BE1024905B1 - Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof - Google Patents

Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof Download PDF

Info

Publication number
BE1024905B1
BE1024905B1 BE2018/5014A BE201805014A BE1024905B1 BE 1024905 B1 BE1024905 B1 BE 1024905B1 BE 2018/5014 A BE2018/5014 A BE 2018/5014A BE 201805014 A BE201805014 A BE 201805014A BE 1024905 B1 BE1024905 B1 BE 1024905B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pile
poles
pole
needle bar
needle
Prior art date
Application number
BE2018/5014A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024905A1 (nl
Inventor
Steven Debaes
Koen CALLEWAERT
Original Assignee
Nv Michel Van De Wiele
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nv Michel Van De Wiele filed Critical Nv Michel Van De Wiele
Publication of BE1024905A1 publication Critical patent/BE1024905A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024905B1 publication Critical patent/BE1024905B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05CEMBROIDERING; TUFTING
    • D05C15/00Making pile fabrics or articles having similar surface features by inserting loops into a base material
    • D05C15/04Tufting
    • D05C15/08Tufting machines
    • D05C15/26Tufting machines with provision for producing patterns
    • D05C15/30Tufting machines with provision for producing patterns by moving the tufting tools laterally
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05CEMBROIDERING; TUFTING
    • D05C15/00Making pile fabrics or articles having similar surface features by inserting loops into a base material
    • D05C15/04Tufting
    • D05C15/08Tufting machines
    • D05C15/10Tufting machines operating with a plurality of needles, e.g. in one row
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05CEMBROIDERING; TUFTING
    • D05C15/00Making pile fabrics or articles having similar surface features by inserting loops into a base material
    • D05C15/04Tufting
    • D05C15/08Tufting machines
    • D05C15/26Tufting machines with provision for producing patterns
    • D05C15/34Tufting machines with provision for producing patterns by inserting loops of different nature or colour

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Automatic Embroidering For Embroidered Or Tufted Products (AREA)
  • Knitting Machines (AREA)

Abstract

Een tuftmachine (100) omvat een naaldbalk (10) die in de naaldbalk-lengterichting (L) verschuifbaar is, waarbij op de naaldbalk (10) meerdere naalden (12) voorzien zijn die elkaar in de naaldbalk-lengterichting (L) opvolgen, waarbij elke naald (12) individueel selecteerbaar is voor het uitvoeren van een steek en daardoor een pool op een tuftdoek vormt, die verder een dusdanige garendoorhaal omvat dat, op de naaldbalk (10), groepen (G) van de naalden (12) die na elkaar in de naaldbalk- lengterichting (L) opvolgen en een vooraf bepaald aantal naalden (12) omvatten gevormd worden, waarbij de naalden (12) van elke groep (G) erdoorheen doorgehaalde garens met verschillende eigenschappen hebben, waarbij het aantal garens met verschillende eigenschappen geassocieerd met elke groep (G), minder is dan het aantal naalden (12) in elke groep (G), zodat in elke groep (G) ten minste twee naalden (12) erdoorheen doorgehaalde garens met dezelfde eigenschap hebben.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
12/01/2017 EP 17151158.7 (73) Houder(s) :
NV MICHEL VAN DE WIELE 8510, KORTRIJK/MARKE België (72) Uitvinder(s) :
DEBAES Steven 8930 REKKEM België
CALLEWAERT Koen 8700 TIELT België (54) Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof (57) Een tuftmachine (100) omvat een naaldbalk (10) die in de naaldbalk-lengterichting (L) verschuifbaar is, waarbij op de naaldbalk (10) meerdere naalden (12) voorzien zijn die elkaar in de naaldbalklengterichting (L) opvolgen, waarbij elke naald (12) individueel selecteerbaar is voor het uitvoeren van een steek en daardoor een pool op een tuftdoek vormt, die verder een dusdanige garendoorhaal omvat dat, op de naaldbalk (10), groepen (G) van de naalden (12) die na elkaar in de naaldbalklengterichting (L) opvolgen en een vooraf bepaald aantal naalden (12) omvatten gevormd worden, waarbij de naalden (12) van elke groep (G) erdoorheen doorgehaalde garens met verschillende eigenschappen hebben, waarbij het aantal garens met verschillende eigenschappen geassocieerd met elke groep (G), minder is dan het aantal naalden (12) in elke groep (G), zodat in elke groep (G) ten minste twee naalden (12) erdoorheen doorgehaalde garens met dezelfde eigenschap hebben.
'S /(0 Y sz â ·α« â a® □ β a a ï o□□ o□a®□o® □ O□ C B O □ . ® □ □
Zv tt
II
Di O ® a B O:· O BOBöl j· □ □ioiD® O □ O
I □ □ m ίο o o· osgo ο o □ o® fo □ ® [z®r~ o· oo □ ® □ oes a no □ non c n □ n sa o o ® □ □ n □ □ O □ □ ES3 □ □ ®
F F F F F F F F F F F F F~ /4 Ki. Us F» Fî. Sm
Fl SH Ά F« »0 W
Fig. 1
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024905 Nummer van indiening: BE2018/5014
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: D05C 15/30 D05C 15/34 Datum van verlening: 21/08/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 11/01/2018.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
NV MICHEL VAN DE WIELE, Michel Vandewielestraat 7, 8510 KORTRIJK/MARKE België;
vertegenwoordigd door
OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeid in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof.
UITVINDER(S):
DEBAES Steven, Kattewegel 40, 8930, REKKEM;
CALLEWAERT Koen, Papenholwegel 5, 8700, TIELT;
VOORRANG:
12/01/2017 EP 17151158.7;
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 21/08/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2018/5014
Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tuftmachine, een werkwijze voor het tuften van een stof en een getufte stof.
Uit US 5,392,723 is een tuftmachine bekend met een naaldbalk die verschuifbaar is in een naaldbalk-lengterichting en met meerdere naalden daarop aangebracht die elkaar in de naaldbalk-lengterichting opvolgen met een gelijke afstand tussen direct aangrenzende naalden. De naalden die op de naaldbalk zijn voorzien zijn individueel selecteerbaar voor het uitvoeren van steken op bepaalde poollocaties waarop een pool gevormd moet worden op een tuftdoek die beweegbaar is ten opzichte van de naaldbalk in een werkrichting die nagenoeg Ioodrecht Staat op de naaldbalklengterichting. Groepen naalden worden voorzien met garens van verschillende kleuren erdoorheen doorgehaald. Deze groepen zijn elkaar in de naaldbalklengterichting opvolgend aangebracht. Het aantal naalden in elke groep en het aantal verschillend gekleurde garens in associatie met de naalden, respectievelijk, definieren een herhaling van de garendoorhaal. Om een pool van elke kleur op elke poollocatie te kunnen voorzien is de naaldbalk zodanig verschuifbaar dat elke naald op een aantal verschillende positioneringen kan worden gepositioneerd, waarbij elke positionering overeenkomt met een te tuften poolrij, gelijk aan respectievelijk het aantal naalden en verschillend gekleurde garens binnen elke groep. Terwijl, met een naaldbalk met een dergelijk garendoorhaal met een herhaaldelijk verschijnende reeks van verschillend gekleurde garens erdoorheen doorgehaald, een kleurrijke getufte stof geproduceerd kan worden met een grote verscheidenheid aan patronen, vereist een toename van de pooldichtheid het voorzien van een toegenomen aantal poollijnen voor het voorzien van een overeenkomstig toegenomen aantal poollocaties waar dergelijke extra polen getuft kunnen worden.
DE 103 06 601 B4 beschrijft een tuftmachine met modules van naalden die op een naaldbalk zijn aangebracht, waarbij de modules elkaar in de naaldbalk-lengterichting opvolgen. Binnen elke module zijn meerdere naalden zodanig aangebracht dat elke naald afzonderlijk geselecteerd kan worden voor het uitvoeren van een steek op een poollocatie waar een pool op een tuftdoek gevormd moet worden.
BE2018/5014
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om in een tuftmachine te voorzien en in een werkwijze voor het tuften van een stof, in het bijzonder een tapijt, waardoor een stof met een uitgesproken uiterlijk van garens met ten minste één gareneigenschap getuft kan worden. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om in een getufte stof te voorzien, in het bijzonder in een tapijt, met een uitgesproken uiterlijk van garens met ten minste één gareneigenschap.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt dit doel bereikt door een tuftmachine omvattende een naaldbalk die verschuifbaar is in een naaldbalklengterichting, waarbij op de naaldbalk meerdere naalden zijn aangebracht die elkaar in de naaldbalk-lengterichting opvolgen, waarbij elke naald individueel selecteerbaar is voor het uitvoeren van een steek en daardoor een pool op een tuftdoek vormt, verder omvattende een dusdanige garendoorhaal dat, op de naaldbalk, groepen van de naalden die elkaar in de naaldbalk-lengterichting opvolgen en die een vooraf bepaald aantal naalden omvatten gevormd worden, waarbij de naalden van elke groep erdoorheen doorgehaalde garens met verschillende eigenschappen hebben, waarbij het aantal garens met verschillende eigenschappen geassocieerd met elke groep minder is dan het aantal naalden in elke groep, zodat in elke groep ten minste twee naalden erdoorheen doorgehaalde garens met dezelfde eigenschap hebben.
Door het voorzien van een dergelijke garendoorhaal op een tuftmachine met ten minste één eigenschap tweemaal binnen elke groep, kan het optische uiterlijk van een dergelijke eigenschap benadrukt worden, bijvoorbeeld door het vormen van polen met garens die dezelfde eigenschap hebben met een hogere dichtheid op een tuftdoek en/of door het vormen van twee polen met garens die dezelfde eigenschap hebben op dezelfde poollocatie. Derhalve kan een verhoogde pooldichtheid worden verkregen zonder de noodzaak van het verhogen van het aantal poollocaties en derhalve zonder de noodzaak van het invoeren van aanvullende bewegingen van de naaldbalk, bijvoorbeeld voor het tuften van polen op extra poollocaties in extra poollijnen. De werksnelheid kan daardoor verhoogd worden, terwijl het afval van garen dat niet gebruikt wordt voor het voorzien van polen aanzienlijk verminderd wordt.
De garendoorhaal van de tuftmachine volgens de onderhavige uitvinding kan zodanig zijn dat:
BE2018/5014
Np — Nn-A, waann:
Np het aantal verschillende eigenschappen van de garens is die door de naalden van elke groep doorgehaald worden,
Nn het aantal naalden van elke groep is,
A een geheel getal in het bereik van 1 tot Nn/2 is.
Met een dergelijke garendoorhaal kan tot de helft van alle garens die met de naalden van elke groep geassocieerd zijn dezelfde eigenschap hebben.
Voor het makkelijk besturen van de naaldbalk tijdens het tuftproces kan een reeks garens in de groepen dezelfde zijn voor de meerderheid van groepen, bij voorkeur alle groepen.
Verder, in ten minste één groep, bij voorkeur in de meerderheid van groepen, met de meeste voorkeur in elke groep garens, hoeven naalden met garens met dezelfde eigenschap erdoorheen doorgehaald niet direct aangrenzend aan eikaar in de naaldbalk-lengterichting gepositioneerd te zijn, en/of, bij ten minste één overgang tussen direct aangrenzende groepen, kan een naald die geassocieerd is met één van de groepen en een naald die geassocieerd is met de andere van de groepen garens met verschillende eigenschappen erdoorheen doorgehaald hebben.
Voor het laten positioneren van alle naalden van elke groep zodanig dat elke naald gepositioneerd kan worden in uitlijning met een specifieke poolrij die gevormd moet worden met respectievelijk de naalden en de garens van deze groep, kunnen in de tuftmachine volgens de onderhavige uitvinding de naalden op de naaldbalk aangebracht worden met een nagenoeg uniforme afstand tussen direct aangrenzende naalden in de naaldbalk-lengterichting, en kan de naaldbalk in de naaldbalklengterichting verschuifbaar zijn met een minimale mate van beweging die voldoet aan het vereiste:
E>Dx(Nn-1) waann:
BE2018/5014
E de minimale mate van beweging van de naaldbalk in de naaldbalk-lengterichting is,
D de afstand tussen direct aangrenzende naalden in de naaldbalk-lengterichting is,
Nn het aantal naalden in elke groep is.
Met een dergelijke minimale mate van beweging van de naaldbalk in de naaldbalklengterichting kan de naaldbalk ten minste in een aantal verschillende naaldbalkpositioneringen gepositioneerd worden, die overeenkomen met het aantal op dezelfde afstand geplaatste naalden binnen elke groep.
Voor het laten gebruiken van een zogenaamde chisel techniek kan de minimale mate van beweging van de naaldbalk in de naaldbalk-lengterichting voldoen aan het vereiste:
E > D x Nn.
De eigenschap kan de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur defmiëren.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt het doel bereikt door een werkwijze voor het tuften van een stof, in het bijzonder tapijt, door het gebruiken van een tuftmachine met een naaldbalk die verschuifbaar is in een naaldbalklengterichting, waarbij op de naaldbalk meerdere naalden voorzien worden die elkaar in de naaldbalk-lengterichting opvolgen, waarbij elke naald individueel selecteerbaar is voor het uitvoeren van een steek en daardoor een pool vormt op een tuftdoek die in een werkrichting van de tuftmachine beweegbaar is, waarbij de werkwijze het volgende omvat: het vormen van meerdere poolrijen die zieh grotendeels in de werkrichting uitstrekken en poollijnen die zieh grotendeels in de naaldbalklengterichting uitstrekken en die nagenoeg loodrecht staan op de werkrichting, waarbij elk kruispunt van de poolrijen en de poollijnen een poollocatie definieren waar een pool op de tuftdoek gevormd is of gevormd kan worden, waarbij, op ten minste één poollocatie, ten minste twee polen, bij voorkeur twee polen, hetgeen precies twee polen betekent, door verschillende naalden gevormd worden.
BE2018/5014
Door het vormen van meerdere polen op dezelfde poollocatie wordt het uiterlijk van de garens die gebruikt worden voor het vormen van deze polen benadrukt in een met een dergelijke werkwijze getufte stof.
Voigens een zeer voordelig aspect van de werkwijze voigens de onderhavige uitvinding wordt tijdens het vormen van de polen van één poollijn de tuftdoek niet in de werkrichting bewogen, bij voorkeur waarbij de tuftdoek, nadat deze poollijn gevormd is, in de werkrichting bewogen wordt over een afstand die overeenkomt met de afstand tussen twee poollijnen die direct aangrenzend aan elkaar zijn in de werkrichting. Door het niet bewegen van de tuftdoek tijdens het vormen van één poollijn, kan worden vastgesteld dat, op poollocaties waar meerdere polen gevormd moeten worden, al deze polen gevormd worden op precies dezelfde positie binnen een poollocatie op de tuftdoek.
Bij voorkeur wordt de werkwijze voigens de onderhavige uitvinding uitgevoerd door het gebruiken van een tuftmachine voigens de onderhavige uitvinding.
Voor het vormen van twee polen op dezelfde poollocatie door het gebruik van verschillende naalden, kan een eerste naald met een daardoorheen doorgehaald garen op deze poollocatie gepositioneerd worden en kan een eerste pool gevormd worden door het penetreren van de tuftdoek met de eerste naald, en, nadat de eerste pool gevormd is, kan een tweede naald met een daardoorheen doorgehaald garen op deze poollocatie gepositioneerd worden en kan een tweede pool gevormd worden door het penetreren van de tuftdoek met de tweede naald.
Om het optische uiterlijk van een bepaalde eigenschap te benadrukken kan het door de eerste naald doorgehaalde garen en het door de tweede naald doorgehaalde garen dezelfde eigenschap hebben. De eigenschap kan de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieren.
Voigens een ander voordelig aspect van de onderhavige uitvinding kan het door de eerste naald doorgehaalde garen is en het door de tweede naald doorgehaalde garen verschillende eigenschappen hebben. Opnieuw kan de eigenschap de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieren. Het gebruik van garens met verschillende eigenschappen voor het vormen van polen op één en dezelfde
BE2018/5014 poollocatie maakt de vorming van een eigenschap-mengend effect mogelijk, dat door de toegenomen pooldichtheid zeer intensief zal zijn.
In associatie met ten minste een deel van de poolrijen kunnen de eerste naald en de tweede naald met dezelfde groep geassocieerd zijn, en/of, in associatie met ten minste een deel van de poolrijen , kunnen de eerste naald en de tweede naald met verschillende groepen geassocieerd zijn.
De verscheidenheid van de patronen die voorzien worden op een stof die getuft is met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kan verhoogd worden door het vormen van twee polen op een poollocatie in associatie met ten minste een deel van de poollocaties, en/of door het genereren van één pool op een poollocatie in associatie met een deel van de poollocaties, en/of door het niet genereren van een pool in associatie met een deel van de poollocaties. Verder kan, volgens een zeer voordeiig aspect van de onderhavige uitvinding in associatie met elke poollocatie het aantal te genereren polen geseiecteerd worden om elk getal te zijn in het bereik van 0 polen tot een maximum aantal polen, bij voorkeur twee polen.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een getufte stof, in het bijzonder tapijt, omvattende een tuftdoek en meerdere polen die voorzien zijn op poollocaties op de tuftdoek, waarbij, op ten minste één poollocatie, bij voorkeur meerdere poollocaties, ten minste twee polen voorzien zijn. Een dergelijk stof kan bij voorkeur worden gemaakt door het gebruiken van een tuftmachine en/of een werkwijze voor het tuften van een stof volgens de onderhavige uitvinding.
Opgemerkt moet worden dat dergelijke polen gesneden polen kunnen zijn die twee poolbenen leveren, zodat op poollocaties met bijvoorbeeld twee polen er vier poolbenen kunnen zijn. Indien de door de naalden doorgehaalde garens lichtjes vastgeklemd aan de naalden zijn, zou na het vormen van een gesneden pool met twee poolbenen het poolbeen dat nog met de rest van het door de naald doorgehaalde garen verbonden is uit de tuftdoek getrokken kunnen worden, zodat op een dergelijke poollocatie er drie poolbenen zullen achterblijven. Dit zal vooral optreden in situaties waarbij er een grotere afstand is tussen deze laatste pool en de volgende pool die
BE2018/5014 gevormd moet worden door dezelfde naald op een andere poollocatie, hetgeen leidt tot een aanzienlijke vermindering in het poolverbruik, aangezien de afstand tussen deze twee gescheiden poollocaties niet overbrugd zal worden door een gedeelte van dit garen dat zieh aan de achterkant van de tuftdoek uitstrekt.
Verder kunnen de polen luspolen zijn, zodat op een poollocatie met twee polen er twee garenlussen zullen zijn.
In een dergelijk stof zijn de polen bij voorkeur gerangschikt in poolrijen die zieh grotendeels in een werkrichting van een tuftmachine uitstrekken en poollijnen die nagenoeg loodrecht staan op de poolrijen en die zieh grotendeels in een lengterichting van een naaldbalk uitstrekken die voor het vormen van deze poollijnen gebruikt wordt, waarbij elke poollocatie voorzien wordt op een kruispunt van een poolrij met een poollijn.
In de stof volgens de onderhavige uitvinding kunnen op ten minste één poollocatie waarop ten minste twee polen voorzien zijn, bij voorkeur op de meerderheid van poollocaties waarop ten minste twee polen voorzien zijn, bij voorkeur op elke poollocatie waarop ten minste twee polen voorzien zijn, de polen van een dergelijke poollocatie gemaakt zijn van garens die dezelfde eigenschap hebben, waarbij de eigenschap bij voorkeur de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieert. Daarom wordt in gebieden met meerdere van dergelijke poollocaties met ten minste twee polen de eigenschap van de garens die gebruikt worden voor het voorzien van deze polen benadrukt.
Verder zijn op ten minste één poollocatie waarop ten minste twee polen voorzien zijn, bij voorkeur op de meerderheid van de poollocaties waarop ten minste twee polen voorzien zijn, bij voorkeur op elke poollocatie waarop ten minste twee polen voorzien zijn, polen van een dergelijke poollocatie gemaakt van garens met verschillende eigenschappen. Opnieuw kunnen de eigenschappen de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieren. Dit maakt de vorming van het eigenschappen-mengende effect mogelijk, dat bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor het leveren van een zeer gelijkmatige overgang van een gebied waarin garens met de ene eigenschap gebruikt worden naar een gebied waarin garens met de andere eigenschap gebruikt worden, via een overgangsgebied waarin garens met de ene
BE2018/5014 eigenschap alsook garens met de andere eigenschap gebruikt worden. In al deze gebieden zullen de eigenschappen van de extra gebruikte garens verder benadrukt worden door het voorzien van poollocaties met ten minste twee polen.
Op ten minste één poollocatie kan een enkele pool voorzien worden, en/of op ten minste één poollocatie kan geen pool voorzien worden.
Voor het duidelijker onderscheiden van gebieden van poollocaties met meerdere polen en gebied van poollocaties met enkele polen kan volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding een gebied van poollocaties waarop ten minste twee polen voorzien zijn gescheiden worden van een gebied van poollocaties waarop een enkele pool voorzien is door een gebied van poollocaties waarop geen pool voorzien is.
De onderhavige uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin:
Fig. 1 een schematische weergave is van een verschuifbare naaldbalk en de garendoorhaal geassocieerd met deze naaldbalk;
Fig. 2 een schematische weergave is van een naaldbalk die dezelfde garendoorhaal heeft als de naaldbalk getoond in Fig. 1 maar die beweegbaar is met een verhoogde mate van beweging tijdens een tuftproces;
Fig. 3 een schematische weergave is van een naaldbalk met een andere garendoorhaal;
Fig. 4 nog een schematische weergave is van een naaldbalk met een andere garendoorhaal;
Fig. 5 een tapijt toont met gebieden met verschillende pooldichtheden;
Fig. 6 een doorsnede längs lijn Vi-Vi in Fig. 5 is.
Voordat de onderhavige uitvinding zal worden toegelicht met verwijzing naar Figuren 1 tot 4 moet opgemerkt worden dat een tuftmachine volgens de principes van
BE2018/5014 de onderhavige uitvinding een mechanische constructie kan hebben, die bijvoorbeeld kan zijn zoals beschreven in US 5,392,723 of in DE 103 06 601 B4. Om deze mechanische constructie kort samen te vatten, moet opgemerkt worden dat een dergelijke tuftmachine een naaldbalk heeft die in een naaldbalk-lengterichting verschuifbaar is die nagenoeg loodrecht Staat op de werkrichting van een dergelijke tuftmachine, welke de richting is waarin een tuftdoek moet worden bewogen tijdens het tuften van een stof Meerdere naalden zijn op een dergelijke naaldbalk aangebracht met een gelijke afstand ertussen en zodanig dat elk van de naalden afzonderlijk geselecteerd kan worden om een steek te maken tijdens een specifieke tuftcyclus, terwijl alle andere naalden, of ten minste een deel daarvan, gedeactiveerd zijn en niet bewegen om de tuftdoek te penetreren en daardoor geen pool vormen. Verder, in associatie met elke poolrij die gevormd moet worden om zieh grotendeels in de werkrichting uit te strekken, wordt een looper onder de tuftdoek voorzien voor het vasthouden van een garen doorgehaald door een naald die de tuftdoek penetreert en daarbij een lus vormt die dan gesneden kan worden voor het voorzien van gesneden polen.
Een naaldbalk 10 van een dergelijke tuftmachine 100 wordt getoond in de schematische weergave van Fig. 1 met meerdere naalden 12 die op een gelijke afstand ertussen aangebracht zijn en elkaar in de naaldbalk-lengterichting L opvolgen. De tuftdoek die niet in Fig. 1 getoond wordt is beweegbaar in een werkrichting W ten opzichte van de naaldbalk 10, welke werkrichting W nagenoeg loodrecht Staat op de naaldbalk-lengterichting.
In de in Fig. 1 getoonde opsteliing is naaldbalk 10 verschuifbaar in de naaldbalklengterichting F om zo in vier verschillende positioneringen PI, P2, P3 en P4 gepositioneerd te worden.
In associatie met elke poolrij RI-RI 3 die door een dergelijke tuftmachine wordt gevormd, wordt een looper 14 voorzien voor het vormen van een lus met een garen doorgehaald door één van de naalden 12 die de niet-getoonde tuftdoek penetreert gedurende een bepaalde tuftcyclus en het eventueel snijden van deze lus.
Fig. 1 toont verder de vier positioneringen P1-P4 van naaldbalk 10 in associatie met drie poollijnen Fl, F2, F3 die na elkaar gevormd moeten worden tijdens het
BE2018/5014 tuftproces. Voor het vormen van elke poollijn LI, L2, L3 kunnen vier tuftcycli gebruikt worden, waarbij elke tuftcyclus gedefinieerd wordt door één van de vier positioneringen P1-P4 van de naaldbalk 10.
Elk van de verschilfend gekleurde rechthoeken 16 geeft een garen aan dat door één van de naalden 12 van de naaldbalk 10 doorgehaald is. Elke kleur van rechthoeken 16 geeft een bepaalde eigenschap van een dergelijk garen aan, welke eigenschap bijvoorbeeld de garenkleur kan zijn. Zoals te zien is in Fig. 1 worden garens van drie verschilfende eigenschappen, bijvoorbeeld drie verschilfende kleuren, gebruikt en zijn zodanig geschikt dat een herhaling R van de garendoorhaal gedefinieerd wordt. Binnen elke van een dergelijke herhaling is de volgorde van garens met verschilfende eigenschappen dezelfde.
In associatie met de herhaling R van de garendoorhaal worden groepen G van naalden 12 gedefinieerd, waarbij elke groep G naalden 12 omvat met de garens van één herhaling R erdoorheen doorgehaald. Dit betekent dat bijvoorbeeld vanaf het linker einde van de naaldbalk 10 in Fig. 1 een wit garen door de eerste naald 12 doorgehaald kan worden, een zwart garen door een tweede naald 12 doorgehaald kan worden, een wit garen door de derde naald 12 doorgehaald kan worden en een grijs garen door de vierde naald 12 doorgehaald kan worden. Deze associatie van herhalingen R van garens met naalden 12 van naaldbalk 10 wordt zo herhaald dat er een reeks bestaat van groepen G van naalden 12 die elkaar in de naaldbalklengterichting L opvolgen. In elke van een dergelijke groep G is respectievelijk de volgorde van garens en de volgorde van gareneigenschappen identiek.
Wat verder te zien is in Fig. 1 is dat binnen elke herhaling R, en dus binnen elke groep G van naalden 12, één eigenschap, dat wil zeggen bijvoorbeeld één kleur, twee keer aanwezig is. In het getoonde voorbeeld kunnen er twee witte garens zijn in respectievelijk elke herhaling R en elke groep G, zodanig dat het aantal verschilfende eigenschappen, dat wil zeggen verschilfende kleuren, drie is in respectievelijk elke herhaling R die vier garens omvat en elke groep G die vier naalden 12 omvat. Verder toont Fig. 1 dat in elke van respectievelijk dergelijke herhaling R en groep G de garens die dezelfde eigenschap hebben niet direct aangrenzend aan elkaar gepositioneerd zijn en dat, bij elke overgang tussen respectievelijk twee herhalingen
BE2018/5014
R en groepen G, de garens die met deze verschillende herhalingen R en groepen G geassocieerd zijn verschillende eigenschappen hebben.
Door het bewegen van naaldbalk 10 tijdens het vormen van elk van de lijnen LI, L2, L3 naar zijn vier mogelijke positioneringen PI, P2, P3, P4, kan elk van de garens geassocieerd met de naalden 12 van één groep G uitgelijnd zijn met ten minste één en tot en met vier verschillende poolrijen R die op de tuftdoek gevormd moeten worden. Bijvoorbeeld zullen de vier garens geassocieerd met groep G van naalden 12 getoond op het linker eindgedeelte van naaldbalk 10 in Fig. 1 in associatie met rijen R1-R4 gepositioneerd worden, zodat elk van de garens geassocieerd met deze groep G gebruikt kan worden voor het vormen van een pool in ten minste één van deze vier rijen R1-R4.
Fig. 1 laat verder zien dat gedurende de vier tuftcycli die gebruikt worden voor het vormen van één poollijn Ll, L2, L3 de twee garens die dezelfde eigenschap hebben, dat wil zeggen bijvoorbeeld de witte garens, twee keer aanwezig zullen zijn in elk van de vier rijen. Dit betekent dat bij het positioneren van naaldbalk 10 gedurende de vier cycli voor het vormen van één lijn Ll, L2, L3 in zijn vier mogelijke positioneringen P1-P4, op elke poollocatie PL, d.w.z. op elke locatie waar een pool op de tuftdoek gevormd moet worden, twee polen garens die dezelfde eigenschap hebben gevormd kunnen worden door twee verschillende naalden. Indien bijvoorbeeld op de poollocatie PL die wordt gedefinieerd door het kruispunt van de eerste lijn Ll met de eerste rij RI twee polen garens met dezelfde eigenschap, dat wil zeggen witte garens, voorzien moeten worden, er tijdens de eerste tuftcyclus die overeenkomt met positionering PI, geen naald geseiecteerd wordt in associatie met rij Rl. Tijdens de tweede tuftcyclus die overeenkomt met de positionering P2 zal de naald uitgelijnd met rij Rl geseiecteerd worden en daarom geactiveerd worden voor het penetreren van de tuftdoek en het vormen van een witte pool. In de derde tuftcyclus die overeenkomt met positionering P3 van naaldbalk 10, zal de naald uitgelijnd met rij Rl niet geseiecteerd worden zodat er tijdens deze tuftcyclus geen pool gevormd zal worden, terwijl in de vierde tuftcyclus die overeenkomt met positionering P4 van naaldbalk 10 naald 12 die uitgelijnd is met rij Rl geactiveerd zal worden voor het vormen van een tweede witte pool op één en dezelfde poollocatie PL die overeenkomt met het kruispunt tussen lijn Ll en rij Rl. Tijdens al deze vier cycli kunnen op alle andere poollocaties geassocieerd met eerste lijn Ll
BE2018/5014 polen worden gevormd door het gebruiken van garens met de andere eigenschappen of door het gebruiken van garens met dezelfde eigenschap als de garens die gebruikt worden voor het vormen van polen in rij RI.
Door door de vier positioneringen P1-P4 te gaan, kan op elke poollocatie van lijn LI, dat wil zeggen in associatie met elk van rijen RI-RI3, één pool van elk van de drie eigenschappen die binnen elke herhaling R en elke groep G voorzien zijn of twee polen van het garen met de eigenschap die twee keer in respectievelijk elke herhaling R en groep G aanwezig zijn, gevormd worden. Dit procès kan herhaald worden bij het genereren van tweede lijn L2 door het bewegen van de naaldbalk 10 door de vier mogelijke positioneringen P1-P4, maar beginnend met positionering P4, dat wil zeggen de positionering waarin naaldbalk 10 gepositioneerd is in de laatste tuftcyclus voor het vormen van eerste lijn LI.
Voor het verder verbeteren van het optische uiterlijk van een stof die getuft is met een dergelijke garendoorhaal en een dergelijke werkwijze voor het tuften van een stof, wordt de tuftdoek niet in de werkrichting W bewogen, terwijl alle polen geassocieerd met één van lijnen LI, L2, L3 gevormd worden. Door het niet bewegen van de tuftdoek tijdens het vormen van één poollijn wordt allereerst vastgelegd dat alle polen geassocieerd met verschillende rijen R1-R10 op nagenoeg dezelfde locatie in de werkrichting W zullen verschijnen en niet op afstand van elkaar in de werkrichting W geplaatst zullen zijn. Verder zullen op die poollocaties PL waar, door het gebruiken van garens met dezelfde eigenschap, een dubbele pool gevormd moet worden, deze twee polen op precies dezelfde positionering op de tuftdoek gepositioneerd worden. Na het vormen van de eerste pool op een dergelijke poollocatie PL en na het bewegen van naaldbalk 10 zodanig dat naald 12 met het garen erdoorheen doorgehaald heeft voor het vormen van de tweede pool op deze specifieke poollocatie PL, zal deze naald 12 de tuftdoek op dezelfde locatie penetreren als naald 12 die gebruikt is voor het vormen van de eerste van de twee polen. Er zal geen afstand tussen deze polen zijn die gevormd zijn in associatie met één en dezelfde poollocatie PL in de werkrichting en in de naaldbalk-lengterichting.
Door het gebruiken van een dergelijke garendoorhaal en een dergelijke werkwijze voor het tuften van een stof, kan een stof met dergelijke dubbele polen op elke geselecteerde poollocatie PL gevormd worden. Door het niet selecteren van elk van
BE2018/5014 de naalden in associatie met één of meerdere poollocaties van één of meerdere poollijnen en poolrijen, kunnen poollocaties zonder daarin een pool gevormd te hebben voorzien worden. Daarom kunnen bijvoorbeeld gebieden van dubbele polen per poollocatie en gebieden van enkele polen per poollocatie gescheiden worden door gebieden zonder polen daarin. Zelfs bij gebruik van alleen die garens met de eigenschap die twee keer aanwezig is in respectievelijk elke herhaling R en groep G, zullen er gebieden zijn met hogere pooldichtheid en gebieden met lagere pooldichtheid die duideiijk optisch onderscheidbaar van elkaar zijn.
Fig. 2 laat een voorbeeld zien waarin de garendoorhaal identiek is aan die getoond in Fig. 1. Nogmaals omvat elke herhaling R vier garens met drie verschillende eigenschappen. In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm getoond in Fig. 1, is naaldbalk 10 positioneerbaar, of wordt gepositioneerd, in vijf verschillende positioneringen P1-P5. Voor elk procès van het vormen van één van lijnen LI, L2, L3 zullen slechts vier van deze vijf mogelijke positioneringen gebruikt worden. In associatie met lijn LI worden positioneringen P1-P4 gebruikt, terwijl in associatie met lijn L2 positioneringen P5-P2 gebruikt zullen worden. In associatie met lijn L3 zullen opnieuw positioneringen P1-P4 gebruikt worden, enzovoort.
Door het voorzien van een dergelijke vijfde positionering van naaldbalk 10, kan een verhoogde overlap van de garens die geassocieerd zijn met verschillende groepen G voor het vormen van verschillende poolrijen R verkregen worden. Deze zogenoemde chisel techniek voorkomt de vorming van duideiijk onderscheidbare groepen van poolrijen R die door polen van verschillende garens verschaff worden. Zoais bijvoorbeeld kan worden gezien in de overgang van lijn LI naar lijn L2 in Fig. 2 kan het zwarte garen van de tweede herhaling R vanaf de linkerkant zodanig gepositioneerd worden dat, in associatie met rij R2, een pool met dit garen in lijn LI gevormd kan worden, terwijl, in associatie met dezelfde rij R2, een pool gevormd kan worden met het zwarte garen van de eerste herhaling, vanaf de linkerkant in de tweede lijn L2. Bijgevolg kunnen polen met dezelfde eigenschap, bijvoorbeeld dezelfde kleur, maar gemaakt van verschillende garens verschaff worden met één en dezelfde poolrij R.
Terwijl in de uitvoeringsvorm getoond in Fig. 1 de minimale omvang van de beweging van naaldbalk 10 in de naaldbalk-lengterichting L drie keer de afstand
BE2018/5014 tussen direct aangrenzende naalden 12 moet zijn om vier verschillende positioneringen P1-P4 van naaldbalk 10 toe te staan, waarbij bij elke positionering van naaldbalk 10 naalden 12 uitgelijnd zijn met te vormen poolrijen R, is in de uitvoeringsvorm getoond in Fig. 2 de minimale mate van beweging van naaldbalk 10 in de naaldbalk-lengterichting L vier keer de afstand van direct aangrenzende naalden om vijf positioneringen P1-P5 van naaldbalk 10 toe te staan. Opnieuw, in associatie met elk van deze positioneringen, moeten naalden 12 zodanig gepositioneerd worden dat zij uitgelijnd zijn met één van rijen R1-R12 in de naaldbalk-lengterichting L.
Een ander voorbeeld van een garendoorhaal wordt getoond in Fig. 3. In deze uitvoeringsvorm omvat elke herhaling R en dienovereenkomstig elke groep naalden zes verschillende garens, waarvan twee dezelfde eigenschap hebben, bijvoorbeeld dezelfde kleur. Opnieuw zijn de twee garens die dezelfde eigenschap hebben niet direct aangrenzend aan elkaar gepositioneerd en hebben de garens geassocieerd met direct aangrenzende naalden van respectievelijk verschillende herhalingen R en groepen verschillende eigenschappen. Bij gebruik van herhalingen R die zes garen omvatten, moet de naaldbalk verschuifbaar zijn om in zes verschillende positioneringen P1-P6 gepositioneerd te worden. De procedure voor het vormen van elke lijn LI, L2 omvat derhalve zes tuftcycli, waarbij elke tuftcyclus overeenkomt met één van de zes positioneringen P1-P6.
Een verder voorbeeld van een andere garendoorhaal wordt getoond in Fig. 4. In dit voorbeeld omvat elke herhaling R en dienovereenkomstig elke groep naalden zes garens. In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm getoond in Fig. 3 zijn in elke herhaling slechts vier verschillende eigenschappen, bijvoorbeeld vier verschillende garenkleuren, aanwezig. Twee van de eigenschappen worden tweemaal voorzien. Nogmaals zijn geen garens met dezelfde eigenschap direct aangrenzend aan elkaar gepositioneerd en hebben direct aangrenzende naalden geassocieerd met verschillende groepen geen garens met dezelfde eigenschap daardoorheen doorgehaald.
Opgemerkt moet worden dat, terwijl in alle getoonde voorbeelden alle groepen van naalden voorzien zijn van dezelfde garens en, in elke groep, de volgorde van garens identiek is, er groepen kunnen zijn die andere garens door de naalden doorgehaald
BE2018/5014 hebben en/of een andere volgorde van de garens hebben. Verder kunnen de garendoorhalen getoond in Figuren 1 tot 4 gebruikt worden voor het vormen van stoffen met polen van verschillende kleuren. Echter kunnen al deze garendoorhalen ook gebruikt worden voor het vormen van stoffen met polen van slechts één kleur, maar met gebieden met verschillende pooldichtheden. Voor het vormen van een dergelijk stof met polen van slechts één kleur, maar met gebieden met verschillende pooldichtheid door het voorzien van poollocaties met ten minste twee polen, kan een garendoorhaal met garens van slechts één eigenschap, bijvoorbeeld één kleur, gebruikt worden.
Tens lotte dient te worden opgemerkt dat, hoewel ten opzichte van de getoonde voorbeelden garens met verschillende eigenschappen zijn beschreven als garens met verschillende kleur, het duidelijk is dat de garens alternatief of aanvullend kunnen verschillen in het garenmateriaal en/of de garenstructuur, in het bijzonder de oppervlaktestructuur van de garens, die bijvoorbeeld glad of ruw kan zijn.
Fig. 5 toont een voorbeeid van respectievelijk een stof, bijvoorbeeld een tapijt 20, getuft met een tuftmachine 100 met de hierboven beschreven garendoorhaal en een werkwijze zoals hierboven beschreven. Tapijt 20 heeft drie gebieden 22, 24, 26 met verschillende pooldichtheden. Bijvoorbeeld kan gebied 22 een gebied zijn waarop op elke poollocatie PL binnen dit gebied voorzien een enkele pool PI voorzien is, bijvoorbeeld een gesneden pool met twee poolbenen of een luspool met een gesloten lus van garen. Gebied 24 kan een gebied zijn waarop, op elke poollocatie PL binnen dit gebied voorzien, twee polen PI voorzien zijn die opnieuw gesneden polen kunnen zijn, zodat er op elke poollocatie vier poolbenen voorzien worden, of luspolen kunnen zijn, zodat er twee gesloten lussen van garens voorzien worden op elke poollocatie PL. Deze gebieden 22, 24 zijn gescheiden van elkaar door gebied 26 van poollocaties waarop geen polen voorzien worden.
Door het feit dat in overeenstemming met de principes van de onderhavige uitvinding bij elke poollocatie het aantal te genereren polen zonder enige beperking kan worden geselecteerd uit het mogelijke aantal polen (bijvoorbeeld 0 polen, 1 pool, 2 polen), zijn er geen beperkingen voor de patronen die kunnen worden gegenereerd door het aantal polen in de poollocaties te variëren.
BE2018/5014
Bijvoorbeeld kunnen polen PI die in gebied 22 voorzien zijn en polen PI die in gebied 24 voorzien zijn gemaakt zijn van garens met dezelfde eigenschap, die bijvoorbeeld de garenkleur kan zijn. Vanwege de dubbele pooldichtheid in gebied 24 zal deze eigenschap, bijvoorbeeld de garenkleur, veel meer uitgesproken zijn in gebied 24, zoals het geval is in gebied 22. Door het voorzien van gebied 26 dat deze gebieden 22, 24 van elkaar scheidt en dat daarin geen polen heeft, wordt het verschil in het optische uiterlijk van gebieden 22, 24 verder benadrukt, terwijl, wat te zien is in Fig. 6, door de bulging van polen PI aan de rand van gebied 24 naar gebied 22, er een gelijkmatige overgang tussen de gebieden 22, 24 zal zijn.
Natuurlijk kunnen gebieden 22, 24 met verschillende pooldichtheden worden gemaakt met garens met verschillende eigenschappen, bijvoorbeeld verschillende kleuren. In dit geval zullen gebieden 22, 24 niet alleen duidelijk van elkaar onderscheiden worden vanwege de verschillende pooldichtheden die in deze gebieden voorzien worden, maar bovendien van elkaar onderscheiden worden vanwege de verschillende gareneigenschappen van de garens die gebruikt worden voor het voorzien van de polen in deze gebieden.
Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding kunnen de polen die op één en dezelfde poollocatie worden gevormd door het gebruiken van respectievelijk verschillende garens en naalden gemaakt zijn van garens met verschillende eigenschappen, bijvoorbeeld verschillende kleuren. Door het gebruiken van dergelijke garens met verschillende eigenschappen op één en dezelfde poollocatie kan een eigenschap-mengend effect, bijvoorbeeld een kleurmengend effect, gegenereerd worden. Bijvoorbeeld kan een rood garen en een geel garen gebruikt worden om twee polen op één en dezelfde poollocatie te vormen. Vanwege het kleurmengend effect zal een getufte stof, bijvoorbeeld een tapijt, op deze locatie oranje lijken te zijn. Vanwege de toegenomen pooldichtheid die wordt voorzien bij het vormen van meerdere polen in elke van een dergelijke poollocatie zal dit eigenschap-mengende effect worden benadrukt, in het bijzonder bij het gebruik van garens die overeenkomende eigenschappen hebben, zoals bijvoorbeeld het geval is met rode en gele garens of zwarte en witte garens.
BE2018/5014
Bij het tuften van een stof die poollocaties met meerdere polen heeft gemaakt van garens met verschillende etgenschappen en die geen poollocaties met meerdere polen heeft gemaakt van garens met dezelfde etgenschap, heeft de garendoorhaal van een tuftmachine die wordt gebruikt voor het tuften van een dergelijk stof niet de aanwezigheid van ten minste twee garens met dezelfde etgenschap binnen elke groep naalden nodtg. In plaats daarvan kan elk van de naalden van deze groepen een garen met een verschillende eigenschap daardoor doorgehaald hebben, zodat het aantal garens met verschillende eigenschappen gelijk kan zijn aan het aantal naalden binnen een dergelijke groep.
Verder kunnen in één en dezelfde stof poollocaties zijn met meerdere polen gemaakt van garens met dezelfde eigenschap alsook poollocaties met meerdere polen gemaakt van garens met verschillende eigenschappen. Bijvoorbeeld kan er een overgang zijn van een gebied waarin alleen garens met één eigenschap gebruikt worden voor het voorzien van polen, in het bijzonder dubbele polen binnen elke poollocatie, naar een gebied waarin alleen de garens met een andere eigenschap gebruikt worden voor het voorzien van polen, in het bijzonder dubbele polen binnen elke poollocatie, via een overgangsgebied waarin, binnen alle of ten minste een deel van de poollocaties, garens met de ene eigenschap evenals garens met de andere eigenschap gebruikt worden voor het vormen van polen. Dit zorgt voor een gelijkmatige overgang tussen deze gebieden, terwijl een effectief eigenschap-mengend effect in het overgangsgebied wordt gegenereerd vanwege het gebruik van garens met verschillende eigenschappen in associatie met een verhoogde pooldichtheid vanwege het voorzien van twee of meerdere polen binnen alle of ten minste een deel van de poollocaties.
In poollocaties waarop meer dan twee polen voorzien zijn, kunnen alle polen verschillende eigenschappen hebben. Als altematief kunnen binnen een dergelijke poollocatie bijvoorbeeld twee polen gemaakt zijn van garens met dezelfde eigenschap, terwijl ten minste één andere pool gemaakt kan zijn van een garen met een andere eigenschap.
Ten slotte dient te worden opgemerkt dat garens van elkaar kunnen verschillen in een eigenschap die overwegend het optische uiterlijk van een dergelijk garen definieert. Dit kan bijvoorbeeld de garenkleur zijn. Natuurlijk kunnen garens met verschillende
BE2018/5014 eigenschappen van elkaar verschillen in meerdere eigenschappen, bijvoorbeeld de garenkleur evenals de garcnstructuur en/of het garenmateriaal.
BE2018/5014

Claims (1)

  1. Conclusies
    Tuftmachine omvattende een naaldbalk (10) die in een naaldbalklengterichting (L) verschuifbaar is, waarbij op de naaldbalk (10) meerdere naalden (12) voorzien zijn die eikaar in de naaldbalk-lengterichting (L) opvolgen, waarbij elke naald (12) individueel selecteerbaar is voor het uitvoeren van een steek en het daardoor vormen van een pool op een tuftdoek, verder omvattende een zodanige garendoorhaal dat, op de naaldbalk (10), groepen (G) van de naalden (12) die eikaar in de naaldbalk-lengterichting (L) opvolgen en die een vooraf bepaald aantal naalden (12) omvatten, gegenereerd worden, waarbij de naalden (12) van elke groep (G) erdoorheen doorgehaalde garens met verschillende eigenschappen hebben, waarbij het aantal garens met verschillende eigenschappen geassocieerd met elke groep (G) kleiner is dan het aantal naalden (12) binnen elke groep (G), zodat, in elke groep (G), ten minste twee naalden (12) erdoorheen doorgehaalde garens met dezelfde eigenschap hebben.
    Tuftmachine volgens conclusie 1, waarbij:
    Np — Nn-A, waann:
    Np het aantal verschillende eigenschappen van de garens die door de naalden (12) van elke groep (G) doorgehaalde zijn, is,
    Nn het aantal naalden (12) van elke groep (G) is,
    A een geheel getal in het bereik van 1 tot Nn/2 is.
    Tuftmachine volgens conclusie 1 of 2, waarbij een volgorde van garens binnen de groepen (G) hetzelfde is voor de meerderheid van groepen (G), bij voorkeur aile groepen (G).
    Tuftmachine volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij, binnen ten minste één groep (G), bij voorkeur binnen de meerderheid van groepen (G), met de meeste voorkeur binnen elke groep (G), naalden (12) die erdoorheen doorgehaalde garens met dezelfde eigenschap hebben, niet direct aangrenzend
    BE2018/5014 aan elkaar in de naaldbalk-lengterichting (L) gepositioneerd zijn, en/of waarbij, bij ten minste één overgang tussen direct aangrenzende groepen (G), een naald (12) geassocieerd met één van de groepen (G) en een naald (12) geassocieerd met de andere van de groepen (G) erdoorheen doorgehaalde garens met verschillende eigenschappen hebben.
    Tuftmachine volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de naalden (12) op de naaldbalk (10) aangebracht zijn met een nagenoeg uniforme afstand tussen direct aangrenzende naalden (12) in de naaldbalklengterichting (L) en waarbij de naaldbalk (10) in de naaldbalk-lengterichting (L) verschuifbaar is met een minimale mate van beweging die voldoet aan het vereiste:
    E>Dx(Nn-1) waarin:
    E de minimale mate van beweging van de naaldbalk (10) in de naaldbalklengterichting (L) is,
    D de afstand tussen direct aangrenzende naalden (12) in de naaldbalklengterichting (L) is,
    Nn het aantal naalden (12) binnen elke groep (G) is.
    Tuftmachine volgens conclusie 5, waarbij de minimale mate van beweging van de naaldbalk (10) in de naaldbalk-lengterichting (L) voldoet aan het vereiste:
    E > D x Nn.
    Tuftmachine volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eigenschap de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieert.
    Werkwijze voor het tuften van een stof, in het bijzonder tapijt, door het gebruiken van een tuftmachine (100) met een naaldbalk (10) die verschuifbaar is in een naaldbalk-lengterichting (L), waarbij op de naaldbalk (10) meerdere naalden voorzien zijn die elkaar in de naaldbalk-lengterichting
    BE2018/5014 (L) opvolgen, waarbij elke naald (12) individueel selecteerbaar is voor het uitvoeren van een steek en daardoor een pool vormt op een tuftdoek die beweegbaar is in een werkrichting (W) van de tuftmachine, waarbij de werkwijze het vormen omvat van meerdere poolrijen (R1-R13) die zieh grotendeels in de werkrichting (W) uitstrekken en poollijnen(Ll-L3) die zieh grotendeels in de naaldbalk-lengterichting (L) uitstrekken en die nagenoeg Ioodrecht staan op de werkrichting (W), waarbij elk kruispunt van de poolrijen (Rl-13) en de poollijnen (L1-L3) een poollocatie (PL) definieert waar een pool op de tuftdoek gevormd is of gevormd kan worden, waarbij, op ten minste één poollocatie (PL), ten minste twee polen door verschillende naalden (12) gevormd worden.
    Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij, tijdens het vormen van de polen van één poollijn (L1-L3), de tuftdoek niet in de werkrichting (W) bewogen wordt, bij voorkeur waarbij, nadat deze poollijn (L1-L3 ) gevormd is, de tuftdoek in de werkrichting (W) bewogen wordt over een afstand die overeenkomt met de afstand tussen twee poollijnen (L1-L3) die direct aangrenzend aan elkaar in de werkrichting (W) liggen.
    Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij de werkwijze uitgevoerd wordt door het gebruik van een tuftmachine (100) volgens één van de conclusies 1 tot 7.
    Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 10, waarbij, voor het vormen van twee polen op dezelfde poollocatie (PL), een eerste naald (12) met een erdoorheen doorgehaald garen op deze poollocatie (PL) gepositioneerd wordt en een eerste pool gevormd wordt door het penetreren van de tuftdoek met de eerste naald (12), en, na het vormen van de eerste pool, een tweede naald (12) met een erdoorheen doorgehaald garen op deze poollocatie (PL) gepositioneerd wordt en een tweede pool gevormd wordt door het penetreren van de tuftdoek met de tweede naald (12).
    Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het garen dat door de eerste naald (12) doorgehaald is en het garen dat door de tweede naald (12) doorgehaald is dezelfde eigenschap bezitten.
    BE2018/5014
    13. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het garen dat door de eerste naald (12) doorgehaald is en het garen dat door de tweede naald (12) doorgehaald is verschillende eigenschappen bezitten.
    14. Werkwijze volgens conclusie 10 en conclusie 12 of 13, waarbij, in associatie met ten minste een deel van de poolrijen (R1-R13), de eerste naald (12) en de tweede naald (12) met dezelfde groep (G) geassocieerd zijn, en/of waarbij, in associatie met ten minste een deel van de poolrijen (R1-R13), de eerste naald
    10 (12) en de tweede naald (12) met verschillende groepen (G) geassocieerd zijn.
    15. Werkwijze volgens één van de conclusies 12 tot 14, waarbij de eigenschap de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieert.
    15 16. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 15, waarbij, in associatie met ten minste een deel van de poollocaties (PL), twee polen op een poollocatie (PL) gevormd worden, en/of waarbij, in associatie met ten minste een deel van de poollocaties (PL), één pool op een poollocatie (PL) gevormd wordt, en/of waarbij, in associatie met ten minste een deel van de poollocaties (PL),
    20 geen pool gevormd wordt, bij voorkeur waarbij in associatie met elke poollocatie (PL) het aantal te genereren polen kan worden geselecteerd om elk getal te zijn in het bereik van 0 polen tot een maximum aantal polen, bij voorkeur twee polen.
    17. Getufte stof, in het bijzonder tapijt, omvattende een tuftdoek (28) en meerdere polen (PI) die op poollocaties (PL) op de tuftdoek (28) voorzien zijn, waarbij, op ten minste één poollocatie (PL), bij voorkeur meerdere poollocaties (PL), ten minste twee polen (PI) voorzien zijn.
    18. Stof volgens conclusie 17, waarbij de polen (PI) in poolrijen en poollijnen die nagenoeg Ioodrecht staan op de poolrijen, aangebracht zijn, waarbij elke poollocatie (PL) voorzien is op een kruispunt van een poolrij met een poollijn.
    BE2018/5014
    19. Stof volgens conclusie 17 of 18, waarbij, op ten minste één poollocatie (PL) waarop ten minste twee polen (PI) voorzien zijn, bij voorkeur op de meerderheid van de poollocaties (PL) waarop ten minste twee polen (PI)
    5 voorzien zijn, met de meeste voorkeur op elke poollocatie (PL) waarop ten minste twee polen (PI) voorzien zijn, de polen (PI) van een dergelijke poollocatie (PL) van garens met dezelfde eigenschap gemaakt zijn, waarbij de eigenschap bij voorkeur de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieert.
    20. Stof volgens één van de conclusies 17 tot 19, waarbij, op ten minste één poollocatie (PL) waarop ten minste twee polen (PI) voorzien zijn, bij voorkeur op de meerderheid van de poollocaties (PL) waarop ten minste twee polen (PI) voorzien zijn, met de meeste voorkeur op elke poollocatie (PL)
    15 waarop ten minste twee polen (PI) voorzien zijn, polen (PI) van een dergelijke poollocatie (PL) van garens met verschillende eigenschappen gemaakt zijn, waarbij de eigenschappen bij voorkeur de garenkleur en/of het garenmateriaal en/of de garenstructuur definieren.
    20 21. Stof volgens één van de conclusies 17 tot 20, waarbij, op ten minste één poollocatie (PL), een enkele pool (PI) voorzien is, en/of waarbij, op ten minste één poollocatie (PL), geen pool voorzien is.
    22. Stof volgens conclusie 21, waarbij een gebied (24) van poollocaties (PL)
    25 waarop ten minste twee polen (PI) voorzien zijn gescheiden is van een gebied (22) van poollocaties (PL) waarop een enkele pool (PI) voorzien is door een gebied (26) van poollocaties (PL) waarop geen enkele pool voorzien is.
    nrn vmV/vvv//
    I-*-nr--*-1
    BE2018/5014
    LA
    LI
    LI
    AZ _I ΙΕ^ΓΠΜΙ ΙΕ^Ι 111 Ιί^ΓΊΜΙ I EW-~ I.
    □ H □
    I I I I I I I I isssj I I H I IFÇÙ I I ι i essîi □□^□□^□□^□·□IW--' 7L
    I ΙΤΊί^ I I Μ ΓΊ I Ml I KSI I I Ml I
    Γ Γ Γ F Γ (Γ Γ Γ Γ Γ Γ Γ F— z/<-( 7/1 3S K 7} ?d/i 7/1
    71 74 76 7S 7/o Wl
BE2018/5014A 2017-01-12 2018-01-11 Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof BE1024905B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP17151158.7 2017-01-12
EP17151158.7A EP3348692A1 (en) 2017-01-12 2017-01-12 Tufting machine, method of tufting a fabric, and tufted fabric

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024905A1 BE1024905A1 (nl) 2018-08-08
BE1024905B1 true BE1024905B1 (nl) 2018-08-21

Family

ID=57796208

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5014A BE1024905B1 (nl) 2017-01-12 2018-01-11 Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof

Country Status (10)

Country Link
US (2) US11326289B2 (nl)
EP (2) EP3348692A1 (nl)
CN (1) CN110139957B (nl)
AU (1) AU2017392328B2 (nl)
BE (1) BE1024905B1 (nl)
DK (1) DK3568513T3 (nl)
ES (1) ES2929636T3 (nl)
PL (1) PL3568513T3 (nl)
WO (1) WO2018130386A1 (nl)
ZA (1) ZA201903658B (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102019100919A1 (de) * 2019-01-15 2020-07-16 Adler Pelzer Holding Gmbh Kraftfahrzeug-Bodenverkleidung, Gepäckraumverkleidung oder Ladebodenverkleidung mit strukturgenadelter Teppich-Oberfläche (II)
WO2020244720A1 (en) * 2019-06-03 2020-12-10 Hammer Tæpper A/S Method for manufacturing a carpet with a carpet pile and a backing and such carpet
US20230010926A1 (en) * 2019-12-02 2023-01-12 Tuftco Corporation Variable Density Tufting Patterns

Family Cites Families (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2984196A (en) * 1957-12-18 1961-05-16 Goodrich Co B F Apparatus for applying vent yarns to rubberized fabric
US3109395A (en) * 1961-03-27 1963-11-05 Lees & Sons Co James Tufting machine with shifting needle bar
US3338198A (en) 1962-08-17 1967-08-29 Callaway Mills Co Pile fabric
US3964411A (en) * 1974-05-06 1976-06-22 The Singer Company Dense pile fabric
DE2727444A1 (de) * 1977-06-18 1979-01-04 Ernst Reyer Verfahren und einrichtung zur steuerung einer textilmaschine
US4398479A (en) * 1981-06-26 1983-08-16 Fieldcrest Mills, Inc. Tufting machine with shiftable and indexing needle bars and method of tufting
DE3811330C2 (de) * 1987-06-05 1995-02-23 Suminoe Orimono K K Tuftingmaschine
US5143003A (en) * 1988-03-24 1992-09-01 Dedmon George D Tufting machine having an individual needle control system
JP3143797B2 (ja) 1990-04-13 2001-03-07 株式会社オーノ タフテッド柄出方法およびタフテッド機
US5461996A (en) * 1990-04-13 1995-10-31 Ohno Co., Ltd. Tufting machine and method for producing tufted design in carpeting and product with tufted design
US5224434A (en) * 1991-02-11 1993-07-06 Card Roy T Method and apparatus for producing tufts from different yarns in longitudinal lines
US6228460B1 (en) * 1993-06-01 2001-05-08 Interface, Inc. Tufted articles and related processes
GB9409442D0 (en) * 1994-05-12 1994-06-29 Ulster Carpet Mills Holdings L A loom
US5738030A (en) * 1996-03-11 1998-04-14 General Design, Inc Pattern method for multicolor designs
GB2393454B (en) * 1999-12-20 2004-06-02 Tuftco Corp Method of automatically inputting parameters of tufting into a tufting machine
DE10306601B4 (de) 2002-02-22 2016-04-28 Spencer Wright Industries, Inc. Modulare Nadelflormaschine
US7096806B2 (en) * 2002-07-03 2006-08-29 Card-Monroe Corp. Yarn feed system for tufting machines
US7717051B1 (en) * 2004-08-23 2010-05-18 Card-Monroe Corp. System and method for control of the backing feed for a tufting machine
US6895877B1 (en) * 2004-11-12 2005-05-24 Product Concepts Residential, L.L.C. Selective elevation of particular yarns fed through a single needle method and apparatus
US7222576B2 (en) * 2005-02-03 2007-05-29 Tuftco Corporation Gate apparatus for tufting loop and cut pile stitches
EP2048273B1 (de) * 2007-09-10 2016-11-09 PROTECHNA Herbst GmbH & Co. KG Vorrichtung und Verfahren zum Erfassen von Produktionsfehlern in Tufting-Ware und Tufting-Maschine
US8141505B2 (en) * 2008-02-15 2012-03-27 Card-Monroe Corp. Yarn color placement system
US8359989B2 (en) * 2008-02-15 2013-01-29 Card-Monroe Corp. Stitch distribution control system for tufting machines
US8240263B1 (en) * 2008-09-16 2012-08-14 Tuftco Corporation Method for selective display of yarn in a tufted fabric
AU2011337101B2 (en) * 2010-10-28 2015-06-04 Shaw Industries Group, Inc. Methods and devices for controlling a tufting machine for forming tufted carpet
US8347800B1 (en) 2011-07-26 2013-01-08 Interface, Inc. Methods for tufting a carpet product
US20130180440A1 (en) * 2012-01-13 2013-07-18 Wilton Hall System and Method for Forming Artificial Turf Products with a Woven Appearance
US9663885B2 (en) * 2013-01-09 2017-05-30 Tuftco Corporation Method for selective display of yarn in a tufted fabric with double end yarn drives
US9909254B2 (en) * 2013-12-05 2018-03-06 Card-Monroe Corp. System and method for formation of woven style tufted cut/loop fabrics
EP3147399A1 (en) * 2015-09-28 2017-03-29 NV Michel van de Wiele Method of preparing a tufting process
US9657419B2 (en) * 2015-10-01 2017-05-23 Card-Monroe Corp. System and method for tufting sculptured and multiple pile height patterned articles
US11193225B2 (en) * 2016-03-17 2021-12-07 Card-Monroe Corp. Tufting machine and method of tufting

Also Published As

Publication number Publication date
DK3568513T3 (da) 2023-01-16
US20190330777A1 (en) 2019-10-31
CN110139957A (zh) 2019-08-16
AU2017392328A1 (en) 2019-06-06
WO2018130386A1 (en) 2018-07-19
EP3568513A1 (en) 2019-11-20
ES2929636T3 (es) 2022-11-30
ZA201903658B (en) 2020-12-23
AU2017392328B2 (en) 2020-09-10
US20220195647A1 (en) 2022-06-23
PL3568513T3 (pl) 2023-02-20
CN110139957B (zh) 2022-05-10
US11326289B2 (en) 2022-05-10
EP3348692A1 (en) 2018-07-18
EP3568513B1 (en) 2022-10-19
BE1024905A1 (nl) 2018-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024905B1 (nl) Tuftmachine, werkwijze voor het tuften van een stof, en getufte stof
EP2917776B1 (de) Lichtmikroskop und mikroskopieverfahren
DE69629750T2 (de) Teilchenanalysator mit einem aus zwei räumlich getrennten Elementen bestehenden optischen Filter
DE10257237B4 (de) Anordnung zur optischen Erfassung von in einer Probe angeregter und/oder rückgestreuter Lichtstrahlung
US4815403A (en) Cut loop over cut pile fabric and apparatus for and method of producing the same
DE10245495A1 (de) Einrichtung zum Richten elektromagnetischer Strahlung
DE2833928C2 (nl)
DE10054503B4 (de) Lichtbeugende binäre Gitterstruktur und Sicherheitselement mit einer solchen Gitterstruktur
EP1591825B1 (de) Vorrichtung zur Einkopplung von Licht in einen Strahlengang eines Mikroskops
EP1870761B1 (de) Rastermikroskop zur optischen Vermessung eines Objekts
EP4158317A1 (de) Verfahren, computerprogramm und vorrichtung zum bestimmen von positionen von molekülen in einer probe
DE2055031A1 (de) Einrichtung zum Herstellen von recht winklig zugeordneten Aufzeichnungen fur das Programmieren von Wirk und sonstigen Tex tilmaschinen
DE112019000793T5 (de) Lichtleiterplatte, fahrzeugleuchte
DE3036309C2 (de) Wirknadelsatz für eine Kettenwirkmaschine
BE1024720B1 (nl) Werkwijze voor het voorbereiden van een tuftproces voor het tuften van een stof, in het bijzonder tapijt
CA2119869C (en) Device for clamping and guiding crocheting needles for a crocheting machine
FR92626E (nl)
DE2857400C3 (de) Verfahren zur Herstellung von zwei Florwarenbahnen auf einer Kettenwirkmaschine mit zwei Nadelbarren
BE1024716B1 (nl) Werkwijze voor het voorbereiden van een tuftproces voor het tuften van een stof, in het bijzonder tapijt
DE19801601C1 (de) Kettenwirkmaschine, Verfahren zur Herstellung einer gemusterten Kettenwirkware und gemusterte Kettenwirkware
EP1498707A1 (de) Anordnung und Verwendung einer Schlitzblende in einem Spektrometer
CH674529A5 (nl)
DD136986B1 (de) Kettenwirkmaschine zur herstellung jacquardgemusterter polgewirke
DE3037308A1 (de) Mit einer naehwirkmaschine hergestelltes textiles flaechengebilde und vorrichtung zur herstellung desselben
EP0737767B1 (fr) Tricot jacquard obtenu sur un métier circulaire à mailles cueillies

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180821