NL1016996C2 - Flensvormige opzetlijst. - Google Patents

Description

Titel: Flensvormige opzetlijst 5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afsluiten van een deur- of raamkozijn door middel van insectenwerend gaasdoek, omvattende een insectenwerend gaasdoek dat met een uiteinde is bevestigd op een rolstok en daaromheen gewonden en daarvan afgewonden kan worden, en met het andere uiteinde aan een trekbalk is bevestigd, welke 10 rolstok is opgenomen in een eerste lijstprofïel, en waarbij de trekbalk tegen een tegenover het eerste lijstprofïel op te stellen tweede lijstprofïel kan worden geschoven, verder omvattende een derde en vierde lijstprofïel die een U-vormig geleidingsprofiel bezitten, in welke geleidingsprofïelen de trekbalk alsmede een rand van het gaasdoek kunnen worden geleid, welke 15 inrichting bevestigingsmiddelen omvat om de lijstprofïelen vóór het kozijn aan te kunnen brengen.

Een dergelijke inrichting, ook wel een rolhor genoemd, is beschreven in de Europese aanvrage 0.086.023. Een probleem bij het monteren van deze inrichtingen is, dat op het deur- of raamkozijn een vlak 20 en relatief groot bevestigingsoppervlak aanwezig moet zijn voor het bevestigen van de constructie. Dit stelt eisen aan het type kozijn waarvoor de inrichtingen geschikt zijn. In het bijzonder is het bij een kozijn, met daaromheen aangebrachte sierdelen, zoals in Amerika gebruikelijk, niet goed mogelijk om de conventionele rolhorren te monteren. Verder heeft een 25 constructie waarbij de inrichting nagenoeg geheel in de doorgangsopening wordt gemonteerd, als nadeel dat de doorgangsopening aanzienlijk wordt verkleind.

De uitvinding heeft tot doel het bovengenoemde probleem te vermijden en te voorzien in een inrichting, die ook op oppervlakken kan 30 worden aangebracht waarbij de aanwezigheid van sierdelen de montage van conventionele inrichtingen bemoeilijkt.

10 1 69 9 6* 2

Dit doel wordt bereikt door een inrichting van de in de aanhef vermelde soort, waarbij de bevestigingsmiddelen op een binnenwand van het kozijn, in het bijzonder op de dwarse kant van rond het kozijn aanwezige sierdelen kunnen worden gemonteerd. Hierdoor wordt bereikt 5 dat ondanks eventueel aanwezige sierdelen of andere op het voorvlak van het kozijn aanwezige objecten, een robuuste bevestiging kan worden gerealiseerd, waarbij de doorgangsbreedte van het kozijn niet of nagenoeg niet wordt versmald. De uitvinding heeft als voordeel, dat het montageoppervlak relatief gering kan zijn. De uitvinding biedt in het 10 bijzonder voordelen als rolhordeur, d.w.z. in een uitvoeringsvorm waarbij het eerste lijstprofiel verticaal is opgesteld. Hoewel de bevestigingsmiddelen bijvoorbeeld kunnen worden gevormd door aparte, op de binnenwand te bevestigen bevestigingsbeugels, omvatten de bevestigingsmiddelen bij voorkeur een zich in de langsrichting van een lijstprofiel uitstrekkende 15 bevestigingsrand, welke bevestigingsrand in gemonteerde toestand een afsluiting vormt die aansluit op de binnenwand van het kozijn. Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de lijstprofïelen het kozijn nagenoeg volledig kan afsluiten, wat de insectenwerende werking van de inrichting verbetert.

20 Aan een lijstprofiel kan een drempelprofiel worden bevestigd, dat in samenwerking met een drempel een aansluitend drempelvlak kan vormen. Bij voorkeur bezit het drempelprofiel aan een eerste langszijde een uitstekende profielrand die op het lijstprofiel kan aangrijpen, en bezit het drempelprofiel een klemrand die in samenwerking met de profielrand aan 25 een zijde van het lijstprofiel kan worden vastgeklemd. Het drempelprofiel kan in de richting van de eerste langszijde naar de tegenovergelegen gelegen zijde in hoogte afnemen, corresponderend met een in hoogte toenemend drempeldeel. Door de toepassing van een drempelprofiel kan worden voorkomen, dat een vóór een drempel gemonteerd lijstprofiel een 3 slechte aansluiting heeft op de drempel, wat visueel onaantrekkelijk is of gevaarlijk kan zijn.

De trekbalk kan van een sleuf zijn voorzien, waarin aan de uiteinden stripvormige ophangelementen verstelbaar worden gemonteerd.

5 De ophangelementen bezitten een profiel dat verschuifbaar in het geleidingsprofiel kan haken. De ophangelementen bieden een verstelmogelijkheid, waardoor de hoogte van de lijstprofiélen kan worden aangepast aan het kozijn en een goede afsluiting kan worden verkregen.

Verdere voordelen en eigenschappen van de uitvinding zullen 10 worden verduidelijkt aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin toont:

Fig. 1 een schematische weergave, gezien in dwarsdoorsnede, van een inrichting volgens de uitvinding, gemonteerd op een kozijn voorzien van sierdelen;

Fig. 2a en 2b een schematische dwarsdoorsnede van een 15 drempelprofiel van de inrichting volgens de uitvinding; en

Fig. 3. een weergave in detail van een trekbalk, voorzien van een sleuf met daarin een stripvormig ophangelement.

In de figuren zijn gelijke delen met dezelfde verwijzingscijfers 20 aangegeven.

De inrichting van fig. 1, verder rolhordeur 1 genoemd, is in een kozijn 2 aangebracht. Verwijzingscijfers 3 geven de verticale staande delen (deurpost) van het kozijn weer. De pijl P geeft de doorgangsopening 4 weer; terwille van de duidelijkheid zijn staande delen 3 op korte afstand van 25 elkaar weergegeven. Aan de voorzijde van het kozijn 2 zijn sierdelen 5 aangebracht. Dergelijke sierdelen 5 kunnen zijn voorzien van een reliëf, dat schematisch is weergegeven met de lijn 6.

De rolhordeur 1 volgens de uitvinding omvat verder een insectenwerend gaasdoek 7 dat met een uiteinde is bevestigd op een rolstok 30 8 en daaromheen gewonden en daarvan afgewonden kan worden, en dat met 4 het ander uiteinde aan een trekbalk 9 is bevestigd. De rolstok bevat aan een uiteinde een (niet weergegeven) spiraalveer en wordt ingesloten door een langwerpig, in hoofdzaak U-vormig lijstprofiel 10, dat verticaal evenwijdig wordt opgesteld aan een van de delen 3. De trekbalk 9 wordt in een U-5 vormig geleidingsprofïel geleid (niet weergegeven), nader toegelicht onder verwijzing naar fig. 3.

De trekbalk 9 is verder voorzien van twee handgrepen 11. De trekbalk 9 kan tegen een tegenover de houder 10 op te stellen tweede lijstprofiel 12 worden geschoven, zodat een insectenwerende afsluiting 10 wordt bereikt. Het profiel 12 kan op een op zich bekende wijze zijn voorzien van een sluitmechanisme 13 om de trekbalk in de gesloten positie te vergrendelen. Door de aanwezigheid van het reliëf 6 is het monteren van de rolhordeur 1 op het buitenvlak 14 van het kozijn 2 niet goed mogelijk. De rolhordeur 1 volgens de uitvinding heeft daarom een flensvormige 15 bevestigingsrand 15 waarmee de lijstprofïelen vóór het kozijn kunnen worden aangebracht. De bevestigingsrand 15 kan op de dwarse kant 16 van rond het kozijn aanwezige sierdelen gemonteerd. Eventueel kan, bij afwezigheid van zo’n dwarsrand 16, de bevestigingsrand ook op een gedeelte 17 van een kozijnrand 3 worden gemonteerd. Nadeel daarvan is 20 vanzelfsprekend wel, dat de doorgangsopening enigszins wordt verkleind.

In figuur 2 is in dwarsdoorsnede een drempel 18 weergegeven. De drempel neemt, zoals gebruikelijk is, naar de voorzijde van het kozijn in hoogte af. Een lijstprofiel 19 met een U-vormig geleidingsprofïel 20, waarin (niet weergegeven) de trekbalk en een rand van het gaasdoek kunnen 25 worden geleid, is op de drempel 18 bevestigd. De aanwezigheid van dit lijstprofiel vormt een visueel minder aantrekkelijk of zelfs gevaarlijke opstap vóór de drempel. Daarom is een drempelprofiel 21 aangebracht (eveneens in dwarsdoorsnede weergegeven). Op het drempelprofiel 21 zijn versterkende dwarsribben 22 aangebracht. Het drempelprofiel 21 neemt in 30 hoogte af, zodat in samenwerking met de oplopende drempel een 5 aansluitend drempelvlak 23 is gevormd. Het drempelprofiel 21 kan worden bevestigd doordat aan een langszijde een uitstekende profïelrand 24 aanwezig is die op het lijstprofiel 19 kan aangrijpen, in samenwerking met een klemrand 25 die aan een zijde 26 van het lijstprofiel 19 kan worden 5 vastgeklemd. Fig. 2a geeft weer hoe de profïelrand 24 in het lijstprofiel 19 grijpt, fig. 2b geeft het drempelprofiel in vastgeklemde horizontale positie weer.

Figuur 3 geeft ten slotte weer hoe een trekbalk 9 in een U-vormig geleidingsprofiel 27 wordt geleid. Dit geschiedt door middel van 10 stripvormige ophangelementen 28 die verstelbaar in een sleuf 29 van de trekbalk 9 worden gemonteerd. In de figuur is de zijde 30 van de trekbalk 9 verkort weergegeven om de ophangelementen te kunnen weergeven; de trekbalk loopt door tot in het U-vormig profiel 27. De ophangelementen bezitten een profiel 31 dat verschuifbaar in het geleidingsprofiel 9 kan 15 haken.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuur beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kan allerlei variaties en modificaties daarop omvatten, uiteraard voor zover deze liggen binnen de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.

' ’ 3 « - j C-\ ;'9Ά

Claims (6)

1. Inrichting voor het afsluiten van een deur- of raamkozijn door middel van insectenwerend gaasdoek, omvattende een insectenwerend gaasdoek 5 dat met een uiteinde is bevestigd op een rolstok en daaromheen gewonden en daarvan afgewonden kan worden, en met het andere uiteinde aan een trekbalk is bevestigd, welke rolstok is opgenomen in een eerste lijstprofiel, en waarbij de trekbalk tegen een tegenover het eerste lijstprofiel op te stellen tweede lijstprofiel kan worden geschoven, verder omvattende een 10 derde en vierde lijstprofiel die een U-vormig geleidingsprofiel bezitten, in welke geleidingsprofielen de trekbalk alsmede een rand van het gaasdoek kunnen worden geleid, welke inrichting bevestigingsmiddelen omvat om de lijstprofielen vóór het kozijn aan te kunnen brengen, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen op een binnenwand van het kozijn, in het bijzonder 15 op de dwarse kant van rond het kozijn aanwezige sierdelen kunnen worden gemonteerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste lijstprofiel verticaal is opgesteld.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 20 bevestigingsmiddelen een zich in de langsrichting van een lijstprofiel uitstrekkende bevestigingsrand omvatten, die in gemonteerde toestand een afsluiting vormt die aansluit op de binnenwand van het kozijn.

4. Inrichting volgens ten minste één van de conclusies 1 - 3. met het kenmerk, dat aan een U-vormig lijstprofiel een drempelprofiel kan worden 25 bevestigd dat aan een langszijde een uitstekende profielrand bezit die op het lijstprofiel kan aangrijpen, en dat een klemrand bezit die in samenwerking met de profielrand aan een zijde van het lijstprofïel kan worden vastgeklemd.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het drempelprofiel in de richting van de eerste langszijde naar de 5 tegenovergelegen gelegen zijde in hoogte afneemt, zodat in samenwerking met een drempel een aansluitend drempelvlak kan worden gevormd.

6. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekbalk is voorzien van een sleuf, waarin aan de uiteinden stripvormige ophangelementen verstelbaar worden gemonteerd, 10 welke ophangelementen een profiel bezitten dat verschuifbaar in een geleidingsprofiel kan haken.