BE1023242B1 - Landbouwbalenpers - Google Patents
Landbouwbalenpers Download PDFInfo
- Publication number
- BE1023242B1 BE1023242B1 BE2015/5675A BE201505675A BE1023242B1 BE 1023242 B1 BE1023242 B1 BE 1023242B1 BE 2015/5675 A BE2015/5675 A BE 2015/5675A BE 201505675 A BE201505675 A BE 201505675A BE 1023242 B1 BE1023242 B1 BE 1023242B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- bottom wall
- feed tube
- end piece
- edge
- transport channel
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/08—Details
- A01F15/10—Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
- A01F15/101—Feeding at right angles to the compression stroke
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F17/00—Straw conveyors for threshing machines or baling presses
- A01F17/02—Mechanical conveyors
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/08—Details
- A01F15/10—Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
- A01F15/101—Feeding at right angles to the compression stroke
- A01F2015/102—Feeding at right angles to the compression stroke the pressing chamber is fed from the bottom side
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/08—Details
- A01F15/10—Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
- A01F2015/107—Means for withdrawing knives, rotor or walls of the feeding chamber in case of plugging or congestion
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Fertilizing (AREA)
- Threshing Machine Elements (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
- Basic Packing Technique (AREA)
Abstract
Deze uitvinding heeft betrekking op een landbouwbalenpers (1) die bestaat uit een balenkamer (9); een toevoerkoker (23) die in verbinding staat met de balenkamer; en toevoermiddelen (25) die binnen de toevoerkoker werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer met dit verzamelde materiaal te vullen. De balenpers bevat een transportkanaal (53) en transportmiddelen (47) die werkzaam zijn in het transportkanaal om het oogstmateriaal langs een onderwand (51) van het transportkanaal naar de toevoerkoker te transporteren. De onderwand (51) van het transportkanaal (53) is geschikt om weg bewogen te worden van de transportmiddelen (47); en het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) is bevestigd aan de beweegbare onderwand (51) van het transportkanaal (53).
Description
Landbouwbalenpers
Technisch gebied
Deze uitvinding heeft betrekking op balenpersen voor gebruik in de landbouw (verder kortweg balenpersen genoemd) en meer bepaald op rechthoekigebalenpersen, d.w.z. balenpersen die balen maken van oogstmateriaal die rechthoekig zijn in zijaanzicht.
Stand van de techniek
In octrooi EP0339733 wordt een rechthoekigebalenpers onthuld met een in wezen conventionele constructie die erin bestaat dat hij een balenkamer bevat of een kamer waarin een baal oogstmateriaal wordt gevormd, met een inlaatopening erin gevormd die in verbinding staat met een toevoerkoker. In de toevoerkoker zijn toevoermiddelen werkzaam om een lading oogstmateriaal in de toevoerkoker te verzamelen en daarna de verzamelde lading in de balenkamer te drukken om haar samen te drukken door een heen en weer beweegbare plunjer die binnen de balenkamer werkzaam is.
De balenkamer heeft een onderwand waarin de inlaatopening is gevormd. De toevoerkoker bevat een bovenste uiteinde dat over het algemeen naar boven wijst en in verbinding staat met de inlaatopening van de balenkamer en een onderste uiteinde dat over het algemeen naar voren wijst. De bovengrens en de ondergrens van de toevoerkoker worden gevormd door een bovenwand en een onderwand, respectievelijk, die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde en het bovenste uiteinde van de toevoerkoker.
In de balenpers die onthuld wordt in octrooi EP0339733 bevat de toevoerkoker een opening in de onderwand ervan en vrijmaakbare afsluitmiddelen voor de opening. Het vrijmaakbare afsluitmiddel voor de opening heeft de vorm van twee deuren. De deuren zijn scharnierend bevestigd aan respectieve tegenoverliggende randen van de opening in de onderwand van de toevoerkoker. Een voorste deur of voordeur, gezien in de stromingsrichting door de toevoerkoker, is scharnierend bevestigd aan een rand van een onderste eindstuk van de onderwand. Een achterste deur of achterdeur is scharnierend bevestigd aan een rand van een bovenste eindstuk van de onderwand. Tijdens de normale werking van de balenpers sluiten de deuren de opening in de toevoerkoker af. Bij een verstopping van de toevoerkoker worden de toevoermiddelen gestopt en de deuren geopend, waardoor een prop oogstmateriaal op de grond gelost kan worden. Eens de prop oogstmateriaal op de grond is gelost, worden de deuren weer gesloten om de normale werking te hervatten.
Samenvatting van de uitvinding
Hoewel de opstelling van minstens één gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker die de vorm heeft van een deur, zoals in de balenpers die onthuld wordt in octrooi EP0339733, bevredigend werd bevonden, is het een voorwerp van deze uitvinding om zulke opstelling verder te verbeteren. Meer bepaald is het een voorwerp van deze uitvinding om deze opstelling te verbeteren in rechthoekigebalenpersen van het type dat een transportkanaal bevat dat in verbinding staat met het onderste uiteinde van de toevoerkoker voor oogstmateriaal dat getransporteerd moet worden naar de toevoerkoker, en transportmiddelen bevatten die werkzaam zijn in het transportkanaal om het oogstmateriaal te transporteren langs een onderwand van het transportkanaal naar de toevoerkoker.
Daartoe is volgens deze uitvinding de onderwand van het transportkanaal geschikt om weg bewogen te worden van de transportmiddelen, bij voorkeur door middel van een actuator, en heeft het transportkanaal een beweegbare rand in buurt van een onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker, en bevat het minstens één gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker dat de vorm heeft van een deur in dit onderste eindstuk van de onderwand, waarbij dit onderste eindstuk van de onderwand bevestigd is aan de beweegbare rand van de onderwand van het transportkanaal.
Het onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker dat de vorm heeft van een deur die bevestigd is aan de beweegbare rand van een onderwand van het transportkanaal die geschikt is om weg te bewegen van de transportmiddelen maakt het openen van de toevoerkoker in het onderste eindstuk ervan mogelijk. Dit laatste meer bepaald door het bewegen van het onderste eindstuk van de onderwand dat de deur vormt in de richting weg van de bovenwand van de toevoerkoker door de onderwand van het transportkanaal van de transportmiddelen weg te bewegen. Dit heeft als voordeel dat een prop oogstmateriaal die vastzit in het onderste uiteinde van de toevoerkoker gemakkelijker losgemaakt wordt dan volgens de stand van de techniek, zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooi EP0339733, waarbij het onderste uiteinde van de onderwand van de toevoerkoker vast gepositioneerd is ten opzichte van de bovenwand van de toevoerkoker. Zoals beschreven in octrooi EP0339733 gebeurt het soms dat de prop oogstmateriaal niet gelost wordt op de grond wanneer de deuren in de onderwand van de toevoerkoker geopend worden. Het kenmerk van deze uitvinding dat erin bestaat dat een onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker een deur vormt die bevestigd is aan een beweegbare rand van de onderwand van het transportkanaal, pakt een mogelijke oorzaak aan van het niet-lossen van een prop oogstmateriaal op de grond wanneer de deuren in de onderwand van de toevoerkoker geopend worden, namelijk doordat een prop oogstmateriaal vastzit in het onderste uiteinde van de toevoerkoker. Het kenmerk van deze uitvinding dat erin bestaat dat een onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker een deur vormt die bevestigd is aan een beweegbare rand van de onderwand van het transportkanaal, is meer bepaald voordelig om een vastzittende prop oogstmateriaal die zich deels uitstrekt naar de toevoerkoker en deels naar het transportkanaal te verwijderen. In rechthoekigebalenpersen met een transportkanaal met transportmiddelen, zijn het gebied van de verbonden eindstukken van het transportkanaal en de toevoerkoker algemeen gezien kokervormig in de transportrichting. Een vastzittende prop oogstmateriaal die zich deels uitstrekt naar de toevoerkoker en deels naar het transportkanaal is als gevolg van deze kokervorm moeilijk in de transportrichting te verwijderen. Bovendien is het ook moeilijk om zo'n vastzittende prop oogstmateriaal te verwijderen in de richting tegengesteld aan de transportrichting aangezien dit laatste meer bepaald het geval is in balenpersen die een roterend snijwerktuig bevatten in het transportkanaal om het oogstmateriaal te snijden in samenwerking met een stel messen die aangebracht zijn op een onderwand van het transportkanaal, en om het afgesneden oogstmateriaal naar de toevoerkoker te transporteren, aangezien het roterende snijwerktuig over het algemeen dichtbij de inlaat van de toevoerkoker is aangebracht. Het kenmerk van deze uitvinding dat erin bestaat dat het onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker een deur vormt die bevestigd is aan een beweegbare rand van de onderwand van het transportkanaal, maakt het mogelijk de ruimte in het gebied van de verbonden eindstukken van het transportkanaal en de toevoerkoker te vergroten, zodat een prop oogstmateriaal die in dit gebied vastzit gemakkelijker losgemaakt kan worden dan volgens de stand van de techniek, zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooi EP0339733, waarbij het onderste uiteinde van de onderwand van de toevoerkoker vast gepositioneerd is ten opzichte van de bovenwand van de toevoerkoker. Een prop oogstmateriaal die vastzit in het onderste uiteinde van de toevoerkoker van een balenpers volgens de stand van de techniek, zoals hierboven beschreven, en die niet op de grond gelost wordt wanneer de deuren in de onderwand van de toevoerkoker geopend worden, zal in een balenpers volgens de uitvinding ofwel onder zijn eigen gewicht gelost worden of minstens gemakkelijker losgemaakt worden. Dit maakt het mogelijk om na een verstopping van de toevoerkoker vroeger te beginnen met een normale werking van de balenpers volgens de uitvinding.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de deur in de onderwand van de toevoerkoker vast bevestigd aan de beweegbare onderwand van het transportkanaal. Zo kunnen de deur en de onderwand van het transportkanaal als een eenheid beweegbaar zijn, en daarbij een constructief eenvoudige en robuuste toepassing verschaffen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van deze uitvinding is de beweegbare wand van het transportkanaal beweegbaar doordat hij scharnierbaar is. Dit kenmerk maakt het mogelijk om een relatief grote opening te verschaffen door de deur die vast bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal met slechts een relatief kleine beweging van de onderwand van het transportkanaal.
Als voordelig alternatief voor de deur die vast bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal, is de deur in de onderwand van de toevoerkoker scharnierend bevestigd aan de beweegbare onderwand van het transportkanaal. Hoewel deze functie extra middelen vereist om de deur in een gewenste positie te bewegen en te houden, biedt dit meer vrijheid in het positioneren van de deur. Door dit kenmerk bijvoorbeeld toe te passen, kan de deur gebruikt worden om een opening te verschaffen in de onderwand van de toevoerkoker door alleen de deur te scharnieren ten opzichte van de beweegbare onderwand van het transportkanaal zonder de onderwand van de toevoerkoker te bewegen.
Er is ook voorzien dat de deur in de onderwand van de toevoerkoker vast bevestigd is aan de beweegbare onderwand van het transportkanaal waarbij de deur een eerste deurgedeelte bevat dat vast bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal langs een rand van dit eerste deurgedeelte, en een tweede deurgedeelte dat scharnierend bevestigd is aan het eerste deurgedeelte langs een rand van het eerste deurgedeelte tegenover de rand die vast bevestigd is aan de beweegbare onderwand van het transportkanaal.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de balenpers grenst het onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker dat de vorm heeft van een deur beweegbaar tussen een gesloten positie waarin de rand van het onderste eindstuk tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal aan de rand van een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker, en daarbij samen met het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker minstens een gedeelte van de ondergrens vormt, en een geopende positie waarin de rand van het onderste eindstuk tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal weg van de rand van het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker gepositioneerd is, en verschaft daarbij een opening in de ondergrens tussen de rand van het onderste eindstuk tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal en de rand van het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker. Zo kan een prop materiaal die vastzit in het onderste eindstuk van de toevoerkoker gelost worden op de grond via de opening in de ondergrens door het onderste eindstuk van de toevoerkoker in de geopende positie te bewegen.
Volgens een voordelige ontwikkeling van deze uitvinding bevat het minstens één gedeelte van de onderwand dat de vorm heeft van een deur ook het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker, waarbij het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker ook beweegbaar is tussen de gesloten positie en de geopende positie. Doordat er ook een aangrenzend gedeelte is van de onderwand van de toevoerkoker in de vorm van een deur, kan een relatief grote opening in de onderrand verschaft worden door het onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker en het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker.
Volgens een verdere voordelige ontwikkeling is de balenpers uitgerust met middelen voor het selectief bewegen van het onderste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker dat de vorm heeft van een deur en een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker dat ook de vorm heeft van een deur, tussen een gesloten positie waarin de rand van het onderste eindstuk tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal grenst aan het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker. en vormt daarbij samen met het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker minstens een gedeelte van de ondergrens, en een gedeeltelijk geopende positie waarin het eindstuk van de onderwand en het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker weg gepositioneerd zijn van de bovenwand van de toevoerkoker over een relatief kleine afstand waarbij de ondergrens intact wordt gelaten. Deze ontwikkeling maakt het mogelijk om een prop oogstmateriaal die vastzit in het onderste eindstuk van de toevoerkoker vrij te maken door middel van de toevoermiddelen die werkzaam zijn in de toevoerkoker en nadien de losgemaakte prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker te verwijderen door middel van de toevoermiddelen door de losgemaakte prop oogstmateriaal naar de balenkamer over te brengen. Het vrijmaken van de prop oogstmateriaal door middel van de toevoermiddelen die werkzaam zijn in de toevoerkoker wordt mogelijk gemaakt door het onderste uiteinde van de onderwand van de toevoerkoker weg te bewegen van de bovenwand van de toevoerkoker en daarbij de druk van de prop oogstmateriaal vrij te maken en bewegingsruimte te verschaffen voor de prop oogstmateriaal. Door het positioneren van het eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker en een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker weg van de bovenwand van de toevoerkoker over een relatief kleine afstand en daarbij de ondergrens intact te laten, kan de prop oogstmateriaal na losgemaakt te zijn door middel van de toevoermiddelen overgebracht worden naar de balenkamer aangezien de ondergrens die gevormd wordt door het eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker en het aangrenzende gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker nog altijd intact is. De balenpers die deze voordelige ontwikkeling bevat, verschaft dus een alternatief voor het lossen van de prop oogstmateriaal op de grond. Dit heeft als voordeel ten opzichte van balenpersen volgens de stand van de techniek zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooi EP0339733, dat er na het verwijderen van de prop oogstmateriaal, geen prop oogstmateriaal meer op de grond onder de toevoerkoker ligt, die, zoals beschreven in octrooi EP0339733, belet om de deuren van de toevoerkoker te sluiten en de balenpers te bewegen. Het is dus niet meer nodig de op de grond liggende prop oogstmateriaal van onder de toevoerkoker te verwijderen om de normale werking van de balenpers voort te zetten. Als aanvulling op de uitvoeringsvorm zoals hierboven beschreven, waarbij het eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker en een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker beweegbaar zijn in een open positie waarin de aangrenzende randen van de onderdelen weg van elkaar gepositioneerd zijn zodat er een opening is in de ondergrens die gevormd wordt door de onderdelen van de onderwand van de toevoerkoker, maakt het kenmerk dat erin bestaat dat deze onderdelen van de onderwand van de toevoerkoker naar een gedeeltelijk geopende positie beweegbaar zijn, het mogelijk om zowel de prop oogstmateriaal op de grond te lossen als om de prop oogstmateriaal naar de balenkamer over te dragen. Dit maakt het mogelijk om de beste werkwijze te kiezen afhankelijk van de specifieke prop oogstmateriaal. Door de gedeelten van de onderwand van de toevoerkoker over een relatieve kleine afstand weg van de bovenwand van de toevoerkoker te positioneren, zijn de toevoermiddelen in veel gevallen in staat om de prop oogstmateriaal los te maken en het losgemaakte oogstmateriaal naar de balenkamer over te brengen. In andere gevallen, waarbij de prop oogstmateriaal niet losgemaakt en niet overgedragen kan worden naar de balenkamer, kunnen de onderdelen van de onderwand van de toevoerkoker naar de open positie ervan bewogen worden, waardoor het mogelijk wordt de prop oogstmateriaal op de grond te lossen. Dit laatste, indien vereist, in combinatie met het vrijmaken van de prop oogstmateriaal door de aandrijflijn van de toevoermiddelen heen en weer te bewegen ofte schudden zoals beschreven in octrooi EP0339733, of door andere acties.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens uitvinding, waarbij het onderste eindstuk van de onderwand en een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker beweegbaar zijn in een gesloten positie en een open positie, en die daarnaast middelen bevat die geschikt zijn om de onderdelen van de onderwand selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, zijn de middelen die geschikt zijn om de onderdelen van de onderwand selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie vrijmaakbaar om de gedeelten van de onderwand van de toevoerkoker in de geopende positie te kunnen positioneren. Als alternatief of bovendien zijn de middelen geschikt om de onderdelen van de onderwand selectief te bewegen tussen de gesloten positie, de gedeeltelijk geopende positie en de geopende positie.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding die middelen bevat om het onderste eindstuk van de onderwand en een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, kunnen deze middelen met de hand bediend worden. In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevatten de middelen een manueel te bedienen grendel.
Volgens een voordelige alternatieve ontwikkeling bevatten de middelen die geschikt zijn om het onderste eindstuk van de onderwand en een aangrenzend gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, een actuator, meer bepaald een lineaire actuator. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk om de gedeelten van de onderwand te bewegen zonder met de hand op de onderdelen van de onderwand kracht uit te oefenen. Bovendien, meer bepaald in combinatie met een controller die verbonden is met de actuator voor het bedienen ervan, maakt deze uitvoeringsvorm het mogelijk om de onderdelen van de onderwand vanaf een op afstand gelegen plaats te bewegen, bijvoorbeeld vanaf een bedieningspaneel op de balenpers of op het voertuig dat de balenpers aandrijft. Nog verder, meer bepaald in combinatie met een controller en sensormiddelen om een verstopping van de toevoermiddelen te meten, maakt deze uitvoeringsvorm het mogelijk om de onderdelen van de onderwand automatisch te bewegen. Dit laatste is meer bepaald het geval als de controller geconfigureerd is om de onderdelen van de onderwand naar de gedeeltelijk open positie te bewegen ingeval de sensormiddelen een verstopping van de toevoerkoker tijdens de werking detecteren. Bovendien kan de controller geconfigureerd worden om de onderdelen van de onderwand terug te bewegen tot in de gesloten positie ingeval de sensormiddelen detecteren dat de verstopping werd verholpen. In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de sensormiddelen geconfigureerd om de belasting op de toevoermiddelen tijdens de werking te meten, en is de controller geconfigureerd om de onderdelen van de onderwand van de toevoerkoker naar de gedeeltelijk open positie te bewegen ingeval de door de sensormiddelen gemeten belasting een bepaalde waarde overschrijdt die een indicatie geeft dat een verstopping van de toevoerkoker zich voordoet of op het punt staat zich voor te doen.
Korte beschrijving van de figuren
De bijbehorende tekeningen worden gebruikt om huidige niet-beperkende en bij wijze van voorbeeld gegeven voorkeursuitvoeringsvormen van deze uitvinding te illustreren. De bovenvermelde en andere voordelen, kenmerken en doelstellingen van de uitvinding zullen duidelijker worden, en de uitvinding zal beter begrepen worden, aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze gelezen wordt in combinatie met de bijbehorende tekeningen, waarin: - Figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een balenpers volgens de uitvinding, getrokken en aangedreven door een tractor; - Figuur 2 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met de deuren in een gesloten positie; - Figuur 3 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in een gedeeltelijk geopende positie; - Figuur 4 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in een geopende positie volgens een eerste configuratie; - Figuur 5 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in de geopende positie volgens een tweede configuratie; - Figuur 6 een schematisch zijaanzicht toont van een alternatieve uitvoeringsvorm van de toevoerkoker 23 van de balenpers 1 die weergegeven is in Figuren 1 tot 5; - Figuur 7 een schematisch zijaanzicht toont van een alternatieve uitvoeringsvorm van de toevoerkoker 23 van de balenpers 1 die weergegeven is in Figuur 6; - Figuur 8 toont een schematisch zijaanzicht van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 7 met de deuren in een verschillende positie; - Figuur 9 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm.
Gedetailleerde beschrijving van de Figuren
Figuur 1 toont een rechthoekige landbouwbalenpers 1. Balenpers 1 kan voorwaarts bewogen worden over grondoppervlak 3 door middel van een tractor 5. In balenpers 1 is een plunjer 7 aangebracht die tijdens de werking heen en weer beweegt langs een lineair pad A in balenkamer 9 door middel van een krukasmechanisme 11 dat met plunjer 7 is verbonden. Krukasmechanisme 11 is verbonden om aangedreven te worden door middel van een aandrijfas 13 door de motor van tractor 5. Tractor 5 is daarvoor uitgerust met een aftakvoorziening, ook aftakas genoemd. Aandrijfas 13 verbindt een uitgaande as van de aftakas van tractor 5 met een ingaande as 15 van krukasmechanisme 11. Op de ingaande as van het krukasmechanisme is een vliegwiel 17 aangebracht.
De balenkamer 9 bevat een inlaatopening 19 die gevormd is in de onderwand 21 ervan. Een toevoerkoker 23 staat in verbinding met de balenkamer 9 via de inlaatopening 19 om ladingen oogstmateriaal van de toevoerkoker 23 naar de balenkamer 9 over te brengen. Toevoermiddelen 25 zijn binnen de toevoerkoker 23 werkzaam om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna deze verzamelde lading in de balenkamer 9 te drukken. De toevoerkoker 23 bevat een bovenste uiteinde 27 dat over het algemeen opwaarts gericht is en in verbinding staat met de inlaatopening 19 in de balenkamer 9 en een onderste uiteinde 29 dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst en met een opraapeenheid 31 in verbinding staat. De snijeenheid 31 is aangebracht om oogstmateriaal dat toegevoerd wordt door een opraaptoestel 33 te snijden en om het afgesneden oogstmateriaal naar de toevoerkoker 23 te transporteren.
In Figuur 2 is de toevoerkoker 23 meer in detail weergegeven. De toevoerkoker wordt gedefinieerd tussen een bovenwand 35 van de toevoerkoker en de onderwand 37 van de toevoerkoker. De bovenwand 35 van de toevoerkoker vormt een bovengrens van de toevoerkoker 23. De onderwand 37 van de toevoerkoker vormt een ondergrens van de toevoerkoker 23. In de toevoerkoker 23 zijn toevoermiddelen 25 werkzaam. De toevoermiddelen 25 bestaan uit een draaibare trommel 39 met stellen tanden 41, 43 erop aangebracht. Tijdens de werking wordt de trommel 39 rond rotatieas 45 gedraaid in de richting van pijl B. De toevoermiddelen zijn geconfigureerd om de buitenste uiteinden van de tanden te doen bewegen langs een bewegingspad door de toevoerkoker 23, zodat afgesneden oogstmateriaal dat door de snijeenheid 31 getransporteerd werd naar het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23, van het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 naar het bovenste uiteinde 27 ervan getransporteerd wordt.
De snijeenheid 31 is uitgerust met een snijmiddel in de vorm van een rotor 47 die een stel tanden 49 draagt. Een bodem van de snijeenheid op een zekere afstand van de rotor 47 vormt een onderwand 51 van een transportkanaal 53 door de snijeenheid 31. Snijbladen 55 steken uit de bodem 51 van de snijeenheid door het transportkanaal 53 heen. Tijdens de werking draait de rotor 47 in de richting van pijl C rond de omwentelingsas 57. Oogstmateriaal dat toegevoerd wordt aan de snijeenheid 31 door middel van het opraaptoestel 33 in de richting van pijl D wordt getransporteerd door middel van de rotor 47 via het transportkanaal 53 langs de snijbladen zodat het oogstmateriaal wordt afgesneden. De rotor 47 brengt het afgesneden oogstmateriaal verder naar de inlaat van de toevoerkoker aan het onderste uiteinde van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl E. Eens in de toevoerkoker 23, wordt het afgesneden oogstmateriaal meegenomen door de tanden 41, 43 van de toevoermiddelen om het afgesneden oogstmateriaal te transporteren vanaf het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 naar het bovenste uiteinde 27 ervan in de richting van pijl F. In de toevoermiddelen wordt het afgesneden oogstmateriaal verzameld in het bovenste uiteinde ervan om een lading afgesneden oogstmateriaal te vormen. Na het vormen van een lading oogstmateriaal drukken de toevoermiddelen 25 de lading oogstmateriaal door de inlaat 19 van de balenkamer 9 aan de bovenste uiteinde 27 van de toevoerkoker 23 in de balenkamer 9.
De toevoerkoker 23 is uitgerust met twee deuren: een voorste deur 59 en een achterste deur 61. In Figuur 2 zijn de voorste deur 59 en de achterste deur 61 in hun gesloten positie weergegeven. De voorste deur 59 wordt gevormd door een onderste eindstuk van de onderwand 37. De voorste deur 59 strekt zich uit tussen een inlaat 63 van de toevoerkoker 23 aan het onderste uiteinde 29 ervan en de achterste deur 61. De voorste deur 59 is aan één rand 65 ervan aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31 bevestigd. De andere rand 67 van de voorste deur 59 is aanliggend aan een rand 69 van de achterste deur 61. Zoals getoond in Figuur 2, overlappen de aangrenzende randen 67, 69 elkaar in de gesloten positie van de deuren 59, 61.
De achterste deur 61 wordt gevormd door een centraal gedeelte van de onderwand dat zich uitstrekt tussen de voorste deur 59 en een bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37. De achterste deur 61 bevat één rand 69 die aan de voorste deur 59 grenst. Aan de tegenoverliggende rand 73 is de achterste deur scharnierend bevestigd aan het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 door middel van een scharnier 75 dat een scharnieras 77 bepaalt. Het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 is met de rand 79 ervan tegenover de rand 73 waaraan de achterste deur 61 is bevestigd, scharnierend bevestigd aan het uiteinde 27 van de toevoerkoker 23 aangrenzend aan de inlaat 19 van de balenkamer 9 door middel van een scharnier 81 dat een scharnieras 83 bepaalt.
De achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand waaraan de achterste deur 61 scharnierend is bevestigd, worden in de gesloten positie gehouden door middel van een eerste grendel 85 die de achterste deur 61 vasthoudt in de buurt van zijn rand 69 die aan de voorste deur 59 grenst, en door middel van een tweede grendel 87 die het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 vasthoudt in de buurt van zijn rand 89 waaraan de achterste deur 61 scharnierend is bevestigd.
De voorste deur 59 wordt met één rand 65 ervan in de gesloten positie gehouden doordat hij bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31. Aan zijn tegenoverliggend rand 67 die grenst aan de achterste deur 61, wordt de voorste deur 59 in de gesloten positie gehouden door middel van de eerste grendel 85 krachtens een getrapte overlapping tussen de rand 67 van de voorste deur 59 en de rand 69 van de achterste deur 61, waarbij de rand 69 van de achterste deur 61 onder de rand 67 van de voorste deur 59 komt te liggen en die tegenhoudt.
De eerste grendel 85 is uitgerust een hefboom 91, waarmee het mogelijk is het punt waar de eerste grendel 85 de achterste deur 61 tegenhoudt manueel te bewegen weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl G, zodat de achterste deur 61 weg beweegt van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl H door rond de omwentelingsas 77 te draaien. Eens de achterste deur 61 weg bewogen is van bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 door middel van de eerste grendel 85, kan het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 bewogen worden door middel van de tweede grendel 87. De tweede grendel 87 is uitgerust met een hefboom 93, waarmee het mogelijk is het punt waar de tweede grendel 87 de bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 tegenhoudt manueel te bewegen weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl G', waardoor het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 weg beweegt van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl H' door rond de omwentelingsas 83 te draaien.
De onderwand 51 van de snijeenheid 31 is scharnierend bevestigd aan een gedeelte van het frame van de balenpers door middel van een scharnier 95 dat de scharnieras 97 bepaalt, en is beweegbaar door middel van een lineaire actuator 99 in de richting van pijl I weg van de rotor 47. Door de onderwand 51 van de snijeenheid 31 te bewegen door middel van een lineaire actuator 99 in de richting van pijl I, kan de voorste deur 59 die bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31 weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl I bewogen worden. Tijdens de normale werking van de balenpers bevinden de voorste deur 59 en achterste deur 61 zich in de weergegeven gesloten positie.
In Figuur 3 wordt getoond dat door de voorste deur 59 en de achterste deur 61 weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 te bewegen door middel van de lineaire actuator 99 en de grendels 85, 87, de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in een gedeeltelijk geopende positie gepositioneerd worden. De grendels 85, 87 verschaffen dus middelen die geschikt zijn om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie. De lineaire actuator 99 verschaft een passend middel om de aangrenzende voorste deur 59 selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie. In de gedeeltelijk geopende positie wordt de ondergrens, die gevormd wordt door de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37, intact gehouden, ofschoon hij weg bewogen wordt van de bovenwand van de toevoerkoker 23 ten opzichte van de ondergrens die gevormd wordt in de gesloten positie die aangegeven is door de stippellijn. In de weergegeven gedeeltelijk geopende positie wordt de ruimte in de toevoerkoker vergroot ten opzichte van de situatie die weergegeven is in Figuur 2 waarbij de voorste deur 59 en de achterste deur 61 in de gesloten positie staan. Ingeval een prop oogstmateriaal tijdens de normale werking vast komt te zitten in de toevoerkoker 23, waardoor de verdere werking wordt belet, vergroot, door het bewegen van de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de gedeeltelijk geopende positie, de extra ruimte in de toevoerkoker 23, waardoor de druk op de prop oogstmateriaal verminderd wordt en extra bewegingsruimte wordt verschaft voor de prop oogstmateriaal. Dit maakt het in veel gevallen mogelijk om de prop oogstmateriaal vrij te maken en de prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker 23 te verwijderen tot in de balenkamer 9 in de richting van pijl J, door de werking van toevoermiddelen 25 te doen hervatten terwijl de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 van de toevoerkoker 23 zich in de gedeeltelijk geopende positie bevinden. Na het verwijderen van de prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker 23 kunnen de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gesloten positie gepositioneerd worden respectievelijk door middel van de lineaire actuator 99 en de grendels 85, 87. Met de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gesloten positie gepositioneerd, kan de normale werking van de balenpers hervat worden.
Ingeval een vastzittende prop oogstmateriaal niet losgemaakt en/of verwijderd kan worden uit de toevoerkoker 23 door middel van de toevoermiddelen 25 met de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gedeeltelijk geopende positie, kunnen de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 gepositioneerd worden in een open positie waarin ze niet langer de ondergrens van de toevoerkoker 23 vormen. Daartoe kan de achterste deur 61, te beginnen vanuit de situatie die weergegeven is in Figuur 3, losgemaakt worden van de eerste grendel 85 en kan het bovenste eindstuk 71 losgemaakt worden van de onderwand 37 van de tweede grendel 87, zodat de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk van de onderwand 71 verder weg van de bovenwand van de toevoerkoker bewogen kunnen worden in de richting van pijl H. Bovendien kan de voorste deur 59 verder weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 bewogen worden, door de onderwand 51 van de snijeenheid 31 verder te bewegen door middel van de lineaire actuator 99 in de richting van pijl I. Het resultaat is weergegeven in Figuur 4. In de geopende positie van de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 vormen ze niet langer een doorlopende ondergrens van de toevoerkoker 23. De verder vergrote ruimte in de toevoerkoker 23 aan beide uiteinden 27, 29 ervan alsook in een centraal gedeelte 101 van een toevoerkoker 23 maakt de druk op een vastzittende prop oogstmateriaal verder vrij en verschaft extra bewegingsruimte. Een prop oogstmateriaal die vastzit in de toevoerkoker 23 kan in deze positie van de voorste deur 59, achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker op de grond gelost worden onder de toevoerkoker 23 door een opening 103 tussen de aangrenzende randen 65, 67 van de voorste deur 59 en de achterste deur 61, ofwel onder invloed van zijn eigen gewicht of door aanvullende vrijmaakbewegingen, bijvoorbeeld door de aandrijflijn 13,15,17 van de toevoermiddelen heen en weer te bewegen ofte schudden. Na het verwijderen van de prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker 23 kunnen de voorste deur 59, achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker weer in de gesloten positie gepositioneerd worden. De voorste deur 51 kan in de gesloten positie gepositioneerd worden door middel van de lineaire actuator 99. De achterste deur 61 en het bovenste gedeelte 71 van de onderwand 37 kunnen gepositioneerd worden in de gesloten positie door de eerste en tweede grendels 85, 87 te bedienen, en nadien de grendels 85, 87 te bedienen om de achterste deur 61 en het bovenste gedeelte 71 van de onderwand 37 naar de gesloten positie te bewegen.
Met de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gesloten positie gepositioneerd, kan de normale werking van de balenpers hervat worden.
In Figuur 5 wordt getoond dat het ook mogelijk is om de voorste deur 51 en de achterste deur 61 in de geopende positie te positioneren, terwijl het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de gesloten positie gehouden wordt door middel van de tweede grendel 87.
In Figuur 6 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van de toevoerkoker 1 van de balenpers 1 die weergegeven is in Figuren 1 tot 5, waarbij de aangrenzende randen 67, 69 een omgekeerde oriëntatie hebben zodat in de gesloten positie van de deuren 59, 61 de overlapping omgekeerd wordt. Als gevolg daarvan is het mogelijk de voorste deur 59 in de geopende positie te positioneren terwijl de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de gesloten positie gehouden worden door middel van de grendels 85, 87. Bovendien illustreert deze Figuur 6 dat het kenmerk dat de voorste deur 59 bevestigd is aan de beweegbare rand van de onderwand 51 van hettransportkanaal 53 ook toegepast kan worden in een alternatieve uitvoeringsvorm van de balenpers 1 die weergegeven is in de figuren waarbij er geen beweegbare achterste deur 61 en/of beweegbaar bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 is.
In Figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van de toevoerkoker 23 van de balenpers 1 die weergegeven is in Figuur 6, waarbij de voorste deur 59 scharnierend bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31 door middel van een scharnier 52. Dit maakt het mogelijk om in de geopende positie van de voorste deur 59 een grotere opening te verkrijgen via de voorste deur 59. Bovendien, zoals getoond in Figuur 8, maakt dit het mogelijk om de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de gedeeltelijk geopende positie te positioneren, terwijl de onderwand 51 van de snijeenheid 31 in de gesloten positie blijft. Om in staat te zijn de voorste deur 59 in zijn gedeeltelijk geopende positie en in zijn gesloten positie te positioneren is een extra grendel 86 aangebracht die geschikt is om vrijmaakbaar gekoppeld te worden aan de voorste deur 59. Als alternatief hebben de aangrenzend randen 67, 69 een omgekeerde oriëntatie zodat in de gesloten positie van de deuren 59, 61 de overlapping omgekeerd wordt. Dit laatste stelt de voorste deur 59 in staat om gepositioneerd te worden in zijn gedeeltelijk geopende positie en in zijn gesloten positie zonder dat de grendel 86 is aangebracht.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvoeringsvorm die weergegeven is in de Figuren 7 en 8 heeft de voorste deur 59 een eerste gedeelte dat vast bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31 en een tweede gedeelte dat scharnierend bevestigd is aan het eerste gedeelte.
In Figuur 9 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van de toevoerkoker 23 van de balenpers 1 die getoond wordt in Figuren 1 tot 6, waarbij de manueel bediende, eerste en tweede grendels 85, 87, vervangen werden door een eerste en een tweede lineaire actuator 185,187. De eerste en de tweede lineaire actuators 185,187 vervangen de grendels als middel om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand waaraan de achterste deur 61 scharnierend bevestigd is in de gesloten positie vast te houden. De lineaire actuators 185,187 zijn geschikt om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand waaraan de achterste deur 61 scharnierend bevestigd is selectief te bewegen tussen de weergegeven gesloten positie en de gedeeltelijk geopende positie die weergegeven is in Figuur 3. De lineaire actuators 185,187 en de lineaire actuator 99, zijn verbonden met een controller 105 om de lineaire actuators 99,185,187 te bedienen. Sensormiddelen 107 zijn verschaft, die verbonden zijn met de controller 105 en geschikt zijn om een verstopping van de toevoerkoker 23 te detecteren. De controller 105 is geconfigureerd om de lineaire actuators 99,185,187 te besturen zodat de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het eindstuk 71 van de onderwand 37 naar de gedeeltelijk geopende positie die is weergegeven in Figuur 3 te bewegen wanneer door de sensormiddelen 107 een verstopping van de toevoerkoker 23 gedetecteerd wordt. De achterste deur 61 kan van de eerste lineaire actuator 185 losgemaakt worden en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 kan van de tweede lineaire actuator 187 losgemaakt worden, zodat de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk van de onderwand 71 bewogen kunnen worden naar de geopende positie die is weergegeven in Figuur 4. In plaats van losgemaakt te kunnen worden van de eerste lineaire actuator 185 en de tweede lineaire actuator 187 om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 naar de geopende positie bewogen te worden, zijn de eerste lineaire actuator 185 en de tweede lineaire actuator 187 geconfigureerd en aangebracht om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 te bewegen vanaf de gedeeltelijk geopende positie die is weergegeven in Figuur 3 naar de geopende positie die is weergegeven in Figuur 4.
Floewel de principes van de uitvinding hierboven uiteengezet worden met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen, moet worden begrepen dat deze beschrijving enkel gegeven wordt bij wijze van voorbeeld en niet als beperking voor de reikwijdte van bescherming, die bepaald wordt door de bijgevoegde conclusies.
Claims (15)
- Conclusies1. Landbouwbalenpers (1), bestaande uit: - een balenkamer (9) met een inlaatopening (19) erin gevormd; - een toevoerkoker (23) die in verbinding staat met de balenkamer via de inlaatopening voor ladingen oogstmateriaal die van de toevoerkoker naar de balenkamer overgebracht moeten worden, waarbij de toevoerkoker een bovenste uiteinde (27) bevat dat over het algemeen opwaarts gericht is en in verbinding staat met de inlaatopening in de balenkamer en een onderste uiteinde (29) dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst; - een plunjer (7) die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de toevoerkoker samen te drukken om een baal te vormen; - toevoermiddelen (25) die binnen de toevoerkoker werkzaam zijn om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna dit verzamelde materiaal in de balenkamer te drukken; - een transportkanaal (53) dat in verbinding staat met het onderste uiteinde van de toevoerkoker voor oogstmateriaal dat naar de toevoerkoker getransporteerd moet worden. -transportmiddelen (47) die werkzaam zijn in het transportkanaal om het oogstmateriaal te transporteren langs een onderwand (51) van het transportkanaal naar de toevoerkoker, gekenmerkt doordat: - de toevoerkoker een bovenwand (35) en een onderwand (37) heeft die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde en het bovenste uiteinde van de toevoerkoker waarbij de bovenwand een bovengrens vormt van de toevoerkoker en de onderwand een ondergrens van de toevoerkoker; - minstens één gedeelte (59, 61) van de onderwand van de toevoerkoker de vorm heeft van een deur; - de onderwand (51) van het transportkanaal (53) geschikt is om weg van het transportmiddel (47) bewogen te worden en een beweegbare rand (52) heeft aangrenzend aan een onderste eindstuk van de onderwand (37) van de toevoerkoker; en - het minstens één gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker dat de vorm heeft van een deur het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) bevat waarbij het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) bevestigd is aan de beweegbare rand (52) van de onderwand (51) van het transportkanaal (53).
- 2. Balenpers volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het transportmiddel bestaat uit een roterend snijwerktuig (47) dat werkzaam is in het transportkanaal (53) om het oogstmateriaal te snijden in samenwerking met een stel messen (55) die aangebracht zijn op de onderwand (51) de het transportkanaal (53) en om het afgesneden oogstmateriaal naar de toevoerkoker (23) te transporteren.
- 3. Balenpers volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) dat de vorm heeft van een deur vast bevestigd is aan de onderwand (51) van het transportkanaal (53).
- 4. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 3, gekenmerkt doordat de beweegbare wand (51) van het transportkanaal (53) beweegbaar is door scharnierbaarte zijn.
- 5. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 3, gekenmerkt doordat het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) dat de vorm heeft van een deur scharnierend bevestigd is aan de beweegbare onderwand (51) van het transportkanaal (53).
- 6. Balenpers volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) dat de vorm heeft van een deur een eerste gedeelte bevat dat vast bevestigd is aan de onderwand (51) van het transportkanaal (53) langs een rand van het eerste gedeelte, en een tweede gedeelte dat scharnierend bevestigd is aan het eerste gedeelte langs een rand van het eerste deurgedeelte tegenover de rand die vast bevestigd is aan de beweegbare onderwand (51) van het transportkanaal (53)..
- 7. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 6, gekenmerkt doordat het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) dat de vorm heeft van een deur beweegbaar is tussen een gesloten positie waarin de rand (67) van het onderste eindstuk (59) tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand (51) van het transportkanaal (53) grenst aan de rand (69) van een aangrenzend gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) en daardoor samen met het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) minstens een gedeelte van de ondergrens vormt, en een geopende positie waarin de rand (67) van het onderste eindstuk (59) tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand (51) van het transportkanaal (53) weg van de rand (69) van het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) gepositioneerd wordt, en daardoor een opening (103) verschaft in de ondergrens tussen de rand (67) van het onderste eindstuk tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand van het transportkanaal en de rand (69) van het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand van de toevoerkoker.
- 8. Balenpers volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat het minstens één gedeelte van de onderwand (37) dat de vorm heeft van een deur ook het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) bevat, waarbij het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand van de toevoerkoker ook beweegbaar is tussen de gesloten positie en de geopende positie.
- 9. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 8, gekenmerkt doordat de balenpers (1) uitgerust is met middelen (99, 85, 87,185,187) voor het selectief bewegen van het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) dat de vorm heeft van een deur en een aangrenzend gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) dat ook de vorm heeft van een deur, tussen een gesloten positie waarin de rand (67) van het onderste eindstuk (59) tegenover de rand ervan die bevestigd is aan de onderwand (51) van hettransportkanaal (53) grenst aan de rand (69) van het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) en daardoor samen met het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) minstens een gedeelte van de ondergrens vormt, en een gedeeltelijk geopende positie waarin het eindstuk (59) van de onderwand (37) en het aangrenzende gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) weg van de bovenwand (35) van de toevoerkoker (23) gepositioneerd zijn, meer bepaald over een relatief kleine afstand, waarbij de ondergrens intact gelaten wordt.
- 10. Balenpers volgens conclusie 9 en één van de conclusie 7 en 8, gekenmerkt doordat de middelen (85,87,185,187) geschikt zijn om de onderdelen (59, 61) van de onderwand (37) selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie vrijmaakbaar zijn om de gedeelten van de onderwand van de toevoerkoker in de geopende positie te kunnen positioneren, en/of waarbij de middelen geschikt zijn om de onderdelen van de onderwand selectief te bewegen tussen de gesloten positie, de gedeeltelijk geopende positie en de geopende positie.
- 11. Balenpers volgens conclusie 9 of 10, gekenmerkt doordat de middelen (85, 87) uit manueel bedienbare middelen bestaan.
- 12. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 9 tot 11, gekenmerkt doordat de middelen (99,185,187) die geschikt zijn om het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) en een aangrenzend gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, een actuator bevatten, meer bepaald een lineaire actuator.
- 13. Balenpers volgens conclusie 12, gekenmerkt doordat de middelen die geschikt zijn om het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) en een aangrenzend gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, een controller (105) bevatten die verbonden is met de actuator (99,185,187) voor het bedienen ervan.
- 14. Balenpers volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat de middelen die geschikt zijn om het onderste eindstuk (59) van de onderwand (37) en een aangrenzend gedeelte (61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, sensormiddelen (107) bevatten die geconfigureerd zijn voor het detecteren van een verstopping van de toevoerkoker (23) tijdens de werking, waarbij de controller (105) geconfigureerd is om de onderdelen (59, 61) van de onderwand naar de gedeeltelijk open positie te bewegen ingeval de sensormiddelen tijdens de werking een verstopping van de toevoerkoker (23) detecteren.
- 15. Balenpers volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat de sensormiddelen (107) geconfigureerd zijn om de belasting op de toevoermiddelen (25) tijdens de werking te meten, en de controller (105) geconfigureerd is om de onderdelen (59, 61) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) te bewegen naar de gedeeltelijk open positie ingeval door de sensormiddelen (107) gemeten belasting een bepaalde waarde overschrijdt die een indicatie geeft dat een verstopping van de toevoerkoker (23) zich voordoet of op het punt staat zich voor te doen.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5675A BE1023242B1 (nl) | 2015-10-20 | 2015-10-20 | Landbouwbalenpers |
PCT/EP2016/075259 WO2017068058A1 (en) | 2015-10-20 | 2016-10-20 | Agricultural baler |
CN201680044243.2A CN107846845B (zh) | 2015-10-20 | 2016-10-20 | 农业捆包机 |
US15/769,890 US10588272B2 (en) | 2015-10-20 | 2016-10-20 | Agricultural baler |
EP16784210.3A EP3364742B1 (en) | 2015-10-20 | 2016-10-20 | Agricultural baler |
CA2989758A CA2989758C (en) | 2015-10-20 | 2016-10-20 | Agricultural baler with feeder duct wall attached to conveying channel wall |
BR112018006781-4A BR112018006781B1 (pt) | 2015-10-20 | 2016-10-20 | Enfardadeira agrícola |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5675A BE1023242B1 (nl) | 2015-10-20 | 2015-10-20 | Landbouwbalenpers |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1023242B1 true BE1023242B1 (nl) | 2017-01-06 |
Family
ID=55272177
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2015/5675A BE1023242B1 (nl) | 2015-10-20 | 2015-10-20 | Landbouwbalenpers |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10588272B2 (nl) |
EP (1) | EP3364742B1 (nl) |
CN (1) | CN107846845B (nl) |
BE (1) | BE1023242B1 (nl) |
BR (1) | BR112018006781B1 (nl) |
CA (1) | CA2989758C (nl) |
WO (1) | WO2017068058A1 (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3554217B9 (en) * | 2016-12-14 | 2021-12-01 | McHale Engineering | A conveying device for conveying material through a conveying channel |
BE1026145B1 (nl) | 2018-03-29 | 2019-10-28 | Cnh Industrial Belgium Nv | Landbouwbalenpers |
EP3662743B1 (en) | 2018-12-03 | 2023-02-08 | CNH Industrial Belgium NV | An agricultural baler |
EP3662742B1 (en) * | 2018-12-03 | 2023-02-08 | CNH Industrial Belgium NV | An agricultural baler |
JP7160727B2 (ja) * | 2019-03-14 | 2022-10-25 | 三菱マヒンドラ農機株式会社 | 穀稈搬送装置 |
US11576309B2 (en) * | 2020-02-27 | 2023-02-14 | Cnh Industrial America Llc | System and method for cleaning a cutting assembly of an agricultural baler |
DE102020002580B4 (de) * | 2020-04-29 | 2024-01-25 | Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG | Förder- und Sammelvorrichtung mit einer antreibbaren Förder- und Sammeleinheit und landwirtschaftliche Erntegutpresse mit der Förder- und Sammelvorrichtung |
CN111837655A (zh) * | 2020-07-23 | 2020-10-30 | 利辛县江淮扬天汽车有限公司 | 一种提高玉米切割打捆机稳定性的打捆机构 |
CN113647251B (zh) * | 2021-08-24 | 2023-06-06 | 中国一拖集团有限公司 | 一种打捆机喂入通道高度自动调节防堵机构 |
CN114600648B (zh) * | 2022-02-17 | 2024-02-27 | 神州农业集团有限公司 | 多功能打捆器 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4275550A (en) * | 1979-10-15 | 1981-06-30 | Hesston Corporation | Crop baler |
EP0339733A1 (en) * | 1988-04-28 | 1989-11-02 | New Holland Belgium N.V. | Agricultural baler |
US4962632A (en) * | 1988-04-28 | 1990-10-16 | Ford New Holland, Inc. | Agricultural baler with movable feeder floor |
WO2014129892A1 (en) * | 2013-02-22 | 2014-08-28 | Forage Innovations B.V. | Conveying arrangement with knives which can be pivoted vertically and shifted laterally |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19855632C1 (de) * | 1998-12-02 | 2000-03-16 | Sacht Hans Otto | Presse zur Herstellung von im wesentlichen quaderförmigen Preßballen aus landwirtschaftlichem Erntegut |
DE19928521A1 (de) * | 1999-06-22 | 2001-01-04 | Lely Welger Maschinenfabrik Gm | Zuführkanal für ein Erntefahrzeug, insbesondere für eine landwirtschaftliche Aufsammelballenpresse |
US6298646B1 (en) * | 2000-03-01 | 2001-10-09 | Hay & Forage Industries | Square baler with infeed cutter |
BE1018690A3 (nl) * | 2009-03-17 | 2011-06-07 | Cnh Belgium Nv | Een rechthoekige balenpers. |
NL1038109C2 (en) * | 2010-06-22 | 2012-01-23 | Forage Innovations Bv | Tine control for balers. |
BE1020297A3 (nl) * | 2011-11-17 | 2013-07-02 | Cnh Belgium Nv | Verstelbaar toevoerkanaal in een balenpers. |
US20130167498A1 (en) * | 2011-12-28 | 2013-07-04 | Agco Corporation | Agricultural implement having knife load responsive infeed cutter |
CN204090592U (zh) * | 2014-08-29 | 2015-01-14 | 牡丹江市万通微孔技术开发有限责任公司 | 料仓安全开启装置 |
-
2015
- 2015-10-20 BE BE2015/5675A patent/BE1023242B1/nl active
-
2016
- 2016-10-20 US US15/769,890 patent/US10588272B2/en active Active
- 2016-10-20 CN CN201680044243.2A patent/CN107846845B/zh active Active
- 2016-10-20 BR BR112018006781-4A patent/BR112018006781B1/pt active IP Right Grant
- 2016-10-20 EP EP16784210.3A patent/EP3364742B1/en active Active
- 2016-10-20 WO PCT/EP2016/075259 patent/WO2017068058A1/en active Application Filing
- 2016-10-20 CA CA2989758A patent/CA2989758C/en active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4275550A (en) * | 1979-10-15 | 1981-06-30 | Hesston Corporation | Crop baler |
EP0339733A1 (en) * | 1988-04-28 | 1989-11-02 | New Holland Belgium N.V. | Agricultural baler |
US4962632A (en) * | 1988-04-28 | 1990-10-16 | Ford New Holland, Inc. | Agricultural baler with movable feeder floor |
WO2014129892A1 (en) * | 2013-02-22 | 2014-08-28 | Forage Innovations B.V. | Conveying arrangement with knives which can be pivoted vertically and shifted laterally |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CA2989758A1 (en) | 2017-04-27 |
BR112018006781A2 (pt) | 2018-10-09 |
WO2017068058A1 (en) | 2017-04-27 |
BR112018006781B1 (pt) | 2021-10-19 |
US20180303037A1 (en) | 2018-10-25 |
CN107846845A (zh) | 2018-03-27 |
EP3364742A1 (en) | 2018-08-29 |
US10588272B2 (en) | 2020-03-17 |
EP3364742B1 (en) | 2019-08-28 |
CN107846845B (zh) | 2021-08-03 |
CA2989758C (en) | 2021-06-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1023242B1 (nl) | Landbouwbalenpers | |
BE1023268B1 (nl) | Landbouwbalenpers | |
BE1023244B1 (nl) | Landbouwbalenpers en werkwijze voor het voorkomen en verwijderen van een verstopping in de toevoerkoker van een landbouwbalenpers | |
BE1023153B1 (nl) | Balenpers en werkwijze voor het verwijderen van een prop oogstmateriaal die vastzit in de invoerkoker van een balenpers | |
US9526214B2 (en) | Drop floor assembly with front and rear linkage mechanism | |
US9549506B2 (en) | Harvester with rear active bottom floor | |
US9918433B2 (en) | Continuous harvester and mobile wrapping systems and methods of using the same | |
US9603308B2 (en) | Continuous round baler with variable conveyor | |
EP2959767A1 (en) | Removable and mobile net wrap system | |
US6425234B1 (en) | Pick-up baler for harvested agricultural produce | |
BE1020303A3 (nl) | Gecombineerde pakker-en stouwermiddelen. | |
BE1026145B1 (nl) | Landbouwbalenpers | |
NL2021232B1 (en) | Loader wagon and method for unloading a loader wagon | |
US10021834B2 (en) | Plunger slot cleaner for an agricultural baler | |
US20190183057A1 (en) | Guide means, baler and method | |
US2787949A (en) | Hay pushing attachment for balers | |
FR3034618A1 (fr) | Presse pour menue-paille |