BE1030478B1

BE1030478B1 - Drukregelsysteem voor het behoud van een vooraf bepaalde constante werkdruk in een spuitbus

Info

Publication number: BE1030478B1
Application number: BE20225300A
Authority: BE
Inventors: Cuyper Dirk De
Original assignee: Gojara Bv
Priority date: 2022-04-21
Filing date: 2022-04-21
Publication date: 2023-11-27
Also published as: BE1030478A1

Abstract

De uitvinding verschaft een (spuitbus met) drukregelinrichting voor het aanhouden van een constante, vooraf bepaalde werkdruk in een fluïdum container met verdeelkop ingericht voor het in gebruik afgeven van een fluïdum omsloten in de container aan genoemde werkdruk, waarbij de drukregelinrichting omvat: een cilinder met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, ingericht voor het vormpassend opnemen van een stopsel, een stopsel beweegbaar opgenomen in de genoemde cilinder daarbij definiërend een referentie drukkamer, ten minste één fluïdumverbinding ingericht voor het in gebruik doorvoeren van een drijfgas, bij voorkeur geperste lucht, en een afsluitingselement beweegbaar ten opzichte van de cilinder voor het vrijgeven en afsluiten van genoemde fluïdumverbinding waarbij in gebruik de fluïdumverbinding wordt vrijgegeven wanneer de druk in de fluïdum container daalt onder de vooraf bepaalde werkdruk, drijfgas stroomt richting de verdeelkop en de druk in de fluïdum container stijgt tot de werkdruk en vervolgens de fluïdumverbinding wordt afgesloten door het afsluitingselement als een gevolg van de gestegen druk in de fluïdum container, waarbij genoemde fluïdumverbinding is voorzien tegenover voornoemd afsluitingselement, opdat de fluïdumverbinding kan geopend en gesloten worden; met het kenmerk, dat het stopsel omgekeerd U-vormig is, het stopsel in de cilinder werd ingebracht met het open einde van de U-vorm richting de fluïdumverbinding, een stopseluiteinde van het U-vormig stopsel tegenover de fluïdumverbinding gepositioneerd is om op de fluïdumverbinding te kunnen inwerken voor opening en sluiting.

Description

1 BE2022/5300

DRUKREGELSYSTEEM VOOR HET BEHOUD VAN EEN VOORAF BEPAALDE

CONSTANTE WERKDRUK IN EEN SPUITBUS

TECHNISCH VELD

De uitvinding situeert zich in het domein van harde verpakkingen, specifiek in het domein van dispensers en spuitbussen, De uitvinding betreft een drukregelsysteem voor het behoud van een vooraf bepaalde constante werkdruk in een spuitbus. Het gebruik van het systeem is voordelig.

ACHTERGROND

Spuitbussen uit metaal of plastic zijn algemeen bekend. Ze bestaan uit een behuizing voor de stockage van vulgoed. Het drijfmiddel voor afgifte van het vulgoed zit in een apart compartiment of zit verspreid in het vulgoed. Het drijfmiddel wordt vaak aan de behuizing toegevoegd door een opening in de bodem van de spuitbus, Een bijzonder type spuitbussen zijn deze waarbij de afgifte druk contant blijft, Hiertoe omvat de spuitbus een drukregelsysteem voor het behoud van een vooraf bepaalde constante druk.

WO 99/62791 maakt een systeem bekend gebaseerd op een plunjer opgenomen in een kamer. De kamerwand heeft een scheidingswand met een tweede kamer.

Beide kamers zijn verbonden met een opening waarin de plunjer is opgenomen.

Beweging van de plunjer doorheen de opening zorgt voor het afsluiten of vrijgeven van de tweede kamer. In de tweede kamer wordt een voorraad drijfgas gestockeerd. Beweging van opstaande schotten langsheen de binnenwand van de eerste kamer zorgt voor afsluiting of vrijgave van een tweede opening waardoor fluïdum kan stromen voor het onder druk brengen/houden van vulgoed in een spuitbus waarin het drukregelsysteem is opgenomen. Het systeem heeft vele onderdelen en is gevoelig aan slijtage van aparte afdichtingsringen.

WO 2005/082744 maakt een binnen-container bekend voor opname in een spuitbus, als drukregelsysteem voor het behoud van een vooraf bepaalde constante druk in een spuitbus. De drukregeling omvat een systeem met een steel die beweegbaar is opgenomen in een tweede container. De beweging van de steel gaat van een stand waarin de container wordt geopend tot een stand waarin de container wordt gesloten.

2 BE2022/5300

EP 3186166 maakt een drukregelsysteem bekend met een sterk gereduceerd aantal onderdelen. Het systeem omvat hoofdzakelijk een drukcontainer met cilinder voor opname van een stopsel. Uitstekende randen van het stopsel zijn voorzien om in te werken op een fluïdumopening in een wand waaronder perslucht wordt gestockeerd. Beweging van het stopsel in de cilinder zorgt voor vrijgave of afdichten van de fluidumopening. De perslucht wordt gestockeerd in een aparte container binnenin de spuitbus.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een apart compartiment voor stockage van perslucht in ene spuitbus, geleverd door een schijfvorm met drukregelaar, zoals beschreven in EP 3619141. De fluïdumopening zit buiten de cilinder die het stopsel opneemt.

Drukregelsystemen bekend uit de stand van de techniek voor spuitbussen die een constante vooraf bepaalde werkdruk aanhouden, zijn gebaseerd op een plunjer- ring combinatie of een stopsel in de vorm van een hoed met uitstekende rand.

Een ring-gebaseerd systeem is gevoelig aan beschadiging. Zit de ring gekruld dan werkt het systeem onnauwkeurig. Een systeem gebaseerd op een hoed-vormig stopsel vereist een drukkamer met verzonken opvangbekken.

Er is nood aan verbetering, of minstens aan alternatieven.

Onderhavige uitvinding heeft als doel minstens één van de problemen met uitvoeringen uit de stand van de techniek op te lossen.

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuur 1 geeft een schematische weergave van een drukregelsysteem waarbij het stopsel in hoed vorm is en de fluïdumverbinding gelegen is boven de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk.

Figuur 2 geeft een schematische weergave van een drukregelsysteem waarbij het stopsel omgekeerd U-vormig is en waarbij de fluïdumverbinding gelegen is onder de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk.

Figuur 3 geeft een schematische weergave van een alternatief drukregelsysteem waarbij het stopsel omgekeerd U-vormig is en waarbij de fluïdumverbinding

3 BE2022/5300 gelegen is onder de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk.

Figuur 4 geeft een schematische weergave van een bijkomend alternatief drukregelsysteem waarbij het stopsel omgekeerd U-vormig is en waarbij de fluidumverbinding gelegen is onder de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk.

A: losse onderdelen; B: geassembleerde onderdelen, fluidumverbinding open; C: geassembleerde onderdelen, fluidumverbinding gesloten.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding verschaft een drukregelsysteem, synoniem voor drukregelinrichting, volgens conclusie 1.

De uitvinding verschaft eveneens een spuitbus omvattend een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, volgens conclusie 2.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.

Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis: “Een”, “de” en “het” zoals hier gebruikt, verwijzen zowel naar het enkelvoud als het meervoud, tenzij de context anders aangeeft. “Een compartiment” verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment. “Ongeveer” zoals hier gebruikt, dat verwijst naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover

4 BE2022/5300 dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding.

Het zal echter duidelijk zijn dat de waarde waarop de term “ongeveer” betrekking heeft, zelf ook specifiek beschreven wordt. "Omvatten”, “omvattende” en “omvat” en “bestaande uit” zoals hier gebruikt, zijn synoniem met “bevatten”, “bevattende” of “bevat” en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv. een component en de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, en niet uitsluiten.

Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.

Met de term “fluïdum” zoals hier gebruikt, wordt bedoeld een substantie, zoals een vloeistof of een gas, die kan stromen, geen vaste vorm heeft en weinig weerstand biedt tegen een externe spanning. Bij voorkeur wordt perslucht gebruikt.

De termen drukregelinrichting en drukregelsysteem worden in de huidige beschrijving gebruikt als synoniemen.

In een eerste aspect verschaft de uitvinding een drukregelsysteem voor een spuitbus. Het voorgestelde systeem maakt geen gebruik van een plunjer-ring principe. Het voorgestelde systeem biedt een oplossing voor het probleem van het mogsijjks kantelen van een stopsel in de vorm van een hoed. Het voorgestelde systeem is compact en betrouwbaar.

De uitvinding betreft een drukregelinrichting voor het aanhouden van een constante, vooraf bepaalde werkdruk in een fluïdum container met verdeelkop ingericht voor het in gebruik afgeven van een fluïdum omsloten in de container aan genoemde werkdruk.

De drukregelinrichting omvat: een cilinder met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, ingericht voor het vormpassend opnemen van een stopsel.

Het stopsel is beweegbaar opgenomen in de genoemde cilinder daarbij definiërend een referentie drukkamer.

Ten minste één fluïdumverbinding ingericht voor het in gebruik doorvoeren van een drijfgas, bij voorkeur geperste lucht, is voorzien.

De drukregelinrichting omvat verder een afsluitingselement beweegbaar ten 5 opzichte van de cilinder voor het vrijgeven en afsluiten van genoemde fluïdumverbinding waarbij in gebruik de fluidumverbinding wordt vrijgegeven wanneer de druk in de fluïdum container daalt onder de vooraf bepaalde werkdruk, drijfgas stroomt richting de verdeelkop en de druk in de fluïdum container stijgt tot de werkdruk en vervolgens de fluïdumverbinding wordt afgesloten door het afsluitingselement als een gevolg van de gestegen druk in de fluïdum container.

Genoemde fluidumverbinding is voorzien tegenover voornoemd afsluitingselement, opdat de fluidumverbinding kan geopend en gesloten worden.

Het afsluitingselement is bij voorkeur voorzien van een uitsteeksel om op voornoemde fluidum verbinding te ageren, meer bepaald het openen en sluiten van de fluïdum verbinding. Voornoemd uitsteeksel heeft bij voorkeur een hoogte

H2 van 0,1-2,0 mm, meer bij voorkeur met een hoogte H2 van 0,2-1,8 MM, nog meer bij voorkeur 0,3-1,6 mm, meest bij voorkeur 0,4-1,4 mm.

Een drukregelinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het stopsel omgekeerd U-vormig is, het stopsel in de cilinder werd ingebracht met het open einde van de U-vorm richting de fluïdumverbinding, een stopseluiteinde van het

U-vormig stopsel tegenover de fluïdumverbinding gepositioneerd is om op de fluïidumverbinding te kunnen inwerken voor opening en sluiting.

Tussen het stopsel en een cilinderwand is bij voorkeur een speling voldoende om in gebruik drijfgas te laten stromen komende uit de open fluidumverbinding richting verdeelkop.

In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm wordt het stopsel geproduceerd met behulp van een tweecomponenten-spuitgietproces, waarbij erg lokaal en waar afsluiting nodig is, een kleine hoeveelheid afdichtingspolymeer wordt geïnjecteerd, zoals silicone of NBR.

6 BE2022/5300

In een voorkeursvorm ligt het afsluitingselement voor de fluïdumverbinding beneden de referentiedruk-kamer.

Meer bij voorkeur ligt het afsluitingselement voor de fluïdumverbinding onder de referentiedruk-kamer.

De drukregelinrichting kan uitgevoerd worden als een schijf zonder drukcontainer, of met drukcontainer.

De schijf kan vervaardigd zijn door middel van spuitgieten. De fluidumverbinding kan achteraf worden aangemaakt, bijvoorbeeld door het boren van één of meerdere gaten doorheen de schijfwand. Desgewenst kan de mal voor spuitgieten voorzien worden om rechtstreeks een schijf met één of meerdere gaten te produceren. Bij voorkeur is het spuitgietstuk gemaakt uit een kunststofsamenstelling gebaseerd op polyethyleentereftalaat (PET). Naar behoefte worden aan de samenstelling versterkingsmiddelen, zoals glasvezels of impact modifiërs, toegevoegd.

In een tweede aspect verschaft de uitvinding een spuitbus omvattend een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De spuitbus is ingericht voor het onder constante, vooraf bepaalde werkdruk afgeven van een vulgoed. De spuitbus omvat een container voor opname van vulgoed, een afgiftekop en een drukregelinrichting opgenomen in de container. De drukregelinrichting verschaft in de spuitbus een scheiding tussen een compartiment voor vulgoed en een compartiment voor drijfgas, bij voorkeur gecomprimeerde lucht. De drukregelinrichting is een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Bij voorkeur is voornoemde spuitbus container een metalen container of een kunststof-container, meer bij voorkeur een PET- container, meest bij voorkeur een PET-container verkregen met injectie-strek-blazen (ISBM).

Als alternatief kan de spuitbus container gemaakt zijn uit andere biaxiaal strekbare kunststoffen, zoals polyethyleen naftalaat (PEN), polyethyleen- coisosorbiet tereftalaat (PEIT), polytrimethyleen furaandicarboxylaat (PTF), hoge- dichtheid polyethyleen (HDPE), polyproplyeen (PP), polyamiden, polystyreen, polyvinylchloride (PVC), cyclisch olefinepolymeer (COC), of een combinatie ervan.

7 BE2022/5300

In een andere uitvoeringsvorm zou de container gemaakt kunnen zijn door een extrusieproces. In dit geval wordt een buisdeel geëxtrudeerd en afgesneden/afgesloten tot de gewenste lengte. Dit heeft als voordeel dat er geen residueel materiaal wordt afgesneden, in tegenstelling tot het afsnijden van de onderkant van containers die zijn geproduceerd door een ISBM-proces. Dit afsnijden van de onderkant is afval dat duur is. Als de containerbuis wordt geproduceerd door extrusie, moet er een afzonderlijk extra deel worden toegevoegd om te kunnen afsluiten.

Spuitbussen met een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen gebruikt worden voor opslag en verdeling van gebruiksgoederen zoals scheerschuim, zonnecrème; of voedingswaren zoals olie of sauzen zoals ketchup.

Een methode voor het vervaardigen van een spuitbus omvattend een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat de stappen: verschaffen van een drukregelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, vastmaken van de drukregelinrichting aan de wand van een fluïdum container.

Bi] voorkeur wordt de drukregelinrichting vastgemaakt door lassen, meer bij voorkeur door laserlassen. Daartoe kan zwartsel, ook wel carbon black genoemd, worden voorzien. Het positioneren van drukregelinrichting in schijfvorm voorafgaand aan het vastmaken, definieert het volume dat gewenst is voor opslag van drijfmiddel.

De drukregelinrichting wordt bij voorkeur zo laag mogelijk in een spuitbus gepositioneerd. Dit is voordelig tegen omvallen van de spuitbus, omdat het zwaartepunt lager zit. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inhoud van de kamer met voorraad drijfgas, kleiner dan vereist om de spuitbus te kunnen legen zonder bijvulling aan drijfgas. Het is voordelig om de spuitbus in te richten als — hervulbaar met drijfgas.

8 BE2022/5300

In een voorkeursvorm wordt de spuitbus gevuld met vulgoed, en getransporteerd naar de eindgebruiker zonder drijfgas. Vervolgens vult de eindgebruiker de spuitbus met drijfgas. Dit kan uitgevoerd worden met een mobiel vulapparaat.

Voor de vulling kan de spuitbus onderaan voorzien worden met een plug die compatibel is met het mobiel vulapparaat.

De uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. De voorbeelden zijn niet beperkend.

VOORBEELDEN

Legende bij de figuren: 1 drukregelinrichting 4 referentie drukkamer 5 verdikking, afdichtingselement 8 stopsel 9 fluïidumverbinding 40 cilinder 41 tweede cilinder 45 een cilinderwand 50 speling 60 ondersnijding 70 stopseluiteinde 80 stopsel in hoed vorm 90 fluïidumverbinding 100 referentie drukkamer 110 verzonken cilinder 160 ondersnijding 170 afsluitingselement referentiekamer 180 element voor afsluiten fluïdumverbinding 400 cilinder 445 wand

Voorbeeld 1, met verwijzing naar Figuur 1, betreft een drukregelsysteem 100 waarbij het stopsel in hoed vorm 80 is en de fluidumverbinding 90 gelegen is boven de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk 100. Fig. 1 A: losse onderdelen; Fig. 1 B: geassembleerde onderdelen,

9 BE2022/5300 fluïdumverbinding open; Fig. 1 C: geassembleerde onderdelen, fluidumverbinding gesloten.

Het onderdeel met fluidumverbinding 90 heeft een verzonken cilinder 110 voor opname van het stopsel in hoed vorm 80. De rand van de hoed vorm 180 wordt gebruikt om te ageren op de fluïdumverbinding 90. Onderaan het stopsel is een rand 170 voorzien voor afdichten van de referentie drukkamer 100. De beweging van het stopsel 80 wordt beperkt door een ondersnijding 160 in het open uiteinde van een wand die boven aan de cilinder 100 zit. De wand zorgt voor sturing van de hoed rand. Schuin staan van het stopsel 80 wordt tegengegaan.

Voorbeeld 2, met verwijzing naar Figuur 2, betreft een schematische weergave van een drukregelsysteem waarbij het stopsel omgekeerd U-vormig is en waarbij de fluidumverbinding gelegen is onder de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk. In Fig. 2 A worden de losse onderdelen afgebeeld. In Fig. 2 B wordt de geassembleerde drukregelinrichting afgebeeld met open fluidumverbinding. In Fig. 2 C wordt de geassembleerde drukregelinrichting afgebeeld met gesloten fluïdumverbinding.

Het drukregelsysteem 1 maakt gebruik van een stopsel in U-vorm & en een onderdeel met cilinder 40 voor opname van het stopsel 8, In de opening bovenaan van het onderdeel wordt een ondersnijding 60 voorzien. Na opname van het stopsel 8 zorgt de ondersnijding 60 ervoor dat het stopsel niet uit het onderdeel zal schijven wanneer het in gebruik onder druk staat en perslucht het stopsel omhoogduwt, Het onderdeel heeft nog een tweede cilinder die samen met de eerste cilinder 40 voor geleiding van de benen van het U-vormig stopsel 8 zorgt.

Dit zorgt voor goede positionering en geleiding van het stopsel. Het voorgestelde systeem is compact en betrouwbaar.

Het U-vormig stopsel wordt met de opening richting het open einde van cilinder 40 en 41 gekeerd en in de sleuven gevormd lussen de twee dilinders aangebracht,

Een uiteinde 70 van één van de benen van de U-vorm, bekeken in dwarsdoorsnede, wordt gebruikt als afdichtngsmiddel om te ageren op de fluidumverbinding 9. In geopende stand zit het stopsel 8 onder de randen van de ondersnijding 60. In gesloten stand zit het stopsel tegen de fluidumverbinding aan en wordt de verbinding gesloten. In werkzame toestand, kan geen gas stromen door de fluïdumverbinding richting de verdeelkop van de spuitbus,

10 BE2022/5300

De hoogtes van de wanden in de cilinder 41 met kleinste diameter worden aangepast aan de hoogte van de benen in het U-vormige stopsel 8 opdat het de fluidumverbinding kan worden afgesioten,

In de afgebeelde uitvoeringsvorm is in het U-vormige stopsel een cilinder voorzien met sen gesioten einde in de bodem van de U-vorm en een open einde aan het tegenoverliggende uiteinde van de cilinder, Aan het open uiteinde zit een verdikte rand. Deze rand wordt verschaft om bij assemblage het open uiteinde van de cilinder met kleinste diameter 4 in de schijf met fluidumverbinding 9 af te sluiten.

Hierbij wordt de referentie drukkamer gevormd. Het volume van kamer 4 bepaald de werkdruk waarmee de spuitbus in werkzame toestand zal opereren,

Voorbeeld 3, met verwijzing naar Figuur 3, betreft een alternatief drukregelsysteem waarbij het stopsel omgekeerd U-vormig is en waarbij de fluidumverbinding gelegen is onder de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk. In Fig. 3 A worden de losse onderdelen afgebeeld. In Fig. 3 B wordt de geassembleerde drukregelinrichting 1’ afgebeeld met open fluidumverbinding 9’. In Fig. 3 C wordt de geassembleerde drukregelinrichting 1’ afgebeeld met gesloten fluidumverbinding 9’.

De drukregelinrichting 1’ omvat: een cilinder 40’ met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, ingericht voor het vormpassend opnemen van een stopsel 8’.

Het stopsel 8’ is beweegbaar opgenomen in de genoemde cilinder 40’ daarbij definiërend een referentie drukkamer 41”.

Ten minste één fluïdumverbinding 9’ ingericht voor het in gebruik doorvoeren van een drijfgas, bij voorkeur geperste lucht, is voorzien.

De drukregelinrichting 1’ omvat verder een afsluitingselement 70" beweegbaar ten opzichte van de cilinder 41’ voor het vrijgeven en afsluiten van genoemde fluïdumverbinding 9’ waarbij in gebruik de fluidumverbinding 9’ wordt vrijgegeven wanneer de druk in de fluïdum container (niet afgebeeld) daalt onder de vooraf bepaalde werkdruk, drijfgas stroomt richting de verdeelkop (niet afgebeeld) en de druk in de fluïdum container stijgt tot de werkdruk en vervolgens de

11 BE2022/5300 fluïdumverbinding 9’ wordt afgesloten door het afsluitingselement 70’ als een gevolg van de gestegen druk in de fluïdum container.

Genoemde fluïdumverbinding 9’ is voorzien tegenover voornoemd afsluitingselement 70’, opdat de fluïdumverbinding kan geopend en gesloten worden.

Het stopsel 8’ is omgekeerd U-vormig. Bij assemblage wordt het stopsel 8’ in de cilinder 40’ ingebracht met het open einde van de U-vorm richting de fluïdumverbinding 9’. Het stopseluiteinde 70’ van het U-vormig stopsel wordt tegenover de fluidumverbinding 9’ gepositioneerd om op de fluïdumverbinding in te werken voor opening of sluiting.

Tussen het stopsel 8’ en een cilinderwand 45’ is een speling 50’ voldoende om in gebruik drijfgas te laten stromen komende uit de open fluidumverbinding 9’ richting verdeelkop.

Met de drukregelinrichting 1’ kan een constante, vooraf bepaalde werkdruk worden aangehouden in een spuitbus.

Voorbeeld 4, met verwijzing naar Figuur 4, betreft een bijkomend alternatief drukregelsysteem waarbij het stopsel omgekeerd U-vormig is en waarbij de fluidumverbinding gelegen is onder de kamer voor het houden van een drijfgas onder een vooraf bepaalde werkdruk.

De drukregelinrichting 1” omvat: een cilinder 40” met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, ingericht voor het vormpassend opnemen van een stopsel 8”.

Het stopsel 8” is beweegbaar opneembaar (Fig. 4. A)/opgenomen (Fig. 4 B en C) in de genoemde cilinder 40” daarbij definiërend een referentie drukkamer 41”.

Voor het afdichten van de referentie drukkamer is aan het open uiteinde van het — stopsel 8” een verdikte rand 5” voorzien. De verdikte rand zit aan de binnenkant van het stopsel 8” en schuift over de rand van een cilinder 41” met kleinere diameter dan cilinder 40”. Centraal in het stopsel 8” is een steel voorzien. Deze wordt ingebracht in de cilinder met kleinste diameter 41”. Bij inbrenging van de steel in de cilinder 41” met kleinste diameter, wordt de referentie drukkamer 41” gevormd. De afmetingen van het stopsel 8” en van de cilinderwanden worden op elkaar afgestemd voor goede werking van de drukregelinrichting 1”.

12 BE2022/5300

Ten minste één fluïdumverbinding 9” ingericht voor het in gebruik doorvoeren van een drijfgas, bij voorkeur geperste lucht, is voorzien. De fluidumverbinding zit in het verlengde van de wand onderaan de referentie drukkamer 41”.

De drukregelinrichting 1” omvat verder een afsluitingselement 70” beweegbaar ten opzichte van de cilinder 41” voor het vrijgeven en afsluiten van genoemde fluidumverbinding 9” waarbij in gebruik de fluïdumverbinding 9” wordt vrijgegeven wanneer de druk in de fluïdum container (niet afgebeeld) daalt onder de vooraf bepaalde werkdruk, drijfgas stroomt richting de verdeelkop (niet afgebeeld) en de druk in de fluidum container stijgt tot de werkdruk en vervolgens de fluïdumverbinding 9” wordt afgesloten door het afsluitingselement 70” als een gevolg van de gestegen druk in de fluïdum container.

Genoemde fluidumverbinding 9” is voorzien tegenover voornoemd afsluitingselement 70”, opdat de fluidumverbinding kan geopend en gesloten worden.

Het stopsel 8” is omgekeerd U-vormig. Bij assemblage wordt het stopsel 8” in de cilinder 40” ingebracht met het open einde van de U-vorm richting de — fluidumverbinding 9” (Fig. 4 A). Het stopseluiteinde 70” van het U-vormig stopsel wordt tegenover de fluidumverbinding 9” gepositioneerd om op de fluïidumverbinding in te werken voor opening (Fig. 4 B) of sluiting (Fig. 4 C).

Tussen het stopsel 8” en een cilinderwand 45” is een speling 50” voldoende om in gebruik drijfgas te laten stromen komende uit de open fluïdumverbinding 9” richting verdeelkop.

Met de drukregelinrichting 1” kan een constante, vooraf bepaalde werkdruk worden aangehouden in een spuitbus.

Voorbeeld 5

In voorbeelden 1-4 wordt de drukregelinrichting afgebeeld als een schijf, zonder container voor opslag van drijfmiddel. Als alternatief kan een drukcontainer voorzien worden, onder aan de fluidumverbinding voor drijfmiddel opslag.

Claims

13 BE2022/5300 CONCLUSIES

1. Een drukregelsysteem (1) voor het aanhouden van een constante, vooraf bepaalde werkdruk in een fluïdum container (niet afgebeeld) met verdeelkop ingericht voor het in gebruik afgeven van een fluïdum omsloten in de container aan genoemde werkdruk, waarbij de drukregelinrichting (1) omvat: een cilinder (40) met een open uiteinde en een gesloten uiteinde, ingericht voor het vormpassend opnemen van een stopsel (8), een stopsel (8) beweegbaar opgenomen in de genoemde cilinder (40) daarbij definiërend een referentie drukkamer (4), ten minste één fluïidumverbinding (9) ingericht voor het in gebruik doorvoeren van een drijfgas, bij voorkeur geperste lucht, en een afsluitingselement (70) beweegbaar ten opzichte van de cilinder (40) voor het vrijgeven en afsluiten van genoemde fluïdumverbinding (9) waarbij in gebruik de fluidumverbinding (9) wordt vrijgegeven wanneer de druk in de fluïdum container daalt onder de vooraf bepaalde werkdruk, drijfgas stroomt richting de verdeelkop en de druk in de fluïdum container (niet afgebeeld) stijgt tot de werkdruk en vervolgens de fluidumverbinding (9) wordt afgesloten door het afsluitingselement (70) als een gevolg van de gestegen druk in de fluïdum container, waarbij genoemde fluïdumverbinding (9) is voorzien tegenover voornoemd afsluitingselement (70), opdat de fluidumverbinding (9) kan geopend en gesloten worden; met het kenmerk, dat het stopsel (8) omgekeerd U-vormig is, het stopsel in de cilinder (40) werd ingebracht met het open einde van de U-vorm richting de fluïdumverbinding (9), een stopseluiteinde (70) van het U-vormig stopsel tegenover de fluidumverbinding (9) gepositioneerd is om op de fluïidumverbinding (9) te kunnen inwerken voor opening en sluiting.

2. Spuitbus ingericht voor het onder constante, vooraf bepaalde werkdruk afgeven van een vulgoed, omvattend een container voor opname van vulgoed met een afgiftekop en verder omvattend een drukregelsysteem opgenomen in de container, waarbij de drukregelinrichting in de spuitbus verdeeld een scheiding verschaft tussen een compartiment voor vulgoed en een compartiment voor drijfgas, bij voorkeur gecomprimeerde lucht, omvattend een drukregelsysteem (1) volgens conclusie 1.