BE1024266A1

BE1024266A1 - Gordijngevel.

Info

Publication number: BE1024266A1
Application number: BE20165377A
Authority: BE
Original assignee: Claeys Stephanie Catharina R; Claeys Laurens Leonard J; Claeys Nausikaä Els P
Priority date: 2016-05-24
Filing date: 2016-05-24
Publication date: 2018-01-10
Also published as: US20190136523A1; EA201892719A1; EP3464747C0; SG11201810168UA; CN109415902B; EP3464747B1; US10914066B2; BR112018073963A2; CA3025015A1; CL2018003326A1; EP3464747A1; JP2019516893A; BE1024266B1; EA038174B1; CN109415902A; WO2017201588A1; AU2017268719A1; JP7055284B2; CO2018013813A2; AU2017268719B2

Abstract

Gordijngevel (1) die een of meer stijlprofielen (5) en een of meer regelprofielen (14) omvat, waarbij de een of meer stijlprofielen (5) zich verticaal uitstrekken, waarbij de e'en of meer regelprofielen (14) horizontaal tussen twee stijlprofielen (5) zijn bevestigd, waarbij, op de bevestigingspunten van de regelprofielen (14) aan de stijlprofielen (5), een barriere (28, 29) aangebracht is voor water, waarbij de barriere (28, 29) is ingericht om dit water af te Leiden naar een genoemd regelprofiel (4), waarbij de regelprofielen ingericht zijn om dit water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel (1)

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(71) Aanvrager(s) :

CLAEYS Stephanie Catharina R.

2240, ZANDHOVEN België

CLAEYS Laurens Leonard J.

2240, ZANDHOVEN België

CLAEYS Nausikaâ Els P.

2240, ZANDHOVEN België (72) Uitvinder(s) :

(54) Gordijngevel (57) Gordijngevel (1) die een of meer stijlprofielen (5) en een of meer regelprofielen (14) omvat, waarbij de een of meer stijlprofielen (5) zieh verticaal uitstrekken, waarbij de e'en of meer regelprofielen (14) horizontaal tussen twee stijlprofielen (5) zijn bevestigd, waarbij, op de bevestigingspunten van de regelprofielen (14) aan de stijlprofielen (5), een barrière (28, 29) aangebracht is voor water, waarbij de barrière (28, 29) is ingericht om dit water af te Leiden naar een genoemd regelprofiel (4), waarbij de regelprofielen ingericht zijn om dit water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel (1)

J.

BE2016/5377

Gordijngevel.

De huidige uitvinding betreft een gordijngevel, ook wel· een vliesgevel genoemd.

Dit is een structuur van stijlprofielen en regelprofielen die openingen definieert waarin panelen, meestal glaspanelen, maar mogelijk ook dichte panelen, geplaatst worden om zo een niet-dragende buitenwand te vormen.

Een nadeel van de bekende gordijngevels is gerelateerd aan de waterafvoer.

Door diverse oorzaken, zoals de winddruk, bewegingen van de gordijngevel en imperfecties in dichtingen kan er, in kleine hoeveelheden, regenwater in de profielen komen. Dat is op zieh niet schadelijk, zolang dit water maar wordt afgevoerd naar de buitenzijde en niet doorlekt naar de binnenzijde van de gordijngevel.

naar de stijlprofielen, stijlprofielen verzameld

Hiertoe zijn de bekende gordijngevels uitgevoerd met doorgangen en oppervlakken die water zijdelings afvoeren waarbij het water in de wordt en doorheen de stijlprofielen naar beneden loopt. Op bepaalde onderiinge verticale afstanden, die met meer dan één hoogte van de panelen overeenstemmen, of zelfs alleen onderaan, is er dan een afvoer van het water uit de stijlen, naar de buitenkant voorzien.

BE2016/5377

Dit heeft hoofdzakelijk twee nadelen: Dergelijke afvoeren met hun bijhorende onderdelen in de stijlprofielen om het water naar de afvoeren te leiden, verhogen het aantal onderdelen dat van tevoren aangemaakt moet worden en dat aangebracht moet worden tijdens de montage van de gordijngevel en daardoor de kosten van de gordijngevel.

Verder hebben zij als nadeel dat als er toch een lek naar binnen optreedt, het helemaal niet duidelijk is waar, dat wil zeggen ter plaatse van welk paneel, de oorzaak gezocht moet worden, Het water kan immers van eender waar boven het betreffende paneel komen.

Dat betekent dus dat een relatief groot deel van de gordijngevel gedemonteerd moet worden om de oorzaak te zoeken en te verhelpen. Aangezien dit bij de bekende gordijngevels van de buitenkant gedaan moet worden en vaak op grote hoogte, is dat niet gemakkelijk.

De uitvinding heeft tot doel aan de genoemde en andere nadelen een oplossing te bieden en betreft daartoe een gordijngevel die één of meer stijlprofielen en één of meer regelprofielen omvat, waarbij de één of meer stijlprofielen zieh verticaal uitstrekken, waarbij de één of meer regelprofielen horizontaal tussen twee stijlprofielen zijn bevestigd, waarbij op de bevestigingspunten van de regelprofielen aan de stijlprofielen een barrière aangebracht is voor water, waarbij de barrière is ingericht om dit water af te leiden naar een genoemd regelprofiel,

BE2016/5377 waarbij de regelprofielen ingericht zijn om dit water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel.

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat dergelijk water slechts in kleine hoeveelheden in de stijlprofielen komt en ongewenst maar in de praktijk onvermijdelijk îs, en vanzelfsprekend via de stijlprofielen naar beneden zal strömen wanneer het toch in de stijlprofielen terecht komt.

Hierbij îs de buitenzijde van de gordijngevel de zijde die blootstaat aan atmosferische invloeden,

Het voordeel is dat er geen afvoeren voor water in de stijlprofielen hoeven te worden aangebracht maar dat eventueel infiltratiewater in de gordijngevel per gevelvak naar buiten wordt afgevoerd, dit in tegenstelling tot traditionele gordijngevels waarbij infiltratiewater over meerdere gevelvakken in de stijlen verzameld en afgevoerd wordt.

Ook wordt hierdoor per paneel een verticale en horizontale afsluiting van de stijlprofielen verkregen, zodat een eventueel waterlek naar binnen met zekerheid aan een probleem met betrekking tot de plaatsing van dat specifieke paneel of de stijlprofielen of regelprofielen rond dat specifieke paneel toegewezen kan worden en het vinden en oplossen van een probleem dus veel· gemakkelijker kan gebeuren.

Terwijl in de traditionele gordijngevels water van de regelprofielen naar de stijlprofielen wordt geleid en daarlangs wordt afgevoerd, is de gordijngevel volgens de

BE2016/5377 uitvinding ingericht om water per stijlprofielen naar de regelprofielen water van daar af te voeren.

gevelvak van te leiden en de het

Bij voorkeur zijn de regelprofielen ingericht om het genoemde water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel doordat de regelprofielen, of een aan de regelprofielen bevestigd ander profiel zoals bijvoorbeeld een glaslijst, voorzien zijn van afvoeropeningen voor water aan de buitenzijde, waarbij deze afvoeropeningen zieh bevinden op een afstand van de stijlprofielen, Bij voorkeur is deze afstand tussen 10 en 300 mm.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de regelprofielen zo uitgevoerd dat het gedeelte van de regelprofielen waarheen het genoemde water wordt afgeleid, horizontaal is of schuin afloopt naar de buitenzijde, waarbij de regelprofielen een deelprofiel omvatten uit één stuk, waarbij het deelprofiel deel uitmaakt van het genoemde gedeelte waarheen het genoemde water wordt afgeleid en waarbij het deelprofiel voorzien is van een opstaande rand aan de binnenzijde van het genoemde gedeelte.

Het deelprofiel is uit één stuk aluminium gemaakt en daardoor waterdicht. Door de opstaande rand wordt doorlekken naar binnen voorkomen, zeifs als er een kleine hoeveelheid water op de regelprofielen zou staan, zolang deze hoeveelheid niet boven de rand komt.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de barrières gevormd door dichtingsstukken van flexibele

BE2016/5377 kunststof of rubber, waarbij de dichtingsstukken aangebracht zijn op uiteinden van de regelprofielen en waarbij de vorm van de stij lprof ielen en de dichtingsstukken op elkaar is aangepast, om hierdoor een waterdichte aansluiting te verkrijgen tussen de regelprofielen en de stijlprofielen ter plaatse van de genoemde bevestigingspunten.

Dergelijke dichtingsstukken zijn een praktische manier om een dergelijke barrière te verkrijgen, zijn duurzaam in de tijd en kunnen een eventuele kleine beweging van de gordijngevel opnemen.

Bij voorkeur zijn de delen van de stij lprof ielen waar zieh de dichtingsstukken bevinden, en de dichtingsstukken, in horizontale doorsnede, rechthoekig van vorm. Dat maakt het gemakkelijk om de vorm van de stij lprof ielen groef en de vorm van de dichtingsstukken waterdicht op elkaar te Iaten aanpassen en om dergelijke barrières gemakkelijk te kunnen plaatsen samen met de regelprofielen.

De dichtingsstukken hebben een complex bovenoppervlak samengesteld uit een aantal vlakken die aflopen van de zijde waarmee de dichtingsstukken tegen de stijlprofielen rüsten, naar een laagste punt boven een regelprofiel.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de dichtingsstukken voorzien van een vervormbare holle kamer om de plaatsing van regelprofielen waarop dergelijke dichtingsstukken zijn aangebracht te vergemakkelijken.

BE2016/5377

Door deze vervormbare kamer kunnen de dichtingsstukken vervormd worden tijdens de plaatsing, wat de plaatsing gemakkelijker maakt, terwijl zij toch na plaatsing de gewenste vorm hebben.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is aan elk van de twee uiteinden van de regelprofielen een dichtingsstuk voorzien, waarbij minimaal één en bij voorkeur precies één, van de dichtingsstukken van een regelprofiel verschuifbaar is op het regelprofiel, bij voorkeur over een afstand van minimaal 1 en maximaal 12 mm, om daardoor kleine bewegingen op te vangen.

Onder invloed van de wind, en na verloop van tijd, kunnen er kleine vervormingen optreden in de gordijngevel. Om te zorgen dat deze niet tot grote spanningen leiden, die tot een breuk zouden kunnen leiden, is de genoemde verschuifbaarheid wenselijk.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de dichtingsstukken een vlakke eindwand die haaks loopt op de profielrichting van de regelprofielen, waarbij de eindwand volledig dicht is in de profielrichting van de regelprofielen en tegen een stijlprofiel rust.

Daardoor wordt voorkomen dat eventueel infiltratiewater voorbij de dichtingsstukken zou kunnen strömen en naar onderen zou kunnen doorsijpelen.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de gordijngevel stijIprofielen, regelprofielen en één of meer panelen, waarbij de stijIprofielen aan elke zijkant voorzien zijn van een groef voor het ontvangen van de zijrand van een paneel, waarbij de groeven een toegangsopening hebben, waarbij de toegangsopening in horizontale richting een eerste afmeting heeft, waarbij de regelprofielen in horizontale richting en haaks op de profielrichting van de regelprofielen een tweede afmeting hebben, waarbij de tweede afmeting groter is dan de eerste afmeting, waarbij de regelprofielen in een niet-horizontale richting haaks op de profielrichting een derde afmeting hebben, waarbij de derde afmeting kleiner is dan de eerste afmeting.

Hierbij zijn de stijIprofielen uit één stuk of uit meerdere vast aan elkaar verbonden, niet van elkaar demonteerbare deelprofielen gemaakt.

Een dergelijke gordijngevel is gemakkelijk op te bouwen, zonder veel handelingen, vanaf de binnenzijde, doordat de vermelde kenmerken toelaten dat de regelprofielen in een rond hun lengteas geroteerde toestand, in de groeven geplaatst kunnen worden en dan simpelweg door rotatie hun gewenste oriëntatie kunnen krijgen en in de groeven kunnen worden vastgezet.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn één of meer wanden van de groeven voorzien van een uitsparing waarin zieh een gedeelte van de regelprofielen bevindt, waarbij de regelprofielen verticaal ondersteund worden door een onderrand van de genoemde uitsparing.

BE2016/5377

Dit is een gemakkelijke manier om bevestiging van de regelprofielen aan de stijlprofielen, zonder verdere bevestigingsstukken, te verkrijgen. Bovendien laat een dergelijke ophanging toe dat de regelprofielen in hun profielrichting enige speling hebben, wat wenselijk is om spanningen in de gordijngevel te kunnen opvangen.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de regelprofielen Z-profielen, met een eerste verticaal been dat naar boven steekt en dat zieh aan de binnenzijde van het regelprofiel bevindt, een tweede verticaal been dat naar beneden steekt en dat zieh aan de buitenzijde van het regelprofiel bevindt, en een horizontaal tussenstuk tussen het eerste en het tweede been.

Hierdoor wordt, door de verticale benen, voldoende stijfheid verkregen, terwijl het horizontale tussenstuk voldoende ruimte laat voor het installeren van een paneel boven het regelprofiel.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de regelprofielen voorzien van een ondersneden groef die in de prof ielrichting loopt en van een in de ondersneden groef gevatte staaf, waarbij de stijlprofielen zijn voorzien van een tweede groef voor het ontvangen van een buiten de ondersneden groef stekend uiteinde van de genoemde staaf, om daardoor een rotatiebeweging van de regelprofielen te biokkeren.

Een dergelijke voorziening voorkomt dat de regelprofielen door rotatie van de regelprofielen zouden kunnen loskomen.

BE2016/5377

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de genoemde groeven aan de verschillende zijkanten van de stijlprofielen een verschillende diepte.

Dat maakt het mogelijk om ook de panelen vanaf de binnenzijde te plaatsen door een paneel schuin in de diepste groef te brengen, dan in zijn gewenste oriëntatie te zetten en dan in de richting van de ondiepste groef te verschuiven.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de stijlprofielen en de regelprofielen samengestelde profielen, die elk zijn samengesteld uit twee of meer deelprofielen, waarbij de deelprofielen niet noodzakelijk uit hetzelfde materiaal zijn gemaakt,

Hierdoor kan een goede thermische isolatie verkregen worden, bijvoorbeeld door te werken met een aluminium buitenste deelprofiel en binnenste deelprofiel, waarbij deze verbonden zijn door isolerende kunststofprofielen.

Bij voorkeur zijn de panelen glaspanelen.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm definiëren de regelprofielen en de stijlprofielen rechthoekige openingen, waarbij één of meer panelen in de genoemde openingen geplaatst zijn om daardoor deze openingen af te sluiten, waarbij de één of meer panelen vastgezet zijn door middel van eerste glaslatten die bevestigd zijn aan een genoemd stijlprofiel door middel van eerste van middel

BE2016/5377 bevestigingshuipstukken, waarbij de eerste bevestigingshulpstukken en de stijIprofielen ingericht zijn om de eerste bevestigingshuipstukken te kunnen bevestigen, bij voorkeur vastklikken, aan een genoemd stijlprofiel, waarbij de eerste bevestigingshulpstukken en de eerste glaslatten ingericht zijn om de eerste glaslatten te kunnen vastklikken aan de eerste bevestigingshulpstukken.

Op deze manier kunnen eerste glaslatten gemakkeiijk 10 bevestigd worden, simpelweg door ze vast te klikken. Dit laat toe de panelen vanaf de binnenzijde aan te brengen.

Ook laat dit een grotere vrijheid toe in het ontwerp van de stijiprofielen, omdat hierbij met het voorzien van een plaatsingsmogelijkheid voor eerste glaslatten minder rekening hoeft te worden gehouden. De eerste bevestigingshulpstukken kunnen reeds voor het plaatsen van een paneel aangebracht worden, terwijl een glaslat alleen later voorzien kan worden, waardoor de verbindingsmogelijkheden van een glaslat rechtstreeks op een stijlprofiel beperkt zijn.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste bevestigingshulpstukken gemaakt van kunststof en zijn de eerste glaslatten gemaakt van aluminium.

Dankzij de kunststoffen eerste bevestigingshulpstukken kan daardoor relatief duur aluminium bespaard worden.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste bevestigingshulpstukken en de genoemde stijIprofielen

BE2016/5377 ingericht om de eerste bevestigingshulpstukken te kunnen vastklikken aan een genoemd stijlprofiel in een richting haaks op het vlak van het betreffende paneel, waarbij de eerste bevestigingshulpstukken en de eerste glaslatten ingericht zijn om de eerste glaslatten te kunnen vastklikken aan de eerste bevestigingshulpstukken in een richting parallel met het vlak van het betreffende paneel.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste bevestigingshulpstukken profielen die zieh over slechts een gedeelte van de lengte van de eerste glaslatten uitstrekken.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste glaslatten elk door minimaal twee, op een afstand van elkaar geplaatste, eerste bevestigingshulpstukken aan een stijlprofiel bevestigd.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de één of meer genoemde stijIprofielen en de eerste glaslatten zo ingericht dat de eerste glaslatten, aan hun van het betreffende paneel afgekeerde zijde, tegen het stijlprofiel rüsten.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de één of meer panelen vastgezet door middel van tweede glaslatten die bevestigd zijn aan een genoemd regelprofiel· door middel van tweede bevestigingshulpstukken, bevestigingshulpstukken en de één regelprofielen ingericht zijn waarbij de tweede of meer genoemde om de tweede

BE2016/5377 bevestigingshulpstukken aan een genoemd regelprofiel te kunnen bevestigen, waarbij de tweede bevestigingshulpstukken en de tweede glaslatten ingericht zijn om de tweede glaslatten aan de tweede bevestigingshulpstukken te kunnen vastklikken.

De voordelen genoemd in verband met de eerste glaslatten en de stijlprofielen zijn hierdoor ook van toepassing op de regelprofielen en de tweede glaslatten.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een gordijngevel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

figuur 1 schematisch en aanzicht van de buitenzijde een gordijngevel volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 een doorsnede weergeven van de gordijngevel van figuur 1 volgens lijn II-II, waarbij voor de duidelijkheid in beide figuren onderdelen zijn weggelaten;

figuur 4 een doorsnede weergeeft van de gordijngevel van figuur 1 volgens lijn IV-IV;

figuur 5 een doorsnede weergeeft van de gordijngevel van figuur 1 volgens lijn V-V;

figuur 6 een onderdeel weergeeft van de gordijngevel van figuur 1 en een stap weergeeft in de vervaardigingsprocedure van de gordijngevel van figuur

1;

BE2016/5377 figuur 7 het resultaat van de stap van figuur 7 weergeeft in een aanzicht volgens F7 ;

figuur 8 een onderdeei weergeeft van de gordijngevel van figuur 1 en een stap weergeeft in de vervaardigingsprocedure van de gordijngevel van figuur

1;

figuren 9 en 10 in perspectief onderdelen weergeven van de gordijngevel van figuur 1;

figuur 11 in perspectief een volgende stap weergeeft in de vervaardigingsprocedure van de gordijngevel van figuur 1;

figuur 12 in doorsnede analoog aan figuur 5 een volgende stap weergeeft in de vervaardigingsprocedure van de gordijngevel van figuur 1;

figuren 13 en 14 in zijaanzicht, respectievelijk bovenaanzicht, een volgende stap weergeven in de vervaardigingsprocedure van de gordijngevel van figuur 1, en figuren 15 en 16 in zijaanzicht, respectievelijk bovenaanzicht, een volgende stap weergeven in de vervaardigingsprocedure van de gordijngevel van figuur

1.

De in figuren 1 tot 5 weergegeven gordijngevel 1 bestaat uit een structuur van verticale stijlen 2, waartussen horizontale regels 3 zijn bevestigd. In de door de stijlen 2 en regels 3 gevormde openingen zijn panelen geplaatst, in dit voorbeeld, maar niet noodzakelijk, glaspanelen 4.

BE2016/5377

De stijlen 2 worden gevormd door stijIprofielen 5 met een breedte Bl van 56 mm. De stijIprofielen 5 zijn afzonderiijk in doorsnede weergegeven in figuur 6.

De stijIprofielen 5 bestaan uit vier deelprofielen, te weten een aluminium kokerprofiel 6 aan de binnenzijde, een aluminium buîtenprofiel 7 en twee kunststoffen isolatieprofielen 8. Deze vier deelprofielen 6, 7, 8 zijn stevig aan elkaar bevestigd door middel van inrollen, dat wil zeggen machinale vervorming van lippen aan de aluminium deelprofielen 6, 7 om de kunststofprofielen 8 in te klemmen.

De stijIprofielen 5 hebben aan beide zijkanten een zijdelingse groef te weten een diepe zijdelingse groef 9 aan een zijkant, in figuren 2 en 3 aan de rechterzijkant, en een ondiepe groef 10 aan de andere zijkant. De diepe zijdelingse groef 9 heeft een diepte DI van 28 mm, en de ondiepe zijdelingse groef 9 heeft een diepte D2 van 14 mm.

De toegangsopening 12 van de zijdelingse groeven 9, 10 heeft een horizontale afmeting Al van 54 mm. De maximale horizontale afmeting A2 van de zijdelingse groeven 9, 10 is circa 76 mm.

In de beide zijdelingse groeven 9, 10 is een smalle tweede groef 13 aangebracht.

De regels 3 worden hoofdzakelijk gevormd door regelprofielen 14 waarop een aluminium glaslïjst 15 bevestigd is. De regelprofielen 14 zijn afzonderiijk in doorsnede weergegeven in figuur 8.

BE2016/5377

De regelprofielen 14 zijn Z-vormige profielen, met een eerste verticaal been 16 aan de binnenzijde, een tweede verticaal been 17 aan de buitenzijde en een horizontaal tussenstuk 18 tussen beide benen 16, 17.

De regelprofielen 14 hebben een totale hoogte Hl van 56 mm, en een horizontale afmeting A3 van 64 mm.

Het is belangrijk om op te merken dat in een schuine richting, ongeveer 60° afwijkend van de horizontale richting, de regelprofielen 14 een veel kleinere afmeting A4 hebben van circa 34 mm, zoals aangegeven in figuur 8.

De regelprofielen 15 bestaan uit drie deelprofielen, te weten een binnenste, aluminium, deelprofiel 19, een gedeelte waarvan het eerste been 16 vormt, een buitenste, aluminium deelprofiel 20, een gedeelte waarvan het tweede been 17 vormt en een kunststoffen isolatieprofiel 22. Deze drie deelprofielen 19, 20, 22 zijn stevig aan elkaar bevestigd door middel van inrollen, dat wil zeggen machinale vervorming van lippen aan de aluminium deelprof ielen 19, 20 om de kunststofprof ielen 22 in te klemmen.

De binnenste en buitenste deelprofielen 19, 20 zijn elk voorzien van een interne kamer 23.

Zoals vooral duidelijk is uit figuur 5 zijn de glasiijsten 15 op een kleine afstand vanaf de stijlprofielen 5 voorzien van afvoeropeningen 24 voor water. Dergelijke af voeropeningen 24 kunnen aanvullend ook op één of meer

BE2016/5377 andere plaatsten in de glaslijsten 15 aangebracht zijn. Dit is afhankelijk van de lengte van de regels 3.

De regelprofielen 14 zijn aan de stijIprofielen 5 bevestigd doordat delen van de regelprofielen 14, en dan met name de eerste en tweede benen 16, 17, in uitsparingen 25 liggen in wanden 26 van de zijdelingse groeven 9, 10 van de stijIprofielen 5 liggen en verticaal ondersteund worden door de onderrand 27 van deze uitsparingen 25.

Later zal worden uitgelegd hoe dit bereikt wordt.

Aan de uiteinden van de regelprofielen 14 zijn dichtingsstukken 28, 29 voorzien, gemaakt van rubber met een Shore hardheid van 75. Deze dicht ingsstukken 28, 29 passen precies in de zijdelingse groeven 9, 10 van de stijIprofielen 5 en sluiten deze groeven 9, 10 in verticale richting af.

Details van deze dichtingsstukken 28, 29 en de wijze waarop zij aan de regelprofielen 14 worden bevestigd zullen later besproken worden.

Om de bevestiging van de regelprof ielen 14 aan de stijIprofielen 5 te borgen, zijn de regelprofielen 14 aan de binnenzijde van het tweede been 17 voorzien van een ondersneden groef 30. In deze ondersneden groef 30 is een staaf, in dit voorbeeld een aluminium latje 32, aangebracht, waarbij het latje 32 met een uiteinde buiten de ondersneden groef 30 steekt, waarbij dit uiteinde zieh in een tweede groef 13 van de stij Iprof ielen 5 bevindt en werkt als een vergrendeling.

BE2016/5377

De zijranden 33 van de glaspanelen 4 zijn in de zijdelingse groeven 9,10 van de stijIprofielen 5 bevestigd door klemming tussen het buitenprofiel 7 van de stijIprofielen 5 en verticale glaslatten 34. Hierbij zijn tussen het buitenprofiel 7 en de glaspanelen 4, en tussen de verticale glaslatten 34 en de glaspanelen, rubberen dichtingen 35 aangebracht.

De verticale glaslatten 34 zijn aan de stijiprofielen 5 bevestigd door middel van eerste bevestigingshulpstukken 36, die in twee Varianten gebruikt worden, namelijk een eerste variant 36A voor gebruik in de diepe zijdelingse groef 9 en een tweede variant 36B voor gebruik in de ondiepe zijdelingse groef 10.

Deze eerste bevestigingshulpstukken 36 zijn PVC-profielen met een profiellengte van circa 3 cm. Zij zijn op een afstand van circa 60 cm van elkaar vastgeklikt aan de stijlprofielen 5 en de verticale glaslatten 34 op hun beurt zijn. weer vastgeklikt aan de eerste bevestigingshulpstukken 36.

De onderrand 39 van de glaspanelen 4 wordt ondersteund door glassteunen 40 die, vlakbij de stijlprofielen 5, aan het eerste been 16 van de regelprof ielen 14 bevestigd zijn, zoals vooral te zien is in figuur 5,

De onderrand 39 van de glaspanelen 4 wordt ingekiemd tussen de glaslijst 15 en een horizontale glaslat 42. Hierbij zijn tussen de glaslijst 15 en de glaspanelen 4, en tussen de

BE2016/5377 horizontale glaslatten 42 en de glaspanelen 4 rubberen dichtingen 35 aangebracht, zoals vooral te zien is in figuur 4.

De horizontale glaslatten 42 zijn aan het regelprofiel 14 bevestigd door middel van tweede bevestigingshulpstukken 43.

Deze tweede bevestigingshulpstukken 43 zijn PVC-profielen met een profiellengte van circa 3 cm. Zij zijn op circa 60 cm van elkaar bevestigd aan de regelprof ielen 14 en de horizontale glaslatten 42 zijn vastgeklikt aan de tweede bevestigingshulpstukken 43.

De bovenrand 44 van de glaspanelen 4 wordt ingeklemd tussen de glaslijst 15 en een andere horizontale glaslat 45 die voorzien is van een rubberen dichting 35 en die direct op het regelprofiel 14 geklikt is.

Opgemerkt wordt dat in sommige figuren onderdelen zijn weggelaten om andere onderdelen beter zichtbaar te maken. Dit betreft vooral figuren 2 en 3, waarbij in figuur 2 hoofdzakelijk de dichtingsstukken 28, 29 en de uiteinden van de regelprof ielen 14 2ijn weggelaten en in figuur 3 hoofdzakelijk de glaspanelen 4, de verticale glaslatten 34 en de eerste bevestigingshulpstukken 36 voor de verticale glaslatten 34 zijn weggelaten.

De vervaardiging en opbouw van de bovenbeschreven gordijngevel 1 gebeurt als volgt.

BE2016/5377

Eerst worden de stijIprofielen 5 en regelprofielen 14 voorbereid. De stijIprofielen worden, op de posities waar regelprofielen 14 moeten komen, voorzien van uitsparingen 25, met name in de wanden 26 die de toegangsopening 12 definîëren van de zijdelingse groeven 9, 10. Dat is weergegeven door middel van arceringen in figuur 6, die aangeven waar er materiaal van de stij Iprof ielen 5 wordt verwijderd, bijvoorbeeld door wegfrezen. Het verkregen resuitaat wordt getoond in figuur 7.

De regelprofielen 14 worden ook voorbereid. Aan hun uiteinden wordt over een lengte van 11 mm een deel van het regelprofiel 11 weggefreesd. Dit deel is aangegeven in figuur 8 met arceringen.

Deze stappen worden normaal gesproken, maar niet noodzakelijk, geautomatiseerd en in een gespecialiseerde werkplaats uitgevoerd alvorens de profielen 5,14 naar de locatie vervoerd worden waar de gordijngevel 1 moet worden opgebouwd.

Vervolgens worden de benodigde glassteunen 40 en tweede bevestigingshulpstukken 43 in een daartoe voorziene groef in het eerste been 16 aangebracht.

Vervolgens worden op de uiteinden dichtingsstukken 28, 29 geschoven. Deze zijn weergegeven in figuren 9 en 10, en bestaan in twee Varianten, te weten een eerste variant 28, weergegeven in figuur 9, om te plaatsen op het uiteinde van een regelprofiel 14 dat bedoeld is om in de ondiepe zijdelingse groef 10 van de stijIprofielen 5 bevestigd te worden en een tweede variant 29, weergegeven in figuur 10, om te plaatsen op het uiteinde van een regelprofiel 14 dat bedoeld is om in de diepe zijdelingse groef 9 van de stijlprofielen 5 bevestigd te worden.

BE2016/5377

De dichtingsstukken 28, 29 hebben beide een bovenoppervlak 46 gevormd uit vlakken die schuin aflopen naar een laagste punt 47. Ook hebben beide dichtingsstukken 28, 29 een uitsparing 48 voor het ontvangen van de uiteinden van de regelprofielen 14, met twee nokken 49, met overeenkomende posities en formater ten opzichte van de kamers 23 in de regelprofielen 14.

Deze uitsparingen 48 lopen dichtingsstukken 28, 29.

regelprofielen 14, dat wil figuren 9 en 10, zijn volledig niet volledig doorheen De wanden haaks op zeggen de achterwanden dicht.

de de in

In bovenaanzicht hebben de dichtingsstukken 28, 29 zodanige afmetingen dat zij precies passen in de zijdelingse groeven 9, 10 .

Beide dichtingsstukken 28, 29 zijn ook voorzien van luchtkamers 50, waarbij ter plaatste van de luchtkamers 50 de buitenwand relatief dun is zodat de luchtkamers 50 vervormbaar zijn.

De dichtingsstukken 28 volgens de eerste variant worden vast bevestigd op de regelprofielen 14, bijvoorbeeld door middel van lijm. De dichtingsstukken 29 volgens de tweede

BE2016/5377 variant worden alleen op de regelprofielen 14 geschoven en verder niet vastgemaakt aan de regelprofielen 14.

Vervolgens wordt aan beide uiteinden van de regelprofielen 14 een eerder genoemd aluminium latje 32 in de ondersneden groef 30 van het tweede been 17 geschoven.

Vervolgens worden de stijlprofielen 5 gemonteerd op hun gewenste positie.

Hierna worden de regelprofielen 14, in een oriëntatie waarin zij over circa 60° rond hun lengteas geroteerd zijn en waarin zij niet horizontaal zijn, in het vlak gedefinieerd door de stijlprofielen 14 gehouden, zoals getoond in figuur 11.

De regelprofielen 14 worden nu naar een horizontale oriëntatie gebracht, zoals aangeven met pijl P, waarbij de uiteinden in de zijdelingse groeven 9, 10 van de stijlprofielen 5 gebracht worden. Dankzij de rond hun profielrichting geroteerde toestand van de regelprofielen 14 passen deze uiteinden zonder probiemen door de toegangsopeningen 12 van deze zijdelingse groeven 9, 10.

Vervolgens worden de regelprofielen 14 neerwaarts bewogen, totdat zij zieh op hun gewenste positie, dat wil zeggen ter plaatse van de uitsparingen 25 in de stijlprofielen 5, bevinden. Dan worden de regelprofielen 14 geroteerd zoals aangegeven met pijl Q. De situatie zoals weergegeven in figuur 12 wordt nu bereikt.

BE2016/5377

De regelprofielen 14 moeten nog verder geroteerd worden vanaf de situatie zoals weergegeven in figuur 12. Omdat dit relatief veel kracht vereist, wordt hier bij voorkeur een gereedschap 52 gebruikt. Dit is een gereedschap 52 met een kop 53 die een deels complementaire vorm heeft aan het regelprofiel 14 en een aan de kop 53 bevestigde hefboom 54. De hefboom 54 van het gereedschap 52 wordt bewogen in de richting van pijl Q totdat het regelprofiel 14 in de eindoriëntatie, zoals in figuren 4 en 5, in de uitsparingen 25 gepositioneerd is.

De dichtingsstukken 28, 29, met name de luchtkamers 50 hiervan, vervormen aanzienlijk tijdens deze handeling, maar nemen hun oorspronkelijke vorm weer aan wanneer het regelprofiel 14 zieh in de eindoriëntatie bevindt. De dichtingsstukken 28, 29 sluiten hierbij de zijdelingse groeven 9, 10 in verticale richting geheel af.

Vervolgens worden de glaslijsten 15 aangebracht en worden de glassteunen 40 op hun gewenste plaats, dat wil zeggen ongeveer 20 mm vanaf de stijlprofielen 5, geschoven, worden tweede bevestigingshulpstukken 43 verschoven tot zij verspreid zijn over de lengte van de regelprof ielen 14 en worden de eerste bevestigingshulpstukken 36 voor de verticale glaslatten 34 op hun plaats geklikt, zoals schematisch weergegeven in figuren 13 en 14.

De glaslijsten worden reeds voorzien van rubber dichtingen 35 en op de glassteunen worden neopreenblokjes 55 gelijmd.

BE2016/5377

De latjes 32 in de ondersneden groeven worden naar buiten geschoven totdat zij met een uiteinde in de tweede groef steken 13. Zij worden dan vastgezet in die positie, bijvoorbeeld door een beetje lijm of door een schroefje. De regelprof ielen 14 kunnen nu niet meer loskomen van de stijlprofielen 5.

De opgebouwde constructie kan nu voorzien worden van glaspanelen 4.

Eerst wordt er hiertoe een houten blok 56 met een uitsparing voor het eerste been 16 tijdelijk over het eerste been 16 geplaatst. Hierop wordt een glaspaneel 4 in een schuine oriëntatie geplaatst. Dat is geïllustreerd in figuren 15 en 16. De zijrand 33 van het glaspaneel 4 die in de diepe zijdelingse groef 9 komt wordt nu in deze zijdelingse groef 9 geschoven, zoals aangeduid met pijl R.

Vervolgens wordt de andere zijrand 33 längs het tegenovergelegen stijlprofiel 5 geschoven, zoals aangeduid met pijl S.

Vervolgens wordt het glaspaneel 4 gecentreerd zodat het circa 10 mm in beide zijdelingse groeven 9, 10 steekt en wordt het neergelaten op de neopreenblokjes 55, Het houten blok 56 kan nu verwijderd worden.

Vervolgens kunnen de 34, 42, 45 en hun glaslatten 34, 42, geklikt worden. Bij horizontale en de verticale dichtingen 35 aangebracht 45 kunnen simpelweg op de bovenste horizontale glaslatten worden. De hun plaats glaslat 45

BE2016/5377 gebeurt dit rechtstreeks op het regelprofiel 14, De onderste horizontale glaslat 42 wordt aan de tweede bevestigingshulpstukken 43 vastgeklikt en via deze aan het regelprofiel 14. De verticale glaslatten 34 worden aan de eerste bevestigingshulpstukken 36 vastgeklikt en via deze aan het stijlprofiel 4,

Nu wordt de uiteindelijke gordijngevel 1, zoals weergeven in figuren 1 tot 5, verkregen.

Opgemerkt wordt dat, buiten het gedeelte waar de glassteunen 40 bevestigd zijn en dat vlak naast de stijlprofielen 5 ligt, de regelprofielen 14 geen dragende functie hebben voor de glaspanelen 4.

Indien er water längs de horizontale dichtingen 35 aan de buitenzijde raakt, wordt dit water via de afvoeropeningen 24 in de glaslijsten 15 weer naar buiten geleid. Indien er water via de verticale dichtingen 35 in de zijdelingse groeven 9, 10 raakt, wordt dit via de bovenoppervlakken 46 van de dichtingsstukken afgeleid naar de regelprüfielen 14, en van daar via de afvoeropeningen 24 in de glaslijsten 15 wederom naar buiten.

Indien er door wind of andere oorzaken lichte vervormingen zouden optreden aan de gordijngevel 1, kunnen de regelprofielen 14 enkele millimeters schuiven in de dichtingsstukken 29 volgens de tweede variant, waardoor er minder spanning op de gordijngevel 1 komt. Ook kunnen bewegingen en vervorming worden opgenomen door de rubberen

BE2016/5377 dichtingsstukken zonder de waterdichtheid van de gordijngevel in gevaar te brengen.

Hoewel de opbouwwerkwijze bovenstaand beschreven is vanaf de binnenzijde, kan dit ook vanaf de buitenzijde gebeuren, hoewel een opbouw vanaf de binnenzijde meestal voordelen heeft.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een gordijngevel volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen en op verschillende wijzen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies, te treden.

BE2016/5377

Claims

Conclusies.

1. - Gordijngevel (1) die één of meer stijiprofielen (5) en één of meer regelprof ielen (14) omvat, waarbij de één of meer stijIprofielen (5) zieh verticaal uitstrekken, waarbij de één of meer regelprofielen (14) horizontaal tussen twee stijIprofielen (5) zijn bevestigd, waarbij, op de bevestigingspunten van de regelprofielen (14) aan de stijIprofielen (5), een barrière (28, 29) aangebracht is voor water, waarbij de barrière (28, 29) is ingericht om dit water af te leiden naar een genoemd regelprofiel (4), waarbij de regelprofielen ingericht zijn om dit water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel (1).
2. - Gordijngevel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de regelprof ielen (14) ingericht zijn om het genoemde water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel (1) doordat de regelprofielen (14), of aan de regelprofielen (14) bevestigde andere profielen (15), voorzien zijn van afvoeropeningen (24) voor water, waarbij deze afvoeropeningen (24) zieh bevinden op een afstand van de stijIprofielen (5).
3. - Gordijngevel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de regelprofielen (14) zodanig zijn uitgevoerd dat het gedeelte (18) van de regelprofielen (14) waarheen het genoemde water wordt afgeleid, horizontaal is of schuin afloopt naar de buitenzijde.

BE2016/5377
4. - Gordijngevel volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de regelprofielen (14) een deelprofiel (19) omvatten uit één stuk, waarbij het deelprofiel (19) deel uitmaakt van het genoemde gedeelte (18) waarheen het genoemde water
5 wordt afgeleid en waarbij het deelprofiel (19) voorzien is van een opstaande rand (16) aan de binnenzijde van het genoemde gedeelte (18).

5. - Gordijngevel volgens één van de voorgaande conclusies,

10 daardoor gekenmerkt dat de barrières gevormd worden door dichtingsstukken (28, 29) van flexibele kunststof of rubber ter plaatse van de verbindingen tussen de regelprofielen (14) en de stij Iprof ielen (5), waarbij de vorm van de stijIprofielen (5) en de dichtingsstukken (28, 29) op

15 elkaar is aangepast.
6. - Gordijngevel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de dichtingsstukken (28, 29) aangebracht zijn op uiteinden van de regelprofielen (14).
7. - Gordijngevel volgens conclusies 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de dichtingsstukken ¢28, 29) voorzien zijn van een vervormbare holle kamer (50) om de plaatsing van de dichtingsstukken (28, 29) te vergemakkelijken.
8. - Gordijngevel volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de dichtingsstukken (28, 29) op en/of in de regelprofielen (14) geschoven zijn.

30
9.- Gordijngevel volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat aan elk van de twee uiteinden van de regelprofielen (14) een dichtingsstuk (28,29) voorzien

BE2016/5377 is, waarbij minimaal één, en bij voorkeur precies één, van be dichtingsstukken (29) van een regelprofiel (14) verschuifbaar is op het regelprofiel (14) om daardoor kleine bewegingen op te vangen.
10. - Gordijngevel volgens één van de conclusies 5 tot 9, daardoor gekenmerkt dat er per regelprofiel (14) precies twee dichtingsstukken (28, 29) aangebracht zijn, waarbij de beide dichtingsstukken (28, 29) niet elkaars spiegelbeeld zijn .
11. Gordijngevel volgens één van de conclusies 5 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de dichtingsstukken (28, 29) een

Shore hardheid hebben van tussen 50 en 95.
12. - Gordijngevel volgens één van de conclusies 5 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de dichtingsstukken (28, 29) voorzien zijn van twee of meer nokken (49), waarbij de regelprofielen (14) voorzien zijn van twee of meer kamers (23), waarbij de positie en het formaat van de nokken (49) en de kamers (23) op elkaar is afgestemd zodat de nokken (49) in de kamers (23) passen.
13. - Gordijngevel volgens één van de conclusies 5 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de dichtingsstukken (28, 29) een vlakke eindwand omvatten die haaks loopt op de profielrichting van de regelprofielen (14), waarbij de eindwand volledig dicht is in de profielrichting van de regelprofielen (14) en tegen een stijlprofiel (5) rust.

BE2016/5377
14. - Gordijngevel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat alle bevestigingen van de genoemde regelprofielen (14) aan de genoemde stijlprofielen (5) een dergeiijke barrière ((28, 29) omvatten.
15. ™ Gordijngevel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stijlprofielen (5) en de regelprofielen (14) samengestelde profielen zijn, die elk zijn samengesteld uit twee of meer deelprofielen (6, 7, 8,

10 19, 20, 22) waarbij de deelprofielen (6, 7, 8, 19, 20, 22) niet noodzakelijk uit hetzelfde materiaal zijn gemaakt.

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

JU£Z<3>

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

Juff.lQ

BE2016/5377

BE2016/5377

BE2016/5377

Gordijngevel.

Gordijngevel (1) die één of meer stijlprofielen (5) en één 5 of meer regelprof ielen (14) omvat, waarbij de één of meer stijlprofielen (5) zieh verticaal uitstrekken, waarbij de één of meer regelprofielen (14) horizontaal tussen twee stijlprofielen (5) zijn bevestigd, waarbij, op de bevestigingspunten van de regelprofielen (14) aan de

10 stijlprofielen (5), een barrière (28, 29) aangebracht is voor water, waarbij de barrière (28, 29) is ingericht om dit water af te leiden naar een genoemd regelprofiel (4), waarbij de regelprofielen ingericht zijn om dit water af te voeren naar de buitenzijde van de gordijngevel (1).