BE1024265A1 - Scherminrichting - Google Patents

Scherminrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1024265A1
BE1024265A1 BE20165418A BE201605418A BE1024265A1 BE 1024265 A1 BE1024265 A1 BE 1024265A1 BE 20165418 A BE20165418 A BE 20165418A BE 201605418 A BE201605418 A BE 201605418A BE 1024265 A1 BE1024265 A1 BE 1024265A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
guide
mounting
spring
leg
Prior art date
Application number
BE20165418A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024265B1 (nl
Inventor
Frene Joost Benjamin Renaat De
Maxim Gustave Solomaniuck
Jonas Willem Maertens
John Peter Meinster
Steven Rita André Vanhoutte
Koen Verfaillie
Original Assignee
Renson Sunprotection Screens Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprotection Screens Nv filed Critical Renson Sunprotection Screens Nv
Priority to BE2016/5418A priority Critical patent/BE1024265B1/nl
Priority to EP17700877.8A priority patent/EP3271540B1/en
Priority to PCT/IB2017/050084 priority patent/WO2017212346A1/en
Publication of BE1024265A1 publication Critical patent/BE1024265A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024265B1 publication Critical patent/BE1024265B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • E06B9/581Means to prevent or induce disengagement of shutter from side rails
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • E06B2009/587Mounting of guiding devices to supporting structure
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
  • Overhead Projectors And Projection Screens (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) met een scherm (2), een schermgeleider (3) die in zijn lengterichting een holte (6) omvat voor het opnemen van een laterale zijde van het scherm (2), een zijgeleider (4) die aan de genoemde laterale zijde is opgesteld en minstens één bladveer (5) die minstens gedeeltelijk tussen de zijgeleider (4) en de schermgeleider (3) is aangebracht om het scherm (2) op te spannen, waarbij deze veer (5) een eerste bevestigingslip (8) omvat en een tweede bevestigingslip (9) omvat, waarbij de schermgeleider (3) een bevestigingsholte (15) omvat voor het opnemen van de eerste bevestigingslip (8) en waarbij de zijgeleider (4) een bevestigingsholte (18) omvat voor het opnemen van de tweede bevestigingslip (9).

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(71) Aanvrager(s) :
RENSON SUNPROTECTION SCREENS NV
8790, WAREGEM
België (72) Uitvinder(s) :
DE FRENE Joost Benjamin Renaat
8790 WAREGEM
België
SOLOMANIUCK Maxim Gustave
9000 GENT
België
MAERTENS Jonas Willem
9000 GENT
België
MEINSTER John Peter 9050 GENTBRUGGE België
VANHOUTTE Steven Rita André
8540 DEERLIJK
België
VERFAILLIE Koen 8800 RUMBEKE België (54) Scherminrichting (57) Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) met een scherm (2), een schermgeleider (3) die in zijn lengterichting een holte (6) omvat voor het opnemen van een laterale zijde van het scherm (2), een zijgeleider (4) die aan de genoemde laterale zijde is opgesteld en minstens één bladveer (5) die minstens gedeeltelijk tussen de zijgeleider (4) en de schermgeleider (3) is aangebracht om het scherm (2) op te spannen, waarbij deze veer (5) een eerste bevestigingslip (8) omvat en een tweede bevestigingslip (9) omvat, waarbij de schermgeleider (3) een bevestigingsholte (15) omvat voor het opnemen van de eerste bevestigingslip (8) en waarbij de zijgeleider (4) een bevestigingsholte (18) omvat voor het opnemen van de tweede bevestigingslip (9).
Figure BE1024265A1_D0001
Fig- 7
BE2016/5418
SCHERMINRICHTING
Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende een scherm, een schermgeleider die in zijn lengterichting een holte omvat voor het opnemen van een laterale zijde van het scherm, een zij geleider die aan de genoemde laterale zijde is opgesteld en minstens één bladveer die minstens gedeeltelijk tussen de zijgeleider en de schermgeleider is aangebracht om het scherm op te spannen.
Een dergelijke scherminrichting wordt meestal gebruikt om een deur- of raamopening af te schermen of een terras te overkappen. Het scherm van een dergelijke scherminrichting kan hierbij op- en afrolbaar zijn op een schermrol, maar kan ook vast opgesteld zijn.
De laterale zij den van een dergelijk scherm worden gevat in een dergelijke schermgeleider om bijvoorbeeld windbelastingen op te kunnen vangen, zonder dat het scherm heen en weer kan slaan, gaat klapperen, enz. Deze kunnen bijvoorbeeld in een dergelijke schermgeleider gevat worden door de laterale zij den te voorzien van een verdikking, die in de genoemde holte wordt opgenomen. Een dergelijke verdikking kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden als een halve ritssluiting.
Deze schermgeleider wordt bij voorkeur met één of meerdere veren opgespannen ten opzichte van de zijgeleider, zodat het scherm mooi vlak blijft hangen en belastingen op het scherm worden opgevangen zonder dat dit scherm gaat scheuren. Elastisch materiaal of veren oefenen hierbij op de schermgeleider een veerkracht uit die de schermgeleider weg van het scherm drijfit. De zijgeleider is hierbij typisch vast opgesteld.
Bij veel klassieke scherminrichtingen is hiertoe tussen een schermgeleider en een zijgeleider waarin deze schermgeleider is aangebracht, elastisch materiaal voorzien om de schermgeleider ten opzichte van de zijgeleider op te spannen. Dit elastisch materiaal is echter minder duurzaam gezien dit onder invloed van temperatuur en in de tijd veranderingen ondergaat.
BE2016/5418
Als alternatief voor dergelijk elastisch materiaal kunnen spiraalveren gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld beschreven in JP 2003013680 of JP 10212878. Dergelijke spiraalveren zijn echter minder eenvoudig te monteren en met de beschreven oplossingen kunnen schermgeleiders niet zo compact uitgevoerd worden als met de gekende elastische materialen.
Er zijn verschillende scherminrichtingen gekend waarbij bladveren gebruikt worden om de schermgeleider ten opzichte van de zijgeleider op te spannen. Dergelijke scherminrichtingen zijn bijvoorbeeld beschreven in EP 2 157 275 A2 en DE 10 2011 118 859 Al. Deze oplossingen hebben echter het nadeel dat de bladveren zorgen voor verhoogde slijtage van de geleiders en voor lawaai.
Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een schermgeleider waarmee de bovengenoemde Problemen beperkt worden.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting omvattende een scherm, een schermgeleider die in zijn lengterichting een holte omvat voor het opnemen van een laterale zijde van het scherm, een zijgeleider die aan de genoemde laterale zijde is opgesteld en minstens één bladveer die minstens gedeeltelijk tussen de zijgeleider en de schermgeleider is aangebracht om het scherm op te spannen waarbij de veer in gemonteerde toestand bevestigd is aan de schermgeleider en bevestigd is aan de zijgeleider.
Door de veer te bevestigen aan de geleiders, kan een dergelijke bladveer - zelfs in uitvoeringsvormen waarbij deze bevestiging nog een zekere vrijheidsgraad toelaat minder bewegen ten opzichte van deze geleiders dan bij de gekende oplossingen, zodat bij hierop inwerkende belastingen minder lawaai wordt veroorzaakt en de geleiders minder onderhevig zijn aan slijtage. Gezien de veerkracht van de veer de schermgeleider ten opzichte van de zijgeleider afveert en weg van het scherm drijft zal de veerkracht een eventuele vrijheidsgraad in gemonteerde toestand van de scherminrichting namelijk inperken. Er treedt minder wrijving op tussen de bladveer
BE2016/5418 en de geleiders en doordat de beweging van de bladveer ten opzichte van de geleiders beperkt is, wordt ook lawaai beperkt.
Het is bijvoorbeeld al voldoende om bij een bladveer zoals beschreven in EP 2 157 275 A2 en DE 10 2011 118 859 Al de vrije uiteinden van de verende benen aan de zijgeleider te bevestigen om een merkelijke verbetering te bekomen naar slijtage en lawaai toe.
Een scherminrichting volgens deze uitvinding is bij voorkeur aan weerszijden van het scherm voorzien van genoemde geleiders met genoemde bladveren om de schermgeleiders ten opzichte van de zij geleiders af te veren.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de bladveer een eerste bevestigingslip, waarbij de schermgeleider een bevestigingsholte omvat voor het opnemen van de eerste bevestigingslip.
Door de bladveer nu met behulp van een dergelijke bevestigingslip te bevestigen aan de schermgeleider, door opnemen van de bevestigingslip in een bevestigingsholte, zal deze bevestiging nog een zekere vrijheid van de bladveer ten opzichte van de schermgeleider toelaten, maar, kan deze bladveer in gemonteerde toestand toch onvoldoende bewegen ten opzichte van deze geleiders om lawaaihinder te veroorzaken of slijtage in de hand te werken.
De bevestigingsholte van de schermgeleider omvat bij voorkeur een toegangsopening, die aan een zijde van de schermgeleider weg van het scherm is voorzien, waardoorheen de bladveer zieh in gemonteerde toestand uitstrekt. Op deze manier kan de bladveer aan de zijde van de schermgeleider bevestigd worden, weg van de zijde waarin de holte uitmondt waarin de laterale zijde van het scherm is gevat. Zo is het eenvoudig mogeiijk om de schermgeleider op een compacte manier uit te werken.
BE2016/5418
Een genoemde toegangsopening tot de bevestigingsholte van de schermgeleider wordt bij voorkeur minstens gedeeltelijk begrensd door een schouder, waarachter de eerste bevestigingslip aangrijpt wanneer deze in de corresponderende bevestigingsholte is opgenomen.
In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de veer een tweede bevestigingslip en omvat de zij geleider een bevestigingsholte voor het opnemen van de tweede bevestigingslip.
De bevestigingsholte van de zij geleider omvat bij voorkeur een toegangsopening, die aan een zijde van de zij geleider naar het scherm toe is voorzien, waardoorheen de bladveer zieh in gemonteerde toestand uitstrekt.
Het voorzien van deze toegangsopening naar het scherm toe, laat toe de bladveer zo compact mogelijk uit te voeren.
Waar de bladveer zowel met een eerste bevestigingslip aan de schermgeleider bevestigd wordt als met een tweede bevestigingslip aan de zij geleider en waar zowel de toegangsopening tot de bevestigingsholte in de schermgeleider aan de zijde weg van het scherm is voorzien, als de toegangsopening tot de bevestigingsholte in de zij geleider naar het scherm toe is voorzien, kan de bladveer bijzonder compact uitgevoerd worden.
Een genoemde toegangsopening tot de bevestigingsholte van de zij geleider wordt bij voorkeur minstens gedeeltelijk begrensd door een schouder, waarachter de tweede bevestigingslip aangrijpt wanneer deze in de corresponderende bevestigingsholte is opgenomen.
De veer van een scherminrichting volgens deze uitvinding strekt zieh bij voorkeur hoofdzakelijk tussen de schermgeleider en de zijgeleider uit. Zo is het eenvoudiger om deze bladveer compact uit te voeren. Verder kan deze veer dan eenvoudiger hoofdzakelijk aan het zieht onttrokken worden, gezien dergelijke verende elementen vaak esthetisch als störend ervaren worden.
BE2016/5418
De zij geleider van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur een rugwand en minstens één ten opzichte van deze rugwand opstaande zijwand, voor het minstens gedeeltelijk afschermen van de schermgeleider. De schermgeleider kan dan aan twee zijden afgeschermd worden met behulp van de zij geleider en aan een derde zijde eventueel door een tegen de zij geleider aanliggende constructie afgeschermd worden.
Naar eenvoud van montage toe en/of waar de zijgeleider niet tegen een aanliggende constructie geplaatst kan worden, omvat de zijgeleider bij voorkeur twee aan weerszijden van de schermgeleider ten opzichte van de rugwand opstaande zijwanden, zodat de schermgeleider aan weerszijden afgeschermd is. De zijgeleider is hierbij dan nagenoeg U-vormig uitgevoerd.
Nog meer voorkeurdragend omvat de zijgeleider verder ook aan het uiteinde van elke genoemde zijwand, weg van de rugwand, een schouder voor het verder afschermen van de schermgeleider. De zijgeleider omvat hierbij dan bij voorkeur een tiens, die zieh gedeeltelijk achter deze schouder uitstrekt. Wanneer de zijgeleider twee opstaande zijwanden met bijhorende schouder omvat, dan omvat de zijgeleider bij voorkeur twee corresponderende flenzen.
De veer van een scherminrichting volgens deze uitvinding kan meer specifiek een eerste been omvatten, dat voorzien is van een genoemde eerste bevestigingslip en een tweede been, dat voorzien is van een genoemde tweede bevestigingslip.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm kan de veer minstens één bijkomend been omvatten, dat voorzien is van een bijkomende tweede bevestigingslip, ter bevestiging van het bijkomende been aan de zijgeleider.
De zijgeleider is dan bij voorkeur voorzien van een bijkomende bevestigingsholte voor het opnemen van de bijkomende tweede bevestigingslip.
BE2016/5418
Nog in een meer specifieke uitvoeringsvorm kan de veer minstens één bijkomend been omvatten, dat voorzien is van een bijkomende eerste bevestigingslip, ter bevestiging van het bijkomende been aan de schermgeleider.
De schermgeleider is dan bij voorkeur voorzien van een bijkomende bevestigingsholte voor het opnemen van de bijkomende eerste bevestigingslip.
Naar compactheid toe is de schermgeleider echter bij voorkeur voorzien van slechts één bevestigingsholte.
Waar de zijgeleider en/of de schermgeleider slechts één bevestigingsholte omvat voor het opnemen van één of meerdere corresponderende bevestigingslippen, zijn deze bevestigingsholte en zijn toegangsopening in een richting dwars op het scherm gezien bij voorkeur ter hoogte van dit scherm opgesteid, zodat belastingen zo direct mogelijk opgevangen kunnen worden door deze bladveer.
Waar de zijgeleider en/of de schermgeleider twee bevestigingsholtes omvatten voor het opnemen van bevestigingslippen van corresponderende benen, zijn deze bevestigingsholtes en hun toegangsopeningen bij voorkeur symmetrisch ten opzichte van het scherm opgesteid, dit om op het scherm optredende belastingen zo optimaal mogelijk op te vangen.
Met een richting dwars op het scherm wordt hier een richting begrepen dwars op het vlak waarin een vast opgesteid scherm zieh hoofdzakelijk uitstrekt of dwars op het vlak waarin een oprolbaar scherm zieh in afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekt. Dit vlak kan eventueel een gebogen vlak zijn.
De benen van een veer met genoemde benen zijn in een scherminrichting volgens deze uitvinding bij voorkeur in een richting dwars op het vlak van het scherm gezien achter elkaar opgesteid.
Nog meer voorkeurdragend zijn deze benen daarbij ook op een zekere tussenafstand van elkaar opgesteid. Nog meer voorkeurdragend zijn ook de bevestigingslippen daarbij op een zekere tussenafstand van elkaar opgesteid.
BE2016/5418
Wanneer een dergelijke veer een eerste been, een tweede been en een bijkomend been met een tweede bevestigingslip omvat, dan is in een richting dwars op het vlak van het scherm gezien, het eerste been bij voorkeur tussen het tweede been en het bijkomende been opgesteld.
Omvat een dergelijke veer enkel dit eerste been, dit tweede been en dit bijkomende been met tweede bevestigingslip als benen, dan is het eerste been in een richting dwars op het vlak van het scherm gezien bij voorkeur breder uitgevoerd dan het tweede been en bij voorkeur breder uitgevoerd dan het bijkomende been. Het tweede been en het bijkomende been zijn daarbij bij voorkeur nagenoeg even breed uitgevoerd.
Wanneer een genoemde veer met achter elkaar opgestelde benen een eerste been, een tweede been en een bijkomend been met een eerste bevestigingslip omvat, dan is in een richting dwars op het vlak van het scherm gezien, het tweede been bij voorkeur tussen het eerste been en het bijkomende been opgesteld.
Omvat een degelijke veer enkel dit eerste been, dit tweede been en dit bijkomende been met eerste bevestigingslip als benen, dan is het tweede been in een richting dwars op het vlak van het scherm gezien bij voorkeur breder uitgevoerd dan het eerste been en bij voorkeur breder uitgevoerd dan het bijkomende been. Het eerste been en het bijkomende been zijn daarbij bij voorkeur nagenoeg even breed uitgevoerd.
De benen van een veer met genoemde benen zijn in een scherminrichting volgens deze uitvinding verder bij voorkeur aan hun beide uiteinden onderling verbonden, waarbij de genoemde bevestigingslippen bij voorkeur tussen de uiteinden van de respectievelijke benen zijn opgesteld.
De bevestigingslippen van een veer met genoemde bevestigingslippen zijn bij voorkeur in een richting dwars op het scherm gezien op een zelfde hoogte achter elkaar opgesteld.
BE2016/5418
Verder is een veer met een genoemde eerste bevestigingslip bij voorkeur ter hoogte van de eerste bevestigingslip zodanig verbreed uitgevoerd, dat zieh in deze verbreding tegenover de eerste bevestigingslip een bijkomende eerste bevestigingslip uitstrekt.
Bij een veer met een genoemde tweede bevestigingslip is deze veer bij voorkeur ook ter hoogte van de tweede bevestigingslip zodanig verbreed uitgevoerd, dat zieh in deze verbreding tegenover de tweede bevestigingslip een bijkomende tweede bevestigingslip uitstrekt.
Bij dergelijke veren met verbreding met eerste bevestigingslippen en/of met tweede bevestigingslippen is dan ook bij voorkeur aan weerszijden van de respectievelijke toegangsopening een schouder voor eike bevestigingslip voorzien, zodat deze bevestigingslippen moeilijker onder invloed van belastingen uit de respectievelijke bevestigingsholtes kunnen loskomen.
De veer van een scherminrichting volgens deze uitvinding is bij voorkeur uit één stuk vervaardigd.
Meer specifiek kan deze bijvoorbeeld uit één plaat geponst worden. Dit is een bijzonder eenvoudige productiemethode voor een dergelijke veer.
De veer is verder bij voorkeur symmetrisch opgebouwd.
Nog meer voorkeurdragend is deze dan symmetrisch ten opzichte van het vlak van het scherm opgesteld om optimaal belastingen op te kunnen vangen.
In een scherminrichting volgens deze uitvinding zijn verder bij voorkeur meerdere genoemde veren over de lengte van de geleiders verspreid opgesteld. Afhankelijk van de op te vangen belastingen kan het aantal veren en de tussenafstand tussen deze veren bepaald worden.
Om meerdere veren eenvoudig verspreid over de lengte van de geleiders aan te kunnen brengen strekken de genoemde bevestigingsholtes zieh bij voorkeur over de volledige lengte van de geleiders uit, dit bij voorkeur met sleufvormige
BE2016/5418 toegangsopeningen tot deze bevestigingsholtes, zodat de plaatsing van de veren naar keuze vrij gevarieerd kan worden.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in:
Figuur 1 een scherminrichting in perspectief is afgebeeld;
Figuur 2 de zijgeleider, een veer en de schermgeleider van een scherminrichting volgens deze uitvinding in perspectief zijn afgebeeld, in gedemonteerde toestand;
- Figuur 3 de zijgeleider, veer en schermgeleider uit figuur 2 in perspectief zijn afgebeeld met de schermgeleider in de zijgeleider en de veer in gedeeltelijk gemonteerde toestand;
Figuur 4 de schermgeleider uit figuur 2 in bovenaanzicht is afgebeeld;
Figuur 5 de veer uit figuur 2 in bovenaanzicht is afgebeeld;
Figuur 6 de zijgeleider uit figuur 2 in bovenaanzicht is afgebeeld;
- Figuur 7 de schermgeleider, veer en zijgeleider uit figuur 2 in gemonteerde toestand in bovenaanzicht zijn afgebeeld;
Figuur 8 de schermgeleider uit figuur 2 met enkele veren zoals de veer uit figuur 2 in perspectief is afgebeeld, gezien vanaf de zijde van het scherm; Figuur 9 de schermgeleider uit figuur 2 met enkele veren zoals de veer uit figuur 2 in perspectief is afgebeeld, gezien vanaf de zijde weg van het scherm.
BE2016/5418
De afgebeelde uitvoeringsvorm van een scherminrichting (1) volgens deze uitvinding omvat een scherm (2) dat op een gekende manier op- en afrolbaar is op een niet afgebeelde doekrol, die in de afgebeelde schermkast (25) is opgenomen.
Aan zijn laterale zijden wordt het scherm (2) tijdens de op- en afrolbeweging geleid in de schermgeleiders (3) die in de zijgeleiders (4) zijn opgenomen.
Aan de andere zijde dan de zijde waar het scherm (2) op de doekrol wordt op- en afgerold, is een onderlat (25) aan het scherm (2) bevestigd.
Om de laterale zijden van het scherm (2) te geleiden in de respectievelijke schermgeleiders (3), is elke laterale zijde in een holte (6) van de respectievelijke schermgeleider (3) opgenomen. Deze laterale zijde is hiertoe bij voorkeur verdikt uitgevoerd om niet eenvoudig uit deze holte los te komen en kan hiertoe bijvoorbeeld voorzien zijn van een halve ritssluiting. Er zijn ook heel wat alternatieven voor een dergelijke halve ritssluiting gekend, zoals bijvoorbeeld een koord die in de laterale zijrand van het scherm (2) is aangebracht, enz.
Om het scherm (2) zijdelings verend op te spannen is deze scherminrichting (1) verder voorzien van bladveren (5) waarmee elke schermgeleider (3) met de respectievelijke zijgeleider (4) is verbonden. Bij voorkeur zijn hierbij meerdere dergelijke bladveren (5) verspreid over de lengte van de schermgeleider (3) aangebracht, zoals te zien is in de figuren 8 en 9. Afhankeiijk van het type scherm (2) en de gekende beiastingen die hierop kunnen aangrijpen, kan men het aangewezen aantal bladveren (5) per schermgeleider (3) bepalen.
De afgebeelde bladveer (5) is uit één stuk vervaardigd. Dit kan bijvoorbeeld door openingen (24) te ponsen in een plaat, die bijvoorbeeld uit veerstaal kan vervaardigd zijn. Een dergelijke veer (5) zou alternatief bijvoorbeeld ook uit kunststof vervaardigd kunnen worden.
De bladveer (5) omvat 3 benen (12, 13, 14), die aan hun beide uiteinden onderling zijn verbonden met een dwarsstrook (27).
BE2016/5418
Elk been (12, 13, 14) is tussen zijn uiteinden voorzien van een respectievelijke verbreding (10, 11), zoals duidelijker te zien is in figuur 2, die telkens aan weerszijden van elk been (12, 13, 14) uitmondt in een respectievelijke bevestigingslip (8, 9), zoals duidelijker te zien is in figuur 5. Het middelste been (12) is breder uitgevoerd dan de buitenste benen (13, 14), die elk nagenoeg even breed zijn uitgevoerd.
De bladveer (5) is nagenoeg symmetrisch opgebouwd.
De schermgeleider (3) omvat aan de zijde tegenovergesteld aan de zijde waarin de genoemde holte (6) uitmondt, een bevestigingsholte (15), voor het opnemen van de verbreding (10) van het middelste been (12) van de bladveer (5). Deze bevestigingsholte (15) omvat een sleufvormige toegangsopening (16), die aan weerszijden begrensd is door een schouder (17) (zie figuur 4). In gemonteerde toestand grijpen de bevestigingslippen (8) van de verbreding (10) van het middelste been (12) achter deze schouders (17) aan en strekt het middelste been (12) zieh aan weerszijden van deze verbreding (10) doorheen de sleufvormige toegangsopening (16) uit, zoals te zien is in figuur 7. Doordat twee bevestigingslippen (8) aan weerszijden van het middelste been (12) achter een respectievelijke schouder (17) aangrijpen, kan de bladveer (5) in gemonteerde toestand moeilijk onder invloed van op het scherm (2) inwerkende belastingen terug uit de bevestigingsholte (15) loskomen.
De bevestigingsholte (15) strekt zieh over de voiledige lengte van de schermgeleider (3) uit, zodat de veren (5) op eender welke positie verspreid over de schermgeleider (3) bevestigd kunnen worden.
De schermgeleider (3) kan bijvoorbeeld via extrusie uit kunststof of aluminium vervaardigd worden.
De zij geleider (4) omvat aan de zijde naar het scherm (2) toe twee bevestigingsholtes (18), elk voor het opnemen van een respectievelijke verbreding (11) van een buitenste been (13, 14) van de bladveer (5). Deze bevestigingsholtes (18) omvatten elk een sleufvormige toegangsopening (19), die aan weerszijden begrensd is door een
BE2016/5418 schouder (20) (zie figuur 6). In gemonteerde toestand grijpen de bevestigingslippen (9) van de verbreding (11) van het respectievelijke buitenste been (13, 14) achter deze schouders (19) aan en strekt elk buitenste been (13, 14) zieh aan weerszijden van zijn verbreding (11) doorheen de respectievelijke sleufvormige toegangsopening (19) uit, zoals te zien is in figuur 7. Doordat telkens twee bevestigingslippen (9) aan weerszijden van elk buitenste been (13, 14) achter een respectievelijke schouder (19) aangrijpen, kan de bladveer (5) in gemonteerde toestand moeilijk onder invloed van op het scherm (2) inwerkende beiastingen terug uit de bevestigingsholtes (18) loskomen.
De bevestigingsholtes (18) strekken zieh over de volledige lengte van de zijgeleider (4) uit, zodat de veren (5) op eender welke positie verspreid over de zijgeleider (4) bevestigd kunnen worden.
De zijgeleider (4) kan bijvoorbeeld via extrusie uit kunststof of aluminium vervaardigd worden.
De afgebeelde zijgeleider (4) heeft een nagenoeg U-vormige dwarsdoorsnede. Deze zijgeleider (4) omvat een rugwand (23), twee aan weerszijden ten opzichte van deze rugwand (23) opstaande zijwanden (22) en twee schouders (24) die zieh aan de uiteinden van de zijwanden (22) weg van rugwand (23), naar elkaar toe uitstrekken. Op deze manier wordt een holte (28) in de zijgeleider (4) afgebakend. De genoemde bevestigingsholtes (18) van de zijgeleider (4) zijn in de rugwand (23) opgenomen en monden via hun toegangsopeningen (19) in de centrale holte (28) van de zijgeleider uit.
De afgebeelde schermgeleider (3) omvat twee flenzen (7), die aan weerszijden zijn opgesteld naast de schouders (17) die de toegangsopening (16) begrenzen.
In gemonteerde toestand is de schermgeleider (3) opgenomen in de centrale holte (28) van de zijgeleider (4), waarbij de flenzen (7) van de schermgeleider (3) achter de schouders (24) van de zijgeleider (4) zijn opgesteld, zoals te zien is in figuur 7.
De schermgeleider (3) en de zijgeleider (4) zijn hierbij onderling verbonden met behulp van de bladveren (5). Om de geieiders (3, 4) op deze manier onderling te verbinden met behulp van de bladveren (5), kunnen deze bladveren (5) via de
BE2016/5418 uiteinden van de geleiders (3, 4) tussen de geleiders (3, 4) aangebracht worden, met hun bevestigingslippen (8, 9) in de respectievelijke bevestigingsholtes (15, 18). Hiertoe worden de bladveren (5) bij voorkeur eerst via het uiteinde van de schermgeleider (3) met de bevestigingslippen (8) van het middelste been (12) in de bevestigingsholte (15) van de schermgeleider (3) aangebracht. Wanneer de nodige bladveren (5) zo op de gewenste posities aan de schermgeleider (3) zijn bevestigd, zoals te zien is in de figuren 8 en 9, kan de schermgeleider (3) daarna in de zijgeleider (4) aangebracht worden, waarbij telkens de bevestigingslippen (9) van de buitenste benen (13, 14) in de respectievelijke bevestigingsholtes (18) van de zijgeleider (4) aangebracht worden.
In gemonteerde toestand strekt elke bladveer (5) zieh hoofdzakelijk tussen de schermgeleider (3) en de zijgeleider (4) uit, zodanig dat deze in gemonteerde toestand van buitenaf aan het oog is onttrokken. Op deze manier is de bladveer (5) ook bijzonder compact uitgevoerd, waarbij deze op een optimale manier belastingen tussen de schermgeleider (3) en de zijgeleider (4) kan overbrengen.
In een richting dwars op het scherm (2) gezien, zijn de bevestigingsholte (15) in de schermgeleider (3) en zijn toegangsopening (16) ter hoogte van het scherm (2) opgesteld. De bevestigingsholtes (18) in de zijgeleider (4) zijn in deze richting gezien aan weerszijden van het scherm (2) opgesteld, dit nagenoeg symmetrisch ten opzichte van het scherm (2). Op deze manier is ook elke in deze bevestigingsholtes (15), (18) bevestigde bladveer (5) nagenoeg symmetrisch ten opzichte van het scherm (2) opgesteld. De benen (12, 13, 14) van elke bladveer (5) zijn daarbij in een richting dwars op het vlak van het scherm (2) gezien achter elkaar opgesteld, waarbij ook hun verbredingen (10, 11) achter elkaar zijn opgesteld, en dit op een tussenafstand van elkaar.
De afgebeelde bladveren (5) en hiertoe aangepaste geleiders (3, 4) zijn uiteraard slechtst illustraties van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm. Er zijn heel wat alternatieven hiervoor mogelijk. Uit de stand van de techniek zal het voor een vakman duidelijk zijn hoe heel wat Varianten van geleiders uitgewerkt zouden
BE2016/5418 kunnen worden. We geven hierna een beperkt aantal Varianten voor bladveren weer, die voor een vakman meteen ook duidelijk maken hoe nog heel wat verdere Varianten voor bladveren uitgewerkt zouden kunnen worden.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een bladveer met drie benen uit te werken, waarbij deze benen niet aan hun uiteinden onderling zijn verbonden, maar wel centraal. Aan de uiteinden van deze benen kunnen de nodige bevestigingslippen voorzien worden, die eventueei deel kunnen uitmaken van verbredingen.
In een bijzonder eenvoudige variant is het bijvoorbeeld ook mogelijk om een bladveer met één enkel been te hebben, die aan zijn ene uiteinde een eerste bevestigingslip omvat voor opname in een bevestigingsholte in de schermgeleider en aan zijn andere uiteinde een tweede bevestigingslip omvat voor opname in een bevestigingsholte in de zij geleider.
Verder is het bijvoorbeeld mogelijk om een bladveer met twee benen uit te werken die aan hun uiteinden onderling zijn verbonden, zodat ze in niet gemonteerde toestand op elkaar liggen. Tussen deze uiteinden kunnen dan verbredingen voorzien zijn, die in respectievelijke holtes van de geleiders worden aangebracht, zodat in gemonteerde toestand de benen centraal uit elkaar getrokken zijn.
Bij de verschillende Varianten van bladveren, dienen uiteraard waar nodig aanbrengholtes in de geleiders verplaatst, beperkt of toegevoegd te worden.
BE2016/5418

Claims (20)

  1. CONCLUSIES
    1. Scherminrichting ( 1 ) omvattende:
    - een scherm (2);
    - een schermgeleider (3) die in zijn lengterichting een holte (6) omvat voor het opnemen van een laterale zijde van het scherm (2);
    - een zijgeleider (4) die aan de genoemde laterale zijde is opgesteld;
    - minstens één bladveer (5) die minstens gedeeltelijk tussen de zijgeleider (4) en de schermgeleider (3) is aangebracht om het scherm (2) op te spannen;
    met het kenmerk dat de veer (5) in gemonteerde toestand bevestigd is aan de schermgeleider (3) en bevestigd is aan de zijgeleider (4).
  2. 2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de veer (5) een eerste bevestigingslip (8) omvat en dat de schermgeleider (3) een bevestigingsholte (15) omvat voor het opnemen van de eerste bevestigingslip (8).
  3. 3. Scherminrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de bevestigingsholte (15) van de schermgeleider (3) een toegangsopening (16) omvat, die aan een zijde van de schermgeleider (3) weg van het scherm (2) is voorzien, waardoorheen de bladveer (5) zieh in gemonteerde toestand uitstrekt.
  4. 4. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de toegangsopening (16) minstens gedeeltelijk begrensd wordt door een schouder (17), waar de eerste bevestigingslip (8) achter aangrijpt wanneer deze in de corresponderende bevestigingsholte (15) is opgenomen.
    BE2016/5418
  5. 5. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk de veer (5) een tweede bevestigingslip (9) omvat en dat de zijgeleider (4) een bevestigingsholte (18) omvat voor het opnemen van de tweede bevestigingslip (9).
  6. 6. Scherminrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de bevestigingsholte (18) van de zijgeleider (4) een toegangsopening (19) omvat, die aan een zijde van de zijgeleider (4) naar het scherm (2) toe is voorzien, waardoorheen de bladveer (5) zieh in gemonteerde toestand uitstrekt.
  7. 7. Scherminrichting (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de laatstgenoemde toegangsopening (19) minstens gedeeltelijk begrensd wordt door een schouder (20), waar de tweede bevestigingslip (9) achter aangrijpt wanneer deze in de corresponderende bevestigingsholte (18) is opgenomen.
  8. 8. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3 of 4 en conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de veer (5) zieh hoofdzakelijk tussen de schermgeleider (3) en de zijgeleider (4) uitstrekt.
  9. 9. Scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot 4 en één van de conclusies 5 tot 8, met het kenmerk dat de veer (5) een eerste been (12) omvat, die voorzien is van de eerste bevestigingslip (8) en een tweede been (13) omvat, die voorzien is van de tweede bevestigingslip (9).
  10. 10. Scherminrichting (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk de veer (5) minstens één bijkomend been (14) omvat, dat voorzien is van een bijkomende tweede bevestigingslip (9), ter bevestiging van het bijkomende been (14) aan de zijgeleider (4).
    BE2016/5418
  11. 11. Scherminrichting (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de zijgeleider (4) voorzien is van een bijkomende bevestigingsholte (18) voor het opnemen van de bijkomende tweede bevestigingslip (9).
  12. 12. Scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 9 tot 11, met het kenmerk dat de benen (12, 13, 14) van de veer (5) in een richting dwars op het vlak van het scherm (2) gezien achter elkaar zijn opgesteld.
  13. 13. Scherminrichting (1) volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk dat in een richting dwars op het vlak van het scherm (2) gezien, het eerste been (12) tussen het tweede been (13) en het bijkomende been (14) is opgesteld.
  14. 14. Scherminrichting (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het eerste been (12) in een richting dwars op het vlak van het scherm (2) gezien breder is uitgevoerd dan het tweede been (13) en breder is uitgevoerd dan het bijkomende been (14).
  15. 15. Scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 9 tot 14, met het kenmerk dat de benen (12, 13, 14) van de veer (5) aan hun beide uiteinden onderling verbonden zijn.
  16. 16. Scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 9 tot 15, met het kenmerk dat de bevestigingslippen (8, 9) in een richting dwars op het scherm (2) gezien op een zelfde hoogte achter elkaar zijn opgesteld.
  17. 17. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de veer (5) ter hoogte van de eerste bevestigingslip (8) zodanig verbreed is uitgevoerd, dat zieh in deze verbreding (10) tegenover de eerste bevestigingslip (8) een bijkomende eerste bevestigingslip (8) uitstrekt.
    BE2016/5418
  18. 18. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de veer (5) uit één stuk is vervaardigd.
  19. 19. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het
    5 kenmerk dat de veer (5) symmetrisch is opgebouwd.
  20. 20. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat meerdere genoemde veren (5) over de lengte van de geleiders (3,
    4) verspreid zijn opgesteld.
    BE2016/5418
    Eisa
    BE2016/5418
BE2016/5418A 2016-06-06 2016-06-06 Scherminrichting BE1024265B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5418A BE1024265B1 (nl) 2016-06-06 2016-06-06 Scherminrichting
EP17700877.8A EP3271540B1 (en) 2016-06-06 2017-01-09 Screen device
PCT/IB2017/050084 WO2017212346A1 (en) 2016-06-06 2017-01-09 Screen device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5418A BE1024265B1 (nl) 2016-06-06 2016-06-06 Scherminrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024265A1 true BE1024265A1 (nl) 2018-01-10
BE1024265B1 BE1024265B1 (nl) 2018-01-16

Family

ID=56344937

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5418A BE1024265B1 (nl) 2016-06-06 2016-06-06 Scherminrichting

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3271540B1 (nl)
BE (1) BE1024265B1 (nl)
WO (1) WO2017212346A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA3135634A1 (en) * 2019-04-03 2020-10-08 Michael Heissenberg Retractable screen with tensioning track
EP3757343B1 (de) 2019-06-24 2021-05-05 Roma Kg Senkrechtmarkise und inletfeder dafür
BE1029888B1 (nl) 2021-10-29 2023-06-05 Renson Sunprotection Screens Schermprofielsamenstel
WO2024017934A1 (en) 2022-07-20 2024-01-25 Corradi S.R.L. A retractable screen construction

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3316263A1 (de) * 1983-05-04 1984-11-08 Rolf-Diether 4330 Mülheim Weiblen Vorrichtung zur waermedaemmung und klimatisierung
JPH10212878A (ja) 1997-01-29 1998-08-11 Natl House Ind Co Ltd ロ−ルスクリ−ン装置
JP4820021B2 (ja) 2001-06-29 2011-11-24 立川ブラインド工業株式会社 ロールブラインドのスクリーン案内装置
JP2004176473A (ja) * 2002-11-28 2004-06-24 Hayashiguchi Kogyo Kk ロールスクリーン
BE1018226A3 (nl) 2008-07-24 2010-07-06 Kestelyn Nv Scherminrichting.
DE102011118859B4 (de) 2011-11-18 2019-11-07 Plastex Sa Beschattungsvorrichtung
CH706619B1 (it) * 2012-06-05 2014-10-15 Plastex Sa Ammortizzatore per un sistema oscurante.

Also Published As

Publication number Publication date
EP3271540A1 (en) 2018-01-24
EP3271540B1 (en) 2019-05-15
WO2017212346A1 (en) 2017-12-14
BE1024265B1 (nl) 2018-01-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024265A1 (nl) Scherminrichting
NL2012642B1 (nl) Inrichting voor het monteren van een as van een scherm op een oppervlak.
US6854500B2 (en) Foldable window blind structure
JP2007154425A (ja) 折畳式スクリーン装置
US20120061034A1 (en) Slim Bottom Bar Wedge Lock
RU2009133278A (ru) Устройство с гибкой шторой
BE1019137A3 (nl) Deurschermsysteem met twee oprolbare deurschermen.
BE1025407B1 (nl) Scherminrichting
BE1023552B1 (nl) Geleidingsinrichting voor het geleiden van een opgericht scherm en werkwijze voor het monteren van een geleidingsprofiel van een dergelijke geleidingsinrichting aan een deur- of raamprofiel
BE1025101B1 (nl) Scherminrichting
US958481A (en) Door or window guard.
NL1035926C2 (nl) Scherminrichting.
US1899062A (en) Splint shade support
BE1024961B1 (nl) Demper om de spanning te behouden van een oprolbaar doek van een zonnescherm en zonnescherm daarmee uitgerust.
BE1021452B1 (nl) Scherminrichting
KR20180105924A (ko) 이탈 방지 수단을 구비하는 방충망
BE1021775B1 (nl) Montagebeugel en montageset voor het bevestigen van een verwarmingselement aan een wand of dergelijke en verwarmingselement voorzien van zo een montageset
US11053733B2 (en) System comprising a sliding shield and a guiding and tensioning retractable device for the sliding shield
KR200485880Y1 (ko) 롤타입 방충망의 위치 고정 장치
NL2026373B1 (nl) Inrichting voor bevestiging aan een schermdoek in een kas en schermdoek met deze inrichting
NL1013151C2 (nl) Hor en bouwpakket voor het vervaardigen daarvan.
NL2019591B1 (nl) Verstelbare ophanginrichting, in het bijzonder voor het ophangen van theater-, schouwburg- of evenementsgordijnen
JP5917581B2 (ja) 営巣材落下防止ネット
NL1016996C2 (nl) Flensvormige opzetlijst.
JP5893933B2 (ja) カーテンの隙間塞ぎ装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180116

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200630