BE1021909B1 - Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis - Google Patents

Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis Download PDF

Info

Publication number
BE1021909B1
BE1021909B1 BE2014/0440A BE201400440A BE1021909B1 BE 1021909 B1 BE1021909 B1 BE 1021909B1 BE 2014/0440 A BE2014/0440 A BE 2014/0440A BE 201400440 A BE201400440 A BE 201400440A BE 1021909 B1 BE1021909 B1 BE 1021909B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chassis
crane
floor plate
vehicle
longitudinal
Prior art date
Application number
BE2014/0440A
Other languages
English (en)
Inventor
Arny Jacobus Franciskus Wilhelmina Kennis
Original Assignee
Sinnek Techniek B.V.B.A.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sinnek Techniek B.V.B.A. filed Critical Sinnek Techniek B.V.B.A.
Priority to BE2014/0440A priority Critical patent/BE1021909B1/nl
Priority to NL1041349A priority patent/NL1041349B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021909B1 publication Critical patent/BE1021909B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/54Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using cranes for self-loading or self-unloading
    • B60P1/5438Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using cranes for self-loading or self-unloading with a moveable base
    • B60P1/5457Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using cranes for self-loading or self-unloading with a moveable base attached to the loading platform or similar
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/10Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted in which the main member is plate-like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/18Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17
    • B62D21/20Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17 trailer type, i.e. a frame specifically constructed for use in a non-powered vehicle

Abstract

Chassis (20) van een voertuig (19), zoals een oplegger of dergelijke, dat bedoeld is om er één of meerdere wielassen (28) of wielparen (2,37) aan op te hangen met behulp van een paar veerarmen (33) en dat een kokervormig lichaam (21) bevat dat een breedte (B) heeft van minstens de afstand (C) tussen de veerarmen (33) en dat gevormd wordt door, enerzijds, een vloerplaat (17), en, anderzijds, een chassisbodem (22).

Description

Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis.
De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een chassis van een voertuig.
Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een chassis van een voertuig zoals een oplegger of dergelijke, dat bedoeld is om er één of meerdere wielassen of wielparen aan op te hangen met behulp van een paar veerarmen voorzien aan weerszijden van het chassis.
Hierbij worden de veerarmen doorgaans met één uiteinde scharnierend aan het chassis bevestigd en wordt het andere uiteinde van de veerarmen verend ondersteund ten opzichte van het chassis door middel van een spiraalveer of luchtveer of dergelijke.
Een verende ophanging van een paar wielen of van een wielas aan het chassis kan dan verwezenlijkt worden door deze te bevestigen op het paar veerarmen.
Zonder de uitvinding hiertoe te beperken heeft de uitvinding in het bijzonder betrekking op een chassis van een voertuig waarop een hefwerktuig, zoals een kraan, is voorzien, bijvoorbeeld voor het laden en lossen van goederen op en van het voertuig.
Dit hefwerktuig kan al dan niet verrijdbaar zijn over het chassis.
Er zijn reeds voertuigen van het voornoemde type bekend en deze zijn voorzien van een chassis waarvan de stabiliteit of stevigheid wordt verzekerd door chassisbalken met een I-vormig profiel.
Deze bekende chassis hebben doorgaans een geraamte waarin er minstens twee zulke chassisbalken met I-vormig profiel voorzien zijn die zich uitstrekken langsheen de lengte van het chassis, aan weerszijden ervan.
Bij de voertuigen die voorzien zijn van een verrijdbaar hefwerktuig, zoals een verrijdbare kraan, worden deze chassisbalken tevens gebruikt als rijspoor voor de wielen van het verrijdbare hefwerktuig of de verrijdbare kraan.
Een eerste nadeel verbonden aan dit bekende type chassis is dat de voornoemde chassisbalken met I-vormig profiel een hoog eigen gewicht hebben.
Nog een ander nadeel van zulke bekende chassis die zijn samengesteld met aan weerszijden een chassisbalk met I-vormig profiel is dat deze chassisbalken op zichzelf een relatief lage torsiestijfheid hebben en dat de torsiestijfheid van het chassis in zijn geheel nog meer te wensen over laat.
Dit gebrek aan torsiestijfheid heeft een grote invloed op de stabiliteit van het voertuig, zeker bij het laden en lossen van goederen met een kraan die rust op het voertuig.
Bij opleggers die zijn uitgerust met een hefwerktuig of kraan dient bovendien het gewicht van de oplegger als ballast voor het hefwerktuig of de kraan.
Deze bekende opleggers hebben daarom nog het bijkomend nadeel dat in principe het gewicht van de oplegger voldoende hoog moet worden gehouden om de stabiliteit van het hefwerktuig of de kraan tijdens het heffen te verzekeren.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.
In het bijzonder heeft de huidige uitvinding tot doel een chassis te ontwerpen dat een hoge torsiestijfheid en een relatief klein gewicht heeft en dat gemakkelijk valt te vervaardigen.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een chassis van een voertuig zoals een oplegger of dergelijke, dat bedoeld is om er één of meerdere wielassen of wielparen aan op te hangen met behulp van een paar veerarmen, waarbij het chassis een kokervormig lichaam bevat dat een breedte heeft van minstens de afstand tussen de veerarmen en dat gevormd wordt door, enerzijds, een vloerplaat, en, anderzijds, een chassisbodem.
Zulk chassis volgens de uitvinding heeft een groot aantal voordelen.
Ten eerste heeft het chassis volgens zijn lengterichting door zijn kokervorm een veel hogere torsiestijfheid dan de bekende chassis met een zelfde gewicht en die een geraamte hebben dat een voornoemd paar chassisbalken met I-vormig profiel bevat.
Immers, de chassisbodem vormt samen met de vloerplaat een soort doosconstructie rondom een as volgens de lengterichting van het voertuig, zodat het materiaal benut voor de vervaardiging van een chassis volgens de uitvinding beter geplaatst is voor het opvangen van een wringingsmoment omtrent de voornoemde as.
Dit komt uiteraard in grote mate de stabiliteit van het voertuig ten goede en zeker bij voertuigen die voorzien zijn van een hefwerktuig.
Nog een ander voordeel van een chassis volgens de uitvinding is dat het door zijn vorm lichter kan worden uitgevoerd.
Voor een bepaalde maximale toegelaten massa van het voertuig kunnen er aldus meer goederen worden vervoerd met een voertuig dat voorzien is van een chassis volgens de uitvinding dan met een voertuig voorzien van een bekend chassis, waardoor de efficiëntie of het rendement voor de transporteur kan toenemen.
Nog een belangrijk voordeel van een chassis volgens de uitvinding is dat het eenvoudig te produceren is en minder bewerkingen vergt of bewerkingen die goedkoper zijn of sneller uit te voeren zijn.
Inderdaad, de chassisbalken met I-vormig profiel van een bekend chassis worden samengesteld uit een bovenflens, een onderflens en een zielplaat.
Deze aparte onderdelen worden aan elkaar gelast ter vorming van een chassisbalk met I-vormig profiel, wat een groot aantal bewerkingen vergt die bovendien niet goedkoop zijn.
Voorts dienen nog bijkomende bewerkingen te gebeuren voor het aan elkaar koppelen van de chassisbalken aan weerszijden van het chassis, bijvoorbeeld door er dwarsbalken op te lassen of dergelijke meer.
Een chassis volgens de uitvinding kan echter vervaardigd worden door de chassisbodem te plooien uit een vlakke plaat en deze plaat te verbinden met de vloerplaat, al dan niet door eerst een bovenflens aan weerszijden van de geplooide chassisbodem te voorzien.
Het is daarom duidelijk dat zulke werkwijze voor het vervaardigen van een chassis volgens de uitvinding veel minder bewerkingen en veel goedkopere of eenvoudige bewerkingen vergt.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een chassis volgens de uitvinding bevat de chassisbodem twee zijwanden die zich elk uitstrekken dwars op de vloerplaat.
De zijwanden van de chassisbodem kunnen in zulke uitvoeringsvorm dus beschouwd worden als gedeelten die de functie van de zielplaat bij de I-vormige chassisbalken van de bekende chassis vervullen, waarbij deze gedeelten aan weerszijden van het chassis rechtstreeks met elkaar gekoppeld zijn.
Naast het gemak in productie biedt zulke uitvoeringsvorm van een chassis volgens de uitvinding het voordeel dat er meer plaats beschikbaar is voor het draaien van de wielen.
Immers, door de rechtstreekse verbinding van de zijwanden van de chassisbodem zijn er geen delen van de chassisbodem die een belemmering vormen voor de wielen, zoals de onderflenzen van de chassisbalken bij de bekende chassis, waardoor er een grotere stuuruitslag mogelijk is en de wendbaarheid van het voertuig kan toenemen.
Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een chassis volgens de uitvinding is de chassisbodem voorzien van een bodemwand die zich uitstrekt evenwijdig aan de vloerplaat en zijn de zijwanden en de bodemwand van de chassisbodem door middel van afschuiningen met elkaar verbonden, waarbij deze afschuiningen gevormd worden door wandgedeelten die zich uitstrekken schuin op de bodemwand en op de betreffende zijwand.
Zulke uitvoeringsvorm versterkt nog het voornoemde voordeel dat met een chassis volgens de uitvinding een grotere stuuruitslag mogelijk is dan met de bekende chassis.
Volgens nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een chassis overeenkomstig de uitvinding is het chassis bedoeld om er een kraan heen en weer over te laten rijden, en is het chassis voorzien van een kraanspoor dat zich uitstrekt volgens een zekere lengterichting en dat twee overlangse, vlakke gedeelten heeft waarover de kraanwielen rijden, waarbij deze overlangse, vlakke gedeelten op een afstand van elkaar zijn gelegen overeenkomstig de afstand tussen de kraanwielen aan weerszijden van de kraan ter vorming van de spoorbreedte en waarbij de kraanwielen voorzien zijn van minstens één opstaande rand waarmee ze op het spoor worden gehouden.
Een bijzonder kenmerk van deze uitvoeringvorm van een chassis volgens de uitvinding is dat het een kokervormig lichaam bevat dat gevormd wordt door, enerzijds, een vloerplaat die zich uitstrekt tussen de overlangse, vlakke gedeelten van het kraanspoor en waarbij deze overlangse, vlakke gedeelten de zijranden van de vloerplaat vormen, en, anderzijds een chassisbodem gevormd door een wand die zich tevens uitstrekt tussen de twee overlangse, vlakke gedeelten van het kraanspoor.
De voornoemde overlangse, vlakke gedeelten van het kraanspoor kunnen gevormd worden door twee flenzen die zich uitstrekken volgens de lengterichting van het kraanspoor en die verbonden zijn met de vloerplaat en met de chassisbodem, bijvoorbeeld door middel van een lasverbinding.
Als alternatief is het niet uitgesloten dat de overlangse, vlakke gedeelten van het kraanspoor gewoon deel uitmaken van de vloerplaat zelf.
Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvormen van een chassis overeenkomstig de uitvinding is dat het is voorzien van een kraanspoor zoals de bekende chassis, doch waarbij het chassis een veel grotere torsiestijfheid heeft door zijn kokervorm.
Een oplegger met verrijdbare kraan die voorzien is van zulk chassis volgens de uitvinding kan daarom lichter worden uitgevoerd en een bijkomend voordeel is dat door de hogere stijfheid van het chassis ook het gewicht van de trekker waaraan de oplegger is gekoppeld mee als ballast voor de kraan kan dienen, waardoor de stabiliteitseisen nodig voor de laad- en loskraan, ondanks het lagere gewicht van de oplegger zelf toch blijft behouden.
De uitvinding heeft verder nog betrekking op een voertuig, zoals een oplegger of semi-trailer of eender welk ander voertuig, dat voorzien is van een chassis volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven en waarbij het chassis is voorzien van een tussenschot dat zich uitstrekt dwars op de vloerplaat en de chassisbodem en waarbij de veerarmen van een wielas op het tussenschot zijn gemonteerd.
Zulk voertuig volgens de uitvinding is zeer eenvoudig qua constructie en dus goedkoper te vervaardigen dan de bekende voertuigen en tevens erg stabiel door de grote stijfheid van het chassis.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een châssis en een voertuig volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 schematisch een bekend voertuig weergeeft dat voorzien is van een chassis met chassisbalken met een I-vormig profiel en van een verrijdbare kraan; figuur 2 het gedeelte uit figuur 1 weergeeft dat is aangeduid met F2 ; figuur 3 een schematische weergave is van een gedeelte zoals weergegeven in figuur 2 van een eerste uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding; figuur 4 nog zulk een schematische weergave is ditmaal van een tweede uitvoeringsvorm van een voertuig volgens de uitvinding; en, figuur 5 in perspectief een meer realistisch zicht weergeeft op de onderzijde van een voertuig volgens de uitvinding.
Figuren 1 en 2 geven zeer schematisch een bekend type oplegger 1 weer, die voorzien is van een paar wielen 2 aangebracht onder een chassis 3.
Het chassis 3 is hierbij van een bekend type, waarbij aan de beide zijden 4 en 5 van het chassis 3 overlangse chassisbalken 6 zijn voorzien die zich uitstrekken volgens de lengterichting L van de oplegger 1.
In de praktijk wordt tussen de overlangse chassisbalken 6 een aantal dwarsbalken voorzien ter vorming van een frame, wat niet in detail in het schema van figuur 1 is weergegeven, net zoals de ophanging van de wielen 2 aan het chassis 3 niet is weergegeven.
De overlangse chassisbalken 6 hebben een I-vormig dwarsprofiel, weergegeven in figuur 1, en zijn samengesteld door het aan elkaar lassen van een bovenflens 7, een onderflens 8 en een tussenliggende zielplaat 9.
De oplegger 3 kan uitgevoerd worden met een verrijdbare kraan 10, zoals tevens schematisch is weergeven in figuur 1, waarbij in dit geval de overlangse chassisbalken 6 een kraanspoor 11 vormen.
Hierbij vormen meer bepaald de bovenflenzen 7 van de chassisbalken 6 twee overlangse, vlakke gedeelten 7 die dienst doen als spoorbanen, waarover de kraanwielen 12 rijden.
Teneinde het gewicht van de kraan 10 te kunnen dragen en slijtage te beperken, is het in zulk geval gebruikelijk de bovenflenzen 7 dikker uit te voeren.
De overlangse, vlakke gedeelten 7 zijn uiteraard op een afstand B van elkaar gelegen overeenkomstig de afstand B tussen de kraanwielen 12 aan weerszijden 13 en 14 van de kraan 10 ter vorming van de spoorbreedte B van het kraanspoor 11.
De kraanwielen 12 zijn doorgaans voorzien zijn van minstens één opstaande rand 15 waarmee ze op het kraanspoor 10 worden gehouden.
De oplegger 1 heeft voorts een laadvloer 16 voor het dragen van een lading, die zich uitstrekt ter hoogte van de bovenflenzen 7 met een vloerplaat 17 die tussen de chassisbalken 6 is aangebracht en met zijwaartse flanken 18 die de zijkanten van de laadvloer 16 vormen
Zulke uitvoeringsvorm heeft als nadelen dat het chassis weinig torsiestijf is, een hoog gewicht heeft en veel bewerkingen vergt voor het samenstellen ervan.
In figuur 3 is op gelijkaardige wijze schematisch een voertuig 19 volgens de uitvinding weergegeven dat is uitgevoerd met een chassis 20 volgens de uitvinding.
Het chassis 20 bevat een kokervormig lichaam 21 dat gevormd wordt door, enerzijds, een vloerplaat 17 die zich uitstrekt tussen de overlangse, vlakke gedeelten 7 van het kraanspoor 11, en, anderzijds, door een chassisbodem 22.
Deze overlangse, vlakke gedeelten 7 bestaan in dit voorbeeld eveneens uit twee flenzen 7. Deze flenzen 7 liggen in hetzelfde vlak als de vloerplaat 17, die zelf vlak is uitgevoerd, en vormen de zijranden van deze vloerplaat 17, net zoals in het voorgaande voorbeeld.
Hiertoe zijn de flenzen 7 aan de vloerplaat 17 gelast.
Als alternatief is het echter niet uitgesloten dat de overlangse, vlakke gedeelten 7 een integraal deel uitmaken van de vloerplaat 17 of de laadvloer 16.
De chassisbodem 22 wordt gevormd door een wand 22 die zich tevens uitstrekt tussen de twee overlangse, vlakke gedeelten 7 van het kraanspoor 11.
De zijdelingse randen 23 van de chassisbodem 22 zijn verbonden met de flenzen 7 door middel van een lasverbinding en ze strekken zich uit dwars op de flenzen 7.
De chassisbodem 22 heeft een dwarsdoorsnede met een nagenoeg ü-vormig profiel en bevat hiertoe twee zijwanden 24 die zich elk uitstrekken dwars op één van de twee overlangse, vlakke zijdelingse gedeelten 7 van het kraanspoor 11 en dus op de vloerplaat 17.
De chassisbodem 22 is verder voorzien van een wandgedeelte 25 dat een bodemwand 25 vormt en dat zich uitstrekt evenwijdig aan de vloerplaat 17.
De zijwanden 24 en de bodemwand 25 zijn door middel van afschuiningen 26 met elkaar verbonden.
Deze afschuiningen 26 worden gevormd door wandgedeelten 26 die zich uitstrekken schuin op de bodemwand 25 en op de betreffende zijwand 24.
In figuur 4 is een lichtjes gewijzigde versie van een voertuig 19 en chassis 20 volgens de uitvinding weergegeven.
In deze uitvoeringsvorm is de bodemwand 22 tevens voorzien van plooiingen 27 die zich uitstrekken over de lengte L van de chassisbodem 22 met de bedoeling de buigsterkte van de chassisbodem 22 te vergroten en te verhinderen dat de chassisbodem 22 gaat buigen tijdens het lassen van de zijranden 23 ervan op de flenzen 7 voor de kraan 10.
De plooiingen 27 zijn in het getoonde voorbeeld van figuur 4 aangebracht in de bodemwand 25 nabij elke afschuining 26 en ze hebben een gedeelte evenwijdig met de betreffende meest nabije afschuining 26.
De bodemwand 25 heeft hierdoor in dit geval een min of meer trapvormig profiel.
Uiteraard is het niet uitgesloten van de uitvinding meerdere plooiingen 27 aan te brengen of plooiingen met een andere vorm.
In figuur 5 is geïllustreerd hoe in realiteit een wielas 28 op het chassis 20 kan worden gemonteerd.
Het chassis 20 is voorzien van tussenschotten 29 en 30 die zich uitstrekken dwars op de vloerplaat 17 en op de wanden van de chassisbodem 22.
De tussenschotten 29 zijn volledig vervat in het kokervormig lichaam 21 van het chassis 20, terwijl het tussenschot 30 zich met een gedeelte uitstrekt onder de bodemwand 25 en voorbij de afschuiningen 26 van de chassisbodem 22.
Ter plaatse van de afschuiningen 26 is dit tussenschot 30 nog verder ondersteund door middel van een paar asbokken 31 die een min of meer driehoekige vorm hebben en die zich uitstrekken dwars op het tussenschot 30, parallel aan de zijwanden 24.
De vorm van het chassis 20 is zo gekozen dat de asbokken 31 op een geïntegreerde manier bevestigd kunnen worden aan het chassis 20 en daardoor één geheel vormen met het geplooide chassis 20.
Bij voorkeur worden de asbokken 31 bevestigd op een plooilijn 32, zoals in het getoonde voorbeeld op de plooilijn 32 tussen een afschuining 26 en een zijwand 24 en op de plooilijn 32 tussen deze afschuining 26 en de bodemplaat 25.
Deze plooilijnen 32 geven bijkomend sterkte voor het monteren van de asbokken 31 op de dunne geplooide plaat van de chassisbodem 22.
Op deze asbokken 31 zijn een paar veerarmen 33 gemonteerd die met één uiteinde 34 scharnierend zijn verbonden aan de betreffende asbok 31.
Het is duidelijk dat hiertoe het kokervormig lichaam 21 van het chassis 20 een breedte B heeft die groter of gelijk is aan de afstand C tussen de veerarmen 33.
Het ander uiteinde 35 van de veerarmen 33 is ondersteund ten opzichte van het chassis 20 door middel van een luchtveer 36.
De wielas 28 is een fusee-gestuurde as 28 waarop aan weerszijden wielen 37 zijn gemonteerd met behulp van een fusee 38.
De wielen 37 zijn onderling gekoppeld door middel van een spoorstang 39 aangebracht tussen de fuseearmen 40 van elke fusee 38.
Voorts wordt de wielas 28 hydraulisch aangestuurd door middel van cilinders 41.
Het geheel bestaande uit de fusee-gestuurde as 28 met de fusees 38 en de wielen 37, de spoorstang 39 en de cilinders 41 is hierbij gemonteerd op het paar veerarmen 33 met behulp van beugels 42.
Aldus wordt een verende ophanging van de wielas 28 aan het chassis 20 verkregen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van chassis 20 van een voertuig 19 en van een voertuig 19 voorzien van zulk chassis 20 volgens de uitvinding, doch zulke chassis 20 en voertuig 19 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

  1. Conclusies
    1. Chassis (20) van een voertuig (19), zoals een oplegger of dergelijke, dat bedoeld is om er één of meerdere wielassen (28) of wielparen (2,37) aan op te hangen met behulp van een paar veerarmen (33), daardoor gekenmerkt dat het chassis (20) een kokervormig lichaam (21) bevat dat een breedte (B) heeft van minstens de afstand (C) tussen de veerarmen (33) en dat gevormd wordt door, enerzijds, een vloerplaat (17), en, anderzijds, een chassisbodem (22) .
  2. 2. Chassis (20) volgens conclusie 1 van een voertuig (19) waarop een kraan (10) heen en weer verrijdbaar is, dat voorzien is van een kraanspoor (11) dat zich uitstrekt volgens een zekere lengterichting (L) en met twee overlangse, vlakke gedeelten (7) waarover de kraanwielen (12) rijden, die op een afstand van elkaar zijn gelegen overeenkomstig de afstand (B) tussen de kraanwielen (12) aan weerszijden (13,14) van de kraan (10) ter vorming van de spoorbreedte (B) en waarbij de kraanwielen (12) voorzien zijn van minstens één opstaande rand (15) waarmee ze op het kraanspoor (11) worden gehouden, daardoor gekenmerkt dat het chassis (20) een kokervormig lichaam (21) bevat dat gevormd wordt door, enerzijds, een vloerplaat (17) die zich uitstrekt tussen de overlangse, vlakke gedeelten (7) van het kraanspoor (11) en waarbij deze vlakke gedeelten (7) de zijranden van de vloerplaat (17) vormen, en, anderzijds een chassisbodem (22) gevormd door een wand die zich tevens uitstrekt tussen de twee overlangse, vlakke gedeelten (7) van het kraanspoor (11) .
  3. 3. Chassis (20) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de overlangse, vlakke gedeelten (7) van het kraanspoor (11) gevormd worden door twee flenzen (7) die zich uitstrekken volgens de lengterichting (L) van het kraanspoor (11) en die verbonden zijn met de vloerplaat (17) en met de chassisbodem (22), bijvoorbeeld door middel van een lasverbinding.
  4. 4. Chassis (20) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de overlangse, vlakke gedeelten (7) van het kraanspoor (11) deel uitmaken van de vloerplaat (17).
  5. 5. Chassis (20) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vloerplaat (17) vlak is uitgevoerd.
  6. 6. Chassis (20) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de chassisbodem (22) een dwarsdoorsnede heeft met een nagenoeg U-vormig profiel.
  7. 7. Chassis (20) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de chassisbodem (22) twee zijwanden (24) bevat die zich elk uitstrekken dwars op één van de twee overlangse, vlakke zijdelingse gedeelten (7) van het kraanspoor (11) en/of op de vloerplaat (17).
  8. 8. Chassis (20) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de chassisbodem (22), voorzien is van een bodemwand (25) die zich uitstrekt evenwijdig aan de vloerplaat (17).
  9. 9. Chassis (20) volgens conclusies 7 en 8, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden (24) en de bodemwand (25) door middel van afschuiningen (26) met elkaar zijn verbonden waarbij de afschuiningen (26) gevormd worden door wandgedeelten (26) die zich uitstrekken schuin op de bodemwand (25) en op de betreffende zijwand (24).
  10. 10. Chassis (20) volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de bodemwand (25) voorzien is van één of meerdere plooiingen (27) die zich uitstrekken over de lengte (L) van de chassisbodem (22) ter verhoging van de buigsterkte van de chassisbodem (22).
  11. 11. Chassis (20) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van één of meerdere tussenschotten (29,30) die zich uitstrekken dwars op de vloerplaat (17) en de wanden (24-26) van de chassisbodem (22).
  12. 12. Voertuig (19) dat voorzien is van een chassis (20) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het chassis (20) is voorzien van een tussenschot (30) dat zich uitstrekt dwars op de vloerplaat (17) en de chassisbodem (22) en waarbij de veerarmen (33) van een wielas (28) op het tussenschot (30) zijn gemonteerd.
  13. 13. Voertuig (19) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van een kraanspoor (11) waarop een kraan (10) heen en weer verrijdbaar en is dat zich uitstrekt volgens een zekere lengterichting (L) en met twee overlangse, vlakke gedeelten (7) waarover de kraanwielen (12) rijden.
BE2014/0440A 2014-06-11 2014-06-11 Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis BE1021909B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0440A BE1021909B1 (nl) 2014-06-11 2014-06-11 Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis
NL1041349A NL1041349B1 (nl) 2014-06-11 2015-06-10 Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0440A BE1021909B1 (nl) 2014-06-11 2014-06-11 Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021909B1 true BE1021909B1 (nl) 2016-01-26

Family

ID=51355376

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0440A BE1021909B1 (nl) 2014-06-11 2014-06-11 Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021909B1 (nl)
NL (1) NL1041349B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1231726A (fr) * 1959-04-13 1960-10-03 A Marrel Ets Perfectionnements aux véhicules de transport avec appareils de levage combinés
US3301416A (en) * 1964-08-03 1967-01-31 Greater Iowa Corp Combination vehicle trailer and lifting device
GB1556531A (en) * 1978-01-05 1979-11-28 Dunkerley Transport Ltd I R Vehicle and crane assembly
DE202007001455U1 (de) * 2007-02-01 2007-06-14 Altepping, Karl Fahrzeugrahmen mit Oberschale
EP2390165A2 (en) * 2010-05-25 2011-11-30 Lokhoff V.o.F Truck having a narrow chassis

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1231726A (fr) * 1959-04-13 1960-10-03 A Marrel Ets Perfectionnements aux véhicules de transport avec appareils de levage combinés
US3301416A (en) * 1964-08-03 1967-01-31 Greater Iowa Corp Combination vehicle trailer and lifting device
GB1556531A (en) * 1978-01-05 1979-11-28 Dunkerley Transport Ltd I R Vehicle and crane assembly
DE202007001455U1 (de) * 2007-02-01 2007-06-14 Altepping, Karl Fahrzeugrahmen mit Oberschale
EP2390165A2 (en) * 2010-05-25 2011-11-30 Lokhoff V.o.F Truck having a narrow chassis

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041349A (nl) 2016-03-30
NL1041349B1 (nl) 2016-07-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8496259B2 (en) Slider box for a heavy-duty vehicle
US20100207371A1 (en) Trailer frame assembly
BE1015391A3 (nl) Verbeterde oplegger.
US8801013B2 (en) Hanger arrangement for heavy-duty vehicle axle/suspension systems
US10272950B1 (en) Load support deck for cargo carrying vehicle
CN102358348B (zh) 兼有副车架功能的自卸汽车车架
RU2015117912A (ru) Шасси для грузовых автомобилей
RU2010101078A (ru) Интегральный грузовой отсек кузова транспортного средства
NL1041349B1 (nl) Chassis van een voertuig en voertuig voorzien van zulk chassis.
CN202213626U (zh) 兼有副车架功能的自卸汽车车架
US2665142A (en) Vehicle having a removable section
CN201179895Y (zh) 整体骨架型底板自卸车车厢及具有该车厢的货车
CN109703588A (zh) 变轨距转向架构架及变轨距转向架
ES2800170T3 (es) Remolque de transporte de vehículo autoportante
US2239442A (en) Vehicle tank
US9771012B2 (en) Roll off trailer having a stepped out front end or neck
BE1020713A3 (nl) Montageset voor het samenstellen van een wielophanging, wielophanging samengesteld met behulp van zulke montageset, evenals werkwijze voor het samenstellen van een wielophanging gebruik makende van zulke montageset.
US2603506A (en) Drop frame construction
NL2017092B1 (en) A trailer for use in road haulage
CZ267592A3 (en) Frame for agricultural trailer
BE1018287A3 (nl) Chassis.
BE1023486B1 (nl) Frame voor een oplegger en oplegger
RU54345U1 (ru) Полувагон с глухим кузовом
RU217968U1 (ru) Вагон-самосвал
US1049252A (en) Truck.