BE1024307A1

BE1024307A1 - Set voor de in situ productie van een gefermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar verdunningsmiddel

Info

Publication number: BE1024307A1
Application number: BE20175212A
Authority: BE
Inventors: Stijn Vandekerckhove; Daniel Peirsman
Original assignee: Anheuser-Busch Inbev Nv
Priority date: 2016-03-30
Filing date: 2017-03-30
Publication date: 2018-01-23
Also published as: MX2018011840A; RU2018136321A3; WO2017167863A1; AR108044A1; CA3018999A1; JP2019517956A; AU2017242650A1; BR112018069699A2; CN109415666A; AU2017242650B2; KR20190012144A; RU2740478C2; EP3436562A1; EP3225683A1; JP6967527B2; US20200318039A1; BE1024307B1; RU2018136321A

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onderdelenset voor de in situ productie van een gefermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar verdunningsmiddel (3), waarbij voornoemde onderdelenset omvat : - (c) Een eerste kamer (1) met geconcentreerde drankextracten, en - (d) Een tweede kamer (2), die met behulp van vloeistof is gescheiden van de eerste kamer, omvattenhet ethanol van ten minste 80 vol. zuiverheid, - Met het kenmerk dat, het ethanol van de tweede kamer CO2 of N2 bevat in verzadigingsconcentratie bij een temperatuur van 25 °C en bij een druk van ten minste 2 bar (= 1 bar boven atmosferische druk). De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een afgifteinrichting en een werkwijze voor de in situ bereiding en afgifte van een gefermenteerde doeldrank middels de voornoemde onderdelenset.

Description

(71) Aanvrager(s) :

ANHEUSER-BUSCH InBev NV

1000, BRUSSEL

België (72) Uitvinder(s) :

VANDEKERCKHOVE Stijn

3000 LEUVEN

België

PEIRSMAN Daniel 3000 LEUVEN België (54) SET VOOR DE IN SITU PRODUCTIE VAN EEN GEFERMENTEERDE DOELDRANK DOOR TOEVOEGING VAN EEN VLOEIBAAR VERDUNNINGSMIDDEL (57) De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onderdelenset voor de in situ productie van een gefermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar verdunningsmiddel (3), waarbij voornoemde onderdelenset omvat : - (c) Een eerste kamer (1) met geconcentreerde drankextracten, en (d) Een tweede kamer (2), die met behulp van vloeistof is gescheiden van de eerste kamer, omvattenhet ethanol van ten minste 80 vol. zuiverheid, - Met het kenmerk dat, het ethanol van de tweede kamer CO2 of N2 bevat in verzadigingsconcentratie bij een temperatuur van 25 °C en bij een druk van ten minste 2 bar (= 1 bar boven atmosferische druk). De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een afgifteinrichting en een werkwijze voor de in situ bereiding en afgifte van een gefermenteerde doeldrank middels de voornoemde onderdelenset.

BE2017/5212

Set voor de in situ productie van een gefermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar ve r du n n i n g s mi dde1

De onderhavige uitvinding heeft betrekking ot mr:

voor verdunningsmiddel. ge f e rme n t e e r de d r a. n zoals bier, of een

gebr	u i k	met	een	dr a	nkafgifte-
:t v	orrner	i ΘΏ	af ge	ven	van een
door	toevoeging	van	een	vloeibaar
In	het	b i j	zonde	ν'	kan de
een	moi	i u Q Θ b 3 S (	ser de	drank zijn,
rider,	-P • '_/ -L.	een w	ijn.	Het	vloeibare
plat	wate	r zijn.
;vind:	mg

Tegenwoordig zijn er steeds meer trendy drankjes, waarbij meerdere drankcomponenten of dranken worden toegevoegd aan elkaar zodat de consumenten thuis hun eigen samenstellingen kunnen creëren die zijn aangepast aan hun smaak. Deze trend geldt ook voor gefermenteerde dranken, zoals moutgebaseerde gefermenteerde dranken, zoals bieren met verschillende aroma s en var ve;

•hillende soorten.

manier om de consumenten dergelijke mogelijkheid te bieden, is het verstrekken van de verschillende componenten en aroma's ran een drank aeconcentreerd in een eenheidsdos:

zoa.

ren car

He eei vioewaar verdunningsmiddel wordt toegevoegd en gemengd voor het in situ creëren van de gewenste drank terwijl deze wordt geserveerd. Het toevoegen en het mengen van het vloeibare verdunningsmiddel aan de eenheidsdosis wordt over het algemeen uitgevoerd in een afgifte-inrichting,

BE2017/5212

Voorbeelden van afgifte-inrichtingen van dit type zijn kof f ieautomaten, waarbij heet. water wordt gedwongen om onder druk door een koffiepoederbed in dergelijke eenheidsdosis te percoleren voorafgaand aan het serveren. Er bestaan vergelijkbare afgifteinrichtingen voor het zetten van thee, Een ander voorbeeld van dergelijke afgifte-inrichtingen zijn

IQ

f r i s d r a n k a u t o m a t e n,	die vaak	worden	gebruikt	in
f a s t f ο o d r e s t a u r a n t s	en andere	plaatse	n waar	een
consument zijn glas	kan vullen	met een	frisdrank	van
zijn keuze uit eer	i selectie	van frir	sdranken,	die
allemaal beschikbaar	zijn in	dezelfde	automaat.	In

dergeli'i ke f risdrankautomaten woroer ropen, d.

w. z

	ge c o n c e n t ree r	de vers	ies	van de	d o e 1 f r i s d r a n k	i n
5	ve r s che .i de ne	zakj es,	gerne r	agd met	s p u itwater b i j	het

afgeven van de aldus gevormde doelfrisdrank. Dergelijke frisdrankautomaten zijn voordelig omdat de siroopzakjes veel kleinere afmetingen hebben dan een corresponderende gebruiksklare frisdrank, en dus veel goedkoper te verzenden en ου te slaan zijn.

Veel brouwers zijn in de verleiding gekomen om voor gef errnenteerde dranken dezelfde doseringsoplossing aan te nemen als voor frisdranken, maar tot op heden met zeer beperkt tot geen succès. Eén reden voor deze herhaalde mislukkingen is waarschijnlijk dat gef errnenteerde dranken moeilijker gedurende een lange période te concentreren en te bewaren zijn dan frisdranksiropen. Snelle afbraak van de eiwitten in bierconcentraten is inderdaad waargenomen, wat nooit is gebeurd met frisdranksiropen.

BE2017/5212

Het zou wenselijk zijn een oplossing te verschaffen voor het verstrekken van eenheidsdoses voor het in situ creëren en af geven van een get ermenteerde drank, bij voorkeur een moutgebaseerde getermenteerde drank, zoals bier, met een lange houdbaarheid. Het zou ook wenselijk zijn om een dergelijke oplossing te verstrekken waarbij het vloeibare verdunningsmiddel plat water is, zodat geen drukgasfles nodig is voor het creëren van de doeldrank. De onderhavige uitvinding

IQ verschaft een oplossing die aan deze doelstellingen beantwoordt. Deze en andere doelen van de uitvinding zullen duidelijk worden in het licht van de tekeningen, gedetailleerde beschrijving en bijgevoegde conclusies. Samenvatting van de uitvinding

Deze uitvinding- is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies. Voorkeursuitvoeringsvormen zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een onderdelenset voor de in situ productie van een getermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar verdunningsmiddel (3), waarbij voornoemde onderdelenset omvat: (a) een eerste kamer (1) met geconcentreerde drankextracten, en (b) een tweede kamer (2), die met behulp van vioeistof is gescheiden van de eerste kamer, bevattend ethanol van ten minste 80 vol.% zuiverheid, met het kenmerk, dat de ethanol van de tweede kamer CO2 en/of N2 bevat in verzadigingsconcentratie bij een temperatuur van 25 °C en bij een druk van ten minste 2 bar (= 1 bar boven

0 a. t m o s f e r i s c h e d r u k )

BE2017/5212

De onderhavige uitvinding betreft ook een werkwijze voor het produceren van een doelbier in situ en het afgeven van voornoemde gefermenteerde doeldrank, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: (a) het verschaffen van een afgifte-inrichting volgens conclusie 6 (a) tot (d) , en het verbinden van het stroomopwaart.se uiteinde (5u) van het buissysteem met een bron van vioeibaar verdunningsmiddel (3), (b) het laden van zowel eerste kamer (1) als tweede kamer (2) in hun behuizing (12), (c) het laten strömen van het vloeibare verdunningsmiddel vanaf het stroomopwaartse uiteinde naar het stroomafwaartse uiteinde van het buissysteem, door zowel eerste als tweede kamers, en (d) het terugwinnen van de aldus geproduceerde gefermenteerde doeldrank in een vat (10)

Korte beschrijving van de figuren

Voor een vollediger begrip van de aard van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de volgende gedetailleerde beschrijving in samenhang met. de bijgaande tekeningen waarbij:

Figuur 1: verschillende uitvoeringsvormen toont van afgifte-inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding, omvattende een eenheidsdosis omvattende eerste en tweede kamers.

Figuur 2: de verzadigingsconcentratie toont van CCy in water en ethanol (EtOH) afhankeiijk van druk bij een temperatuur van 298 °K.

Figuur 3: het verband toont tussen de verzadigingsconcentratie van C02 in water en ethanol bij een druk van 1 bar en een temperatuur van 298 °K.

BE2017/5212

Figuur 4: een voorbeeld toont van (a) het laden van een eenheidsdosis in een afgifte-inrichting en (b) het in situ creëren en afgeven van een gefermenteerde doeldrank.

Uitgebreide beschrijving van de uitvinding

Zoals getoond op figuur 1, is het probleem van korte houdbaarheid van eenheidsdoses van geconcentreerd bier opgelost door het splitsen van de eenheidsdoses in eerste en tweede kamers (1, 2). De eerste kamer (1) bevat geconcentreerde drankextracten en de tweede kamer (2) bevat ethanol. De tweede kamer bevat. ook gasvormig kooldioxide, CO₂, of stikstof, N_2f in verzadigingsconcentratie bij een temperatuur van 25 °C en bij een druk van ten minste 2 bar (= 1 bar boven atmosferische druk).

De geconcentreerde drankextracten in de eerste kamer (1) kunnen worden verkregen door het produceren van een getermenteerde drank op traditionele wijze (bv., voor een biertje, door brouwen op elke wijze die bekend is in het vakgebied) , gevolgd door het concentrèrent van de aldus geproduceerde getermenteerde drank. Concentrâtie gebeurt door het verwijderen van, enerzijds, een gedeelte van het daarin aanwezige water en, anderzijds, een gedeelte van de daarin aanwezige ethanol. Een aanzienlijke hoeveelheid water en ethanol kan uit de drank worden verwijderd door middel van filtratie, rnicrofiltratie, ultrafiltratie of nanofiltratie, met behulp van geschikte membranen die algemeen bekend zijn voor deskundigen. Het is gewenst om nagenoeg aile ethanol die aanwezig is in de drank te verwijderen. De uitvinders hebben immers ontdekt dat

BE2017/5212 gist die nog aanwezig is in de drank en eiwitten die aanwezig zijn in een concentraat van een getermenteerde drank sneller achteruitgaan bij aanwezigheid van ethanol. Dit is één reden voor het scheiden van de eenheidsdoses in een eerste kamer zonder ethanol en een tweede kamer met ethanol.

Indien vrijwel al het water gedurende het

concent rat iepr!	oces uit	de drank	wordt verwijderd, dan
w o r d t v r i j w e 1	ook alle	ethanol ve	rwijderd. Ande	rzijds is
het mogeiijk <	om tusse	n 0,5 en	50 vol.%, bij	voorkeur
tussen 10 tot	40 vol.%	van het wa	tergehalte in	de eerste
kamer te behoi	jden. In	dit geval	is het nodig	’ om alle

ethanol die is gemengd met het resterende water te verwijderen. Ethanol kan uit het resterende water worden a f g e d e s t i 11 e e r d.

De tweede kamer bevat ethanol en gasvormicf CO₂of N₂. Ethanol in de tweede kamer moet een zuiverheid van ten minste 80 vol.% hebben, bij voorkeur ten minste 90 vol.%, liever ten minste 95 vol%, met de meeste voorkeur ten minste 98 vol.%.

Het opnemen van gasvormig CO? of N₂ in de eenheidsdosis voor het maken zonder een drukgasbron in de afgifte-inrichting of, zoals geïllustreerd op figuur 1(c), het gebruik van een drukgasbron (7) alleen voor het fijnafstemmen van het uiteindelijke gewenste gasniveau in de af te geven drank. Verwijzend naar figuur 3 die de CCo-verzadigingsconcentratie iliustreert

in	een	w a t e r - e t h a η o 1 me n c	rsel bij een temperatuur	van
298	°K	3. ± S	een	functie	van etnanolconcentratie.	De
ab s c i s	XEtOH	- 0	% komt	overeen met zuiver water,	en
XEtOH = 1	..0 0 %	komt	overeen	met zuivere ethanol. Het is	; te

zien dat C02“verzadigingsconcentratie in ethanol ongeveer één orde van magnitude hoger is dan in water. Dit betekent dat ongeveer tien keer meer kooldioxide kan

BE2017/5212

worden	opgelost	in	zuivere ethanol als	in eenzelfde
volume	zuiver	water	Om deze redenen,	is het voor
doeldr	anken met	een	e t h a n 01 g e h a 11 e v a n	ten minste 5
vol. %,	mogelijk	om i	,n de tweede kamer a.	lie CO 2 op te
nemen	die nodig	i s v	oor de doeldrank bij	een rebelijke
druk	in de t	weede	kamer van 1 tot	4 bar boven

IQ atmosferische druk,

Zo bevat het ethanol van de tweede kamer:

- C0₂ in een concentratie, x_C02 (EtOH) , tussen 1,0 en 3,0 mol.%, bij voorkeur tussen 1,5 en 2,5 mol.%, betrokken op het totale gehalte van de tweede kamer.

Indien de eerste kamer een beetje water bevat, bijvoorbeeld 10 tot 40 vol.% water, dan is het ook mogelijk om gasvormig CO2 of N₂ op te lossen in voornoemd water in de eerste kamer. Dit kan bij dragen aan het bereiken van meer bubbels in de doeldrank. Dit kan vooral nuttig zijn bij een doeldrank met een laag ethanolgehalte, Verwijzend naar figuur 2, waarop de molaire %-verzadigingsconcentratie van CO2 is getoond bij 298 °K als een functie van druk. Afhankelijk van de hoeveelheden ethanol en gas die zijn gewenst in de doeldrank, kunnen gasconcentraties en drukken in de tweede en, eventueei de eerste kamers worden bepaald.

Het water van de eerste kamer bevat:

- CO2 in een concentratie, xCC/dbO), tussen 1,0 en 3,0 mol.%, bij voorkeur tussen 1,5 en 2,5 mol.%, betrokken op net totale watergehalte van de eerste kamer.

BE2017/5212

Ten slotte, zoals weergegeven op figuur 1 (c) , kan het uiteindelijke gasgehalte in de doeldrank worden fijnafgestemd met een externe drukgasbron (7). Dit

	vereist natuurlijk het	gebruik	van	e x t r a
c	verbruiksgoederen, hetgeen	nadelig	is voor	het
	gebruikscomfort van een	afgifte-inr	ichting,	maar
	aangezien de drukgasbron	louter	dient	voor

fijnafstemming van het uiteindelijke gasgehalte in de doeldrank, is het gasverbruik zeer beperkt en kan één

IQ lading een lange tijd meegaan.

Het vloeibare verdunningsmiddel (3) omvat over het aigemeen water, en kan zuiver water alleen zijn. Met zuiver water, wordt bedoeld water dat mineralen bevat waardoor het drinkbaar is. In het bijzonder, kan het vloeibare verdunningsmiddel plat water zijn, zoals geïllustreerd op figuur 1 (a), (c) en (d) van een kraan, maar het kan natuurlijk opgenomen zijn in een reservoir of andere houder. Een afgifte-inrichting voor het afgeven van een gefermenteerde drank zoals bier, en het gebruik van eenheidsdoses die geen extra gasbron vereisen en het gebruik van zuiver water als vloeibaar verdunningsmiddel is natuurlijk het meest comfortabel voor de eindgebruikers.

Als alternatief kan het vloeibare verdunningsmiddel (3) een basisvloeistof zijn, bijvoorbeeld met een neutraal smaakprofiel die, bij vermenging met. verschillende soorten geconcentreerde dranken van de eerste kamer en met het ethanol van de tweede kamer een grote verscheidenheid aan doeldranken oplevert. Dergelijke uitvoeringsvorm is geïllustreerd op figuur 1 (b) waarbij een fies met een vloeibaar

BE2017/5212 verdunningsmiddel (3) wordt gebruikt. Het vioeibare verdunningsmiddel kan bijvoorbeeld een basisbier zijn zonder enige smaakstoffen, en de eerste kamer is verkrijgbaar in verschillende smaken, zoals kersenbier, donker abdijbier, amberkleurig abdijbier, stout, enz. Met een enkele levering van basisbier, is het mogelijk om een grote verscheidenheid aan doelbieren te verkrijgen door het mengen van voornoemd basisbier met een eenheidsdosis omvattende een tweede kamer gevuld met

IQ ethanol en een gas, en een eerste kamer omvattende een corresponderende verscheidenheid aan gearomatiseerde geconcentreerde drankextracten. In vergelijking met een schilderij, vormt het basisbier een achtergrondkleur van

	het schilderij, en	het ge	; a r orna t i see r de ge c ο n c e n t r e e r de
5	d r a n k e x t r a c t .i e v e r t	het gel·	cleurde centrale onderwerp van
	het beeid.

De geconcentreerde drankextracten in de eerste kamer omvatten bij voorkeur verschillende hoeveelheden ethylacetaat, isoamylacetaat, ethylbutyraat, en 20 ethylhetanoaat. Dit zijn de belangrijkste smaakgevende verbindingen van bier, waarvan het concentratieprofiel elk bier zijn eigen karakteristieke smaakprofiel geeft, Zoals hierboven uiteengezet, heeft het de voorkeur dat de geconcentreerde drankextracten worden geproduceerd 25 door het verwijderen van een gedeelte van het water en


de meeste	(of alle)	e	thanol	van	een conve	urtioneel
gebrouwen	bier. Al	s	alterna	tief	hiervoor,	o f i n
aanvu 11ing	hierop,	kan	bpi^-	worden	geproduc	eerd of

vervolledigd door toevoeging van aromatische stoffen

Zoals geïllustreerd ορ figuur 1 (a) en (b) , kunnen de eerste en tweede kamers worden verschaft als

BE2017/5212 twee afzonderlijke eenheden, die afzonderlijk in een afgifte-inrichting moeten worden geladen. Dit kan voordelig zijn wanneer de eindgebruiker wenst om de hoeveelheid ethanol in zijn doeldrank te regelen. Elke eenheid van de eerste en tweede kamer (1, 2) heeft een inlaataansluiting (lu, 2u) en een uitlaataansluiting (Id, 2d), die kunnen worden gekoppeld aan een stroomopwaarts en stroomafwaarts uiteinde (5u, 5d) van een afgiftebuis. Het is echter lästiger om twee dosiseenheden achtereenvolgens te moeten laden alvorens een doeldrank af te kunnen geven.

Als alternatief, zoals weergegeven op figuur 1 (c) en (d) , kunnen de eerste en tweede kamers worden verstrekt als twee afzonderlijke kamers in een enkele eenheid. Dit laat geen keuze met betrekking tot de hoeveelheid ethanol in de doeldrank, maar is gemakkelijker te gebruiken, aangezien de eindgebruiker slechts een enkele eenheid in de af gif te-inrichtinghoeft te laden, koffiemachines. Zoals kunnen de twee kamers i i ke1i ή k is zoars ge.i getoond op figuur 1(c) en (d), in een enkele eenheidsdosis met behulp van vioeistof in serie of in parallel worden verbonden door de interne burs die aanvankelijk wordt afgesloten door een membraan, totdat de druk van het vloeibare verdunningsmiddel voornoemd membraan doet openbarsten. Als alternatief, worden door de invoering van een dosiseenheid omvattende eerste en tweede kamers, de eerste en tweede kamers verplaatst en doorboren deze voornoemd membraan na het in contact brengen.

Zoals de naam al aangeeft, komt een dosiseenheid overeen met één portie drank. Afhankelijk

BE2017/5212

IQ van net land en type drank, kan één portie een glas (10) zijn met een capaciteit die over het algemeen tussen 2 0 en 50 cm³ (1 cm³ = 0,1 cl) ligt. Bijgevolg moet voor een doeldrank met een ethanolgehalte van 5 vol.%, de tweede kamer (2) een capaciteit hebben van 10 cm³ voor een doeldrank van 200 cm³, van 17 cm³ voor een doeldrank van 330 cm³, en van 25 cm³ voor een doeldrank van 500 cm³ (0, 5 1) . Evenzo vereist een doeldrank van 500 cm³met een 9 vol.% ethanolgehalte een eerste kamer met capaciteit van 45 cm³. Hoe groter de tweede kamer, een hnp groter opgeslagen doeldrank.

de hoeveelheid CO;

die kan worden en hoe groter het alcoholgehalte var ie

Het volume van de eerste kamer (1) kan meer variëren dan dat. van de tweede kamer, afhankelijk van de hoeveelheid water die noçf aanwezig is in de eerste

kamer.	Voor een eers	te kamer	die ten	hoogste 5 vol.%
water	bevat, kan de	capacité	i J_ r Ύ 7 3d Th	de eerste kamer
tussen	10 en 5 0 cm³	liggen. Voor een	eerste kamer met
tussen	2 0 en 4 0 vol.^:	% water,	kan de <	capaciteit van de
eerste	kamer van de or	'de van 5 0	tot 150	cm³ zijn.
	Zoals geïll	Ί1 3 f Γ P θ f Q	op fig	uur 1, heeft de
onderhs	a v i g e u i t. v .i n d ί n	Cf ook. foe'	trekking-	o p e e n a f g i f t e -

inrichting voor het in situ produceren van een gefermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar verdunningsmiddel, en voor het afgeve jf.i V ciîi Q. θ aldus geproduceerde gefermenteerde doeldrank. De afgifte-inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat:

(a) een behuizing (12) voor net de eerste kamer (1), ontvangen van

BE2017/5212 (b) een behuizing (12) de tweede kamer (2), voor net ontvangen van (c) een afgiftebuissysteem (5d, 5u) omvattende een stroomopwaarts uiteinde (5u) en een stroomafwaarts uiteinde (5d), waarbij het stroomopwaartse uiteinde is gekoppeld aan een bron van vioeibaar verdunningsmiddel, en voornoemde bron van vioeibaar verdunningsmiddel met behulp van vloeistof verbindt, met de behuizing voor het

ontvangen	van	de eerste kamer,	Ο.Θ	behuiz	ing voor het
ontvangen	van	de t w e e de k ame r,	Q V-)	het st	. r o orna f wa a r t s e
uiteinde (	5d)	van de afgiftebuis	, die opens	taat voor een
buitenatmc	sf eer.
	iZù Îï	eerste kamer en	een	tweede	kamer zoals
hierboven	kg o g	proken worden gels	iden	in een respectieve
behuizing,		zodanig dat.		het	vloeibare

verdunningsmiddel (3) dat van het stroomopwaartse uiteinde (5u) naar het stroomafwaartse uiteinde (5d) van het afgiftebuissysteem stroomt door het inferieur van zowel eerste als tweede kamers (1, 2) moet strömen.

De afgifte-inrichting kan twee verschillende behuizingen (12) omvatten die met behulp van vloeistof met elkaar verbonden zijn voor het apart ontvangen van de eerste en tweede kamers. Als alternatief, zoals getoond op figuur 4, kan één enkele behuizing (12) worden gebruikt voor net ontvangen van ofwel een enkele eenheidsdosis omvattende zowel eerste als tweede kamers, of twee afzonderlijke eerste en tweede eenheidsdoses, die elk de eerste en tweede omvatten, respectievelijk. Figuur 1(a) en (b) toont voorbeelden waarin twee afzonderlijke eenheidsdoses worden gebruikt, en figuren 1 (c) en (d) en 4 tonen voorbeelden van inrichtingen die

BE2017/5212

IQ een enkele eenheidsdosis omvattende zowel eerste als tweede kamers ontvangen.

Om hygienische redenen en voor gebruiksgemak, kan een eenheidsdosis zoals is geïllustreerd op figuur 4(a) eerste en tweede kamers en het stroomafwaartse uiteinde (5d) van het afgiftebuissysteem omvatten. De eenheidsdosis kan worden geladen in de behuizing van de afgifte~inrichting, een glas of een ander vat van voldoende capaciteit wordt geplaatst onder het stroomafwaartse uiteinde van het afgiftebuissysteem.

Zo wordt,	t e 1 k e n s w a n n e e r	een	n i e u w e een h e i d s d o s i s	in de
af gif te-- in	r i c h tin g w o r d t	geladen, een nieuw en	schoon
stroomafwa	arts uiteinde	/ E\ \ a ;	van de afgif	tebuis
gebruikt.	H e t s t r ο o m o p w a a. r	tse uiteinde van	het
afgiftebui	ssysteem (5u)	moet	o o k regeImati g	worden

vervangen, maar aangezien hetzelfde vloeibare verdunningsmiddel wordt gebruikt voor elke portie, hoeft het niet na elke portie te worden vervangen. Dit geldt met name indien de verdunningsvloeistof plat water is, hetgeen een voorkeursuitvoeringsvorm is.

Stroomafwaarts van de eerste en tweede kamers, kan het afgiftebuissysteem een mengkamer omvatten voor het mengen van het vloeibare verdunningsmiddel met de geconcentreerde drankextracten, ethanol, en gas. De mengkamer kan een bewegingselement omvatten voor het dynamisch mengen van de componenten of, als alternatief, kan het een statische menger zijn of gewoon een scherp gebogen gedeelte in het stroomafwaartse uiteinde van het afgiftebuissysteem. Als een mengkamer wordt gebruikt, moet erop worden gelet dat een mengmechanisme wordt

BE2017/5212 geselecteerd dat geen overmatige hoeveelheden schuim genereert. door de aanwezigheid van gasvormig C0₂ of hg.

De onderhavige uitvinding betreft ook een werkwijze voor het in situ produceren van een gefermenteerd doeldrank en het afgeven van voornoemde gefermenteerde doeldrank. Een voorbeeld van de werkwijze wordt geïllustreerd op figuur 4, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:

(a) net verschaffen van een afgifte-inrichting

IQ zoals hierboven besproken, en het verbinden van het stroomopwaart.se uiteinde (5u) van het buissysteem met een bron van vioeibaar verdunningsmiddel (3) , (b) het laden van zowel eerste kamer (1) als tweede kamer (2) in hun behuizing (12), (c) het. laten strömen van het.

verdunningsmiddel vanaf het stroomopwaarts vioeißare _nde naar het stroomafwaartse uiteinde van het buissysteem, door zowel eerste als tweede kamers, en (d) het terugwinnen van de aldus geproduceerde gefermenteerde doeldrank in een vat (10).

Het gebruik van de inrichting van de onderhavige uitvinding volgens de voornoemde werkwijze en het gebruik van de hierboven besproken eenheidsdoses, ondersteunen de in situ bereiding van een grote verscheidenheid aan gefermenteerde dranken, in hoeveelheden die overeenkomen met één glas drank, met een capaciteit tussen 200 en 500 cm³ (= 20-50 cl) . De aldus bereide gefermenteerde doeldrank kan omvatten tussen 4 en 9 vol.% ethanol, en tussen 1 tot 6 g/1 CO? en/of N₂ (typische verhouding CO₂/N₂ is ongeveer 3/1), door het eenvoudigweg laden van een eenheidsdosis in de

BE2017/5212 a f g i f t e - i n r i c h t i n g e n h e t v 1 o e i b a r e v e r du η η ί n g s m .1 d d e 1 een meest geprefereerde laten strömen van door de eenheidsdosis uitvoeringsvorm, is het

In het vloeibare verdunningsmiddel plat water, en is geen extra drukgasbron vereist. Dit laatste is mogelijk door gebruik te maken van de aanzienlijk hogere oplosbaarheid van gassen zoals CO? of N₂ in ethanol ten opzichte van water, of een 4--9 vol.% ethanoloplossing in water (vgl. figuur 2 en 3).

Als alternatief is het vloeibare verdunningsmiddel niet alleen plat water, maar een basisdrank in een vat (vgl. figuur 1 (b)). Deze oplossing ondersteunt de creatie van een grote verscheidenheid aan dranken rond het thema van de basisdrank. Een selectie van basisdranken met verschillende smaakprofielen kan ook worden verschaft om de creatieve mogelijkheden van de eindgebruiker verder te verhogen. In nog een andere uitvoeringsvorm kan een extra drukgasbron (7) worden gebruikt voor het fijnafstemmen van het gasgehalte in de aldus geproduceerde gefermenteerde drank.

BE2017/5212

	BESCHRIJVING
1	Eerste kamer
Id	Uitgang van eerste kamer
lu	Ingang· van eerste kamer
2	Tweede kamer
2d	Uitgang van eerste kamer
2u	Ingang van tweede kamer
3	Bron van vloeibaar verdunningsmiddel
3p	Pomp voor vloeibaar verdunningsmiddel
5d	Uitlaat van afgiftebuis
5u	Inlaat van afgiftebuis
5v	Klep voor vloeibaar verdunningsmiddel.
7	Drukgasbron (CO₂ of Kg)
7v	Klep voor drukgas
10	Vat voor het verzamelen van de in situ gemaakte dranken
11	A f g i f t e ~ i n r i c h t i n cf
12	Behuizing (en) voor het ontvangen van eerste en tweede käme r s

BE2017/5212

Claims

CONCLUSIES

1. - Een onderdelenset voor de in situ productie van een gefermenteerde doeldrank door toevoeging van een vloeibaar verdunningsmiddel (3), waarbij voornoemde onderdelenset omvat:

(a) Een eerste kamer (1) met geconcentreerde drankextracten, en (b) Een tweede kamer (2) , die met behulp van vloeistof is gescheiden van de eerste kamer, omvattenhet ethanol van ten minste 80 vol.% zuiverheid,

Met het kenmerk dat, net ethanol van de tweede kamer CO₂ en/of N₂ bevat in verzadigingsconcentratie bij een temperatuur van 25 °C en bij een druk van ten minste 2 bar (= 1 bar boven atmosferische druk).
2. - De onderdelenset volgens conclusie 1, waarbij het ethanol in de tweede kamer een zuiverheid heeft van ten minste 90 vol.%, bij voorkeur ten minste 95 vol%, met meer voorkeur ten minste 98 vol.%.
3. - De onderdelenset volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ethanol van de tweede kamer omvat:

- CO₂ in een concentratie, x_C02 (EtOH) , tussen 1,0 en 3,0 mol.%, bij voorkeur tussen 1,5 en 2,5 mol.%, betrokken op het totale gehalte van de tweede kamer.
4. - De onderdelenset volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 3, waarbij het vloeibare verdunningsmiddel plat water alleen is.
5. - De onderdelenset, volgens conclusie 3, waarbij de eerste kamer plat water bevat in een hoeveelheid tussen 10 en 40 vol.% water betrokken op het totale gehalte van de eerste kamer.

BE2017/5212
6. - De onderdelenset volgens conclusie 5, waarbij het water: van de eerste kamer: omvat:

- CCy in een concentratie, x_c.o2 (H₂0) , tussen 1,0 en 3,0 mol.%, bij voorkeur tussen 1,5 en 2,5 mol.%, betrokken op het totale gehalte van de eerste kamer,
7, - De onderdelenset volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de geconcentreerde extracted in de eerste kamer worden verkregen door ten minste gedeeltelijke scheiding- van voornoemd doelbier van water en ethanol, en ethylacetaat, isoamylacetaat, ethylbutyraat, en ethylhetanoaat.
8. - De onderdelenset volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede kamers worden verschaft als twee afzonderlijke eenheden.
9, - De onderdelenset volgens één van de conclusies 1 tot 6, waarbij de eerste en tweede kamers worden verschaft als twee afzonderlijke kamers in één enkele eenheid.
10. - De onderdelenset. volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de volumeverhouding van het volume van de tweede kamer ten opzichte van het volume van de eerste kamer ligt tussen 20 % en 100 %, en waarbij de eerste kamer bij voorkeur een volume tussen 20 en 50 cm³ heeft, en waarbij de tweede kamer bij voorkeur een volume tussen 10 en 50 cm³ heeft.
11, - Een afgif te-inrichting voor het in situ produceren van een geferm.entee.rde doeldrank door toevoegincf van een vloeibaar verdunningsmiddel, en voor het afgeven van de aldus geproduceerde gefermenteerde doeldrank, voornoemde afgifte-inrichting omvattend:

IQ

BE2017/5212

(d) een behuizing eerste kamer, (e) een behuizing tweede kamer, (f) een afgifteb' s t r ο o m o p w a. a r t s ; uiteinde (5i uiteinde (5d), waarbij het verbonden met een bron van

u i s s y s t e e m o m v a 11 e n d e van ae een en deze voornoemde bron van vloeibaar verdunningsmiddel met behulp van vloeistof verbindt, met de behuizing voor het ontvangen van de eerste kamer, met de behuizing voor het ontvangen van de tweede kamer, en het stroomafwaartse uiteinde (5d) van de afgiftebuis, dat openstaat voor een buitenatmosfeer, met het kenmerk dat, een eerste kamer en een tweede kamer zoals gedefinieerd in één van de voorgaande conclusies worden geladen in een respectieve behuizing, zodanicj dat het vloeibare verdunningsmiddel dat van het stroomopwaart.se uiteinde naar het stroomafwaartse uiteinde van het afgiftebuissysteem door net inferieur van zowel eerste als tweede kamers moet strömen.
12, - De afgifte-inrichting volgens conclusie 6, waarbij de bron van het vloeibare verdunningsmiddel een bron van plat water alleen is.
13. - De afgifte-inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de eerste en tweede kamers worden geladen in een enkele behuizing of in twee afzonderlijke behuizingen, waarbij de twee afzonderlijke behuizingen met behulp van vloeistof zijn verbonden met de bron van vloeibaar verdunningsmiddel door het afgiftebuissysteem, hetzij in serie hetzij in parallel.
14.- Werkwijze voor het in situ produceren van een doelbier en het afgeven van de gefermenteerde doeldrank, de werkwijze omvattende de volgende stappen:

(e) net verschaffen van een afgifte-inrichting

BE2017/5212

c zoal s gede finieerd in conclusie 6 (a) tot (d) , en het ci 1 uiten van het s t r 0 0 m 0 ρ w a a r t s e ί mi tern de (5u) van het bu 1 s s ysteeir i op een iron van V loeibaar

verdunningsmiddel (3), (f) het laden van zowel eerste kamer (1) tweede kamer (2) in hun behuizing (12), (g) het it en strömen van het vloeibare verdunningsmiddel vanaf het stroomopwaartse uiteinde naar het stroomafwaartse uiteinde van het buissysteem, door zowel eerste als tweede kamers, en (h) het terugwinnen van de aldus geproduceerde getermenteerde doeldrank in een vat (10).
15.- Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij een set van eerste en tweede kamers is ontworpen voor het serveren van tussen 200 en 500 cm³ van een
20 get ermenteerde doeldrank met tussen 4 en 9 vol.% ethanol, en 1 tot 6 g/1 CCy, door het laten strömen van een vooraf bepaalde hoeveelheid vloeibaar e r du η n i n g s m .1 d d e 1

BE2017/5212 id)