee op elke ring is gesubstitueerd, wordt de D.S. aangeduid als 2, enz. Analoog daaraan kan de hoeveelheid substituentgroepen op de polysacchariden worden uitgedrukt als een percentage van de beschikbare posities die zijn gesubstitueerd.

In één uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het polysaccharide butyryl ester een gemiddeld aantal butyrylgroepen per monosaccharide-eenheid (D.S.)

BE2017/5984 binnen het bereik van 0.1-4. Bijvoorbeeld, in overeenstemming met de genoemde uitvoeringsvorm, kan de DS ten minste 0.25, ten minste 0.5, ten minste 0.75, ten minste 1.0, ten minste 1.25, ten minste 1.5, ten minste 1.75, ten minste 2.0, ten minste 2.25 of ten minste 2.5 bedragen en/of kan deze minder zijn dan 3.75, minder dan 3.5, minder dan 3.25 of minder dan 3.

In voorbeelduitvoeringsvormen ligt de DS binnen het bereik van 0.5-3.5, binnen het bereik van 1.0-3.25, binnen het bereik van 1.5-3, of binnen het bereik van 2.0-2.95.

In een bijzonder geprefereerde uitvoeringsvorm van de uitvinding is de polysaccharide butyryl ester een cellulose butyryl ester met een gemiddeld aantal butyrylgroepen per monosaccharide-eenheid (DS) in het bereik van 0.1-4, bij voorkeur 1-3.5, bij voorkeur 1.75-3.25, bij voorkeur 2.25-3, bij voorkeur 2.5-2.95.

In andere uitvoeringsvormen heeft het polysaccharide butyryl ester een butyrylgehalte van ten minste 5 gew.% op basis van het gewicht van het polysaccharide butyryl ester , bij voorkeur ten minste 10 gew.%, ten minste 15 gew.%, ten minste 20 gew.%, ten minste 25 gew.%, ten minste 30 gew.%, ten minste 35 gew.%, ten minste 40 gew.%, ten minste 45 gew.%, ten minste 50 gew.% of ten minste 55 gew.%. In uitvoeringsvormen van de uitvinding is het polysaccharide butyryl ester een cellulose butyryl ester gekenmerkt door een butyryl-gehalte in het bereik van 5-80 gew.% op basis van het gewicht van het polysaccharide butyryl ester, bij voorkeur 25-70 gew.%, 40-60 gew. % of 50-56 gew.%.

In andere uitvoeringsvormen heeft het polysaccharide butyryl ester een butyrylgehalte, uitgedrukt als het percentage van de beschikbare polysaccharide hydroxylgroepen dat is gesubstitueerd, van ten minste 5%, bij voorkeur ten minste 10%, ten minste 15%, ten minste 20%, tenminste 25%, tenminste 25%, tenminste 30%, tenminste 35%, tenminste 40%, tenminste 45%, tenminste 50% of tenminste 55%. In andere uitvoeringsvormen heeft het polysaccharide butyryl ester een butyrylgehalte dat resulteert in een substitutiegraad, uitgedrukt als het percentage van de beschikbare polysaccharide hydroxylgroepen dat is gesubstitueerd, van 100% of minder, b.v. minder dan 99%, minder dan 98%, minder dan 97%, minder dan 95%, minder dan 90%, minder dan 85%, minder dan 80% of minder dan 75%.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding is het polysaccharide butyryl ester een cellulose butyryl ester gekenmerkt door een butyryl-gehalte, uitgedrukt als het

BE2017/5984 percentage van de beschikbare polysaccharide hydroxylgroepen dat is gesubstitueerd, in het bereik van 5-80%, bij voorkeur 25-70%, 40-60%, of 50-56%.

In andere voorkeursuitvoeringsvormen omvatten de polysaccharide butyryl esters volgens de uitvinding tevens acetyl ester groepen. In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat de polysaccharide butyryl ester butyryl en acetyl groepen in een molaire verhouding van ten minste 1/1, bij voorkeur ten minste 1,5/1, ten minste 2/1, ten minste 2,5 /1, ten minste 3/1, ten minste 3,5 /1, ten minste 4/1, ten minste 5/1, ten minste 6/1, ten minste 7/1, ten minste 8/1, ten minste 9/1 often minste 10/1. In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat het polysaccharide butyryl ester butyryl en acetyl groepen in een molaire verhouding van minder dan 100/1, bij voorkeur minder dan 75/1, minder dan 50/1, minder dan 40/1 minder dan 30/1 minder dan 25/1 minder dan 20/1 of minder dan 15/1. In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat het polysaccharide butyryl ester acetyl groepen en is het polysaccharide butyryl ester gekarakteriseerd door een acetyl gehalte van ten minste 1 gew.% op basis van het gewicht van het polysaccharide butyryl ester, bij voorkeur ten minste 2 gew.%, bij voorkeur ten minste 3 gew.%. In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat het polysaccharide butyryl ester acetyl groepen en is het polysaccharide butyryl ester gekarakteriseerd door een acetyl gehalte van ten hoogste 10 gew.% op basis van het gewicht van het polysaccharide butyryl ester, bij voorkeur ten hoogste 8 gew.%, bij voorkeur ten hoogste 5 gew.%.

In overeenstemming met de uitvinding is het polysaccharide butyryl ester een cellulose butyryl ester gekenmerkt door een acetylgehalte in het bereik van 0,1-60 gew.% op basis van het gewicht van het cellulose butyryl ester, bij voorkeur 0,5-45 gew.%, bij voorkeur 1-30 gew.%, bij voorkeur 2-15 gew.%, bij voorkeur 3-10 gew.%, bij voorkeur 4-6 gew.%.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de polysaccharide butyryl ester een getalgemiddelde molecuulmassa (M_n) hebben in het bereik van 2000-1.000.000 g/mol, bij voorkeur binnen het bereik van 5.000-500.000 g/mol, 7.000-250.000 g/mol, 10.000-100.000 g/mol, 12.000-50.000 g/mol, 13.000-25.000 g/mol of 15.000-17.000 g/mol.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polysaccharide butyryl ester worden gekenmerkt door een getalgemiddelde molecuulmassa (M_n) van ten minste 2.000 g/mol, bij voorkeur ten minste 4.000 g/mol, bij voorkeur ten minste 8.000

BE2017/5984 g/mol, bij voorkeur ten minste 12.000 g/mol. Bovendien kan in uitvoeringsvormen van de uitvinding het polysaccharide butyryl ester worden gekenmerkt door een getalgemiddelde molecuulmassa (M_n) van minder dan 1.000.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 500.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 250.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 100.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 70.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 65.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 30.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 25.000 g/mol, bij voorkeur minder dan 17.000 g/mol. De getalgemiddelde molecuulmassa (M_n) kan worden bepaald aan de hand van geschikte methodes die de vakman bekend zijn, zoals osmose, statische lichtverstrooiing, sedimentatieevenwicht, gelpermeatiechromatografie, viscosimetrie, sedimentatiesnelheid, dynamische lichtverstrooiing, eindgroepanalyse, enz. Een voorkeurswerkwijze voor het bepalen van het getalsgemiddelde molecuulgewicht (Mn) is gelpermeatiechromatografie.

In overeenstemming met de uitvinding is de samenstelling die de polysaccharide butyryl ester omvat een voederkwaliteit samenstelling. Zoals hierin gebruikt, betekent de term voederkwaliteit geschikt voor consumptie door een dier, in het bijzonder (pluim)vee. In een uitvoeringsvorm betekent dit dat van het materiaal is vastgesteld dat het veilig, functioneel en geschikt is voor het beoogde gebruik in dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld dat het op de juiste manier wordt gehanteerd en geëtiketteerd en/of voldoet het aan de toepasselijke voorschriften voor het gebruik van het materiaal in dierlijk voedsel in de relevante jurisdictie.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat de voederkwaliteit samenstelling ten minste één verder bestanddeel gekozen uit de groep bestaande uit toevoegingsmiddelen, formuleringshulpstoffen voor voedingskwaliteit of excipiënten en voedingscomponenten.

Het zal duidelijk zijn dat de keuze en de (relatieve) hoeveelheden van dergelijke additionele bestanddelen zullen afhangen van de precieze vorm en het doel van de voederkwaliteit samenstelling. Uitvoeringsvormen zijn voorzien, waarbij de voederkwaliteit samenstelling een toevoegingsmiddel of voedermateriaal is. Uitvoeringsvormen worden ook overwogen, waarbij de voedingskwaliteit samenstelling een voorgemengd voeder (“premix”) is of een voeder of (pluim)veevoederdat gereed is voor gebruik. Tenzij anders aangegeven, worden de termen toevoegingsmiddel en voedermateriaal hierin uitwisselbaar gebruikt,

BE2017/5984 zoals in het algemeen verwijzend naar samenstellingen die het polysaccharide butyryl ester in hoge concentraties bevatten, welke samenstellingen zijn ontworpen en bedoeld om te worden gemengd met voeder of (pluim)veevoeder om in geschikte hoeveelheden / doseringen van het polysaccharide butyryl ester te voorzien. Het is duidelijk dat deze termen hierin niet verwijzen naar wettelijke definities gebruikt in de context van diervoederregelingen, welke juridische definities kunnen verschillen tussen rechtsgebieden en/of veranderen in de tijd. Niettegenstaande voornoemde zal het duidelijk zijn dat de voederkwaliteit samenstellingen volgens de uitvinding kunnen worden verschaft in vormen die kwalificeren als een toevoegingsmiddel en voedermateriaal in de strikte wettelijke (dat wil zeggen regelgevende) betekenis.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding is de voederkwaliteit samenstelling een voedermateriaal dat het polysaccharide butyryl ester omvat tezamen met ten minste één ander voederkwaliteit materiaal. In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een voedermateriaal verschaft dat 0.1-80 gew.%, bij voorkeur 0.5-60 gew.%,

1-50 gew.%, 2-40 gew.%, 3-30 gew.%, 4-20 gew.%, 5-15 gew.% van het polysaccharide butyryl ester en één of meer andere voederkwaliteit materialen bevat.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een voedermateriaal zoals hierin gedefinieerd verschaft, waarbij het een of meer andere voederkwaliteit materiaal wordt gekozen uit de groep van technologische additieven, sensorische additieven, nutritionele additieven, zoötechnische additieven, coccidiostatica en histomonostatica.

Voorbeelden van technologische additieven die op geschikte wijze kunnen worden gecombineerd met het polysaccharide butyryl ester van de onderhavige uitvinding omvatten conserveermiddelen, antioxidanten, emulgatoren, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen, geleermiddelen, bindmiddelen, substanties voor controle van radionucleïde-verontreiniging, antiklontermiddelen, zuurteregelaars, inkuilings-additieven en denatureringsmiddelen.

Voorbeelden van sensorische additieven die op geschikte wijze kunnen worden gecombineerd met het polysaccharide butyryl ester van de onderhavige uitvinding omvatten kleurstoffen en smaakgevende verbindingen. Kleurstoffen moet breed worden uitgelegd en kan wijzen op stoffen die kleur toevoegen of herstellen in diervoeders, stoffen die bij toediening aan dieren kleur geven aan voedsel van

BE2017/5984 dierlijke oorsprong en/of stoffen die de kleur van siervissen of vogels gunstig beïnvloeden.

Voorbeelden van nutritionele additieven die op geschikte wijze kunnen worden gecombineerd met het polysaccharide butyryl ester van de onderhavige uitvinding omvatten vitaminen, provitaminen en chemisch goed gedefinieerde stoffen met een soortgelijk effect; verbindingen van sporenelementen; aminozuren, hun zouten en analogen; ureum en zijn derivaten.

Voorbeelden van zoötechnische additieven die op geschikte wijze kunnen worden gecombineerd met het polysaccharide butyryl ester van de onderhavige uitvinding omvatten verteerbaarheidsversterkers, darmflorastabilisatoren en stoffen die een gunstige invloed hebben op het milieu. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het één of meer andere voederkwaliteit materiaal dat zich in het voedermateriaal bevindt, een bindmiddel, een antiklontermiddel, een stabiliserend middel, een drager en/of een conserveermiddel. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het één of meer voederkwaliteit materiaal gekozen uit de groep van een gistproduct, een klei, een zout van een vetzuur, zoals silica, sepioliet, bentoniet, clinoptiloliet, guargom, xanthamgom mierenzuur, natriumformiaat, calciumformiaat, azijnzuur, calciumacetaat, natriumpropionaat, calciumpropionaat, melkzuur, calciumlactaat, tocoferol rijke extracten van plantaardige oliën en tarwezemelen. Een gistproduct zoals hierin gebruikt moet ruim worden uitgelegd en kan gist en de afgeleide producten daarvan aanduiden, zoals geïnactiveerde droge gist, gistcelwanden, autolysaten of nucleotiden, verkregen uit b.v. Saccharomyces cerevisiae, Saccharomyces carlsbergensis, Kluyveromyces lactis, Kluyveromyces fragilis, Torulaspora delbrueckii, etc. In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een voedermateriaal zoals hierboven gedefinieerd verschaft, omvattende het polysaccharide butyryl ester in een hoeveelheid tot 50 gew.%, gebaseerd op het totale gewicht van de samenstelling, bij voorkeur tot 40 gew.%, tot 30 gew.%, tot 25 gew.%, tot 20 gew.%, tot 18 gew.%, tot 15 gew.%, tot 10 gew.% of tot 5 gew.%.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een voedermateriaal zoals hierin gedefinieerd verschaft, omvattende de een of meer voederkwaliteit materialen, zoals het voederkwaliteit materiaal zoals hierboven gedefinieerd, in een (gecombineerde) hoeveelheid van ten minste 1 gew.%, gebaseerd op het totale gewicht van de samenstelling, bij voorkeur ten minste 2 gew.%, ten minste 3 gew.%, ten minste 5

BE2017/5984 gew.%, ten minste 10 gew.%, ten minste 20 gew.%, ten minste 30 gew.% ten minste gew.% often minste 50 gew.%.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding is de voederkwaliteit samenstelling een diervoeder, ook aangeduid als voeder, omvattende het polysaccharide butyryl ester zoals hierin beschreven en één of meer diervoederbestanddelen. Zoals begrepen wordt door de vakman, verwijst de term diervoederbestanddeel zoals hierin gebruikt naar de voederbestanddelen die de gewone voedingsstoffen verschaffen die nodig zijn voor normale groei en ontwikkeling van het dier, waarbij de belangrijkste voedingsstoffen aminozuren, koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen zijn.

Gewoonlijk worden voederbestanddelen breed geclassificeerd in eiwitbronnen, energiebronnen, vetbronnen en minerale bronnen.

Aldus wordt in uitvoeringsvormen van de uitvinding een diervoeder verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij de een of meer voederbestanddelen worden gekozen uit de groep van eiwitbronnen, energiebronnen, vetbronnen en minerale bronnen. Geschikte voorbeelden van eiwitbronnen omvatten sojameel, raapzaadmeel, palmpitmeel, zonnebloemmeel, erwten, bonen, lupinen, vismeel, gevogelte en bloedplasma. Geschikte voorbeelden van energiebronnen omvatten maïs, tarwe, gerst en rijst. Geschikte voorbeelden van vetbronnen omvatten visolie, talg, maïsolie, sojaolie, rijstzemelen, palmolie en canola-olie. Geschikte voorbeelden van minerale bronnen omvatten calcium, magnesium, fosfor, kalium, natrium, koper, selenium, zink, ijzer, mangaan, jodium, kobalt.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een diervoeder verschaft zoals hierin gedefinieerd, omvattende het polysaccharide butyryl ester in een hoeveelheid van ten minste 0,0001 gew.%, op basis van het totale gewicht van de samenstelling, bij voorkeur ten minste 0,001 gew.%, ten minste 0,005 gew.%, ten minste 0,01 gew.%, ten minste 0,025 gew.%, ten minste 0,05 gew.% often minste 0,1 gew.%. In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt voorzien in een diervoeder zoals hierin gedefinieerd, omvattende de polysaccharide butyryl ester in een hoeveelheid tot 10 gew.%, gebaseerd op het totale gewicht van de samenstelling, bij voorkeur tot 5 gew.%, tot 2 gew.%, tot 1 gew.%, tot 0,5 gew.% of tot 0,1 gew.%.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding heeft de voederkwaliteit samenstelling een gehalte aan ongebonden zuren (“free acid content”) van minder dan 5 gew.%

BE2017/5984 van de samenstelling, bij voorkeur minder dan 2 gew.%, bij voorkeur minder dan 1 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,5 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,1 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,05 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,01 gew.%. Het vrije zuurgehalte kan worden bepaald met behulp van geschikte werkwijzen die de vakman bekend zijn.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding heeft de voederkwaliteit samenstelling een watergehalte van minder dan 5 gew.% op basis van het gewicht van de samenstelling, bij voorkeur minder dan 2 gew.%, bij voorkeur minder dan 1 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,5 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,1 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,05 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,01 gew.%. Het watergehalte kan worden bepaald met behulp van geschikte werkwijzen die de vakman bekend zijn, zoals Karl-Fischer-titratie.

De voederkwaliteit samenstelling die een polysaccharide butyryl ester omvatten zoals hierboven beschreven, kunnen in poeder-, samengeperste, gegranuleerde of gepelletiseerde vorm worden verschaft.

Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding is gericht op een werkwijze voor het behandelen van een dier door toediening van een polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd. Typisch, zoals zal worden begrepen op basis van het voorgaande, omvatten dergelijke werkwijzen enterale, in het bijzonder orale, toediening van het polysaccharide butyryl ester aan een dier, bij voorkeur gemengd met het diervoer, met het doel om de fysiologische toestand van het dier te beïnvloeden, in het bijzonder met het doel de gezondheid, toestand en/of prestaties van het dier te verbeteren. Werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen dus een profylactisch of curatief effect hebben. Werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen ook een zuiver economisch doel hebben.

In overeenstemming met de uitvinding is het dier bij voorkeur een veedier, met inbegrip van vogelsoorten, waterdieren en zoogdiersoorten. Voorbeelden van vogelsoorten zijn pluimveesoorten, zoals kalkoen, eend en kip. Voorbeelden van aquatische soorten zijn vissoorten, zoals zalm, forel, tilapia, meerval en karper, en schaaldieren, waaronder garnalen en garnalen. Voorbeelden van zoogdiersoorten omvatten herkauwersoorten, zoals schapen, geiten en runderen, en nietherkauwers, zoals paarden, varkens en zwijnen. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het dier gekozen uit de groep bestaande uit monogastrische

BE2017/5984 dieren met fermentatie in het posteriore gedeelte van het gastro-intestinaal stelsel (“hindgut” of “epigaster”). In andere voorkeursuitvoeringsvormen wordt het dier gekozen uit de groep bestaande uit kippen, varkens, paarden, kalveren, geiten, schapen, konijnen, honden, katten en vissen. In meer geprefereerde uitvoeringsvormen wordt het dier gekozen uit de groep bestaande uit kippen, varkens, paarden kalveren, geiten schapen en konijnen, met meer voorkeur uit de groep bestaande uit kippen, varkens, paarden en kalveren, met meer voorkeur uit de groep bestaande uit kippen en varkens met de meeste voorkeur kippen.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het te behandelen dier een dier zijn dat zich in de speenperiode bevindt, een dier dat zich in de startperiode bevindt, een dier dat zich in de groeiperiode bevindt of een dier dat zich in de eindperiode bevindt. In voorkeursuitvoeringsvormen is het dier een dier dat zich in de startperiode bevindt.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat de behandelingsmethode het voederen van het dier een diervoeder of voeder, typisch een diervoeder of voeder zoals hierin elders gedefinieerd, omvattende het polysaccharide butyryl ester . Het optimale behandelingsregime kan afhangen van de soort die wordt behandeld en/of het beoogde effect en, op basis van de huidige leer, zal het binnen het vermogen van de vakman liggen om geschikte behandelingsregimes te bepalen. In uitvoeringsvormen van de uitvinding zal de behandeling het enterale, b.v. oraal, toedienen van het polysaccharide butyryl ester in een dosis van ten minste 0.0001 gew.%, op basis van het totale gewicht van het diervoeder dat door het dier in 24 uur wordt verbruikt, bij voorkeur ten minste 0.001 gew.%, ten minste 0.005 gew.%, ten minste 0.01 gew.%, ten minste 0.025 gew.%, ten minste 0.05 gew.% of ten minste 0.1 gew.% omvatten. In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt voorzien in een behandeling hierin gedefinieerd, omvattende het enterale, b.v. oraal, toedienen van het polysaccharide butyryl ester in een dosis van tot 10 gew.%, op basis van het totale gewicht van het voeder geconsumeerd door het dier in 24 uur, bij voorkeur tot 5 gew.%, tot 2 gew.%, tot 1 gew.%, tot 0.5 gew.% of tot 0.1 gew.%.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt het polysaccharide butyryl ester ten minste eenmaal per week toegediend in dergelijke doses, bij voorkeur ten minste eenmaal per drie dagen, meer bij voorkeur ten minste eenmaal per twee dagen, het meest bij voorkeur eenmaal per dag.

BE2017/5984

De werkwijzen van de uitvinding kunnen om verschillende redenen worden uitgevoerd, zoals duidelijk zal zijn op basis van het voorgaande, in het bijzonder voor het verbeteren en/of handhaven van de gezondheid van het dier en/of om de prestaties van het dier te verbeteren.

Derhalve wordt in een uitvoeringsvorm van de uitvinding een werkwijze verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij de werkwijze niet-therapeutisch is. Derhalve wordt een werkwijze verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij het te behandelen dier een dier is met een goede of normale gezondheid. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is genoemde werkwijze gericht op het verlagen van de voederconversie ratio (FCR), het verbeteren van de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename (ADG) en/of het verbeteren van de gemiddelde dagelijkse voedselinname (ADFI)

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de werkwijze gericht zijn op het verhogen van het levensgewicht op een gegeven moment, zoals het slachten of dag 35, bij voorkeur dag 35, met meer dan 1%, bij voorkeur meer dan 2%, bij voorkeur meer dan 4%, bij voorkeur meer dan 6%. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de werkwijze gericht op het verhogen van het levensgewicht op een gegeven moment met 1-12%, bij voorkeur 2-6%. De toename van het levensgewicht op een gegeven moment kan door de vakman worden bepaald door routine-experimenten, b.v. een in vivo experiment met behulp van een controlegroep.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de werkwijze gericht zijn op het verlagen van de voederconversie ratio, berekend over een gegeven periode, zoals de suppletieperiode of levensduur, bij voorkeur de suppletieperiode, met meer dan 1%, bij voorkeur meer dan 2%, bij voorkeur meer dan 4%, bij voorkeur meer dan 6%. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de werkwijze gericht op het verlagen van de voederconversieverhouding berekend over een gegeven periode met 1-12%, bij voorkeur 2-6%. De afname in de voederconversieverhouding berekend over een gegeven periode kan worden bepaald door de vakman door routine-experimenten, bv. een in vivo experiment met behulp van een controlegroep.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de werkwijze gericht zijn op het verhogen van de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename, berekend over een gegeven periode, zoals de suppletieperiode of levensduur, bij voorkeur de suppletieperiode, met meer dan 1%, bij voorkeur meer dan 2%, bij voorkeur meer

BE2017/5984 dan 4%, bij voorkeur meer dan 6%. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de werkwijze gericht op het verhogen van de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename berekend over een gegeven periode met 1-12%, bij voorkeur 2-6%. De toename van de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename berekend over een gegeven periode kan worden bepaald door de vakman door routine-experimenten, bv. een in vivo experiment met behulp van een controlegroep.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij de werkwijze wordt uitgevoerd met het doel de gezondheid van het dier te verbeteren of te handhaven.

Derhalve worden in uitvoeringsvormen van de uitvinding werkwijzen verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij het te behandelen dier een dier is dat lijdt aan of het risico loopt te lijden aan een aandoening of pathologie. Verder worden in uitvoeringsvormen van de uitvinding werkwijzen verschaft zoals hierin gedefinieerd voor curatieve en/of profylactische behandeling van een aandoening of pathologie in een dier.

Meer in het bijzonder worden in uitvoeringsvormen van de uitvinding werkwijzen verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij het te behandelen dier een dier is dat lijdt aan of het risico loopt te lijden aan pathogene infectie, bij voorkeur infectie door intestinale pathogenen, met meer voorkeur pathogene infectie aan de caeca of colon. In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft zoals hierin gedefinieerd, voor het behandelen en/of voorkomen van pathogene infectie, bij voorkeur pathogene infectie aan de darm, met meer voorkeur pathogene infectie aan de caeca of colon. In overeenstemming met de uitvinding kan het pathogeen worden gekozen uit bacteriën, eimeria, virussen en schimmels, met meer voorkeur wordt het pathogeen gekozen uit bacteriën, met de meeste voorkeur uit Clostridium acetobutylicum, Escherichia coli, Streptococcus cremoris, Lactococcus lactis, Lactococcus cremoris, Clostridium perfringens, Campylobacter jejuni, Campylobacter coli, Lawsonia intracellullaris, Brachyspira hyodysenteriae, Enterococcus caecorum, Streptococcus suis, Salmonella enteritidis en combinaties daarvan, bij voorkeur Clostridium perfringens, Campylobacter jejuni, Campylobacter coli, Lawsonia intracellullaris, Brachyspira hyodysenteriae, Enterococcus caecorum, Streptococcus suis, Salmonella enteritidis en combinaties daarvan.

BE2017/5984

In een uitvoeringsvorm wordt een werkwijze verschaft zoals hierin gedefinieerd, waarbij het te behandelen dier een dier is dat lijdt aan of het risico loopt te lijden aan stoornissen in de darmflora, in het bijzonder stoornissen in de microflora van caeca en/of colon. In uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft zoals hierin gedefinieerd voor het verbeteren van de darmmicroflora van een dier en/of voor het handhaven van een gezonde darmflora bij een dier, in het bijzonder voor het verbeteren van de microflora van caeca en/of colon en/of voor het handhaven van een gezonde microflora van caeca en/of colon. In uitvoeringsvormen van de uitvinding worden werkwijzen zoals hierin gedefinieerd verschaft die resulteren in en/of gericht zijn op het verhogen van de microbiële telling van bacteriën van het Lactobacillus of Bifidobacterium genus in het maagdarmkanaal, bij voorkeur het lagere maagdarmkanaal, bij voorkeur de caeca of colon. In uitvoeringsvormen van de uitvinding worden werkwijzen zoals hierin gedefinieerd verschaft die resulteren in en/of gericht zijn op het verhogen van de verhouding van microbiële tellingen van bacteriën van het Lactobacillus of Bifidobacterium genus vergeleken met microbiële tellingen van bacteriën van de Enterobacteriaceae-familie in het maagdarmkanaal tractus, bij voorkeur het onderste maagdarmkanaal, bij voorkeurde caeca of colon. In uitvoeringsvormen van de uitvinding worden werkwijzen zoals hierin gedefinieerd verschaft die resulteren in en/of gericht zijn op het verhogen van de verhouding van microbiële tellingen van bacteriën van het Lactobacillus- of Bifidobacterium-genus vergeleken met microbiële tellingen van bacteriën van het Salmonella-genus in het maagdarmkanaal bij voorkeur het onderste maagdarmkanaal, bij voorkeur de caeca of colon. In uitvoeringsvormen van de uitvinding worden werkwijzen zoals hierin gedefinieerd verschaft die resulteren in en/of gericht zijn op het verbeteren van de darmmicroflora, omvattende het verhogen van de verhouding van microbiële tellingen van bacteriën van het Lactobacillus- of Bifidobacterium-genus vergeleken met microbiële tellingen van bacteriën van het Salmonella-genus in het maagdarmkanaal, bij voorkeur het onderste maagdarmkanaal, bij voorkeur de caeca of dikke darm, waarbij de verhouding wordt benaderd door het bepalen van de microbiële telling van één soort bacteriën die representatief is voor elk genus en het berekenen van de verhouding onder gebruikmaking van het microbiële aantal van de representatieve bacteriën. In overeenstemming met dergelijke uitvoeringsvormen

BE2017/5984 moet het verminderen of vergroten van de microbiële telling of de verhouding van microbiële tellingen breed worden opgevat en zou bijvoorbeeld één of meer van de volgende kunnen worden begrepen:

• een vermindering of toename van het aantal kolonievormende eenheden (CFU) bepaald met behulp van een geschikte methode die de vakman bekend is, gemeten 1-10, bij voorkeur 1 -5, bij voorkeur 3 dagen nadat de behandeling is gestart en vergeleken met een groep dieren die niet zijn behandeld, • een vermindering of toename van het aantal kolonievormende eenheden (CFU) bepaald met behulp van een geschikte methode die de vakman bekend is, gemeten in hetzelfde dier(en) vóór de behandeling en 1 -10, bij voorkeur 1 5, bij voorkeur 3 dagen nadat de behandeling is gestart, of • elke andere methode die de vakman bekend is om het effect van voedingssuppletie met een polysaccharide butyryl ester volgens de uitvinding te bepalen.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding is gericht op het gebruik van het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd en/of de voederkwaliteit samenstelling bevattende het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd, voor de behandelingsmethoden zoals hierboven gedefinieerd.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding is gericht op het gebruik van het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd en/of de voederkwaliteit samenstelling bevattende het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd, in het maken van een samenstelling voor gebruik in de behandelingsmethoden zoals hierboven gedefinieerd.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding is gericht op het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd en/of de voederkwaliteit samenstelling bevattende het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd, voor gebruik in de behandelingsmethoden zoals hierboven gedefinieerd.

Een verder aspect van de uitvinding is gericht op het gebruik van het polysaccharide butyryl ester zoals hierin gedefinieerd als een diervoedingscomponent of ingrediënt.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een diervoedersamenstelling zoals hierin beschreven, waarbij de werkwijze omvat:

BE2017/5984 • het verstrekken van een eerste diervoedercomponent, • het verstrekken van een polysaccharide butyraatester, en • het mengen van de eerste diervoedercomponent met het polysaccharidebutyraatester tot een homogeen mengsel.

In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze:

• het verstrekken van een eerste diervoedercomponent, • het verstrekken van een polysaccharide butyraatester, • het mengen van de eerste diervoedingscomponent met het polysaccharide butyraatester tot een homogeen mengsel, en • het pelletiseren van het homogene mengsel.

Aldus is de uitvinding beschreven onder verwijzing naar bepaalde uitvoeringsvormen die hierboven zijn besproken. Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvormen vatbaar zijn voor verschillende modificaties en alternatieve vormen die de vakman bekend zijn. Vele modificaties naast de hierboven beschreven modificaties kunnen worden aangebracht aan de hierin beschreven structuren en technieken zonder af te wijken van de geest en omvang van de uitvinding. Dienovereenkomstig zijn, hoewel specifieke uitvoeringsvormen zijn beschreven, dit slechts voorbeelden en beperken deze niet de omvang van de uitvinding. Verder moet voor een goed begrip van dit document en in zijn conclusies het duidelijk zijn dat het werkwoord omvatten en de bijbehorende conjugaties in niet-beperkende zin wordt gebruikt om aan te duiden dat items die het woord volgen zijn opgenomen, maar items niet specifiek genoemd zijn niet uitgesloten. Bovendien sluit de verwijzing naar een element door het onbepaalde lidwoord een of een niet de mogelijkheid uit dat meer dan één element aanwezig is, tenzij de context duidelijk vereist dat er slechts één element is. Het onbepaalde lidwoord een of een betekent dus gewoonlijk minstens één. De volgende voorbeelden worden alleen voor illustratieve doeleinden aangeboden en zijn niet bedoeld om de omvang van de onderhavige uitvinding op enigerlei wijze te beperken

Korte beschrijving van de Figuren

Figuur 1: Butyraatconcentraties gemeten in voorbeeld 1 - lleum-inoculum.

Figuur 2: Butyraatconcentraties gemeten in voorbeeld 1 - coloninoculum.

Figuur 3: Butyraatconcentraties gemeten in voorbeeld 1 - Caecum inoculum.

Figuur 4: Butyraatconcentraties gemeten in voorbeeld 2 - colon.

^iy BE2017/5984

Voorbeelden

Voorbeeld 1 : In vitro fermentatietest

Om het vermogen van de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding om de butyraatconcentratie in het maagdarmkanaal (GIT) van dieren te verhogen, te beoordelen, werd een in vitro fermentatietest uitgevoerd waarbij GITbacteriën van vleeskuikens werden geïnoculeerd samen met een product volgens de uitvinding, een positieve controle en een negatieve controle.

Medium liter medium bestaat uit 0.6 g KCL, 0.6 g NaCI, 0.2 g CaCI2-2H2O, 0.5 g MgSO4-7H2O, 1.5 g Pipes buffer, 0.54 g NH4CI, 1.0 g trypticase, 1 ml resazurin solution (0.2 g resazurin per 200 ml gedestilleerd water), 10 ml ‘Trace Mineral oplossing’, 12ml vitamin/phosphate solution, 10 ml Haemin Solution (0.1 g Haemin/ 1 L distilled water), 4mg/ml NaHCO3 en 1 mg/ml cysteine HCI.

• Trace Mineral oplossing

0.025 g CuCI-2H₂O, 0.020 g FeSO₄-7H₂O, 0.025 ZnCI₂, 0.025 g CUCI2H2O,0.050 g COCI2 6H2O, 0.050 g SeO₂, 0.250 g NiCl2-6H₂O, 0.250 g Na2MoO₄-2H₂O, 0.0314 g NaVOs, 0.250 H3BO3 / 1 L 0.02 M HCI oplossing • Vitamin/phosphate oplossing

0.0204 g biotine, 0.0205 g foliumzuur, 0.1640 g calcium D-phantothenaat,

0.1640 g nicotinamide, 0.1640 riboflavine, 0.1640 g thiamine HCl, 0.1640 g pyridoxine HCl, 0.0204 g para-amino benzoezuur, 0.0205 cyanocobalamine (vitamine B12) per 1 L gedestilleerd water bevattende 54.7 g KH2PO4.

Inoculum

Intestinaal monster van ileum, colon en blindedarm van de GIT van 4 weken oude vleeskuikens Ross 408 werd verzameld. Inoculum werd op dezelfde manier bereid voor elk segment. Onmiddellijk na dissectie werden de monsters onder anaërobe omstandigheden bij een temperatuur van 37°C geplaatst(anaerobe kamer, Ruskinn Technology, Bridgend, VK). De inhoud van elk segment werd gewogen en verdund in een verhouding van 1:9 met voorverwarmde (37°C)

BE2017/5984 anaërobe, steriele, met fosfaat gebufferde zoutoplossing. Na homogenisatie werden testproducten toegevoegd en het verdunde materiaal werd geïnoculeerd in een verhouding van 1:10 in het hierboven beschreven medium

Test materiaal

Zoals te zien is in de onderstaande tabel, werden drie verschillende materialen getest op hun vermogen om de butyraatconcentratie in de GIT te verhogen. Alle testen werden uitgevoerd met 0,5% massa/volume eindconcentratie.

Een representatieve polysaccharide butyryl ester volgens de uitvinding is cellulose acetaat butyraat. Xylo-oligosacchariden werden opgenomen als een positieve controle vanwege hun bekende prebiotische effecten op butyraat producerende bacteriën. Om het effect van het celluloseskelet op de butyraatconcentratie te beoordelen, werd ook een negatieve controle bestaande uit cellulose getest.

Test	Product	Leverancier	Specificaties
1	Cellulose acetaat butyraat (CAB)	Acros Organics®	50-54% butyryl inhoud <4% acetyl inhoud
2	Xylo-oligosaccharides (XOS)	Longlive®	35% XOS
3	Cellulose	Sigma-Aldrich ®

Meting butyraat concentratie

Vloeistofmonsters werden verzameld op tijdstippen 0 uur, 4 uur 6 uur en 24 uur na inoculatie voor analyse van butyraatconcentratie met HPLC-UV. Extractieprotocol en apparatuur werden gebruikt zoals beschreven door De Baere et al. (Journal of Pharmaceutical and Biomedical Analysis 80 (2013) 107- 115.

Resultaten

Figuur 1 toont de butyraatconcentraties gemeten voor het ileum inoculum.

Figuur 2 toont de butyraatconcentraties gemeten voor het colon-inoculum.

Figuur 3 toont de butyraatconcentraties gemeten voor het caecum-inoculum.

BE2017/5984

De resultaten tonen duidelijk aan dat CAB de butyraatconcentratie aanzienlijk kan verhogen boven de butyraatconcentratie gemeten voor de negatieve controle.

Voorbeeld 2: In vivo bepaling van butyraatconcentratie in de colon van pluimvee

Om het vermogen van de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding om de butyraatconcentratie in het lagere maagdarmkanaal (GIT) van dieren te verhogen, te beoordelen, werd een in vivo-experiment uitgevoerd. Een product in overeenstemming met de uitvinding werd aan de pluimveevoer toegevoegd, de butyraatconcentratie in het colon werd bepaald en vergeleken met resultaten verkregen met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte. Dieren

Ross 308 vleeskuikens werden gebruikt in deze voederproef. 1-dagen oude kuikens werden verkregen van een commerciële broederij en werden geïsoleerd gehouden. Alle behandelingsgroepen werden ondergebracht in dezelfde kamer in afzonderlijke kooien, met strooisel op de vloer. 60 kippen werden verdeeld in acht groepen van elk 7 of 8 kippen (inclusief een blanco-groep).

Test voeder samenstellingen

Zeven verschillende testvoedersamenstellingen werden bereid door het mengen van de testproducten getoond in de onderstaande tabel met commercieel mengvoer voor vleeskuikens (Versele-Laga, België) bij een concentratie van 3 g natriumbutyraat per kg voer. De testvoeding werd vervolgens gepelletiseerd (zonder stoom) om selectieve voeropname te voorkomen. De pelletiseertechniek, korrelgrootte en commerciële vleeskuikenvoeder was hetzelfde voor alle testproducten.

BE2017/5984

Test	Product	Leverancier	Specificaties
1	Controle - geen additief	NA	NA
2	Adimix 30 Coated®	Nutri-Ad®	30% natrium butyrate gecoat met palm vet
3	Polysaccharide butyryl ester: Cellulose acetaat butyraat (CAB)	Acros Organics®	50-54% butyryl inhoud <4% acetyl inhoud
4	Polyhydroxybutyrate (Ralstonia)	Metabolix®	100% hydroxybutyrate
5	Was matrix met 10% zetmeel	zelf bereid	30% natrium butyraat in Lunacera M® kristallijne matrix en zetmeel.
6	Tributyrine	zelf bereid	60% tributyrin (Proviron) op silica (Caldic, Belgium)
7	onbeschermd butyrate (natrium butyrate)	Nutri-Ad®	100% sodium butyrate

Experimentele opzet

Tijdens de 19de, 20ste en 21ste leeftijdsdag werd de gemiddelde dagelijkse voederopname met een pen gemeten. Mannelijke en vrouwelijke kippen van 22 dagen oud werden willekeurig toegewezen aan een van de hierboven beschreven testvoedingssamenstellingen en kregen een beperkend voedingsdieet (95% van de gemiddelde opname die eerder was gemeten) gedurende de periode van 22-27 d. Op 28 dagen oud werden de vogels opgeofferd en de colon verzameld.

o

Meting van butyraatconcentraties

Een gram darminhoud van de colon (dikke darm) van elke kip werd gewogen en verdund met 1 ml gedestilleerd water. Na verdunning werden de monsters

BE2017/5984 gehomogeniseerd en 20 minuten bij 13.000 rpm gecentrifugeerd en bewaard bij 20°C tot extractie voor HPLC-UV-analyse. Extractieprotocol en apparatuur werden gebruikt zoals beschreven door De Baere et al. (Journal of Pharmaceutical and

Biomedical Analysis 80 (2013) 107- 115). Voor test 4, polyhydroxybutyraat, werd de hydroxybutyraat concentratie gemeten en weergegeven in figuur 4.

Resultaten

De resultaten worden getoond in Figuur 4 als een concentratie van butyraat in millimolair (mM) / gram darminhoud uitgezet per behandelingsgroep. Als er niet voldoende intestinale inhoud was of de extractie mislukte, werden geen gegevens voor die meting opgenomen.

De resultaten tonen duidelijk aan dat CAB in staat is om de butyraatconcentratie in de dikke darm significant te verhogen boven de butyraatconcentratie gemeten voor de controle of andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte.

Voorbeeld 3: In vivo bepaling van oost-infectie aanwezigheid van Salmonella in caeca

Teneinde het vermogen van de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding om de kolonisatie van Salmonella van de darm van dieren geïnfecteerd door Salmonella Enteritidis te verminderen, werd een in vivo experiment uitgevoerd. Een product in overeenstemming met de uitvinding werd toegevoegd aan pluimveevoeder, de aanwezigheid van Salmonella Enteritidis in het caecum werd bepaald en vergeleken met resultaten verkregen met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte van butyraat

Dieren

Ross 308 vleeskuikens werden in deze proef gebruikt. 1-dagen oude kuikens werden verkregen van een commerciële broederij. Alle behandelingsgroepen werden onder dezelfde omstandigheden gehuisvest in afzonderlijke kooien, met strooisel op de vloer. 160 kippen werden verdeeld in acht groepen van elk 20 kippen (inclusief de controlegroep). De vier testvoedingssamenstellingen werden in duplo getest. Alle kuikens hadden ad libitum toegang tot water en voeder.

BE2017/5984

Test voeder samenstellingen

Vier verschillende testvoedersamenstellingen werden bereid door de testproducten getoond in de onderstaande tabel te vermengen met commercieel mengvoer voor vleeskuikens (Versele-Laga, België) in een concentratie van 3 g natriumbutyraat per kg voeder. Het testvoeder werd vervolgens gepelletiseerd (zonder stoom) om selectieve voeropname te voorkomen. De pelletiseertechniek, korrelgrootte en commerciële vleeskuikenvoeder was hetzelfde voor alle testproducten.

Test	Product	Leverancier	Specificaties
1	Controle - geen additive	NA	NA
2	Adimix 30 Coated®	Nutri-Ad®	30% natrium butyraat gecoat with palm vet
3	Was matrix met 10% zetmeel	zelf bereid	30% natrium butyraat in Lunacera M® kristallijne matrix and zetmeel.
4	Poylsaccharide butyryl ester: Cellulose acetaat butyraat (CAB)	Acros Organics®	50-54% butyryl inhoud <4% acetyl inhoud

Salmonella Stam

Salmonella Enteritidis-stam SE147, een goed gekarakteriseerde streptomycineresistente stam geïsoleerd van een pluimveehouderij (Methner et al., 1995), werd in dit experiment gebruikt. De stam werd 6 uur gekweekt in Luria-Bertoni-medium (LB, Sigma, St. Louis, MO), waarna het aantal kolonie vormende eenheden (cfu) per milligram werd bepaald door 10-voudige verdunningen van de bacteriële suspensie op xylose lysine deoxycholaat agar ( XLD, Oxoid, Basingstoke, VK) met 100 pg / ml streptomycine (Sigma, St. Louis, MO). De bacteriesuspensie werd tijdens plaattelling bewaard bij 4 ° C en werd verdund in PBS om de gewenste infectiedosis te verkrijgen.

BE2017/5984

Experimentele opzet

Op 17 dagen na het uitkomen werden alle kuikens oraal geïnoculeerd met 10^Λ5 cfu van Salmonella Enteritidis per vogel. Op dag 4 na infectie werden alle vogels geëuthanaseerd en monsters van caecum werden genomen voor bacteriologische analyse. Het experiment werd goedgekeurd door de ethische commissie van de Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent.

Bacteriologische Analyse

Monsters van caeca werden gehomogeniseerd in vol gebufferd peptonwater (BPW, Oxoid, Basingstoke, VK) en 10-voudige verdunningen werden gemaakt in PBS. Voor elke verdunning werd 6 x 20 pi geïnoculeerd op XLD-platen die 100 pg / ml streptomycine bevatten. Na een incubatie gedurende de nacht bij 37°C werd het aantal CFU per gram weefsel bepaald. Monsters die negatief waren na direct uitplaten werden een nacht voorverrijkt bij 37 ° C in gebufferd peptonwater (BPW, Oxoid, Basingstoke, VK), waarna alle monsters werden verrijkt door toevoeging van 1 ml van deze suspensie aan 9 ml briljantgroene tetrathionaatvloeistof (Oxoid, Basingstoke, VK). Van monsters die na titratie Salmonella-negatief waren maar positief na verrijking, werd aangenomen dat ze 1 x 10^Λ1 cfu/g weefsel bevatten. Van monsters die nog steeds negatief waren na verrijking werd aangenomen dat ze 0 cfu/g weefsel bevatten.

Resultaten

Zoals getoond in de onderstaande tabel, verschaft toediening van voeding die een polysaccharide butyryl ester zoals CAB omvat, significant verbeterde resultaten met betrekking tot kolonisatie van Salmonella van de caeca in vergelijking met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte.

BE2017/5984

Salmonella aanwezigheid	Controle	2	3	4
Negatief	0	0	0	0
Positief na verrijking	6	14	13	27
10²<x< 10³ cfu/g	12	8	7	4
10³<x< 10⁴ cfu/g	6	14	5	8
> 10⁴ cfu/g	15	4	15	1

Voorbeeld 4: In vivo bepaling van post-infectie aanwezigheid van Salmonella in cloaca-stalen

Teneinde het vermogen van de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding om Salmonella fecale uitscheiding van dieren geïnfecteerd door Salmonella Enteritidis te verminderen, werd een in vivo experiment uitgevoerd. Een product in overeenstemming met de uitvinding werd toegevoegd aan pluimveevoeder, de aanwezigheid van Salmonella Enteritidis in cloaca-uitstrijkjes werd bepaald en vergeleken met resultaten verkregen met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte van butyraat.

Dieren

Ross 308 vleeskuikens werden in deze proef gebruikt. 1-dagen oude kuikens werden verkregen van een commerciële broederij. Alle behandelingsgroepen werden onder dezelfde omstandigheden gehuisvest in afzonderlijke kooien, met strooisel op de vloer. 80 kippen werden verdeeld in vier groepen van elk 20 kippen (inclusief de controlegroep). De vier test voedersamenstellingen die hieronder worden vermeld, werden getest. Alle kuikens hadden ad libitum toegang tot water en voeder.

Test voedersamenstellingen

Vier verschillende test voedersamenstellingen werden bereid door de testproducten getoond in de onderstaande tabel te mengen met commercieel mengvoer voor vleeskuikens (Versele-Laga, België) in een concentratie van 3 g natriumbutyraat per kg voeder. Het testvoeder werd vervolgens gepelletiseerd (zonder stoom) om selectieve voederopname te voorkomen. De pelletiseertechniek,

BE2017/5984 korrelgrootte en commerciële vleeskuikenvoeder was hetzelfde voor alle testproducten.

Salmonella Stam

Salmonella Enteritidis-stam SE147, een goed gekarakteriseerde streptomycine-resistente stam geïsoleerd van een pluimveehouderij (Methner et al., 1995), werd in dit experiment gebruikt. De stam werd 6 uur gekweekt in LuriaBertoni-medium (LB, Sigma, St. Louis, MO), waarna het aantal kolonie vormende 10 eenheden (cfu) per milligram werd bepaald door 10-voudige verdunningen van de bacteriële suspensie op xylose lysine deoxycholaat agar ( XLD, Oxoid, Basingstoke, VK) met 100 pg / ml streptomycine (Sigma, St. Louis, MO). De bacteriesuspensie werd tijdens plaattelling bewaard bij 4 ° C en werd verdund in PBS om de gewenste infectiedosis te verkrijgen.

Experimentele opzet

Op 17 dagen na het uitkomen werden alle kuikens oraal geïnoculeerd met

10^Λ5 cfu van Salmonella Enteritidis per vogel. Op dag -1, 1 en 3 na de infectie werden uitstrijkjes ter hoogte van de cloaca genomen voor bacteriologische analyse.

BE2017/5984

Het experiment werd goedgekeurd door de ethische commissie van de Faculteit

Diergeneeskunde, Universiteit Gent.

Bacteriologische analyse

Cloaca-uitstrijkjes werden uitgeplaat op XLD-platen die 100 pg/ml streptomycine bevatten en overnacht bij 37 ° C geïncubeerd. Monsters die na direct uitplaten negatief waren, werden voorverrijkt 's nachts bij 37 ° C in gebufferd peptonwater (BPW, Oxoid, Basingstoke, VK), waarna de monsters werden verrijkt door toevoeging van 1 ml van deze suspensie aan 9 ml briljantgroene tetrathionaatvloeistof (Oxoid, Basingstoke, VK). Deze suspensie werd opnieuw een nacht geïncubeerd bij 37°C en daarna uitgeplaat op XLD bevattende 100 pg/ml streptomycine. Na een incubatie gedurende de nacht bij 37°C werd het aantal cfu per cloacauitstrijkje bepaald. Monsters die na titratie Sa/mone//a-negatief waren maar positief na verrijking werden als positief voor Sa/mone//a-aanwezigheid gemarkeerd. Monsters die na verrijking nog steeds negatief waren, werden gemarkeerd als negatief voor de aanwezigheid van Salmonella.

Resultaten

Zoals weergegeven in de onderstaande tabel, levert toediening van voeding die een polysaccharide butyryl ester zoals CAB omvat, significant verbeterde resultaten met betrekking totfecale uitscheiding van Salmonella in vergelijking met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte.

Dagen na infectie	Salmonella aanwezigheid	Controle	2	3	4
-1	Negatief	20	20	20	20
Positief	0	0	0	0
1	Negatief	5	14	17	16
Positief	15	6	3	4
3	Negatief	5	14	13	17
Positief	15	6	7	3

BE2017/5984

Voorbeeld 5: In vivo bepaling van qroeiprestatie.

Om het vermogen van de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding om de groeiprestaties onder suboptimale landbouwpraktijken te beïnvloeden te beoordelen, werd een in vivo experiment uitgevoerd. Een product in overeenstemming met de uitvinding werd toegevoegd aan een uitdagend koolzaadmeel (RSM) dieet, de effecten op de groeiprestatie bepaald en vergeleken met resultaten verkregen met andere vertraagde afgifte butyraatformuleringen of producten.

Experimentele opzet

Het experiment is ontworpen als een volledig gerandomiseerd blokontwerp. Behandelingsgroepen werden gerangschikt als een 3x2 factoriaal plus controle met 3 formuleringen of producten met vertraagde afgifte van butyraat en twee suppletieniveaus (0,25 of 1 g butyraat/kg voer zoals gevoerd-basis). Elke behandelingsgroep werd zes keer gerepliceerd, wat resulteerde in een totaal van zes blokken. Diëten waren gebaseerd op de RSM-mais-tarwe starters, groeiers, en eind diëten die in de tabellen hieronder zijn beschreven. Experimentele starters- en groeierdiëten werden afgeleid van het basale recept door de producten toe te voegen ten koste van sojaolie.

	Product	Leverancier	Specificatie
1	Control - geen additief	NA	NA
2	Adimix 30 Coated®	Nutri-Ad®	30% natrium butyraat gecoat met palm vet
3	Was matrix	zelf bereid	30% natrium butyraat in Lunacera M® kristallijne matrix.
4	Polsaccharide butyryl ester: Cellulose acetaat butyraat (CAB)	Acros Organics®	50-54% butyryl inhoud <4% acetyl inhoud

BE2017/5984

Starter samenstelling

1-	3-L	4-H	4-L
Item	CTR	2-H	2-L	3-H
Ingredient
mais	295.9 6	295.9 6	295.9 6	295.9 6	295.9 6	295.9 6	295.9 6
tarwe	200	200	200	200	200	200	200
koolzaadmeel	350	350	350	350	350	350	350
vismeel	75	75	75	75	75	75	75
sojaboon olie	55.29	51.96	54.46	51.96	54.46	53.29	54.79
Premix	5	5	5	5	5	5	5
Lime fine	9	9	9	9	9	9	9
Monocalcium fosfaat	5.5	5.5	5.5	5.5	5.5	5.5	5.5
zout	0.9	0.9	0.9	0.9	0.9	0.9	0.9
NaHCO3	2.8	2.8	2.8	2.8	2.8	2.8	2.8
L-Lysine HCI	0.5	0.5	0.5	0.5	0.5	0.5	0.5
Natuphos 1000G	0.05	0.05	0.05	0.05	0.05	0.05	0.05
Adimix 30 Coated®	0	3.33	0.83	0	0	0	0
Was matrix	0	0	0	3.33	0.83	0	0
CAB	0	0	0	0	0	2	0.5
Totaal	1000	1000	1000	1000	1000	1000	1000

BE2017/5984

Groeier samenstelling

Item	1- CTR	2-H	2-L	3-H	3-L	4-H	4-L
Ingredient
mais	215.3 5	215.3 5	215.3 5	215.3 5	215.3 5	215.3 5	215.3 5
tarwe	300	300	300	300	300	300	300
koolzaadmeel	350	350	350	350	350	350	350
vismeel	55	55	55	55	55	55	55
sojaboon olie	63.00	59.67	62.17	59.67	62.17	61.00	62.50
Premix	5	5	5	5	5	5	5
Lime fine	8	8	8	8	8	8	8
zout	1.2	1.2	1.2	1.2	1.2	1.2	1.2
NaHCO3	1.4	1.4	1.4	1.4	1.4	1.4	1.4
L-Lysine HCI	1	1	1	1	1	1	1
Natuphos 1000G	0.05	0.05	0.05	0.05	0.05	0.05	0.05
Adimix 30 Coated®	0	3.33	0.83	0	0	0	0
Was matrix	0	0	0	3.33	0.83	0	0
CAB	0	0	0	0	0	2	0.5
Totaal	1000	1000	1000	1000	1000	1000	1000

BE2017/5984 eind samenstelling

Item	1-CTR
Ingredient
Corn	229.35
Wheat	300
Rapeseedmeal	350
Fishmeal	40
Soybean oil	64.00
Premix	5
Lime fine	7.5
Salt	1.2
NaHCO3	1.4
L-Lysine HCI	1.5
Natuphos 1000G	0.05
Fat-coated butyrate	0
Wax-coated butyrate	0
CAB	0
Total	1000

De premix voorziet per kg dieet: vitamine A, 12.000 IU; vitamine D3, 2.500 IU; vitamine E, 50 mg; vitamine B2, 7.5 mg; vitamine B6, 3.5 mg; vitamine B1, 2.0 mg; vitamine K3, 1.5 mg; vitamine B12, 20 pg; choline chloride, 460 mg; antioxidant (oxytrap PXN),125 mg; niacine, 35 mg; pantotheenzuur, 12 mg; biotine, 0.2 mg;

foliumzuur, 1 mg; Mn, 85 mg; Fe, 80 mg; Zn, 60 mg; Cu, 12 mg; I, 0.8 mg; Se, 0.15 mg.

Starterdiëten werden gevoed van d 0 tot d 21, groeier diëten van d 22 tot en met d 35 en het einddieet werd gevoed van d 36 tot slacht bij d 42. Diëten werden geformuleerd om aan de vereisten van slachtkuikens te voldoen of deze te 10 overschrijden en werden geproduceerd door Research Dieetdiensten (Wijk bij Duurstede, Nederland).

BE2017/5984

Vogels en experimentele procedure

Het experiment werd uitgevoerd op de onderzoeksboerderij Carus van Wageningen University. Een totaal van 357 mannelijke eendaagse slachtkuikens (aanvankelijke BW 47 g; Ross 308, Aviagen Group, Newbridge, Verenigd Koninkrijk) werden verkregen van een commerciële broederij (Morren Breeders B.V., Lunteren, Nederland). Bij aankomst werden vogels afzonderlijk gewogen en toegewezen aan een gewichtscategorie (klein <μ - 0.68 x σ; μ - 0.68 x σ <gemiddeld <μ + 0.68 x o; groot> μ + 0.68 x o). Vogels van elke categorie werden willekeurig toegewezen aan een van de 42 vloerpennen van twee kamers met klimaatregeling. Elke pen huisde 8 tot 9 vogels, had een afmeting van 1,85 x 1 m (L x W) en werd verrijkt met een zitstang. Houtkrullen werden gebruikt als beddingmateriaal. De omgevingstemperatuur werd op 32°C gehouden tot d3 en daarna geleidelijk verlaagd tot 22 ° C op d23. Een 23L:1 D fotoperiode werd toegepast tot d3 en werd daarna veranderd in 16L:8D. Vogels kregen ad libitum toegang tot voeder en water. Het lichaamsgewicht van de pen en de voeropname van de pen werden genoteerd op d 21,35 en 42. De mortaliteit werd dagelijks gevolgd en het lichaamsgewicht van dode vogels werd geregistreerd.

Resultaten

De onderstaande tabellen tonen de voederconversieratio (FCR), gemiddelde dagelijkse gewichtstoename (ADG) en gemiddelde dagelijkse voedselinname (ADFI) en sterftecijfer. FCR werd berekend op penniveau met behulp van ADG en ADFI. Resultaten werden ook herberekend als percentage van verandering ten opzichte van hun respectievelijke controle.

De onderstaande tabellen tonen de resultaten van de mortaliteit, gemiddelde dagelijkse gewichtstoename (ADG), gemiddelde dagelijkse voedselinname (ADFI) en voederconversieratio (FCR) die in dit experiment zijn verkregen. De gegevens laten zien dat voersuppletie met een polysaccharide butyryl ester zoals CAB superieure resultaten oplevert voor de groeiprestaties in vergelijking met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte van butyraat. De polysaccharide butyryl ester in overeenstemming met de onderhavige uitvinding verschaft de gewenste combinatie van verbeterde ADG en ADFI gecombineerd met verlaagde

BE2017/5984

FCR en sterfte tijdens de suppletieperiode zonder nadelige effecten te vertonen gedurende de eindperiode.

De resultaten laten ook zien dat een verhoogde toediening van het polysaccharide butyryl ester in de starter- en kwekerfase (4-L versus 4-H) leidt tot verhoogde prestaties (in tegenstelling tot het effect waargenomen voor de wassamenstellingen

3-L versus 3 H).

Effect van dieetbehandelingen op prestatieparameters tijdens de start-, groeiperiode en eind-periode.

Item			Dieetbehandeling
1 CTR	t	2	3		4
L	H	L	H	L	H
0-21 d
Mortalit., %	5.9	2.0	0.0	0.0	0.0	0.0	0.0
ADG, g/vogel	39.9	39.7	42.0	41.8	40.4	40.6	41.4
ADFI, g/vogel	54.5	53.8	56.7	56.6	54.2	55.3	56.9
FCR, g:g	1.37	1.36	1.35	1.35	1.34	1.36	1.38
22-35 d
Mortalit., %	0.0	0.0	3.9	3.9	2.0	0.0	0.0
ADG, g/vogel	89.8	90.8	90.5	89.4	87.6	93.8	96.4
ADFI, g/vogel	140.3	139.9	154.0	147.0	139.0	141.0	146.3
FCR, g:g	1.58	1.55	1.73	1.65	1.59	1.51	1.52
35-42 d
Mortalit., %	4.2	0.0	0.0	2.0	4.0	0.0	2.0
ADG, g/vogel	131.9	107.3	125.0	120.3	116.4	115.7	116.9
ADFI, g/vogel	224.1	197.6	211.5	198.6	214.7	213.0	211.2
FCR, g:g	1.71	1.85	1.71	1.66	1.84	1.85	1.81

BE2017/5984

Effect van dieetbehandelingen op prestatieparameters tijdens de suppletie en de totale experimentele perioden.

Item	Dieetbehandeling
1 CTR	2	3	4
L	H	L	H	L	H
Suppletie periode (0-35 d)
Mortalit., %	7.8	2.0	3.9	5.9	3.9	0.0	0.0
ADG, g/vogel	59.51	60	61.3	60.8	59.1	61.9	63.4
ADFI, g/vogel	88.26	88	95.5	92.5	87.8	89.6	92.7
FCR, g:g	1.49	1.47	1.56	1.53	1.49	1.45	1.46

Totaal experiment (0-42 d)

Mortalit., %	9.8	2.0	3.9	5.9	5.9	0.0	2.0
ADG, g/vogel	70.42	67.9	71.6	70.3	68.4	70.9	72.3
ADFI, g/vogel	108.9	106	114	110	108	110	112
FCR, g:g	1.55	1.57	1.60	1.56	1.58	1.56	1.56

Effect van dieetbehandelingen op de prestatieparameters herberekend als percentage van verandering ten opzichte van hun respectievelijke controle gedurende de suppletieperiode (0-35 d).

3 4

	L	H	L	H	L	H
ADG, % verandering	0.9	3.0	2.0	-0.7	3.8	6.1
ADFI, % verandering	-0.3	7.6	4.6	-0.6	1.5	4.7
FCR, % verandering	-1.4	4.8	2.3	-0.2	-2.7	-1.8

Voorbeeld 6: In vivo bepaling van voederconversieratio

Om het vermogen van de polysaccharide butyryl esters van de onderhavige uitvinding om de voederconversieratio onder suboptimale landbouwpraktijken te w beïnvloeden te beoordelen, werd een in vivo experiment uitgevoerd. Een product in overeenstemming met de uitvinding werd toegevoegd aan een uitdagend koolzaadmeel (RSM) dieet, de effecten op de voederconversieratio bepaald en

BE2017/5984 vergeleken met resultaten verkregen met andere vertraagde afgifte (hydroxy)butyraatformuleringen of producten.

Experimentele opzet

Het experiment is ontworpen als een volledig gerandomiseerd blokontwerp. Behandelingsgroepen werden gerangschikt als 10 vogels / pen x 8 replica's x 4 behandelingen: een controle en 3 vertraagde afgifte butyraatformuleringen of producten (bij 1 g (hydroxy)butyraat/kg voeding). Diëten waren gebaseerd op de 10 RSM-mais-tarwe starters en groeiers diëten die in de tabellen hieronder zijn beschreven. Experimentele starters- en groeierdiëten werden afgeleid van het basale recept door de producten toe te voegen ten koste van sojaolie.

	Product	Leverancier	Specificaties
1	Controle - geen additief	NA	NA
2	Adimix 30 Coated®	Nutri-Ad®	30% natrium butyraat gecoat met palm vet
3	Polyhydroxybutyrate (PHB)	Nutri-Ad®	0.10% butyraat biomassa
4	Polysaccharide butyryl ester : Cellulose acetaat butyraat (CAB)	Fisher-Scientific, Waltham, USA	50-54% butyryl inhoud <4% acetyl inhoud

BE2017/5984

Starter samenstelling

Item	1-CTR	2	3	4
Ingredient
mais	296	296	296	296
tarwe	200	200	200	200
koolzaadmeel	350	350	350	350
vismeel	75	75	75	75
sojaboon olie	55.3	52.0	54.3	53.5
Premix	5	5	5	5
Lime fine	9	9	9	9
Monocalcium fosfaat	5.5	5.5	5.5	5.5
zout	0.9	0.9	0.9	0.9
NaHCO3	2.8	2.8	2.8	2.8
L-Lysine HCI	0.5	0.5	0.5	0.5
Natuphos 1000G	0.05	0.05	0.05	0.05
Adimix 30 Coated®	0	3.33	0	0
PHB	0	0	1	0
CAB	0	0	0	1.8
Totaal	1000	1000	1000	1000

groeier samenstelling
Item	1-CTR	2	3	4
Ingredient
mais	215.4	215.4	215.4	215.4
tarwe	300.0	300.0	300.0	300.0
koolzaadmeel	350.0	350.0	350.0	350.0
vismeel	55.0	55.0	55.0	55.0
sojaboon olie	63.0	59.7	62.0	61.2
Premix	5	5	5	5
Lime fine	8	8	8	8
Monocalcium fosfaat	-	-	-	-

BE2017/5984

zout	1.2	1.2	1.2	1.2
NaHCO3	1.4	1.4	1.4	1.4
L-Lysine HCI	1	1	1	1
Natuphos 1000G	0.05	0.05	0.05	0.05
Adimix 30 Coated®	0	3.33	0.00	0
PHB	0	0	1	0
CAB	0	0	0	1.8
Totaal	1000	1000	1000	1000

De premix voorziet per kg dieet: vitamine A, 12.000 IU; vitamine D3, 2.500 IU; vitamine E, 50 mg; vitamine B2, 7.5 mg; vitamine B6, 3.5 mg; vitamine B1,2.0 mg; vitamine K3, 1.5 mg; vitamine B12, 20 pg; choline chloride, 460 mg; antioxidant (oxytrap PXN),125 mg; niacine, 35 mg; pantotheenzuur, 12 mg; biotine, 0.2 mg; foliumzuur, 1 mg; Mn, 85 mg; Fe, 80 mg; Zn, 60 mg; Cu, 12 mg; I, 0.8 mg; Se, 0.15 mg.

Starterdiëten werden gevoed van d 0 tot d 21 en groeier diëten van d 22 tot en met d 35. Diëten werden geformuleerd om aan de vereisten van slachtkuikens te voldoen of deze te overschrijden en werden geproduceerd door Research Dieetdiensten (Wijk bij Duurstede, Nederland).

Vogels en experimentele procedure

Het experiment werd uitgevoerd bij het experimentele pluimveehok 12 van het ILVO-DIER, (Burg, Merelbeke, BE). Een totaal van 320 mannelijke eendaagse vleeskuikens (Ross 308, Aviagen Group, Newbridge, Verenigd Koninkrijk) werden verkregen van een commerciële broederij (Belgabroed NV, Merksplas, BE). Bij aankomst werden vogels willekeurig toegewezen aan een van de 32 vloerstallen van een enkele kamer met klimaatbeheersing. Elke pen huisvestte 10 vogels en had een afmeting van 2,1 x 1 m. De omgevingstemperatuur werd gehandhaafd op 29-30°C tot d7 en daarna verlaagd met 2°C per week. Een 23L:1D fotoperiode werd toegepast tot d7 en werd daarna veranderd in 16L:8D. Vogels kregen ad libitum toegang tot voer en water. Individuele en penlichaamsgewichten, evenals penvoeropname, werden elke week geregistreerd.

BE2017/5984

Statistische analyse

Prestatieparameters werden geanalyseerd met behulp van het PROC GLM van SAS (versie 9.3, SAS Institute Inc., Cary, NC) gebruik makend van het volgende model

Yijk = O + Df +\/Vj + B_k + AW_i7 + £_ijk waarbij d_Jk de waargenomen respons is van het /^θ replicaat (k = 1 to 8) van het /^degevoede dieet (/ = CTR, FCB, PHB, CAB) gedurende de y^de week (ƒ = 1 to 5), is het /^devast dieeteffect, Bk is het vaste blokeffect, W7 is het j^de willekeurige effect van de meetperiode, en ADi7 het interactie-effect tussen het dieet en de meetperiode, en 8_ijk is de residuele fout term van de /^θ replicaat die het /^de dieet gevoerd krijgt bij de j^de meetperiode. Wanneer een significant dieeteffect werd gedetecteerd, werden de gemiddelen gescheiden met behulp van de post-hoc-test van Tukey. Wanneer een significante interactie tussen het dieet en de meetperiode werd gedetecteerd, werden de gemiddelden gescheiden met behulp van de posthoc-test van Tukey en de interactieterm werd per week verdeeld door een eenvoudige effecttest.

Resultaten

Effecten van suppletie met butyraat op de voederconversieratio (FCR) over de suppletieperiode van 0-35 dagen worden weergegeven in de onderstaande tabel. De gegevens tonen aan dat suppletie met een polysaccharide butyryl ester zoals CAB superieure resultaten oplevert voor de FCR in vergelijking met andere formuleringen of producten met vertraagde afgifte van butyraat. De verbetering van de voederconversieratio voor CAB was statistisch significant.

Effect van suppletie met butyraat op de groeiprestatie gedurende de gehele 0-35 d periode

Item behandelingsgroep p-waarde

	1- CTR	3	Pooled
2	4	SEM	Dieet	Week	Block	Diet*Week
BWG	48.41	48.26	48.36	48.56	1.62	0.9981	<.0001	0.2511	0.0032
VFI	79.15	76.52	77.42	76.08	1.93	0.6898	<.0001	0.5882	0.5192
FCR	1.64	1.59	1.60	1.57	0.02	0.0164	<.0001	0.7997	0.0194

BE2017/5984

Claims

Conclusies

1. Een voederkwaliteit samenstelling omvattende een polysaccharide butyryl ester.
2. De samenstelling volgens conclusie 1 waarbij het polysaccharide butyryl ester gekarakteriseerd is door een getalgemiddelde molaire massa van 2000-1000000 g/mol, bij voorkeur 5000-500000 g/mol, bij voorkeur 7000250000 g/mol, bij voorkeur 10000-100000 g/mol, bij voorkeur 12000-50000 g/mol, bij voorkeur 13000-25000 g/mol, met de meeste voorkeur 1500017000 g/mol.
3. De samenstelling volgens conclusie 1 of 2 waarbij het polysaccharide butyryl ester gekarakteriseerd is door een butyryl gehalte in het bereik van 5-80 gew.% op basis van het gewicht van het polysaccharide butyryl ester, bij voorkeur 25-70 gew.%, 40-60 gew. % of 50-56 gew.%.
4. De samenstelling volgens een der voorgaande conclusies waarbij het polysaccharide cellulose is.
5. De samenstelling volgens conclusie 4 waarbij het gemiddeld aantal butyrylgroepen per monosaccharide-eenheid in het bereik is van 0.1-4, bij voorkeur 1-3.5, bij voorkeur 1.75-3.25, bij voorkeur 2.25-3, bij voorkeur 2.52.95.
6. De samenstelling volgens een der voorgaande conclusies waarbij het polysaccharide butyryl ester tevens acetyl ester groepen omvat.
7. De samenstelling volgens conclusie 6 waarbij het polysaccharide butyryl ester gekarakteriseerd is door een acetyl gehalte van ten minste 1 gew.% op basis van het gewicht van het polysaccharide butyryl ester, bij voorkeur ten minste 2 gew.%, bij voorkeur ten minste 3 gew.%.

BE2017/5984
8. De samenstelling volgens een der voorgaande conclusies, welke een voedermateriaal is, omvattende 0.1-80 gew.%, bij voorkeur 0.5-60 gew.%,

1-50 gew.%, 2-40 gew.%, 3-30 gew.%, 4-20 gew.%, 5-15 gew.% van het polysaccharide butyryl ester en één of meer andere voederkwaliteit materialen bevat.
9. De samenstelling volgens conclusie 8 waarbij het een of meer andere voederkwaliteit materiaal wordt gekozen uit de groep van technologische additieven, sensorische additieven, nutritionele additieven, zoötechnische additieven, coccidiostatica en histomonostatica.
10. De samenstelling volgens een der conclusies 1-7, welke een diervoeder is, omvattende het polysaccharide butyryl ester in een hoeveelheid van ten minste 0,0001 gew.%, op basis van het totale gewicht van de samenstelling, bij voorkeur ten minste 0,001 gew.%, ten minste 0,005 gew.%, ten minste 0,01 gew.%, ten minste 0,025 gew.%, ten minste 0,05 gew.% often minste 0,1 gew.% en één of meer diervoederbestanddelen.
11 .De samenstelling volgens een der voorgaande conclusies voor gebruik in profylactische of curatieve behandelingsmethode.
12. De samenstelling volgens een der conclusies 1 -10 voor gebruik in de prophylaxis of behandeling van pathogene infectie, bij voorkeur door een of meer van bacteriën, eimeria, virussen en schimmels, bij voorkeur bacteriën, bij voorkeur een of meer van Clostridium acetobutylicum, Escherichia coli, Streptococcus cremoris, Lactococcus lactis, Lactococcus cremoris, Clostridium perfringens, Campylobacter jejuni, Campylobacter coli, Lawsonia intracellullaris, Brachyspira hyodysenteriae, Enterococcus caecorum, Streptococcus suis and Salmonella enteritidis.
13. De samenstelling volgens een der conclusoies 1-10 for gebruik in het verbeteren van de darmmicroflora.

BE2017/5984
14. Een niet-therapeutische methode voor • het verminderen van de voederconversieratio, • verbeteren van het levensgewicht, of • verbeteren van de gemiddelde dagelijks gewichtstoename, omvattende toediening van de samenstelling volgens een der conclusies 1-10.
15.Gebruik van de samenstelling volgens een der conclusies 1-9 in diervoeder..

BE2017/5984 ω cû = O < Φ X o o Hl

3 ’t CM in o m o m o

CM CM ft ft leejÄjnq yyui

BE2017/5984

φ Ul _O en O CÛ < *05 X o o