NL1018029C2 - Kozijncombinatie. - Google Patents

Description

Titel: Kozijncombinatie

De uitvinding heeft betrekking op een kozijncombinatie omvattend een uit geschikte profielen samengesteld kunststof kozijn voor het opnemen van beglazing en/of kozijndelen, zich langs de buitenomtrek van het kozijn bevindende bevestigingselementen en een tussenprofiel, dat tussen een 5 bevestigingselement en het kozijn is aangebracht, een gebouw voorzien van een dergelijke kozijncombinatie en een werkwijze voor het plaatsen van een kozij ncombinatie.

Een dergelijke kozijncombinatie is op zichzelf bekend. Het is gebruikelijk om bij het plaatsen van kunststof kozijnen of metalen kozijnen 10 bevestigingselementen toe te passen in de vorm van kunststof, metalen of houten spouwafdichtende profielen, welke in of over de spouw van een spouwmuur worden aangebracht rond de opening voor het kozijn, verankerd aan het bouwkundig kader. Als de spouwmuur gereed is, wordt vervolgens het kunststof of metalen kozijn in de opening geplaatst en middels een 15 tussenprofiel met de spouwafdichtende elementen verbonden. Een dergelijke kozijncombinatie is bijvoorbeeld bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.300.019. De in bij genoemde Britse octrooiaanvrage beschreven methode om kozijnen te plaatsen is geschikt voor het plaatsen van metalen kozijnen of kunststof kozijnen. De bevestigingselementen zijn 20 metalen profielen en het tussenprofiel is eveneens een metalen profiel.

Een bezwaar van de bekende techniek is, dat het lastig is om de bevestigingselementen op de juiste wijze in een muurgevormde opening aan te brengen. Dit geldt in het bijzonder voor nieuwbouw, omdat anders dan bij renovatie dan nog geen sprake is van een reeds aanwezige opening.

25 Bij de traditionele bouw, waarbij gebruik werd gemaakt van houten kozijnen werden tijdens de bouw eerst de gerede kozijn, voorzien van spouwlatten, gesteld met behulp van tijdelijk aan het kozijn vastgespijkerde latten, die als tijdelijke schoorlatten fungeerden. Vervolgens werd de te 1018029 2 construeren muur rondom het kozijn gemetseld. Daarbij werden de vastgespijkerde schoorlatten op geschikte momenten weer verwijderd. Deze traditionele manier van bouwen is zeer eenvoudig uit te voeren en vergt aan gereedschap slechts een waterpas en een hamer en spijkers.

5 Bij de toepassing van kunststof kozijnen die wegens het onderhoudsarme karakter steeds meer toepast worden, kan deze traditionele bouwwijze echter tot nu toe niet worden toegepast. In de bouwnijverheid bestaat echter wel behoefte om bij toepassing van kunststof kozijnen op een soortgelijke wijze als bij de traditionele houten kozijnen te 10 werk te kunnen gaan. De uitvinding beoogt in de geschetste behoeft te voorzien. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een kozijncombinatie van de beschreven soort daardoor gekenmerkt dat de bevestigingselementen, althans deels, bestaan uit spijkerbaar materiaal.

De spijkerbare bevestigingselementen kunnen bijvoorbeeld van 15 hout of van gerecycled kunststof zijn vervaardigd, en maken het mogelijk om een te plaatsen kozijn van niet spijkerbaar materiaal op de traditionele wijze met behulp van schoorlatten te stellen. Voorts kunnen, doordat het bevestigingselement spijkerbaar is, aan het kozijnprofïel eenvoudig extra elementen zoals een vochtkering of een hoekanker worden bevestigd.

20 Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.

Verdere details, aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding worden in het volgende besproken aan de hand van de in de tekening weergegeven figuren.

25 Fig. 1 toont schematisch een in verticale doorsnede een spouwmuurconstructie met een uitvoeringsvoorbeeld van een kozijn volgens de uitvinding ter plaatse van de onderdorpel van het kozijn;

Fig. 2 toont schematisch in verticale doorsnede een spouwmuurconstructie met een uitvoeringsvoorbeeld van een kozijn volgens 30 de uitvinding ter plaatse van de bovendorpel van het kozijn;

n4 o Π9Q

3

Fig. 3 toont schematisch in verticale doorsnede een alternatieve spouwmuurconstructie met een uitvoeringsvoorbeeld van een kozijn volgens de uitvinding ter plaatse van de bovendorpel van het kozijn;.

Fig. 4 toont schematisch in horizontale doorsnede een 5 spouwmuurconstructie met een kozijn volgens de uitvinding ter plaatse van een zijstijl;

Fig. 5 toont schematisch in perspectief een voorbeeld van een kozijn volgens de uitvinding voorzien van afdichtfolie.

Fig. 1 toont schematisch een doorsnede van een spouwmuur met een 10 uitvoeringsvoorbeeld van een kozijn volgens de uitvinding. De doorsnede is ter plaatse van de onderdorpel van het kozijn genomen. De spouwmuur omvat een binnenspouwblad en een buitenspouwblad 2b met daartussen in dit voorbeeld een spouwruimte 4. De spouwruimte 4 is deels opgevuld met isolatiemateriaal 3. Op het buitenspouwblad is een uit raamdorpel stenen 6 15 gevormde raamdorpel bevestigd met metselspecie 8. Het binnenspouwblad en een deel van de spouw zijn afgedekt met een vensterbank 7 of aftimmering of iets dergelijks.

In de spouwruimte 4 is een bevestigingselement 11 in de vorm van een spouwlat bevestigd. In dit voorbeeld is hiertoe een hoekanker 10 20 toegepast dat het bevestigingselement 11 met het binnenspouwblad 2a verbindt. Het bevestigingselement 11 vormt een spouwoverbrugging die de spouwruimte 4 afsluit. Een kier tussen het bevestigingselement 11 en het binnenspouwblad 2a is afgedicht met een spouwafdichtmiddel 9. De spouwlatten 11 aan boven- en onderzijde, en linker- en rechterzijde van het 25 kozijn vormen bij voorkeur samen een stelkozijn.

Het bevestigingselement 11 is voorzien van een tussenprofiel 12. Het tussenprofiel 12 grijpt weer aan op de omtrekszijde van het kozijn 1. Ook in niet-gemonteerde toestand van het kozijn zijn het bevestigingselement 11, het tussenprofiel 12 en het kozijn met elkaar verbonden. Bevestiging van 30 een kozijn volgens de uitvinding is eenvoudig, omdat het kozijn in één _ 1018 029 1 4 werkgang gemonteerd kan worden. Daarbij wordt het kozijn reeds van bevestigingselementen voorzien en op een ondervlak geplaatst, waarna de muur rondom het kozijn wordt gemetseld. Ook is het mogelijk om het kozijn met de bevestiging elementen tegen een reeds aanwezige binnenspouwmuur 5 te plaatsen en eventueel daaraan te bevestigen.

Bij de reeds bekende kozijnen wordt een kozijn in twee gangen geplaatst, door eerst spouwlatten te brengen in een uitsparing in een vormen muur. Later in het bouwproces, na het metselen en/of lijmen van de muren wordt het reeds bekende kunststof kozijn of metalen kozijn aan de in 10 de muur bevestigde spouwlatten bevestigd. Dit vergt een nauwkeurige montage van gespecialiseerde monteurs.

Het bevestigingselement 11 is van spijkerbaar materiaal. In het getoonde voorbeeld is dit hout, maar in het algemeen kan elk spijkerbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld gerecycled plastic of PVC gebruikt worden.

15 Hierdoor kan het kozijn ook in traditionele bouwtechnieken worden gebruikt, waar een uitsparing in de muur voor het kozijn voor vervaardiging van de muur wordt gedefinieerd door houten spouwlatten. Daarbij kunnen in de spouw desgewenst nog bevestigingsmiddelen worden toegepast, bijvoorbeeld een hoekanker is. In de fign. 1-4 is voorts een folie 5 getoond 20 dat het isolatiemateriaal beschermt aan het element 11 vastgemaakt.

Het tussenprofiel 12 is bij voorkeur uit kunststof vervaardigd, doch kan ook van metaal zijn. Het tussenprofiel is vast met het bevestigingselement 11 verbonden met een vanaf de naar het bevestigingselement gekeerde zijde van het tussenprofiel opstaand orgaan 25 121, dat zich in een uitsparing in het bevestigingselement uitstrekt. Het tussenprofiel 12 en het kozijnprofiel 13 zijn losneembaar met elkaar verbonden met een klem- en/of klikverbinding. De klem- en/of klikverbinding wordt gevormd door zich vanaf het kozijnprofiel 13 buitwaarts uitstrekkende ribbe 135 die om uitstekende delen 136 van het 30 tussenprofiel 12 grijpen. Hierdoor is het kozijn demontabel en kan dit indien mi«n?9 - 5 gewenst vervangen worden. Ter extra bevestiging kunnen door het kozijnprofiel 13 en het tussenprofïel 12 een schroef 17 in het bevestigingselement 11 geschroefd. Voorts heeft het kozijnprofiel een ribbe 137, die tegen het tussenprofïel rust en een juiste positionering bevordert.

5 Het bevestigingselement en het tussenprofïel zijn aan de naar elkaar gerichte zijden in hoofdzaak vlak, waardoor een goede afsluiting voor vochten tocht is verkregen. Tussen het kozijnprofiel 13 en het tussenprofïel 12 is enige tussenruimte die althans ter plaatse van schroeven 17 is opgevuld met opvulblokjes 16. De tussenruimte wordt tocht- en vochtdicht afgesloten 10 door een afdichtlabyrinth 134 (zoals in fig. 3 is getoond) en/of een afdichtingstrip zoals getoond bij 138, die wordt vastgehouden tussen ribben 139 of ander afdichtmateriaal zoals getoond bij 140. Daarnaast sluiten de ribben 135, 136, 137 de ruimte af.

Met de opvulblokjes 16 is voorts een beschermfolie 15 in het 15 kozijnprofiel vastgeklemd. De folie strekt zich volgens de uitvinding aan de buitenzijde over de gehele door het kozijn gedefinieerde opening uit, waardoor de kozijnopening in de muur bij plaatsing van het kozijn direkt wordt afgesloten. Bij plaatsing van glas in het kozijn, kan de folie eenvoudig worden weggesneden, bijvoorbeeld op de met pijl A aangeduide plaats, 20 waardoor het na wegsnijden om het kozijn achtergebleven folie niet of nauwelijks zichtbaar is. In de figuren is een in dit voorbeeld beweegbaar raam 14 in het kozijn geplaatst en is de folie nog niet weggesneden.

De kozijnlijst 13 heeft in dit voorbeeld een metalen kern 131 die in hol gedeelte 132 van het kunststofprofiel 1 is aangebracht, teneinde de 25 basisstabiliteit van het kozijn te verhogen.

Fig. 2 toont schematisch in doorsnede een spouwmuur met een voorbeeld van een kozijn volgens de uitvinding ter plaatse van de bovendorpel van het kozijn. De bovendorpel is gelijk aan de in fig. 1 getoonde onderdorpel. Ter ondersteuning van het buitenspouwblad is een 1018029 < 6 stalen latei 20 toegepast. Tevens is een vochtkering 21 getoond, die op niet getoonde wijze in de binnenmuur is vastgezet.

Fig. 3 toont schematisch een alternatieve situatie, waarbij een latei van gewapend metselwerk is toegepast. Het bevestingingselement 11 wordt 5 afgeschermd door een aftimmering 7, dat net als de vensterbank in fig.l de spouwruimte 4 deels afsluit. In plaats van een aftimmering kan ook pleisterwerk worden toegepast.

Fig. 4 toont volledigheidshalve nog een horizontale doorsnede ter plaatse van een zijstijl van een geplaatst kozijn volgens de uitvinding. Het 10 zijstijlprofiel komt overeen met de reeds besproken dorpelprofielen.

Fig. 5 toont schematisch in perspectief een voorbeeld van een kozijncombinatie volgens de uitvinding. Het kozijn omvat een onderdorpel 100; twee vanaf de onderdorpel 100 opstaande stijlen 101,102 en een bovendorpel 103 tegenover en op afstand van de onderdorpel 100. De 15 dorpels 101 en 103 zijn met een lasverbinding met de stijlen 101,102 verbonden. De dorpels en stijlen 100-103 zijn uitgevoerd als een kozijnprofiel volgens de uitvinding, waardoor het kozijn eenvoudig in één gang te bevestigen is. Het kozijn door de beschreven afdichting tussen de tussenprofïelen 12 en de kozijnprofielen en door de folie is tocht en 20 waterdicht. In fig. 4 is het glas nog niet geplaatst en is de door het kozijn gedefinieerde opening nog afgesloten door de folie 15. Voorts zijn de bevestigingselementen 11 getoond, die bij voorkeur gezamenlijk een stelkozijn vormen en die uit spijkerbaar materiaal zijn vervaardigd.

Fig. 6 toont een variant van het tussenprofiel en de verbinding tussen 25 het tussenprofïelen het kozijnprofiel.Het tussenprofiel 12 is aan een naar de binnenmuur gelegen uiteinde 124 voorzien van een opstaand deel 122. Het opstaand deel 122 heeft daarvan afstaande strips 123. Het opstaand deel is tussen twee opstaande delen 135 van het kozijnprofiel ingeklemd. Door de strips 123 wordt de ruimte tussen het tussenprofiel en het kozijnprofiel 30 tocht- en vochtdicht afgesloten.

f018029 ' 7

Op gemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo zou men bijvoorbeeld kunnen volstaan met bevestigingselementen 11, die slechts deels uit spijkerbaar materiaal bestaan. Ook is het denkbaar dat bijvoorbeeld uitsluitend de verticale 5 bevestigingselementen 11 geheel of deels uit spijkerbaar materiaal bestaan.

Ί n 1 q n 9 Q 4

Claims (15)

1. Kozijncombinatie in het bijzonder geschikt voor toepassing in de nieuwbouw, omvattend een uit geschikte profielen samengesteld kunststof 5 kozijn voor het opnemen van beglazing en/of kozijndelen, zich langs de buitenomtrek van het kozijn bevindende bevestigingselementen en een tussenprofiel, dat tussen een bevestigingselement en het kozijn is aangebracht, waarbij de bevestigingselementen althans deels bestaan uit spijkerbaar materiaal. 10

2. Kozijncombinatie volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het spijkerbare materiaal gerecycled kunststof omvat.

3. Kozijncombinatie volgens conclusie 1, waarin het spijkerbaar 15 materiaal hout is.

4. Kozijncombinatie volgens conclusies 1, 2 of 3 waarin het tussenprofiel en het bevestigingselement aan naar elkaar gerichte zijden in hoofdzaak vlak zijn. 20

5. Kozijncombinatie volgens conclusie 3, waarin het tussenprofiel en het bevestigingselement met elkaar zijn verbonden door tenminste een zich van de naar het bevestigingselement gerichte zijde van het tussenprofiel buitenwaarts uittrekblad orgaan, dat in een uitsparing in het 25 bevestigingselement reikt.

6. Kozijncombinatie volgens één der voorgaande conclusies, waarin het tussenprofiel en de kozijnlijst met een losneembare verbinding met elkaar zijn verbonden. 30 i fH O flOQ

7. Kozijncombinatie volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de losneembare verbinding een klem- en/of klikverbinding omvat.

8. Kozijncombinatie volgens één der voorgaande conclusies, waarin 5 een verbinding tussen het tussenprofiel en het kozijnprofiel ten minste een tochtwerend element omvat.

9. Kozijncombinatie volgens conclusies 7 en 8, waarin ten minste een van de tochtwerende elementen wordt gevormd door ten minste een van de 10 klik- en/of klemverbindingen.

10. Kozijncombinatie volgens één der voorgaande conclusies, tevens omvattend ten minste één uitvulblokje tussen het tussenprofiel en het kozijnprofiel. 15

11. Kozijncombinatie volgens één der voorgaande conclusie, tevens omvattend: een afdichtfolie die tussen het tussenprofiel en de kozijnlijst geklemd is en die zich aan de buitenzijde van het kozijn over het kozijn uitstrekt. 20

12. Kozijncombinatie volgens conclusies 10 en 11, waarin het afdichtfolie tegen de kozijnlijst wordt geklemd door de uitvulblokjes.

13. Gebouw voorzien van ten minste één kozijncombinatie volgens één 25 der conclusies 1 t/m 12.

14. Werkwijze voor het plaatsen van een kunststof kozijn, gekenmerkt door het rond het kozijn met behulp van een tussenprofiel bevestigen van spouwlatten van spijkerbaar materiaal het vervolgens op traditionele wijze λ r\ a o n o o fc met behulp van voorlopig vastgespijkerde schoorlatten stellen van het kozijn, en het vervolgens opmetselen van een muur rond het kozijn.

15. Werkwijze volgens conclusie 14 met het kenmerk dat een 5 tevoren aan de buitenzijde met folie afgedicht kozijn wordt gebruikt en dat de folie juist voor het beglazen van het kozijn wordt verwijderd. 4 n 1 q n 0 Q