BE1024253B1 - Schijfvormige drukregelinrichting voor drukverpakkingen - Google Patents

Abstract

De uitvinding verschaft een drukregelinrichting voor drukverpakkingen gebaseerd op een schijf met fluïdumverbinding en een opvangbekken, met bijhorend afsluitmiddel. Het afsluitmechanisme in de drukregelinrichting is niet meer gebaseerd op een cilinder met een centrale opening in de scheidingswand en afsluiting van de opening met behulp van een piston met steel. Het voorstel is uiterst eenvoudig, compact en makkelijk samen te stellen. Het gebruik van O-ringen is overbodig. De uitvinding betreft ook een methode voor het vervaardigen van een drukregelsysteem volgens de uitvinding en een kit van onderdelen voor het samenstellen ervan.

Description

(73) Houder(s) :

GOJARA BVBA

9070, DESTELBERGEN

België (72) Uitvinder(s) :

VANDERSTRAETEN Erwin 9050 GENTBRUGGE België

DE CUYPER Dirk 9070 DESTELBERGEN België

ANTHIERENS Tom 9070 DESTELBERGEN België (54) SCHIJFVORMIGE DRUKREGELINRICHTING VOOR DRUKVERPAKKINGEN (57) De uitvinding verschaft een drukregelinrichting voor drukverpakkingen gebaseerd op een schijf met fluïdumverbinding en een opvangbekken, met bijhorend afsluitmiddel. Het afsluitmechanisme in de drukregelinrichting is niet meer gebaseerd op een cilinder met een centrale opening in de scheidingswand en afsluiting van de opening met behulp van een piston met steel. Het voorstel is uiterst eenvoudig, compact en makkelijk samen te stellen. Het gebruik van O-ringen is overbodig. De uitvinding betreft ook een methode voor het vervaardigen van een drukregelsysteem volgens de uitvinding en een kit van onderdelen voor het samenstellen ervan.

s

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024253 Nummer van indiening: BE2017/5233

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: B65D 83/64 B65D 83/66 Datum van verlening: 05/01/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 03/04/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

GOJARA BVBA, Park ter Kouter 16, 9070 DESTELBERGEN België;

vertegenwoordigd door

EECKHAOUDT Sabine, Gloxiniastraat 28, 9940 , EVERGEM;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: SCHIJFVORMIGE DRUKREGELINRICHTING VOOR DRUKVERPAKKINGEN.

UITVINDER(S):

VANDERSTRAETEN Erwin, p/a E.V.D.S. bvba Oude Brusselseweg 83, 9050, GENTBRUGGE;

DE CUYPER Dirk, p/a GOJARA bvba Park ter Kouter 16, 9070, DESTELBERGEN;

ANTHIERENS Tom, p/a GOJARA bvba Park ter Kouter 16,9070, DESTELBERGEN;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 05/01/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5233

SCHIJFVORMIGE DRUKREGELINRICHTING VOOR DRUKVERPAKKINGEN

TECHNISCHE VELD

De uitvinding situeert zieh in het domein van de drukverpakkingen, meer bepaald drukregelinrichtingen en Systemen voor drukverpakkingen om toe te laten een constante druk van fluïdum afgifte aan te houden.

ACHTERGROND

Spuitbussen op basis van drijfgassen zijn bekend. Drijfgassen zijn schadelijk voor het milieu en worden verbannen. Veelal is de druk bij afgifte niet constant en neemt de druk af naarmate minder fluïdum in de drukverpakking zit.

Een alternatief op basis van perslucht is bekend. Dit systeem zoals bij voorbeeld beschreven in EP 1 725 476, bestaat uit een dispenser en een drukcontrole systeem in de vorm van een stolp voorzien van inzetstuk met een regelsysteem gebaseerd op een groot aantal onderdelen. De druk wordt gecontroleerd aan de hand van een ventielmechanisme, gebaseerd op een piston met steel en O-ring.

Het ventielmechanisme in dit type spuitbus, vooral de O-ring, is gevoelig voor beschadiging onder meer bij montage. Dit kan leiden tot onstabiliteit in de werkingsdruk, waardoor het systeem soms faalt. Bovendien vereist het huidig mechanisme een intensief productieproces door het groot aantal onderdelen.

Een bijkomend nadeel van dit systeem is dat het volume van de stolp vastligt. Eens de stolp geproduceerd, kan het volume niet meer gewijzigd worden. Per gewenst volume dient een andere spuitgietmatrijs te worden gebruikt. Dit is duur in productiekost en omschakeltijden.

In WO 99/62791 en WO 2013/082680 wordt een drukregelsysteem voorgesteld in schijfvorm. Dit biedt meer flexibiliteit voor het volume van de kamer waar het drijfgas wordt opgesiagen. Doch beide Systemen zijn voor de drukhandhaving gebaseerd op een piston met steel waarbij de steel doorheen een O-ring beweegt om de opslagkamer met drijfgas te openen of te sluiten. Het is zeer belangrijk dat de O-ring niet beschadigd wordt. Zeer kleine insnijdingen kunnen de levensduur van de drukverpakking reeds negatief beinvloeden, omdat drijfgas kan ontsnappen

BE2017/5233 en de referentiedruk geleidelijk daalt. De beweging van de steel door de ring zorgt voor rollen en wrijving, wat de levensduur van het drukregelsysteem beïnvloedt.

Bovendien is de drukreferentiekamer afgesloten met een O-ring.

Er is bijgevolg nood aan verdere alternatieven en verbeteringen. De huidige uitvinding beoogt voor één of meer van de hierboven vermelde problemen een opiossing te verschaffen. Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een robuust drukregelsysteem dat eenvoudig samen te stellen is, met minder onderdeien en verbeterde afdichting.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding verschaft hiertoe een drukregelinrichting met een schijf en afsluitmiddel, gebaseerd op een alternatief, verbeterd en betrouwbaar drukregelmechanisme. Het aantal onderdeien werd drastisch gereduceerd. Oringen kunnen verrneden worden.

Meer bepaald voorziet de uitvinding in een drukregelinrichtingsdeel volgens conclusie 1 en een bijpassend afsluitmiddel volgens conclusie 6. Samen maken de onderdeien deel uit van een nieuwe en inventieve drukregelinrichting volgens conclusie 12, een drukregelsysteem volgens conclusie 13, en een kit volgens conclusie 16.

Het afsluitmechanime in de drukregelinrichting is niet meer gebaseerd op een cilinder met een centrale opening in de scheidingswand voor afsluiting met behulp van een piston met steel. Het voorstel is uiterst eenvoudig, compact, makkelijk samen te stellen.

Dit samenstel en het gebruik in een container tot vorming van een drukverpakking, heeft als voordeel:

Er is een grondstof besparing, aangezien een schijf kleiner en lichter zal zijn dan een potje of stolp. Tegelijk kan ook een bodemstuk lichter uitgevoerd worden, aangezien er geen ruimte meer nodig is om het potje te lassen. Beide hebben zowel een economisch (grondstofkost), als een ecologisch (minder kunststof verbruik) voordeel.

BE2017/5233

Door gebruik van het schijfvormige drukregelsysteem wordt de container ingedeeld in minstens twee ruimten: een gedeelte voor opslag van drijfmiddel en een gedeelte voor opslag en afgifte van fluïdum, ook wel vulgoed genaamd in drukverpakkingen.

Dit systeem heeft als voordeel:

Door de schijf op een variabele hoogte in te bouwen in de container, kan met 1 enkel spuitgietstuk een volledig product gamma aan verpakkings volumes opgebouwd worden. Zo kan bijvoorbeeld met een 53 mm diameter schijf, zowel een 100-125-150-185-200-220 ml verpakking gemaakt worden door de hoogte in de verpakking te variëren. In het geval van een gespoten drukkamer of potje moet er in dat geval voor elke variant een ander spuitgiet product gemaakt worden.

De huidige uitvinding heeft als voordeel dat de drukkamer gevormd kan worden door de container zelf, en niet door een aparte binnenbehouder. Dit is niet vanzelfsprekend, aangezien een doorsnee PET container zonder hulpmiddelen niet stabiel is bij 8 bar druk en temperaturen tot 55 °C. Mogelijks zijn er hierbij versterkingen nodig, of kan de druk in de kamer waar vulgoed zit, verlaagd worden. Deze druk is bijvoorbeeld bij bag-on-valve Systemen maar 4 bar.

In een laatste aspect verschaft de uitvinding een methode voor het vervaardigen van een drukregelsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, volgens conclusie 17.

Door het positioneren van de schijf in een flu'idumcontainer op gewenste hoogte, wordt een gewenst volume bepaald voor het omvatten van een drijfgas. De vorm van de schijf maakt het mogelijk om te werken met spuitgieten en een centraal aanspuitpunt.

Verdere voorkeursvormen worden uitgewerkt in de afhankelijke conclusies.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 is een eerste uitvoeringsvorm van een schijf in klokvorm volgens de uitvinding. Figuur 2 toont een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een schijf in klokvorm volgens de uitvinding.

BE2017/5233

Figuur 3 is een eerste uitvoeringsvorm van een drukregelinrichting volgens de uitvinding. Figuur 4 toont een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een drukregel-inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 5 is een uitvoeringsvorm van een drukregelsysteem volgens de uitvinding. Het bevat de drukregelinrichting uit Figuur 4. Figuur beeid een alternatieve uitvoeringsvorm af van een drukregelsysteem volgens de uitvinding. De container wordt afgesloten met een stopsel uit één stuk, gemaakt uit elastomeer.

Figuur 6 en 7 zijn afbeeldingen van een drukregelinrichting met een stopsel uit één stuk. In Fig. 7 is de fluïdumopening rondomrond omgeven met een uitsteeksel. In Figuur 8 bevindt het uitsteeksel zieh op de éénstukkige afsluiter.

Figuur 9 is een afbeelding van een drukregelsysteem met drukregelinrichting in schijfvorm omvattend een steunpunt waarop een eerste containerwand (60) rust en verbonden is. Het bodemstuk wordt gevormd door het onderste deel van een container, waarvan de containerwand (160) dat op haar beurt verbonden is met de drukregelinrichting.

Figuur 10 is een weergave van een stopsel uit één stuk. Het is gemaakt uit een materiaal dat zowel geschikt is om een fluïdumopening af te dichten als om een cilinder af te dichten die dienstdoet als referentiedruk kamer.

Figuur 11 is een weergave van een afdichtingselement in de vorm van een voornamelijk vlakke schijf, d.w.z. een schijf in plaatvorm.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben aile termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.

Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis: Een, de en het zoals hier gebruikt, verwijzen zowel naar het enkelvoud als

BE2017/5233 het meervoud, tenzij de context anders aangeeft. Een compartiment verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment.

Ongeveer zoals hier gebruikt, dat verwijst naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat de waarde waarop de term ongeveer betrekking heeft, zelf ook specifiek beschreven wordt. Omvatten, omvattende en omvat en bestaande uit zoals hier gebruikt, zijn synoniem met bevatten, bevattende of bevat en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv. een component en de aanwezigheid van aanvullende, nietgenoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, en niet uitsluiten.

Het eiteren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle gefallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenais de genoemde eindpunten.

Met de term flu'idum zoals hier gebruikt, wordt bedoeld een substantie, zoals een vloeistof of een gas, die kan strömen, geen vaste vorm heeft en weinig weerstand biedt tegen een externe spanning.

De uitvinders hebben oplossingen gevonden om de problemen met drukverpakkingen uit de stand der techniek op te lossen. De verbetering bestaat uit nieuwe onderdelen voor een drukregelinrichting en systeem. Het resultaat is een compact en robuust drukregelsysteem dat eenvoudig samen te stellen is, met minder onderdelen en verbeterde afdichting.

De uitvinding betreft een drukregelinrichtingsdeel omvattende een fluïdumverbinding en een opvangbekken, bij voorkeur in cilinder- ellips- of oblonge vorm, met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, voorzien voor ontvangst van een afsluitmiddel van het opvangbekken met één of meerdere afsluiters voor het afsluiten en vrijgeven van de fluïdumverbinding, waarin voornoemd drukregelinrichtingsdeel uitgevoerd is in de vorm van een schijf en voornoemde schijf positioneerbaar en fixeerbaar is binnen een flu'idum container daarbij

BE2017/5233 definierend een opslagkamer vulbaar met een drijfmiddel voor drukregeling en voor het aanhouden van een constante vooraf bepaalde druk voor het afgeven van een fluïdum omsloten in de fluïdum container, met het kenmerk, dat het gesloten uiteinde van het opvangbekken een volle scheidingswand is met de voornoemde opslagkamer. Bij voorkeur is de schijf plaatvormig of klokvormig. Een plaatvorm neemt het minste plaats. Een klokvorm heeft als voordeel dat ze afsteuning biedt wanneer een beweegbaar piston wordt gebruikt. Dit komt ook een compact samenzetten ten goede. Het drukregelinrichtingsdeel heeft bij voorkeur een hoogte van ten hoogste 2,5 keer, meer bij voorkeur 2,0 keer, meest bij voorkeur 1,5 keer de hoogte van het opvangbekken inclusief eventuele opstaande wanden.

Dit heeft als grote voordeel dat de schijf enerzijds een goedkoper te produceren stuk is dan een stolpvormige drukkamer of potje en anderzijds ook dat het compacter is, stapelbaar, en dus kosten kunnen gespaard worden bij transport. Er is ook geen inzetstuk nodig. Het volume van de kamer voor opslag van drijfmiddel is regelbaar met behulp van dit onderdeel. Het drukregelinrichtingsdeel kan gemaakt worden uit één stuk, door spuitgieten, bij voorkeur met een centraal aanspuitpunt. Dit is voordelig voor de sterkte van het opvangbekken. Bij voorkeur heeft het opvangbekken de vorm van een cilinder of oblong lichaam.

De fluïdum verbinding is bij voorkeur voorzien buiten het opvangbekken. De afsluiter is bij voorkeur gelegen recht tegenover de fluïdum verbinding.

Bij voorkeur is de fluïdum verbinding rond de omtrek voorzien van uitsteeksel uitstrekkende vanaf de buitenkant van de wand van de schijf richting de top van de fluïdum container waar fluïdum de container kan verlaten; bij voorkeur uitstrekkende met een hoogte Hl van 0,1-2,0 mm; meer bij voorkeur met een hoogte Hl van 0,2-1,8 mm; nog meer bij voorkeur 0,3-1,6 mm; meest bij voorkeur 0.4-1,4 mm. Bij voorkeur is het uitsteeksel een bobbel, afgeknotte kegelvorm, kubusvorm of een rechthoekige vorm. Het uitsteeksel kan ook geleverd worden door een naald die in de flu'idumopening werd aangebracht.

Het drukregelinrichtingsdeel is bij voorkeur voorzien van één of meerdere vloeistofsloten. Een vloeistofslot verhindert de toegang tot een opening, in het bijzonder de fluïdumverbinding.

BE2017/5233

Een vloeistofslot kan gebruikt worden als aiternatief voor een piston. Beide uitvoeringsvormen vermijden dat fluïdum in de fluïdumverbinding kan komen. Een combinatie van een vloeistofslot en een dip-buis is voordelig voor fluïdum met een läge viscositeit. Anders zou het product met de läge viscositeit in de fluïdumverbinding kunnen komen. In het geval waar er een vloeistofslot wordt gebruikt, wordt voorkomen dat vloeistof in de kamer onder de schijf komt, zelfs wanneer het stopsel zieh in open positie bevindt, waarbij het afsluitingselement de fluïdumverbinding niet afsluit.

In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm bestaat het vloeistofslot uit een stuk afdichtingsmateriaal dat gedeeltelijk is vastgemaakt aan de schijfwand. Dit laat draaibeweging van het afdichtingsmateriaal toe waardoor de fluïdumverbinding kan openen en sluiten. Bij voorkeur gebeurt het vastmaken door lassen, zoals laserlassen of ultrasoon lassen of lijmen.

Het drukregelinrichtingsdeel is bij voorkeur voorzien van één of meerdere ontluchtingsmiddelen. Het gebruik van een ontluchtingsmiddel in de drukregelinrichting heeft als voordeel dat bij de assemblage van de onderdelen de referentiekamer kan openblijven, d.w.z. in contact met de atmosfeer, niet onder druk, maar bij omgevingsdruk. Dit staat tegenover de gesloten positie, waarbij de referentiekamer afgesloten is met een afdichtingsmiddel en dus wordt blootgesteld aan de eigen interne référéntiedruk. In gesloten positie is de referentiekamer geactiveerd.

Dit heeft enkele grote voordelen. Zolang de drukregelinrichting open is, is het minder gevoelig voor externe manipulaties zoals verdere assemblage, transport of opslag. Als de drukregelinrichting gesloten zou zijn, zouden deze manipulaties verschillen kunnen veroorzaken in de referentiepositie of -druk van het stopsel, bijvoorbeeld, als het niet ongebruikelijk is dat de lege inrichtingen, tussen assemblage en vullen, gedurende een lange période tot een jaar of langer opgeslagen worden. De uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding met ontluchtingsmiddelen laat toe dat de referentiekamer gesloten is op het ogenblik van het vullen. Als synoniem voor ontluchtingsmiddel, kan de term ventillatiemiddel of verluchtingsmiddel worden gebruikt.

De ontluchtingselementen kunnen gepositioneerd zijn in het bovenste deel van het opvangbekken van de referentiekamer. Deze ontluchtingssmiddelen bieden lokale

BE2017/5233 onderbrekingen in de cilindrische wand van de referentiekamer. Het stopsel dat in het opvangbekken, bij voorkeur de cilinder, beweegt, is uitgerust met een afdichtingsmechanisme, bijvoorbeeld een O-ring, die een bepaalde diametervoorspanning heeft met het opvangbekken voor het bereiken van het sluiten van de referentiekamer. Door het bovenste deel van het opvangbekken met ontluchtingsmiddelen te onderbreken, heeft het afdichtingsmechanisme van het stopsel nog steeds de voorspanning met het opvangbekken om het mechanisch op zijn plaats te houden, maar het dicht nog niet af omwille van de ontluchtingsmiddelen. Zo kan het stopsel ingebracht worden en mechanisch op zijn plaats gehouden worden, terwijl de referentiekamer open gehouden blijft bij omgevingsdruk (niet geactiveerd). Enkel wanneer het stopsel verder in het opvangbekken, bij voorkeur de cilinder, wordt geduwd naar een positie onder de ontluchtingsmiddelen, zal het de referentiekamer effectief afdichten (geactiveerd).

Deze ontluchtingsmiddelen kunnen in verschillende vormen en in verschillende aantallen voorkomen. Een minimum van één ontluchtingsmiddel heeft de voorkeur, meer bij voorkeur twee of meer. Ontluchtingsmiddelen kunnen voorkomen als een groef in het bovenste deel van de cilinderwand. Maar wanneer de wand verder boven de bovenkant van de kamer komt, zullen ze voorkomen als een opening in de bekkenwand of de cilinderwand.

In een bijkomend aspect verschaft de uitvinding een afsluitmiddel, voor opname in een drukregelinrichtingsdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, met één of meerdere afsluiters voor het afsluiten en vrijgeven van een flu'idumverbinding in het drukregelinrichtingsdeel en een afsluiter voor de cilinder van het drukregelinrichtingsdeel.

Het afsluitmiddel is bij voorkeur een stopsel. Het stopsel heeft bij voorkeur de vorm van een hoed, met een ononderbroken rand of met een onderbroken rand en vorming van oortjes ook kraagdelen genoemd. Dit zorgt voor materiaalbesparingen vergeleken met een stopsel waar de kraag längs de omtrek loopt met de stopselnek. De materiaalbesparingen zijn op het deel van het stopselmateriaal, maar ook op het deel van het afsluitingselement. Het materiaal van het afsluitingselement kan erg goed gepositioneerd worden en kan erg lokaal gehouden worden. Een lokaal gepositioneerde afdichting kan bijvoorbeeld geleverd worden door een kleine cilinder, een halve kogelvorm of zelfs een stuk tape.

BE2017/5233

Bij gebruik van een stopsel met kraagdelen is het voordelig om een schijf met geleidingsmiddelen voor de kraagdelen te gebruiken. Het drukregelinrichtingsdeel is bij voorkeur voorzien van één of meerdere geleidingsmiddelen voorzien zijn voor het geleiden van de één of meerdere kraagdelen. Dit is voordelig voor het positioneren van het afsluitmiddel in het opvangbekken.

Een uitvoeringsvorm waarbij het opvangbekken uitgerust is met een onderbroken omtreksgewijze wand naar de top van de fluïdumverdeelcontainer toe en het stopsel tegelijkertijd is uitgerust met radiaal lopende uitsteeksels, in de vorm van oren, die passen in de onderbrekingen van die wand, is in grote mate voordelig. Deze constructie levert een geleidingsmechanisme voor het stopsel. Het geleidingsmechanisme voorkomt dat het stopsel kan kantelen. Aangezien het kantelen een erg negatieve impact kan hebben op de precisie en doeltreffendheid van de drukregelinrichting, is het voordelig om dit te kunnen vermijden.

Het afsluitmiddel is bij voorkeur voorzien van een uitsteeksel om op voornoemde fluïdum verbinding te ageren, meer bepaald het openen en sluiten van de fluïdum verbinding. Voornoemd uitsteeksel heeft bij voorkeur een hoogte H2 van 0,1-2,0 mm, meer bij voorkeur met een hoogte H2 van 0,2-1,8 mm, nog meer bij voorkeur 0,3-1,6 mm, meest bij voorkeur 0,4-1,4 mm.

Het afsluitmiddel omvat bij voorkeur een kraag of één of meerdere kraagdelen, bij voorkeur twee kraagdelen, om te ageren op de fluïdum verbinding; bij voorkeur om te ageren op het om de omtrek van de fluïdum verbinding voorziene uitsteeksel.

In een voorkeursvorm van de uitvinding is de nek van het afsluitmiddel gemaakt van een afsluitmateriaal. Dit als alternatief en voorkeur boven een uitvoering waarbij in de nek van het afsluitmiddel een afsluitmateriaal voor het opvangbekken zoals een cilinder, is opgenomen, zoals een O-ring of X-ring.

In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm wordt het stopsel geproduceerd met behulp van een tweecomponenten-spuitgietproces, waarbij erg lokaai en waar afsluiting nodig is, een kleine hoeveelheid afdichtingspolymeer wordt ge'injecteerd, zoals silicone of NBR.

BE2017/5233

Zeifs meer bij voorkeur, aangezien de fluïdumverbinding erg klein is, kan het volledige Stöpsel werken als een afsluitingselement. Dit heeft als voordeel dat er geen afzonderlijk afsluitingselement moet worden toegevoegd voor het afsluiten van de fluïdum verbinding aangezien het stopsel zelf dient als afsluitingselement.

Meer bij voorkeur zijn de kraag of één of meerdere kraag delen en/of de afsluitmiddel nek, of het afsluitmiddel, voorzien van of gemaakt van elastomeer materiaal.

Met de term elastomeer zoals hier gebruikt, wordt een rubberachtig materiaal bedoeld dat bestaat uit lange ketenachtige moleculen, die hun oorspronkelijke vorm opnieuw kunnen aannemen na in grote mate uitgetrokken te zijn - vandaar de naam elastomeer, van elastisch polymeer. Elastomeren zijn polyisopreen, het polymeer bestanddeel van natuurlijke rubber of synthetische stoffen, zoals styreen-butadieen rubber, butadieen rubber, acrylonitriel-butadieen copolymeer (nitrielrubber), isobutyleen-isopreen copolymeer (butyl rubber), polychloropreen (neopreen), polysulfide (Thiokol), polydimethyl siloxaan (silicone), fluoroelastomeer, polyacryiaat elastomeer, poiyethyieen (gechloreerd chlorogesulfoneerd), styreen-isopreen-styreen (SIS, styreen-butadieen-styreen (SBS) blokcopolymeer, EPDM-polypropyleenmengsel. Het genoemde elastomeer materiaal is bij voorkeur een acrylonitriel butadieen rubber (NBR). Het heeft als voordeel dat het luchtdicht is. Een ander voorkeur dragend elastomeer is een fluoroelastomeer, verkocht onder de handelsnaam Viton. Nog meer bij voorkeur is het een thermoplastisch elastomeer. Meest bij voorkeur een thermoplastisch elastomeer geselecteerd uit de lijst: TPE-E (Thermoplastic Copolyester Elastomers), TPE-0 (Thermoplastic Polyolefin Elastomers), TPE-S (PP gebaseerde compounds met een rubber deel), TPE-V (PP gebaseerde compounds met een EPDM deel), TPE-U (thermoplastische polyurethanen), TPE-A (thermoplastische polyamides). Deze materialen kunnen eenvoudig via de techniek van spuitgieten in een gekoelde matrijs verwerkt worden. Dit in tegenstelling tot silicone of NBR materialen, die in een matrijs gevulcaniseerd moeten worden, wat een nadelig effect heeft op de cyclustijd.

De Shore A-schaal wordt gebruikt voor het meten van de hardheid van elastomeren, rubberachtige materialen en plastomeermaterialen zoals polyurethaan. Hoe hoger het getal, hoe harder het materiaal. De methode voor het

BE2017/5233 meten met behulp van een durometer staat beschreven in de ISO-norm 76191:2010.

In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm heeft het genoemde elastomeer materiaal een Shore A-hardheid van 50-100, meer bij voorkeur 60-90, zelfs meer bij voorkeur 65-80, meest bij voorkeur 70. Een acrylonitriel butadieen rubbermateriaal met Shore A-hardheid 70 of een fluoroelastomeer met Shore Ahardheid 75 wordt bij voorkeur gebruikt.

In een voorkeursvorm van de uitvinding zijn het afsluitmiddel en het afsluitmateriaal uit hetzelfde materiaal gemaakt, bij voorkeur als één stuk. Het afsluitmiddel is bij voorkeur vervaardigd uit één stuk, bij voorkeur uit een elastomeer materiaal, meer bij voorkeur in een elastomeer materiaal met een Shore-A hardheid van 50 tot 100, nog meer bij voorkeur 60 tot 90, meest bij voorkeur 65 tot 80. Op deze wijze kunnen de gewenste functionaliteiten geleverd worden, namelijk ageren op de fluïdumverbinding en afsluiten van het opvangbekken (een cilinder), met één enkel onderdeel. Dit spaart productiestappen uit. Het vereenvoudigt de constructie sterk.

In een verder aspect verschaft de uitvinding een drukregelinrichting voor het regelen van een constant vooraf bepaald druk in een drukverpakking, met het kenmerk, dat het een drukregelinrichtingsdeel omvat volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding en een afsluitmiddel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, opgenomen in het opvangbekken, daarbij definierend een drukreferentiekamer. Bij voorkeur heeft het opvangbekken een cilindervorm, ellipsvorm of oblonge vorm.

De kamer heeft bij voorkeur een diameter van 15,0-30,0 mm, bij voorkeur 18,028,0 mm, meer bij voorkeur 20,0-25,0 mm, meest bij voorkeur 22,0-24,0. Het stopsel heeft bij voorkeur een hoogte h van 5,0-15,0 mm, bij voorkeur 7,0-13,0 mm, meer bij voorkeur 8,0-12,0 mm, zelfs meer bij voorkeur 9,0-11,0 mm, meest bij voorkeur 10,0 mm. Deze relatief grote diameters hebben als voordeel dat wrijving op afdichtingsmiddelen op de stopselnek, geminimaliseerd is.

In een verder aspect verschaft de uitvinding een drukregelsysteem omvattend een container en een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, met het kenmerk, dat de container is voorzien om te kunnen weerstaan

BE2017/5233 aan de druk die door de drukregelinrichting wordt geregeld; bij voorkeur is voornoemde container een metalen container of een kunststof-container, meer bij voorkeur een PET- container, meest bij voorkeur een PET-container verkregen met injectie-strek-blazen (ISBM).

Injectie-strek-blazen omvat de volgende stappen: spuitgieten van een voorvorm, strek-blazen van de voorvorm in een containervorm, wegsnijden van het bodemof topdeel voor het verkrijgen van opening voor het inbrengen van de schijfvormige drukregelinrichting.

Als alternatief kan de container gemaakt zijn uit andere biaxiaal strekbare kunststoffen, zoals polyethyleen naftalaat (PEN), polyethyleen-coisosorbiet tereftalaat (PEIT), polytrimethyleen furaandicarboxylaat (PTF), hoge-dichtheid polyethyleen (HDPE), polyproplyeen (PP), polyamiden, polystyreen, polyvinylchloride (PVC), cyclisch olefinepolymeer (COC), of een combinatie ervan.

In een andere uitvoeringsvorm zou de container gemaakt kunnen zijn door een extrusieproces. In dit geval wordt een buisdeel geëxtrudeerd en afgesneden/afgesloten tot de gewenste lengte. Dit heeft als voordeel dat er geen residueel materiaal wordt afgesneden, in tegenstelling tot het afsnijden van de onderkant van containers die zijn geproduceerd door een ISBM-proces. Dit afsnijden van de onderkant is afval dat duur is. Als de containerbuis wordt geproduceerd door extrusie, moet er een afzonderlijk extra deel worden toegevoegd om te kunnen afsluiten.

In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm hebben de druk in de drijfmiddelopslag ruimte en het gedeelte waar vulgoed is opgeslagen een verhouding van 4:1 tot 3:1. De drijfgas opslag staat gewoonlijk onder 6 tot 8 bar druk en de druk binnen de fluïdumcontainer in het deel met vulgoed bedraagt typisch 2 bar.

Een dispenser met een inhoud van 200 ml heeft gewoonlijk een werkelijke inhoud van 240 ml vloeistof en 80 ml drijfgas. De 80 ml drijfgas wordt onder druk gebracht tot 8 bar. Het kan 2 bar leveren om de totale inhoud van 320 ml naar buiten te brengen en de container te ledigen.

Bij voorkeur is de container in het drukregelsysteem voorzien met een koepelvormig piston geschikt om fluïdum en drijfgas te scheiden, en dewelke

BE2017/5233 beweegbaar is naar een afgifte opening van de container toe door de overmaat druk heersend in de container, met het kenmerk, dat de koepel vormpassend is met het kopgedeelte van de container en/of met het drukregelinrichtingsdeel.

Het beweegbaar piston is bij voorkeur uitgevoerd als een koepel met ringvormige ribben. Dit komt de beweeglijkheid ten goede en tegelijk blijft het piston voor afscheiding zorgen tussen fluidum of vulgoed en drijfmiddel, bij voorkeur een drijfgas, meest bij voorkeur samengedrukte lucht. Als alternatief op perslucht kunnen andere drijfgassen worden gebruikt zoals N₂, CO₂ of NO₂ of vloeibare drijfmiddelen zoals isobuteen of isopentaan.

Een alternatief om te zorgen voor een scheiding tussen vulgoed en drijfmiddel, is de uitvoering van de container als bag-on-valve systeem. Hierbij wordt op een afgifte opening een doseerklep gemonteerd met daaraan een zak voor het omsluiten van het vulgoed. Op deze manier komt het niet in contact met het drijfmiddel. In geval gecomprimeerde lucht als drijfmiddel wordt gebruikt, biedt dit een oplossing voor vulgoed dat gevoelig is voor blootstelling aan lucht, vooral aan zuurstof.

Bij voorkeur is de container vastgemaakt aan de schijf met een permanente verbinding. Dit kan bereikt worden door lassen, bij voorkeur door laserlassen. Bij voorkeur is de schijf aan de wand vastgemaakt met een dubbele naad. Dit zorgt voor extra sterkte.

De schijf is bij voorkeur uitgevoerd in laser lasbaar materiaal. Dit kan bijvoorbeeld bekomen worden door een kunststof samenstelling te voorzien van zwartsel, ook carbon black genoemd.

Tevens verschaft de uitvinding een kit met onderdelen voor het vervaardigen van een drukregelinrichting volgens de uitvinding omvattend een drukregelinrichtingsdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en een afsluitmiddel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In een laatste aspect verschaft de uitvinding een methode voor het vervaardigen van een drukregelsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvattend de stappen:

BE2017/5233 voorzien in een schijf omvattend een opvangbekken met een open uiteinde en een gesloten uiteinde volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, opnemen in het opvangbekken van een afsluitmiddel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, vastmaken van de schijf aan de wand van een fluïdum container.

Het opvangbekken heeft bij voorkeur een cilindervorm, oblonge vorm, of ellipsvorm.

De keuze van een schijf en afsluitmiddel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft als voordeel dat voor een statische in plaats van dynamische afdichting wordt gekozen. Dit is een robuustere, meer betrouwbare manier van afdichten, minder gevoelig aan beschadiging en sleet.

De schijf kan vervaardigd zijn door middel van spuitgieten, stansen of thermoforming. Een spuitgietstuk heeft de voorkeur. De fluïdumverbinding kan achteraf worden aangemaakt, bijvoorbeeld door het boren van één of meerdere gaten doorheen de schijfwand. Desgewenst kan de mal voor spuitgieten voorzien worden om rechtstreeks een schijf met één of meerdere gaten te produceren. Bij voorkeur is het spuitgietstuk gemaakt uit een kunststofsamenstelling gebaseerd op polyethyleentereftalaat (PET). Naar behoefte worden aan de samenstelling versterkingsmiddelen, zoals glasvezels of impact modifiers, toegevoegd. De keuze van de afmetingen van het opvangbekken en de hoogte van de afsluiter bepalen welke referentiedruk kan worden ingesteld.

De vormgeving van de schijf, in het bijzonder de volle wand in het opvangbekken als scheidingswand met de kamer voor opslag van de drijfmiddel voorraad, zorgt ervoor dat met een centraal aanspuitpunt kan gewerkt worden in het spuitgietproces.

Het vastmaken gebeurd bij voorkeur door lassen, meer bij voorkeur door laserlassen. Daartoe kan in de schijf zwartsel, ook wel carbon black genoemd, worden voorzien. Het positioneren van de schijf voorafgaand aan het vastmaken, definieert het volume dat gewenst is voor opslag van een drijfmiddel, na productie van de drukregelinrichting.

BE2017/5233

Bij voorkeur wordt de container gevuld met vulgoed längs een opening in de container gelegen tegenover de bodem of het bodemstuk.

Indien nodig wordt de drukkamer nog voorzien van een bodemstuk. Bij voorkeur is in het bodemstuk een plug opgenomen. Het drijfmiddel wordt bij voorkeur ingebracht via een plug in het bodemstuk. Het drijfmiddel kan van de fluïdum opening naar het vulgoed strömen. Wanneer de druk in de bovenste kamer, de afsluiter in het opvangbekken duwt, wordt daarbij de fluïdum verbinding afgesloten. Het drijfmiddel kan verder gecomprimeerd worden tot een gewenste druk in de onderste kamer wordt bereikt.

Wanneer de druk in de fluïdum container zakt beneden de vooraf bepaalde druk zoals ingesteld in het afgesloten opvangbekken, bij voorbeeld door wegnemen van vulgoed via een dispenser kop, dan beweegt de afsluiter richting de kop en wordt de fluïdum verbinding van de drukregelinrichting vrijgegeven. Drijfmiddel stroomt vanuit de opslagkamer doorheen de fluïdumverbinding. Wanneer de druk aan de ander kant van de schijf weer de ingestelde référéntiedruk bereikt dan wordt de afsluiter richting fluïdumverbinding geduwd en wordt deze afgedicht.

De uitvinding wordt verder geïllustreerd aan hand van tekeningen. Deze zijn niet beperkend.

In Figuur 1 is met referentienummer 1 een eerste uitvoeringsvorm van een schijf in klokvorm volgens de uitvinding getoond. De schijf heeft een diameter die overeenkomt met de binnendiameter van een container die zal worden uitgerust als een drukverpakking. De schijf is aan de uiteinden voorzien om te worden verbonden met de wand van de container. De schijf is positioneerbaar en fixeerbaar binnen een fluïdum container 60 ingericht voor het afgeven van een fluïdum omsloten in de container aan een constante vooraf bepaalde druk regelbaar met voornoemde schijf 1 en van afsluitmiddel 8 voorziene container 60. De container kan bijvoorbeeld bestaan uit een spuitbus die is ingericht om vanuit de container bij een vooraf bepaalde druk een fluïdum, waarmee de container is gevuld, af te geven.

De schijf 1 is voorzien van een cilinder 40 met een open uiteinde en een gesloten uiteinde. De cilinder 40 is voorzien voor ontvangst van een afsluitmiddel 8. Het afsluitmiddel vormt samen met de schijf een referentiekamer. Verder is het

BE2017/5233 afsluitmiddel voorzien van één of meerdere afsluiters 7 voor het afsluiten van een flu'idum verbinding 9 voorzien buiten de cilinder in de schijf 1. Deze vormt een verbinding tussen een opslagkamer beneden de schijf en de ruimte boven de schijf. Door de positie tegenover de één of meerdere afsluiters 7 kan een fluïdumverbinding worden afgesloten of geopend. De relatieve beweging van het afsluitmiddel in de cilinder wordt bepaald door het drukverschil tussen de kamer met opgeslagen drijfgas en de ruimte boven de schijf, waar vulgoed opgeslagen is.

In Figuur 2 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een schijf lvolgens de uitvinding afgebeeld. De fluïdumverbinding 9 in de schijf en gelegen buiten de cilinder 40 is niet voorzien van een uitstulping aan de buitenwand 17. Om dit type fluïdumverbinding te kunnen afsluiten dient de schijf gecombineerd met een afsluitmiddel dat een klein opperviak levert dat de fluïdumverbinding kan afsluiten. Mogelijke combinaties van afsluitmiddelen 8 en schijven zijn weergegeven in Figuren 3 en 4. Figuur 3 geeft een afsluitmiddel 8 weer dat samen met de schijf en een afsluitring 5 een afgesloten kamer 4 vormt. Het afsluitmiddel, hier een stopsel 8, kan in de cilinder 40 op en neer bewegen wanneer de schijf in een container van een drukverpakking is ingebracht. Het afsluitmiddel in Figuur 3 is uitgerust met een uitstulpsel 71 dat rechtover de fluïdumverbinding 9 is aangebracht en deze kan sluiten of openen. Figuur 4 geeft een afsluitmiddel 8 weer dat kan inwerken op een uitstulpsel 6 voorzien op de buitenwand 17 van de schijf.

Figuur 5 beeid een uitvoeringsvorm weer van een drukverpakking of drukregelsysteem 100 omvattende een container voorzien van een schijf 1 volgens de uitvinding en afgesloten met een bodemplaat voorzien van een afdichting 42. De container kan gemaakt worden door injectie strek blazen (ISBM), bijvoorbeeld door een kunststof preform om te zetten naar een flesvorm. Een gewenste container lengte kan bekomen worden door het afzagen van de bodem en/of inkorten van de container längs de lengte as. Een schijf 1 volgens de uitvinding kan op een gewenste hoogte worden ingebracht. Door de instelling van de hoogte wordt het volume van de kamer 3 onder de schijf bepaald. De schijf is verbindbaar met de container wand door lassen, bij voorkeur laserlassen. Hiertoe is het voordelig om de verbindingsstukken in de schijf te voorzien van een laser-energie absorberend materiaal. Dit kan bijvoorbeeld een ring zijn voorzien met grafiet. De container kan onderaan worden afgesloten met een bodemplaat 2. Door een gat in de bodemplaat afsluitbaar met een afdichting 42 kan een drijfgas worden

BE2017/5233 ingebracht. Daarna kan de kamer 3 worden afgesloten. Het drijfgas is bij voorkeur gecomprimeerde lucht. Dit heeft als voordeel milieuvriendelijk te zijn en goedkoop. De container 60 wordt bovenaan voorzien met een dispenserkop 15. Boven de schijf 1 wordt de container 60 voorzien met een flui'dum dat onder druk van het drijfgas uit de container 60 kan worden gedreven. Dit flui'dum kan een gas, vloeistof of comprimeerbare vaste stof zijn. Bij het activeren van de dispenserkop 15 verlaat drijfgas uit de kamer boven de schijf 10 de container 60. Door het relatieve drukverschil tussen deze kamer 10 en de kamer onder het afsluitmiddel 4 beweegt het afsluitmiddel 8 in de cilinder 40 richting de dispenserkop 15. Hierbij wordt de verbinding tussen de kamers boven 10 en onder 3 de schijf vrijgegeven. Uit de voorraad drijfgas in de onderste kamer 3 stroomt drijfgas of richting de kamer boven de schijf 10 en afsluitmiddel 8. Wanneer het drukverschil bijna gelijk is beweegt het afsluitmiddel, bij voorkeur een stopsel 8, terug richting de bodem van de container. Hierbij wordt de verbinding 9 weer gesloten. De druk voor het afgeven is bij geregeld tot de vooraf bepaalde druk. Dit procès gaat zodanig snel dat de druk voor afgifte van het vulgoed vrijwel constant is.

Figuur 6 beeid een alternatieve uitvoeringsvorm weer van een drukverpakking of drukregelsysteem 100 omvattende een container 60 voorzien van een schijf 1 volgens de uitvinding en afgesloten met een bodemplaat 2 voorzien van een afdichting, in het bijzonder een Nicholson plug 42. De container werd gevormd door het blaasgieten van een preform. Aan de top van de container is een nekopening 32 te zien met randen. Deze leveren een aanhechtingsplaats voor een drukventiel 150. De container is verder voorzien van een koepelvormige piston 52, met ribbelranden 53. De koepelvorm is vormpassend met het schoudergedeelte van de container. Het middenste deel van de piston vertoont een instulping rekening houdende met het drukventiel in de top. Deze uitvoering zorgt ervoor dat het piston tot bovenin de container kan opschuiven. Dit zorgt voor maximale leging van het vulgoed omsloten in de ruimte 10 boven de piston 52 uit de container 60. Het piston 52 is ook vormpassend met de koepelvormige drukregelinrichting 1. Het stopsel is voorzien van en instulping waarin deze van de piston past. De fluïdumverbinding 9 is voorzien buiten de cilinder 40. De opening 9 in de schijfwand 17 is omringd door een uitsteeksei. Dit zorgt voor een klein oppervlak dat gedicht kan worden door de kraag 15 van het stopsel, gelegen tegenover de flu'idumopening 9. De cilinder heeft een opstaande rand 79 die boven de schijf uitstrekt. De rand is licht gebogen en dient als aanslag voor het stopsel 8. De schijf is gemaakt door spuitgieten. Centraal is nog het aanspuitkanaal te zien. Onder de

BE2017/5233 schijf is een ruimte 3 voor opslag van drijfmiddel. Deze wordt afgesloten door een apart bodemstuk 2 met opstaande randen 69 die dienstdoen als versterking.

Centraal in de bodemplaat 2 is een Nicholson plug opgenomen.

Figuur 7 beeid een schijfvormige drukregelinrichting af met een stopsel uit één stuk. De fluïdumopening 9 is omringd met een uitsteeksel.

Figuur 8 is een afbeelding van een alternatieve drukregelinrichting met een stopsel uit één stuk. In deze uitvoering bevindt het uitsteeksel 71 zieh op de eenstukkige afsluiter 8 tegenover de fluïdumopening 9.

Figuur 9 is een afbeelding van een drukregelsysteem met drukregelinrichting in schijfvorm omvattend een steunpunt 200 waarop een eerste containerwand (60) rust en verbonden is. Het bodemstuk wordt gevormd door het onderste deel van een container 160, waarvan de containerwand 160 dat op haar heurt verbonden is met de drukregelinrichting.

Figuur 10 is een weergave van een stopsel 8' uit één stuk. Het is gemaakt uit een materiaal dat zowel geschikt is om een fluïdumopening 9 af te dichten als om een cilinder 40 af te dichten met behulp van de randen 400 die een O-ring vervangen. Het stopsel omvat twee kraagdelen 15, 15' en een afsluitrand 400.

Figuur 11 is een doorsnede van een afdichtingselement 1 in de vorm van een voornamelijk vlakke schijf. De opstaande randen 117 aan de zijkanten van de schijfplaat zorgen voor verbeterde aanhechting aan een container wand 60. De opstaande rand 117 levert een concentrische versterking van de container wand 60. De cilinder afgebeeld in Figuur 11 vertoont twee inkepingen 85 in de opstaande wanden van de cilinder 40. Deze zorgen voor geleiding van de kraagdelen 15, 15' van een vormpassend stopsel 8', zoals het exemplaar afgebeeld in Figuur 10. De afgeronde randen 80 zorgen voor een opening die verkleint naarmate het stopsel de cilinder ingaat. Deze schijf kan door spuitgieten uit een kunststofsamenstelling worden gemaakt. Indien gewenst kunnen in de samenstelling chemische versterkingen worden aangebracht, zoals bijvoorbeeld glasvezels. Verder kan zwartsel of carbon black worden gebruikt, ten minste in de opstaande buitenrand 117 om de schijf te kunnen bevestigen middels laserlassen aan een containerwand.

B E2017/5233

Claims (15)

1. CONCLUSIES

   1. Drukregelinrichtingsdeel (1) omvattende een fluïdumverbinding (9) en een opvangbekken, bij voorkeur een cilinder (40), ellipsvormig of oblong lichaam, met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, voorzien voor ontvangst van een afsluitmiddel (8, 8') van het opvangbekken (40) met één of meerdere afsluiters (7, 71) voor het afsluiten en vrijgeven van de fluïdumverbinding (9), waarin voornoemd drukregelinrichtingsdeel uitgevoerd is in de vorm van een schijf (1) en voornoemde schijf positioneerbaar en fixeerbaar is binnen een fluïdum container (60) daarbij definierend een opslagkamer (3) vulbaar met een drijfmiddel voor drukregeling en voor het aanhouden van een constante vooraf bepaalde druk voor het afgeven van een fluïdum (10) omsloten in de fluïdum container (60), waarin het gesloten uiteinde van het opvangbekken (40) een voile scheidingswand is met de voornoemde opslagkamer (3), met het kenmerk, dat de fluïdum verbinding (9) voorzien is buiten het opvangbekken (40) en de schijf plaatvormig of klokvormig is.
2. 2. Drukregelinrichtingsdeel (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voornoemde fluïdum verbinding (9) rond de omtrek voorzien is van uitsteeksel (6) uitstrekkende vanaf de buitenkant van de wand (17) van de schijf (1) richting de fluïdum dispenser (150); bij voorkeur uitstrekkende met een hoogte Hl van 0,1-2,0 mm.
3. 3. Drukregelinrichtingsdeel (1) volgens één der conclusies 1 tot 2, met het kenmerk, dat één of meerdere vloeistofsloten en/of ontluchtingsmiddelen voorzien zijn.
4. 4. Drukregelinrichtingsdeel (1) volgens één der conclusies 1 tot 2, met het kenmerk, dat één of meerdere geleidingsmiddelen (85) voorzien zijn voor het geleiden van de één of meerdere kraag delen (15).
5. 5. Afsluitmiddel (8, 8') voor opname in een drukregelinrichtingsdeel (1) volgens één der conclusies 1 tot 4, met één of meerdere afsluiters (7, 71) voor het afsluiten en vrijgeven van een fluïdumverbinding (9) in het drukregelinrichtingsdeel (1) en een afsluiter (5, 400) voor het opvangbekken (40) van het drukregelinrichtingsdeel (1), met het kenmerk, dat het

   B E2017/5233 afsluitmiddel geen piston met steel is waarbij de steel doorheen een ring en/of wand van de opslagkamer beweegt om te openen of sluiten en de afsluiter (400) voor het opvangbekken integraal deel uitmaakt van het afsluitmiddel (8').
6. 6. Afsluitmiddel (8, 8') volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voornoemd afsluitmiddel voorzien is van een uitsteeksel (71) om op voornoemde fluïdum verbinding (9) te ageren, bij voorkeur heeft voornoemd uitsteeksel een hoogte H2 van 0,1-2,0 mm.
7. 7. Afsluitmiddel (8, 8') volgens één der conclusies 5 tot 6, met het kenmerk, dat het afsluitmiddel (8, 8') vervaardigd is uit een elastomeer materiaal, meer bij voorkeur een elastomeer materiaal met een Shore A-hardheid van 50 tot 100.
8. 8. Afsluitmiddel (8') volgens één der conclusies 5 tot 8, met het kenmerk, dat het afsluitmiddel (8') vervaardigd is uit één stuk, bij voorkeur in een elastomeer materiaal, meer bij voorkeur een elastomeer materiaal met een Shore A-hardheid van 50 tot 100.
9. 9. Afsluitmiddel (8, 8') volgens één der conclusies 8 tot 9, met het kenmerk, dat voornoemd afsluitmiddel (8) een kraag (15) of één of meerdere kraagdelen, bij voorkeur twee kraagdelen, omvat om te ageren op de fluïdum verbinding (9); bij voorkeur om te ageren op het om de omtrek voorziene uitsteeksel (6).
10. 10. Drukregelinrichting voor het regelen van een constant vooraf bepaald druk in een drukverpakking, met het kenmerk, dat het een drukregelinrichtingsdeel (1) omvat volgens één der conclusies 1 tot 4 en een afsluitmiddel volgens één der conclusies 5 tot 9, opgenomen in het opvangbekken (40), daarbij definierend een drukreferentie kamer (4).
11. 11. Een drukregelsysteem (100) omvattend een container (60) en een drukregelinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de container (60) is voorzien om te kunnen weerstaan aan de druk die door de drukregelinrichting wordt geregeld; bij voorkeur is voornoemde container een metalen container of een kunststof-container, meer bij voorkeur een PET21

    B E2017/5233 container, meest bij voorkeur een PET-container verkregen met injectiestrek-blazen (ISBM).
12. 12. Het drukregelsysteem (100) volgens conclusie 11, waarin de container (60) voorzien is met een koepelvormig piston (52) geschikt om fluïdum en drijfgas te scheiden, en dewelke beweegbaar is naar een afgifte opening van de container toe door de overmaat druk heersend in de container (60), met het kenmerk, dat de koepel vormpassend is met het kopgedeelte van de container (60) en/of met het drukregelinrichtingsdeel (1).
13. 13. Het drukregelsysteem (100) volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat voornoemde container (60) vastgemaakt is aan voornoemde schijf (1) middels lassen, bij voorkeur middels laserlassen, meer bij voorkeur met een dubbele naad.
14. 14. Kit met onderdelen voor het vervaardigen van een drukregelinrichting volgens conclusie 10 omvattend een drukregelinrichtingsdeel (1) volgens één der conclusies 1 tot 4, en een afsluitmiddel (8, 8') volgens één der conclusies 11 tot 13.
15. 15. Een méthode voor het vervaardigen van een drukregelsysteem (100) volgens één der conclusies 11 tot 13, omvattend de stappen:

    voorzien in een schijf (1) omvattend een opvangbekken (40) met een open uiteinde en een gesloten uiteinde volgens één der conclusies 1 tot 4; bij voorkeur door spuitgieten;

    opnemen in de cilinder van een afsluitmiddel (7, 71) volgens één der conclusies 5 tot 9;

    vastmaken van de schijf (1) aan de wand van een fluïdum container (60).

    BE2017/5233

    BE2017/5233

    9'

    BE2017/5233

    150

    J