BE1018226A3

BE1018226A3 - Scherminrichting.

Info

Publication number: BE1018226A3
Application number: BE2008/0413A
Authority: BE
Inventors: Peter Albert Gilbert
Original assignee: Kestelyn Nv; Renson Paul
Priority date: 2008-07-24
Filing date: 2008-07-24
Publication date: 2010-07-06
Also published as: EP2157275A3; EP2157275A2; EP2157275B1

Abstract

De uitvinding betreft een scherminrinchting(1) omvattende:-een vast scherm of een op- en afrolbaar scherm(2);-zijgeleiders(3) met schermgeleiders(4) voor het vasthouden of het geleiden van het scherm(2);-en minstens één veer(5), omvattende een bevestigingsgedeelte(6a,6b,6c) om de schermgeleider(4) minstens gedeeltelijk te omsluiten en minstens twee bevestigingselementen(6b,6c), die volgens de lengterichting van de schermgeleider(4) verschoven ten opzichte van elkaar en aan tegenovergestelde zijden aan dit bevestigingsgedeelte(6a,6b,6c) zijn voorzien, met een tussenafstand die minstens even groot is als de breete van de schermgeleider(4), zodat de veer(5) met een draaibeweging aan de schermgeleider(4) bevestigd kan worden, en omvattende minstens één verende lip(7) die met behulp van een bevestigingelement(6b,6c) aan het bevestigingsgedeelte(6a,6b,6c) is voorzien, waarbij deze verende lip(7) zich tussen de schermgeleider(4) en de zijgeleider(3) uitstrekt om het scherm(2) zijdelings op te spannen.

Description

SCHERMINRICHTING

Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende een vast of een op- en afrolbaar scherm, zijgeleiders waarin schermgeleiders zijn aangebracht, waarbij deze schermgeleiders voorzien zijn voor het vasthouden van het scherm of het geleiden van het op- en afrolbaar scherm tijdens de op- en afrolbeweging ervan, en minstens één veer voor het zijdelings verend opspannen van dit scherm in de zijgeleiders. Deze uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het plaatsen van een genoemde veer in een dergelijke scherminrichting.

Bij veel klassieke scherminrichtingen is tussen een schermgeleider en een zijgeleider waarin deze schermgeleider is aangebracht, verend materiaal voorzien om bij plotselinge bewegingen van het scherm onder invloed van bijvoorbeeld windstoten de schokken als gevolg van deze bewegingen minstens te dempen en zo klapperen van het scherm of scheuren van het scherm te verhinderen.

Dit elastisch materiaal werkt echter onvoldoende verend om binnen een beperkte ruimte een ruim tolerantieveld (doekafmetingen, positie van zijgeleiders, enz.) op te nemen en toch een zekere spanning op het doek te creëren en zo het scherm onder een zekere voorspanning te brengen waarbij het scherm steeds mooi opgespannen blijft. Wegens de beperkte veerkracht van dit verend materiaal is er nood aan een alternatief om het scherm onder een zekere voorspanning te brengen.

Dergelijke scherminrichtingen, waarbij het scherm met een zekere voorspanning zijdelings verend wordt opgespannen, zijn reeds in meerdere octrooipublicaties besproken. Geen van deze oplossingen komt echter in aanmerking om het gekende elastische materiaal bij renovatie of herstel op zich te vervangen. Meestal dient ook minstens de schermgeleider mee met dit elastisch materiaal vervangen te worden of zijn bijkomende bevestigingsmiddelen vereist bij vervanging.

In JP 2003013680 wordt een spiraalveer vastgeklikt op een hiertoe aangepaste schermgeleider om het scherm zijdelings verend op te spannen in de zijgeleider. Dit systeem vereist een aangepaste schermgeleider ter bevestiging van deze veer en een aangepaste zijgeleider wegens de grotere benodigde plaats en kan dan ook niet ingezet worden bij renovatie of herstel van bestaande scherminrichtingen waarbij men het elastische materiaal wenst te vervangen, zonder dat men eveneens de schermgeleider dient te vervangen.

In JP 10212878 en DE 102006023813 wordt weergegeven hoe een scherm zijdelings verend kan opgespannen worden in een zijgeleider door een veer aan de zijde van de schermgeleider, die weg van het scherm is gericht, te bevestigen tussen deze schermgeleider en de zijgeleider. Een dergelijke veer is echter niet eenvoudig aan deze schermgeleider en deze zijgeleider bevestigbaar zonder bijkomende bevestigingsmiddelen. Bovendien heeft men bij bestaande scherminrichtingen waar elastisch materiaal werd voorzien aan de tegenovergestelde zijde van de schermgeleider onvoldoende ruimte om op deze manier een veer tussen de schermgeleider en de zijgeleider aan te brengen, zodat deze veer evenmin eenvoudig bij renovatie en herstel van bestaande scherminrichtingen ingezet kan worden.

In JP 4073393 is weergegeven hoe verende lippen voorzien zijn aan de zijkanten van de schermgeleider om hiermee schokken bij plotselinge bewegingen van het scherm op te vangen. Men kan hiermee echter niet eenvoudig het scherm onder een zekere voorspanning brengen. Bovendien vereisen deze het vervangen van de volledige schermgeleider indien deze zouden ingezet worden bij renovatie en herstel van bestaande scherminrichtingen waar de stroken elastisch materiaal vervangen dienen te worden.

Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een scherminrichting omvattende een veer voor het zijdelings verend opspannen van een scherm in een zijgeleider van deze scherminrichting, die eenvoudig bevestigbaar is aan de schermgeleider van deze scherminrichting zonder extra bevestigingsmiddelen en die ook geschikt is om bij renovatie of herstel van deze scherminrichting ingezet te worden om het scherm zijdelings op te spannen, zonder dat de volledige schermgeleider vervangen dient te worden.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt met behulp van een scherminrichting, omvattende een vast of een op- en afrolbaar scherm, zijgeleiders waarin schermgeleiders zijn aangebracht, waarbij deze schermgeleiders voorzien zijn voor het vasthouden van het scherm of het geleiden van het op- en afrolbaar scherm tijdens de op- en afrolbeweging ervan, en minstens één veer voor het zijdelings verend opspannen van dit scherm in de zijgeleiders, waarbij de genoemde veer een bevestigingsgedeelte omvat, dat minstens twee bevestigingselementen omvat, voorzien om de schermgeleider minstens gedeeltelijk te omsluiten om de veer aan deze schermgeleider te bevestigen, waarbij deze bevestigingselementen volgens de lengterichting van de schermgeleider verschoven ten opzichte van elkaar en aan tegenovergestelde zijden, aan dit bevestigingsgedeelte zijn voorzien, waarbij zich tussen deze bevestigingselementen in de genoemde lengterichting een tussenafstand bevindt, die minstens even groot is als de breedte van de schermgeleider die zich uitstrekt in een richting dwars op het scherm wanneer dit is opgespannen; en minstens één verende lip omvat, die met behulp van een bevestigingselement aan het bevestigingsgedeelte is voorzien, waarbij deze verende lip voorzien is om zich tussen de schermgeleider en de zijgeleider uit te strekken om het scherm zijdelings verend op te spannen.

Door het voorzien van een dergelijke tussenafstand tussen de bevestigingselementen van deze veer, kan deze veer volgens de hierna besproken werkwijze volgens deze uitvinding op een bijzonder eenvoudige manier via een draaibeweging aan een schermgeleider van een dergelijke scherminrichting bevestigd worden, zonder dat enige bijkomende bevestigingsmiddelen vereist zijn.

Voorkeurdragend omvat de genoemde veer van een dergelijke scherminrichting minstens twee verende lippen, die elk met behulp van een bevestigingselement aan het bevestigingsgedeelte zijn voorzien, zo dat ze volgens de lengterichting van de schermgeleider, verschoven ten opzichte van elkaar en aan tegenovergestelde zijden, aan dit bevestigingsgedeelte zijn voorzien, waarbij zich tussen deze verende lippen in de genoemde lengterichting een tussenafstand bevindt, die minstens even groot is als de breedte van de schermgeleider die zich uitstrekt in een richting dwars op het scherm wanneer dit is opgespannen, waarbij deze verende lippen voorzien zijn om zich tussen de schermgeleider en de zijgeleider uit te strekken om het scherm zijdelings verend op te spannen.

Op deze manier wordt het scherm reeds met behulp van één dergelijke veer gelijkmatiger opgespannen, zonder dat dit in de richting waar een enkele verende lip zich bevindt scheef wordt getrokken.

Het bevestigingsgedeelte van een specifieke uitvoeringsvorm van een veer voor een dergelijke scherminrichting omvat: een steunvlak, dat voorzien is om te steunen tegen de zijde van de schermgeleider die weg van het scherm is gericht; minstens twee opstaande verbindingsdelen als deel van de verbindingselementen, die zich dwars op het steunvlak bevinden en voorzien zijn om zich uit te strekken naast de zijden van de schermgeleider die aansluiten op de zijde die zich weg van het scherm bevindt en zich uitstrekken in een richting dwars op deze zijde; minstens twee steungedeelten als deel van de verbindingselementen, waarmee de verende lippen aan de opstaande verbindingsdelen zijn voorzien, waarbij elk van deze steungedeelten voorzien is om te steunen tegen een zijde van de schermgeleider die naar het scherm toe is gericht.

Op deze manier kan deze veer zodanig uitgevoerd worden, dat deze in alle bestaande scherminrichtingen inpasbaar is.

Waar de schermgeleider een geleidingsdeel omvat, voorzien om het scherm geleidend in te bevestigen, en een flensgedeelte omvat, voorzien om hiermee de schermgeleider in de zijgeleider aan te brengen, is het bevestigingsgedeelte van de veer van een scherminrichting volgens deze uitvinding bij voorkeur voorzien om het flensgedeelte van de schermgeleider minstens gedeeltelijk te omsluiten om de veer aan deze schermgeleider te bevestigen.

Bij een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een veer voor een dergelijke scherminrichting, strekken de verende lippen zich in gemonteerde toestand in de lengterichting van de schermgeleider weg van elkaar uit. Op deze manier kan de veer met de volgens deze uitvinding vereiste tussenafstand tussen de verende lippen gerealiseerd worden met een minimum aan materiaalgebruik.

Bij voorkeur omvatten de verende lippen aan hun vrije uiteinde verder een omgeplooid deel, dat voorzien is om te steunen tegen de zijgeleider wanneer de veer zich uitstrekt tussen de schermgeleider en de zijgeleider.

Dit omgeplooid deel is hierbij bij voorkeur voorzien van een zodanige ronding, dat bij plooiing van de verende lippen onder de verschillende mogelijke veerspanningen de verende lippen steeds met dit omgeplooid deel blijven steunen tegen de zijgeleider.

Het bevestigingsgedeelte van de genoemde veer is verder bij voorkeur voorzien van minstens één klemhaakje, om deze veer in bevestigde toestand vast ten opzichte van de schermgeleider te klemmen. Men kan dan de veer dankzij dergelijke klemhaakjes vervaardigen met voldoende speling ten opzichte van de afmetingen van de schermgeleider om deze vlot aan deze schermgeleider te kunnen bevestigen, terwijl de klemhaakjes voorzien in een zekere bevestiging, die het vast ten opzichte van de schermgeleider bevestigen van de veer verzekert.

Nog meer bij voorkeur is de genoemde veer uit één stuk plaatmetaal vervaardigd. Een dergelijke veer kan eenvoudig geproduceerd worden uit plaatmetaal via ponsen van een basisvorm en het omplooien van de respectievelijke delen tot een besproken veer wordt bekomen. Het genoemde klemhaakje kan hierbij bijvoorbeeld vervaardigd worden door deze mee in het plaatmetaal te ponsen en om te plooien.

Deze veer zou bijvoorbeeld ook uit een elastische kunststof vervaardigd kunnen worden.

Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt met behulp van een werkwijze voor het plaatsen van een dergelijke genoemde veer in een scherminrichting volgens deze uitvinding waarbij deze werkwijze de volgende stappen omvat: - Stap 1: aanbrengen van de veer tegen de zijde van de schermgeleider die voorzien is om in de scherminrichting weg van het scherm gericht te zijn, waarbij de bevestigingselementen zich uitstrekken naast de schermgeleider en zich uitstrekken aan de zijde voorzien om in de scherminrichting naar het scherm gericht te zijn; - Stap 2: het verdraaien van de veer tegen de schermgeleider, tot de verende lip zich volgens de lengterichting van de schermgeleider uitstrekt langs de zijde van de schermgeleider die in gemonteerde toestand in de scherminrichting naar het scherm gericht is; - Stap 3: het aanbrengen van de schermgeleider met de hierop aangebrachte veer in de zijgeleider, zodat de verende lip zich uitstrekt tussen de schermgeleider en de zijgeleider.

Wanneer de genoemde veer van de scherminrichting minstens twee verende lippen omvat, omvat deze werkwijze bij voorkeur de volgende stappen: - Stap 1: aanbrengen van de veer tegen de zijde van de schermgeleider die voorzien is om in de scherminrichting weg van het scherm gericht te zijn, waarbij de verende lippen zich uitstrekken naast de schermgeleider en zich uitstrekken aan de zijde voorzien om in de scherminrichting naar het scherm gericht te zijn; - Stap 2: het verdraaien van de veer tegen de schermgeleider, tot de verende lippen zich volgens de lengterichting van de schermgeleider uitstrekken langs de zijde van de schermgeleider die in gemonteerde toestand in de scherminrichting naar het scherm gericht is; - Stap 3: het aanbrengen van de schermgeleider met de hierop aangebrachte veer in de zijgeleider, zodat de verende lippen zich uitstrekken tussen de schermgeleider en de zijgeleider.

Dankzij deze werkwijze is een dergelijke veer met een eenvoudige draaibeweging bevestigbaar aan een schermgeleider en in een scherminrichting volgens deze uitvinding.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvoeringsvorm aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een scherminrichting volgens deze uitvinding in perspectief zicht is weergegeven, waarbij de zijgeleiders gedeeltelijk werden opengewerkt om de hierin aangebrachte schermgeleiders met de hierop aangebrachte veren te illustreren; figuur 2 de schermgeleider waarin geleidend een scherm werd voorzien en waarop een veer werd aangebracht zodat detail A uit figuur 1 in meer detail is weergegeven; figuur 3 de schermgeleider waarin geleidend een scherm werd voorzien en waarop een veer werd aangebracht zodat detail B uit figuur 1 in meer detail is weergegeven; figuur 4 schematisch de werkwijze ter bevestigen van een veer op een schermgeleider volgens deze uitvinding in perspectief is weergegeven; figuur 5 in dwarsdoorsnede de scherminrichting uit figuur 1 ter hoogte van één van de zijgeleiders is weergegeven, waarbij de verende lippen van de veer volledig zijn opgespannen; figuur 6 in zijaanzicht de vrijgemaakte schermgeleider uit figuur 5 met de hierop aangebrachte veer met de verende lippen in volledig opgespannen toestand is weergegeven; figuur 7 in dwarsdoorsnede de scherminrichting uit figuur 1 ter hoogte van één van de zijgeleiders is weergegeven, waarbij het scherm maximaal wordt opgespannen door de verende lippen; figuur 8 in zijaanzicht de vrijgemaakte schermgeleider uit figuur 7 met de hierop aangebrachte veer met de verende lippen in volledig ontspannen toestand is weergegeven.

De uitvoeringsvorm van een scherminrichting (1) volgens deze uitvinding zoals afgebeeld in figuur 1 omvat een op een gekende manier op- en afrolbaar scherm (2) en zijgeleiders (3) waarin schermgeleiders (4) zijn aangebracht.

Het scherm (2) is hierbij, zoals afgebeeld in de figuren 1, 5 en 7, met zijn zijden verschuifbaar in de schermgeleiders (4) aangebracht, zodat de op- en afrolbeweging van het scherm (2) geleid wordt door de schermgeleiders (4). Opdat het scherm (2) niet uit de schermgeleiders (4) los zou komen, kan dit, zoals afgebeeld, bijvoorbeeld voorzien zijn van een halve ritssluiting. Andere manieren zijn gekend om een dergelijk scherm (2) geleidend te voorzien in een schermgeleider (4), zonder dat dit hieruit loskomt.

Om het scherm (2) zijdelings verend op te spannen is deze afgebeelde scherminrichting (1) voorzien van veren (5), waarbij minstens één dergelijke veer (5) op elke schermgeleider (4) is aangebracht. Bij voorkeur worden evenwel meerdere dergelijke veren (5) op regelmatige tussenafstanden van elkaar op elke schermgeleider (4) aangebracht. Afhankelijk van het type scherm (2) en de gekende belastingen die hierop kunnen aangrijpen, kan men het aangewezen aantal veren (5) per schermgeleider (4) bepalen.

De schermgeleider (4) van deze afgebeelde uitvoeringsvorm van een scherminrichting (1) omvat een geleidingsdeel (4a) waarin het scherm (2) geleidend of vast is bevestigd, en een flensgedeelte (4b) waarmee de schermgeleider (4) in de zijgeleider (3) is aangebracht.

Elke veer (5) omvat zoals duidelijk te zien is in de figuren 2 tot en met 8 een bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) om het flensgedeelte (4b) van de schermgeleider (4) minstens gedeeltelijk te omsluiten om de veer (5) aan deze schermgeleider (4) te bevestigen. Dit bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) omvat hiertoe een steunvlak (6a), dat voorzien is om te steunen tegen de zijde van het flensgedeelte (4b) die in gemonteerde toestand van de scherminrichting weg van het scherm (2) is gericht. Verder omvat het bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) twee opstaande verbindingsdelen (6b) die zich dwars op het steunvlak (6a) bevinden in lengterichting van de schermgeleider (4) verschoven ten opzichte van elkaar en aan tegenovergestelde zijden. In gemonteerde toestand strekken deze opstaande verbindingsdelen (6b) zich uit naast het flensgedeelte (4b) van de schermgeleider (4), aan de zijden die aansluiten op de zijde die zich weg van het scherm (2) bevindt en zich uitstrekken in een richting dwars op deze zijde. Daarnaast omvat dit bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) nog twee steungedeelten (6c) die elk voorzien zijn om te steunen tegen een zijde van het flensgedeelte (4b) die naar het scherm (2) toe gericht is. Tenslotte omvat dit bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) twee klemhaakjes (8) die in het steunvlak (6a) zijn aangebracht, waarmee de veer (5) in bevestigde toestand vast ten opzichte van de schermgeleider (4) wordt geklemd.

Elke veer (5) omvat daarnaast ook twee verende lippen (7) die elk aan een genoemd steungedeelte (6c) zijn voorzien. Deze verende lippen (7) strekken zich in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) uit tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3) om het scherm (2) zijdelings verend op te spannen. De tussenafstand tussen de verende lippen (7) in gemonteerde toestand in de lengterichting van de schermgeleider (4) gezien, is minstens even groot als de breedte van de schermgeleider (4) dwars op het scherm (2) wanneer dit is opgespannen. Deze verende lippen (7) strekken zich in gemonteerde toestand in de lengterichting van de schermgeleider (4) weg van elkaar uit. Verder omvatten de verende lippen (7) aan hun vrije uiteinde een omgeplooid deel (7a), dat voorzien is om te steunen tegen de zijgeleider (3) wanneer de veer (5) zich uitstrekt tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3).

De genoemde tussenafstand tussen de verende lippen (7) laat toe om de veer (5) met een eenvoudige draaibeweging aan de schermgeleider (4) te bevestigen, zoals afgebeeld is in figuur 4. Hiertoe brengt men de veer (5) met zijn steunvlak (6a) aan tegen de zijde van het flensgedeelte (4b) van de schermgeleider (4) die weg van het scherm (2) is gericht op een zodanige manier dat de verende lippen (7) zich uitstrekken naast de schermgeleider (4) en aan de zijde voorzien om in de scherminrichting (1) naar het scherm (2) toe gericht te zijn. Daarna verdraait men de veer (5) tegen dit flensgedeelte (4b), tot de verende lippen zich volgens de lengterichting van de schermgeleider (4) uitstrekken langs de zijde van het flensgedeelte (4b) die in gemonteerde toestand in de scherminrichting (1) naar het scherm (2) gericht is.

Na het op deze manier bevestigen van de veer (5) aan de schermgeleider (4) brengt men dan de schermgeleider (4) aan in de zijgeleider (3) op een zodanige manier dat de verende lippen (7) zich uitstrekken tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3).

Op deze manier zullen de verende lippen (7) bij volledig ontspannen het scherm (2) maximaal opspannen, zoals afgebeeld in de figuren 7 en 8, terwijl schokken opgevangen kunnen worden door opspannen van de verende lippen (7) zoals afgebeeld in de figuren 5 en 6, waarna de verende lippen (7) door ontspannen automatisch terug zorgen voor een maximale opspanning van het scherm (2).

Claims

1. Scherminrichting (1), omvattende een vast of een op- en afrolbaar scherm (2), zijgeleiders (3) waarin schermgeleiders (4) zijn aangebracht, waarbij deze schermgeleiders voorzien zijn voor het vasthouden van het scherm of het geleiden van het op- en afrolbaar scherm (2) tijdens de op- en afrolbeweging ervan, en minstens één veer (5) voor het zijdelings verend opspannen van dit scherm (2) in de zijgeleiders (3), met het kenmerk dat de genoemde veer (5) een bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) omvat, dat minstens twee bevestigingselementen (6b, 6c) omvat, voorzien om de schermgeleider (4) minstens gedeeltelijk te omsluiten om de veer (5) aan deze schermgeleider (4) te bevestigen, waarbij deze bevestigingselementen (6b, 6c) volgens de lengterichting van de schermgeleider (4), verschoven ten opzichte van elkaar en aan tegenovergestelde zijden, aan dit bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) zijn voorzien, waarbij zich tussen deze bevestigingselementen (7) in de genoemde lengterichting een tussenafstand bevindt, die minstens even groot is als de breedte van de schermgeleider (4) die zich uitstrekt in een richting dwars op het scherm (2) wanneer dit is opgespannen, en minstens één verende lip (7) omvat, die met behulp van een bevestigingselement (6b, 6c) aan het bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) is voorzien, waarbij deze verende lip (7) voorzien is om zich tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3) uit te strekken om het scherm (2) zijdelings verend op te spannen.

2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde veer minstens twee verende lippen (7) omvat, die elk met behulp van een bevestigingselement (6b, 6c) aan het bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) zijn voorzien, zo dat ze volgens de lengterichting van de schermgeleider (4), verschoven ten opzichte van elkaar en aan tegenovergestelde zijden, aan dit bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) zijn voorzien, waarbij zich tussen deze verende lippen (7) in de genoemde lengterichting een tussenafstand bevindt, die minstens even groot is als de breedte van de schermgeleider (4) die zich uitstrekt in een richting dwars op het scherm (2) wanneer dit is opgespannen, waarbij deze verende lippen (7) voorzien zijn om zich tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3) uit te strekken om het scherm (2) zijdelings verend op te spannen.

3. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) van de veer (5): een steunvlak (6a) omvat, dat voorzien is om te steunen tegen de zijde van de schermgeleider (4) die weg van het scherm (2) is gericht; minstens twee opstaande verbindingsdelen (6b) als deel van de verbindingselementen (6b, 6c) omvat, die zich dwars op het steunvlak (6a) bevinden en voorzien zijn om zich uit te strekken naast de zijden van de schermgeleider (4) die aansluiten op de zijde die zich weg van het scherm (2) bevindt en zich uitstrekken in een richting dwars op deze zijde; minstens twee steungedeelten (6c) als deel van de verbindingselementen (6b, 6c) omvat, waarmee de verende lippen (7) aan de opstaande verbindingsdelen (6b) zijn voorzien, waarbij elk van deze steungedeelten (6c) voorzien is om te steunen tegen een zijde van de schermgeleider (4) die naar het scherm (2) toe is gericht.

4. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schermgeleider (4) een geleidingsdeel (4a) omvat, voorzien om het scherm (2) geleidend in te bevestigen, en een flensgedeelte (4b) omvat, voorzien om hiermee de schermgeleider (4) in de zijgeleider (3) aan te brengen, waarbij het bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) van de veer (5) voorzien is om het flensgedeelte (4b) van de schermgeleider (4) minstens gedeeltelijk te omsluiten om de veer (5) aan deze schermgeleider (4) te bevestigen.

5. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verende lippen (7) zich in gemonteerde toestand in de lengterichting van de schermgeleider (4) weg van elkaar uitstrekken.

6. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verende lippen (7) aan hun vrije uiteinde een omgeplooid deel (7a) omvatten, dat voorzien is om te steunen tegen de zijgeleider (3) wanneer de veer (5) zich uitstrekt tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3).

7. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bevestigingsgedeelte (6a, 6b, 6c) van de genoemde veer (5) voorzien is van minstens één klemhaakje (8), voorzien om deze veer (5) in bevestigde toestand vast ten opzichte van de schermgeleider (4) te klemmen.

8. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde veer (5) uit één stuk plaatmetaal vervaardigd is.

9. Werkwijze voor het plaatsen van een genoemde veer (5) in een scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk dat deze de volgende stappen omvat: - Stap 1: aanbrengen van de veer (5) tegen de zijde van de schermgeleider (4) die voorzien is om in de scherminrichting (1) weg van het scherm (2) gericht te zijn, waarbij de bevestigingselementen (6b, 6c) zich uitstrekken naast de schermgeleider (4) en zich uitstrekken aan de zijde voorzien om in de scherminrichting (1) naar het scherm (2) gericht te zijn; - Stap 2: het verdraaien van de veer (5) tegen de schermgeleider (4), tot de verende lip (7) zich volgens de lengterichting van de schermgeleider (4) uitstrekt langs de zijde van de schermgeleider (4) die in gemonteerde toestand in de scherminrichting (1) naar het scherm (2) gericht is; - Stap 3: het aanbrengen van de schermgeleider (4) met de hierop aangebrachte veer (5) in de zijgeleider (3), zodat de verende lip (7) zich uitstrekt tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3).

10. Werkwijze volgens conclusie 9 voor het plaatsen van een genoemde veer (5) in een scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot en met 8, met het kenmerk dat deze de volgende stappen omvat: Stap 1: aanbrengen van de veer (5) tegen de zijde van de schermgeleider (4) die voorzien is om in de scherminrichting (1) weg van het scherm (2) gericht te zijn, waarbij de verende lippen (7) zich uitstrekken naast de schermgeleider (4) en zich uitstrekken aan de zijde voorzien om in de scherminrichting (1) naar het scherm (2) gericht te zijn; Stap 2: het verdraaien van de veer (5) tegen de schermgeleider (4), tot de verende lippen (7) zich volgens de lengterichting van de schermgeleider (4) uitstrekken langs de zijde van de schermgeleider (4) die in gemonteerde toestand in de scherminrichting (1) naar het scherm (2) gericht is; Stap 3: het aanbrengen van de schermgeleider (4) met de hierop aangebrachte veer (5) in de zijgeleider (3), zodat de verende lippen (7) zich uitstrekken tussen de schermgeleider (4) en de zijgeleider (3).