BE1026145B1 - Landbouwbalenpers - Google Patents

Landbouwbalenpers Download PDF

Info

Publication number
BE1026145B1
BE1026145B1 BE2018/5215A BE201805215A BE1026145B1 BE 1026145 B1 BE1026145 B1 BE 1026145B1 BE 2018/5215 A BE2018/5215 A BE 2018/5215A BE 201805215 A BE201805215 A BE 201805215A BE 1026145 B1 BE1026145 B1 BE 1026145B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
door
feed tube
drawer
bottom wall
pick
Prior art date
Application number
BE2018/5215A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026145A1 (nl
Inventor
Jeroen Devroe
Bram Rosseel
Dries Liefooghe
Dieter Kindt
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2018/5215A priority Critical patent/BE1026145B1/nl
Priority to EP19163868.3A priority patent/EP3545752B1/en
Priority to US16/369,900 priority patent/US11547058B2/en
Publication of BE1026145A1 publication Critical patent/BE1026145A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026145B1 publication Critical patent/BE1026145B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F17/00Straw conveyors for threshing machines or baling presses
    • A01F17/02Mechanical conveyors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke
    • A01F2015/102Feeding at right angles to the compression stroke the pressing chamber is fed from the bottom side
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F2015/107Means for withdrawing knives, rotor or walls of the feeding chamber in case of plugging or congestion

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)

Abstract

Een landbouwbalenpers (1) bevat een toevoerkoker (23) die in verbinding staat met een balenkamer (9) om ladingen oogstmateriaal over te brengen van de toevoerkoker (23) naar een balenkamer (9). De balenpers ook bevat ook: een deur (102) die ten minste een gedeelte van een onderwand (37) van de toevoerkoker (23) definieert, waarbij de deur (102) beweegbaar is tussen: (i) een "deur open"-positie, waarin een opening in de onderwand (37) tot stand komt; en (ii) een "deur gesloten"-positie waarin de opening gesloten is. De balenpers bevat verder een opraaptoestel (33) dat beweegbaar is tussen: (i) een neergelaten positie waarin het opraaptoestel zich in de buurt van de grond bevindt en in staat is oogstmateriaal naar de toevoerkoker (23) te transporteren; en (ii) een opgeheven positie waarin het opraaptoestel verder verwijderd is van de grond dan in de neergelaten positie. Het opraaptoestel (33) is mechanisch gekoppeld aan de deur (102) van de onderwand (37) zodat beweging van het opraaptoestel (33) tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie de deur (102) van de "deur open"-positie naar de "deur gesloten"-positie doet bewegen.

Description

LANDBOUWBALENPERS
Achtergrond van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op landbouwbalenpersen en meer bepaald op rechthoekigebalenpersen, nl. balenpersen die balen oogstmateriaal produceren die in zijaanzicht rechthoekig zijn, en op een werkwijze m.b.t. de werking van zo'n balenpers.
Samenvatting van de uitvinding
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een landbouwbalenpers verschaft, die het volgende bevat:
een balenkamer met een onderwand waarin een inlaatopening is gevormd;
een toevoerkoker die in verbinding staat met de balenkamer via de inlaatopening voor ladingen oogstmateriaal die van de toevoerkoker naar de balenkamer overgebracht moeten worden, waarbij de toevoerkoker een bovenste uiteinde bevat dat over het algemeen naar boven wijst en in verbinding staat met de inlaatopening van de balenkamer en een onderste uiteinde dat over het algemeen naar voren wijst, de toevoerkoker een bovenwand en een onderwand heeft die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde en het bovenste uiteinde van de toevoerkoker;
een deur die ten minste een gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker definieert, waarbij de deur beweegbaar is tussen: (i) een deur open-positie, waarin een opening in de onderwand tot stand komt; en (ii) een deur gesloterï'-positie waarin de opening gesloten is;
een actuator die geconfigureerd is om een operationele component van de balenpers te bewegen tussen: (i) een eerste positie; en (ii) een tweede positie, waarbij de operationele component van de balenpers niet de deur is;
waarbij:
de actuator mechanisch gekoppeld is aan de deur van de onderwand zodat beweging van de operationele component tussen de eerste positie en de tweede positie de deur van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen.
Het tot stand te brengen van een mechanische koppeling tussen de actuator en de deur kan een voordelige manier verschaffen om de deur te sluiten. Bijvoorbeeld kunnen minder mensen nodig zijn om een verstopping uit de toevoerkoker te verwijderen en daarna de balenpers opnieuw te configureren om verder te gaan met het vormen van balen, en/of kan een baalvorming sneller uitgevoerd worden.
BE2018/5215
De actuator kan een opraap-actuator zijn. De operationele component kan een opraaptoestel zijn dat beweegbaar is tussen: (i) een neergelaten positie waarin het opraaptoestel zich in de buurt van de grond bevindt en in staat is oogstmateriaal naar het onderste uiteinde van de toevoerkoker te transporteren; en (ii) een opgeheven positie waarin het opraaptoestel verder verwijderd is van de grond dan in de neergelaten positie. Het opraaptoestel kan mechanisch gekoppeld worden aan de deur van de onderwand zodat beweging van het opraaptoestel tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie de deur van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen.
De actuator kan een actuator zijn voor het bewegen van een onderste lade. De operationele component kan een onderste lade zijn die beweegbaar is tussen: (i) een lade gesloten-positie, waarin een onderste laderand zich in de buurt bevindt van een deurrand wanneer de deur in de deur gesloten-positie staat; en (ii) een lade openpositie, waarin de rand van de onderste lade verwijderd is van de deurrand wanneer de deur in de deur gesloten-positie staat. De actuator voor het bewegen van de onderste lade kan mechanisch gekoppeld zijn met de deur van de onderwand zodat beweging van de actuator voor het bewegen van de onderste lade tussen de lade geslotenpositie en de lade open-positie de deur van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen.
De actuator kan een mesbewegende actuator zijn. De operationele component kan één mes zijn of uit meer messen bestaan die beweegbaar zijn tussen: (i) een messen blootgesteld-positie, waarin het mes of de messen op de passende wijze uitgelijnd is/zijn met een andere component van een snijeenheid zodat oogstmateriaal gesneden wordt door de messen wanneer dit de toevoerkoker binnenkomt; en (ii) een messen ingetrokken-positie, waarin het mes of de messen verwijderd is/zijn van de andere component van de snijeenheid zodat oogstmateriaal niet gesneden wordt door de messen wanneer dit de toevoerkoker binnenkomt. De mesbewegende actuator kan mechanisch verbonden zijn met de deur van de onderwand zodat beweging van de mesbewegende actuator tussen de messen blootgesteld-positie en de messen ingetrokken-positie de deur van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen.
De actuator kan een hydraulische actuator of een elektrische actuator bevatten.
De deur kan een grendelmechanisme bevatten om de deur in de deur gesloten-positie te houden. Het grendelmechanisme kan automatisch blokkeerbaar zijn om de deur in de deur gesloten-positie te houden wanneer hij van de deur open
BE2018/5215 positie naar de deur gesloten-positie bewogen wordt. Het grendelmechanisme kan manueel vrijgemaakt worden om beweging van de deur van de deur gesloterï'-positie naar de deur open-positie mogelijk te maken.
Het opraaptoestel kan mechanisch gekoppeld zijn met de deur van de onderwand door een stangenmechanisme. Het opraaptoestel kan mechanisch gekoppeld zijn aan de deur van de onderwand door een verbindingskabel.
De deur kan draaibaar zijn rond een deurscharnieras zodat hij tussen de deur gesloten-positie en de deur open-positie beweegbaar is.
Het opraaptoestel kan draaibaar zijn rond een opraperscharnieras zodat het beweegbaar is tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie.
De deur van de onderwand van de toevoerkoker kan een deurrand bevatten. De balenpers kan verder een onderste lade bevatten die een gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker definieert. De onderste lade kan een onderste laderand bevatten. De onderste lade is beweegbaar tussen (i) een lade gesloten-positie, waarin de rand van de onderste lade grenst aan de deurrand wanneer de deur in de deur geslotenpositie staat, en (ii) een lade open-positie, waarin de rand van de onderste lade verwijderd is van de duurrand wanneer de deur in de deur gesloten-positie staat.
De onderste lade kan draaibaar zijn rond een scharnieras van de onderste lade zodat hij tussen de lade gesloten-positie en de lade open-positie beweegbaar is.
De onderste lade kan een snijlade zijn.
De onderste lade kan zich uitstrekken langs ten minste 20%, 30% of 40% van de lengte van de onderwand.
De deur kan zich langs minder dan 80%, 70% of 60% van de lengte van de onderwand uitstrekken.
Er kan een werkwijze verschaft worden om toegang te krijgen tot een toevoerkoker van een landbouwbalenpers, waarbij de balenpers het volgende bevat:
een balenkamer die een onderwand heeft waarin een inlaatopening gevormd is;
een toevoerkoker die in verbinding staat met de balenkamer via de inlaatopening voor ladingen oogstmateriaal die van de toevoerkoker naar de balenkamer overgebracht moeten worden, waarbij de toevoerkoker een bovenste uiteinde bevat dat over het algemeen naar boven wijst en in verbinding staat met de inlaatopening van de balenkamer en een onderste uiteinde dat over het algemeen naar voren wijst, waarbij de
BE2018/5215 toevoerkoker een bovenwand en een onderwand heeft die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde en het bovenste uiteinde van de toevoerkoker;
een deur die ten minste een gedeelte van de onderwand van de toevoerkoker definieert, waarbij de deur beweegbaar is tussen: (i) een deur open-positie, waarin een opening in de onderwand is aangebracht; en (ii) een deur gesloten-positie waarin de opening gesloten is;
een opraaptoestel dat beweegbaar is tussen: (i) een neergelaten positie waarin het opraaptoestel zich in de buurt van de grond bevindt en in staat is oogstmateriaal naar het onderste uiteinde van de toevoerkoker te transporteren; en (ii) een opgeheven positie waarin het verder verwijderd is van de grond dan in de neergelaten positie;
waarbij het opraaptoestel mechanisch gekoppeld is aan de deur van de onderwand zodat beweging van het opraaptoestel tussen de eerste positie en de tweede positie de deur van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen, waarbij de werkwijze bestaat uit:
het bewegen van de deur van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie; en het bewegen van het opraaptoestel tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie om de deur te doen bewegen van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie.
Op die manier kan de deur samen met het opraaptoestel bewegen wanneer dit van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie beweegt.
De werkwijze kan verder één of nog meer van de volgende stappen bevatten:
het verwijderen van een eventuele prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker, vooraleer het opraaptoestel tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie te bewegen;
het vrijgeven van een grendel vooraleer de deur van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie te bewegen;
het bewegen van een onderste lade van een lade gesloten-positie naar een lade open-positie; en het bewegen van de onderste lade van de lade open-positie naar de lade gesloten-positie.
BE2018/5215
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Uitvoeringsvormen van deze uitvinding zullen nu bij wijze van voorbeeld en met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen beschreven worden, waarin:
Figuur 1 een rechthoekigebalenpers toont voor gebruik in de landbouw (verder afgekort tot rechthoekigebalenpers of balenpers);
Figuren 2 en 3 tonen de toevoerkoker meer in detail tijdens de normale werking;
Figuur 4 een situatie toont waarin tijdens het verzamelen van de lading oogstmateriaal, een prop oogstmateriaal geklemd raakt in de toevoerkoker;
Figuur 5 een deel van een voorbeeld toont van een uitvoeringsvorm van een landbouwbalenpers, zoals de balenpers die geïllustreerd is in Figuur 1;
Figuur 6 de onderdelen van Figuur 5 toont, waarin de deur bewogen werd naar zijn deur open-positie;
Figuur 7 de onderdelen van Figuur 5 toont, waarin de snijlade naar zijn lade open-positie bewogen werd;
Figuur 8 de onderdelen van Figuur 5 toont, waarbij het opraaptoestel van zijn gedeeltelijk neergelaten positie naar zijn opgeheven positie bewogen werd;
Figuur 9 de onderdelen van Figuur 5 toont, waarin het opraaptoestel volledig naar zijn opgeheven positie bewogen werd;
Figuur 10 de onderdelen van Figuur 5 toont, waarin de snijlade naar zijn lade gesloten-positie bewogen werd;
Figuur 11 een deel van een ander voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een landbouwbalenpers toont; en
Figuur 12 schematisch een voorbeeld toont van een werkwijze om toegang te krijgen tot een toevoerkoker van een landbouwbalenpers.
Gedetailleerde beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 toont een rechthoekigebalenpers 1 voor gebruik in de landbouw.
Balenpers 1 kan voorwaarts bewogen worden over het grondoppervlak 3 door middel van een tractor 5. De balenpers 1 bevat een plunjer 7 die tijdens de werking heen en weer beweegt langs een lineair pad A in een balenkamer 9 door middel van een krukasmechanisme 11 dat met de plunjer 7 is verbonden. Het krukasmechanisme 11 is verbonden om aangedreven te worden door middel van een ingaande as 13 door de motor van de tractor 5. De tractor 5 is daarvoor uitgerust met een aftakvoorziening, ook
BE2018/5215 aftakas genoemd. De ingaande as 13 verbindt een uitgaande as van de aftakas van tractor 5 met een ingaande as 15 van krukasmechanisme 11. Op de ingaande as van het krukasmechanisme is een vliegwiel 17 aangebracht.
De balenkamer 9 heeft een inlaatopening 19 die gevormd is in de onderwand 21 ervan. Een toevoerkoker 23 staat in verbinding met de balenkamer 9 via de inlaatopening 19 om ladingen oogstmateriaal van de toevoerkoker 23 naar de balenkamer 9 over te brengen. Toevoermiddelen 25 zijn werkzaam binnen de toevoerkoker 23 om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna deze verzamelde lading in de balenkamer 9 te drukken. De toevoerkoker 23 kan ook precompressiekamer (PCC) genoemd worden aangezien hij een volume definieert waarin het oogstmateriaal samengedrukt wordt vooraleer naar de balenkamer 9 bewogen te worden.
De toevoerkoker 23 heeft een bovenste uiteinde 27 dat over het algemeen opwaarts wijst en in verbinding staat met de inlaatopening 19 in de balenkamer 9, en een onderste uiteinde 29 dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst en in verbinding staat met een snijeenheid 31. De snijeenheid 31 is aangebracht om oogstmateriaal dat toegevoerd wordt door een opraaptoestel 33 te snijden en om het gesneden oogstmateriaal naar de toevoerkoker 23 te transporteren.
Figuren 2 en 3 tonen de toevoerkoker (23) meer in detail tijdens de normale werking.
De toevoerkoker 23 wordt gedefinieerd tussen een bovenwand 35 van de toevoerkoker en de onderwand 37 van de toevoerkoker. De bovenwand 35 van de toevoerkoker vormt een bovengrens van de toevoerkoker 23. De onderwand 37 van de toevoerkoker vormt een ondergrens van de toevoerkoker 23. Toevoermiddelen 25 zijn werkzaam in de toevoerkoker 23. De toevoermiddelen 25 bevatten een draaibare trommel 39 met stellen tanden 41,43 erop aangebracht. Tijdens de werking wordt de trommel 39 in de richting van pijl B rond de rotatieas 45 gedraaid.
De toevoermiddelen 25 omvatten verder een schematisch weergegeven aandrijving 26. De aandrijving 26 is aangebracht om de trommel 39 in de richting van pijl B rond rotatieas 45 te draaien. De aandrijving 26 bevat verder een mechanisme om de overeenkomstige stellen tanden 41, 43 ten opzichte van de trommel 39 te draaien rond een overeenkomstige omwentelingsas 49, 51, terwijl de trommel 39 in de richting van pijl B rond zijn rotatieas 45 gedraaid wordt. Dit zorgt ervoor dat de buitenste uiteinden van de tanden 41, 43 langs een bewegingspad bewogen worden. Dit bewegingspad kan een vast bewegingspad of een aanpasbaar bewegingspad zijn, waarbij de aandrijving
BE2018/5215 een mechanisme bevat om het bewegingspad van de stellen tanden 41,43 te verstellen, terwijl de trommel 39 in de richting van pijl B rond de rotatieas 45 gedraaid wordt.
Tijdens de normale werking worden de buitenste uiteinden van de tanden 41,43 ertoe gebracht om door de toevoerkoker 23 langs een bewegingspad te bewegen in de richting die aangegeven wordt door pijl C, zodat het gesneden oogstmateriaal dat door de snijeenheid 31 (getoond in Figuur 1) naar het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 getransporteerd werd, van het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 naar het bovenste uiteinde 27 ervan getransporteerd wordt.
Zoals geïllustreerd door middel van Figuur 2 verzamelen de toevoermiddelen 25 eerst een lading oogstmateriaal 28 in de toevoerkoker 23.
Zoals geïllustreerd door middel van Figuur 3 worden, eens de lading van oogstmateriaal 28 verzameld werd, en de plunjer 7 de inlaatopening 19 van de balenkamer 9 heeft vrijgemaakt, de buitenste uiteinden van de tanden 43 ertoe gebracht om langs een bewegingspad door de toevoerkoker 23 te bewegen in de richting die aangegeven wordt door pijl C, en drukken ze daarbij, d.w.z. transporteren ze, de verzamelde lading oogstmateriaal 28 door de opening 19 in de balenkamer 9.
Het is gemakkelijk in te zien dat verschillende mechanismen gebruikt worden om de lading oogstmateriaal 28 in de toevoerkoker 23 te verzamelen en om daarbij de verzamelde lading oogstmateriaal 28 door de opening 19 in de balenkamer 9 te drukken / te transporteren.
Figuur 4 toont een situatie waarbij een prop oogstmateriaal 30, tijdens het verzamelen van de lading van oogstmateriaal 28, geklemd raakt in de invoerkoker 23 tussen de bovenwand 35 en de onderwand 37 en er zo voor zorgt dat de toevoermiddelen 25 onwerkzaam worden.
Figuur 5 toont een deel van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een landbouwbalenpers, zoals de balenpers die geïllustreerd is in Figuur 1, waarbij een prop oogstmateriaal verwijderd kan worden, en de balenpers op voordelige wijze opnieuw kan geconfigureerd worden om verder te gaan met de baalvorming.
Figuur 5 toont een balenkamer, 9, een toevoerkoker 23 en een opraaptoestel 33. De balenkamer 9 heeft een onderwand 21 waarin de inlaatopening 19 is gevormd. Zoals hierboven besproken, staat een toevoerkoker 23 in verbinding met de balenkamer 9 via de inlaatopening 19 zodat ladingen oogstmateriaal van de toevoerkoker 23 naar de balenkamer 9 overgebracht kunnen worden.
BE2018/5215
De toevoerkoker 23 heeft een bovenste uiteinde 27 dat over het algemeen opwaarts wijst en in verbinding staat met de inlaatopening 19 in de balenkamer 9, en heeft ook een onderste uiteinde 29 dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst om oogstmateriaal van het opraaptoestel 33 te ontvangen. Waarbij de toevoerkoker 23 toevoersysteem een bovenwand 35 en een onderwand 37 heeft die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde 29 en het bovenste uiteinde 27 van de toevoerkoker 23. In dit voorbeeld definieert een deur 102 ten minste een gedeelte van de onderwand 37 van de toevoerkoker 23. De deur 102 is beweegbaar tussen: (i) een deur gesloten-positie (zoals getoond in Figuur 5) waarin de opening gesloten is; en (ii) een deur open-positie (zoals getoond in Figuur 6, zoals hieronder beschreven zal worden), waarin een opening in de onderwand (37) ontstaat. De deur 102 staat tijdens normaal gebruik in de deur gesloterï'-positie zodat de toevoerkoker 23 het oogstmateriaal aan de balenkamer 9 kan toevoeren. Als er een verstopping in de toevoerkoker 23 voorkomt (zoals getoond in Figuur 4), kan de balenpers daarna gestopt worden en kan de deur 102 tot in de deur open-positie bewogen worden. Een operator kan daarna de verstopping met de hand verwijderen en toevoerkoker 23 vrijmaken. De deur 102 kan ook valluik genoemd worden. In sommige voorbeelden kan de balenpers via de handbediening door een operator gestopt worden. In andere voorbeelden kan de balenpers automatisch gestopt worden in reactie op de detectie door een controller van een verstopping. Op vergelijkbare wijze kan de deur 102 met de hand of automatisch geopend worden.
De deur 102 kan bijvoorbeeld automatisch opendraaien wanneer er een verstopping gedetecteerd wordt.
Het opraaptoestel 33 is beweegbaar tussen: (i) een eerste positie; en (ii) een tweede positie. De eerste positie is een neergelaten positie (zoals getoond in Figuur 5) waarin het opraaptoestel zich in de buurt van de grond bevindt en in staat is oogstmateriaal naar het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 te transporteren. De tweede positie is een opgeheven positie (zoals getoond in Figuur 9, zoals hieronder beschreven zal worden), waarin het opraaptoestel verder verwijderd is van de grond dan in de neergelaten-positie. Het opraaptoestel 33 kan in de neergelaten positie gezet worden wanneer het in gebruik is op een veld. Het opraaptoestel 33 kan in de opgeheven positie gezet worden wanneer het tussen velden beweegt, bv. wanneer het op een weg rijdt, of anders wanneer het niet nodig is om oogstmateriaal op te rapen. Zoals hieronder meer in detail besproken zal worden, is het opraaptoestel 33 een voorbeeld van een operationele component die bewogen kan worden door een actuator
BE2018/5215 (in dit voorbeeld een opraper-actuator), zodat dezelfde actuator ook gebruikt kan worden om de deur 102 te sluiten.
Zoals hieronder meer in detail beschreven zal worden in dit voorbeeld het opraaptoestel 33 mechanisch gekoppeld aan de deur 102 van de onderwand 37, zodat beweging van het opraaptoestel 33 tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie de deur 102 van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen. In dit voorbeeld wordt een mechanisme met stangenstelsel 104 gebruikt om het opraaptoestel 33 aan de deur 102 te koppelen.
Het stangenstelsel 104 in Figuur 5 bevat een eerste sleufkoppelstang 114 en een tweede koppelstang 116. De eerste sleufkoppelstang 114 is aan één uiteinde aan de opraapinrichting 33 bevestigd, en bevat een sleuf aan het andere uiteinde. De tweede koppelstang 116 is een scharnierende koppelstang die één uiteinde aan de deur 102 bevestigd is. In dit voorbeeld is het andere uiteinde van de tweede koppelstang 116 bevestigd aan een huis van de balenpers (niet weergegeven) zodat hij tijdens het gebruik op zijn plaats blijft. De tweede koppelstang 116 bevat ook een pen 118 die vrij kan bewegen langs de sleuf van de eerste sleufkoppelstang 114. Zoals hieronder meer in detail zal worden beschreven belet het stangenstelsel 104 de beweging van de deur 102 van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie NIET wanneer het opraaptoestel 33 in de neergelaten positie staat, en doet het stangenstelsel 104 de deur 102 bewegen van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie wanneer de positie van het opraaptoestel 33 gewijzigd wordt van de neergelaten positie naar de opgeheven positie.
Het is gemakkelijk in te zien dat het stangenstelsel 104 van Figuur 5 slechts één voorbeeld is van een mechanisme voor het koppelen van het opraaptoestel 33 aan de deur 102, om de gewenste beweging te verwezenlijken. In andere voorbeelden kan een verschillend stangenstelsel, en verbindingskabel (zoals een stalen kabel, die een remkabel kan zijn), of eender welke andere koppeling gebruikt worden. Bijvoorbeeldkan een riemschijfsysteem gebruikt worden.
Het verschaffen van een mechanische koppeling tussen het opraaptoestel 33 en de deur 102 van de onderwand 37 kan een voordelige manier zijn om de deur 102 te sluiten. Bijvoorbeeld heeft men gevonden dat een enkele persoon (zoals de operator van de tractor / balenpers) de deur 102 met de hand kan openen (als dit niet automatisch gebeurt) en een eventuele verstopping uit de toevoerkoker 23 kan verwijderen.
BE2018/5215
Een manuele bediening van het sluiten van de deur 102 nadat de verstopping werd verwijderd kan echter de kracht van twee mensen vereisen. Zodoende is het verschaffen van een automatisch mechanisme voor het sluiten van de deur 102 voordelig omdat er dan minder mensen nodig kunnen zijn om de balenpers opnieuw te configureren / samen te bouwen nadat een verstopping werd verwijderd, zodat er minder mensen nodig kunnen zijn om een baalvormingsbewerking uit te voeren en/of de baalvormingsbewerking sneller uitgevoerd kan worden.
Voorts, als er een verstopping is, zal de operator de toevoerkoker 23 eerst leegmaken en daarna de deur 102 sluiten (door het opraaptoestel 33 op te heffen). De operator kan daarna met de balenpers achteruitrijden, alvorens het opraaptoestel 33 opnieuw te laten zakken om het verwijderde oogstmateriaal op te rapen terwijl hij vooruitrijdt en voortgaat met het vormen van balen. Mocht het opraaptoestel 33 in een neergelaten positie staan wanneer de balenpers achteruitrijdt, dan zou het opraaptoestel het verwijderde oogstmateriaal weer in de toevoerkoker 23 drukken wanneer de balenpers achteruit beweegt, wat ongewenst kan zijn. Het kan dan ook voordelig zijn als het opraaptoestel 33 al opgeheven werd vooraleer de balenpers achteruitrijdt omdat het opraaptoestel 33 dan in staat zal zijn om over het verwijderde oogstmateriaal te rijden, zonder het op te rapen, wanneer de balenpers achteruit bewogen wordt. Dit proces kan ook beschouwd worden als tijdbesparend doordat een extra bewerking (naast het verwijderen van de verstopping in de toevoerkoker 23) om alleen het opraaptoestel 33 omhoog te zetten niet meer nodig is. Dit proces kan sneller zijn dan een bovenste wand van de toevoerkoker 23 te moeten demonteren om een verstopping te verwijderen.
Nog een ander voordeel is dat er geen extra actuators nodig kunnen zijn als het opraaptoestel 33 gebruikt wordt om de deur 102 te sluiten.
Bijvoorbeeld kan de balenpers een opraper-actuator bevatten (die een hydraulische actuator of een elektrische actuator kan zijn) die het opraaptoestel 33 kan bewegen tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie. Zulke actuator kan al aanwezig zijn in de balenpers en kan dus ook gebruikt worden om de deur 102 te sluiten. Zoals hieronder meer in detail besproken zal worden, kan in sommige toepassingen een andere bestaande actuator (niet noodzakelijk de opraper-actuator) gebruikt worden om de deur 102 te sluiten; de andere actuator kan er één zijn die een relatief korte slag kan uitvoeren, zoals 100 mm. Door bestaande actuators te gebruiken, kan een gering aantal extra onderdelen nodig zijn om de aanvullende functie van het sluiten van de deur 102 tot stand te brengen.
BE2018/5215
In dit voorbeeld bevat de snijeenheid een snijlade 106, die een gedeelte van de onderwand 37 van de toevoerkoker 23 definieert. De snijlade 106 is beweegbaar tussen (i) en lade gesloten-positie (zoals getoond in Figuur 5) en (ii) een lade open-positie (zoals getoond in Figuur 7, zoals hieronder beschreven zal worden). In dit voorbeeld grenst een verst afgelegen duurrand 102 aan een verst afgelegen rand van de snijlade 106 wanneer beide gesloten zijn. Dat wil zeggen dat de snijlade 106 een snijladerand 108 heeft, en dat de deur 102 een deurrand 110 heeft. Wanneer de snijlade 106 is in de lade gesloten-positie staat, grenst de snijladerand 108 aan de deurrand 110, wanneer de deur 102 zich in de deur gesloten-positie bevindt. Wanneer de snijlade 106 is in de lade open-positie staat, ligt de snijladerand 108 verwijderd van de deurrand 110.
De toevoerkoker 23 kan gezien worden als een gebruiksvolume van de koker (grijs gemaakt in Figuur 5), dat een volume van de toevoerkoker 23 definieert dat oogstmateriaal ontvangt wanneer de balenpers in gebruik is op een veld. Wanneer de deur 102 en de snijlade 106 in hun gesloten posities staan, definiëren ze een bodemwandoppervlak dat de omtrek van het gebruiksvolume van de koker definieert. Wanneer de deur 102 open is, dan ligt de deurrand 110 verwijderd van het oppervlak van de bodemwand. Op vergelijkbare wijze, wanneer de snijlade 106 open is, bevindt zijn snijladerand 108 verwijderd van het oppervlak van de bodemwand.
Figuren 6, 7, 8, 9 en 10 illustreren een voorbeeld van hoe de onderdelen van Figuur 5 in volgorde bewogen kunnen worden om een verstopping uit de toevoerkoker 23 te verwijderen, en daarna de balenpers opnieuw te configureren voor verdere werking. Dezelfde verwijzingsnummers zijn in al deze figuren gebruikt om overeenkomstige kenmerken te identificeren.
In Figuur 6 werd de deur 102 bewogen naar zijn deur open-positie, zodat zijn deurrand 110 verwijderd van de snijladerand 108 ligt. De deurrand 110 ligt ook verwijderd van het buitenoppervlak van het volume van de toevoerkoker 23 dat oogstmateriaal ontvangt wanneer de balenpers in gebruik is. In dit voorbeeld is de deur 102 draaibaar rond een deurscharnieras 105, zodat hij tussen de 'deur-gesloten-positie (die weergegeven in Figuur 5) en de deur open-positie (weergegeven in Figuur 6) beweegbaar is. Zoals hierboven opgegeven, wanneer de deur 102 in de deur openpositie staat, kan een operator toegang krijgen tot de toevoerkoker 23 om eventuele verstoppingen te verwijderen.
In Figuur 7 werd de snijlade 106 naar zijn lade open-positie bewogen. De deur 102 staat ook nog altijd in zijn deur open-positie. Wanneer de snijlade 106 in zijn lade open-positie staat, ligt de snijladerand 108 verwijderd van het buitenoppervlak van het
BE2018/5215 volume van de toevoerkoker 23 dat oogstmateriaal ontvangt wanneer de balenpers in gebruik is. De snijladerand 108 kan verwijderd zijn van de deurrand 110, ongeacht of de deur 102 in de deur-open- of deur gesloten-positie staat. In dit voorbeeld staan de snijlade 106, samen met de deur 102, in hun geopende posities, en is de snijlade 106 draaibaar rond een snijladescharnieras (niet zichtbaar in Figuur 7), zodat hij tussen de lade gesloten-positie (weergegeven in Figuur 5) en de lade open-positie (weergegeven in Figuur 7) beweegbaar is.
Zoals getoond in Figuur 7 bevat het binnenoppervlak van de snijlade 106 in dit voorbeeld messen 112. Om die reden kan de snijlade 106 ook messenlade genoemd worden. Wanneer de snijlade 106 in de lade gesloten-positie staat, kunnen de messen 112 op de passende wijze uitgelijnd worden met een andere component van de snijeenheid, bijvoorbeeld een snijtrommel, zodat het oogstmateriaal gesneden wordt door de messen 112 wanneer het de toevoerkoker 23 binnenkomt.
In sommige voorbeelden kan het voordelig zijn voor de snijlade 106 om geopend te kunnen worden om de afmeting van een opening die een operator kan gebruiken om naar de toevoerkoker 23 te gaan om eventuele verstoppingen vrij te maken die zich dichtbij de snijeenheid 31 of het opraaptoestel 33 bevinden. Ook kan het gebied van de toevoerkoker 23 dat boven de snijlade 106 ligt het nauwste gebied zijn van de toevoerkoker 23 en dus het meest kans maken om verstopt te raken. Zodoende kan het verschaffen van een snijlade 106 die geopend kan worden voordelig zijn omdat hij rechtstreekse toegang kan verschaffen tot een gebied van de toevoerkoker 23 dat in sommige toepassingen de meeste kans loopt geblokkeerd te worden.
In andere voorbeelden kan de balenpers een pakkereenheid bevatten in plaats van een snijeenheid. Wanneer een pakkereenheid wordt gebruikt, dan kan de hierboven beschreven snijlade 106 vervangen worden door een plaat / lade zonder messen. De snijlade 106 (wanneer een snijeenheid wordt gebruikt) en de plaat / lade (wanneer een pakkereenheid wordt gebruikt) kunnen beschouwd worden als voorbeelden van onderste laden, die beide een onderste laderand bevatten. Zulke onderste lade kan draaibaar zijn rond een onderste ladescharnieras zodat hij tussen de lade geslotenpositie en de lade open-positie beweegbaar is.
In Figuur 8 werd het opraaptoestel 33 gedeeltelijk van zijn neergelaten positie (zoals getoond in Figuren 6 en 7) naar zijn opgeheven positie bewogen (de volledig opgeheven positie is weergegeven in Figuur 9). Als het opraaptoestel 33 opgeheven is, dan beweegt de eerste sleufkoppelstang 114, die bevestigd is aan de opraper 33. De eerste sleufkoppelstang 114 wordt zo bewogen dat de pen 118 op de tweede
BE2018/5215 koppelstang 116 een gesloten uiteinde van de sleuf in de eerste sleufkoppelstang 114 bereikt, en de verdere beweging van de eerste sleufkoppelstang 114 een kracht aanbrengt op de pen 118. Het stangenstelsel 104 is zo geconfigureerd dat de kracht die uitgeoefend wordt op de pen 118 de deur 102 naar zijn gesloten positie doet bewegen. Ter herhaling wordt vermeld dat de pen 118 aan de tweede koppelstang 116 bevestigd is en dat de tweede koppelstang 116 aan de deur 102 bevestigd is.
In Figuur 9 werd het opraaptoestel 33 volledig tot in zijn opgeheven positie bewogen. De eerste sleufkoppelstang 114 werd zo bewogen dat de pen 118 een kracht heeft uitgeoefend op de tweede koppelstang 116 en dat de deur 102 volledig gesloten is.
De tweede koppelstang 116 in dit voorbeeld bevat een aan de deur bevestigd element 116a en een aan het huis bevestigd element 116b, die scharnierend verbonden zijn door de verbindingspen 118. Het aan de deur bevestigd element 116a is bevestigd aan de deur 102. Het aan het huis bevestigd element 116b is bevestigd aan een huis van de balenpers (niet weergegeven) zodat het tijdens het gebruik op zijn plaats blijft. De lengte van het aan de deur bevestigd element 116a en het aan het huis bevestigd element 116b kan aangepast worden volgens de plaatsing van het stangenstelsel en het krachtenevenwicht op het mechanisme. Bijvoorbeeld kan het aan de deur bevestigd element 116a langer of korter zijn dan het aan het huis bevestigd element 116b.
In dit voorbeeld is het opraaptoestel 33 draaibaar rond een opraperscharnieras (niet weergegeven) zodat het tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie beweegbaar is.
Zoals hierboven besproken is, kan het voordelig zijn om het opraaptoestel 33 te gebruiken om de deur 102 te sluiten, i.p.v. dat een operator (of operatoren) de deur 102 met de hand probeert te sluiten. Het is gemakkelijk in te zien dat in andere voorbeelden het stangenstelsel 104 zo kan geconfigureerd worden dat beweging van het opraaptoestel 33 van de opgeheven positie naar de neergelaten positie gebruikt kan worden om de deur 102 te sluiten. Bijvoorbeeld kunnen het aan de deur bevestigd element 116a en het aan het huis bevestigd element 116b verbonden worden zodat ze weg wijzen van het verst afgelegen uiteinde van de eerste sleufkoppelstang 114. Op die manier oefent het andere uiteinde van de sleuf in de eerste sleufkoppelstang 114 een kracht uit op de pen 118 om de deur 102 te sluiten.
In sommige voorbeelden kan de deur 102 een grendelmechanisme (niet weergegeven) bevatten om de deur 102 in de deur gesloten-positie te houden. Het
BE2018/5215 grendelmechanisme kan automatisch blokkeerbaar zijn om de deur 102 in de deur gesloten-positie te houden wanneer hij bewogen werd van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie. Optioneel kan het grendelmechanisme manueel vrijgezet worden om beweging van de deur 102 van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie mogelijk te maken. Bijvoorbeeld kan een grendel onder veerdruk gebruikt worden om een automatische vergrendeling te verschaffen wanneer de deur 102 gesloten werd. In sommige voorbeelden kan het grendelmechanisme automatisch vrijmaakbaar zijn om beweging van de deur 102 van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie mogelijk te maken.
In Figuur 10 werd de snijlade 106 naar zijn lade gesloten-positie bewogen, zodat zijn snijladerand 108 grenst aan de rand 110 van de deur 102 (die in de deur gesloten-positie staat). In dit voorbeeld kan de snijlade manueel gesloten worden door een operator. In andere voorbeelden kan de snijlade 106 gesloten worden door een hydraulisch systeem dat bediend wordt door een gebruiker. De bedieningselementen voor het hydraulische systeem kunnen in de cabine van een tractor geplaatst worden en/of bijvoorbeeld bedieningselementen zijn aan de achterkant van de tractor).
In sommige voorbeelden kan de snijlade 106 zich langs ten minste 20%, 30% of 40% van de lengte van de onderwand 37 uitstrekken. Ook kan de deur 102 zich langs minder dan 80%, 70% of 60% van de lengte van de onderwand (37) uitstrekken. In sommige toepassingen kan de snijlade 106 ten minste 200 mm, 300 mm of 400 mm lang zijn, en/of kan de deur 102 een lengte hebben, die kleiner is dan 800 mm, 700 mm of 600 mm. Door een snijlade 106 en/of een deur 102 met zulke afmetingen te hebben, kan de deur 102 / snijlade 106 op voordelige wijze ver genoeg geopend worden om de verstopping gemakkelijk te kunnen verwijderen. Als de deur 102 te lang is, dan kan er in sommige voorbeelden niet veel bodemvrijheid zijn, wat reiniging en verwijderen van verstoppingen uit de toevoerkoker 23 moeilijker kan maken.
Als de deur 102 te lang is, dan zou de deur 102 ook gebogen kunnen worden als de operator rijdt met de deur 102 in de deur open-positie. Door de deur 102 in te korten, kan meer bodemvrijheid verschaft worden en kan de snijlade 106 geopend worden om de toegang te verbeteren tot de toevoerkoker 23 om verstoppingen te verwijderen.
In sommige voorbeelden kan de deurscharnieras (die weergegeven is met verwijzing naar nummer 105 in Figuur 6) verwijderd van een uiteinde van de toevoerkoker 23 geplaatst worden. Bijvoorbeeld kan hij verwijderd zijn van een uiteinde van de toevoerkoker 23 (dat het uiteinde van de toevoerkoker 23 kan zijn dat in
BE2018/5215 verbinding staat met de inlaatopening 19 van de balenkamer) over minstens 20%, 40% of 50% van de lengte van de onderwand (37). De deur 102 kan een gedeelte van de onderwand 37 definiëren dat zich uitstrekt van de deurscharnieras in een richting weg van de inlaatopening 19. In zulke voorbeelden kan het voor een operator volstaan om alleen in staat te zijn om toegang te krijgen tot een onderste gebied van de toevoerkoker 23 wanneer de deur 102 open staat. Dit kan bijzonder relevant zijn voor machines die een pakkereenheid hebben in plaats van een snijeenheid.
Zoals hierboven opgegeven, kan in andere voorbeelden een “andere actuator”, die niet noodzakelijk de opraper-actuator is, gebruikt worden om van de deur openpositie naar de deur gesloten-positie te bewegen.
Figuur 11 toont een deel van een ander voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een landbouwbalenpers, waaruit een prop oogstmateriaal op een handige wijze verwijderd kan worden. Figuur 11 toont twee verdere voorbeelden van actuators die mechanisch gekoppeld kunnen worden (rechtstreeks of onrechtstreeks) met de deur 102 om deze van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie te bewegen. De actuators die weergegeven zijn in Figuur 11, zijn: i) een actuator voor het bewegen van de onderste lade 120; en een mesbewegende actuator 122. Hoewel niet weergegeven in Figuur 11, kan een mechanische koppeling gebruikt worden om een koppeling te verschaffen tussen de deur 102 en: de actuator voor het bewegen van de onderste lade 120; of de mesbewegende actuator 122. Zulke mechanische koppeling kan vergelijkbaar zijn met het stangenstelsel 104 dat onrechtstreeks gekoppeld is aan de opraper-actuator.
De actuator voor het bewegen van de onderste lade 120 kan de onderste lade (die in dit voorbeeld een snijlade 106 is) bewegen tussen: (i) een eerste positie; en (ii) een tweede positie. De eerste positie is de lade gesloten-positie (die weergegeven in Figuur 5), waarin de rand van de onderste lade grenst aan de deurrand wanneer de deur in de deur gesloten-positie staat. De tweede positie is de lade open-positie (weergegeven in Figuur 7), waarin de rand van de onderste lade verwijderd is van de deurrand wanneer de deur in de deur gesloten-positie staat.
De actuator voor het bewegen van de onderste lade 120 kan mechanisch gekoppeld zijn aan de deur 102 (zulke koppeling is niet weergegeven in Figuur 11). De actuator voor het bewegen van de onderste lade 120 kan rechtstreeks gekoppeld zijn aan de deur 102. Als alternatief kan de actuator voor het bewegen van de onderste lade 120 onrechtstreeks aan de deur 102 gekoppeld zijn; bijvoorbeeld kunnen zowel de actuator voor het bewegen van de onderste lade 120 als de deur 102 mechanisch
BE2018/5215 gekoppeld zijn aan de snijlade 106. Op die manier kan de actuator voor het bewegen van de onderste lade 120 geactiveerd worden om de snijlade 106 te bewegen, en kan de deur 102 terzelfder tijd automatisch gesloten worden.
Op die manier is de snijlade 106 een voorbeeld van een operationele component die bewogen kan worden door een actuator 120, zodat dezelfde actuator 120 ook gebruikt kan worden om de deur 102 te sluiten.
De mesbewegende actuator 122 kan de messen 112 bewegen tussen: (i) een eerste positie; en (ii) een tweede positie. De eerste positie is een messen blootgesteldpositie, waarin de messen 112 op de passende wijze uitgelijnd zijn met een andere component van de snijeenheid zodat oogstmateriaal gesneden wordt door de messen 112 wanneer het in de toevoerkoker 23 binnenkomt. De tweede positie is een messen ingetrokken-positie, waarin de messen 112 verwijderd zijn van de andere component van de snijeenheid zodat oogstmateriaal niet gesneden wordt door de messen 112 wanneer het de toevoerkoker 23 binnenkomt.
De mesbewegende actuator 122 kan mechanisch gekoppeld worden aan de deur 102 (zulke koppeling is niet weergegeven in Figuur 11). De mesbewegende actuator 122 kan rechtstreeks gekoppeld worden aan de deur 102. Als alternatief kan de mesbewegende actuator 122 onrechtstreeks gekoppeld worden aan de deur 102; zowel de mesbewegende actuator 122 als de deur 102 kunnen bijvoorbeeld mechanisch gekoppeld worden aan de messen 112. Op die manier kan de mesbewegende actuator 122 geactiveerd worden om de messen 112 te ontbloten of in te trekken, en kan de deur 102 terzelfder tijd automatisch gesloten worden.
Op die manier zijn de messen 112 een voorbeeld van een operationele component die door een actuator 122 bewogen kan worden, zodat dezelfde actuator 122 ook gebruikt kan worden om de deur 102 te sluiten.
In sommige voorbeelden kan er een reeks actuators zijn. Er kunnen bijvoorbeeld twee actuators zijn voor het bewegen van de onderste lade 120; één aan elk uiteinde van de snijlade 106. Op vergelijkbare wijze kan er een reeks mechanische koppelingen zijn voor elke actuator / voor elke operationele component.
Figuur 12 toont schematisch een voorbeeld van een werkwijze om toegang te krijgen tot een toevoerkoker van een landbouwbalenpers, zoals een balenpers die één of meer van de hierboven beschreven kenmerken bevat.
In stap 130 van de werkwijze wordt de deur van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie bewogen. Zoals hierboven besproken, kan de deur bv. geopend
BE2018/5215 worden om een operator in staat te stellen een verstopping in de toevoerkoker te verwijderen.
In sommige voorbeelden kan de werkwijze ook de stap omvatten (niet weergegeven in Figuur 12) van het openen van een snijlade om de toevoerkoker beter toegankelijk te maken voor een operator. De deur en/of de snijlade kan/kunnen automatisch of manueel geopend worden. Bijvoorbeeld kan een actuator gebruikt worden om de deur en/of de snijlade automatisch te openen.
In stap 132 bestaat de werkwijze uit de stap van het verwijderen van een eventuele prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker.
In stap 134 bevat de werkwijze de stap van het bewegen van het opraaptoestel tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie (ofwel van de neergelaten positie naar de opgeheven positie, ofwel van de opgeheven positie naar de neergelaten positie) om de deur automatisch van de deur open-positie naar de deur geslotenpositie te doen bewegen.
De operator kan bijvoorbeeld een eventuele verstopping verwijderen, de toevoerkoker schoonmaken en daarna terug in zijn stoel gaan zitten om het opraaptoestel 33 omhoog te bewegen om de deur 102 en/of de snijlade 106 te sluiten en daarna weer naar beneden om het vormen van de balen te hernemen. Zoals hierboven besproken kan dit een handige manier verschaffen om de deur te sluiten zodat het vormen van balen kan voortgaan. In sommige toepassingen kan het op die manier sluiten van de deur het vrijmaken van een verstopping mogelijk maken en kan de balenpers opnieuw geconfigureerd worden om de baalvorming door een enkele operator voort te zetten. Bijvoorbeeld kan de deur 102 (vloerval) op voordelige wijze binnen 30 seconden door 1 persoon gesloten worden.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Landbouwbalenpers (1), die het volgende bevat:
    een balenkamer (9) met een onderwand (21), waarin een inlaatopening (19) is gevormd;
    een toevoerkoker (23) die in verbinding staat met de balenkamer (9) via de inlaatopening (19) voor ladingen oogstmateriaal die van de toevoerkoker (23) naar de balenkamer (9) overgebracht moeten worden, waarbij de toevoerkoker (23) een bovenste uiteinde (27) bevat dat over het algemeen opwaarts gericht is en in verbinding staat met de inlaatopening (19) in de balenkamer en een onderste uiteinde (29) dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst, de toevoerkoker (23) heeft een bovenwand (35) en een onderwand (37) die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde (29) en het bovenste uiteinde (27) van de toevoerkoker (23);
    een deur (102) die ten minste een gedeelte van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) definieert, waarbij de deur (102) beweegbaar is tussen: (i) een deur operï'-positie, waarin een opening in de onderwand (37) ontstaat; en (ii) een deur gesloterï'-positie waarin de opening gesloten is;
    een actuator die geconfigureerd is om een operationele component (33) van de balenpers te bewegen tussen: (i) een eerste positie; en (ii) een tweede positie, waarbij de operationele component (33) van de balenpers niet de deur (102) is;
    waarbij:
    de actuator mechanisch gekoppeld is aan de deur (102) van de onderwand (37) zodat beweging van de operationele component (33) tussen de eerste positie en de tweede positie de deur (102) doet bewegen van de deur operï'-positie naar de deur gesloterï'-positie.
  2. 2. Landbouwbalenpers volgens conclusie 1, waarbij de actuator een opraperactuator is en de operationele component een opraaptoestel (33) is dat beweegbaar is tussen: (i) een neergelaten positie waarin het opraaptoestel zich in de buurt van de grond bevindt en functioneel is om oogstmateriaal naar het onderste uiteinde (29) van de toevoerkoker (23) te transporteren; en (ii) een opgeheven positie waarin het opraaptoestel verder verwijderd is van de grond dan in de neergelaten positie;
    BE2018/5215 het opraaptoestel (33) is mechanisch gekoppeld aan de deur (102) van de onderwand (37) zodat beweging van het opraaptoestel (33) tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie de deur (102) doet bewegen van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie.
  3. 3. Landbouwbalenpers volgens conclusie 2, waarbij de opraper-actuator een hydraulische actuator of een elektrische actuator bevat.
  4. 4. Landbouwbalenpers volgens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij de deur (102) een grendelmechanisme bevat om de deur (102) in de deur gesloten-positie te houden.
  5. 5. Landbouwbalenpers volgens conclusie 4, waarbij het grendelmechanisme automatisch blokkeerbaar is om de deur (102) in de deur gesloten-positie te houden wanneer hij bewogen werd van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie.
  6. 6. Landbouwbalenpers volgens conclusie 4, waarbij het grendelmechanisme manueel vrijgezet kan worden om beweging van de deur (102) van de deur geslotenpositie naar de deur open-positie mogelijk te maken.
  7. 7. Landbouwbalenpers volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de actuator door een stangenstelsel (104) mechanisch gekoppeld is aan de deur (102) van de onderwand.
  8. 8. Landbouwbalenpers volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij de actuator door een verbindingskabel mechanisch gekoppeld is aan de deur (102) van de onderwand.
  9. 9. Landbouwbalenpers volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de deur (102) draaibaar is rond een deurscharnieras (105) zodat hij beweegbaar is tussen de deur gesloten-positie en de deur open-positie.
    BE2018/5215
  10. 10. Landbouwbalenpers volgens conclusie 2, of een conclusie afhankelijk van conclusie 2, waarbij het opraaptoestel (33) draaibaar is rond een opraperscharnieras zodat het tussen de neergelaten positie en de opgeheven positie beweegbaar is.
  11. 11. Landbouwbalenpers volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de deur (102) van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) een deurrand (110) bevat, waarbij de balenpers verder het volgende bevat:
    een onderste lade (106) die een gedeelte van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) definieert, waarbij de onderste lade (106) een onderste laderand (108) bevat, en de onderste lade (106) beweegbaar is tussen (i) een lade geslotenpositie, waarin de onderste laderand (108) in de buurt ligt van de deurrand (110) wanneer de deur (102) in de deur gesloten-positie staat, en (ii) een lade open-positie, waarin de onderste laderand (108) verwijderd is van de deurrand (110) wanneer de deur (102) in de deur gesloten-positie staat.
  12. 12. Landbouwbalenpers volgens conclusie 11, waarbij de onderste lade (106) draaibaar is rond een onderste ladescharnieras zodat hij beweegbaar is tussen de lade gesloten-positie en de lade open-positie.
  13. 13. Landbouwbalenpers volgens conclusie 11 of 12 waarbij de onderste lade (106) zich langs ten minste 20%, 30% of 40% van de lengte van de onderwand (37) uitstrekt.
  14. 14. Landbouwbalenpers volgens een van de vorige conclusies, waarbij de deur (102) zich langs minder dan 80%, 70% of 60% van de lengte van de onderwand (37) uitstrekt.
  15. 15. Werkwijze om toegang krijgen tot een toevoerkoker (23) van een landbouwbalenpers (1), waarbij de balenpers het volgende bevat:
    een balenkamer (9) met een onderwand, (21) waarin een inlaatopening (19) is gevormd;
    een toevoerkoker (23) die in verbinding staat met de balenkamer (9) via de inlaatopening (19) voor ladingen oogstmateriaal die van de toevoerkoker (23) naar de balenkamer (9) overgebracht moeten worden, waarbij de toevoerkoker (23) een
    BE2018/5215 bovenste uiteinde (27) bevat dat over het algemeen opwaarts gericht is en in verbinding staat met de inlaatopening (19) in de balenkamer en een onderste uiteinde (29) dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst, en de toevoerkoker (23) een bovenwand (35) en een onderwand (37) heeft die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde (29) en het bovenste uiteinde (27) van de toevoerkoker (23);
    een deur (102) die ten minste een gedeelte van de onderwand (37) van de toevoerkoker (23) definieert, waarbij de deur (102) beweegbaar is tussen: (i) een deur open-positie, waarin een opening in de onderwand (37) ontstaat; en (ii) een deur gesloten-positie waarin de opening gesloten is;
    een actuator die geconfigureerd is om een operationele component (33) van de balenpers te bewegen tussen: (i) een eerste positie; en (ii) een tweede positie, waarbij de operationele component (33) van de balenpers niet de deur (102) is;
    waarbij de actuator mechanisch gekoppeld is aan de deur (102) van de onderwand (37) zodat beweging van de operationele component (33) tussen de eerste positie en de tweede positie de deur (102) van de deur open-positie naar de deur gesloten-positie doet bewegen, waarbij de werkwijze bestaat uit:
    het bewegen van de deur van de deur gesloten-positie naar de deur open-positie; en de actuator de operationele component (33) tussen de eerste positie en de tweede positie beweegt om de deur (102) vanuit de deur open-positie naar de deur gesloten-positie te doen bewegen.
BE2018/5215A 2018-03-29 2018-03-29 Landbouwbalenpers BE1026145B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5215A BE1026145B1 (nl) 2018-03-29 2018-03-29 Landbouwbalenpers
EP19163868.3A EP3545752B1 (en) 2018-03-29 2019-03-19 An agricultural baler
US16/369,900 US11547058B2 (en) 2018-03-29 2019-03-29 Agricultural baler

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5215A BE1026145B1 (nl) 2018-03-29 2018-03-29 Landbouwbalenpers

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026145A1 BE1026145A1 (nl) 2019-10-22
BE1026145B1 true BE1026145B1 (nl) 2019-10-28

Family

ID=62567165

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5215A BE1026145B1 (nl) 2018-03-29 2018-03-29 Landbouwbalenpers

Country Status (3)

Country Link
US (1) US11547058B2 (nl)
EP (1) EP3545752B1 (nl)
BE (1) BE1026145B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102020002580B4 (de) * 2020-04-29 2024-01-25 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG Förder- und Sammelvorrichtung mit einer antreibbaren Förder- und Sammeleinheit und landwirtschaftliche Erntegutpresse mit der Förder- und Sammelvorrichtung

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0339733A1 (en) * 1988-04-28 1989-11-02 New Holland Belgium N.V. Agricultural baler
WO2017068058A1 (en) * 2015-10-20 2017-04-27 Cnh Industrial Belgium Nv Agricultural baler
WO2017068060A1 (en) * 2015-10-20 2017-04-27 Cnh Industrial Belgium Nv Agricultural baler

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4275550A (en) 1979-10-15 1981-06-30 Hesston Corporation Crop baler
ATE12564T1 (de) 1981-09-10 1985-04-15 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Ladewagen fuer halmgut.
DE19928521A1 (de) * 1999-06-22 2001-01-04 Lely Welger Maschinenfabrik Gm Zuführkanal für ein Erntefahrzeug, insbesondere für eine landwirtschaftliche Aufsammelballenpresse
DE102006036199B4 (de) 2006-08-03 2016-01-07 Deere & Company Förderzusammenbau und Presse
BE1020297A3 (nl) 2011-11-17 2013-07-02 Cnh Belgium Nv Verstelbaar toevoerkanaal in een balenpers.
US9468149B2 (en) * 2015-02-03 2016-10-18 Deere & Company Articulating floor of machine

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0339733A1 (en) * 1988-04-28 1989-11-02 New Holland Belgium N.V. Agricultural baler
WO2017068058A1 (en) * 2015-10-20 2017-04-27 Cnh Industrial Belgium Nv Agricultural baler
WO2017068060A1 (en) * 2015-10-20 2017-04-27 Cnh Industrial Belgium Nv Agricultural baler

Also Published As

Publication number Publication date
US20190297780A1 (en) 2019-10-03
BE1026145A1 (nl) 2019-10-22
EP3545752B1 (en) 2020-10-07
US11547058B2 (en) 2023-01-10
EP3545752A1 (en) 2019-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023268B1 (nl) Landbouwbalenpers
BE1023242B1 (nl) Landbouwbalenpers
US10462974B2 (en) Two stage knife floor
EP3053430B1 (en) Baler
US6421996B1 (en) Harvester with bale forming chamber having a transport mode
EP3053429B1 (en) Drop floor with front and rear linkage mechanism
BE1023153B1 (nl) Balenpers en werkwijze voor het verwijderen van een prop oogstmateriaal die vastzit in de invoerkoker van een balenpers
EP2992753A1 (en) Harvester with rear active bottom floor
DE102009003123A1 (de) Erntegutrestehäcksel und-verteilanordnung für einen Mähdrescher
BE1020850A3 (nl) Windschermmechanisme van een opraper voor een landbouwmachine.
EP3005854A1 (en) A round baler for forming a bale from a crop product and a method
BE1026145B1 (nl) Landbouwbalenpers
US11917949B2 (en) Rotor knife insert assistant
EP0715804B1 (en) A machine for processing crop lying on the soil
BE1024103B1 (nl) Balenpers voor landbouwtoepassingen met verlengd baaluitstootsysteem
US6263649B1 (en) Leaf gathering and compressing machine and method
US11647697B2 (en) Rear mount bale spreader
EP3659421A1 (de) Erntevorsatz mit verstellbarer querförderschnecke
BE1021143B1 (nl) Opraapeenheid voor een oogstmachine met verwijderbare verlengplaten
BE1018759A3 (nl) Een rechthoekige balenpers met een verbeterde uitwerpgoot.
BE1024216B1 (nl) Plunjergleufreiniger voor een balenpers voor landbouwtoepassingen
US2342282A (en) Harvester platform
EP2656723B1 (de) Erntegutrestehäcksel und -verteilanordnung für einen Mähdrescher mit in eine Schwadablageposition verbringbaren Führungselementen
EP3280244B1 (en) A mower and a method for configuring a mower to selectively discharge cut forage in respective directions sidewardly and rearwardly from the mower
US3487613A (en) Chopper and baler assembly

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20191028