BE1022071B1 - Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage - Google Patents

Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage Download PDF

Info

Publication number
BE1022071B1
BE1022071B1 BE2014/0158A BE201400158A BE1022071B1 BE 1022071 B1 BE1022071 B1 BE 1022071B1 BE 2014/0158 A BE2014/0158 A BE 2014/0158A BE 201400158 A BE201400158 A BE 201400158A BE 1022071 B1 BE1022071 B1 BE 1022071B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
knife
determining
blades
wear
measuring
Prior art date
Application number
BE2014/0158A
Other languages
English (en)
Inventor
Didier Verhaeghe
John H. Posselius
Frederik Tallir
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2014/0158A priority Critical patent/BE1022071B1/nl
Priority to US15/125,444 priority patent/US10045489B2/en
Priority to EP15709198.4A priority patent/EP3116298B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022071B1 publication Critical patent/BE1022071B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/09Details
    • A01F29/22Arrangement of knife sharpening devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/01Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like specially adapted for being mounted on or drawn by a tractor, e.g. field choppers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/06Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like having rotating knives with their cutting edges on a cylinder surface, e.g. of the helical-type
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/09Details
    • A01F29/10Feeding devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/02Loading means
    • A01D90/04Loading means with additional cutting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

Systeem voor het bepalen van messlijtage in een toevoersnij-inrichting, welk systeem omvat: de toevoersnij-inrichting met een snijrotor en een meslade met meerdere messen die zich uitstrekken door de meslade. welke snijrotor gemonteerd is boven de meslade zodanig dat een snijzone voor oogstmateriaal wordt begrensd; een meetinrichting die geconfigureerd is voor het meten van een grootheid die representatiefis voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor op het oogstmateriaal dat door de snijzone van de toevoersnij-inrichting passeert; een controller die geconfigureerd is voor het controleren van de meetinrichting voor het meten van waarden voor de grootheid op opeenvolgende ogenblikken in de tijd; een messlijtagebepalingsmodule die geconfigureerd is om messlijtage te bepalen op basis van de gemeten waarde.

Description

Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage
Vakgebied van de uitvinding
Het vakgebied van de uitvinding heeft betrekking op het bepalen van eigenschappen van een toevoersnij-inrichting, en in het bijzonder op een systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage in een toevoersnij-inrichting.
Achtergrond
Het snijden van oogstmateriaal zoals stro of kuil vereist een grote hoeveelheid vermogen van de tractor, en hoe beter de meskwaliteit, hoe minder de tractor verbruikt. Wanneer de messen niet langer scherp zijn, verhoogt de druk en bijgevolg de kracht op het mes, hetgeen resulteert in het naar achter schuiven van de messen en het ten minste gedeeltelijk uit de gewasstroom verdwijnen van de messen in de meslade. Dit wordt mogelijk gemaakt door elk mes verend te monteren. Door het verend monteren van de messen wordt de toevoersnij-inrichting beschermd tegen stijve vreemde voorwerpen, waardoor vermeden wordt dat de messen breken wanneer vreemde voorwerpen binnentreden in de toevoersnij-inrichting.
In systemen van de stand van de techniek moet een operator indien hij een indicatie van de messcherpte wenst te verkrijgen, de messen fysisch onderzoeken. Een dergelijk onderzoek vergt tijd en vereist dat de balenpers gestopt moet worden.
Samenvatting
Het doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding is het verschaffen van een systeem en werkwijze waarmee een indicatie van de messcherpte verkregen kan worden tijdens de werking van de balenpers.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een systeem verschaft voor het bepalen van messlijtage in een toevoersnij-inrichting. Het systeem omvat de toevoersnij-inrichting, een meetinrichting, een controller en een messlijtagebepalingsmodule. De toevoersnij-inrichting omvat een snijrotor en een meslade met meerdere messen. De meerdere messen strekken zich uit door de meslade, en de snijrotor is gemonteerd boven de meslade zodanig dat een snijzone voor oogstmateriaal wordt begrensd. De meetinrichting is geconfigureerd om een grootheid te meten die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de rotor op het oogstmateriaal dat door de snijzone van de toevoersnij-inrichting passeert. De controller is geconfigureerd om de meetinrichting te controleren voor het meten van waarden van deze grootheid op opeenvolgende 2 ogenblikken in de tijd. De messlijtagebepalingsmodule is geconfigureerd om messlijtage te bepalen op basis van de gemeten waarden.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn inter a/ia gebaseerd op het inventieve inzicht dat de lading op de snijrotor een goede maat is voor het bepalen van de messcherpte. Hoewel het koppel dat uitgeoefend wordt door de rotor op het oogstmateriaal typisch varieert tijdens een bedrijfscyclus omdat de druk in de snijzone verhoogt naarmate meer materiaal verzameld en opgeslagen is. hebben de uitvinders zich gerealiseerd dat door het meten van deze waarde op opeenvolgende ogenblikken in de tijd tijdens het oprapen, deze metingen kunnen leiden tot een nauwkeurige bepaling van de messcherpte. Daarnaast heeft een dergelijk systeem het voordeel dat een grootheid die representatief is voor het koppel eenvoudig gemeten kan w'orden op opeenvolgende ogenblikken in de tijd zonder het oprapen te onderbreken.
Volgens een voorkeuringsuitvoeringsvorm omvat het systeem verder een pre-compressiekamer voor het opslaan van oogstmateriaal dat door de snijzone gepasseerd is, en een stuffer die ingericht is voor het bewegen van het oogstmateriaal naar een balenkamer na het vervolledigen van een laadcyclys van de pre-compressiekamer. De controller kan dan geconfigureerd zijn om de meetinrichting te controleren voor het meten van een waarde van de grootheid die representatief is voor het koppel op een voorafbepaald ogenblik van de bedrijfscyclus, voor opeenvolgende bedrijfscycli. De messlijtagebepalingsmodule kan dan geconfigureerd zijn voor het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden voor opeenvolgende bedrijfscycli. Tijdens één enkele bedrijfscyclus zal het koppel toenemen naarmate de pre-compressiekamer voller is. Echter, indien de messcherpte dezelfde zou blijven, dan zal de bedrijfscyclus niet wijzigen in de veronderstelling dat de andere opraapomstandigheden dezelfde blijven. Wanneer de scherpte van de messen afneemt, zal het koppel verhogen, en door een voorafbepaald ogenblik van de bedrijfscyclus te selecteren voor het meten van het koppel, kan deze meting gebruikt worden als een indicatie van de messcherpte.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het ogenblik waarop de stuffer het oogstmateriaal beweegt van de pre-compressiekamer naar de balenkamer gebruikt als een referentie voor het bepalen van het ogenblik waarop de grootheid die representatief is voor het koppel, wordt gemeten. Deze grootheid wordt bij voorkeur gemeten onmiddellijk na of kort na het ogenblik waarop de stuffer het oogstmateriaal bewogen heeft van de pre-compressiekamer naar de balenkamer. Het onmiddellijk na of kort na het strippen van de stuffer meten is voordelig aangezien de pre-compressiekamer dan leeg is of bijna leeg is. en de belasting op de snijrotor dan in hoofdzaak gelijk is aan de belasting die vereist is om het oogstmateriaal te snijden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de messlijtagebepalingsmodule geconfigureerd voor het bepalen dat de messen vervangen moeten worden wanneer de gemeten waarden boven een drempelwaarde liggen. Bij voorkeur is een kalibreermodule voorzien die geconfigureerd is voor het bepalen van de drempelwaarde op basis van de opraapomstandigheden zoals het soort oogstmateriaal, de externe omstandigheden (vochtigheid, temperatuur, enz.), de opraapsnelheid. enz. De kalibreermodule zal typisch een gemeten waarde voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor op het oogstmateriaal bij het begin van het oprapen, wanneer de messen scherp zijn. gebruiken. In verder ontwikkelde uitvoeringsvormen kunnen temperatuurmeetmiddelen. vochtigheidsmeetmiddelen. een interface dat geconfigureerd is om aan een gebruiker toe te laten om het type oogstmateriaal in te geven, opraapsnelheidmeetmiddelen, enz. voorzien zijn voor het verkrijgen van de vereiste invoeren voor de kalibreermodule.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de meerdere messen verend gemonteerd en steken deze door meerdere sleuven in de meslade. Het systeem omvat verder meerdere sensormodules die ingericht zijn om waarden te meten van een grootheid die representatief is voor de positie van de meerdere messen, waarbij elk mes van de meerdere messen gekoppeld is met een sensormodule van de meerdere sensormodules. De messlijtagebepalingsmodule is dan verder geconfigureerd voor het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden door de meerdere positiesensormodules.
In een voorkeursuitvoeringsvorm kan bepaald worden dat de messen vervangen moeten worden wanneer de positie van een groot aantal van de meerdere messen te ver naar achter is wanneer opgeraapt wordt met een normale opraapsnelheid.
Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm kan een snelheidsaanvaardbaarheidsbepalingsmodule voorzien zijn die geconfigureerd is om te bepalen of een opraapsnelheid aanvaardbaar is op basis van de gemeten waarden door de meerdere positiesensormodules. Indien bijvoorbeeld de messen nieuw zijn en er wordt bepaald dat de positie van een groot aantal messen te ver naar achter is, dan kan een waarschuwing gegeven worden door de snelheidsaanvaardbaarheidsbepalingsmodule om de opraapsnelheid te verlagen. Ook kan de messlijtagebepalingsmodule rekening houden met de opraapsnelheid. Meer in het bijzonder kan de opraapsnelheid gebruikt worden om de hierboven genoemde drempelwaarde te bepalen.
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm zijn de meerdere messen verend gemonteerd, en is ten minste één druksensormodule voorzien die ingericht is voor het meten van w'aarden voor een grootheid die representatief is voor de druk die uitgeoefend wordt door meerdere verend gemonteerde messen op oogstmateriaal dat door de toevoersnij-inrichting passeert. Er kan een enkelvoudige druksensormodule voorzien zijn voor het meten van de totale druk die uitgeoefend wordt op de meerdere messen, en/of meerdere druksensormodules voor het meten van de individuele druk die uitgeoefend wordt op elk mes. De messlijtagebepalingsmodule kan dan geconfigureerd zijn voor het bepalen van messiijtage verder gebaseerd op de gemeten waarden door de ten minste één druksensormodule. Indien de druk op elk individueel mes bijvoorbeeld boven een bepaalde drempeldruk ligt, dan kan bepaald worden dat de messen vervangen moeten worden.
Volgens nog een ander aspect van uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bepalen van messlijtage in een toevoersnij-inrichting omvattende een snijrotor en een meslade met meerdere messen die door de meslade steken, waarbij de snijrotor gemonteerd is boven de meslade zodanig dat een snij zone voor oogstmateriaal begrensd is. De werkwijze omvat het meten van een grootheid die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor op oogstmateriaal dat door de snijzone van de toevoersnij-inrichting passeert, op opeenvolgende ogenblikken in de tijd; en het bepalen van messlijtage op basis van deze gemeten waarden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het meten het meten van een waarde voor de grootheid op een bepaalde ogenblik van de bedrijfscyclus, voor opeenvolgende bedrijfscycli, waarbij elke bedrijfscyclus eindigt met een stuffer die het oogstmateriaal vanaf een pre-compressiekamer die gelegen is na de snijzone naar een balenkamer beweegt. Het bepalen kan dan het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden voor de opeenvolgende bedrijfscycli omvatten. Meer in het bijzonder kan het meten het meten van een waarde voor deze grootheid kort nadat de stuffer het oogstmateriaal van de pre-compressiekamer naar de balenkamer heeft bewogen, omvatten.
In een uitvoeringsvorm omvat het bepalen het bepalen dat de messen vervangen moeten worden wanneer de gemeten waarden boven een drempelwaarde gelegen zijn. De werkwijze kan dan verder het bepalen van de drempelwaarde omvatten op basis van een gemeten waarde voor het koppel bij het begin van het oprapen, bij voorkeur wanneer de meerdere messen voor de eerste keer gebruikt worden; en/of op basis van de opraapsnelheid; en/of op basis van het type oogstmateriaal; en/of op basis van externe opraapomstandigheden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de meerdere messen verend gemonteerd en omvat de werkwijze verder het meten van waarden voor een grootheid die representatief is voor de positie van elk mes van de meerdere messen. Het bepalen van messlijtage kan dan verder gebaseerd zijn op de gemeten waarde voor de positie. Gebruikmakend van zowel de gemeten waarden voor de 2 grootheid die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor, als van de gemeten waarden voor een grootheid die representatief is voor de positie, kan nauwkeurig bepaald worden wanneer de messen vervangen moeten worden.
In een mogelijke uitvoeringsvormen kunnen de gemeten waarden voor een grootheid die representatief is voor de positie van elk mes van de meerdere messen verder gebruikt worden om te bepalen of de opraapsnelheid aanvaardbaar is.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt een computerinrichting of andere hardware-inrichting die geprogrammeerd is voor het uitvoeren van één of meer stappen van één van de uitvoeringsvormen van de werkwijze hierboven, verschaft. Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt een data-opslaginrichting waarop een programma opgeslagen is in een door een machine leesbare en door een machine uitvoerbare vorm, voor het uitvoeren van één of meer stappen van één van de uitvoeringsvormen van de werkwijze hierboven.
Korte beschrijving van de figuren
De tekeningen in bijlage worden gebruikt om niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden van inrichtingen van de onderhavige uitvinding die op dit ogenblik de voorkeur genieten, te illustreren.
De hierboven genoemde en andere voordelen van de kenmerken en voorwerpen van de uitvinding zullen duidelijker blijken en de uitvinding zal beter begrepen worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze gelezen wordt samen met de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuren 1 en IA perspectivische aanzichten van een uitvoeringsvorm van een toevoersnij-inrichting in combinatie met een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het systeem van de uitvinding illustreren:
Figuur 1B verschillende mestypes evenals een dummy mes welke gebruikt kunnen worden in uitvoeringsvormen van de uitvinding, illustreert;
Figuur 2 een zij-aanzicht van het perspectivisch aanzicht van figuur 1 is;
Figuur 3 een grafiek is die een grootheid illustreert die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor in functie van de tijd;
Figuur 4 een stroomschema is dat een uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding illustreert;
Figuur 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een sensormodule is; en
Figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een snijrotor en de daarmee gekoppelde aandrijfmiddelen illustreert.
Beschrijving van uitvoeringsvormen
Figuur 1 illustreert een eerste uitvoeringsvorm van een systeem van de uitvinding. Op balenpersen wordt het oogstmateriaal opgeraapt door een opraper 170, en het opgeraapte oogstmateriaal w ordt door een snijrotor 110 tegen meerdere messen 121 die zich uitstrekken door een meslade 120 die onderdeel vormt van de bodem van de pre-compressiekamer 190, gedrukt.
Elk mes 121 is afzonderlijk verend gemonteerd door middel van een overbelastingsveer 124. Daartoe is elk mes 121 scharnierend gemonteerd rond een as 122 en is de overbelastingsveer 124 werkzaam op een veiligheidskoppeling die vast verbonden is met een asdeel 123. Wanneer de druk op een mes 121 een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, wordt het asdeel 123 en dus de veiligheidskoppeling naar achter gedrukt waardoor de overbelastingsveer 124 wordt samengedrukt. Een overbelasting of een te grote toevoer of de aanwezigheid van een vreemd voorwerp zal ervoor zorgen dat het betreffende mes 121 weggedrukt wordt tegen de veerkracht van veer 123 in, en dat nadat het obstakel is gepasseerd het mes 121 kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke snijstand.
De snijrotor 110 wordt schoongemaakt door schrapers 111 en drukt het oogstmateriaal in de pre-compressiekamer 190. Wanneer voldoende oogstmateriaal toegevoerd is, zal de druk van het oogstmateriaal de sensorplaten 192 activeren welke gelegen zijn in de bodem van de pre-compressiekamer 190, hetgeen op zijn beurt het stuffermechanisme 180 in werking zet, waardoor de stuffervingers 191 de gekalibreerde lading oogstmateriaal in de balenkamer bewegen met een zwaaibeweging, zoals best te zien is in figuur 2. In figuren 1 en IA werden delen van het stuffermechanisme weggelaten omwille van duidelijkheidsredenen. Op die manier kan plak per plak een goede baaldichtheid verkregen worden. Typisch kunnen snelheden gehaald worden tussen 40 en 50 bedrijfscycli per minuut, i.e. tussen 40 en 50 plakken per minuut bew'egen naar de balenkamer.
De uitvoeringsvorm van het systeem van figuur 1 voor het bepalen van messlijtage omvat een toevoersnij-inrichting met de snijrotor 110 en de meslade 120 met de meerdere messen 121 die zich uitstrekken door de meslade; een meetinrichting 130; meerdere sensormodules 140; en een messlijtagebepalingsmodule 160. De meetinrichting 130 is geconfigureerd om een grootheid te meten die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de rotor op oogstmaterialen die door de toevoersnij-inrichting passeren. De meetinrichting kan bijvoorbeeld het vermogen meten dat verbruikt wordt om de snijrotor te roteren. Figuur 3 geeft de spanning van een rotorkoppelsensor w'eer als een maat voor het vermogen, en dus voor het koppel, in functie van de 2 tijd. De verticale lijnen in de grafiek op tsO en op tsO + ΔΤ geven het begin en het einde van een stufferzwaaiperiode bij het einde van een bedrijfscyclus van de pre-compressiekamer 190 weer. De volgende zwaaien vinden plaats tussen tsl en tsl + ΔΤ, en tussen ts2 en ts2 + ΔΊΓ. De controller 150 is geconfigureerd om de meetinrichting 130 te controleren voor het meten van waarden van de spanning op opeenvolgende ogenblikken in de tijd, bijvoorbeeld bij elk begin van een bedrijfscyclus. i.e. op tO = tsO + ΔΤ. tl = tsl + ΔΤ. en op t2 = ts2 + ΔΤ. Dit is een goed ogenblik om de meting uit te voeren aangezien op dat ogenblik de stuffer net uitgeschakeld is en de pre-compressiekamer leegt is, hetgeen impliceert dat de belasting in hoofdzaak gelijk is aan de belasting voor het snijden van het oogstmateriaal. Het is ook mogelijk om een meting uit te voeren op verschillende ogenblikken in de tijd gedurende dezelfde bedrijfscyclus. en om een gemiddelde waarde voor elke bedrijfscyclus te gebruiken. Volgens nog een andere mogelijkheid wordt de spanning gemeten op het einde van een bedrijfscyclus, i.e. op tO = tsO, tl = tsl. en op t2 = ts2. De vakman begrijpt dat vele varianten mogelijk zijn binnen het kader van de onderhavige uitvinding.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de meetinrichting voor het meten van het koppel een aantal rekstroken die aangebracht zijn op een asdeel, bijvoorbeeld de as die uit de hoofdtandwielkast komt. Deze rekstroken meten de torsiebelasting op de as, en dus een maat voor het koppel dat door de rotor uitgeoefend wordt op het oogstmateriaal. Figuur 6 toont de snijrotor 110 die aangedreven wordt door een aandrijfketting 601. De as die uit de hoofdtandwielkast (niet zichtbaar) komt, kan voorzien zijn van rekstroken die de torsie en dus het koppel meten dat optreedt in de aandrijas. De metingen door de (roterende) rekstroken kunnen dan via een sleepringmechanisme doorgegeven worden aan de messlijtagebepalingsmodule 160.
De messlijtagebepalingsmodule 160 is geconfigureerd om messlijtage te bepalen op basis van de gemeten waarden. De messlijtagebepalingsmodule 160 kan geconfigureerd zijn om bijvoorbeeld een waarde te gebruiken die representatief is voor het koppel voor elke bedrijfscyclus. beginnend wanneer de messen nieuw zijn. Indien aangenomen wordt dat de omstandigheden zoals de rijsnelheid van de balenpers, het type oogstmateriaal, de vochtigheid, enz. dezelfde blijven, dan kan de messlijtagebepalingsmodule 160 geconfigureerd zijn om een bericht te verschaffen dat de messen vervangen moeten worden wanneer de gemeten spanning bijvoorbeeld 20% hoger is dan de spanningswaarde die gemeten werd bij het begin, wanneer de messen nog nieuw waren. Meer algemeen kan de messlijtagebepalingsmodule geconfigureerd zijn voor het bepalen dat de messen vervangen moeten worden wanneer de gemeten waarden boven een drempelwaarde liggen, waarbij deze drempelwaarde afhankelijk kan zijn van een aantal omstandigheden zoals het type oogstmateriaal, de opraapsnelheid, de temperatuur, de vochtigheid, enz. De drempelwaarde kan bepaald worden bij het begin van het oprapen, bij voorkeur wanneer de meerdere messen voor het eerst gebruikt worden.
In de uitvoeringsvorm van figuur 1 omvat het systeem verder meerdere positiesensormodules 140 die ingericht zijn voor het meten van waarden voor een grootheid die representatief is voor de positie van de meerdere messen 121. Elk mes 121 heeft zijn eigen sensormodule 140 die in staat is om te bepalen over welke afstand z het mes zich uitstrekt door de meslade 120. Dit kan een standaard robuuste sensormodule zijn die gemonteerd is in een opening van de meslade 120 en die ingericht is om te “kijken” naar het overeenstemmende mes 121.
In een uitvoeringsvoorbeeld dat geïllustreerd is in figuur 2 kan de sensormodule 140 meerdere sensoren 125 omvatten voor het bepalen van de positie van het mes 121. In het uitvoeringsvoorbeeld zijn vijf inductieve sensoren 125 voorzien en is elke sensor 125 afzonderlijk activeerbaar indien het mes 121 zich in een bepaalde stand bevindt. Dit wordt bereikt door de positie van de stang van de overbelastingsveer te detecteren. Een sensor 125 kan bijvoorbeeld een hoge waarde uitvoeren indien zich metaal bevindt voor de sensor. Het bepalen van de positie kan bijvoorbeeld als volgt zijn: • hoge uitvoer bij sensor 1 = mes volledig uit • hoge uitvoer bij sensor 2 = mes 25% in gewasstroom • hoge uitvoer bij sensor 3 = mes 50 in gewasstroom • hoge uitvoer bij sensor 4 = mes 75% in gewasstroom • hoge uitvoer bij sensor 5 = mes 100% in gew'asstroom
De stang van de overbelastingsveer 124 beweegt heen en weer. Indien de stang zich enkel voor sensor 5 (de sensor het dichtst bij de stang) bevindt, wordt bepaald dat het mes zich voor 100% in de gewasstroom bevindt. Indien de stang zich voor sensoren 5 en 4 bevindt, wordt bepaald dat het mes zich 75% in de gewasstroom bevindt. Indien de stang zich voor sensoren 5. 4 en 3 bevindt, wordt bepaald dat het mes zich 50% in de gewasstroom bevindt. Indien de stang zich voor sensoren 5. 4. 3 en 2 bevindt, wordt bepaald dat het mes zich 25% in de gewasstroom bevindt. Indien de stang zich voor sensoren 5, 4, 3, 2 en 1 bevindt, wordt bepaald dat het mes volledig uit de gewasstroom gelegen is.
Figuur 5 illustreert een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de sensormodule 140 gebruikmakend van mechanische middelen. Montagestuk 501 is bedoeld om bevestigd te worden op het mesladeframe gebruikmakend van verbindingsmiddelen 509, 512, 511. Een sensor 505 is gemonteerd op een montagestuk 501 via verbindingsmiddelen 510. 508 en staat stil. Scharnierarm 503 is een zwenkarm die verbonden is met de sensor 505, door montagestuk 501 via intermediaire 2 elementen 502. 507. Een eerste einde van een verbindingsstang 504 is verbonden met scharnierarm 503 en een tweede einde van de verbindingsstang 504 kan verbonden zijn met ofwel het mes 121 zelf of met de stang van de overbelastingsveer 124, via verbindingsmiddelen 506. Dit laatste zal soms de voorkeur genieten aangezien op die manier vermeden wordt dat de sensor losgekoppeld moet worden bij het vervangen van een mes 121.
De messlijtagebepalingsmodule kan dan verder geconfigureerd zijn voor het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden (z op tl, z op t2. z op t3. enz., voor elk mes) door de meerdere positiesensormodules 140. In het hierboven geïllustreerd uitvoeringsvoorbeeld kan z bijvoorbeeld w'aarden aannemen die overeenstemmen met “mes volledig uit”, "mes 25% in gewasstroom”, "mes 50% in gewasstroom”. "mes 75% in gewasstroom”, “mes 100% in gewasstroom". In een typische uitvoeringsvorm kunnen de sensormodules de afstand z continu meten tijdens het oprapen. Wanneer de messen 121 niet langer scherp zijn, verhoogt de druk die uitgeoefend wordt door het oogstmateriaal op de messen 121. en zullen de messen 121 naar binnen geduwd worden waardoor de afstand z waarover de messen uitsteken uit de meslade 120, verlaagd wordt. De positie van de messen 121 kan dus gebruikt worden als een bijkomende indicatie van stompe messen. Indien slechts één of een paar messen naar binnen gedrukt worden, kan dit een indicatie zijn dat er een verstopping aanwezig is, bijvoorbeeld een vreemd voorwerp in de pre-compressiekamer.
Het systeem van figuur 1 kan verder een snelheidsaanvaardbaarheidsbepalingsmodule 165 omvatten die geconfigureerd is om te bepalen of een opraapsnelheid aanvaardbaar is op basis van de gemeten waarden door de meerdere positiesensormodules 140. Hoewel dit niet geïllustreerd is, heeft elke balenpers typisch een snelheidsmeetmodule voor het bepalen van de opraapsnelheid, i.e. de rijsnelheid van de balenpers welke ook de snelheid is waarmee de toevoersnij-inrichting bewogen wordt in het veld. De messlijtagebepalingsmodule 160 kan geconfigureerd zijn voor het bepalen van messlijtage verder op basis van de opraapsnelheid. Voor een hoge opraapsnelheid zal de hierboven beschreven drempelwaarde om te bepalen of de messen vervangen moeten worden, hoger zijn dan voor een lage opraapsnelheid.
In figuur 1 zijn de veren 124 mechanische veren, maar de vakman begrijpt dat deze vervangen kunnen zijn door of aangevuld worden met hydraulische cilinders. Bovendien kan door het monitoren van de druk in de cilinders, de druk die uitgeoefend wordt door het oogstmateriaal op het overeenstemmend mes 121, bepaald worden. Een dergelijk systeem kan gebruikt worden in aanvulling op of in plaats van de positiesensormodules 140. De messlijtagebepalingsmodule 160 2 kan dan geconfigureerd zijn om messlijtage te bepalen op basis van de gemonitorde drukwaarden in de cilinders.
De eerste uitvoeringsvorm van figuren I. IA en 2 voorziet in een zeer handig en efficiënt systeem dat aan een gebruiker kan aangeven wanneer de messen vervangen moeten worden. Op die manier kunnen de messen tijdig vervangen worden, waardoor een hoog vermogensverbruik vermeden wordt, en waardoor het brandstofverbruik van de balenpers verlaagd kan worden.
Figuur 1B illustreert een aantal verschillende messen die gebruikt kunnen worden in een systeem van de uitvinding. Mes 121 is een standaard mes, mes 121b is een stromes, en mes 121c is een dummy mes. Al naargelang het type messen (standaard of stro) en het aantal dummy messen dat gebruikt wordt, zal de waarde voor de hierboven genoemde drempelwaarde verschillend zijn.
Figuur 4 illustreert een uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding. De werkwijze wordt opgestart in stap 401. In stap 402 wordt een waarde bepaald voor een drempelwaarde die gebruikt zal worden om te bepalen of de messen vervangen moeten worden. De drempelwaarde kan een drempelwaarde voor het rotorkoppel zijn, en kan bepaald worden op basis van de opraapomstandigheden zoals het type oogstmateriaal, de opraapsnelheid, de externe omstandigheden, enz. In stap 403 w ordt het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor gemeten. In stap 404 wordt bepaald of het gemeten koppel groter is dan de drempelwaarde. Indien dit niet het geval is, w ordt in stap 405 bepaald dat de messen in orde zijn. Indien het gemeten koppel echter lager is dan de bepaalde drempelwaarde, dan wordt in stap 406 bepaald dat de messen vervangen moeten worden. Parallel aan de metingen van het koppel in stap 403 kunnen metingen van de positie van elk mes uitgevoerd worden in stap 407. Indien in stap 408 bepaald wordt dat de positie van elk mes in orde is, dan wordt in stap 405 bepaald dat de messen in orde zijn. Indien echter bepaald wordt dat de positie van ten minste een aantal messen niet in orde is. dan gaat het algoritme verder met stap 409. In stap 409 wordt bepaald of de positie van een groot aantal messen niet in orde is. Indien slechts een klein aantal messen niet in orde is, wordt in gtap 410 bepaald dat er een obstructieprobleem is, hetgeen betekent dat er bijvoorbeeld een vreemd voorwerp in de snijzone aanwezig is. Indien echter de positie van een groot aantal messen niet in orde is. wordt in stap 406 bepaald dat de messen vervangen moeten worden.
Een vakman begrijpt dat de stappen van de hierboven beschreven werkwijze uitgevoerd kunnen worden door geprogrammeerde computers. Bepaalde uitvoeringsvormen zijn ook bedoeld om programma-opslaginrichtingen af te dekken, bijvoorbeeld digitale data-opslagmedia, welke door een machine of door een computer leesbaar zijn en door een machine uitvoerbare of door een computer uitvoerbare programma's bevatten, waarbij de instructies enkele of alle stappen van de hierboven beschreven werkwijzen uitvoeren. De programma-opslaginrichtingen kunnen bijvoorbeeld digitale geheugens, magnetische opslagmedia zoals een magnetische schijf en een magnetische tape. hard drives of optisch leesbare digitale data-opslagmedia zijn. De uitvoeringsvormen zijn ook bedoeld om computers af te dekken die geprogrammeerd zijn om de stappen van de hierboven beschreven werkwijzen uit te voeren.
De functies van de verschillende elementen die getoond zijn in de figuren, waaronder functionele blokken die aangeduid zijn als '‘modules” of "controllers” kunnen voorzien zijn gebruikmakend van aangepaste hardware en van hardware die ingericht is om software uit te voeren. In het geval van een controller kunnen de functies voorzien zijn door één enkele aangepaste controller, door een enkele gedeelde controller, of door meerdere individuele controllers, waarvan sommige gedeeld kunnen zijn. Bovendien mag het gebruik van de termen "module” of "controller” niet uitgelegd worden om enkel naar hardware die in staat is om software uit te voeren te verwijzen, en deze termen kunnen impliciet en zonder beperking digital signal processor (DSP) hardware, netwerkprocessor. application specific integrated circuit (ASIC), field programmable gâte array (FPGA), read only memory (ROM) voor het opslaan van software, random access memory (RAM) en niet vluchtige opslagmiddelen bevatten. Andere hardware, conventioneel en/of op maat gemaakt, kan eveneens daarvan onderdeel uitmaken.
De vakman begrijpt dat de hierin getoonde blokschema’s conceptuele tekeningen zijn van illustratieve schakelingen die de principes van de uitvinding belichamen. Op gelijkaardige wijze zal men begrijpen dat de stroomschema’s en dergelijke verschillende methodes illustreren die geïmplementeerd kunnen zijn in een door een computer leesbaar medium.
Hoewel de principes van de uitvinding hierboven werden uiteengezet met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen, begrijpt men dat de beschrijving louter bij wijze van voorbeeld en niet als een beperking van de beschermingsomvang werd gegeven, welke beschermingsomvang bepaald wordt door de conclusies in bijlage.

Claims (19)

  1. Conclusies
    1. Systeem voor het bepalen van messlijtage in een toevoersnij-inrichting, welk systeem omvat: de toevoersnij-inrichting met een snijrotor (110) en een meslade (120) met meerdere messen (121) die zich uitstrekken door de meslade, welke snijrotor gemonteerd is boven de meslade zodanig dat een snijzone (112) voor oogstmateriaal wordt begrensd; een meetinrichting (130) die geconfigureerd is voor het meten van een grootheid die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor op het oogstmateriaal dat door de snijzone van de toevoersnij-inrichting passeert; een controller (150) die geconfigureerd is voor het controleren van de meetinrichting voor het meten van waarden voor de grootheid op opeenvolgende ogenblikken in de tijd; een messlijtagebepalingsmodule (160) die geconfigureerd is om messlijtage te bepalen op basis van de gemeten waarde.
  2. 2. Systeem volgens conclusie 1. verder omvattende een pre-compressiekamer ( 190) voor het opslaan van oogstmateriaal dat door de snijzone (112) gepasseerd is. en een stuffer ( 180) die ingericht is voor het bewegen van het oogstmateriaal naar een balenkamer na het voltooien van een bedrijfscyclus van de precompressiekamer; waarbij de controller geconfigureerd is om de meetinrichting te controleren voor het meten van een waarde voor de grootheid op een voorafbepaald ogenblik van de bedrijfscyclus. voor opeenvolgende bedrijfscycli; waarbij de messlijtagebepalingsmodule geconfigureerd is voor het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden voor opeenvolgende bedrijfscycli.
  3. 3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de controller geconfigureerd is om de meetinrichting te controleren voor het meten van de waarde van de grootheid nadat een voorafbepaalde tijd is verstreken gerekend vanaf het ogenblik waarop de stuffer het oogstmateriaal begint te bewegen vanaf de pre-compressiekamer naar de balenkamer, w elk voorbepaald tijdstip bij voorkeur ten minste vijf keer kleiner is dan de tijdsduur van een bedrijfscyclus.
  4. 4. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de messlijtagebepalingsmodule geconfigureerd is voor het bepalen dat de messen vervangen moeten worden wanneer de gemeten waarden boven een drempelwaarde liggen.
  5. 5. Systeem volgens conclusie 4, verder omvattende een kalibreermodule die geconfigureerd is voor het bepalen van de drempelwaarde op basis van opraapomstandigheden, bij voorkeur eveneens gebruikmakend van een gemeten waarde voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor op het oogstmateriaal, bij het begin van het oprapen, wanneer de meerdere messen voor het eerst gebruikt worden.
  6. 6. Systeem volgens eén der voorgaande conclusies, waarbij de meerdere messen verend gemonteerd zijn en zich uitstrekken door meerdere sleuven in de meslde, welk systeem verder omvat: meerdere positiesensormodules (140) die ingericht zijn voor het meten van waarden voor een grootheid die representatief is voor de positie van de meerdere messen, waarbij elk mes van de meerdere messen overeenstemt met een sensormodule van de meerdere sensormodules; waarbij de messlijtagebepalingsmodule verder geconfigureerd is voor het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden door de meerdere positiesensormodules.
  7. 7. Systeem volgens conclusie 6. waarbij de messlijtagebepalingsmodule (160) geconfigureerd is om messlijtage te bepalen verder op basis van de gemeten waarden door de meerdere positiesensormodules.
  8. 8. Systeem volgens conclusie 6 of 7. verder omvattende een snelheidsaanvaardbaarheidsbepalingsmodule (165) die geconfigureerd is om te bepalen of een opraapsnelheid aanvaardbaar is op basis van de gemeten waarden door de meerdere positiesensormodules.
  9. 9. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een snelheidsmeetmodule voor het bepalen van de opraapsnelheid welke de snelheid is waarmee de toevoersnij-inrichting bewogen wordt in het veld; waarbij de messlijtagebepalingsmodule geconfigureerd is voor het bepalen van messlijtage verder op basis van de opraapsnelheid.
  10. 10. Systeem volgens conclusie 4 en 9, waarbij de drempelwaarde bepaald wordt op basis van de opraapsnelheid.
  11. 11. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de meerdere messen verend gemonteerd zijn, welk systeem verder omvat: ten minste één druksensormodule die ingericht is voor het meten van waarden voor een grootheid die representatief is voor de druk die uitgeoefend wordt door de meerdere verend gemonteerde messen op oogstmateriaal dat door de toevoersnij-inrichting passeert; waarbij de messlijtagebepalingsmodule geconfigureerd is voor het bepalen van messlijtage verder op basis van de gemeten waarden van de ten minste één druksensormodule.
  12. 12. Werkwijze voor het bepalen van messlijtage in een toevoersnij-inrichting omvattende een snijrotor (110) en een meslade (120) met meerdere messen (121) die uitsteken door de meslade; welke snijrotor gemonteerd is boven de meslade, zodanig dat een snijzone voor oogstmateriaal begrensd is; welke werkwijze omvat: het meten van waarden voor een grootheid die representatief is voor het koppel dat uitgeoefend wordt door de snijrotor op oogstmateriaal dat door de snijzone van de toevoersnij-inrichting passeert, op opeenvolgende ogenblikken in de tijd; en het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden (404, 405, 406).
  13. 13. Werkwijze volgens conclusie 12. waarbij het meten (403) het meten van een waarde voor de grootheid op een bepaald ogenblik van de bedrijscyclus, voor opeenvolgende bedrijfscycli, omvat, waarbij elke bedrijfscyclus eindigt met een stuffer (180) die het oogstmateriaal vanaf een pre-compressiekamer ( 190) die gelegen is na de snijzone (112), naar een balenkamer beweegt; waarbij het bepalen het bepalen van messlijtage op basis van de gemeten waarden voor de opeenvolgende laadcvcli omvat.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13. waarbij het meten omvat: het meten van een waarde voor de grootheid kort nadat de stuffer het oogstmateriaal van de pre-compressiekamer naar de balenkamer heeft bewogen.
  15. 15. Werkwijze volgens één der conclusies 12-14. waarbij het bepalen omvat: het bepalen dat de messen vervangen moeten worden wanneer de gemeten waarden boven een drempelwaarde gelegen zijn.
  16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, verder omvattende het bepalen van de drempelwaarde op basis van een gemeten waarde voor het koppel bij het begin van het oprapen, bij voorkeur wanneer de meerdere messen voor het eerst gebruikt worden; en/of op basis van opraapsnelheid; en/of op basis van het type oogstmateriaal; en/of op basis van opraapomstandigheden.
  17. 17. Werkwijze volgens één der conclusies 12-16, waarbij de meerdere messen verend gemonteerd zijn, welke werkwijze verder omvat: het meten van waarden voor een grootheid die representatief is voor de positie van elk mes van de meerdere messen; het bepalen van messlijtage verder op basis van de gemeten waarden.
  18. 18. Werkwijze volgens conclusie 17, verder omvattende het bepalen of een opraapsnelheid aanvaardbaar is op basis van de gemeten waarden.
  19. 19. Digitaal data-opslagmedium waarop een door een machine uitvoerbaar programma met instructies voor het uitvoeren van de bepalingsstap van de werkwijze volgens één der conclusies 12-18 is opgeslagen.
BE2014/0158A 2014-03-12 2014-03-12 Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage BE1022071B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0158A BE1022071B1 (nl) 2014-03-12 2014-03-12 Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage
US15/125,444 US10045489B2 (en) 2014-03-12 2015-03-12 System and method for determining knife usage
EP15709198.4A EP3116298B1 (en) 2014-03-12 2015-03-12 System and method for determining knife usage

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0158A BE1022071B1 (nl) 2014-03-12 2014-03-12 Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022071B1 true BE1022071B1 (nl) 2016-02-15

Family

ID=50819503

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0158A BE1022071B1 (nl) 2014-03-12 2014-03-12 Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage

Country Status (3)

Country Link
US (1) US10045489B2 (nl)
EP (1) EP3116298B1 (nl)
BE (1) BE1022071B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN116018942A (zh) * 2023-02-22 2023-04-28 沈阳汇达丰生物科技有限公司 一种秸秆粉碎机的上料机构

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102017106797A1 (de) * 2017-03-29 2018-10-04 Claas Saulgau Gmbh Schneidwerk, Ladeaggregat und landwirtschaftliches Arbeitsgerät
CN110089281A (zh) * 2019-06-17 2019-08-06 新疆农业大学 一种拔棉杆粉碎机的秸秆粉碎装置
US11632911B2 (en) 2020-02-14 2023-04-25 Cnh Industrial America Llc Agricultural baler with knife overload mitigating system

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202004004133U1 (de) * 2004-03-15 2004-06-17 Gebr. Pöttinger GmbH Ladewagen
DE10346412A1 (de) * 2003-10-07 2005-05-25 Deere & Company, Moline Erntemaschine mit einer Überwachungseinrichtung zur Überwachung der Schärfe von Schneidmessern und/oder ihres Abstands zu einer Gegenschneide
EP2436258A1 (de) * 2010-10-01 2012-04-04 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Vorrichtung zur Ermittlung der Schärfe von Schneidmessern

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1139198A (en) 1979-10-02 1983-01-11 Andrew C. Knight Comminution apparatus
US6296566B1 (en) * 1999-10-05 2001-10-02 Case Corporation Infeed impeller for a rotary combine
US6298646B1 (en) * 2000-03-01 2001-10-09 Hay & Forage Industries Square baler with infeed cutter
DE10235919B4 (de) 2002-07-30 2006-02-09 Deere & Company, Moline Verfahren und Anordnung zur Bestimmung der Schärfe von Häckselmessern
US6679042B1 (en) * 2002-11-12 2004-01-20 Acco Corporation Infeed cutter baler having increased throughput
DE10303504A1 (de) 2003-01-30 2004-09-02 Deere & Company, Moline Einrichtung zur Messung und/oder Überprüfung des Abstands zwischen einer Gegenschneide und einem Häckselmesser
DE102004032829A1 (de) 2004-07-06 2006-02-09 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Klopfsensoranordnung
US7370461B2 (en) 2006-03-29 2008-05-13 Deere & Company Adaptive threshold technique for detecting reel-to-bedknife contact
ITRM20060268A1 (it) 2006-05-18 2007-11-19 Bimek S R L Dispositivo trinciatore in particolare per macchine agricole
EP2346313B1 (en) 2008-09-23 2015-12-02 GYRO-TRAC Corporation Apparatus and method for brush cutting and baling wood chips formed during land clearing activities
DE202009015118U1 (de) 2009-11-06 2010-12-30 Mengele Agrartechnik Ag Schneidvorrichtung
US20130167498A1 (en) 2011-12-28 2013-07-04 Agco Corporation Agricultural implement having knife load responsive infeed cutter

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10346412A1 (de) * 2003-10-07 2005-05-25 Deere & Company, Moline Erntemaschine mit einer Überwachungseinrichtung zur Überwachung der Schärfe von Schneidmessern und/oder ihres Abstands zu einer Gegenschneide
DE202004004133U1 (de) * 2004-03-15 2004-06-17 Gebr. Pöttinger GmbH Ladewagen
EP2436258A1 (de) * 2010-10-01 2012-04-04 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Vorrichtung zur Ermittlung der Schärfe von Schneidmessern

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN116018942A (zh) * 2023-02-22 2023-04-28 沈阳汇达丰生物科技有限公司 一种秸秆粉碎机的上料机构
CN116018942B (zh) * 2023-02-22 2023-05-26 沈阳汇达丰生物科技有限公司 一种秸秆粉碎机的上料机构

Also Published As

Publication number Publication date
US10045489B2 (en) 2018-08-14
EP3116298B1 (en) 2018-07-11
EP3116298A1 (en) 2017-01-18
US20170094910A1 (en) 2017-04-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022071B1 (nl) Systeem en werkwijze voor het bepalen van messlijtage
BE1018941A3 (nl) Een rechthoekige balenpers met een stuureenheid.
US6546705B2 (en) Method and apparatus for controlling a tractor/baler combination
BE1021115B1 (nl) Sensorinrichting
EP3036986A1 (en) Weighing round bales
EP2436258B1 (de) Landwirtschaftlicher Selbstfahrhäcksler mit Vorrichtung zur Ermittlung der Schärfe von Schneidmessern
BE1018847A3 (nl) Een balenpers met een frictiesensor.
CN109743973B (zh) 自动产品填充方法和控制系统
BE1023153B1 (nl) Balenpers en werkwijze voor het verwijderen van een prop oogstmateriaal die vastzit in de invoerkoker van een balenpers
DE102008017671A1 (de) Messanordnung zur Massendurchsatzerfassung
US11324164B2 (en) System and device for monitoring a condition of a sickle section of an agricultural machine
BE1020897A3 (nl) Werkwijze en systeem voor het bepalen van de plunjerbelasting van een balenpers.
BE1021127B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw, uitgerust met middelen om een verkeerde baallengte te voorkomen
AU2018297621A1 (en) Method for analyzing the operating condition of a cutting device and cutting device
EP3970474B1 (en) Automated tractor speed adjustment for avoidance of plugging a baler
US20220061221A1 (en) Automated baler pickup control based on windrow detection
BE1026244B1 (nl) Intelligente baalvorming
US20230032085A1 (en) Method for determining a quality of an agricultural bale
WO2015136026A1 (en) System and method for determining knife usage
EP3141106A1 (en) Operation and control of bottom floor assembly
BE1021129B1 (nl) Verbeteringen in vierkanten balenpersen
BE1021143B1 (nl) Opraapeenheid voor een oogstmachine met verwijderbare verlengplaten
US20230225250A1 (en) Automatic height control for sugarcane harvesters
BE1021162B1 (nl) Systeem voor het activeren van de vuller van een balenpers voor gebruik in de landbouw
US11882793B2 (en) System and method for estimating or predicting the life state of components in an agricultural baler

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200331